BRL 9500 Deel 01 2011-08-31
NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO®-, respectievelijk het NL-EPBD®-procescertificaat voor ‘ENERGIEPRESTATIEADVISERING’
BIJZONDER DEEL
voor het NL-EPBD®-procescertificaat voor het afgeven van het ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN
Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector op 4 juli 2011 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit op 7 juli 2011 Bindend verklaard door de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector per 31 augustus 2011
KBI
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
Algemene informatie bij deze uitgave Certificering volgens de delen 01 en 03 van BRL 9500 is wettelijk verplicht op grond van de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG). In de eerste helft van 2010 is het validatieonderzoek van de certificatieregeling volgens BRL 9500 verricht, zoals vereist in het kader van de accreditatie door de Raad voor Accreditatie. Op grond daarvan is de regeling op enkele punten gewijzigd. BRL 9500 bestaat uit een Algemeen Deel en een aantal Bijzondere Delen voor diverse deelgebieden op het terrein van energieprestatieadvisering. Een deelgebied wordt gekenmerkt door het soort advies (bijvoorbeeld: het leveren van een energielabel, bestaande bouw) en het soort gebouw (bijvoorbeeld: woningen). Het Algemene Deel (BRL Deel 9500-00) bevat de eisen die altijd voor energieprestatieadvisering gelden, ongeacht het soort advies en gebouw. De relevante BRL voor ‘energieprestatie van gebouwen, deelgebied ‘energielabel, bestaande woningen’ bestaat dus uit twee delen: • BRL Deel 9500-00 (algemene eisen), en • BRL Deel 9500-01 (aanvullende eisen voor het energielabel, bestaande woningen).
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
INHOUDSOPGAVE
pagina
1. 2. 3. 4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
INLEIDING REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE ACTIVITEITEN Vakbekwaamheid Geheimhouding Breedte van het advies Opdracht Representativiteit Te verrichten activiteiten
1 1 2 2 2 2 2 2 3 3
4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4 4.6.5 4.6.6 4.6.7 4.6.8
Informeren opdrachtgever Opname huidige situatie Berekening van de Energie Index (EI) Keuze van energiebesparingsmaatregelen Levering van het energielabel Levering van het maatwerkrapport Afmelding Bewaren van gegevens
3 3 5 5 5 5 5 6
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICAATHOUDER Inschrijving bij Kamer van Koophandel Inloggegevens afmeldsysteem Personeel Hulpmiddelen en instrumenten Levering van diensten Registratie bij Geschillencommissie
7 7 7 7 7 7 7
6. 7. 7.1
INTERNE KWALITEITSBEWAKING EXTERNE KWALITEITSBEWAKING Toelatingsprocedure
7 8 8
7.1.1 7.1.2 7.1.3 7.1.4 7.1.5
Organisatiegericht onderzoek, omvang Organisatiegericht onderzoek, inhoud Projectgericht onderzoek, omvang Projectgericht onderzoek, inhoud Rapportage
8 8 8 8 8
7.2
Vervolgcontroles
8
7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.2.5 7.2.6
Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, omvang Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, inhoud Projectgerichte inspecties, omvang Projectgerichte inspecties, inhoud Rapportage Sancties
8 8 8 9 9 10
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
7.3
Eisen aan de bekwaamheid van de auditor/ inspecteur van de certificatie-instelling 10
7.3.1 7.3.2
Auditor (organisatiegerichte inspecties) Inspecteur (projectgerichte inspecties)
10 10
7.4 7.5 8. 9.
Klachtenbehandeling door certificatie-instelling Rapportage aan CCvD van KBI EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAAT REFERENTIES
10 10 10 10
Bijlage 1 Model van het certificaat Bijlage 2 Eisen aan de vakbekwaamheid van de ‘EPA-adviseur’ Bijlage 3 Eisen aan de vakbekwaamheid van de ‘EPA-opnemer’
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
1.
INLEIDING Dit Bijzondere Deel van beoordelingsrichtlijn 9500 beschrijft de aanvullende eisen voor het certificaat voor adviesdiensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen: • deelgebied ‘energielabel, bestaande woningen’. Op de certificering voor dit deelgebied is van toepassing: • dit gehele Bijzondere Deel (BRL Deel 9500-01), en • het Algemene Deel van BRL 9500 (BRL Deel 9500-00). Samen met Deel 9500-00, d.d. 2011-08-31, vervangt dit Deel 9500-01 per 1 oktober 2011 Deel 9500-00 en Deel 9500-01, d.d. 2009-08-20. De oude versies kunnen nog tot uiterlijk 1 december 2011 worden toegepast. Bestaande certificaathouders krijgen pas een nieuw certificaat na een positieve vervolgcontrole (BRL 9500, 7.2). Het bestaande certificaat blijft geldig tot uiterlijk 1 juli 2012 of tot het moment waarop het bijvoorbeeld in het kader van een sanctie wordt ingetrokken door de certificatie-instelling.
2.
REIKWIJDTE VAN HET CERTIFICAAT Het certificaat heeft betrekking op adviesdiensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen ten behoeve van ‘het energielabel, bestaande woningen’. De dienst resulteert in een energielabel 1, waarin maatregelen worden genoemd die ter verbetering van de energieprestatie van de bestaande woning overwogen kunnen worden. Een energielabel heeft betrekking op één woning. In deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder een ‘EPA-adviseur’: een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. In deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder een ‘EPA-opnemer’: een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 3.
1
Zoals bedoeld in het Besluit energieprestatie gebouwen (BEG).
__________________________________________________________________________________________ - pagina 1 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
3.
EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE De certificaathouder levert aan zijn opdrachtgever een gecertificeerde dienst, die onder andere bestaat uit het leveren van een rapportage in de vorm van een energielabel 2, waarin maatregelen worden genoemd die ter verbetering van de energieprestatie van de bestaande woning overwogen kunnen worden. De eisen die aan de rapportage worden gesteld, zijn niet opgenomen in de BRL. Er wordt (in hoofdstuk 4) verwezen naar andere documenten. Opmerking Daarnaast bestaat de te leveren dienst ook uit te verrichten activiteiten. De eisen die aan de te verrichten activiteiten worden gesteld, staan in hoofdstuk 4.
4.
EISEN TE STELLEN AAN DE GECERTIFICEERDE ACTIVITEITEN De certificaathouder levert aan zijn opdrachtgever een gecertificeerde dienst die uit een aantal te verrichten activiteiten bestaat. De te verrichten activiteiten en de eisen die daaraan worden gesteld, staan in dit hoofdstuk.
4.1
Vakbekwaamheid De woningopname wordt verricht door een EPA-adviseur of een EPA-opnemer. Het energielabel wordt tot stand gebracht door een EPA-adviseur. Opmerking Een EPA-opnemer mag de opnamegegevens niet invoeren in de Energielabelsoftware.
4.2
Geheimhouding De certificaathouder houdt tegenover derden alle gegevens geheim, waarvan hij kennis neemt als gevolg van de gecertificeerde werkzaamheden, behoudens in geval van wettelijke verplichtingen.
4.3
Breedte van het advies Geen eisen.
4.4
Opdracht Geen eisen. 2
Een energielabel wordt niet afgegeven door een certificatie-instelling, maar door het gecertificeerde bedrijf.
__________________________________________________________________________________________ - pagina 2 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
4.5
Representativiteit Als een woning niet teveel afwijkt van een andere woning, dan kan daarvoor een energielabel worden afgegeven op basis van het energielabel van die andere woning. In dat geval wordt gebruik gemaakt van ‘representativiteit’. Binnen elke deelverzameling waarvoor gebruik wordt gemaakt van representativiteit, wordt één woning aangemerkt als de referentiewoning. De andere woningen binnen de deelverzameling worden aangemerkt als gelijkende woningen. Opmerking De gelijkende woning krijgt een ‘referentielabel’, geen individueel energielabel. Op het referentielabel wordt aangegeven op welke referentiewoning het energielabel gebaseerd is. Of een woning voldoende gelijkend is wordt vastgesteld volgens hoofdstuk 7 van ISSO 82.1 [1] of door een berekening van de Energie-index. Wanneer laatstgenoemde methode wordt gebruikt, is sprake van voldoende gelijkendheid, indien de Energie-index van de gelijkende woning niet meer dan 5% afwijkt van de Energie-index van de referentiewoning 3.
4.6
Te verrichten activiteiten
4.6.1
Informeren opdrachtgever De certificaathouder stelt de opdrachtgever op de hoogte van het feit dat de gegevens die moeten worden opgenomen in het monitoringsbestand (zie 4.6.7), zullen worden geregistreerd bij Agentschap NL. Ook deelt hij de opdrachtgever mee dat de certificatie-instelling mogelijk een controleonderzoek zal uitvoeren. Toelichting Als de certificatie-instelling geen toestemming krijgt om de woning voor een controleonderzoek te betreden, dan wordt het energielabel verwijderd uit het landelijk gegevensbestand van afgemelde energielabels (zie ook 7.2.3).
4.6.2
Opname huidige situatie
4.6.2.1
Doel van de gebouwopname Voor het selecteren van de in overweging te nemen verbetermaatregelen en voor het berekenen van de Energie Index van een bestaande woning, al dan niet in een bestaand woongebouw, wordt uitgegaan van standaard gebruikersgedrag, en van de woning en het woongebouw en de installaties zoals aanwezig.
3
Dit criterium is ontleend aan de Regeling Energieprestatie Gebouwen.
__________________________________________________________________________________________ - pagina 3 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
4.6.2.2
Bezoek door EPA-adviseur/opnemer Individueel energielabel Een EPA-adviseur of een EPA-opnemer verzamelt de benodigde gegevens van de woning door waarneming in het gebouw. Naast de waarneming in het gebouw mag de EPA-adviseur /opnemer ook gebruik maken van tekeningen en bestekken. Als een EPA-adviseur/opnemer gebruik maakt van tekeningen of bestekken als hulpmiddel moet hij altijd ter plaatse in de betreffende woning, respectievelijk het betreffende gebouw, nagaan of deze informatie correct is. Representativiteit In het geval van representativiteit (zie 4.5) is hetgeen hierboven is bepaald voor een individueel energielabel eveneens van toepassing, echter met dien verstande dat de EPA-adviseur /opnemer zelf bepaalt welke gelijkende woningen hij binnengaat. Opmerking Dit betekent dat de EPA-adviseur/opnemer niet elke gelijkende woning hoeft binnen te gaan als hij er zeker van is dat hij over de juiste informatie beschikt.
4.6.2.3
Opname gebouw De gebouwopname wordt uitgevoerd door een EPA-adviseur of een EPA-opnemer, volgens hoofdstuk 6 van ISSO 82.1 [1]. Opmerking In het genoemde hoofdstuk van ISSO 82.1 is ook aangegeven in hoeverre gebruik mag worden gemaakt van door de opdrachtgever aangereikte informatie, zoals over de aanwezigheid van isolatiemateriaal in constructies en de dikte van het isolatiemateriaal.
4.6.2.4
Informatie over aangebrachte verbeteringen na het bezoek door de EPA-adviseur/opnemer Indien na het bezoek van de EPA-adviseur/opnemer in een woning verbeteringen zijn doorgevoerd, kan de opdrachtgever vragen de verbeteringen mee te laten wegen in het energielabel. De EPA-adviseur mag de verbeteringen meerekenen, zonder dat hij de verbeterde woning opnieuw bezoekt, indien: • de woning werd voorzien van een nieuwe CV-ketel, waarbij inzichtelijk kan worden gemaakt dat deze ketel ook daadwerkelijk is geplaatst op het betreffende adres, • de woning is verbeterd (glas, isolatie), waarbij kan worden aangetoond dat de toegepaste maatregel werd ondersteund door een kwaliteitsverklaring en ook daadwerkelijk is uitgevoerd op het betreffende adres.
__________________________________________________________________________________________ - pagina 4 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
4.6.3
Berekening van de Energie Index (EI) De berekening van de Energie Index (EI) van de bestaande woning wordt uitgevoerd door een EPA-adviseur, volgens hoofdstuk 3 van ISSO 82.1 [1].
4.6.4
Keuze van energiebesparingsmaatregelen Volgt uit de eisen aan het energielabel (zie 4.6.5).
4.6.5
Levering van het energielabel De certificaathouder levert aan de opdrachtgever een energielabel dat voldoet aan hoofdstuk 2 van ISSO 82.1 [1] en een ingevuld rapportageformulier volgens bijlage 4 van ISSO 82.1 [1]. Als de opdrachtgever dit wenst, mag het digitaal in plaats van schriftelijk. Dit doet hij pas nadat hij het energielabel heeft afgemeld.
4.6.6
Levering van het maatwerkrapport Niet van toepassing.
4.6.7
Afmelding De certificaathouder meldt de vaststelling van het energielabel en de vastgestelde Energie Index elektronisch aan de beheerder van het landelijke gegevensbestand van energieprestaties van gebouwen, door het zenden van een monitoringsbestand. De gedetailleerde karakteristieken van het monitoringsbestand (formats e.d.) worden gepubliceerd door de beheerder van het landelijk gegevensbestand. Opmerking Volgens de Regeling Energieprestatie Gebouwen (REG) mag een energielabel pas worden afgegeven na afmelding (door de EPA-adviseur) aan een door de Minister van BZK aangewezen instelling. Agentschap NL is daarvoor aangewezen. Het landelijke gegevensbestand van energielabels van gebouwen draagt de naam ‘Energielabelregistratiesysteem’. Elk energielabel krijgt van Agentschap NL een eigen afmeldnummer. Dit nummer wordt op het energielabel afgedrukt. Ook wordt op het energielabel de opnamedatum vermeld. De opnamedatum is de dag waarop de voor het label te gebruiken gegevens worden vastgesteld. Het energielabel is vanaf de afmelddatum geldig tot maximaal 10 jaar na de opnamedatum. Bij de afmelding wordt het monitoringsbestand geupload. De ‘Handleiding Afmelden Energielabel’ staat op de website van Agentschap NL (www.agentschapnl.nl). Het landelijke gegevensbestand biedt ondersteuning aan certificaathouders (EPA-adviseurs) en certificatie-instellingen. De beheerde gegevens zijn slechts toegankelijk voor zover de vereiste bescherming van privacy dat toestaat. De energieklassen zijn ontsloten via Kadaster-on-line. __________________________________________________________________________________________ - pagina 5 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
4.6.8
Bewaren van gegevens De certificaathouder houdt voor elk project een projectdossier bij. Het projectdossier bevat in elk geval: • de schriftelijke opdracht(bevestiging), indien van toepassing, • een kopie van het aan de opdrachtgever geleverde energielabel, • het ingevulde opnameformulier en de invoer file, • beschrijving van de wijze waarop isolatiemateriaal en isolatiedikte is bepaald (‘beslistabel’ of ‘gezien en gemeten’ of ‘informatie van opdrachtgever’), • het bewijs op grond waarvan gebruik mag worden gemaakt van door de opdrachtgever aangereikte informatie (isolatiedikte, gecontroleerde kwaliteitsverklaring en gecontroleerde gelijkwaardigheid), • overige vastgelegde informatie die is gebruikt voor het opstellen van het energielabel, zoals foto’s en dergelijke, • de elektronische bestanden van de uitgevoerde energieprestatieberekeningen, en • als er klachten zijn alle correspondentie in verband met die klachten. De certificaathouder moet het projectdossier tot tien jaar na afronding van de opdracht bewaren. De certificaathouder bewaart het computerbestand waarmee het energielabel tot stand is gekomen tot tien jaar na afronding van de opdracht.
__________________________________________________________________________________________ - pagina 6 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
5.
EISEN TE STELLEN AAN DE CERTIFICAATHOUDER
5.1
Inschrijving bij Kamer van Koophandel Geen aanvullende eisen.
5.2
Inloggegevens afmeldsysteem Geen aanvullende eisen.
5.3
Personeel Geen aanvullende eisen.
5.4
Hulpmiddelen en instrumenten De certificaathouder beschikt over de in paragraaf 6.2 van ISSO 82.1 [1] genoemde instrumenten.
5.5
Levering van diensten Geen aanvullende eisen.
5.6
Registratie bij Geschillencommissie De certificaathouder moet geregistreerd zijn bij de Geschillencommissie Energielabel, als hij een energielabel verstrekt aan een eigenaar/bewoner. 4
6.
INTERNE KWALITEITSBEWAKING Geen aanvullende eisen.
4
Deze eis is ontleend aan de Regeling Energieprestatie Gebouwen.
__________________________________________________________________________________________ - pagina 7 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
7.
EXTERNE KWALITEITSBEWAKING
7.1
Toelatingsprocedure
7.1.1
Organisatiegericht onderzoek, omvang Geen aanvullende eisen.
7.1.2
Organisatiegericht onderzoek, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.1.3
Projectgericht onderzoek, omvang De totaal te besteden tijd aan het projectgerichte toelatingsonderzoek bedraagt ten minste 4 uren. Bij een toelatingsonderzoek voor de deelgebieden 01 én 02 kan worden volstaan met het projectgerichte onderzoek voor deelgebied 02.
7.1.4
Projectgericht onderzoek, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.1.5
Rapportage Geen aanvullende eisen.
7.2
Vervolgcontroles
7.2.1
Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, omvang De totaal te besteden tijd aan een jaarlijkse organisatiegerichte inspectie is 4 uren minder dan de totaal te besteden tijd aan het organisatiegerichte toelatingsonderzoek (zie 7.1.1).
7.2.2
Jaarlijkse organisatiegerichte inspecties, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.2.3
Projectgerichte inspecties, omvang Elke periode van 12 maanden is het aantal door de certificatie-instelling te controleren energielabels gelijk aan 2% van het aantal in die periode door de certificaathouder afgemelde energielabels, afgerond naar boven, met een minimum van 2, bij een aantal van ten hoogste 1000 afgemelde energielabels. Bij meer dan 1000 afgemelde energielabels in die periode bedraagt het aantal te controleren energielabels 20 + 0,05% van het aantal afgemelde energielabels, afgerond naar boven.
__________________________________________________________________________________________ - pagina 8 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
Bij ten minste de helft van de te controleren energielabels is sprake van toepassing van representativiteit, tenzij de certificaathouder onvoldoende van dergelijke projecten in zijn portefeuille heeft. Ten minste de helft van de controles betreft een controle ‘achteraf in het werk’. Ten minste de helft van de controles betreft een referentielabel. Indien de certificaathouder onvoldoende referentielabels heeft afgegeven om aan deze eis te voldoen, worden alle door hem afgegeven referentielabels gecontroleerd. De te onderzoeken energielabels worden door de certificatie-instelling verder aselect aangewezen of op basis van representativiteit. Opmerking De certificatie-instellingen kunnen uit het Energielabelregistratiesysteem van Agentschap NL (voorheen SenterNovem) informatie krijgen over de energielabels die door hun certificaathouders zijn afgemeld. Als de bewoner van een ‘achteraf in het werk’ te controleren woning geen toestemming geeft om de woning te betreden, dan zorgt de certificatie-instelling ervoor dat het energielabel wordt verwijderd uit het landelijke gegevensbestand en wijst zij voor de controle een andere woning aan. De verwijdering van het energielabel uit het landelijke gegevensbestand blijft achterwege, indien de betreffende woning deel uitmaakt van een groep voldoende gelijkende woningen waarvoor gebruik is gemaakt van representativiteit, en de certificatieinstelling een andere woning binnen de betreffende groep kan controleren. De totaal te besteden tijd aan de controle van een energielabel ‘op dossier’ bedraagt ten minste 1,5 uren. De totaal te besteden tijd aan de controle van een energielabel ‘achteraf in het werk’ bedraagt ten minste 2,5 uren. De te besteden tijd heeft slechts betrekking op onderzoek en verslaglegging, dus niet op reistijd en dergelijke. 7.2.4
Projectgerichte inspecties, inhoud Geen aanvullende eisen.
7.2.5
Rapportage Geen aanvullende eisen.
__________________________________________________________________________________________ - pagina 9 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
7.2.6
Sancties Als ernstige fout (kritieke afwijking) wordt ten minste aangemerkt: • een of meer fouten waardoor de in het energielabel opgegeven waarde van de Energie Index bestaande bouw meer dan 8% afwijkt van de waarde die is vastgesteld door de certificatie-instelling.
7.3
Eisen aan de bekwaamheid van de auditor/ inspecteur van de certificatie-instelling
7.3.1
Auditor (organisatiegerichte inspecties) Een auditor heeft een diploma ‘Energielabel Woningbouw’.
7.3.2
Inspecteur (projectgerichte inspecties) Een inspecteur heeft een diploma ‘Energielabel Woningbouw’.
7.4
Klachtenbehandeling door certificatie-instelling Geen aanvullende eisen.
7.5
Rapportage aan CCvD van KBI Geen aanvullende eisen.
8.
EISEN TE STELLEN AAN HET CERTIFICAAT Een model van het certificaat is opgenomen in bijlage 1. De lay-out van het certificaat moet voldoen aan de eisen van de houder van het merkteken, Stichting Bouwkwaliteit (www.bouwkwaliteit.nl). Opmerking De certificatie-instelling heeft een licentie-overeenkomst voor het gebruik van het NL-EPBD merk met de houder van het merk (Stichting Bouwkwaliteit). Op grond hiervan heeft de certificatie-instelling het recht om het merk op het certificaat aan te brengen, zoals in de beoordelingsrichtlijn voorgeschreven, en ook het recht om de certificaathouder toe te staan het merk te gebruiken in het kader van de certificatieovereenkomst met betrekking tot BRL 9500-01. Op grond van de certificatieovereenkomst tussen de certificatiehouder en de certificatie-instelling mag de certificaathouder het merk aanbrengen op een energielabel, zoals in de beoordelingsrichtlijn voorgeschreven (zie 4.6.5).
9.
REFERENTIES [1]
ISSO 82.1 ‘Energieprestatie van woningen. Energielabel’, oktober 2011.
__________________________________________________________________________________________ - pagina 10 -
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
Bijlage 1 Model van het certificaat
NL-EPBD ® procescertificaat __________________________________________________________________________ Naam certificatie-instelling LOGO van Adresgegevens Certificatieinstelling nummer: uitgegeven:
energielabel, bestaande woningen __________________________________________________________________________ NAAM Certificaathouder
Verklaring van (naam CI) Dit certificaat is op basis van BRL 9500 Deel 00 d.d. ….. in combinatie met BRL 9500 Deel 01 d.d …. afgegeven door (naam CI) conform het (hiervoor van toepassing zijnde certificatiereglement van naam CI ). (Naam CI) verklaart, dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat de door de certificaathouder verrichte werkzaamheden met betrekking tot het afgeven van energielabels voor bestaande woningen zijn uitgevoerd volgens de in hoofdstuk 4 van bovengenoemde BRL Delen vastgestelde specificaties. Naam CI) verklaart dat met in achtneming van het bovenstaande de door (naam certificaathouder) afgeleverde energielabels voor woningen voldoen aan de eisen van het Besluit Energieprestatie Gebouwen.
Voor (naam CI)
………………………, directeur
Gebruikers van dit certificaat wordt geadviseerd om bij (naam CI) te informeren of dit document nog geldig is.
Beoordeeld is: kwaliteitssysteem en proces
Periodieke controle
® is een collectief merk van Stichting Bouwkwaliteit
Bijlage 1
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
Bijlage 2
Eisen aan de vakbekwaamheid van de ‘EPA-adviseur’
Een ‘EPA-adviseur’ heeft: • ten minste een werk- en denkniveau overeenkomstig een basisberoepsopleiding 5, en • een diploma ‘Energielabel Woningbouw’. Verder beschikt een ‘EPA-adviseur’ over de volgende vakbekwaamheden: • hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van een gebouw waarvoor het energielabel moet worden opgesteld. • hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL op basis van gegevens uit een opname de EI (Energie Index) van een gebouw te berekenen. • hij/zij is in staat om staat om volgens de voorschriften van de BRL een energielabel op te stellen.
5
Basisberoepsopleiding zoals bedoeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).
__________________________________________________________________________________________
Bijlage 2
ENERGIEPRESTATIEADVISERING BIJZONDER DEEL ENERGIELABEL, BESTAANDE WONINGEN Nationale Beoordelingsrichtlijn Deel 9500-01 d.d. 2011-08-31
Bijlage 3
Eisen aan de vakbekwaamheid van de ‘EPA-opnemer’
Een ‘EPA-opnemer’ heeft: • ten minste een werk- en denkniveau overeenkomstig een basisberoepsopleiding 6, en • een diploma ‘Opname Energielabel Woningbouw’. Verder beschikt een ‘EPA-opnemer’ over de volgende vakbekwaamheden: • hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van een gebouw waarvoor het energielabel moet worden opgesteld.
6
Basisberoepsopleiding zoals bedoeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).
__________________________________________________________________________________________
Bijlage 3