Reisverslag deel 4 – Umkwali Project Ik ben op reis in Zuid-Afrika en Namibië. Ik bezoek hier de projecten die door ons ondersteund worden alsmede vrijwilligersprojecten. Mijn laatste stop is het Umkwali Project in Zuid-Afrika. Dit project concentreert zich op het beschermen van roofdieren middels een vrijwilligersprogramma en een wel heel opmerkelijke vorm van samenwerking. “Stay behind the gate, don’t let them see you”, roept Anthony tegen me als ik langs het hek probeer te kijken. Ik ben min of meer uit de auto gedirigeerd met als opdracht een hek te openen. Ik snap eigenlijk niet zo goed waarom ik dit nu moet doen…..Totdat er twee tsessebes, (lierantilopes, zie afbeelding rechts) voorbij schieten. “Close the gate” en ik sukkel op een drafje achter het hek aan. Waarbij ik me gelijk bedenk dat ik dan wel aan de verkeerde kant van het hek sta, namelijk bij de tsessebes. Weliswaar geen leeuwen maar toch. Gelukkig komt Anthony me verlossen en sta ik vervolgens ietwat nahijgend aan de goede kant van het hek. “Catched any game before”, vraagt Anthony lachend. “Nee, maar goed, voor alles is een eerste keer toch?” roep ik stoer. Terwijl ik me inwendig afvraag hoe ik hier toch weer verzeild ben geraakt...... Natuurbescherming op een jachtfarm Ik ben in Umkwali wat “thorn knob” betekent. Dat is een boom die hier veelvuldig voorkomt. Umkwali bevindt zich op een 8500 groot hectares stuk grond nabij het stadje Alldays in Zuid-Afrika, vlakbij de grens van Botswana en Zimbabwe. Het is land van een boer die diverse jachtfarms bezit. Op één van zijn farms bevindt zich het Umkwali Project. Dit project richt zich op de bescherming van roofdieren, de cheetah staat centraal. Een jachtfarm is een vreemde plaats om dieren te beschermen zou je zo denken maar zoals alles in Afrika, heeft elk verhaal twee kanten. Bij boeren is de meeste winst te behalen Feit is dat mensen het land overnemen. Er is steeds minder plek voor de natuur, zeker voor roofdieren. Eigenlijk alleen in de reserves en nationale parken maar ja, daar leven nu eenmaal de minste roofdieren, zeker cheetah’s. Die leven voornamelijk op land van boeren zeker omdat ze in nationale parken weggejaagd worden door de sterkere roofdieren zoals leeuwen en hyena’s. Het land waar ze naar uitwijken is echter van boeren die vee of game (wild) houden. Een game farm (wildboerderij) is een plaats waar in plaats van koeien en geiten, dieren wordt gehouden zoals bijvoorbeeld koedoes, wildebeesten (gnoes) en zebra’s. Deze dieren worden gemanaged, zoals je ook een normale boerderij moet managen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door dieren op een veiling te verkopen of door op ze te laten jagen. Boeren met vee en game houden niet van roofdieren en dat is een groot probleem. Als zij niet toestaan dat er roofdieren op hun land leven, is er slechts één scenario mogelijk in de toekomst. Dat roofdieren in deze gebieden worden afgeschoten en dan alleen nog kunnen leven in beschermde gebieden zoals nationale parken. Een trieste gedachte omdat dit altijd om relatief weinig oppervlakte gaat.
Anthony Perkins, oprichter van Umkwali, bedacht dan ook dat, om roofdieren te helpen, je het beste op het land van een boer kon werken. En niet zomaar een boer maar een boer die afhankelijk is van jacht. Dit zijn vaak de boeren die het felst tegen roofdieren zijn. Dus bij hen valt de meeste winst te behalen. Als zij roofdieren accepteren op hun land, is er hoop dat er ook roofdieren buiten nationale parken kunnen leven. Zo eindigde Anthony op de farm van Howard. Howard en Anthony hebben een aantal afspraken gemaakt. De belangrijkste: er wordt niet gejaagd op roofdieren op de farm waar ook Umkwali zich bevindt. En Howard accepteert roofdieren op dit land. Ook als dit betekent dat er zo nu en dan een speciaal door hem gefokte antilope ten prooi valt aan een roofdier. De tegenprestatie: van iedere vrijwilliger en toerist die het Umkwali Project bezoekt, ontvangt Howard een percentage. Verder zijn Anthony en de vrijwilligers medeverantwoordelijk voor het onderhoud van de farm. Door deze constructie wil Anthony duidelijk maken dat roofdieren geld kunnen opleveren en dat je ze dus niet dood hoeft te schieten. Dilemma Op deze farm wordt wel op antilopes gejaagd. En dat confronteert me gelijk met mijn eigen dilemma’s en vooroordelen. Ik begrijp plezierjagers niet. Ik snap niet dat je dieren wilt en kunt doden voor de lol. Gedurende mijn vele bezoeken aan Afrika heb ik met voor- en tegenstanders van de jacht gesproken en heftige discussies gevoerd. Het is hèt dilemma van natuurbeschermers: wat te doen met jagen. Eén ding is mij door dit alles wel duidelijk geworden. Ik kan ervan vinden wat ik vind maar feit is: jagen is er en zal nooit verdwijnen in Afrika. Enerzijds omdat er te veel geld omgaat in deze industrie. Dit zorgt ervoor dat regeringen altijd geneigd zijn om jagen toe te staan. En zonder de hulp van de regering, komt er nooit een verbod op jagen. Anderzijds hebben sommige boeren weinig andere keuze. Het land is te schraal om landbouw uit te oefenen waardoor boeren uitwijken naar veeteelt en game/jachtfarms. Roofdieren zijn dan niet graag geziene gasten, zeker als ze vee of game doden. Dat heeft immers gelijk consequenties voor jouw inkomstenbron. En, eerlijk is eerlijk..... Ik leef in Nederland, achter mijn laptop, en bezoek zo nu en dan dit continent. Ik keer vervolgens terug naar mijn land waar praktisch geen wildleven meer leeft want dat hebben we allemaal al uitgeroeid. En zelfs de weinige natuur die we hebben, staat altijd onder druk waarbij economische motieven vaak prefeleren boven die van de natuur. Of ervaren we een nationale stress op het moment dat wolven onze landsgrenzen blijken te naderen. Wildlife is leuk, maar dan wel bij een ander.... Wie ben ik dan om met mijn vinger naar Afrika te wijzen en te zeggen dat zij het anders moeten doen? Zeker omdat de boeren hier moeten leven in een harde natuur en vaak afhankelijk zijn van veeteelt of game farms. Voor mij is een roofdier, zoals een cheetah, een schitterend wezen. Maar ik kan me voorstellen dat, als je afhankelijk bent van veeteelt of game, je dit dier anders ziet als het jouw inkomstenbron doodt. En dat gebeurt natuurlijk ook. Afbeelding: roofdieren - door veel boeren in Afrika gezien als bedreiging voor hun inkomstenbron
Roofdieren worden door boeren in Afrika nu eenmaal gezien als een gevaar voor hun inkomstenbron. Natuurlijk is dit lang niet altijd het geval. Niet elk roofdier is een gevaar voor vee of het speciale game van de boer. Maar deze perceptie (roofdieren zijn gevaarlijk) veranderen kost tijd. Dat gaat niet van vandaag op morgen. Tot die tijd moeten we wel alles doen wat we kunnen om roofdieren te helpen. Ze leven immers vooral op het land van boeren en dus moeten die boeren bereikt worden. Er moet gezocht worden naar samenwerking. Deze boeren buitensluiten helpt de roofdieren niet. De landerijen zijn hier enorm: 5000 hectares is niets.
Boeren hebben de vrije hand; zelfs al zijn er wetten die verbieden om roofdieren zomaar te doden. Want, wie controleert dit dan? De toekomst van de big cats en andere roofdieren ligt in de handen van een handjevol boeren. Wil je dat roofdieren buiten beschermde gebieden kunnen leven, dan moet je met die boeren samenwerken. Dus ook met boeren die leven van de jacht. “When it pays, it stays” is een ietwat cynische uitspraak in Afrika. Wat zoveel betekent als “wanneer iets (een dier) je wat oplevert, dan heeft het bestaansrecht”. Je zult moeten zoeken naar een samenwerking die een win-win situatie voor boer en natuur oplevert en deze stap zal gezet moeten worden door natuurbeschermers. Verstand versus gevoel Dat is allemaal verstand maar wat doe ik met mijn gevoel. Dat zich verzet tegen jagen. Op het grondgebied van Umkwali worden geen roofdieren bejaagd. Maar ook dat lucht niet echt op. Want is er nu een verschil tussen een antilope en een roofdier? Wat maakt dat ik het goedvind dat er wel een koedoe wordt doodgeschoten voor “plezier” maar geen cheetah? Is het ene leven meer waard dan het andere? Dat is altijd het lastige van een trip naar Afrika. Voor mij dan althans. Ik hoor en zie alle kanten van de medaille en raak daardoor altijd verward. Wat vind ik nu zelf en in het verlengde daarvan, wat moeten wij als SPOTS uitdragen? Ook intern zorgt dit voor discussies. En zo kom ik altijd terug van een Afrikatrip met mixed feelings en moet ik weer een paar weken uittrekken om de balans terug te vinden. Als organisatie die zich inzet voor grote katachtigen moet je zoveel mogelijk het hele beeld zien. Maar lastig is het wel….. En zo kan het zijn dat ik met Howard in zijn helicopter stap om een rondje over zijn land te vliegen. Howard vindt zichzelf een natuurbeschermer. Zo fokt hij bijvoorbeeld sabelantilopes, tsessebes en roanantilopes (zie afbeelding links). Niet alleen om op te jagen maar ook om te verkopen aan Reserves en Nationale Parken. Daar lopen menige door Howard gefokte dieren. Het draait voor hem, zo stelt hij, om het terugbrengen van bepaalde antilopensoorten in de vrije natuur. Maar hij moet ook geld verdienen. Door een beperkt aantal door hem gefokte dieren te laten doodschieten, kan hij er vervolgens voor zorgen dat andere dieren teruggeplaatst worden in de vrije natuur. Typisch voorbeeld van “when it pays, it stays”. Howard was aanvankelijk zeer wantrouwend over Anthony en zijn project en Anthony heeft hem echt moeten overhalen. Maar nu, enkele jaren later, is Howard enthousiast. Dit leidt ertoe dat de boerderij langzaam wordt uitgebreid met andere dieren zoals neushoorns en binnenkort wellicht zelfs olifanten. Howard zag dat eerst helemaal niet zitten maar is nu bereid hieraan mee te betalen. Omdat Howard een belangrijke naam heeft in dit gebied, wordt Anthony nu ook benaderd door andere boeren met de vraag of zijn project niet gekopieerd kan worden op hun farm. Zo is er op dit moment sprake om een leeuwenproject op te zetten op een andere farm waar je ook als vrijwilliger aan de slag kunt. Vrijwilligerswerk bij Umkwali Om een goed beeld te krijgen van het vrijwilligerswerk bij Umkwali, loop ik twee dagen mee. Hoewel ik me in de helicopter een ware filmster waan, is het is hier geen glitter en glamour. Ik slaap in een tent waarbij ik om 4 uur al gewekt wordt door luid kwetterende vogels. Au. Ik ben echt geen ochtendmens. Om 6.30 begint het werk hier in Umkwali want van 12.00 tot 15.00 uur is het te warm om te werken. Afbeelding: tent bij Umkwali
Gestroopte neushoorns We beginnen de ochtend met een speurtocht naar de twee zwarte neushoorns die recent zijn aangekomen bij Umkwali. Tijdens die zoektocht hoor ik het drama wat zich nu afspeelt in vooral Zuid-Afrika. De hoorns van de neushoorn zijn weer zo in trek dat er massale stroop plaatsvindt. Het gaat er heftig aan toe en de stropers zijn goed georganiseerd. Het zijn criminele bendes bewapend met moderne wapens, helikopters en nachtkijkers. Ze hebben dit jaar (tot september) alleen in Zuid-Afrika al 287 neushoorns gedood. Er schijnen zelfs dierenartsten omgekocht te zijn om vanuit de helicopter neushoorns te verdoven of dood te schieten. Vervolgens worden met een ongekende brutaliteit de hoorns bij de neushoorn verwijderd, de neushoorn over het algemeen dood achterlatend. Het gaat hier immers om een spoedklus: in- en uitvliegen. Dat geeft geen ruimte voor compassie. De stroperij gebeurt op zo’n grote schaal dat het bijna niet meer te doen is om neushoorns te houden. De dieren moeten continue in de gaten gehouden worden en er zijn dus steeds partrouilles op pad. Op zoek naar sporen van mogelijke stropers. Ook in Umkwali voel je die spanning. Bij elke helicopter die ze zien vliegen over hun land, wordt er gelijk koortsachtig gebeld naar de buren. “Ben jij aan het vliegen”. En net voordat ik bij Umkwali aankwam, hadden ze nog zogenaamde verkenners op hun land betrapt wat er nu voor zorgt dat de neushoorns continue bewaakt worden. Ook als vrijwilliger wordt je hierbij actief betrokken. Het is triest dat door de vraag vanuit met name Azië, dit dier wederom op de rand van uitsterven staat. Dit geldt dan vooral voor de zwarte neushoorn. Omdat continue patrouilleren geen optie is, wordt er koortsachtig nagedacht over nieuwe strategieën. De hoorns er zelf afhalen is er zo één. Wat voor het dier niet goed is (het kan zich niet meer beschermen) maar wat ook geen blijvende oplossing is. De hoorn groeit namelijk weer aan. Wat dus betekent dat je om de zoveel tijd het dier moet verdoven om de hoorn weer af te zagen. Een andere discussie is het legaliseren van de markt. Nu is het exporteren van de hoorns nog illegaal, als dit legaal gemaakt zou worden, zou dat dan helpen? En last but not least: zwarte neushoorns worden op dit moment zelfs verplaatst naar andere gebieden. Niemand weet waar de dieren naar toe gaan, het gebeurt slechts met een handjevol insiders. Zodat de neushoorn in ieder geval in dat gebied ongestoord kan leven. Hardcore vrijwilligerswerk Na de neushoorns gezien te hebben, breekt het harde werken aan. De taken zijn divers. Het voeren van de roan- en sabelantilopes in de speciale gebieden. Ook het verplaatsen van antilopes (en ze dus vangen) behoort tot de taken. Dat je daar veel conditie voor nodig hebt (of krijgt) was me al duidelijk..... Het controleren en indien nodig, repareren van hekken. Hier geen knuffelen met dieren en/of voeren van roofdieren. Het is hardcore vrijwilligerswerk waarbij het enerzijds draait om het helpen op de farm en anderzijds om het volgen van roofdieren in het wild. Rond 12.00 uur is het lunchtijd en alsof ik dagen niet gegeten heb, zo stort ik mijzelf op het middageten. Daarna ben je tot 15.00 uur vrij. Siësta zit er jammer genoeg niet in want daarvoor is de tent te warm.... Maar dit is wel het moment om een douche te nemen. Er is geen electriciteit en het water komt van een zogenaamde “donkey boiler” (zie foto).
Aangezien ik, zoals gezegd, geen ochtendmens ben, zie ik mezelf niet in de vroegste uren vuur maken dat het water warmt zodat ik vervolgens kan douchen. Gelukkig ben ik niet de enige die zo denkt. De meeste vrijwilligers douchen gedurende de middagpauze. Het water uit de tank is dan inmiddels zo opgewarmd dat je geen vuur meer nodig hebt. De douche blijkt een aantrekkingskracht te hebben op het wildleven dat ook op zoek is naar water. En zo kan het gebeuren dat je aan het douchen bent onder het toeziend oog van een roanantilope. Na zo’n verkwikkende douche kun je genieten van de rust en het schitterende uitzicht. Na 15.00 uur gaat het werk verder. Het inspecteren van de hekken, kijken of ze nog intact zijn en zo niet deze repareren. Wild tellen en het tracken van dieren die voorzien zijn van een radiocollar. Zoals een bruine hyena (zie foto rechts) en een cheetah. Joepie!
Er zijn diverse radiocollars op de markt en in Umkwali werken ze met de VHF-radiocollar. In tegenstelling tot een GPS-radiocollar ontvang je dan niet automatisch updates waar het dier zich bevindt maar moet je echt zelf actief op zoek. Dat doe je door middel van een antenne waarbij je signalen opvangt en dus een idee krijgt waar het dier zich bevindt. Vervolgens moet je in dat gebied verder zoeken, vaak te voet. Om een goed signaal te krijgen, moeten we naar de lodge. Die ligt hoog en dus vang je hier het beste signaal op. Zonder overdrijven denk ik dat het hellingspercentage dat we moeten beklimmen 40% is. Eenmaal het signaal opgepikt, gaan we op zoek naar de bruine hyena en cheetah Rebecca. De bruine hyena is ongelooflijk schuw. Hoewel de vrijwilligers elke dag op pad gaan om haar te zien, blijft het liefde op afstand. Ook ik zie de hyena op zo’n kilometer afstand. Vervolgens op zoek naar Rebecca. Als we het gebied vinden waar het signaal het luidste is, stappen we uit en vervolgen we de trip per voet. Vooraf krijgen we van Anthony nog duidelijke instructies. Het is hier immers echt natuurgebied en dus is het handig om voorbereid te zijn op de slechtste scenario’s. Het is ongelooflijk. Rebecca is een 8-jaar oude cheetah en volledig wild. Anthony en zijn vrijwilligers volgen haar echter al 5 jaar lang. Ze is dus redelijk gewend aan mensen waardoor je vrij dichtbij kunt komen. Ze laten haar in haar waarde. Soms heeft ze “haar dag niet” en dat laat ze dan ook duidelijk merken. Ze loopt dan gewoon weg met haar neus in de wind. Anthony en zijn team laten haar dan ook met rust. Maar meestal kun je op gepaste afstand naar haar kijken. Wij zijn onder de indruk van Rebecca maar zij niet van ons..... Dat laat ze duidelijk merken door langs ons heen te kijken en zeer verveeld te gapen. Het maakt mij niet uit dat het snelste landdier ter wereld een uur ligt te rollen en te geeuwen. Als ze opstaat en wegloopt kan ik niet anders dan wederom onder de indruk zijn van “mijn” cheetah. Foto: Rebecca
Ook aan de slag? Vrijwilliger zijn bij Umkwali geeft je de ervaring om echt in de natuur te werken en alles te leren over natuurbescherming. Door hier aan de slag te gaan, draag je heel direct bij tot roofdierenbescherming immers, door jouw inkomsten wordt de boer gestimuleerd roofdieren op zijn land te tolereren! Umkwali is een no-nonsence project wat wil zeggen dat je hard moet werken en alle kanten van werken in de natuur ziet. Dus niet alleen de zonnige kant! Je loopt mee met de permanente medewerkers en krijgt duidelijke inzichten in wat het leven op een farm inhoudt. De luxe is beperkt dus je moet zeker een flexibele instelling hebben. Gemiddeld zijn er zo’n 6-8 vrijwilligers aanwezig; kleine groepjes dus wat wel zeer persoonlijk contact geeft. Indien je interesse hebt in vrijwilligerswerk bij Umkwali, kun je meer daarover lezen via deze link: http://www.stichtingspots.nl/index.php?page=925 of op de website van Umkwali: http://www.visionafricawildlife.co.za/home/index.asp. Uiteraard kun je altijd contact opnemen met stichting SPOTS als je vragen hebt (
[email protected]). Bij Umkwali kun je bij 2 projecten aan de slag. Er is een Carnivore Project (waarbij je dus vooral bezig bent met de roofdieren) en een Paardenproject. Ook bij dit laatste project ben je actief bezig met roofdieren maar dan op de rug van een paard. Daarnaast ben je ook verantwoordelijk voor de verzorging van de paarden bij Umwkali. Het project is flexibel. Mocht je je dus niet ingeschreven hebben voor het paardenproject maar terplekke toch eens een paar dagen willen meelopen, is dit altijd mogelijk. De kosten bedragen ZAR 3500 per week (€ 326,--). Dit zijn de tarieven van december 2011. Voor de juiste wisselkoers kun je het beste checken op de site: www.xe.com/. In deze prijs zijn drie maaltijden per dag inbegrepen en uiteraard de accommodatie. Die bestaat uit een tent met badkamer. Bij drukte deel je je verblijf met één ander iemand.