Nieuwsbrief nr 2:
Verhalen uit de praktijk Project natuurverschijnselen Het zit er alweer op…ons eerste project. De kinderen hebben een gekozen natuurverschijnsel uitgediept aan de hand van zelf opgestelde onderzoeksvragen en over hun bevindingen een presentatie gegeven aan de groep. Het was een leerzame tijd: niet alleen hebben ze geleerd over de natuur, maar vooral ook over zichzelf (hoe leer ik, hoe maak ik een plan van aanpak; hoe ga ik om met doorzetten, overleggen, afspraken maken en contact houden,….). Prachtig was het om te zien hoe tweetallen hiermee stoeiden! We hebben inmiddels mooie presentaties achter de rug en beoordelingen ‘in the pocket’. Verdiepen in natuurverschijnselen. Wij hebben ons verdiept in het natuurverschijnsel vulkaan. Dat was soms wel moeilijk maar ook heel leuk en uitdagend. Daardoor hebben we veel geleerd. We moesten op allemaal sites informatie halen en we moesten ook de informatie vergelijken. Het leuke was de presentatie en het verdiepen in de informatie. Het was wel moeilijk en ik (Max) was erg zenuwachtig bij de presentatie. Er waren veel natuurverschijnselen om uit te kiezen dat was leuk maar ook lastig om te kiezen. Van Max en Sam.
nov.-dec. 2014
Plusklassen 6-7 Stichting AVES
De plusklas is gevestigd in: Basisschool “de Zevensprong” Ellertsveld 15 8302 JD Emmeloord
presentatie plusklas 6/7 We hebben ieder in een tweetal een presentatie gemaakt het over een natuurverschijnsel. Wij hadden het noorderlicht gekozen. We hebben van alle presentaties wat geleerd. Iedereen had op het eind ook een doe opdracht en wij moesten een beoordeling Contact Jeanet: schrijven. Het was heel leuk. De week daarna kregen we de cijfers. Geschreven door: Anna en Femke Tel. plusklas: 0527-699558 Mail:
[email protected]
Bij ziekte/afwezigheid uw kind afmelden via 699558.
De presentaties We hebben net een paar presentaties achter de rug over natuurverschijnselen. Natuurverschijnselen was ons 1e project op de plusklas. Het was best lastig maar ook wel leuk. We deden het in 2 tallen, met zijn tweeën presenteerden we een onderwerp. We hadden heel veel natuurverschijnselen bijvoorbeeld: een Supercel, tornado, vulkaanuitbarsting, noorderlicht, enzovoort. Wij hadden Supercel. Onze samenwerking was heel erg goed en we waren het vaak met elkaar eens. Groetjes Angeline en Maud Pagina 1
Nieuwsbrief plusklassen 6-7 ● nummer 2 ●AVES ● 0527-699558
Nog wat uitleg van de leerlingen over andere activiteiten van afgelopen periode: Kind, kracht & uitstraling van juf Judith De kinderen van de plusklas krijgen kind, kracht & uitstaling van juf Judith van Schaapcoaching. Bij kind, kracht & uitstraling leer je voor jezelf op te komen, spelenderwijs. We moeten onder andere op een stuk behang liggen en elkaar omtrekken. Dan mocht je jezelf inkleuren en mag de andere complimenten in je behangzelf schrijven. Dat is leuk en je krijgt meer zelfvertrouwen. Groetjes van Vera & Maud, plusklas dinsdag Proefjes Wij hebben met proefjes allemaal verschillende proefjes gedaan. Zoals tornado fles, 2 flessen op elkaar plakken een fles gevuld met water, met een schijfje er tussen, en dan heel hard rond draaien. En een munt chirurge: je hebt een koper muntje, zout, en azijn. En dan strooi je een snufje zout op een koper muntje, dan giet je er een beetje azijn op. Maak het dan schoon, zo heb je weer een heel schoon/nieuw muntje. Het is leuk om te maken, maar ook leer je er wat van. Gewoon op school doe je dit niet. Maar hier kan je dat wel doen. Echt leuk dat je dit allemaal kan doen met zo weinig spulletjes, die helemaal niet speciaal zijn, kan je toch iets leuks maken. Van Florence en Pieter-Jan Stukje rots en water We leren om met elkaar om te gaan, ook leren we om te kunnen gaan met hoe dicht iemand bij je zit. Wij leren ook om voor jezelf op te komen. Wat we ook leren is om opdrachten uit te voeren die bijna onmogelijk zijn, ook ons zelf te beheersen. De plusklas heeft sinds het einde van de herfstvakantie met juf Judith kinderkracht en uitstraling gedaan. We moesten ons proberen te concentreren op ons gevoel.
Plusklasvakken KINDERFILOSOFIE: Tijdens het tweede trimester laten we creatief denken achter ons (zit in onze rugzak!) en gaan we een stap verder naar… filosoferen. Kinderfilosofie is gericht op het leren verwoorden van je eigen wereldbeeld, hoe het komt dat je denkt zoals je denkt. Dit doen we samen.
Het betekent zowel het analyseren van je eigen gedachten, hoe ze verschillen van anderen, als ook het nadenken over speculatieve vragen. Filosoferen begint altijd met het stellen van vragen. Waar gaat het over? Over wat denken is, wat het leven is en of het de moeite waard is, hoe je moet leven, wat geluk is. Maar ook over uitslovers, stoer doen, overbevolking, mooie dingen, of opvoeding nodig is… kortom over vragen die we samen de moeite waard vinden om te stellen en onderzoeken. Het gaat niet om het vinden van de 'juiste' antwoorden, maar om het ontwikkelen van denkvaardigheden en een eigen zienswijze. Kinderen leren ervaren dat hun argumenten er toe doen. Het uitgangspunt is het eigen denken van kinderen. Pagina 2
Nieuwsbrief plusklassen 6-7 ● nummer 2 ●AVES ● 0527-699558
De kinderen gaan… samen nadenken en samen zoeken naar antwoorden daarbij moeten ze redeneren en logisch denken de dialoog aangaan en niet debatteren want foute antwoorden bestaan hierbij niet dus je hoeft ook niemand te overtuigen je moet andermans antwoorden juist gebruiken om zelf op nieuwe gedachten te komen. Het tweede project We zijn vorige week gestart met het nieuwe project: Nieuwsmakers! Dit project duurt t/m 17 februari. We zullen samen het hele proces van nieuwsgaring doorlopen: te beginnen met het leren over de verantwoordelijkheid die je als journalist hebt om andere burgers te informeren tot uiteindelijk het daadwerkelijk filmen, schrijven en fotograferen van nieuws. Nu zijn wij door de nieuwsrubriek voor de jeugd, afdeling NOP, gevraagd om uit te zoeken wat kinderen uit de NOP vinden van de activiteiten die in het kader van cultuur, wetenschap en evenementen worden georganiseerd. Vandaar dat de digitale krant die wij gaan maken hierover zal gaan! De leerlingen maken eerst kennis met bestaande nieuwsmedia. Daarna gaan we ons richten op ons onderzoek over culturele en wetenschappelijke activiteiten: we gaan onderzoek doen naar: wat er op dit gebied te doen is in de NOP, wat wensen zijn van kinderen en... hoe één en ander wordt georganiseerd(ook regelgeving hiervoor). Als echte journalisten zullen we ons inlezen, interviews houden en op pad gaan voor onderzoek. Dit alles wordt in een online medium geplaatst: onze eigen digitale krant! De leerlingen zullen deze dan ook graag aan alle ouders presenteren (en juffen-meesters zijn ook van harte welkom natuurlijk). U wordt t.z.t. door middel van een nieuwsbericht dat leerlingen zelf zullen schrijven, uitgenodigd. Tijdens de presentatie kunnen jullie de fotoreportages, nieuwsvideo’s, columns, betogen en nieuwsberichten bekijken die de leerlingen hebben gemaakt. De leerlingen hebben tijdens dit project ook thuisschoolwerk; echter niet iedere week. Zij zullen het werk in hun agenda noteren. Vanzelfsprekend krijgen de kinderen uitleg over dit werk in de plusklas. Training Kind, kracht en uitstraling: Deze eerste serie trainingen van KKU (Rots en Watertraining en Mindfulness) is alweer afgerond. Juf Judith komt van 5 januari t/m 3 februari weer bij ons. En, zoals al eerder genoemd, de kinderen zullen ook over KKU een presentatie houden op 16-17 februari. Sint Het sinterklaasfeest was reuze gezellig: met de dobbelsteen paraat gingen de cadeautjes van hot naar her! Het was echt spannend tot het eind. Soms was iemand even ‘cadeauloos’ (door één van de kinderen ingevoerd begrip), maar uiteindelijk ging iedereen met twee presentjes naar huis. Bedankt allemaal!!
Pagina 3
Nieuwsbrief plusklassen 6-7 ● nummer 2 ●AVES ● 0527-699558
Op stap! Leuk nieuws: op dinsdag 13 januari gaan we met de maandaggroep én de dinsdaggroep gezamenlijk op excursie naar de NAK in Emmeloord. De NAK is de Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen.
We krijgen o.a. een rondleiding door het laboratorium om zo alle stappen te zien die gedaan worden voordat een pootaardappel goed gekeurd kan worden. Dit alles doen we in het kader van ons vak wetenschap (natuurkunde-scheikunde) én ons nieuwe project. Dit betekent dus dat er op maandag 12 januari géén plusklas is. Meer informatie volgt na de vakantie. Voor deze ochtend hebben we ouders nodig die willen chauffeuren. Wie helpt? Graag opgeven via mail. Alvast bedankt! Voortgangsgesprekken Zoals u in het prikbordblad van de plusklas heeft gelezen houden we op 5 en 12 januari de voortgangsgesprekken, samen met de ouder(s) en leerkracht (zonder de plusklasleerling zelf). Het rooster hiervoor ontvangt u per mail (voor ouders en leerkrachten bijgevoegd in de mail met deze nieuwsbrief).
Achtergrondinformatie
“Beter omgaan met faalangst”, delen uit een artikel van mevr. Jessica van der Spek, uit tijdschrift “Talent” Faalangst komt onder hoogbegaafde kinderen vaker voor dan men denkt. Vaker zelfs dan bij de gemiddelde populatie. Hoogbegaafde kinderen kennen vaker een aangeboren perfectionisme en zijn minder gewend soms te falen, dan het ‘gemiddelde’ kind. Verschillende vormen Faalangst kan zich uiten op verschillende vlakken. De meest bekende vorm is cognitieve faalangst: de angst om fouten te maken in het schoolwerk of om onvoldoendes te halen. Daarnaast bestaan sociale faalangst: de angst om iets doms te zeggen of om te worden uitgelachen of buitengesloten, en motorische faalangst: de angst om het fout te doen bij gym, of om niet in één keer goed te zijn in een sport. Het ontstaan Als ouder of leerkracht vraag je je waarschijnlijk weleens af waarom bij het ene kind wel faalangst ontstaat en bij het andere niet, terwijl je ze allebei op dezelfde manier benadert. Dit heeft onder andere te maken met de aanleg. Als een kind er geen aanleg voor heeft, zal hij nooit faalangst ontwikkelen. Ongeacht de teleurstellingen die hij te verwerken krijgt, veert hij steeds weer op. Bij kinderen die er wel aanleg voor hebben, spelen omgevingsfactoren een grote rol in de vraag of zij uiteindelijk ook faalangst zullen krijgen. Met omgevingsfactoren bedoelen we de ouders, leerkrachten en leeftijdgenoten. Zij beïnvloeden het kind allemaal op hun eigen manier. Logisch is natuurlijk dat negatieve opmerkingen over de prestaties van het kind, faalangst in de hand werken. Uitspraken als ‘jij was toch hoogbegaafd?’ helpen het kind niet. Ook het kind zelf maar laten aanmodderen met verrijkingswerk, versterkt vaak de angst te mislukken en niet goed genoeg te zijn. Ook hoogbegaafde kinderen maken fouten, zelfs (of: juist) in gemakkelijk werk. Bij hoogbegaafde kinderen speelt bovendien mee dat zij daadwerkelijk in staat zijn zeer goede resultaten te behalen. Vaak ook nog zonder daar al te veel moeite voor te doen. Ze zijn niet gewend fouten te maken en onvoldoendes te halen. Als dit dan toch eens gebeurt, is dit een schok voor hun zelfbeeld. Ze vinden dat ze alles in één keer goed moeten doen en als dat niet lukt concluderen ze geregeld dat ze hier gewoon te dom voor zijn. Ze hebben niet geleerd dat oefenen kan helpen om ergens beter in te worden. Herhaling hebben ze altijd als saai en zinloos ervaren, ze konden het immers al. Als een hoogbegaafd kind geregeld hoort dat hij zo slim is en hij wordt beloond voor goede prestaties, leert hij dat zijn prestaties volledig afhankelijk zijn van zijn intelligentie. Als hij dan een keer een onvoldoende haalt voor een moeilijke toets, terwijl hij er net zo (weinig) hard voor heeft gewerkt als normaal, heeft hij geen idee hoe dit komt of wat hij er een volgende keer aan zou kunnen doen. Een deel van de faalangstige kinderen geeft het dan op, zet zich niet meer in en toont zich uiterlijk ‘tevreden’ met gemiddelde prestaties voor het reguliere werk. Het is dan gemakkelijk over het hoofd te zien dat zo’n kind niet lekker in zijn vel zit. Pagina 4
Nieuwsbrief plusklassen 6-7 ● nummer 2 ●AVES ● 0527-699558
Aanpak Belangrijk is dus een kind niet te belonen voor zijn prestaties of zijn intelligentie, maar voor zijn inzet. Interessanter dan het geven van een cijfer, is met het kind te bespreken hoe hij de taak heeft aangepakt. Het kind krijgt dan niet alleen inzicht in zijn eigen aanpak en leerproces, hij voelt zich ook echt gezien. Hoogbegaafde kinderen moeten leren fouten te maken. Fouten hoeven niet verdoezeld te worden. Belangrijk is wel ook aandacht te besteden aan wat goed is gegaan. Nog veel meer van belang is dat de kinderen plezier hebben in het leren van iets nieuws. Ze leren omdat het interessant is je nieuwe informatie eigen te maken en omdat het fijn is om iets na langdurige inspanning onder de knie te krijgen, niet voor een cijfer. Ze moeten durf en doorzettingsvermogen ontwikkelen. Dat lukt alleen als het werk op hun niveau is afgestemd. Maar hoe krijg je een kind met faalangst nu zo ver een extra moeilijk werkje te proberen? Hier is een goede begeleiding bij nodig. Net als bij andere faalangstige kinderen, begin je met het opdelen van het werk in kleine, overzichtelijke stapjes. Maar dan, als het kind weer wat zelfvertrouwen heeft gekregen, is het zaak zo snel mogelijk uit te bouwen. Het werk moet steeds wat moeilijker en minder gestructureerd worden, maar wel zo dat het kind het steeds nog net aandurft. Stimuleer het kind om het eerst zelf te proberen, zodat geen aangeleerde hulpeloosheid ontstaat. Beloon hem voor het proberen en het volhouden. Help hem op tijd als het hem echt niet lukt. Uiteindelijk is het doel om het kind zoveel mogelijk werk te bieden dat past bij zijn cognitieve niveau. Want alleen dan kan hij leren zich echt vast te bijten in een uitdaging en krijgt hij een realistischer beeld van zijn eigen mogelijkheden en grenzen. Hoogbegaafde kinderen moeten leren dat ook zij niet alles kunnen. Zeker niet in één keer. Alleen door het zelf te ondervinden, merken ze dat er ook aan hun mogelijkheden grenzen zijn. Ze merken dan dat iedereen fouten maakt en niet alles in één keer kan. Ze leren dat dit normaal en oké is. Pas als ze dit accepteren, gaan ze weer durf ontwikkelen. Angst is te overwinnen Faalangst kan overgaan. Meestal gebeurt dit echter niet vanzelf. Voor kinderen vanaf een jaar of acht kan een faalangstreductietraining uitkomst bieden. Het kind leert hier zijn niet-helpende gedachten (‘dit kan ik nooit’, ‘ik krijg vast een onvoldoende’, ‘ze zullen me uitlachen’, ‘mijn ouders/leerkrachten zullen niet tevreden over me zijn’) om te zetten in neutralere of helpende gedachten. Maar met alleen een uurtje therapie per week voor het kind, ben je er vaak niet. Ook de omgeving, waarin het kind al die andere uren per week verblijft (op school en thuis), moet zich aanpassen om het kind te kunnen bieden wat hij nodig heeft. Jessica van der Spek schreef de boekjes Je kunt het! en Ik kan het! (Uitgeverij Pica, 2014), over omgaan met faalangst bij hoogbegaafde kinderen.
Tot de volgende nieuwsbrief! Jeanet Pagina Pagina 45
Nieuwsbrief Nieuwsbrief plusklassen plusklassen 6-7 6-7 ●● nummer nummer 12 ●AVES ●AVES ●● 0527-699558 0527-699558