NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
Definitiestudie
Nederlands Value-‐Adding Services Collectief (NEVASCO) Colofon Nederlands Value Adding Services Collectief NEVASCO Rapport van: OSC, i.s.m. NLR en NSO In opdracht van: de plaatsvervangend Directeur Generaal Bedrijven & Innovatie van het Ministerie van EZ en tevens voorzitter Stuurgroep NSO datum: March 2015
1
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
2
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
Inhoudsopgave 1
Samenvatting .................................................................................................................................. 4
2
Inleiding ........................................................................................................................................... 9
3
Een voorbeeld van geïntegreerde aardobservatie-‐dienstverlening .............................................. 13
4
NEVASCO positionering ................................................................................................................. 16
5
NEVASCO en data-‐grondsegment ................................................................................................. 18
6
NEVASCO op hoofdlijnen .............................................................................................................. 20
7
Stakeholders, motivatie en draagvlak ........................................................................................... 23 7.1
Overheid ................................................................................................................................ 23
7.2
Sector .................................................................................................................................... 25
7.3
TO2-‐Kennisinstellingen ......................................................................................................... 26
8
NEVASCO – Functionele eisen en Technisch schetsontwerp ........................................................ 28
9
Implementatie en financiële aspecten .......................................................................................... 31 9.1
Implementatie ....................................................................................................................... 31
9.2
Planning en financieel ........................................................................................................... 33
9.3
Groeimodel ........................................................................................................................... 34
10 Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................................ 37 10.1
Conclusies .............................................................................................................................. 37
10.2
Aanbevelingen ....................................................................................................................... 38
11 Bijlage: Afkortingen ....................................................................................................................... 39 12 Bijlage: Terminologie ..................................................................................................................... 40 13 Bijlage: Copernicus & Collaborative Ground Segment .................................................................. 41 13.1
Copernicus ............................................................................................................................. 41
13.2
Nationale initiatieven in het kader van het Collaborative Ground Segment ........................ 43
14 Bijlage: Support letters uit de sector ............................................................................................. 48
3
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
1
Samenvatting
Menig automobilist is zich er meestal niet meer van bewust dat hij bij het gebruiken van zijn autonavigatiesysteem afnemer is van een dienst op basis van satellietdata. Het gebruik van satellietdata en de maatschappelijke waarde daarvan is in deze toepassing haast vanzelfsprekend geworden. Op andere toepassingsgebieden binnen de aardobservatie is die vanzelfsprekendheid er nog niet, maar uit vele internationale onderzoeken op het gebied van geo-‐informatie-‐ en aardobservatiegebruik blijkt dat dat slechts een kwestie van tijd is. Geleidelijk aan worden diverse markten zich meer bewust van de waarde van dienstverlening op basis van satellietdata. Ook in de ruimtevaart wordt meer en meer onderkend dat de werkelijke waarde van ruimtevaart buiten het specifieke ruimtevaartdomein ligt. De waarde ligt bij de voor maatschappij en economie relevante informatie die uit de satellietdata kan worden afgeleid. We staan aan de vooravond van een revolutie ten aanzien van het ruimtevaart-‐gebruik, waarbij overgegaan wordt van een door ‘data-‐push’ naar een ‘information-‐driven’ situatie. Informatiebehoefte wordt leidend! De door de gebruikersmarkten gevraagde dienstverlening heeft een aantal specifieke kenmerken die van invloed zijn op de manier waarop de downstream-‐sector te werk moet gaan. Zo vraagt de gebruiker niet om data, maar om informatie. Die informatie, in dit geval is dat ruimtelijke informatie of omgevingsinformatie, wordt verkregen door verwerking van data uit diverse bronnen, zoals satellietdata maar ook andere geo-‐informatie en sensordata. Een ander kenmerk is dat de gebruiker veelal behoefte heeft aan geïntegreerde dienstverlening, waarbij de dienstverlener informatie en data uit diverse bronnen integreert en producten levert aangaande diverse aspecten van de omgeving, water, land, bodem, atmosfeer. Ook vraagt de markt steeds vaker om diensten die gestandaardiseerd zijn, gecertificeerd, gegarandeerd, continu en geïntegreerd in de eigen operationele activiteiten. Neem als voorbeeld het deltagebied ‘Nederland’ en de aangrenzende Noordzee, incl. het kustgebied als overgangszone. In deze regio zijn zowel publieke als private organisaties actief. In het algemeen kunnen we stellen dat bij de uitoefening van de activiteiten door deze organisaties er een behoefte is aan informatie over de status van het gebied en de door menselijke en natuurlijke processen veroorzaakte veranderingen daarbinnen. Activiteiten waarvoor die informatie nodig is zijn bijvoorbeeld veiligheid voor bedreiging door de zee, exploratie en exploitatie van olie en gas, energietransport, kustbeheer, landgebruik en verzilting in kustregio’s, ontwikkelingen van en in delta-‐steden. Satellietdata kunnen uitstekend bijdragen aan het voorzien in die informatiebehoefte. Dat betreft data van diverse satellieten (optisch, radar) en uit die data afgeleide geofysische parameters op diverse gebieden, zoals meteorologie, zeestromingen, gewasstatus, condities van infrastructuur, bodemdaling, water-‐ en luchtkwaliteit. Voor het monitoren van dit soort gegevens is satellietdata bij uitstek geschikt door het inzetten van mozaïekbestanden van grotere regio’s, analyse van tijdreeksen en integratie van verschillende soorten sensordata. In de hierboven geschetste groeiende informatiebehoefte op de diverse markten kan wat betreft de satellietdata worden voorzien doordat het aanbod aan satellietdata in de komende jaren enorm gaat groeien. Dat is voor een niet onbelangrijk deel te danken aan de Sentinel satellieten van het Copernicus-‐programma. Maar ook het aantal andere – commerciële en institutionele – aardobservatiesatellieten groeit de komende jaren gestaag door. Vraag en aanbod groeien dus 4
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
allebei en dit biedt grote kansen voor de Nederlandse downstream-‐industrie. Die sector kenmerkt zich tot nu toe door een weliswaar sterke kennisbasis en op enkele terreinen state-‐of-‐the-‐art resultaten, maar is ook versnipperd en relatief klein in omvang, en daardoor niet vanzelfsprekend in staat om in de voor de toekomst gevraagde dienstverlening te voorzien. Kortom: de structuur van de sector is zwak door het ontbreken van voldoende kritische massa. Het gevolg is in-‐efficiency en een gebrek aan investeringskracht om volwaardig op de internationale markt te kunnen concurreren. Dat terwijl er prima kansen liggen die passen binnen domeinen en bedrijfssectoren waarop Nederland zich internationaal qua markt-‐ en kennispositie al onderscheidt. Het antwoord op de schaalvergroting in vraag en aanbod zou schaalvergroting in/van de sector moeten zijn. Deze schaalvergroting wordt verkregen door een meer of minder verregaande vorm van samenwerking tussen downstream-‐partijen. Door gezamenlijk op te treden in een nieuwe organisatievorm wordt niet alleen schaalvergroting verkregen, maar neemt het concurrentievermogen – en uiteindelijke de omzet – toe, alsmede de herkenbaarheid op de nationale èn internationale markt, wordt efficiency verkregen in bedrijfsprocessen en daarmee de dienstverlening, en kan de sector zich beter positioneren in relatie tot de markten, de kennissector, kredietverleners en garantstellers, de ruimtevaart-‐upstream en de overheid als launching customer. De voorgestelde samenwerking betreft het daadwerkelijk gaan delen van elkaars kennis en processen. Daar moet uiteraard een passend organisatorisch, juridisch en technologisch kader voor opgesteld worden. Dat kader heet NEVASCO: NEderlands Value-‐Adding Services COllectief. NEVASCO is het organisatorisch en technologisch kader om partijen efficiënter en kansrijker te laten opereren op de markt. De deelnemende partijen zijn dienstverleners op het gebied van applicaties die gebruik maken van satellietdata (value-‐adding bedrijven). In organisatorische zin gaat het bij NEVASCO om een vorm van samenwerking tussen deelnemende partijen, die zich ontwikkelt van een, in het begin, wat lossere samenwerking op basis van onderlinge afspraken, tot een formeel consortium of zelfs een nieuw bedrijf in de verdere fases. Als zodanig kan NEVASCO worden gezien als een landelijke opschaling van het regionale initiatief Geomatics Business Park in Flevoland, waarbij nu in organisatorische èn infrastructurele zin verdergaande stappen worden gezet om massa te bereiken. Ook in Engeland wordt door middel van de ‘Satellite Applications Catapult’ gewerkt aan schaalvergroting en bundeling om meer massa te bereiken. De eerste resultaten hiervan zijn dat dit bedrijf, eigendom van de Engelse staat, momenteel een omvang heeft van 150 FTE, een omzet van 10 M£, volledig gefinancierd via overheidsopdrachten, en een omzetdoelstelling heeft gekregen van 30 M£ tot 2025. In technologische zin gaat het bij NEVASCO om een ‘verweving’ en benutting van technische bedrijfsprocessen ten behoeve van markt-‐specifieke informatie-‐productieketens. Dat betreft het, waar mogelijk en effectief, delen en gezamenlijk organiseren van data-‐intake, pre-‐processing, (geofysische) tools en toolboxen, libraries, visualisatie, statistics, standaardisatie, certificering en aspecten van operationele dienstverlening door integratie in de bedrijfsprocessen van de klant. NEVASCO is als kader (infrastructuur, platform, organisatie) gericht op diensten en dienstverlening op de markt. Het is geen data-‐infrastructuur. Door de focus op de dienstverlening op de markt is NEVASCO bij uitstek in staat om aspecten van de behoefte aan satellietdata (type, tijdstip, format, hoeveelheid, standaarden, compatibiliteit, etc.) te specificeren. Met deze specificaties kan de data-‐ infrastructuur (die gefocust is op het aanbod van satellietdata) verder vorm worden gegeven. Een goed georganiseerde data-‐infrastructuur is van essentieel belang voor NEVASCO omdat de data-‐ intake ervan afhankelijk is. Daarbij gaat het om het beschikbaar stellen van satellietdata afkomstig
5
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
van de Copernicus-‐Sentinels, maar ook andere – institutionele en commerciële – (aardobservatie)satellieten. Of dat in de vorm van een nationaal Copernicus Collaborative Ground Segment moet of op een andere manier, moet nader bekeken worden. Deze vraag kan alleen adequaat worden beantwoord op basis van concrete vragen uit de markt en de strategische doelstelling van de bedrijven en haar klanten. Omdat veel informatiediensten uiteindelijk niet alleen gebaseerd zijn op satellietdata maar ook gebruik maken van andere vormen van geo-‐informatie, is een aansluiting van de satellietdata-‐ infrastructuur op bredere geo-‐informatie-‐infrastructuren van groot belang. Belangrijk voor NEVASCO is ook aansluiting op de (geo-‐)informatie-‐infrastructuur van de klant. Al in de tweede helft van 2014 is een begin gemaakt met het organiseren van de value-‐adding-‐sector. Een tiental bedrijven praat sindsdien, onder aanvoering van de voorzitter van Europese branchevereniging EARSC, regelmatig met elkaar, gericht op het opbouwen van een duurzame samenwerking die ten goede komt aan deze bedrijven gezamenlijk, de hele (ruimtevaart)sector, de markten voor satelliettoepassingen en daarmee uiteindelijk ook aan de Nederlandse economie in het algemeen. Dit wat langere termijn perspectief wordt voorafgegaan door een kansrijk korte-‐termijn perspectief op het opbouwen van een positie op de downstream-‐markt in Kazachstan. In samenwerking met NSO en RVO wordt een missie voorbereid die, als een soort NEVASCO-‐pilot, als doel heeft diensten en producten van de deelnemende downstream-‐bedrijven gezamenlijk naar Kazachstan te exporteren. Kazachstan is een voorbeeld van een kansrijke internationale markt voor satelliettoepassingen. In het rapport van de Taakgroep Toepassingen Satellietdata worden drie kansrijke markten genoemd (Agro en voedselzekerheid, Energie, Stedelijke ontwikkeling in delta’s), die nationaal maar zeker internationaal voor een enorme groei kunnen zorgen. NEVASCO kan de noodzakelijke massa opleveren om ook op andere internationale markten dan Kazachstan te opereren en/of als volwaardige marktpartij samen te werken met het internationaal opererende Nederlandse bedrijfsleven op de door de Taakgroep geïdentificeerde markten. In het rapport wordt een groeiambitie voorgesteld waarvoor het nodig is om stimuleringsmaatregelen te nemen. Dit sluit aan bij het overheidsbeleid (zie Kamerbrief Ruimtevaart van september 2014) om het gebruik van ruimtevaart centraal te stellen en downstream te stimuleren. De overheid is daarnaast echter ook gebruiker van satelliettoepassingen (‘publieke markt’) en kan vanuit die rol ook bijdragen aan NEVASCO door zich bijvoorbeeld geleidelijk aan meer op te gaan stellen als launching customer voor geïntegreerde satellietdiensten. Dat geldt voor nagenoeg alle departementen, zoals bijvoorbeeld die vertegenwoordigd zijn in de ICR. Ook leidt NEVASCO tot een grotere benutting door en voor Nederland van het Copernicus-‐ programma, een programma waar ook Nederland veel in geïnvesteerd heeft. Daarnaast zal NEVASCO leiden tot een sterke groei en solide positie van de downstream-‐sector, wat, in samenhang met de geo-‐informatiesector, tot economische groei leidt en zelfs een banenmotor voor de Nederlandse economie kan worden (zie ook diverse internationale onderzoeken). NEVASCO wordt in een aantal fases ontwikkeld, die geleidelijk in elkaar overgaan, van initiële pilots tot volledige commerciële exploitatie. In de aanvangsfases is de rol van de overheid vooral die van ondersteuner van het opzetten van NEVASCO (vanuit het ruimtevaartbeleid) en gaandeweg verandert die rol in die van launching customer en gebruiker/klant van satellietdienstverlening, waarbij vanuit de diverse gebruiksdepartementen bijgedragen wordt.
6
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
Omdat de manier waarop bedrijven onder de paraplu van NEVASCO gaan samenwerken verregaande consequenties heeft voor hun bedrijfsprocessen moet er vertrouwen groeien dat het delen van elkaars kennis en procedures voor ieder leidt tot het vergroten ervan en daarmee tot schaalvergroting op de markt. Door in de vorm van enkele pilots concreet te gaan samenwerken kan niet alleen de organisatorische maar ook de technische synergie tot stand worden gebracht. Na die eerste pilot-‐fase wordt duidelijk welke vorm van ‘entiteit’ met businessplan NEVASCO moet worden. Op basis van enkele nader te definiëren criteria (zoals succesvolle pilots en commitment van de deelnemers) volgt aan het eind van fase 1 een GO/NO-‐GO beslissing om door te gaan met fase 2. In de tweede fase wordt NEVASCO uitgebouwd door toevoeging van meer operationele informatie-‐ productieketens. De benodigde infrastructuur wordt geleidelijk opgebouwd en na deze fase kan NEVASCO volledig operationeel worden ingezet (derde fase). In de laatste fase wordt NEVASCO volledig commercieel geëxploiteerd en draagt de sector de verantwoordelijkheid voor exploitatie en financiering. De overheid is in die fase uiteraard nog steeds afnemer/klant van diensten. Uit dit NEVASCO-‐ontwikkelingsprofiel volgt dat wat betreft de benodigde investeringen er een samenspel zal zijn van overheidssteun (en deels via relevante ESA ruimtevaartprogramma’s) en investeringen door de sector zelf. De totale periode wordt geschat op 10 jaar, waarvan de laatste 4 jaar (fase 4) bestaan uit de volledig commerciële exploitatie (uiteraard gaat NEVASCO na die 10 jaar verder). Voor die 10 jaar is een totale investering van 18 M€ nodig door de sector zelf en 12M€ door de overheid, uitgesmeerd op de volgende manier: Fase 1 2 3 4 Jaar 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Totaal Sector -‐ 2 2 2 2 2 2 2 2 2 18 Overheid 1 3 3 3 1 1 -‐ -‐ -‐ -‐ 12 Totaal 1 5 5 5 3 3 2 2 2 2 30 De overheidsbijdrage zal in het begin vooral uit het ruimtevaartbeleid komen, en later meer uit andere beleidsgelden als launching customer en gebruiker. De omzet in de downstream-‐sector zal door het ontwikkelen van NEVASCO gaan groeien, maar die groei zal geleidelijk zijn en de opbrengsten hangen af van de te realiseren groei van het aantal succesvolle operationele informatie-‐productieketens. Uit het bovenstaande volgen voor de komende periode de volgende aanbevelingen: 1. Inceptiefase: het op korte termijn uitvoeren van een NEVASCO inceptie-‐ of tussenfase (duur: ca. 3 maanden). In deze inceptiefase worden (i) de concrete markten en pilotprojecten gedefinieerd die in de pilotfase worden uitgevoerd, (ii) de technische randvoorwaarden gedefinieerd tussen de eerste groep value-‐adding bedrijven om de pilotprojecten te kunnen uitvoeren en wordt bepaald welke consequenties dit heeft voor de specificatie van de NEVASCO diensteninfrastructuur, (iii) de organisatorische samenwerkingsovereenkomst tussen de eerste groep value-‐adding bedrijven gedefinieerd voor de uitvoering van de pilotprojecten, (iv) succescriteria worden gedefinieerd voor verdere uitbouw en implementatie van NEVASCO. 2. Pilotfase: Voorjaar 2015 starten met hierboven uitgewerkte pilots voor het inrichten van een aantal concrete informatie-‐productieketens onder de vlag van NEVASCO. 3. Uitvoeren van de missie naar Kazachstan in samenwerking tussen de sector en de overheid om NEVASCO en de producten en diensten onder de naam NEVASCO te promoten op de kansrijke markt in Kazachstan.
7
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
4. Eind 2015 vormgeven en implementeren van een formele NEVASCO ‘entiteit’, inclusief organisatorische, juridische en technologische onderdelen. 5. Gaandeweg, maar zeker vanaf 2016, verder uitbouwen van NEVASCO door groei van het aantal concrete informatie-‐productieketens en toetreding van nieuwe value-‐adding bedrijven. 6. Koppeling van thema-‐specifieke informatie-‐productieketens aan kennisinstellingen voor duurzame realisatie van innovaties (topsectorenbeleid).
8
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
2
Inleiding
Menig automobilist is zich er meestal niet meer van bewust dat hij bij het gebruiken van zijn autonavigatiesysteem afnemer is van een dienst op basis van satellietdata. Net zomin realiseert de kijker van het weerbericht zich dat het hier gaat om de toegevoegde waarde aan satellietdata in combinatie met andere (geo-‐)informatie. Het gebruik van satellietdata en de maatschappelijke waarde daarvan is in deze toepassingsgebieden haast vanzelfsprekend geworden. Op andere toepassingsgebieden binnen de aardobservatie is die vanzelfsprekendheid er nog niet, maar uit vele internationale onderzoeken op het gebied van geo-‐informatie-‐ en aardobservatiegebruik blijkt dat dat slechts een kwestie van tijd is. De toepassingsmogelijkheden van satellietdata, zowel wetenschappelijk als maatschappelijk, zijn de afgelopen jaren al flink gegroeid. Maar als we kijken naar wat er de komende jaren nog op ons afkomt, dan kunnen we gerust stellen dat we aan de vooravond van een revolutie in de ruimtevaart staan, in de ruimtevaart-‐downstream wel te verstaan. Er komen zóveel meer satellieten en nóg veel meer observaties en data (naast satellieten ook andere sensordata) en daarop gebaseerde informatieproducten en –diensten, dat er, wat betreft de manier waarop we daarmee om moeten gaan, sprake zal zijn van een paradigmaverschuiving. Zo’n omslag komt natuurlijk niet helemaal als een verrassing. We leven in een veranderende wereld, zowel wat betreft de technologische ontwikkelingen als de maatschappelijke behoeftes. Dit geldt ook voor de ruimtevaart waar de laatste decennia de technologie-‐push domineerde en waar naar verwachting in de nabije en verdere toekomst de toepassingen en het gebruik van de enorme gegevensstroom centraal komen te staan. Waarde van informatie Die paradigmaverschuiving komt niet alleen vanuit het technisch-‐wetenschappelijk perspectief (‘hoe om te gaan met die gigantische hoeveelheid data’) maar is wat betreft het gebruik ook nodig vanuit het maatschappelijk-‐economisch perspectief. Immers, het wordt steeds duidelijker dat de werkelijke waarde van ruimtevaart buiten het specifieke ruimtevaartdomein ligt. De maatschappelijke en economische waarde (en steeds meer ook de wetenschappelijke waarde) van ruimtevaart zit minder in de technologie en de rond de aarde cirkelende satellieten, maar meer in de informatie die uit de satellietdata afgeleid kan worden. Deze informatie heeft maatschappelijke, economische en strategische waarde; de behoefte aan deze informatie moet dan ook steeds meer de ontwikkeling van nieuwe en benutting van bestaande ruimte-‐infrastructuur aansturen. De hoeveelheid operationele aardobservatiesatellieten zal de komende jaren ongeveer vervijfvoudigen. De hoeveelheid data en gebruiksmogelijkheden die dat op zal leveren is van ongekende omvang, zodat we wat betreft satellietdata, net als in andere data-‐domeinen, met recht kunnen spreken van Big Data. Het Europese Copernicus-‐programma is een mooi voorbeeld daarvan, maar ook daarbuiten zal het aantal aardobservatiesatellieten enorm toenemen (eigen satellieten van diverse landen en organisaties, commerciële satellieten, kleine satellieten, constellaties van satellieten). De diverse publieke en private organisaties binnen het ruimtevaartdomein realiseren zich dat terdege en de laatste paar jaar wordt er dan ook veel aandacht besteed aan hoe om te gaan met al die data en worden nieuwe methoden en technieken ontwikkeld voor onder meer opslag, distributie, (pre-‐)processing, archivering en value-‐adding. 9
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
Markten en dienstverlening Het rapport van de Taakgroep Toepassingen Satellietdata schetst de mogelijkheden om, gegeven het feit dat al die nieuwe aardobservatiedata er aan komt, een satellietdienstensector in Nederland op te bouwen met de ambitie succesvol te worden op enkele brede, internationale marktsectoren, te weten: de markt voor agro en voedselzekerheid, de energiemarkt en de markt voor stedelijke ontwikkeling in delta’s. Uit het rapport komt tevens naar voren dat een van de belangrijkste uitdagingen waar de sector voor staat, niet zozeer te maken heeft met het omgaan met al die data en het ontwikkelen van applicaties, maar met het daadwerkelijk aansluiten van die markten, anders gezegd: met het op een marktconforme manier leveren van de satellietinformatiediensten (vaak in combinatie met geo-‐informatiediensten) aan gebruikers die daarmee in hun informatiebehoefte voorzien. Naast alle aandacht voor de data dient er dan ook veel aandacht besteed te worden aan de verbinding van de diensten met de markten. Veel bestaande satellietdiensten kenmerken zich door een enigszins op zichzelf staande één-‐op-‐één relatie tussen de (aanbieder van de) satellietdata en (de gebruiker van) het informatie-‐eindproduct. Dat is niet zo verwonderlijk, aangezien de ruimtevaart vanaf het begin vooral wetenschappelijk en technologisch gedreven was en het ruimtevaartgebruik (in de vorm van satelliettoepassingen) daaruit pas later gegroeid is op basis van het beschikbare aanbod aan satellietdata, waar gebruikers toegang tot kregen. Dat heeft tot enkele succesvolle toepassingen geleid, die vooral publiek en wetenschappelijk van aard zijn, zoals op het gebied van klimaat en veiligheid. Nieuwe ontwikkelingen Kijken we echter naar de toekomst dan zien we een aantal belangrijke ontwikkelingen die dit speelveld aanzienlijk anders zullen gaan inrichten. Het aantal mogelijke toepassingsgebieden voor satellietapplicaties neemt enorm toe vanwege de groeiende diversiteit aan satellietdata en de versterking van de kennisbasis voor applicatieontwikkeling. Gebruikers, vooral de grote publieke organisaties en grote bedrijven, vragen bij de uitoefening van hun activiteiten steeds vaker om gelijktijdige en geïntegreerde informatie binnen verscheidene thema’s, zoals water, landgebruik, atmosfeer en bodem. Zij worden veelal in deze informatie, afgeleid uit diverse bronnen van geo-‐ informatie en satellietdata, voorzien door individuele (en vaak kleine) gespecialiseerde dienstverleners. Vaak zijn de afnemers echter niet bereid om de relatief hoge productiekosten voor de informatiediensten volledig zelfstandig te dragen, hetgeen een efficiëntere productieketen van de leveranciers van de informatieproducten noodzakelijk maakt. Schaalvergroting en afschrijving van kosten op meerdere productlijnen zijn hiervoor vereist. Een andere ontwikkeling is dat satellietdata vanaf nu steeds meer continu, gegarandeerd en tegen lagere kosten beschikbaar komen, zodat gebruikers hun organisatieprocessen zonder risico kunnen gaan herinrichten en kunnen gaan vertrouwen op de operationele beschikbaarheid van informatiediensten op basis van (onder meer) satellietdata. Dat betekent dat de aard van de aardobservatiedienstverlening zal veranderen van demo’s, pilots en losse, éénmalige projecten naar duurzame, gegarandeerde en operationele dienstverlening. Daarvoor is een andere organisatie van de aardobservatiesector nodig. Nog een andere ontwikkeling is dat door de toegenomen technologische mogelijkheden en de opkomst van commerciële organisaties in de ruimtevaart, nieuwe satellieten, sensoren, instrumenten en andere ruimte-‐infrastructuur steeds vaker ontwikkeld gaan worden op basis van
10
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
een concrete informatiebehoefte en de daaruit voortkomende vraag naar bepaalde satellietdata. De driver voor de ontwikkeling van satellieten (upstream) zal steeds vaker vanuit de gebruiker (downstream) komen; het is de overgang van een ‘data-‐push’ naar een ‘information-‐driven’ situatie. Informatiebehoefte wordt leidend Om op deze veranderende toekomst voorbereid te zijn, moet de ruimtevaartsector, en zeker de downstream-‐sector, veel meer vanuit de gebruikersbehoefte naar de markt en naar de eigen sector gaan kijken. Bij het ontwikkelen van nieuwe diensten, moet de ‘blikrichting’ worden omgedraaid. Niet langer alleen op zoek gaan naar gebruikers van bestaande data en toepassingen, maar in kaart brengen wat de informatiebehoefte in de markt is en vervolgens de bijbehorende applicaties aanbieden of ontwikkelen en daaruit de databehoefte destilleren. Dit is niet vanzelfsprekend, aangezien die informatiebehoefte in de verschillende markten nog lang niet altijd duidelijk is. Maar het beschikbaar komen van al die data is een proces van de komende jaren, en in die tijd zal er meer duidelijkheid over die informatiebehoefte moeten gaan komen. Het beeld dat uit het bovenstaande naar voren komt is dat de te volgen aanpak er een moet zijn die, kijkend vanuit de informatiebehoeftes in de markten, de behoefte aan geo-‐informatiedienstverlening duidelijk moet maken. Vervolgens moet daaruit blijken wat de meerwaarde van satellietdata is en hoe de satellietapplicatie ingezet kan worden. Het is daarbij onvermijdelijk dat de satelliet-‐ downstream-‐sector niet langer een versplinterde sector van kleine bedrijven is, maar uitgroeit tot een volwassen sector die de grote vraag vanuit de diverse internationale markten op een bedrijfsmatige en operationele manier aan kan. Diensteninfrastructuur Hoewel het nu soms lijkt alsof een satellietapplicatie een ‘stand-‐alone’ activiteit is, blijkt in de praktijk dat er binnen het brede spectrum aan downstream-‐activiteiten veel gemeenschappelijke elementen te vinden zijn in de productieketen. Dit biedt daarom de mogelijkheid én een economische drive om een efficiency slag te realiseren. Aan de ene kant is dat de intake van data en (onderdelen van) de data-‐(pre-‐)processing. In veel gevallen kunnen één bepaald satellietbeeld en de daaruit afgeleide halfproducten voor diverse, soms zeer uiteenlopende, applicaties gebruikt worden. Dat kan niet alleen voordelen bij de inkoop opleveren maar ook bij de verwerking en mogelijk zelfs bij de dienstverlening. Daarnaast hoeft niet iedere dienstverlener opnieuw het pre-‐processingwiel uit te vinden. Aan de andere kant en gelet op bovenstaande toekomstontwikkelingen, zitten er bij de dienstverlening aan de markt ook gemeenschappelijke elementen, vooral gezien het operationele karakter van de diensten en bepaalde randvoorwaarden van de dienstverlening (zoals kwaliteitsgaranties) en zeker als die in het buitenland plaatsvindt. Dat sector-‐breed aanpakken leidt tot schaalvoordelen en stelt de (commerciële) dienstverleners in staat hun blik vooral naar de markt in plaats van naar de data te wenden. Bij het definiëren van een NEVASCO (Nederlands Value-‐Adding Services Collectief) wordt dan ook het perspectief genomen met de blikrichting vanuit de informatiebehoefte in de diverse markten. ‘Terug redenerend’ wordt de dienstverlening in kaart gebracht en wordt er gezocht naar de gemeenschappelijke elementen. Per markt of per ‘klantengroep’ kan de mate van gemeenschappelijkheid verschillen; dat zal volgen uit de inventarisatie. Wat betreft de satellietdata
11
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
vinden er momenteel ontwikkelingen plaats om die data beschikbaar te stellen en te verspreiden op een efficiënte manier, zie bv. bij Copernicus en ESA. Bij NEVASCO gaat het dan ook niet over een data-‐infrastructuur, maar om de gemeenschappelijke elementen bij de diensten en de dienstverlening. Het beter organiseren van de downstream-‐sector is daar een belangrijk onderdeel van.
12
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
3
Een voorbeeld van geïntegreerde aardobservatie-‐dienstverlening
De noodzaak van een NEVASCO kan het beste worden gekenmerkt aan de hand van een concreet voorbeeld. Het voorbeeld dat hier wordt gepresenteerd is gericht op Nederland maar het kan evengoed model staan voor andere locaties op aarde. Het voorbeeld beschrijft de behoefte van verschillende gebruikers aan diverse informatieproducten, welke op hun beurt weer geleverd worden door verschillende dienstverleners. De beschrijving beoogt niet uitputtend te zijn, maar is een van de voorbeelden hoe diensten gezamenlijk, kosteneffectief en efficiënt door de sector kunnen worden geleverd aan haar klanten. Nederland is een laaggelegen land, met grote territoriale wateren, druk bevolkt en een land waarin veel verschillende soorten en soms conflicterende activiteiten plaatsvinden. Ons land kent veel bedreigingen, enerzijds veroorzaakt door grootschalige natuurlijke processen en anderzijds in toenemende mate ook veroorzaakt door handelen van de mens. Alle activiteiten kennen een zekere mate van economisch risico voor de organisaties die deze activiteiten uitvoeren, maar ook leveren ze risico’s op voor het milieu en de mens. Bij het uitvoeren van al deze activiteiten is er behoefte aan informatie om het natuurlijk systeem waarin gewerkt wordt te begrijpen en de gevolgen van het menselijk handelen daarbinnen vast te leggen. Om in die informatiebehoefte te voorzien worden de status van de gebieden waarin gewerkt wordt en de door natuurlijke en menselijke processen veroorzaakte veranderingen daarbinnen gemeten en in kaart gebracht. Ook leidt een toename van activiteiten aan meer regeldruk en wetgeving om de natuurlijke leefomgeving – ook voor toekomstige generaties – intact te houden, en ook hiervoor is informatie nodig. Ons land leeft al honderden jaren met de bedreigingen vanuit de zee zoals overstromingen. Ook zien we de laatste jaren een toename in extreem weer, resulterend in overstromingen veroorzaakt door overvloedige regenval, maar ook in watertekorten en verdroging. Per departement worden beleidsdoelstellingen gedefinieerd. Zo kent bijvoorbeeld het Ministerie van Infrastructuur en Milieu het motto ‘droge voeten, voldoende water, schoon water en schone lucht’. Om de risico’s op natte voeten beter in kaart te brengen is informatie nodig omtrent het leefsysteem en de infrastructuur. Hiervoor is continu behoefte aan (statistiek) van meteorologische parameters (wind, temperatuur), (extreme) waterstanden, stroming en golven, dieptekaarten, infrastructuur, dijken, wegen, huizen, landgebruik en gewasstatus. Hiermee kan zicht worden gekregen op de kans van de bedreiging, maatregelen om dat te voorkomen, schade bij een eventuele calamiteit en/of getroffen maatregelen worden nageleefd. Verder zien we dat binnen de territoriale wateren van Nederland, en ook op land, veel energie wordt gewonnen in de vorm van olie en gas. Deze exploitatie-‐activiteiten leiden in veel situaties tot veranderingen in de natuurlijke omgeving zoals bijvoorbeeld verzakkingen van de bodem in Groningen, de Waddenzee en de Noordzee, met grote gevolgen en schade voor het milieu en de leefomgeving. Deze activiteiten, en de mogelijk hierdoor veroorzaakte veranderingen in de leefomgeving, moeten continu gemonitord worden. In veel gebieden en ook in Nederland moet energie worden getransporteerd van de locatie van winning naar de locatie van gebruik. Dit transport vindt plaats via pijpleidingen en via schepen. De
13
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
status van deze ‘transport’-‐infrastructuur moet continu worden gemonitord en verschillende partijen binnen de aardobservatiesector kunnen hierbij hun diensten aanbieden. Om te kunnen voorzien in een dergelijk grootschalige en continue (al dan niet wettelijk geregeld) informatiebehoefte, kunnen de verschillende geo-‐informatie-‐ en aardobservatiepartijen hun diensten aanbieden in wisselende samenstellingen aan verschillende en diverse klanten. In de hiervoor geschetste case is sprake van een (aanzienlijke) geografische regio, in dit geval Nederland. Hierbij is aardobservatiedata – in het algemeen geo-‐data – een enabler bij het beantwoorden van een scala aan maatschappelijke vraagstukken en bij het verzilveren van commerciële kansen op de markt. Aardobservatiedata is een commodity en het kan – eenmaal opgewerkt tot halfproducten, bijvoorbeeld in de vorm van geofysische parameters – aan de basis staan van recurrent business modellen. Op basis van goed omschreven kwaliteitscriteria kan het worden hergebruikt door verschillende informatie-‐producenten ten behoeve van geheel verschillende toepassingen en markten. Uiteraard werkt dit alleen als er ook een adequaat ’intern business-‐model’ van de sector aan ten grondslag ligt. Het hergebruik van data en halfproducten, inclusief de algoritmen en infrastructuur die hiervoor nodig zijn, verhoogt de efficiency van de sector waardoor competitiever op de markt kan worden geopereerd. In het hiervoor genoemde voorbeeld kan op regelmatige tijden een gebieds-‐dekkend mozaïek van zowel optische-‐ als radarbeelden van het betreffende gebied worden opgebouwd dat 1) is gecorrigeerd naar het ter plaatse geldende geometrische referentiesysteem, en 2) dat kan worden hergebruikt door meerdere partijen. De opgebouwde mozaïekbestanden kunnen vervolgens de input zijn voor het afleiden van geofysische parameters of het maken van tijdserie-‐analyses, op het gehele bestand of op geselecteerde delen ervan. Kustbeheer, waaronder sedimenttransport en kustveiligheid, de veiligheid met betrekking tot het aanlanden van pijpleidingen, monitoring van duinvegetatie, veranderingen van het landgebruik, het in kaart brengen van de gevolgen van verzilting, monitoring van stedelijke uitbreidingen, zijn enkele toepassingen van een (gezamenlijk) productportfolio dat van eenzelfde inputbestand gebruik kan maken. Om dit te verduidelijken wordt hier een concrete uitwerking gegeven van een case op de Noordzee, in de context van bovenstaand voorbeeld. Op basis van een combinatie van langjarige satellietwaarnemingen (met name radarhoogtemetingen, SAR data en scatterometer data) gecombineerd met Meetnet Noordzee metingen (in situ) en meteorologische en hydrodynamische modellen, is een nauwkeurige en gedetailleerde tijdreeks bepaald van geofysische parameters zoals wind, golven, waterstanden, stroming, drukvelden en temperatuur van de lucht en het water. Deze informatie is van essentieel belang in de energiesector voor eigenaren (Shell, NAM, GDF, Wintershall, BP, …) en ingenieursbureaus (Bluewater), ten behoeve van ontwerp van exploratie-‐ en productieplatforms en -‐constructies op de Noordzee. Dezelfde informatie wordt gebruikt door installateurs en toeleveranciers (zoals Allseas, Heerema, Noordhoek, Aquatech, …) van de platforms om de werkbaarheid van de operaties te bepalen. Dezelfde informatie is echter ook van belang voor en wordt gebruikt door diverse partijen binnen de Nederlandse overheid zoals Defensie, Staatstoezicht op de Mijnen, Rijkswaterstaat en ook de Provincies en Waterschappen, ieder voor hun eigen toepassing en wettelijke taken. Een van die
14
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
taken is bijvoorbeeld de Wet op de waterkeringen, waarbij iedere 5 jaar de ontwerpwaarde van de primaire waterkeringen opnieuw moet worden vastgesteld. Een tweede concrete uitwerking van een geïntegreerd productportfolio betreft een case op het land. Op basis van hoge resolutie SAR data en hoge resolutie multispectrale optische satellietwaarnemingen kunnen de toestand van de leefomgeving en veranderingen daarin, nauwkeurig worden bepaald. Deze informatie is relevant voor bijvoorbeeld het monitoren van landgebruik, denk aan de agro-‐industrie (individuele ondernemers) die deze gegevens gebruiken ten behoeve van het geautomatiseerd bemesten van landbouwpercelen. Dezelfde informatie kan voor het Ministerie van Landbouw voor statistische doeleinden worden gebruikt, maar ook door de EU voor toezicht en controle op bijvoorbeeld subsidies. Dezelfde informatie wordt echter ook gebruikt door gemeentes, waterschappen en provincies voor diverse toepassingen. Hierbij kan worden gedacht aan peilbeheer, bomenregistratie, toezicht op (bouw)vergunningen en inventarisaties van schades (gaswinning in Noord Nederland).
15
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
4
NEVASCO positionering
In de downstream-‐keten bevindt NEVASCO zich op de verbinding van ‘de operationele uitvoering van bedrijfsprocessen bij gebruikers’ (vraagzijde) met ‘het aanbod aan diensten en producten op basis van geo-‐informatie/satellietdata’ (aanbodzijde), zie Figuur 1. Figuur 1: Positionering van NEVASCO Vraagzijde Simpel gezegd moet een NEVASCO er toe bijdragen dat er door gebruikers op de diverse markten kosten-‐effectiever en met een betere winstmarge gebruik gemaakt kan worden van satellietdata. Het gaat daarbij natuurlijk om dìe producten en diensten die voor de gebruiker een meerwaarde hebben. Waar die meerwaarde uit bestaat is voor elke gebruiker anders en hangt in sterke mate af van het (bedrijfs)proces waarvoor het product of de dienst ingezet wordt. Maar al eerder is geconstateerd (zie bv. het Taakgroep-‐rapport) dat voor een succesvolle inbedding van satelliettoepassingen in de markt niet alleen een technisch-‐inhoudelijke meerwaarde van belang is, maar dat het ook juist van groot belang is dat de producten en diensten op een operationele manier geleverd worden: betrouwbaar, gegarandeerd, continu, gebruikersvriendelijk en voor een concurrerende prijs. Het gaat dus niet alleen om de dienst zelf, maar ook om aspecten van de dienstverlening. Vanuit de gebruiker geredeneerd zal die dienstverlening zo simpel en efficiënt mogelijk dienen te zijn. Als een gebruiker, bv. een offshorebedrijf dat omgevingsinformatie nodig heeft bij exploratieactiviteiten in een noordelijk kustgebied, producten en diensten afneemt gerelateerd aan water, land, meteo en bodem, dan zal de voorkeur uitgaan naar een oplossing met één dienstverlener boven een oplossing waarbij een viertal aparte dienstverleners elk op hun eigen manier hun dienst aanbieden. NEVASCO zou een platform kunnen bieden om te zoeken naar gemeenschappelijke elementen in de dienstverlening van de diverse achterliggende satellietapplicaties om het voor de gebruiker zou eenvoudig mogelijk te maken ze in gebruik te nemen (op te nemen in de bedrijfsprocessen), en om het voor de dienstverleners makkelijker te maken om grootschalig en operationeel te kunnen leveren.
16
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
NEVASCO kan daarnaast ook een basis van halffabricaten of kerndiensten zijn op basis waarvan tool-‐ en app-‐ontwikkelaars, van grote software-‐ en ICT-‐industrieën tot micro-‐bedrijven, hun producten kunnen gaan bouwen en vermarkten. App’s kunnen simpel zijn, voor op de smart-‐phone, gericht op de brede consumentenmarkt, maar ook complex, ingebouwd in professionele bedrijfssoftware. Aanbodzijde Simpel gezegd moet een NEVASCO er toe bijdragen dat meer satellietdata door dienstverleners verwerkt kan worden in producten en diensten voor eindgebruikers. De satellietdata kunnen daarbij uit verscheidene bronnen komen, zoals Copernicus, ESA, maar ook van andere publieke en private satelliet-‐operators. Met het oog op het in de komende jaren sterk toenemende aanbod aan satellietdata (zowel in hoeveelheid als in diversiteit) wordt er reeds veel aandacht besteed aan aspecten van data-‐infrastructuur (inwinning, opslag, distributie). NEVASCO doet dit niet opnieuw maar bouwt daarop voort en slaat de brug naar diensten voor de klant. Voor de ontwikkeling van satellietapplicaties geldt iets soortgelijks. Veel kant-‐en-‐klare applicaties bestaan reeds of zijn in staat tot het leveren van halffabricaten. Kennis over en ervaring met applicaties zit bij de individuele value adders en andere dienstenontwikkelaars. NEVASCO kan echter een platform bieden om te zoeken naar gemeenschappelijke elementen in de data-‐ en applicatievoorziening die het voor dienstverleners zo efficiënt mogelijk maakt om hun producten en diensten op aan te bieden, denk bv. aan aspecten van pre-‐processing, halffabricaten, generieke algoritmes, visualisatie, dataopslag, standaardisatie, certificering, etc. Geo-‐informatie Informatiebehoefte van gebruikers betreft niet zozeer satellietdata als wel (als het gaat om locatie-‐ gebonden-‐ of omgevingsinformatie) geo-‐informatie, waar satellietdata een onderdeel van is. Voor dienstverleners van satellietapplicaties kan NEVASCO ook een rol spelen bij de integratie met de geo-‐ informatiedienstverlening. Net zoals satellietdata gezien kan worden als onderdeel van geo-‐ informatie, kan NEVASCO gezien worden als onderdeel van de nationale geo-‐informatie-‐ infrastructuur. De verwachting is dat de ontwikkeling van NEVASCO zal bijdragen aan een verdere en sterkere integratie met de geo-‐informatie, omdat satellietdata voor de geo-‐informatiedienstverleners als veelbelovende innovatie gezien wordt en men zich voorbereid op de ontwikkeling van de gezamenlijke – internationale – markten.
17
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
5
NEVASCO en data-‐grondsegment
Zoals in het vorige hoofdstuk is aangegeven, zit NEVASCO tussen het data-‐aanbod en de – dienstverlening aan de – klant in. NEVASCO is zelf niet een data-‐infrastructuur maar focust op de dienstverlening. Het is daarbij essentieel dat NEVASCO er van uit kan gaan dat de noodzakelijke satellietdata (of dat nou van Copernicus/Sentinels of van andere satellieten is) beschikbaar is op een zo efficiënt mogelijke manier. Met de komst van de Sentinels van het Copernicus-‐programma staan we aan de vooravond van een revolutie in satellietdata-‐beschikbaarheid: enorme hoeveelheden data van diverse soort die gratis en voor lange tijd beschikbaar komen. In Bijlage 13.1 wordt Copernicus in meer detail beschreven en wordt aangegeven op welke manier ESA de Sentinel-‐data beschikbaar zal gaan stellen. Dat laatste gebeurt door middel van het Copernicus Ground Segment. Om verdergaande exploitatie van Sentinel-‐missies te stimuleren en te ondersteunen wordt dit ‘centrale’ grondsegment uitgebreid met het zgn. Collaborative Ground Segment (CGS). Op dit gebied vinden momenteel vooral activiteiten plaats gericht op een data-‐infrastructuur op nationaal niveau. Diverse nationale initiatieven ten aanzien van een vorm van CGS worden in Bijlage 13.2 beschreven. Alhoewel nog volop in ontwikkeling lijken Copaci (D), PEPS (F), EODC (O), SAC (UK) en het NSDC (No) zich dicht tegen het ESA data-‐grondsegment te positioneren, met een sterke focus op de institutionele gebruiker (alleen het SAC zegt zich nadrukkelijk ook te richten op commerciële gebruikers). Deze gedachte wordt versterkt door het feit dat deze internationale initiatieven getrokken worden door – bestaande of nieuw opgerichte – typische ruimtevaartorganisaties. Het doel is in de meeste gevallen het op een zo makkelijk en breed mogelijke manier beschikbaar maken van de satellietdata en het aanbieden van enkele pre-‐processing activiteiten, daarbij in meer of mindere mate rekening houdend met specifieke applicaties of gebruikersbehoeftes. De nadruk ligt bij nagenoeg al deze ontwikkelingen op de data en de ontwikkelingen zijn primair aanbod-‐gedreven. De functionele eisen (zie hoofdstuk 8) opgesteld vanuit het perspectief van de value-‐adding sector positioneren een NEVASCO meer tussen de genoemde CGS-‐initiatieven en de markt. Als zodanig is NEVASCO dus complementair aan een CGS. NEVASCO steunt zogezegd op een CGS of andere vorm van data-‐infrastructuur omdat er van uit wordt gegaan dat de satellietdata beschikbaar is, dat er in de data-‐behoefte door het NEVASCO voorzien wordt. Maar het gaat verder. Omdat in feite de behoefte aan satellietdata door de vraag vanuit de markt gestuurd wordt, en NEVASCO de interface naar de markt vormt, is NEVASCO bij uitstek in staat om de leveringsfunctionaliteit van het data-‐grondsegment te specificeren. Het aanbod aan satellietdata wordt, in geval van de Copernicus-‐Sentinels, weliswaar bepaald door ESA’s data-‐grondsegment, maar de behoefte aan die data volgt uit de activiteiten van NEVASCO. Denk daarbij bijvoorbeeld aan zaken als tijdigheid, lokaliteit, nauwkeurigheid en betrouwbaarheid. Het is voor NEVASCO primair van belang dat de data naar gelang de behoefte beschikbaar komt. De manier waarop dat gebeurt (het ‘hoe’) is een andere vraag. NEVASCO specificeert de data-‐behoefte maar schrijft niet op voorhand voor welke data-‐infrastructurele voorziening hiervoor nodig is. Er kan bijvoorbeeld onderzocht worden of het efficiënt, werkbaar en financieel aantrekkelijk is dat een CGS als COPACI/PEPS/NSDC/EODC/SAC als Copernicus satellietdatabron voor NEVASCO kan gaan
18
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
fungeren. Een alternatief is dat Nederland zelf – al of niet in samenwerking met België en/of Noorwegen – een Collaborative Ground Segment gaat opzetten. Ook hierbij moet gekeken worden naar zaken als efficiency, kosten en werkbaarheid. Een optie daarbij is het satellietdataportaal van NSO uit te breiden naar een Copernicus-‐dataportaal via welke de (strategische) data van het Nederlandse grondgebied beschikbaar wordt gemaakt voor de overheid en als onderdeel van de nationale geodata-‐infrastructuur. Via dit portaal kan de downstream sector value added producten leveren aan de nationale overheid. Daarnaast moet worden voorzien in toegang tot global coverage voor dienstverlening op (specifieke en wisselende) geografische gebieden buiten Nederland.
19
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
6
NEVASCO op hoofdlijnen
Tussen de vraag-‐ en aanbodzijde en ingebed in de geo-‐informatieomgeving (zie hoofdstuk 4) zit – de kern van – NEVASCO. NEVASCO dient als platform voor het ontwikkelen en aanbieden van applicaties en diensten. Maar NEVASCO biedt, in organisatorische zin, ook de mogelijkheid om gerichter samen te werken door aanbieders en dienstverleners. Hoe ver de gemeenschappelijkheid in de dienstverlening (vraagzijde) en applicatieontwikkeling/dataverwerking (aanbodzijde) zal gaan, hangt van de specifieke dienst, de dienstverlener en de gebruiker af. Er zullen toepassingen zijn waarbij een gebruiker één specifieke dienst op basis van één satellietdata-‐product nodig heeft, maar er kunnen ook voorbeelden zijn van gebruikers die een pakket aan diensten en producten nodig hebben of dienstverleners die een groot deel van de pre-‐processing samen kunnen doen. NEVASCO moet zodanig flexibel zijn dat het al deze cases kan faciliteren. Daarbij is het voor de gebruiker niet van belang welke informatie afkomstig is van satellietdata en welke informatie gebaseerd is op andere data. In feite is dat ook meestal niet zichtbaar in het geïntegreerde eindproduct, maar van belang zijn criteria als zekerheid van levering, kwaliteit en prijs. Tegelijkertijd zullen in veel gevallen de producten en diensten uit NEVASCO meervoudig bruikbaar zijn, in de zin van door meerdere gebruikers en op meerdere toepassingsgebieden en markten. NEVASCO kan daarbij functioneren als ‘keten-‐integrator’ waarbij meerdere dienstverleners van elkaars (gekwalificeerde) outputproducten gebruik kunnen maken bij het samenstellen van een dienst voor hun specifieke klant. Uiteraard moet dan onder andere zijn voorzien in een kosten-‐ doorberekeningssysteem/accounting. Deze gewenste veelzijdigheid en flexibiliteit van NEVASCO stelt eisen aan de technische invulling van NEVASCO, aan de organisatie en ook aan het juridisch kader waarbinnen een NEVASCO moet functioneren. In juridische zin moet aandacht worden besteed aan eigendomsrechten en privacy-‐ rechten van data en verwerkingssoftware. In technisch-‐inhoudelijke zin is NEVASCO een infrastructuur of platform voor het ontwikkelen en aanbieden van producten en diensten op basis van data afkomstig van aardobservatiesatellieten, als onderdeel van de brede geo-‐informatie-‐ infrastructuur. Kort gezegd bestaan de bouwstenen van NEVASCO uit hardware, software en kennis. Technische aspecten worden verder besproken in hoofdstuk 8. Welke partijen bij de ontwikkeling en exploitatie van NEVASCO betrokken zijn en in welke rollen, is een organisatievraag. In dit hoofdstuk worden de aspecten van de organisatie van NEVASCO besproken. In het eindrapport van de Taakgroep Satelliettoepassingen is geconcludeerd dat een betere organisatie van de downstream-‐sector bij het realiseren van de ambities noodzakelijk is. In het kader van de Uitvoeringsagenda van het Taakgroep-‐rapport is de organisatie van de sector ter hand genomen. Daarbij worden meer en minder verregaande samenwerkingsvormen overwogen. Een van de mogelijkheden is de vorming van een consortium bestaande uit partijen uit de VA-‐ en (zo mogelijk) de geo-‐informatiesector. In de Uitvoeringsagenda wordt meer gezegd over de motivatie hiervoor. Ook los van de behoefte aan NEVASCO is er de behoefte aan een betere organisatie van de sector, bijvoorbeeld in de vorm van een consortium. Omgekeerd is de behoefte aan NEVASCO ook aanwezig indien er geen sector-‐consortium zou komen. Toch liggen beide ontwikkeling zo dicht bij elkaar (en kunnen ze elkaar versterken) dat we hier de rol van een sector-‐consortium bij NEVASCO nader zullen uitwerken. Zie ook Figuur 2.
20
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
We onderscheiden twee fasen: de eerste fase is de ontwikkeling en bouw van NEVASCO, en de tweede fase is de exploitatie van NEVASCO. In werkelijkheid zal er geen ‘harde knip’ zijn tussen deze twee fasen, omdat er aan de ene kant al tijdens de ontwikkeling en opbouw van NEVASCO sprake zal zijn van toenemende exploitatieactiviteiten, en aan de andere kant tijdens de exploitatie van NEVASCO ook sprake zal blijven van verdere ontwikkeling en uitbouw. Ten aanzien van de financiering en de betrokkenheid van de overheid zal er naar verwachting wel sprake zijn van een duidelijke fasering. De bijdragen en rollen van de diverse partijen verschillen per fase. In het vervolg hebben we het vooral over de rollen van de diverse partijen tijdens de exploitatiefase. Rollen Kern van de rol van het (sector-‐)consortium is het vullen en gebruiken van NEVASCO en het aanbieden aan derden van NEVASCO-‐diensten. De noodzaak tot aansluiting bij het consortium moet bij de partijen zelf aanwezig zijn omdat ze inzien dat het consortium en NEVASCO voor hen een meerwaarde hebben om succesvol te worden met aardobservatietoepassingen op de verschillende markten. Overigens is NEVASCO ook te gebruiken (en te vullen met specifieke app’s) door niet-‐ consortium-‐partijen op basis van nader overeen te komen afspraken (zie verderop). Zie hiervoor ook hoofdstuk 7 over het draagvlak voor NEVASCO in de sector. De samenwerking van partijen in het consortium bestaat uit het (op basis van nog nader vast te stellen afspraken) delen van kennis en expertise over satellietdataverwerking, applicatieontwikkeling en dienstverlening. Bij de ontwikkeling van NEVASCO zullen de gemeenschappelijke elementen die men wil en kan delen geïnventariseerd moeten worden. In figuur worden deze gemeenschappelijke elementen (tools, applicaties, processing, etc.) voorgesteld door de blokjes binnen NEVASCO. Figuur 2: Organisatie NEVASCO op hoofdlijnen Afhankelijk van de behoefte van de klant en markt en de beschikbare diensten van de dienstverleners kunnen één of meerdere partijen uit het consortium gezamenlijk de diensten aan de klant aanbieden. In die zin is het consortium op een bepaalde manier een ‘virtueel’ consortium,
21
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
zodat niet alle deelnemende partijen steeds alleen maar gezamenlijk kunnen/mogen optreden richting de klant. Dit komt de effectiviteit, efficiency en flexibiliteit ten goede. Vanuit de klant gezien wordt de dienstverlening dus afgenomen van een consortium in wisselende samenstelling. Er kunnen ook partijen zijn die NEVASCO-‐onderdelen inbrengen, maar die geen deel uit maken van het consortium. NEVASCO-‐exploitant kan kennis en expertise van deze ‘onafhankelijke dienstverleners’ inkopen en ter beschikking stellen aan NEVASCO-‐gebruikers. Naast het consortium zelf (als NEVASCO-‐gebruiker), kunnen er ook aanbieders en dienstverleners zijn die niet deelnemen in het consortium maar wel gebruik maken, tegen nader vast te stellen voorwaarden, van NEVASCO. Dit is essentieel, omdat NEVASCO in principe openstaat voor iedereen en niet alleen voor de partijen die deel zijn van het consortium. De input voor het NEVASCO wordt gevormd door satellietdata van diverse data-‐aanbieders of satelliet-‐operators (zie ook hoofdstuk 4). Merk op dat die data-‐leveranciers in feite aan de kant van de ‘traditionele’ ruimtevaartsector zitten, maar dat NEVASCO en de daar uit voortkomende dienstverlening het gat vult tussen het ruimtevaartdomein en de markt. Hoewel het consortium in zekere zin de kerngroep van NEVASCO vormt, betekent dat niet noodzakelijk dat het consortium ook de rollen van eigenaar, beheerder en exploitant vervult. Onder eigenaar verstaan we in juridische zin de eigenaar van de activa van NEVASCO. Het consortium zou die eigenaarsrol kunnen vervullen, maar het kan ook bijvoorbeeld een investeringsmaatschappij ‘op afstand’ zijn, die op basis van een tender het exploitatierecht van NEVASCO voor een zekere tijd neerlegt bij een consortium. Onder beheerder wordt degene verstaan die, in opdracht van de eigenaar, zorgdraagt voor de instandhouding van NEVASCO. Ook dat zou het consortium kunnen doen, maar het kan ook hier een andere partij zijn. De exploitant is degene die NEVASCO commercieel uitbaat. Dat ligt dicht tegen de rol van het consortium aan, maar op voorhand zou dat ook een andere partij kunnen zijn. Vergelijk voor de betekenis van de verschillende rollen de situatie op de energienetten. Hoe deze rollen bij NEVASCO precies ingevuld gaan worden hangt af van de manier waarop de sector zichzelf verder organiseert en van de exacte invulling van NEVASCO, die tijdens de ontwikkelfase nader bepaald gaan worden.
22
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
7
Stakeholders, motivatie en draagvlak
7.1 Overheid Ontwikkelingen aan de ‘aanbodkant’ (data-‐kant) worden in alle onderzochte landen (zie bijlage 13) sterk door de overheid aangejaagd, met name door het stimuleren van het gebruik van Sentinel-‐data die in het kader van Copernicus beschikbaar komen. Hoewel NEVASCO zich op de diensten (‘vraagkant’) richt en niet op de data, is er voor zo’n diensten-‐infrastructuur toch ook een rol weggelegd voor de overheid. Wat zijn de argumenten voor de overheid om betrokken te zijn bij – de ontwikkeling van – NEVASCO? Overheid als gebruiker van satelliettoepassingen Zoals in het rapport van de Taakgroep Toepassingen Satellietdata uitvoerig is geïllustreerd richt een belangrijk deel van de aardobservatie-‐satelliettoepassingen zich op de overheid (het publieke deel van de markt). De Copernicus Core Services zijn hiervan een uitstekend voorbeeld, maar ook veel – commerciële – downstream-‐toepassingen, vaak geïntegreerd in brede geo-‐ informatiedienstverlening, zijn relevant voor nationale en lokale overheden. De overheid (overheidsorganisaties op het gebied van beleid, uitvoering en controle) zit dan in de rol van (eind)gebruiker, behoeftesteller, en is daarbij klant van de dienstverleners. De meerwaarde van het toevoegen van satellietdata leidt tot efficiëntere organisatieprocessen, tot kwaliteitsverbetering en, naar verwachting, tot kosten-‐ en tijdsbesparingen. Deze positieve effecten worden vooral bereikt als de overheid als gebruiker zich op een zo effectief mogelijk manier tot de dienstverlenende sector kan wenden. Dat betekent zaken doen op een zo min mogelijk versnipperde manier (dus bij voorkeur met grote draagkrachtige organisaties in plaats van met veel kleine afzonderlijke bedrijfjes) en zo min mogelijk doublures of overlap. NEVASCO is er juist op gericht om dit te bewerkstelligen. Technisch-‐inhoudelijk zorgt NEVASCO er voor dat de satellietdata (van de Sentinels en andere satellieten), voor het gehele palet aan voor de overheid benodigde toepassingen, op een zo efficiënt mogelijke manier verwerkt worden in de geleverde producten en diensten (bv. zoveel mogelijk gezamenlijke pre-‐processing, visualisatie, certificering, standaardisatie). Organisatorisch zorgt NEVASCO voor verregaande samenwerking tussen de afzonderlijke bedrijven, uitmondend in, vanuit de klant gezien, virtueel één grote organisatie (bv. in de vorm van een coöperatie of een verbond). In de Uitvoeringsagenda van de Taakgroep hebben diverse departementen al aangegeven dit een belangrijke voorwaarde te vinden om op te willen gaan treden als launching customer en, uiteindelijk, operationele gebruiker van satelliettoepassingen. Copernicus Een Nederlandse NEVASCO levert voor de Nederlandse overheid als gebruiker dus voordelen op en leidt tot het beter profiteren van o.a. het Copernicus-‐programma, waar ook Nederland veel in geïnvesteerd heeft. Door de te verwachten baten ligt betrokkenheid en steun van de overheid bij het ontwikkelen en opzetten van NEVASCO voor de hand. Tevens leidt het gezamenlijk opzetten van NEVASCO door overheid en sector tot het mee kunnen bepalen van de uiteindelijke vorm en aard van de dienstverlening, die daarmee beter afgestemd kan worden op de overheidsbehoeftes. NEVASCO wordt als platform of infrastructuur afgestemd op de bestaande en in ontwikkeling zijnde nationale geo-‐informatie-‐infrastructuur en die van klanten. Met een mede door de overheid
23
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
opgezette NEVASCO verzekert de overheid zich van duurzame toegang tot de geïntegreerde geo-‐ informatie-‐ en aardobservatie-‐infrastructuur. Met NEVASCO wordt het voor Nederlandse overheidspartijen veel gemakkelijker om als launching customer op te treden omdat de risico’s zoals die bestaan bij het moeten inkopen bij kleine, en daardoor vaak kwetsbare, organisaties – zeker als het gaat om gegarandeerde operationele dienstverlening – flink gereduceerd worden. Ruimtevaartbeleid In het ruimtevaartbeleid van de Nederlandse overheid staat ‘Gebruik’ al enige tijd centraal. De overheid wil het gebruik van satelliettoepassingen laten groeien. Dat betekent dat aan de ene kant de gebruikersmarkt moet groeien (het aantal publieke en private gebruikers en de mate waarin die van satelliettoepassingen gebruik maken), en aan de andere kant dat de dienstverlenende sector moet groeien. In het rapport van de Taakgroep is een realistische groeiambitie voor de downstream-‐ sector geformuleerd. Om die ambitie te realiseren moeten er diverse maatregelen worden genomen, omdat de ruimtevaart-‐downstream-‐markt nog enkele imperfecties kent (zie het rapport van de Taakgroep en de Uitvoeringsagenda). Er moet actie ondernomen worden om de situatie, die in het Taakgroep-‐rapport ‘Ruimtevaart 2.0’ wordt genoemd te bereiken. De recente ruimtevaartnota zet in op het vergroten van het gebruik van ruimtevaartdata voor het oplossen van maatschappelijke en economische uitdagingen. Daarvoor moet de meerwaarde van ruimtevaartdata eerst worden aangetoond binnen (toepassings)sectoren buiten de ruimtevaart. Dit vergt een gemeenschappelijke investering van de value-‐addingsector én de overheid. De overheid kan dit doen uit de ruimtevaartmiddelen. Maar ook in haar rol als gebruiker en launching customer van satelliettoepassingen kan de overheid investeren, zij het dat daarvoor investeringen uit andere beleidsbudgetten dan het ruimtevaartbudget nodig zijn. Eén van die maatregelen betreft het opzetten van NEVASCO. Zodra de downstream-‐markt haar imperfecties kwijt is en vraag en aanbod met elkaar in balans zijn, is er voor de overheid geen aanleiding meer om vanuit het beleid in de aanbodkant te investeren. Maar aangezien het nu zover nog niet is, ligt investering voor de komende periode (dus tijdelijk) vanuit het (ruimtevaart)beleid voor de hand, zogezegd om de ‘missing link’ in te vullen. Economisch beleid Satellietdata en geo-‐informatie worden wereldwijd gezien als dragers van economische groei. De waarde van de impact op de economie van geo-‐informatie-‐ en satelliet-‐toepassingen wordt geschat op tientallen miljarden (zie de referenties in het Taakgroep-‐rapport). Wil Nederland hiervan mee profiteren dan is het ontwikkelen van een sterke commerciële downstream-‐sector van belang. Ruimtevaart-‐downstream heeft de potentie om te innoveren, om te groeien, om nieuwe economische activiteiten te genereren en om mee te gaan draaien als banenmotor. Met de downstream-‐innovaties kan het strategische Nederlandse bedrijfsleven haar internationale marktpositie verbeteren en daarmee het verdienvermogen van de ‘BV Nederland’ vergroten. NEVASCO is een concrete activiteit die hier aan bijdraagt. De downstream-‐sector heeft zelf het initiatief tot NEVASCO genomen en heeft de ambitie om NEVASCO uiteindelijk commercieel te gaan exploiteren. De ontwikkeling en opbouw van NEVASCO is voorzien als een gezamenlijke activiteit van sector en overheid en in beider belang. NEVASCO draagt ook bij aan het Topsectorenbeleid door de randvoorwaarden te creëren waardoor de value-‐addingsector volwaardig kan participeren in de vraagsturing naar de kennisinstellingen. Vanwege de reeds genoemde marktimperfecties werkt de TKI-‐regeling voor de ruimtevaart-‐
24
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
downstream niet (goed). Het idee achter de Topsectoren en de TKI-‐regeling, of zeg maar het mechanisme, is echter wel relevant voor de downstream-‐sector. NEVASCO is een concrete activiteit waarin samengewerkt wordt in de Gouden Driehoek en die uiteindelijk moet leiden tot een levensvatbare satelliet-‐dienstensector en een opbrengst voor overheid en economie als klant van die sector. 7.2 Sector De ‘traditionele’ manier van werken in de Nederlandse AO-‐sector is dat elk bedrijf bij zijn dienstverlening start bij de bron: satellietdata. Het voorgestelde concept van een NEVASCO vereist een paradigmaverschuiving in het denken binnen de sector: niet langer meer de blik gericht op de data maar op de kansen voor recurrent business op de markt. De geschetste ontwikkelingen in de markt dwingen af dat de sector haar structuur versterkt om haar internationale concurrentiepositie te versterken en waarbij zij zich ontwikkelt en positioneert als betrouwbare leverancier van een verscheidenheid aan omgevingsinformatieproducten. Alleen zo komen ook de grotere turnkey opdrachten in beeld die vanuit het oude paradigma buiten bereik zouden blijven. Wat zijn de argumenten om als individueel bedrijf te migreren naar een NEVASCO omgeving? 1) het concurrentievermogen neemt toe door schaalvergroting. Hierdoor komen ook de grotere, turnkey opdrachten waarvoor een individueel klein bedrijf zich niet kan kwalificeren, bereikbaar. 2) door NEVASCO-‐samenwerking wordt de herkenbaarheid op de internationale markt vergroot. 3) door elkaars assets (kennis, software, infrastructuur) te hergebruiken door middel van interne dienstverlening wordt de omzet vergroot en de efficiency verbeterd waardoor je concurrerender en sneller op de markt kan optreden. 4) veel markten vragen om een (specifieke) standaard en certificering van producten. Hergebruik van kennis en tools hiervoor bevordert uniformiteit en voorkomt dat elk bedrijf opnieuw het wiel moet uitvinden. 5) schaalvergroting door met NEVASCO als één geheel op te treden maakt kredietverlening en garantsstelling eerder bereikbaar. 6) door NEVASCO wordt de structuur van de AO-‐sector versterkt en zullen overheden – in het algemeen: klanten – eerder bereid zijn (een deel van) hun strategische informatievoorziening uit te besteden aan de sector. 7) door binnen NEVASCO samen te werken wordt de AO-‐sector een meer gelijkwaardige (en daarmee interessantere) partner voor kennisontwikkelaars in het kader van de vraagsturing. Bijvoorbeeld wordt de vorming van TKI’s in het kader van het topsectorenbeleid meer haalbaar. 8) door NEVASCO ontstaat een netwerk van bedrijven dat van elkaars ondernemerschap leert waardoor kruisbestuiving plaats kan vinden. 9) bundeling van krachten binnen een NEVASCO opent de weg naar samenwerking met upstream partijen waardoor op termijn downstream diensten en upstream productontwikkeling hand in hand kunnen gaan (synergie door ontwikkeling van specifieke missies). Ten aanzien van de status van de organisatie van de sector kan het volgende worden gemeld. Momenteel zijn er gezamenlijke activiteiten gedefinieerd waarin een tiental bedrijven regelmatig overleg hebben over gezamenlijke initiatieven, diensten en exportactiviteiten. Zo is er momenteel een missie in voorbereiding naar Kazachstan met als doel om de diensten en producten van de individuele bedrijven naar Kazachstan te exporteren. Hiervoor is in de eerste helft van november een voorbereidende missie geweest naar Kazachstan waarin kansen voor de sector zijn geïdentificeerd, partners in Kazachstan zijn gevonden en afspraken zijn gemaakt voor lokale ondersteuning door de
25
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
overheid van Kazachstan. Om deze missie nader voor te bereiden zijn tevens gesprekken geweest met de Nederlandse Ambassade en met RVO, Programma Investeringen Buitenland. Het voornemen is om begin 2015 een projectplan bij RVO in te dienen ter ondersteuning van de missie naar Kazachstan in april 2015. Daarnaast zijn er activiteiten gestart om een breed en solide draagvlak te creëren voor samenwerking binnen de sector. Op dit moment kan worden gesteld dat de verwachtingen van de sector groot zijn en dat sectorpartijen zich hebben gecommitteerd tot samenwerking en een boegbeeld hebben aangesteld om dit te gaan leiden. Brieven waarin een elftal individuele bedrijven hun steun aan dit proces hebben verwoord zijn bijgevoegd in Bijlage 14. Wat betreft de activiteiten richting the Europese Commissie is een initiatief genomen om na te gaan hoe de sector zich samen met EARSC kan positioneren voor de call Earth Observation-‐2015-‐LEIT SPACE waarin gevraagd wordt om aardobservatietoepassingen naar de markt te brengen. Daarnaast zijn er voorbereidingen getroffen en hebben gesprekken plaatsgevonden met NSO en RVO om een bredere bekendheid te geven binnen de aardobservatiesector aan het Horizon2020 programma van de Europese Commissie. 7.3 TO2-‐Kennisinstellingen In het rapport van de Taakgroep Toepassingen Satellietdata worden drie marktsegmenten geïdentificeerd: energie, agro & voedselveiligheid en stedelijke ontwikkeling in delta gebieden. In Nederland vindt de kennisontwikkeling binnen deze segmenten versnipperd plaats binnen een scala aan thematische en technologische kennisinstellingen. Het betreft naast puur thematisch onderzoek – los van de ruimtevaart/aardobservatie aspecten – zoals bijvoorbeeld innovaties in de landbouw, ook onderzoek dat gedreven wordt door de vraag of (en zo ja: hoe) ruimtevaarttechnologie toepasbaar is in deze specifieke domeinen. De uitdaging waar de value-‐addingsector voor staat is om de vraagsturing zodanig te organiseren dat de kennisinstellingen hierop beter kunnen anticiperen bij het opstellen en uitvoeren van hun meerjaren-‐onderzoeksprogramma’s. Eén van de huidige problemen hierbij is dat de value-‐ addingsector te versnipperd en te kleinschalig opereert en met te weinig financiële slagkracht om (significant) te kunnen investeren in onderzoeksinstellingen. Er is dus sprake van een onbalans (‘marktimperfectie’) waardoor het kennisvalorisatieproces onvoldoende op gang komt. Omgekeerd is het voor de value-‐addingsector lastig om het versnipperde aanbod van (aan ruimtevaarttechnologie-‐ gerelateerde) kennis binnen onderzoeksinstellingen optimaal aan te boren en in te zetten. Verbetering van het proces van vraagsturing biedt daarom voordelen voor zowel de value-‐ addingsector als de kennisinstellingen. Het strategisch belang van kennisinstellingen in de ontwikkeling van de organisatorische en technische aspecten van NEVASCO is dat het de vraagsturing bundelt en de value-‐addingsector als een meer ‘gelijkwaardige partner’ voor kennisinstellingen positioneert. Doordat de vraagarticulatie wordt versterkt wordt het kennisvalorisatieproces gestimuleerd. Andersom: kanalisering en harmonisering van het aanbod van kennis bij instellingen voor de in NEVASCO georganiseerde value-‐adders heeft het voordeel dat de verschillende aspecten van de benodigde innovaties effectiever (minder kosten, sneller) kunnen worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld
26
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
kunnen de TO2 instellingen het initiatief nemen om gezamenlijk het thematisch en aardobservatie-‐ gerelateerd onderzoek naar toepassingen beter op elkaar af te stemmen – met NEVASCO als een partner in de rol van kennisvrager. Evenzo kan er een betere koppeling worden gelegd bij het fundamentele lange-‐termijn-‐onderzoek bij universiteiten. Voor kennisinstellingen is het strategische belang dat zo de private en publieke investeringen op termijn worden bevorderd en dat beter in wordt gespeeld op bijvoorbeeld het topsectorenbeleid (TKI’s voor crossovers vanuit HTSM – Roadmap Space naar andere topsectoren). Tevens wordt de in de recente ‘kamerbrief ruimtevaart’ genoemde complementariteit tussen upstream en downstream opgewerkt tot synergie, waarbij in de toekomst Nederlandse innovatieve downstream-‐diensten en upstream-‐producten hand in hand kunnen gaan (versterking van het ruimtevaartcluster: ‘NL Space’).
27
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
8
NEVASCO – Functionele eisen en Technisch schetsontwerp
NEVASCO is in de vorige hoofdstukken besproken vanuit een organisatorisch oogpunt: de value-‐ adding bedrijven kunnen voordeel behalen uit een verbeterde samenwerking en een verenigde presentatie aan de markt. De verbeterde samenwerking richt zich daarbij op het behalen van efficiëntie in het productieproces van informatie en het delen van kennis. Naast het organisatorische aspect is er ook een technologisch aspect aan een NEVASCO te verbinden. Immers het productieproces van een value-‐adding bedrijf betreft het verwerken van aardobservatiebeelden die na de aanschaf vaak een (standaard) voorbewerking ondergaan alvorens zij geschikt zijn als invoer voor het informatie-‐extractie proces. Met de (toekomstige) beschikbaarheid van een veelheid aan satellieten, het enorme volume aan gegevens en het feit dat een groot deel van deze data gratis is, worden er meer eisen gesteld aan de technische infrastructuur. Het ligt daarom voor de hand te veronderstellen dat er voordeel valt te behalen uit gezamenlijke inkoop, opslag en voorbewerking van de data, alsmede de daarvoor benodigde gedeelde of gekoppelde technische infrastructuur. Dat deze veronderstelling niet zo vreemd is blijkt uit de argumentatie van een NSDC in Noorwegen, zie bijlage 13. In het licht van het bovenstaande kunnen er functionele eisen worden opgesteld waaraan de technische infrastructuur van een NEVASCO zou moeten voldoen. Daarbij worden een aantal thema’s, of lagen, onderscheiden: de data-‐laag, de datadiensten-‐laag, de analyse-‐laag, en de applicatie-‐laag. Deze lagen zijn ook eenvoudig terug te vinden in Figuur 3. Vooralsnog wordt de evenzeer mogelijke sensor-‐laag (het zelf inwinnen van gegevens met behulp van sensoren) buiten beschouwing gelaten. Tot slot wordt er ook nog een administratie-‐laag onderscheiden. Figuur 3: Schematische opbouw van NEVASCO Data-‐laag De functie van deze laag is het vergaren en opslaan van gegevens. Het betreft dan niet alleen aardobservatiedata maar ook andere vormen van geo-‐data. Vergaren en opslaan betekent het betrekken van data uit bijvoorbeeld ESA archieven, het nationaal satellietdataportaal, geodata
28
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
bronnen (zoals PDOK) en vervolgens opslaan in een database. Hier hoort nadrukkelijk ook bij het opslaan van data die binnen NEVASCO zelf worden gegenereerd, zoals halfproducten. De data is toegankelijk voor alle bij NEVASCO aangesloten gebruikers en hoeft dus maar een keer worden aangeschaft. Omdat de binnen NEVASCO gegenereerde producten ook opgeslagen worden is er tevens de mogelijkheid om deze producten met elkaar te delen (al dan niet onder voorwaarden). Datadiensten-‐laag Functies die hier worden geboden hebben betrekking op het zoeken naar data, het downloaden van (gedeelten) van de data en het visueel inspecteren van de data. De data moet dus zijn voorzien van meta-‐data om de zoekfunctie mogelijk te maken. Ook bevat deze laag de mogelijkheid om standaard voorbewerkingen (bij voorkeur geautomatiseerd) op de data uit te voeren. Analyse-‐laag Voor het afleiden van informatie uit aardobservatiedata dienen (naast expert kennis) algoritmen, tools en vaak ook andere geo-‐informatie, beschikbaar te zijn. De analyse kan zeer complex zijn en ook gebruikers-‐interactie vereisen. Zeker voor complexe analyse, waarbij meerdere en verschillende soorten bronnen worden gebruikt, is het noodzakelijk dat de data is gestructureerd: er is een datamodel en er zijn (gestandaardiseerde) model implementaties. De beschikbaarheid van de juiste tools is daarbij van groot belang. Algoritmen dienen beschikbaar te zijn voor het afleiden van geofysische parameters uit de data. Vaak zijn hiervoor verschillende alternatieven bruikbaar en derhalve dienen gebruikers het gewenste alternatief te kunnen kiezen. Ook is het denkbaar dat gebruikers zelf alternatieven aanbieden en bereid zijn die met anderen (al dan niet tegen voorwaarden) te delen. Applicatie-‐laag De applicatie-‐laag biedt de afgeleide en bedrijfsspecifieke informatie die in de analyse-‐laag geproduceerd wordt en presenteert (visualiseert) deze in een vorm die geschikt is voor kennisopbouw (de duiding van de informatie). Dat kan dus in de vorm van een kaart, animatie, grafiek of tabel, afhankelijk van de toepassing. Hoewel op dit niveau er vanwege het bedrijfsspecifieke karakter er geen informatie-‐deling tussen de value-‐adders voor de hand ligt, kunnen wel gemeenschappelijke visualisatie tools gebruikt worden. Het voordeel hiervan is dat informatie door value-‐adders op een uniforme manier kan worden aangeboden en dat door de klanten als prettig en vertrouwd zal worden ervaren. Administratie-‐laag Rond het gebruik van een technische infrastructuur is een administratieve laag vereist waarin functies als het gebruikersbeheer, systeem monitoring, accounting en ondersteuning zijn geregeld. De genoemde accounting betreft niet alleen het gebruik van het systeem door externe gebruikers maar evenzeer het gebruik door de aangesloten partijen. Dit is nodig om eventueel tot een onderlinge verrekening te komen voor bij elkaar afgenomen diensten. Implementatie aspecten De technische infrastructuur waarop de voornoemde functionaliteit geïmplementeerd kan worden is in meerdere omgevingen reeds gedemonstreerd en toegepast. Met name nationale en internationale spatial data infrastructures (SDIs) zijn opgebouwd volgens een services architectuur waarbij gedistribueerde web-‐diensten aan elkaar gekoppeld zijn. Daarbij worden netwerkstandaarden en standaarden voor geo-‐diensten en geo-‐informatie gebruikt. Het resultaat is
29
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
een netwerk-‐gebaseerde infrastructuur die vooral toegang tot data biedt en de daarbij behorende download functies. Een sterk in opkomst zijnde nieuwe technologie is gerelateerd aan de toename van het data volume, de vraag naar het snel beschikbaar maken van informatie en de gevarieerdheid van de data. Big Data is een begrip dat veelomvattend is maar dat vooral ook technologie voortbrengt waarmee grote hoeveelheden data kunnen worden verwerkt op een cluster van computers. Deze technologie komt meer en meer beschikbaar maar is niet eenvoudig toegankelijk voor non-‐expert ontwikkelaars. Bij de technische realisatie van een NEVASCO kan (op termijn) Big Data technologie ook voor (kleine) value-‐ adding bedrijven toegankelijk komen en daarmee een perspectief bieden op sneller en efficiënter produceerbare informatie en vooral ook op verbeterde en nieuwe soorten informatie.
30
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
9
Implementatie en financiële aspecten
9.1 Implementatie De implementatie van NEVASCO zal plaats vinden langs twee geharmoniseerde sporen en zal inzicht verschaffen in de vraag of Nederland een eigen Collaborative Ground Segment (CGS) voor toegang tot Sentinel data nodig heeft dan wel dat aansluiting gezocht kan worden bij ontwikkelingen buiten Nederland. Mocht een eigen grondsegment wenselijk zijn dan levert NEVASCO de specificatie voor het CGS. Deze geharmoniseerde sporen zijn: 1) organisatorisch: vorming van een samenwerkingsverband van value-‐adding bedrijven dat met elkaar de visie en de wens deelt om de synergetische voordelen van schaalvergroting door open samenwerking te gaan exploiteren. De vorming van dit samenwerkingsverband is een geleidelijk en geregisseerd proces. De bedrijven zullen bereid moeten zijn inzage te geven in elkaars (technische) bedrijfsprocessen en markten waarbij het vertrouwen moet groeien dat het delen van elkaars kennis voor ieder leidt tot het vergroten ervan. De beste manier om dat vertrouwen te krijgen is door concreet te gaan samenwerken, bv. in de vorm van enkele geharmoniseerde pilots afgestemd op concrete marktvragen. Een belangrijk aspect hierbij is het ‘interne commerciële model’ dat hierbij zal worden gehanteerd, m.a.w. wie doet wat voor wie en tegen welke prijs en condities. Het begeleiden en regisseren van deze processen door een onafhankelijke en door de sector geaccepteerde deskundige regisseur, bekend met de markt en de bedrijfsprocessen in de sector, is hierbij essentieel. Een dergelijk aanpak heeft het voordeel dat al snel, zonder al te grote inspanning in een technische infrastructuur, samengewerkt kan worden en gezamenlijk diensten aangeboden kunnen worden aan de markt. Binnen NEVASCO zal actief worden gewerkt aan de certificering van diensten en standaardisatie van processen, producten en diensten.
31
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
2) technisch: realisatie van een NEVASCO is een groeiproces waarbij de (bestaande en nieuwe) technische bedrijfsprocessen geleidelijk met elkaar verweven worden tot markt-‐specifieke informatie-‐productieketens die worden gestandaardiseerd en gecertificeerd. Om ervaring op te bouwen kunnen de onder 1) genoemde pilots leidend zijn. Binnen deze ‘horizontale’ technische pilot worden drie aspecten onderscheiden: a. Hergebruik van (een beperkt aantal) bestaande tools tot (delen van) informatieproductieketens die worden geïntegreerd binnen het prototype NEVASCO systeem (Beta-‐versie) b. Prototyping van nieuwe Big Data tools en infrastructuur anticiperend op de grote datastromen van Copernicus. c. Standaardisatie en certificering van processen en informatieketens Om de aanschafkosten in deze eerste fase te minimaliseren is het uitganspunt het hergebruik van bestaande operationele computer-‐ en netwerkinfrastructuren. Gefaseerde ontwikkeling van NEVASCO De eerste fase (start begin 2015) is bereidheid van samenwerking tussen value adding bedrijven onder regie van een onafhankelijke deskundige. Behalve aspecten als gemeenschappelijke positionering op de (inter)nationale markt is de bereidheid van partners om samen te werken aan een NEVASCO als een shared facility cruciaal. Dit samenwerkingsverband treedt op als specificator voor NEVASCO en evolueert naar de rol van exploitant van de op te leveren faciliteit. Onderdeel van fase 1 is de uitvoering van enkele pilots, zoals schematisch weergegeven in Figuur 4: Figuur 4: Schematische weergave van pilots Elke pilot bestaat uit minimaal twee samenwerkingspartners. In de horizontale pilot (roze deel) wordt geanalyseerd welke elementen uit de productieketens van gemeenschappelijk belang zijn en zullen worden opgenomen in de bèta-‐versie NEVASCO. Deze bèta-‐versie wordt vervolgens gedurende de pilots opgeleverd voor gebruik en het opdoen van ervaring. Een tweede component binnen de horizontale pilot bestaat uit het opbouwen van technologische kennis om de operationele NEVASCO te kunnen bouwen in een computer-‐ en netwerkomgeving die
32
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
geschikt is voor Big Data processing. Dit vereist speciale protocollen die het mogelijk maken grote databestanden afkomstig van verschillende sensoren (naast satellieten ook grondgebonden sensoren, geodata en modeluitvoer) op te slaan, efficiënt te ontsluiten en routinematig te bewerken en te visualiseren. Merk op dat NEVASCO er vanuit gaat dat er een efficiënte koppeling gelegd kan worden met de ESA-‐infrastructuur voor toegang tot Sentinel-‐data (al of niet op basis van een Nederlands element in het Copernicus CGS). NEVASCO is hierbij leidend en zoals eerder gemeld specificeert de noodzaak en inhoud van een CGS. Output van fase 1 (doorlooptijd: ca. 1.5 jaar) is een ‘entiteit’ met businessplan, die met het oog op de exploitatie kan gaan fungeren als opdrachtgever voor de uitbouw van de operationele NEVASCO (fase 2). Doorlooptijd van fase 2 wordt geschat op ca. 3 jaar zodat een eerste volledig werkende NEVASCO beschikbaar is na ca. 4 jaar. 9.2 Planning en financieel Fase 1: Pilotfase Per pilot wordt een investering voorzien waarvoor in deze fase alleen richtbedragen kunnen worden gegeven. Deze richtbedragen, ordegrootte 200 k€ per pilot, zijn bedoeld om partijen uit de sector langdurig met elkaar te laten samenwerken, om vertrouwen te creëren tussen de partners en de meerwaarde van samenwerking ‘al werkend’ aan te tonen. Om dit proces in goede banen te leiden en om parallel nieuwe contracten te verwerven op de markt zal intensieve begeleiding nodig zijn door de onafhankelijke deskundige. Uitgaande van 3 productlijnen – en dus 3 pilots – is het totaal voor de pilots 600 k€. Voor de twee componenten van de horizontale pilot wordt een totaal van 400 k€ voorzien, 100 k€ voor organisatorische en 300 k€ voor technische activiteiten. Hierbij is uitgangspunt dat er in deze fase geen grootschalige aanschaf van h/w is voorzien maar dat gebruik wordt gemaakt van (ervaring met) reeds beschikbare, operationele infrastructuren die zich enerzijds lenen voor experimentele ontwikkeling en anderzijds ook voor de toekomstige (Big Data) operaties van NEVASCO een geschikt platform bieden (zoals bv. aangeboden door SARA en Surfnet in het Amsterdam Science Park). Deze fase start in 2015 en loopt tot eind 2015. De benodigde middelen zijn ordegrootte 1 M €. Deze fase zal volledig uit de Ruimtevaartmiddelen moeten worden gefinancierd en zal een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie van Ruimtevaart als technologie-‐middel naar gebruik van Ruimtevaart. Op basis van de resultaten van fase 1 (uitkomsten van de pilots, voorgestelde juridische entiteit en business plan) wordt besloten of het haalbaar is om de volgende fases in te gaan (GO/NO-‐GO beslissing). Van essentieel belang daarbij is het uitgesproken commitment van de deelnemende partijen voor de verdere ontwikkeling van NEVASCO. Daarnaast worden het resultaat van fase 1 en de beslissing om door te gaan met fase 2 getoetst aan enkele nader te definiëren criteria, zoals: het aantal succesvol uitgevoerde pilots (minimaal 3); het aantal aan de pilots deelnemende partijen (minimaal 6, 2 per pilot); het aantal ingediende en/of uitgevoerde commerciële projecten/proposals (minimaal 1 à 2); het overeenstemming hebben over de (juridische) entiteit voor NEVASCO; commitment van de deelnemende partijen d.m.v. handtekeningen onder NEVASCO. Fase 2: Bouwfase Input voor fase 2 is het business-‐ en exploitatieplan uit fase 1. De verdere uitbouw van NEVASCO zal stapsgewijs plaatsvinden met een duidelijke fasering, waarbij voor iedere fase commitment tussen partijen binnen de sector en tussen de sector en de overheid essentieel is, alvorens naar een
33
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
volgende fase kan worden overgegaan. Hierdoor kan de gecreëerde (cloud) infrastructuur geleidelijk en stapsgewijs worden uitgebouwd en worden voorzien van extra functionaliteit en processingcapaciteit. Daarnaast kan stapsgewijs standaardisatie worden ingevoerd en certificering van processingketens worden gestart. De looptijd van deze fase wordt geschat op 3 jaar. Fase 2 (duur ca. 3 jaar) start begin 2016 en loopt tot eind 2018. De geschatte benodigde middelen bedragen 15 M€. Deze fase zal kunnen worden gefinancierd uit enerzijds de Ruimtevaartmiddelen en anderzijds de sector, waarbij de investering vanuit de overheid zal afnemen en zal worden overgenomen door de sector. Fase 3: Initiële exploitatiefase Na ca. 4 jaar kan NEVASCO volledig operationeel worden ingezet voor exploitatie. Voorzien is dat er een zeker investeringsniveau wordt gehandhaafd om NEVASCO infrastructuur te onderhouden en verder uit te breiden aan de hand van nieuwe vraag naar functionaliteit (toevoegen van nieuwe productieketens en elementen/apps daarvoor) van de exploitatie-‐entiteit. Deze investering wordt geschat op 4 M€ in het eerste jaar, afnemend tot 2 M€ (operationele exploitatie) kosten van NEVASCO in het tweede jaar. Fase 3 (duur ca. 2 jaar) start begin 2019 en loopt door tot medio 2020. De benodigde middelen bedragen 6 M€ waarvan 50% zal worden gefinancierd door de sector. In deze fase zal de infrastructuur op commerciële wijze worden geëxploiteerd en worden uitgebouwd. Fase 4: Full operational phase Na fase 3 zullen op commerciële wijze de activiteiten kunnen worden uitgebreid. De operationele kosten bedragen 2 M€ per jaar en zullen volledig worden gefinancierd door de sector. Investeringsoverzicht In onderstaande tabel zijn de geschatte benodigde investeringen opgenomen: Bijdrage M€ Per jaar M€ Fase Duur (j) Overheid Sector Totaal M€ Overheid Sector 1 Pilot 1 1 -‐ 1 1 -‐ 2 Bouw 3 9 6 15 3 2 3 Initiële exploitatie 2 2 4 6 1 2 4 Full operation 4 -‐ 8 8 -‐ 2 Totaal: 10 12 18 30 9.3 Groeimodel NEVASCO kent een drietal functies: i. Een samenwerkingsplatform waarmee de aardobservatiesector kan worden georganiseerd en waarbinnen de aardobservatiesector met elkaar op duurzame wijze kan samenwerken. ii. Een dienstenplatform waarmee de markt en de leveranciers met elkaar in contact worden gebracht en diensten kunnen worden geleverd. iii. Een marketing-‐ en PR-‐platform waarmee naamsbekendheid kan worden gecreëerd. Het groeimodel voor NEVASCO is als volgt: 1. Aan de hand van pilotprojecten wordt de sector uitgenodigd om gezamenlijk diensten te gaan leveren aan marktpartijen. In deze pilotprojecten maken partijen binnen de sector gebruik van 34
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
2.
3.
4. 5. 6.
elkaars diensten en gereedschappen en werken samen in een organisatorisch model voorgeschreven door NEVASCO. Parallel hieraan wordt samen met de sector gewerkt aan een organisatorisch en juridisch kader voor de samenwerking en aan een businessplan waarin de doelstelling van sector over 5 jaar staat beschreven en welke stappen concreet nodig zijn hier te komen, inclusief de acties op korte termijn voor NEVASCO gericht op de ondersteuning van de eerste pilotprojecten. De pilotprojecten zijn gericht op concrete vragen vanuit of kansen op de markt, waarvoor de Nederlandse overheid launching customer is, dan wel concrete kansen liggen in de eerste exportmarkt Kazachstan en bieden de partijen in de sector de gelegenheid om met elkaar te leren samenwerken. Via het RVO-‐Programma Investering Buitenland worden de pilotprojecten ingezet om voorbereidende activiteiten op te zetten ten behoeve van exportactiviteiten Kazachstan. Hierbij kan gedacht worden aan het organiseren van gedetailleerde marktanalyses, websites en workshops. Aan de hand van de pilotprojecten wordt geëvalueerd wat dit concreet betekent voor NEVASCO (technisch, organisatorisch, juridisch, plan van aanpak) en wordt NEVASCO verder uitgebouwd. Diensten worden uitgebouwd en ondersteuning voor marketing en PR wordt geleverd om het dienstenpakket te verbeteren en marktaandeel op te bouwen. De Taakgroep Toepassingen Satellietdata identificeerde 3 voor Nederland belangrijke marktsectoren waarop voor NEVASCO significante groei is te realiseren. Binnen deze 3 sectoren heeft het Nederlandse sectorspecifieke bedrijfsleven qua kennis en producten al een internationaal erkende positie. Voor inbedding van NEVASCO in dit internationaal opererende, sectorspecifieke bedrijfsleven wordt ondermeer samenwerking gezocht met regionale Nederlandse clusters (bv. maritiem clusters Noord en Zuid Holland, AgroFoodCluster Flevoland, veiligheidscluster Zuid Holland, ...).
Vervolgens gaat de groei geleidelijk en stapsgewijs door, waarbij NEVASCO commercieel en marktconform geëxploiteerd wordt en het dienstenpakket verder evolueert aan de hand van vragen en behoeftes uit de diverse markten. Opbrengstmodel Het bovenstaande groeimodel laat zien dat de ontwikkeling van NEVASCO een geleidelijk, stapsgewijs proces is. Het gevolg hiervan is dat ook de opbrengst van NEVASCO volgens een stapsgewijs patroon zal groeien, m.a.w. de omzet in de ruimtevaart-‐downstream-‐dienstensector ten gevolge van het ontwikkelen van NEVASCO zal geleidelijk groeien. In het Taakgroep-‐rapport en de daaropvolgende Uitvoeringsagenda is aangegeven dat er een samenhangend pakket aan maatregelen getroffen moet worden om het gebruik van satelliettoepassingen te laten groeien en hiermee de economie te stimuleren. NEVASCO is één van die maatregelen. In Figuur 5 is de evolutie van investering en opbrengst van NEVASCO schematisch (zonder absolute bedragen) weergegeven. De verschillende schijven geven de toestand op opeenvolgende momenten in de tijd weer, corresponderend met de ontwikkelfases van NEVASCO. Het binnenste (groen-‐rode) deel van de schijf representeert de benodigde investeringen. De grootte van dat deel van de schijf verandert in de loop van de tijd, wat overeenkomt met de verandering van de totale hoeveelheid benodigde investeringen. De sectoren van die schijf representeren dat de investeringen een combinatie zijn van publieke (overheid) en private (sector) investeringen, resp. groen en rood. De verhouding tussen die twee verandert in de tijd (zie ook het investeringsoverzicht hierboven). Daarbij verandert in de tijd
35
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
ook de bron van de overheidsinvesteringen, nl. een afname van de investering uit het ruimtevaartbudget ten gunste van een toename van overheidsinvesteringen (als launching customer) uit andere beleidsbudgetten.
Figuur 5: Schematische weergave van opbrengsten en investeringen. De (blauwe) ring/rand van de schijven representeert de opbrengst voor de sector. In de pilotfase is die nog relatief beperkt, maar in de loop van de verdere NEVASCO-‐ontwikkeling zal die groeien (weergegeven door de steeds bredere rand) vanwege de toename van de activiteiten op de diverse markten en het geleidelijk beschikbaar komen van meer en meer operationele satellietdata zoals van de Sentinels. Absolute bedragen voor die groeiende opbrengst zijn op dit moment niet te geven, vanwege de manier waarop NEVASCO moet gaan groeien, waarbij het creëren van draagvlak en het verwerven van commitment in de sector (en bij de overheid) in de opeenvolgende ontwikkelfasen essentieel is.
36
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
10
Conclusies en aanbevelingen
10.1 Conclusies Uit diverse (inter)nationale onderzoeken komt naar voren dat dienstverlening op basis van – geïntegreerde – satelliettoepassingen een enorm – economisch – potentieel heeft (zie o.a. het eindrapport van de Taakgroep Toepassingen Satellietdata). Dit economisch perspectief komt voort uit het doorgedrongen besef dat de werkelijke waarde van ruimtevaart in de informatie voor gebruikers zit. Die waarde wordt gegenereerd op de diverse gebruikersmarkten. Wat betreft de vraagkant (het gebruik maken van dienstverlening op basis van omgevingsinformatie o.a. afkomstig uit de verwerking van satellietdata en andere geo-‐informatie) zien we dat schaalvergroting optreedt, waarbij de klant meer en meer behoefte heeft aan continue, gegarandeerde, gestandaardiseerde, gecertificeerde en geïntegreerde informatie. Aan de aanbodkant zien we ook een ‘schaalvergroting’ vanwege de enorme toename in de komende jaren van de beschikbare satelliet-‐aardobservatiedata, o.a. d.m.v. de Copernicus-‐Sentinel satellieten. De downstream-‐sector, die tussen deze vraag-‐ en aanbodkant in zit, kan alleen maar meekomen als ze zelf ook tot schaalvergroting overgaat zodat met de zo verkregen grotere massa een concurrerende positie op de wereldmarkt kan worden verworven. Hiervoor dient NEVASCO: Nederlands Value-‐Adding Services Collectief. NEVASCO is het organisatorisch en technologisch kader om partijen efficiënter en kansrijker te laten opereren op de markt. Binnen NEVASCO werken diverse value-‐adders samen waarbij kennis en kunde gedeeld wordt op een vooraf afgesproken manier. NEVASCO richt zich op de dienstverlening aan de markt. Zij wordt hierbij ondersteund door een flexibele infrastructuur waarmee informatie-‐productieketens opgezet kunnen worden door diverse partners in wisselende samenstellingen, aangedreven door de behoeftes van de vragende marktpartijen (klanten). Voor de data-‐intake maakt NEVASCO gebruik van bestaande data infrastructurele voorzieningen. Vanwege de gerichtheid op de markt en het behoefte-‐gedreven karakter, is NEVASCO bij uitstek in staat om bij de dragen aan de gebruikerseisen van een data-‐infrastructuur zoals een Copernicus Collaborative Ground Segment. Voor NEVASCO bestaat draagvlak in de sector en bij de overheid. Het draagt bij aan de ambitie van de sector tot een substantiële groei op de wereldwijde markten in de komende jaren, en het draagt bij aan het overheidsbeleid op het gebied van het gebruik van ruimtevaart en andere beleidsterreinen (door launching-‐customership van de overheid beter mogelijk te maken). Door NEVASCO wordt het kennisvalorisatieproces in de downstream – en op termijn de private investeringen in de kennisinstellingen – bevorderd en worden noodzakelijke randvoorwaarden gecreëerd voor het realiseren van cross-‐overs tussen de topsector HTSM (Roadmap Space) en Agro&Food, Water, Energie en Logistiek. Door NEVASCO wordt niet alleen beter geprofiteerd van de investeringen in satellieten (zoals Copernicus) maar gaat ook de downstream-‐sector groeien wat leidt tot economische groei voor Nederland en een benutting van ruimtevaart voor de Nederlandse en internationale samenleving. NEVASCO wordt gefaseerd ingevoerd, waarbij de sector de lead neemt en geleidelijk de commerciële exploitatie ter hand neemt. De overheidssteun neemt daarbij geleidelijk af en verschuift van het ruimtevaartbeleid naar andere beleidsterreinen (launching customer).
37
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
Voor de downstream-‐sector in Nederland is NEVASCO het platform om een groeiend aandeel te verwerven in de wereldwijde markt voor satellietapplicaties. Maar het is ook een trendbreuk, van een versnipperde sector voor wie het vaak lastig is om de grote publieke en private klanten te bedienen, naar een slagvaardige en draagkrachtige sector die flexibel kan inspelen op de marktbehoeftes en efficiënt gebruik kan maken van het groeiende satellietdata-‐aanbod. Het opbouwen van onderling vertrouwen van de deelnemende partijen is daarom essentieel, ze moeten tenslotte hun sterktes gaan delen. Maar evenzeer belangrijk is hun uitgesproken commitment voor deze ontwikkeling. De overheid kan de uitgestoken hand van de sector aannemen en samen optrekken ten behoeve van economie en samenleving! 10.2 Aanbevelingen 7. Inceptiefase: het op korte termijn uitvoeren van een NEVASCO inceptie-‐ of tussenfase (duur: ca. 3 maanden). In deze inceptiefase worden (i) de concrete markten en pilotprojecten gedefinieerd die in de pilotfase worden uitgevoerd, (ii) de technische randvoorwaarden gedefinieerd tussen de eerste groep value-‐adding bedrijven om de pilotprojecten te kunnen uitvoeren en wordt bepaald welke consequenties dit heeft voor de specificatie van de NEVASCO diensteninfrastructuur, (iii) de organisatorische samenwerkingsovereenkomst tussen de eerste groep value-‐adding bedrijven gedefinieerd voor de uitvoering van de pilotprojecten, (iv) succescriteria worden gedefinieerd voor verdere uitbouw en implementatie van NEVASCO. 8. Pilotfase: Voorjaar 2015 starten met hierboven uitgewerkte pilots voor het inrichten van een aantal concrete informatie-‐productieketens onder de vlag van NEVASCO. 9. Uitvoeren van de missie naar Kazachstan in samenwerking tussen de sector en de overheid om NEVASCO en de producten en diensten onder de naam NEVASCO te promoten op de kansrijke markt in Kazachstan. 10. Eind 2015 vormgeven en implementeren van een formele NEVASCO ‘entiteit’, inclusief organisatorische, juridische en technologische onderdelen. 11. Gaandeweg, maar zeker vanaf 2016, verder uitbouwen van NEVASCO door groei van het aantal concrete informatie-‐productieketens en toetreding van nieuwe value-‐adding bedrijven. 12. Koppeling van thema-‐specifieke informatie-‐productieketens aan kennisinstellingen voor duurzame realisatie van innovaties (topsectorenbeleid).
38
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
11
Bijlage: Afkortingen
AO Aardobservatie CGS Collaborative Ground Segment CNES Centre National d'Etudes Spatiales COPACI COPernicus Data Access and Exploitation Collaborative Infrastructure DLR German Aerospace Center (Deutsches Zentrum für Luft-‐ und Raumfahrt) EARSC European Association of Remote Sensing Companies EC Europese Commissie EEA European Environmental Agency ESA European Space Agency EU Europese Unie GBN GeoBusiness Nederland h/w hardware HTSM Topsector High-‐Tech Systemen & Materialen ICT Informatie en Communicatie Technologie IT Informatie Technologie MKB Midden-‐ en Kleinbedrijf NEVASCO Nederlands Value-‐Adding Services Collectief NLR Nationaal Lucht-‐ en Ruimtevaartlaboratorium NSO Netherlands Space Office PDOK Publieke Dienstverlening Op de Kaart PEPS Sentinel Products Exploitation Platform (Platforme d’Exploitation des Produits Sentinelles) PPS Publiek-‐Private Samenwerking QA Quality Assurance RFI Request for Information s/w software SAC Satellite Applications Catapult SAR Synthetic Aperture Radar SBIR Aanbesteden van Innovaties (RVO regeling, Small Business Innovation Research) SDI Spatial Data Infrastructure TEP Thematic Exploitation Platform TKI Topconsortium voor Kennis & Innovatie (Topsectoren) TO2 Samenwerkingsverband van TNO en de GTI’s (Grote Technologische Instituten: NLR, ECN, MARIN, Deltares) VA Value Adding (in aardobservatiesector) VITO Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek
39
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
12
Bijlage: Terminologie
Aanbieder: Dienstverlener: Klant: Gebruiker: Leverancier: Afnemer: Downstream
degene die de (satelliet)data verkoopt/ter beschikking stelt degene die een product/dienst levert (verkoopt) aan de klant degene die een product/dienst afneemt (koopt) van de dienstverlener zie > klant van data = aanbieder van producten/diensten = dienstverlener van data = dienstverlener van producten/diensten = klant Met het woord downstream wordt het geheel aan activiteiten aangeduid op het gebied van het gebruik van ruimtevaart. Veelal komt dit neer op de verwerking van data en/of signalen, gebruik makend van modellen, procedures en algoritmes en meestal gebruik makend van informatie uit andere bronnen. In algemene zin omvat ‘downstream’ drie gebieden, te weten: aardobservatie, navigatie en satelliet-‐telecommunicatie. Gebruikerstoepassingen kunnen op deze gebieden afzonderlijk liggen, maar vaak is er sprake van een combinatie van toepassingen. In dit rapport wordt de focus gelegd op aardobservatie, omdat de markt op dat gebied ten opzichte van die op de gebieden navigatie en telecom minder ver ontwikkeld is en daarom extra aandacht verdient, zeker met het oog op de groeimogelijkheden vanwege de komst van Copernicus.
40
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
13
Bijlage: Copernicus & Collaborative Ground Segment
In deze bijlage zullen de ontwikkelingen in een aantal andere landen besproken worden op het gebied van satellietdata-‐infrastructuur en zal gekeken worden waar die raken aan en/of overlappen met NEVASCO. Eerst zal echter een kort overzicht worden gegeven van de door ESA en EC te ontwikkelen Copernicus services en de erbij behorende data-‐infrastructuur. 13.1 Copernicus De EC is namens de Europese Unie verantwoordelijk voor het Copernicus initiatief en beheert de diensten (services) en stelt de eisen op waaraan deze diensten moeten voldoen. ESA is verantwoordelijk voor het ruimtesegment dat satellietdata beschikbaar maakt van de Sentinel missies, maar ook van andere ESA-‐ en third-‐partymissies. Tot slot is de EEA (European Environmental Agency) verantwoordelijk voor de in-‐situ component die zich richt op het verzamelen en beschikbaar stellen van gegevens opgenomen door een grote verscheidenheid aan sensoren op de grond, op zee en in de lucht. 12.1.2 Copernicus Core Services en Downstream Services Het belangrijkste doel van Copernicus is het bieden van producten en diensten ten behoeve van het beheer en bescherming van de leefomgeving en onze natuurlijke bronnen en de waarborging van de veiligheid. Copernicus zal daartoe een reeks van diensten aanbieden op het gebied van onder meer luchtkwaliteit, overstromingen, droogte en verwoestijning en olievervuiling op zee. Al deze diensten bieden belangrijke informatie voor de zes thema’s: oceanen, monitoring van land en atmosfeer, rampenbestrijding, veiligheid en klimaatverandering. Op basis van deze Core Services zullen zogenaamde Downstream Services kunnen worden ontwikkeld die voorzien in producten voor nationale, regionale of lokale informatiebehoefte, maar ook voor Europese en mondiale nichemarkten. Hoewel gebaseerd op de Core Services zijn de Downstream Services geen verantwoordelijkheid van EC of ESA. 12.1.3 Sentinel missies In het voorjaar 2014 is Sentinel-‐1, de eerste van een reeks Sentinel missies gelanceerd. Tot aan 2020 volgen nog een hele reeks lanceringen van Sentinel satellieten waarmee in de operationele behoefte van het Copernicus programma wordt voorzien. Elke missie voorziet in een constellatie van twee satellieten teneinde aan de operationele eisen ten aanzien van bedekking en opnamefrequentie te voldoen. De volgende missies zijn gedefinieerd: • Sentinel-‐1: Radar missie. C-‐band SAR data voor monitoring van land en oceanen. Lancering: april 2014 en 2016. • Sentinel-‐2: Multispectrale, hoge resolutie optische missie. Landmonitoring: vegetatie, bodem en waterbedekking, binnenwateren en kustgebieden. Lancering: april 2015 en 2017. • Sentinel-‐3: Multi-‐instrument missie. SLSTR (Sea and Land Surface Temperature Radiometer), OLCI (Ocean and Land Colour Instrument), SRAL (SAR Altimeter), DORIS, and MWR (Microwave Radiometer). Oceaan missie. Lancering: 2014, 2014-‐2015 en voor 2020. • Sentinel-‐4: Meteosat Third Generation Sounder (MTG-‐S) missie. Monitoring van de atmosfeer vanuit geostationaire baan. Lancering: 2017 en 2019. • Sentinel-‐5: MetOp Second Generation missie. Monitoring van atmosfeer vanuit polaire baan, Lancering 2020.
41
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
• •
Sentinel-‐5 Precursor: Gap Filler missie tussen Envisat en Sentinel-‐5. ESA/NL missie (TROPOMI). Monitoring van de atmosfeer. Lancering: 2015-‐2016. Sentinel-‐6 (Jason-‐CS): een radar altimeter missie voor het meten van de hoogte van het globale zeeoppervlak; primair gericht op operationele oceanografie en voor klimaatstudies. Lancering: 2020-‐2025.
Naast de data van de Sentinel missies zal er ook complementaire data beschikbaar komen van zogenaamde Contributing Missions. Er zijn zo’n 30 bestaande of geplande Contributing Missions. Het betreft missies van ESA, de ESA lidstaten, Eumetsat en andere Europese en internationale third-‐party missie operators die (een deel van) hun data beschikbaar stellen aan Copernicus. 12.1.4 Copernicus Ground Segment Om alle data die door deze satellieten worden verzameld te ontvangen, te processen, op te slaan en de afgeleide producten te distribueren naar de gebruikers, is een uitgebreide en complexe grondsegmentinfrastructuur nodig. Elke Sentinel-‐ en third-‐partymissie heeft zijn eigen onafhankelijk opererende grondsegment dat verbonden is met het Copernicus Ground Segment. Stroomlijning van de datastromen op een manier die zoveel mogelijk transparant voor de gebruikers is vindt plaats in het Coordinated Data Access System. Zie het onderstaande figuur. Inmiddels wordt vrije en open toegang geboden tot Sentinel-‐1 Level-‐0 en Level-‐1 producten voor verschillende opname modes. Deze toegang wordt verzorgd door de Sentinel-‐1 Scientific Data Hub (https://scihub.esa.int/). 12.1.5 Sentinel Collaborative Ground Segment Het Copernicus grondsegment wordt uitgebreid met het Sentinel Collaborative Ground Segment, dat opgezet wordt om verdergaande exploitatie van Sentinel-‐missies te stimuleren en te ondersteunen. Het Sentinel Collaborative Ground Segment biedt een extra toegang tot Sentinel-‐data en tot specifieke dataproducten of distributiekanalen. De componenten van deze infrastructuur worden door partijen zelf en niet vanuit het ESA/EU Copernicusprogramma gefinancierd en moeten een grondslag voor internationale samenwerking vormen. Die samenwerking moet resulteren in specifieke oplossingen in verscheidende toepassingsgebieden. Vijf soorten activiteiten worden in dit verband voorzien: 1. Data acquisitie en (quasi-‐) real-‐time productie; hierbij ontvangen lokale grondstations rechtstreeks Sentinel-‐data tijdens een satellietoverkomst. 2. Complementaire producten en algoritmen; deze producten kunnen speciaal ontwikkeld worden voor regionale gebieden en/of applicaties en zouden een uitbreiding kunnen zijn van de Sentinel basisproductketen. 3. Data dissemination en toegang; herverspreiding van Sentinel basisproducten via bijvoorbeeld mirror sites. 4. Ontwikkeling van innovatieve tools en applicaties. 5. Additionele ondersteuning bij kalibratie en validatie activiteiten.
42
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
12.1.6 Thematic Expliotation Platforms ESA heeft in september 2013 met een verzoek tot informatie (RFI) een start gemaakt met de ontwikkeling van Thematic Exploitation Platforms (TEPs): een virtuele omgeving (in de ‘cloud’) waar data, processing capaciteit, processing software en ICT infrastructuur bijeen wordt gebracht onder het credo ‘Move the users’ computers to the data’. In Q1 2014 zijn er ITTs gepubliceerd voor TEPs op de volgende 5 thema’s: (i) Coastal Environment TEP, (ii) Forestry TEP, (iii) Hydrology TEP, (iv) Polar TEP en (v) Urban TEP. Het concept van TEPs heeft een sterk R&D karakter en wordt in eerste instantie gefinancierd door ESA vanuit het EOEP-‐4 GSD programma. Lange termijn financiering door ESA wordt niet voorzien. TEPs lijken sterk gericht te zijn op wetenschappelijk gebruik en bij de ontwikkeling te leunen op de betrokkenheid van ‘user communities’ en ICT sector. 13.2 Nationale initiatieven in het kader van het Collaborative Ground Segment Diverse landen hebben elk – op basis van nationale behoeften – een ontwikkeling in gang gezet om het gebruik van de Copernicus-‐data ter ondersteuning van nationale prioriteiten te stimuleren. Deze ontwikkelingen zullen hier kort worden beschreven. 12.2.1 Duitsland: COPACI – DLR In Duitsland ontwikkelt DLR een Collaborative Copernicus data access en exploitatie infrastructuur onder de titel COPACI (COPernicus Data Access and Exploitation Collaborative Infrastructure). Het doel is om voor de Duitse gebruikers (overheden, bedrijven, research organisaties) Copernicus data te ontsluiten. COPACI levert onder meer services voor toegang tot Copernicus data (zoekfaciliteiten, download, archivering, etc.) en software en hardware om de grote databestanden te (kunnen)
43
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
bewerken (incl. cloud faciliteiten, apps, etc.). Sturing bij de ontwikkeling van COPACI zijn enkele voor de Duitse gebruikers belangrijke ‘scenario’s’ waaronder monitoring van land en kustwateren, tijdserie analyses en ‘made-‐to-‐order-‐services’ (bijv. data van door de gebruikers te selecteren regio’s die worden verwerkt tot standaard halfproducten) en zgn. ‘’convenience products’’ (bv. een tijdserie van mozaïeken van Duitsland samengesteld op diverse geometrische schalen). De plannen zijn om in Duitsland een rollend archief te onderhouden maar zich voor de lange termijn archivering te baseren op ESA. De planning is dat COPACI medio 2015 operationeel is. Gegeven de Big Datastromen die Copernicus produceert kenmerkt het systeem zich als een state-‐of-‐the-‐art technologische oplossing die zich dicht tegen het (ESA) satellietdatasegment positioneert. Het Bayerisches Staatsministerium für Wirtschaft und Medien, Energie und Technologie (StMWi) ondersteunt de totstandkoming van COPACI met een bijdrage van ca. 7.5 M€. Een aan COPACI gelinkt project is APPS4GMES (ook mede gefinancierd door de Beierse overheid). Doel van APPS4GMES is om een prototype serviceketen te ontwikkelen gebaseerd op standaard pre-‐ processed aardobservatiedata als input voor het operationeel genereren van producten (incl. de verspreiding ervan). De uitdaging van APPS4GMES is om operationele pilotdiensten te ontwikkelen in de context van de handling van grote databestanden, geautomatiseerde extractie van informatie incl. kwaliteitsbewaking. Het APPS4GMES consortium bestaat uit vier Beierse MKBs (VISTA, EOMAP, RSS, ZEBRIS) en een internationale provider van information and communication technology (T-‐Systems). Gebruik van COPACI door niet-‐Duitse partijen wordt beschouwd als een optie. Met Oosterrijk is in dit kader een overeenkomst getekend. DLR is bereid met eventuele Nederlandse partijen te spreken op basis van een nader overeen te komen business model. 12.2.2 Frankrijk: PEPS – CNES CNES in Frankrijk heeft het initiatief genomen voor de ontwikkeling van het Sentinel Products Exploitation Platform (PEPS). PEPS is voortgekomen uit een samenwerkingsovereenkomst tussen CNES en het Ministerie van Ecology, Sustainable Development and Energy (MEDDE). PEPS is in eerste instantie gericht op de informatiebehoefte van publieke instellingen in Frankrijk waaronder MEDDE. Daarnaast koppelt PEPS Copernicus-‐data met regionale geo-‐spatiële bestanden in Frankrijk. In een tweede fase zal PEPS worden uitgebreid naar diensten van de particuliere sector. Het CNES-‐datacentrum is de schakel tussen een ESA-‐datahub enerzijds en de gebruikers anderzijds. PEPS start als een CNES-‐faciliteit maar zal na de initiële fase als een PPS worden voortgezet. De mogelijkheid om met cloud operators samen te gaan werken wordt bestudeerd. PEPS biedt faciliteiten om data te zoeken, te downloaden, te processen en op te slaan. Doel is het gebruik van ruimtevaartgegevens te stimuleren door enkele barrières, die het grootschalig gebruik ervan hinderen, weg te nemen. Uitgangspunten voor het ontwerp van PEPS zijn: • een functionele specificatie van diensten gebaseerd op de behoeften van de gebruikers, • iteratieve ontwerpmethode van het systeem in samenwerking met de eindgebruikers, • een nieuw en innovatief systeem dat waar mogelijk gebruik maakt van open-‐software tools, • bundeling van IT-‐middelen, opslagruimte, software en methoden om de exploitatiekosten van het systeem te beperken.
44
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
Alhoewel PEPS in eerste instantie is bedoeld als een platform gericht op Franse gebruikers wordt uitbreiding in de vorm van koppeling met andere Europese netwerken overwogen – afhankelijk van EU-‐ en ESA-‐plannen. Een upgrade naar een platform waarin ook andere satelliet-‐ en in-‐situ-‐data wordt opgenomen, wordt overwogen. 12.2.3 Noorwegen In Noorwegen is in 2005 Norwegian Geospatial Data Infrastructure (Norway Digital) opgericht; dit is een samenwerkingsverband tussen instituten die geospatiële producten maken. De missie van Norway Digital is het samenstellen, onderhouden en het verspreiden van digitale geografische data. Met de komst van Sentinel-‐2 en Landsat 8 is men een studie gestart naar de uitdagingen waarvoor men komt te staan wanneer deze enorme datastroom afkomstig van deze satellieten op gang komt. Optische beelden die geheel Noorwegen op zijn minst één keer per drie dagen bedekken vormen tezamen een ongekend grote hoeveelheid data die geschikt is voor mapping en monitoren van land en kustwateren. Verwacht wordt dat bestaande diensten van de data zullen profiteren en dat nieuwe diensten zullen worden ontwikkeld. De studie heeft vooral onderzocht wat er gedaan moet worden om nationaal zo optimaal mogelijk te profiteren van de Sentinel-‐2 data. Daarbij werd vastgesteld dat de hoge opnamefrequentie gekoppeld aan het feit dat de data gratis is, er voor zorgen dat de wijze waarop de data gebruikt gaat worden gaat veranderen. Met name komt er een verschuiving van het gebruik van individuele beelden naar het gebruik van tijdseries van beelden, hetgeen hoge eisen stelt aan de processing mogelijkheden. Tijdserie-‐analyse vereist dat de satellietbeelden nauwkeurig radiometrisch en geometrisch worden gecorrigeerd. Deze correcties kunnen door elke gebruiker zelf worden gedaan of er is een centrale pre-‐processing faciliteit die deze correcties voor de gebruikers uitvoert. Een National Satellite Data Centre, zoals voorgesteld in de studie, zou een invulling van de tweede optie zijn. Eisen die aan een dergelijk NSDC worden gesteld hebben betrekking op opslagcapaciteit, real-‐time verwerking, productie van wolkenvrije composieten, web-‐services en server-‐side processing. Men verwacht dat met een nationaal centrum een hogere mate van efficiency wordt bereikt bij aanzienlijk lagere kosten. 12.2.4 België VITO in België is verantwoordelijk voor de implementatie van de Global Land Service binnen het Copernicus-‐programma. De Copernicus Global Land Service zet satellietdata om in een scala aan biofysische parameters op een wereldwijde schaal. Op basis van het Vegetation instrument, voortgezet met Proba-‐V, heeft VITO een operationeel centrum ontwikkeld dat zich richt op de verwerking en operationele productie (incl. een IT infrastructuur) van vegetatie-‐producten. VITO zoekt momenteel naar mogelijkheden om de Belgische commerciële sector toegang te geven tot Copernicus data en geeft aan geïnteresseerd te zijn hierbij met Nederland samen te werken. 12.2.5 Oostenrijk In Oostenrijk is een samenwerkingsverband opgezet onder de naam EODC: Earth Observation Data Center. Het is een start-‐up bedrijf (EODC GmbH) maar het heeft de vorm van een PPS. Publieke en private organisaties, en individuen, uit binnen-‐ en buitenland, kunnen deelnemen, op drie verschillende partnership-‐niveaus (principal cooperation partner, associate cooperation partner, developer). Het algemene doel van het EODC-‐netwerk is het ‘stimuleren van het gebruik van
45
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
aardobservatiedata’, waarbij primair gericht wordt op (Global) Water Resources Monitoring. Hun missie is het voor dit doel ‘bij elkaar brengen van partners uit de wetenschap en de publieke en private sectoren’. Het lijkt de bedoeling dat partners hun eigen financiering meebrengen (in-‐kind of funding). Op dit moment loopt er nog maar een concreet project, voor Sentinel-‐1 data processing, gefund door het Oostenrijkse FFG (Forschungsförderungsgesellschaft). Het EODC wordt opgezet als een virtueel gedistribueerd aardobservatie-‐datacentrum dat voorziet in een gezamenlijke IT infrastructuur voor archivering, processing en distributie van aardobservatie-‐ data (end-‐to-‐end ketens). Voor het rekenwerk wordt gebruik gemaakt van hosting op Europese computing centers. Het EODC treedt op als facilitator en organisator voor de verwerking van de grote hoeveelheden AO-‐data. Onder het EODC-‐netwerk opereren een aantal ‘communities’ waarbinnen de softwareontwikkelingen plaatsvinden. Deze communities onderhouden de contacten met gebruikers (die niet nader gespecificeerd worden). De ‘diensten’ die binnen het EODC opgezet worden betreffen: Data services (dataverwerving en management en efficiënte processing, specifiek van de Sentinel L0/L1 data, rechtstreeks van de ESA hub, enkele pre-‐processing stappen, L2/L3 data processing en NRT-‐distributie); Software services (gezamenlijke ontwikkeling van – nieuwe – software voor AO-‐ diensten); Platform services (processing-‐ en ontwikkel-‐platforms, cloud-‐based web-‐applications voor communicatie en informatie-‐uitwisseling); en Community building services. Ook niet-‐partners kunnen tegen een vergoeding gebruik maken van de diensten van het EODC. Men kijkt ook naar supercomputing en Big Data technologieën en het EODC moet een platform bieden voor het runnen van data-‐intensieve aardwetenschappelijke modellen. Het EODC dient de maatschappelijke benutting van AO-‐technologie, maar er is geen directe verbinding met operationele dienstverlening voorzien. In de kern lijkt het EODC een vorm van een Collaborative Ground Segment, maar het wordt zo niet genoemd. Het specifieke element van de dienstverlening aan de klant in de markt (wat wel in NEVASCO zit) ontbreekt. 12.2.6 UK Het UK heeft de Satellite Applications Catapult (SAC). Deze is primair opgezet vanuit een economisch perspectief en vanuit het besef dat space een belangrijke innovatieve en technologische aanjager van de economie kan zijn. Het is een onderzoeksorganisatie in de vorm van een commercieel bedrijf. De SAC kan bedrijven ondersteunen bij het vinden van funding (privaat en publiek) voor het opzetten van nieuwe satelliet-‐dienstverlening, maar het SAC kan ook samenwerkingsprojecten met bedrijven doen. De activiteiten van de SAC zijn onderverdeeld in een aantal programma’s die geselecteerd worden op basis van hun economisch potentieel en de aansluiting bij de UK en ESA space strategy. Op dit moment zijn er de volgende programma’s: Explore Markets (assessment, onderzoek en awareness van potentieel nieuwe markten zoals smart cities, food supply chains, health, security and energy); Explore Technologies (data-‐infrastructuur en efficiënte satellietdata-‐toegang); Maritime (maritieme omgevingsinformatie en communicatie voor toepassingen zoals fishing monitoring, integrated logistics and supply chains, vessel efficiency); Transport (inter-‐voertuig communicatie, voertuigautonomie op basis van satellietdata, intelligente transportsystemen).
46
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
Samen met de UK Space Agency biedt de SAC een data hub voor diverse vormen van open en licensed satellietdata. Daarbij is het de bedoeling tools aan te bieden die het gebruik van satellietdata voor niet-‐ingewijden vereenvoudigen. De SAC-‐faciliteiten omvatten data-‐ en ICT-‐ infrastructuur voor onder meer satellietcommunicatie, datadistributie, visualisatie, space security, maar ook een specifieke klimaatmonitoring-‐voorziening (CEMS: Climate, Environment and Monitoring from Space). De SAC omvat functionaliteiten die ook in een Copernicus Collaborative Ground Segment zitten, maar is meer dan alleen dat. De nadruk lijkt vooral te liggen op onderzoek, data-‐voorziening en applicatieontwikkeling. Specifieke NEVASCO-‐aspecten t.a.v. de markt-‐dienstverlening vallen er niet onder.
47
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
14
Bijlage: Support letters uit de sector
Op de volgende pagina’s staan de support letters van: 1. BlackShore – European Space innovation Centre 2. DataCraft 3. eLEAF Holding NV 4. Geoserve BV 5. HCP International 6. HERMESS BV 7. NEO B.V. 8. Orbital Eye BV 9. Sarvision 10. SkyGeo Netherlands BV 11. Spacemetric BV
48
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
49
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
50
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
51
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
52
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
53
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
54
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
55
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
56
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
57
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
58
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
59
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
60
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
61
NEVASCO rapport Definitiestudie ADI_NEVASCO_Final.docx31-‐3-‐2015
62