20643
N. 152 CHAMBRE DES REPRE´SENTANTS DE BELGIQUE
BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
SESSION ORDINAIRE DE 1998-1999 (*)
GEWONE ZITTING 1998-1999 (*)
23 NOVEMBRE 1998
23 NOVEMBER 1998
Questions
Vragen
et
en
Réponses
Antwoorden
QUESTIONS ET RE´PONSES — CHAMBRE DES REPRE´S. DE BELGIQUE VRAGEN EN ANTWOORDEN — BELGISCHE KAMER VAN VOLKSVERT.
(SO) 1998-1999 (GZ) (*) Cinquième session de la
49ème
législature.
(*) Vijfde zitting van de 49e zittingsperiode.
2635
20644
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
SOMMAIRE
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Blz. Pages
INHOUD
Premier ministre
20671 Eerste minister
Vice-premier ministre et ministre de l’E´conomie et des Télécommunications, chargé du Commerce extérieur
Vice-eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie, 20673 belast met Buitenlandse Handel
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister 20681 en minister van Binnenlandse Zaken
Vice-premier ministre et ministre de la Défense nationale, chargé de l’E´nergie
Vice-eerste minister en minister van Landsverdediging, 20692 belast met Energie
Vice-premier ministre et ministre du Budget
Vice-eerste minister 20708 en minister van Begroting
Ministre de la Politique scientifique
20713 Minister van Wetenschapsbeleid
Ministre de la Santé publique et des Pensions
Minister van Volksgezondheid 20716 en Pensioenen
Ministre des Affaires étrangères
—
Minister van Buitenlandse Zaken
Ministre de l’Emploi et du Travail, chargée de la Politique d’égalité des chances entre hommes et femmes
Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen 20720 voor mannen en vrouwen
Ministre des Affaires sociales
20729 Minister van Sociale Zaken
Ministre de l’Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises
—
Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen
Ministre des Transports
20734 Minister van Vervoer
Ministre de la Fonction publique
20735 Minister van Ambtenarenzaken
Ministre de la Justice
20736 Minister van Justitie
Ministre des Finances
20749 Minister van Financie¨n
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au Développement Secrétaire d’E´tat à la Sécurité, à l’Intégration sociale et à l’Environnement
Questions posées aux ministres-membres du Conseil des ministres européen via le comité d’avis chargé de questions européennes Un sommaire par objet est reproduit in fine du Bulletin
—
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking
Staatssecretaris voor Veiligheid, 20759 Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu
—
Vragen gesteld aan de ministers-leden van de Europese Raad van ministers via het adviescomité voor Europese aangelegenheden In fine van het Bulletin is een zaakregister afgedrukt
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20645
Questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement, à partir de la session extraordinaire de 1995. * Vragen waarop nog niet geantwoord is binnen de door het reglement bepaalde termijn, vanaf de buitengewone zitting 1995. * Question no Vraag nr.
Date Datum
Auteur
Page Blz.
Vice-premier ministre et ministre de l’E´conomie et des Télécommunications, chargé du Commerce extérieur Vice-eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie, belast met Buitenlandse Handel E´conomie — Economie
2- 9-1997 2- 9-1997 12- 3-1998 20- 4-1998 2- 6-1998 29- 6-1998 30- 6-1998 5-10-1998 5-10-1998 12-10-1998
249 253 341 351 358 365 366 378 379 380
Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Dirk Van der Maelen Philippe Seghin Hugo Van Dienderen Jan Eeman Thierry Detienne Joos Wauters Joos Wauters Claude Eerdekens
13322 13324 17414 17862 18638 19120 19120 20431 20431 20655
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
20- 8-1998 20- 8-1998 20- 8-1998 31- 8-1998 11- 9-1998 15- 9-1998 15- 9-1998 6-10-1998 7-10-1998 13-10-1998
339 341 342 343 345 346 347 349 350 351
Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Francis Van den Eynde Yves Leterme Francis Van den Eynde Jef Valkeniers Olivier Maingain Jean Geraerts Yves Leterme
19824 19826 19826 19827 20106 20107 20107 20432 20433 20655
Commerce extérieur — Buitenlandse Handel
1313154444416-
7-1998 7-1998 7-1998 8-1998 8-1998 8-1998 8-1998 8-1998 9-1998
130 135 153 154 155 159 161 162 164
Mw. Alexandra Colen Lode Vanoost Rony Cuyt Jef Tavernier Jef Tavernier Jef Tavernier Jef Tavernier Jef Tavernier Alfons Borginon
19342 19345 19354 19828 19828 19831 19833 19834 20109
Télécommunications — Telecommunicatie
15261716162202828-
1-1998 1-1998 2-1998 3-1998 3-1998 4-1998 4-1998 4-1998 4-1998
282 288 296 306 307 314 318 321 322
5- 6-1998 10- 6-1998 15- 6-1998
325 326 327
16- 6-1998
328
1919191522-
329 330 331 333 335
6-1998 6-1998 6-1998 7-1998 7-1998
Lode Vanoost 16172 Jean Geraerts 16351 Herman De Croo 19732 Georges Clerfayt 17416 Frans Lozie 17417 Philippe Seghin 17766 Geert Bourgeois 17863 Alfons Borginon 18037 Mw. Annemie Van de Casteele 18038 Jozef Van Eetvelt 18740 Yves Leterme 18741 Mw. Annemie Van de Casteele 18904 Mw. Annemie Van de Casteele 18904 Yves Leterme 19120 Dirk Pieters 19121 Dirk Pieters 19122 Rony Cuyt 19339 Didier Reynders 19823
* Liste cloˆturée le 23 novembre 1998 * Lijst afgesloten op 23 november 1998
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 28- 6-1995 11- 8-1995 17- 8-1995 23-10-1995 26- 4-1996 6- 5-1996 6- 5-1996 2-10-1996 22-11-1996 22-11-1996 22-11-1996 10-12-1996
5 30 31 97 275 282 283 409 452 455 456 469
14- 2-1997 7- 3-1997 21- 3-1997
529 558 573
Vincent Decroly 7 Ignace Van Belle 439 Jean-Pierre Viseur 440 Hugo Olaerts 985 Hugo Van Dienderen 4749 Bart Laeremans 4884 Bart Laeremans 4884 Jo Vandeurzen 7579 Geert Bourgeois 8488 Lode Vanoost 8490 Jef Tavernier 8492 Mw. Annemie Van de Casteele 8743 Jean-Pierre Viseur 10078 Hubert Brouns 10609 Bart Laeremans 10935
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20646
—(152)—
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
28- 4-1997 15- 5-1997 7- 7-1997 11- 7-1997 10-11-1997 23- 7-1998 24- 7-1998 24- 7-1998 3- 8-1998 4- 8-1998 5- 8-1998 20- 8-1998 11- 9-1998 25- 9-1998 29- 9-1998 30- 9-1998 2-10-1998 5-10-1998 5-10-1998 5-10-1998 6-10-1998 9-10-1998 9-10-1998 9-10-1998
600 612 651 663 732 881 884 885 888 892 893 898 905 910 912 913 914 915 916 917 918 923 924 925
Thierry Detienne Francis Van den Eynde Ignace Van Belle Bart Laeremans Lode Vanoost Ferdinand Ghesquière Bart Laeremans Bart Laeremans Thierry Detienne Jef Valkeniers Bart Laeremans Hugo Olaerts Tony Smets Thierry Detienne Jozef Van Eetvelt Mw. Ingrid van Kessel Geert Bourgeois Jozef Van Eetvelt Francis Van den Eynde Joos Wauters Jo Van Overberghe Olivier Maingain Gerolf Annemans Yves Leterme
11448 11830 12816 13332 14714 19835 19837 19838 19839 19840 19840 19842 20110 20315 20315 20316 20434 20435 20436 20436 20436 20656 20657 20657
Vice-premier ministre et ministre de la Défense nationale, chargé de l’E´nergie Vice-eerste minister en minister van Landsverdediging, belast met Energie Défense nationale — Landsverdediging
30- 5-1997 18- 6-1997 20- 6-1997 7-10-1997 17-12-1997 27- 1-1998 9- 4-1998 28- 4-1998 5- 8-1998 20- 8-1998 24- 8-1998 14- 9-1998 5-10-1998 5-10-1998 5-10-1998
324 329 333 397 433 448 486 493 520 521 522 526 529 530 531
Jean-Paul Moerman Philippe Dallons Lode Vanoost Jean-Paul Moerman Jozef Van Eetvelt Hubert Brouns Maurice Didden Alfons Borginon Hubert Brouns Jan Eeman Jan Eeman François Dufour Francis Van den Eynde Geert Versnick Alfons Borginon
12212 12484 12605 14129 15576 16386 17904 18069 19845 19846 19846 20113 20442 20443 20443
E´nergie — Energie
24- 6-1998
1
Karel Van Hoorebeke 19128
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999) Question no Vraag nr.
Date Datum 1313131515-
7-1998 7-1998 7-1998 7-1998 9-1998
2 3 5 10 14
Auteur
Page Blz.
Denis D’hondt Joos Wauters Rik Daems Rony Cuyt Francis Van den Eynde
19361 19362 19363 19367 20113
Vice-premier ministre et ministre du Budget Vice-eerste minister en minister van Begroting 25- 4-1996
16
Hugo Van Dienderen
4615
Ministre de la Politique scientifique Minister van Wetenschapsbeleid 15-11-1995 29- 1-1996 30- 5-1996 21- 4-1997 12-11-1997 17- 2-1998 10- 3-1998 10- 3-1998 19- 3-1998 23- 3-1998 30- 3-1998 2- 4-1998 1- 7-1998 8- 7-1998 15- 9-1998
13 17 35 85 107 120 122 123 124 125 126 127 133 134 138
Mw. Simonne Creyf Joseph Arens Herman De Croo Mw. Alexandra Colen Roger Lespagnard Herman De Croo Patrick Dewael Jef Tavernier Francis Van den Eynde Bart Laeremans Thierry Detienne Mw. Simonne Creyf Alfons Borginon Mw. Simonne Creyf Francis Van den Eynde
1398 2634 5274 11349 14723 16832 17235 17235 17563 17563 17656 17773 19129 19369 20114
Ministre de la Santé publique et des Pensions Minister van Volksgezondheid en Pensioenen Santé publique — Volksgezondheid
31- 7-1995 17- 8-1995 25-10-1995 26- 4-1996 18-10-1996 31- 1-1997 14- 3-1997 30- 5-1997 3- 6-1997 15- 9-1997 25- 2-1998
20 25 53 156 245 293 327 360 362 398 506
Jo Vandeurzen Jef Valkeniers Alberto Borin Hugo Van Dienderen Lode Vanoost Hugo Van Dienderen Antoine Duquesne Joos Wauters Gerolf Annemans Ignace Van Belle Jef Valkeniers
491 493 1008 4764 7945 9762 10778 12196 12197 13722 16978
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999) Date Datum
Question no Vraag nr.
6- 3-1998 9- 3-1998 25- 3-1998 13- 7-1998 4- 8-1998 5- 8-1998 5- 8-1998 7- 9-1998 7- 9-1998 7- 9-1998 7- 9-1998 9- 9-1998 14- 9-1998 5-10-1998 7-10-1998 12-10-1998 12-10-1998 12-10-1998 13-10-1998 13-10-1998 13-10-1998
509 512 519 560 566 567 570 573 574 575 576 577 579 583 584 585 586 587 588 589 590
Auteur Luc Goutry Hugo Van Dienderen Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Jef Valkeniers Hubert Brouns Ferdinand Ghesquière Thierry Detienne Thierry Detienne Hubert Brouns Claude Eerdekens Jef Valkeniers Tony Smets Joos Wauters Luc Sevenhans Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Claude Eerdekens Jozef Van Eetvelt Thierry Detienne
—(152)— Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
17236 17239 17564 19374 19852 19853 19854 20012 20012 20013 20013 20014 20115 20443 20444 20658 20659 20659 20659 20660 20661
13- 6-1996 24- 6-1996 24- 6-1996 9- 8-1996 4- 9-1996 20- 9-1996 23- 9-1996 1-10-1996 21-11-1996 21-11-1996 2-12-1996 12-12-1996 22- 1-1997 7- 2-1997 10- 2-1997 21- 3-1997 26- 5-1997 25- 7-1997 28- 7-1997 5- 9-1997 9- 9-1997 12- 9-1997 2-10-1997 8-10-1997 14-10-1997 15-10-1997 7-11-1997 1-12-1997 3-12-1997 9- 1-1998 9- 1-1998 15- 1-1998 20- 1-1998 26- 1-1998 6- 3-1998 12- 3-1998 12- 3-1998 16- 3-1998 30- 3-1998 31- 3-1998 2- 4-1998 9- 4-1998 14- 4-1998 14- 4-1998 19- 5-1998 19- 5-1998 27- 5-1998 3- 7-1998 8- 7-1998 4- 8-1998
181 183 184 206 211 218 219 226 254 255 261 274 286 297 300 324 359 388 389 400 405 411 419 422 423 427 434 452 453 464 465 469 475 483 502 507 509 513 520 522 523 528 530 532 539 540 545 558 560 566
5- 8-1998 11- 9-1998
567 572
Pensions — Pensioenen
5-12-1996
61
Thierry Giet
8753
Ministre des Affaires étrangères Minister van Buitenlandse Zaken 15- 9-1998 23- 9-1998
389 391
Alfons Borginon Didier Reynders
20120 20207
Ministre de l’Emploi et du Travail, chargée de la Politique d’égalité des chances entre hommes et femmes Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen Emploi et Travail — Tewerkstelling en Arbeid
18-10-1995 8- 1-1996 28- 2-1996 19- 3-1996 2- 4-1996 4- 4-1996 30- 4-1996 30- 4-1996 29- 5-1996 30- 5-1996
41 74 106 121 135 140 160 162 175 176
Thierry Detienne Joseph Arens Alfons Borginon Hubert Brouns Thierry Detienne Gerolf Annemans Rony Cuyt Joos Wauters Herman De Croo John Spinnewyn
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
1015 2353 3306 3783 4276 4279 4772 4773 5283 5284
20647
Auteur
Jef Valkeniers Guy Larcier Thierry Detienne Geert Bourgeois Bart Laeremans Mw. Simonne Creyf Thierry Detienne Mw. Ingrid van Kessel Filip Anthuenis Albert Gehlen Filip Anthuenis Hans Bonte Filip Anthuenis Hans Bonte Daniel Vanpoucke Rik Daems Rik Daems Hubert Brouns Filip Anthuenis Gerolf Annemans Filip Anthuenis Daniel Vanpoucke Antoine Duquesne Thierry Detienne Jacques Simonet Filip Anthuenis Thierry Detienne Jef Tavernier Thierry Detienne Gerolf Annemans Filip Anthuenis Joos Wauters Filip Anthuenis Jan Eeman Filip Anthuenis Thierry Detienne Thierry Detienne Maurice Minne Thierry Detienne Rony Cuyt Thierry Detienne Jef Valkeniers Thierry Detienne Karel Van Hoorebeke Richard Biefnot Richard Biefnot Thierry Detienne Jo Vandeurzen Filip Anthuenis Marcel Bartholomeeussen Jef Valkeniers Lode Vanoost
Page Blz. 5806 5973 5974 6979 6982 7350 7351 7601 8507 8508 8642 8906 9483 9937 9938 10944 12038 13393 13393 13397 13610 13726 14109 14111 14265 14267 14729 15215 15216 16019 16020 16201 16204 16374 17242 17429 17430 17432 17659 17660 17778 17890 17891 17892 18506 18507 18649 19378 19379 19857 19858 20121
20648
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
15- 9-1998 16- 9-1998 22- 9-1998 25- 9-1998 6-10-1998 6-10-1998
573 574 575 576 578 579
Francis Van den Eynde Dirk Van der Maelen Yves Leterme Thierry Detienne Jo Van Overberghe Thierry Detienne
20122 20122 20208 20320 20447 20447
9- 9-1997 15- 9-1997 16- 9-1997 1-10-1997 1-10-1997 8-10-1997 21-10-1997 19-12-1997 17- 3-1998 5- 6-1998 16- 6-1998 30- 6-1998
503 506 508 514 515 521 534 554 601 641 646 649
6- 8-1998 5-10-1998 7-10-1998 12-10-1998 12-10-1998
664 677 678 680 682
Politique d’égalité des chances entre hommes et femmes — Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen
30- 4-1996
12
18- 4-1997 15- 7-1998 15- 9-1998
23 29 31
Mw. Annemie Van de Casteele Pierre Beaufays Rony Cuyt Francis Van den Eynde
4776 11356 19382 20123
Ministre des Affaires sociales
Auteur
Page Blz.
Filip Anthuenis 13613 Ignace Van Belle 13731 Jef Tavernier 13732 Filip Anthuenis 13991 Herman De Croo 13992 Thierry Detienne 14114 Maurice Minne 14490 Vincent Decroly 15703 Jef Valkeniers 17434 Jo Vandeurzen 18748 Joos Wauters 18913 Mw. Annemie Van de Casteele 19137 Jef Valkeniers 19861 Joos Wauters 20450 Gerolf Annemans 20450 Claude Eerdekens 20661 Claude Eerdekens 20661
Minister van Sociale Zaken 8-12-1995 4- 3-1996 14- 3-1996 24- 4-1996 25- 4-1996 26- 4-1996 30- 5-1996
102 143 169 209 215 216 251
18- 6-1996 28- 6-1996 1- 7-1996 15-10-1996 22-10-1996 20-11-1996 20-11-1996
264 275 279 324 329 349 350
22-11-1996 2-12-1996 13- 1-1997 24- 1-1997 27- 1-1997 30- 1-1997
356 364 373 380 381 383
31014142427101318123-
384 392 396 397 402 408 416 421 424 432 460
2-1997 2-1997 2-1997 2-1997 2-1997 2-1997 3-1997 3-1997 3-1997 4-1997 5-1997
Willy Taelman Mw. Alexandra Colen Jef Valkeniers Pierre Chevalier Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Mw. Annemie Van de Casteele Jef Valkeniers Jo Vandeurzen Jef Valkeniers Luc Goutry Ferdinand Ghesquière Hugo Olaerts Mw. Annemie Van de Casteele Philippe Seghin Filip Anthuenis Hubert Brouns Jef Valkeniers Hubert Brouns Mme Marguerite Bastien Hubert Brouns Thierry Detienne Thierry Detienne Joos Wauters Joos Wauters Thierry Detienne Jef Valkeniers Hubert Brouns Jef Valkeniers Michel Moock Julien Van Aperen
1868 3460 3647 4631 4634 4777 5291 5810 6147 6148 7837 7952 8359 8359 8512 8647 9349 9626 9627 9770 9771 9940 10099 10100 10252 10438 10631 10783 10785 11036 12042
Ministre de l’Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen Petites et Moyennes Entreprises — Kleine en Middelgrote Ondernemingen
25- 5-1998
127
Maurice Didden
18657
Ministre des Transports Minister van Vervoer 30- 6-1995 22- 4-1996 28- 5-1997 22- 8-1997 1-10-1997 2-10-1997 10-11-1997 13- 1-1998 26- 1-1998 2- 2-1998 31- 3-1998 2- 4-1998 23- 4-1998 6- 5-1998 13- 5-1998 25- 5-1998 9- 6-1998 9- 6-1998 15- 6-1998
5 243 533 575 599 600 618 652 663 667 695 698 711 725 727 735 745 746 749
Gerolf Annemans Hugo Van Dienderen Jozef Van Eetvelt Olivier Maingain Antoine Duquesne Jos Ansoms Ghislain Vermassen Hugo Van Dienderen Maurice Didden Thierry Detienne Ferdinand Ghesquière Pierre Chevalier Thierry Detienne Frans Cauwenberghs Olivier Deleuze Jean Geraerts Hugo Van Dienderen Maurice Didden Hugo Van Dienderen
115 4637 12048 13411 13997 14117 14738 16031 16379 16554 17663 17782 18061 18200 18329 18659 18752 18752 18915
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999) Question no Vraag nr.
Date Datum 1619232933391416222435-
6-1998 6-1998 6-1998 6-1998 7-1998 7-1998 7-1998 7-1998 7-1998 7-1998 7-1998 7-1998 8-1998 8-1998
751 753 754 760 762 763 765 767 770 772 773 775 777 779
5- 8-1998 14- 8-1998 18- 8-1998 2- 9-1998 7- 9-1998 9- 9-1998 11- 9-1998 14- 9-1998 15- 9-1998 15- 9-1998 15- 9-1998 21- 9-1998 22- 9-1998 28- 9-1998 29- 9-1998 30- 9-1998 5-10-1998 5-10-1998 5-10-1998 6-10-1998 6-10-1998 7-10-1998 12-10-1998 13-10-1998 13-10-1998 13-10-1998 14-10-1998
780 781 782 784 785 786 787 788 792 794 795 797 798 799 800 801 802 803 804 805 806 807 808 809 810 811 812
Auteur
Joos Wauters Ferdinand Ghesquière Hugo Van Dienderen Jozef Van Eetvelt Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Dirk Pieters Didier Reynders Jan Eeman Alfons Borginon Antoine Duquesne Jozef Van Eetvelt Olivier Maingain Mw. Anne Van Haesendonck Ferdinand Ghesquière Yves Leterme Yves Leterme Bart Laeremans Maurice Didden Geert Bourgeois Yves Leterme Mw. Miche Dejonghe Francis Van den Eynde Thierry Detienne Thierry Detienne Geert Bourgeois Yves Leterme Thierry Detienne Jozef Van Eetvelt Mme Colette Burgeon Bart Laeremans Geert Bourgeois Hugo Van Dienderen Jo Van Overberghe Thierry Detienne Jos Ansoms Jos Ansoms Yves Leterme Joos Wauters Ferdinand Ghesquière Karel Van Hoorebeke
—(152)— Page Blz. 18917 19138 19139 19142 19384 19385 19386 19387 19389 19390 19862 19864 19865 19867 19868 19869 19869 20017 20017 20018 20124 20125 20126 20126 20127 20210 20211 20322 20323 20323 20452 20452 20453 20453 20454 20454 20662 20663 20663 20664 20664
Ministre de la Fonction publique Minister van Ambtenarenzaken 22-10-1996 20- 8-1997 25- 9-1997 15- 1-1998 15- 1-1998 8- 9-1998
130 212 221 248 250 299
Maurice Minne Geert Bourgeois Antoine Duquesne Lode Vanoost Lode Vanoost Yves Leterme
7962 13428 13999 16218 16219 20018
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Date Datum
Question no Vraag nr.
20649
Auteur
Page Blz.
Ministre de la Justice Minister van Justitie 15- 3-1996 18- 3-1996 1- 4-1996 26- 4-1996 6- 6-1996 5- 7-1996 5- 8-1996 5- 8-1996 5- 8-1996 6- 8-1996 3- 9-1996 26- 9-1996 15-10-1996 21-10-1996 4-11-1996 4-12-1996 18-12-1996 9- 1-1997 9- 1-1997 9- 1-1997 13- 1-1997 14- 1-1997 28- 1-1997 11- 2-1997 19- 2-1997 3- 3-1997 4- 3-1997 5- 3-1997 7- 3-1997 7- 3-1997 17- 3-1997 15- 4-1997 18- 4-1997 15- 5-1997 15- 5-1997 27- 5-1997 27- 5-1997 28- 5-1997 30- 5-1997 5- 6-1997 16- 6-1997 19- 6-1997 27- 6-1997 27- 6-1997 30- 6-1997 11- 7-1997 18- 7-1997 14- 8-1997 20- 8-1997 26- 9-1997
197 199 214 237 271 298 315 316 317 321 337 363 377 381 390 427 438 451 452 453 459 461 476 496 503 512 516 520 525 526 532 554 557 579 584 595 596 597 600 604 611 613 619 622 625 637 639 648 654 680
Hugo Van Dienderen Alfons Borginon Jean-Paul Moerman Hugo Van Dienderen Mme Jacqueline Herzet Vincent Decroly Louis Vanvelthoven Louis Vanvelthoven Louis Vanvelthoven Filip De Man Jef Valkeniers Claude Eerdekens Frans Lozie Ignace Van Belle Mme Jacqueline Herzet Bart Laeremans Daniel Vanpoucke Alfons Borginon Alfons Borginon Alfons Borginon Gerolf Annemans Francis Van den Eynde Louis Michel Bart Laeremans Ignace Van Belle Bart Laeremans Jef Valkeniers Willy Cortois Rik Daems Rik Daems Georges Clerfayt Louis Vanvelthoven Thierry Detienne Jef Valkeniers Jo Vandeurzen Renaat Landuyt Robert Meureau Mw. Alexandra Colen Etienne Bertrand Thierry Detienne Jacques Simonet Jean-Pierre Viseur Antoine Duquesne Frans Lozie Jean-Pierre Viseur Georges Clerfayt Mw. Alexandra Colen Hugo Olaerts Geert Bourgeois Servais Verherstraeten
3797 3799 4285 4786 5483 6337 6992 6993 6994 6996 7005 7619 7843 7960 8245 8653 8915 9355 9355 9356 9359 9360 9635 9952 10107 10446 10448 10449 10637 10637 10793 11198 11361 11852 11855 12051 12053 12053 12053 12327 12482 12601 12698 12699 12700 13415 13416 13418 13423 13998
20650
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
Date Datum
Question no Vraag nr.
2-10-1997 8-10-1997 10-10-1997 14-10-1997 14-10-1997 21-10-1997 6-11-1997 27-11-1997 28-11-1997 28-11-1997 8-12-1997 9-12-1997 16-12-1997 16-12-1997 5- 1-1998 7- 1-1998 14- 1-1998 22- 1-1998 23- 1-1998 23- 1-1998 28- 1-1998 30- 1-1998 4- 2-1998 6- 2-1998 6- 2-1998
684 689 695 699 700 707 718 738 740 741 749 750 753 754 758 759 769 776 777 778 781 786 792 793 794
2525344441219233031313202021212128282929781215-
799 800 803 805 806 807 808 818 823 826 828 829 830 832 836 837 839 840 843 846 847 849 850 852 854 856 859
2-1998 2-1998 3-1998 3-1998 3-1998 3-1998 3-1998 3-1998 3-1998 3-1998 3-1998 3-1998 3-1998 4-1998 4-1998 4-1998 4-1998 4-1998 4-1998 4-1998 4-1998 4-1998 4-1998 5-1998 5-1998 5-1998 5-1998
Auteur
Antoine Duquesne Jean-Marc Delizée Ignace Van Belle Bart Laeremans Jo Vandeurzen Herman De Croo Jozef Van Eetvelt Bart Laeremans Vincent Decroly Alfons Borginon Hugo Van Dienderen Roger Hotermans Bart Laeremans Bart Laeremans Hugo Van Dienderen Antoine Duquesne Frans Lozie Georges Clerfayt Jo Vandeurzen Filip De Man Filip Anthuenis Bart Laeremans Mme Jacqueline Herzet Servais Verherstraeten Mw. Annemie Van de Casteele Geert Bourgeois Thierry Detienne Joris Huysentruyt Frans Lozie Patrick Dewael Didier Reynders Michel Wauthier Olivier Deleuze Antoine Duquesne Rudy Demotte Thierry Detienne Dirk Pieters Mw. Simonne Creyf Thierry Detienne Antoine Duquesne Louis Michel Jef Valkeniers Jan Eeman Alfons Borginon Jos Ansoms Francis Van den Eynde Mw. Alexandra Colen Mw. Alexandra Colen Jean-Pierre Viseur José Canon Olivier Deleuze Luc Willems
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
14119 14122 14275 14277 14277 14378 14739 15223 15225 15226 15377 15378 15573 15573 15880 15881 16040 16380 16381 16381 16383 16560 16562 16669
19- 5-1998
860
19- 5-1998 25- 5-1998 25- 5-1998 25- 5-1998 26- 5-1998 3- 6-1998 8- 6-1998 9- 6-1998 9- 6-1998 10- 6-1998 12- 6-1998 12- 6-1998 12- 6-1998 18- 6-1998 30- 6-1998 6- 7-1998 8- 7-1998 8- 7-1998 16- 7-1998 16- 7-1998 22- 7-1998 23- 7-1998 23- 7-1998 4- 8-1998 17- 8-1998 18- 8-1998 20- 8-1998 20- 8-1998 20- 8-1998 20- 8-1998 20- 8-1998 24- 8-1998 24- 8-1998 2- 9-1998 7- 9-1998 15- 9-1998 15- 9-1998 17- 9-1998 21- 9-1998 21- 9-1998 22- 9-1998 22- 9-1998 25- 9-1998 29- 9-1998 29- 9-1998 2-10-1998 5-10-1998 5-10-1998 5-10-1998 5-10-1998 5-10-1998
861 862 863 867 869 870 876 878 879 880 882 883 885 887 890 892 893 894 896 898 899 901 902 903 905 907 908 909 910 911 912 913 915 916 917 924 925 926 927 928 929 930 931 932 933 934 935 936 937 938 940
16670 16986 16986 17107 17108 17108 17108 17109 17441 17571 17573 17664 17665 17665 17785 17908 17909 17910 17910 17911 18071 18072 18073 18073 18333 18333 18334 18513
Auteur
Page Blz.
Mw. Anne Van Haesendonck Richard Biefnot Pierre Chevalier Francis Van den Eynde Antoine Duquesne Philippe Dallons Tony Smets Bart Laeremans Ignace Van Belle Ignace Van Belle Mw. Alexandra Colen Bart Laeremans Jacques Simonet Hugo Van Dienderen Francis Van den Eynde Marc Verwilghen Vincent Decroly Gerolf Annemans Ferdinand Ghesquière Jozef Van Eetvelt Francis Van den Eynde Jef Valkeniers Ferdinand Ghesquière Ferdinand Ghesquière Jef Valkeniers Jef Valkeniers Hugo Olaerts Geert Bourgeois Hugo Olaerts Hugo Olaerts Geert Bourgeois Geert Bourgeois Geert Bourgeois Louis Vanvelthoven Julien Verstraeten Charles Janssens Francis Van den Eynde Ignace Van Belle Yves Leterme Michel Wauthier Geert Bourgeois Yves Leterme Yves Leterme Jo Vandeurzen Yves Leterme Jozef Van Eetvelt Geert Bourgeois Alfons Borginon Bart Laeremans Jacques Simonet Jozef Van Eetvelt Dirk Van der Maelen
18514 18514 18664 18664 18666 18668 18668 18756 18757 18758 18758 18920 18921 18921 19142 19145 19391 19392 19392 19394 19396 19872 19873 19875 19876 19877 19878 19878 19879 19879 19879 19880 19881 19882 20019 20020 20129 20129 20212 20212 20213 20214 20215 20324 20325 20326 20455 20456 20457 20457 20458 20459
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
6-10-1998 6-10-1998 6-10-1998 6-10-1998 6-10-1998 6-10-1998 6-10-1998 7-10-1998 9-10-1998 9-10-1998 9-10-1998 14-10-1998
941 942 943 944 945 946 947 948 949 950 951 952
Jo Van Overberghe Jo Van Overberghe Jo Van Overberghe Jo Van Overberghe Jo Van Overberghe Jo Van Overberghe Didier Reynders Claude Eerdekens Geert Bourgeois Olivier Maingain Francis Van den Eynde Tony Smets
20459 20460 20461 20461 20462 20463 20464 20465 20665 20665 20666 20666
Ministre des Finances Minister van Financie¨n 6- 9-1995 10-10-1995 7-12-1995 15-12-1995 9- 1-1996
64 110 187 198 219
16- 1-1996 19- 1-1996 19- 1-1996 14- 2-1996 4- 3-1996 20- 3-1996 28- 3-1996 1- 4-1996 30- 5-1996 18- 6-1996 5- 7-1996 5- 7-1996 18- 7-1996 7- 8-1996 9- 8-1996 3- 9-1996 3- 9-1996 3- 9-1996 6- 9-1996 31-10-1996
230 232 233 289 318 349 361 372 448 462 492 493 510 530 533 544 545 546 551 623
5-11-1996 20-11-1996 21-11-1996 28-11-1996 5-12-1996 16-12-1996 16-12-1996 17-12-1996 20-12-1996
626 635 638 648 657 670 672 678 686
Jef Valkeniers Maurice Didden Louis Michel Hugo Van Dienderen Jean-Pierre Detremmerie Herman De Croo Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Jean-Pol Henry Mw. Alexandra Colen Patrick Dewael Mw. Simonne Creyf Rudy Demotte Paul Tant Mw. Simonne Creyf Olivier Deleuze Olivier Deleuze Maurice Didden Geert Bourgeois Geert Bourgeois Jef Valkeniers Jef Valkeniers Jef Valkeniers Frans Cauwenberghs Mw. Annemie Van de Casteele Hugo Olaerts Ignace Van Belle Jean-Pol Henry Herman De Croo Karel Van Hoorebeke Joos Wauters Bart Laeremans Francis Van den Eynde Thierry Giet
476 775 1770 1967 2348 2509 2619 2620 2936 3435 3769 3958 4261 5271 5803 6315 6315 6583 6951 6954 6959 6961 6962 7117 8218 8220 8351 8498 8629 8744 8894 8896 8899 9045
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Date Datum 1728666611305622-
Question no Vraag nr.
1-1997 1-1997 2-1997 2-1997 2-1997 2-1997 3-1997 4-1997 5-1997 5-1997 5-1997
715 730 738 739 741 744 811 872 879 882 904
26- 5-1997 28- 5-1997 30- 5-1997 12- 6-1997 16- 6-1997 1- 7-1997 1- 7-1997 7- 7-1997 8- 7-1997 4- 8-1997 6- 8-1997 8- 9-1997 17- 9-1997 26- 9-1997 30- 9-1997 17-10-1997 14-11-1997 2-12-1997 10-12-1997 10-12-1997 11-12-1997 12-12-1997 12-12-1997 17-12-1997 15- 1-1998 30- 1-1998 2- 2-1998 2- 3-1998 23- 3-1998 23- 3-1998 25- 3-1998 9- 4-1998 9- 4-1998 28- 4-1998 28- 4-1998 28- 4-1998 28- 4-1998 29- 4-1998 5- 5-1998 11- 5-1998 11- 5-1998
911 921 923 937 938 961 971 976 978 998 1011 1028 1039 1055 1059 1093 1120 1147 1161 1162 1165 1166 1167 1170 1190 1218 1230 1264 1288 1292 1298 1313 1318 1340 1342 1343 1346 1349 1357 1370 1371
20651
Auteur
Rik Daems Marc van den Abeelen Louis Michel Louis Michel Louis Michel Jacques Lefevre Olivier Maingain Louis Michel Hugo Olaerts Pierre Lano Mme Marguerite Bastien Rudy Demotte Jacques Lefevre Lode Vanoost Tony Smets Richard Fournaux Louis Michel Patrick Van Gheluwe Thierry Detienne Jos Ansoms Rik Daems Jan Eeman Martial Lahaye Jean-Pierre Viseur Paul Tant Julien Van Aperen Didier Reynders Maurice Didden Georges Clerfayt Maurice Didden Maurice Didden André Schellens Thierry Detienne Jacques Lefevre Ferdinand Ghesquière Thierry Detienne Louis Vanvelthoven Lode Vanoost Yves Leterme Olivier Maingain Maurice Didden Louis Michel Paul Tant Maurice Didden Karel Van Hoorebeke Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Thierry Detienne Mw. Alexandra Colen Maurice Didden José Canon François Dufour
Page Blz. 9471 9611 9916 9916 9917 9918 10618 11567 11572 11573 12021 12025 12031 12189 12472 12472 12683 12687 12821 12821 13355 13361 13602 13718 13970 13972 14358 14844 15204 15362 15363 15554 15555 15556 15558 16180 16528 16535 17095 17557 17560 17562 17866 17870 18045 18046 18046 18047 18049 18190 18317 18317
2636
20652 Date Datum 13152738101216251101323313131313131238881111-
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999) Question no Vraag nr.
5-1998 5-1998 5-1998 6-1998 6-1998 6-1998 6-1998 6-1998 6-1998 7-1998 7-1998 7-1998 7-1998 8-1998 8-1998 8-1998 8-1998 8-1998 8-1998 9-1998 9-1998 9-1998 9-1998 9-1998 9-1998 9-1998
1380 1382 1390 1397 1401 1413 1417 1423 1427 1431 1443 1445 1451 1462 1463 1464 1465 1466 1468 1470 1472 1474 1475 1477 1480 1482
14- 9-1998
1483
15- 9-1998 15- 9-1998 15- 9-1998 16- 9-1998 24- 9-1998 24- 9-1998 24- 9-1998 24- 9-1998 25- 9-1998 28- 9-1998 5-10-1998 5-10-1998 5-10-1998 7-10-1998
1489 1490 1492 1493 1494 1495 1496 1498 1499 1500 1503 1504 1505 1506
13-10-1998 13-10-1998 14-10-1998
1507 1508 1509
Auteur
Willy Cortois Maurice Didden Patrick Dewael Alfons Borginon Jean-Pierre Viseur Filip De Man Wim Vermeulen Rik Daems Dirk Pieters Hugo Olaerts Rik Daems Jo Vandeurzen Mw. Ingrid van Kessel Maurice Didden Maurice Didden Maurice Didden Maurice Didden Maurice Didden Geert Bourgeois Hubert Brouns Hugo Van Dienderen Richard Fournaux Richard Fournaux Richard Fournaux Yves Leterme Mw. Myriam Vanlerberghe Mw. Myriam Vanlerberghe Francis Van den Eynde Francis Van den Eynde Ignace Van Belle Ignace Van Belle Mw. Ingrid van Kessel Mw. Ingrid van Kessel Mw. Ingrid van Kessel Mw. Ingrid van Kessel Mw. Ingrid van Kessel Thierry Detienne Antoine Duquesne Luc Sevenhans Filip Anthuenis Mw. Anne Van Haesendonck Mw. Ingrid van Kessel Mw. Ingrid van Kessel Yves Leterme
—(152)— Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
18322 18515 18674 18678 18761 18767 18924 18930 19148 19150 19402 19403 19883 19886 19887 19888 19889 19889 19891 20023 20025 20026 20026 20027 20130
18- 7-1997 15- 9-1997 19- 9-1997 29- 9-1997 29- 9-1997 29- 9-1997 3-10-1997 20-10-1997 20-10-1997 22-10-1997 4-11-1997 5-12-1997 15- 1-1998 19- 3-1998 23- 4-1998 28- 4-1998 28- 4-1998 29- 5-1998 12- 6-1998 12- 6-1998 25- 6-1998 8- 7-1998 9- 7-1998 15- 7-1998 22- 7-1998 1- 9-1998 2- 9-1998 4- 9-1998
112 114 116 120 122 123 124 127 129 132 134 139 144 152 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 173 176 177 178
20132 20133 20138 20139 20140 20141 20216 20217 20218 20219 20327 20328 20466 20466 20467 20467 20667 20668 20669
Secrétaire d’E´tat à la Coopération au Développement Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking 28- 4-1997 29- 5-1997
100 103
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Francis Van den Eynde 11469 Jacques Simonet 12214
Auteur
Mw. Alexandra Colen Ignace Van Belle Alfons Borginon Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Jacques Simonet Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Rik Daems Jacques Simonet Jef Valkeniers Philippe Seghin Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Dirk Van der Maelen Jef Valkeniers Jef Valkeniers Alfons Borginon Alfons Borginon Jef Valkeniers Rony Cuyt Didier Reynders Hugo Van Dienderen Bart Laeremans Jef Valkeniers
Page Blz. 13448 13746 13849 14005 14006 14006 14130 14384 14385 14387 14608 15381 16226 17574 18074 18074 18075 18679 18930 18931 19152 19406 19406 19407 19892 20028 20029 20030
Secrétaire d’E´tat à la Sécurité, pour l’Intégration sociale et l’Environnement Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu Sécurité — Veiligheid
8- 1-1996 24- 6-1996 24- 6-1996 30- 9-1996 26-11-1996 9-12-1996 13- 3-1997 5- 5-1997 13- 5-1997 4- 7-1997 18- 7-1997 4- 8-1997 4- 8-1997 2- 9-1997
34 78 82 97 106 107 122 128 131 140 145 147 148 151
Hugo Van Dienderen Bart Laeremans Jozef Van Eetvelt Hugo Van Dienderen Francis Van den Eynde Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Pieter De Crem Willy Cortois Mw. Alexandra Colen Thierry Detienne Thierry Detienne Hugo Van Dienderen
2368 5986 5987 7628 8532 8782 10800 11588 11743 12853 13450 13451 13451 13453
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Date Datum
Question no Vraag nr.
Auteur
Page Blz.
Date Datum
Question no Vraag nr.
9- 9-1997 15- 9-1997 27-10-1997 6-11-1997 17-11-1997 8-12-1997 12-12-1997 7- 1-1998 6- 2-1998 6- 2-1998 11- 2-1998 17- 3-1998 8- 6-1998 16- 7-1998 23- 7-1998 3- 8-1998 3- 8-1998 18- 8-1998 6-10-1998
156 160 172 173 175 181 183 191 198 199 201 205 213 221 222 224 225 231 240
Francis Van den Eynde Ignace Van Belle Hugo Van Dienderen Jozef Van Eetvelt Jozef Van Eetvelt Alfons Borginon Frans Lozie Lode Vanoost Tony Smets Tony Smets Alberto Borin Hugo Van Dienderen Jozef Van Eetvelt Thierry Detienne Ferdinand Ghesquière Rik Daems Philippe Seghin Hugo Olaerts Jo Van Overberghe
13618 13749 14499 14746 14877 15383 15576 15883 16674 16675 16676 17444 18769 19410 19894 19894 19895 19897 20468
15- 1-1998 20- 1-1998 15- 7-1998 3- 8-1998 5- 8-1998 13-10-1998
140 141 156 157 158 162
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie
4-12-1995 20-11-1996 21- 2-1997 25- 4-1997 18- 7-1997 15- 9-1997
26 87 108 114 125 129
Mme Colette Burgeon Pierre Chevalier Gerolf Annemans Jef Valkeniers Mw. Alexandra Colen Ignace Van Belle
1789 8376 10269 11470 13456 13751
20653
Auteur Bart Laeremans Thierry Detienne Rony Cuyt Thierry Detienne Herman De Croo Jozef Van Eetvelt
Page Blz. 16228 16229 19411 19899 19900 20670
Environnement — Leefmilieu
21- 4-1997 2- 5-1997 18- 7-1997 5- 8-1997 12- 9-1997 15- 9-1997 2-10-1997 14-10-1997 17-10-1997 21-10-1997 17-11-1997 2- 2-1998 3- 2-1998 20- 3-1998 14- 4-1998 17- 4-1998 22- 7-1998 31- 7-1998 4- 8-1998
79 80 86 87 95 96 98 100 101 102 104 110 111 115 117 119 129 130 131
Filip Anthuenis Hugo Van Dienderen Mw. Alexandra Colen Frans Lozie Jean-Pierre Viseur Ignace Van Belle Georges Clerfayt Frans Lozie Frans Lozie Hugo Van Dienderen Frans Lozie Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Hugo Van Dienderen Frans Lozie Yves Leterme Jef Valkeniers Hugo Van Dienderen Frans Lozie
11367 11590 13457 13457 13753 13753 14131 14284 14389 14390 14878 16568 16569 17579 17913 17916 19900 19901 19901
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20655
(Fr.) : Question posée en français. — (N.) : Question posée en néerlandais. (Fr.) : In het Frans gestelde vraag. — (N.) : In het Nederlands gestelde vraag. Questions auxquelles il n’a pas été répondu dans le délai fixé par le règlement. (Art. 86 du règlement de la Chambre). Vragen waarop niet binnen de door het reglement bepaalde termijn geantwoord is. (Art. 86 van het reglement van de Kamer).
Vice-premier ministre et ministre de l’E´conomie et des Télécommunications, chargé du Commerce extérieur
Vice-eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie, belast met Buitenlandse Handel
E´conomie
Economie
DO 979834790
DO 979834790
Question no 380 de M. Claude Eerdekens du 12 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 380 van de heer Claude Eerdekens van 12 oktober 1998 (Fr.) :
Yaourths. — Additifs.
Yoghurt. — Additieven.
Certains yaourths dont l’emballage comporte la mention « sans sucre ajouté » sont pourtant sucrés artificiellement à l’aspartame et à l’acesulfam K (cf. revue Test Santé, septembre 1998).
Bepaalde yoghurtproducten worden kunstmatig gezoet met aspartaam en acesulfam K, ondanks de vermelding « zonder toegevoegde suiker » op de verpakking (cf. tijdschrift « Test Santé », september 1998).
1. Ces deux additifs sont-ils sans danger ?
1. Zijn die twee additieven onschuldig ?
2. Quelles mesures avez-vous déjà prises en matière d’information aux consommateurs pour ce genre de problème ?
2. Welke maatregelen heeft u al genomen om de consumenten over dergelijke zaken in te lichten ?
Télécommunications
Telecommunicatie
DO 989900001
DO 989900001
Question no 351 de M. Yves Leterme du 13 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 351 van de heer Yves Leterme van 13 oktober 1998 (N.) :
Cabines téléphoniques publiques de Belgacom et boıˆtes aux lettres de La Poste. — Vandalisme. — Controˆle social.
Openbare telefooncellen van Belgacom en brievenbussen van De Post. — Vandalisme. — Sociale controle.
Les cabines téléphoniques publiques de Belgacom et les boıˆtes postales de La Poste sont souvent l’objet
Zowel de openbare telefooncellen van Belgacom als de brievenbussen van De Post zijn vaak het voorwerp
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20656
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
d’actes de vandalisme. Le controˆle social peut jouer un roˆle important dans la prévention du vandalisme. Ce controˆle social est en partie déterminé par l’implantation des cabines téléphoniques et des boıˆtes aux lettres.
van vandalisme. In de voorkoming van vandalisme kan de sociale controle een grote rol spelen. Deze sociale controle wordt mede bepaald door de lokalisatie van de bedoelde telefooncellen en brievenbussen.
L’implantation systématique de cabines téléphoniques et de boıˆtes aux lettres au même endroit augmenterait les possibilités de controˆle social, réduirait les risques de vandalisme et permettrait éventuellement de réaliser des économies tout en améliorant l’identification et l’accessibilité.
Het systematisch inplanten van openbare telefooncellen en brievenbussen zou naast de verhoogde herkenbaarheid en dus bereikbaarheid en eventuele kostenbesparingen aanleiding geven tot een verhoogde sociale controle en dus minder risico op vandalisme.
1. Belgacom et/ou La Poste ont-ils déjà envisagé la possibilité d’augmenter l’efficacité, comme décrit cidessus ? Existe-t-il des accords entre les deux entreprises publiques concernées ?
1. Werd deze efficie¨ntiebevorderende mogelijkheid die hierboven is geschetst door Belgacom en/of De Post reeds in overweging genomen en bestaan hierover afspraken tussen de beide betrokken overheidsbedrijven ?
2. Dans la négative, quelle raison empêche les deux entreprises publiques d’implanter autant que possible leurs cabines téléphoniques et boıˆtes aux lettres au même endroit ?
2. Zo neen, wat is de reden die beide overheidsbedrijven ervan weerhoudt of zou kunnen weerhouden om zoveel als mogelijk hun aanbod aan de gebruiker via openbare telefooncellen en brievenbussen op dezelfde plaats te lokaliseren ?
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 979834784
DO 979834784
Question no 923 de M. Olivier Maingain du 9 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 923 van de heer Olivier Maingain van 9 oktober 1998 (Fr.) :
Gendarmerie. — Cellule Brabant wallon. — Emploi des langues.
Rijkswacht. — Cel Waals-Brabant. — Taalgebruik.
Il me revient que le service de la population d’une commune bruxelloise a reçu une demande de renseignements émanant de la Cellule du Brabant wallon de la gendarmerie, établie 64, rue Docteur Picard à 6040 Jumet, et ce par télécopie.
Naar ik verneem, kreeg de dienst bevolking van een Brusselse gemeente per fax een verzoek om inlichtingen van de Cel Waals-Brabant van de rijkswacht, die in de « rue Docteur Picard » 64, 6040 Jumet, is gevestigd.
Ce document comportait des mentions en néerlandais « Gendarmerie-Rijkswacht; Cellule Brabant wallon — Cel Waals-Brabant ».
Op het document in kwestie stonden ook Nederlandse vermeldingen : « Gendarmerie-Rijkswacht; Cellule Brabant wallon — Cel Waals-Brabant ».
Or, la jurisprudence de la Commission permanente de controˆle linguistique considère que les lois sur l’emploi des langues en matière administrative s’appliquent à la gendarmerie pour ce qui concerne les affaires qui ne sont pas réglées ni par la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire, ni par la loi du 30 juillet 1938 sur l’emploi des langues à l’armée mais qu’elles trouvent à s’appliquer en ce qui concerne les actes de nature administrative accomplis par ses unités (avis no 11.087 du 9 octobre 1987 et avis no 22.114 du 28 mars 1991).
De jurisprudentie van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht stelt echter dat de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken van toepassing zijn op de rijkswacht voor materies die niet in het toepassingsgebied van de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken, noch onder de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen in het leger vallen, maar dat ze ook dienen te worden toegepast voor de handelingen van administratieve aard die door rijkswachteenheden worden uitgevoerd (advies nr. 11.087 van 9 oktober 1987 en advies nr. 22.114 van 28 maart 1991).
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20657
En l’espèce, la Cellule du Brabant wallon de la gendarmerie constitue un service régional au sens des lois linguistiques qui, en vertu de l’article 33, § 1er, de ces mêmes lois, doit utiliser exclusivement dans ses rapports avec les autres services de Bruxelles-Capitale, la langue de sa région, à savoir ici en l’occurrence la langue française.
De Cel Waals-Brabant van de rijkswacht is evenwel een gewestelijke dienst zoals bedoeld in de gecoo¨rdineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, en krachtens artikel 33, § 1, van die wetten mag deze dienst in zijn betrekkingen met de andere diensten van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest derhalve uitsluitend de taal van zijn gewest, in casu het Frans, gebruiken.
Quelles mesures prenez-vous pour faire respecter la législation linguistique au sein des services placés sou votre autorité ?
Welke maatregelen denkt u te nemen om de taalwetten door de onder uw gezag geplaatste diensten te doen naleven ?
DO 979834785
DO 979834785
Question no 924 de M. Gerolf Annemans du 9 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 924 van de heer Gerolf Annemans van 9 oktober 1998 (N.) :
Fourons. — Bourgmestre. — Bulletin d’informations communal.
Voeren. — Burgemeester. — Gemeentelijk infoblad.
Vers la mi-aouˆt 1998, les habitants des Fourons ont trouvé dans leur boıˆte aux lettres un « bulletin d’informations communal ». On peut y lire un article du bourgmestre qui se lance dans une longue diatribe contre le décret Suykerbuyk. Cet article contient nombre de contrevérités et de mensonges. C’est la seconde fois que le bourgmestre édite un « bulletin d’informations » de cet acabit. La première fois — c’était l’an passé —, cette publication était déjà utilisée comme un instrument pour propager des propos injurieux à l’égard de la Flandre.
Midden augustus 1998 viel bij de Voerense inwoners een zogenaamd « gemeentelijk infoblad » in de bus. Daarin trekt de burgemeester van leer tegen het decreet-Suykerbuyk. Het artikel staat vol bedrieglijke informatie en leugens. Het is de tweede keer dat de burgemeester zo een « infoblad » uitgeeft. De vorige keer, nu zowat een jaar geleden, werd het ook al gebruikt om scheldproza ten aanzien van Vlaanderen te verspreiden.
Or, Retour à Liège finance ses campagnes de propagande avec des fonds communaux. La dernière fois, la décision de financer la publication de ce bulletin en puisant dans les caisses de la commune avait été finalement suspendue. Un bulletin d’informations communal se doit en effet d’observer la plus stricte neutralité politique. Mais le bourgmestre persévère donc dans la mauvaise voie. E´tant donné qu’il persiste à enfreindre la loi dans d’autres domaines, nous sommes manifestement ici en présence d’une inconduite notoire et le ministre peut intervenir conformément à l’article 82 de la nouvelle loi communale. 1. Eˆtes-vous informé des faits relatifs à ce bulletin d’informations communal ?
« Retour à Liège » gebruikt voor zijn propaganda geld van de gemeente. De vorige keer werd het besluit om het blaadje te financieren uit de gemeentekas uiteindelijk geschorst. Een gemeentelijk infoblad moet immers politiek neutraal zijn. Maar de burgemeester volhardt dus in de boosheid.
2. Quelles mesures avez-vous, ou votre prédécesseur, prises à l’égard du bourgmestre ?
2. Welke maatregelen heeft u (of uw voorganger) genomen ten aanzien van de burgemeester ?
DO 979803648
DO 979803648
Question no 925 de M. Yves Leterme du 9 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 925 van de heer Yves Leterme van 9 oktober 1998 (N.) :
Fourniture de données du registre de la population.
Verstrekken van gegevens uit het bevolkingsregister.
En vertu de l’article 2 de la loi du 19 juillet 1991 relative aux registres de la population et aux cartes
Krachtens artikel 2 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters en de identiteits-
Omdat hij ook op andere terreinen de wetten blijft overtreden, is er mijns inziens duidelijk sprake van kennelijk wangedrag en kan de minister, overeenkomstig artikel 82 van de nieuwe gemeentewet optreden. 1. Bent u van de feiten omtrent het zogenaamde « infoblad » op de hoogte ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20658
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
d’identité, le Roi détermine les règles régissant la communication de données issues des registres de la population à des tiers. L’arrêté royal du 16 juillet 1997 exécute cette disposition.
kaarten bepaalt de Koning de regels volgens welke gegevens uit de bevolkingsregisters aan derden kunnen worden meegedeeld. Het koninklijk besluit van 16 juli 1997 heeft uitvoering gegeven aan deze wettelijke opdracht.
Par ailleurs, le traitement de données personnelles est également réglé par la loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée.
De verwerking van persoonsgegevens is anderzijds ook geregeld door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Pour organiser le recrutement d’élèves, les écoles demandent aux administrations communales de leur communiquer les noms et adresses de tous les habitants de la commune nés au cours d’une ou plusieurs années déterminées.
Gemeentebesturen krijgen vanwege schoolbesturen de vraag om de namen en adressen te verkrijgen van alle inwoners van de gemeenten die in één of meer bepaalde jaren zijn geboren, dit met het oog op de organisatie van de rekrutering van leerlingen.
De même, des associations et des organisations privées adressent parfois aux administrations communales des demandes analogues.
Ook private verenigingen en organisaties richten zich soms met soortgelijke vragen tot gemeentebesturen.
1. Les administrations communales peuvent-elles communiquer aux administrations scolaires qui leur en font la demande la liste des adresses de tous les habitants d’une commune nés au cours d’une année déterminée pour lui permettre de recruter de nouveaux élèves ?
1. Is het de gemeentebesturen toegestaan aan een schoolbestuur op zijn vraag een adressenlijst over te maken van alle inwoners van de gemeente geboren in een bepaald jaartal met het oog op de rekrutering door de school van nieuwe leerlingen ?
2. Les administrations communales peuvent-elles communiquer à une association qui leur en fait la demande la liste des adresses de tous les habitants d’une ou de plusieurs rues pour lui permettre de recruter de nouveaux membres ?
2. Is het de gemeentebesturen toegestaan aan het bestuur van een vereniging op zijn vraag een adressenlijst over te maken van alle inwoners van één of meer straten met het oog op de rekrutering door de bedoelde vereniging van nieuwe leden ?
Ministre de la Santé publique et des Pensions
Minister van Volksgezondheid en Pensioenen
Santé publique
Volksgezondheid
DO 979834790
DO 979834790
Question no 585 de M. Claude Eerdekens du 12 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 585 van de heer Claude Eerdekens van 12 oktober 1998 (Fr.) :
Yaourths. — Additifs.
Yoghurt. — Additieven.
Certains yaourths dont l’emballage comporte la mention « sans sucre ajouté » sont pourtant sucrés artificiellement à l’aspartame et à l’acesulfam K (cf. revue Test Santé, septembre 1998).
Bepaalde yoghurtproducten worden kunstmatig gezoet met aspartaam en acesulfam K, ondanks de vermelding « zonder toegevoegde suiker » op de verpakking (cf. tijdschrift « Test Santé », september 1998).
1. Ces deux additifs sont-ils sans danger ? 2. Quelles mesures avez-vous déjà prises en matière d’information aux consommateurs pour ce genre de problème ?
1. Zijn die twee additieven onschuldig ? 2. Welke maatregelen heeft u al genomen om de consumenten over dergelijke zaken in te lichten ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20659
DO 979834791
DO 979834791
Question no 586 de M. Claude Eerdekens du 12 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 586 van de heer Claude Eerdekens van 12 oktober 1998 (Fr.) :
Pharmaciens. — Médicaments. — Aide-mémoire.
Apothekers. — Geneesmiddelen. — Ruggensteuntje.
L’Association des pharmaciens brugeois a lancé dernièrement une initiative intitulée « Therapietrouw ». ` l’achat de médicaments, les patients recevaient un A aide-mémoire, sous la forme d’un « post-it » posant cinq questions élémentaires dont le but est d’améliorer l’utilisation des médicaments et le respect du traitement. L’aspect positif de cette initiative est qu’elle souligne le roˆle de conseiller du pharmacien (cf., revue Test Santé, septembre 1998).
De Vereniging van Brugse apothekers startte onlangs met de actie « Therapietrouw ».
1. Cette initiative vous semble-t-elle devoir être répétée ? 2. En avez-vous déjà évalué les résultats ?
Bij de aankoop van een geneesmiddel krijgen de patie¨nten een ruggensteuntje in de vorm van een « Post-it » waarop vijf elementaire vragen worden gesteld met de bedoeling een goed geneesmiddelengebruik en therapietrouw in de hand te werken. Positief aan dat initiatief is dat de adviserende rol van de apotheker in de verf wordt gezet (cf. tijdschrift « Test Santé », september 1998). 1. Lijkt die actie u voor herhaling vatbaar ? 2. Heeft u de resultaten ervan al gee¨valueerd ?
DO 979834792
DO 979834792
Question no 587 de M. Claude Eerdekens du 12 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 587 van de heer Claude Eerdekens van 12 oktober 1998 (Fr.) :
Traitement pour acné par isotrétinoı¨ne.
Behandeling van acne met isotretinoı¨ne.
Des dermatologues britanniques ont publié en 1997 des observations de lésions cutanées provoquées par une épilation à la cire chez des femmes jeunes traitées pour acné par isotrétinoı¨ne (Roaccutane).
Britse dermatologen publiceerden in 1997 observaties over huidletsels veroorzaakt door een ontharing met was bij jonge vrouwen die wegens acne met isotretinoı¨ne (Roaccutane) werden behandeld.
Il paraıˆt important que les médecins mettent en garde les femmes auxquelles ils prescrivent ce médicament (cf. revue Test Santé, septembre 1998).
Het is dus belangrijk dat de artsen de vrouwen aan wie ze het geneesmiddel voorschrijven, waarschuwen (cf. tijdschrift « Test Santé », september 1998).
1. Avez-vous déjà pris une initiative en ce sens ?
1. Heeft u al een initiatief in die zin genomen ?
2. Pourquoi cette mise en garde ne figure-t-elle pas encore dans la notice de ce médicament ?
2. Waarom staat die waarschuwing nog niet in de bijsluiter van het geneesmiddel ?
DO 989900002
DO 989900002
Question no 588 de M. Claude Eerdekens du 13 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 588 van de heer Claude Eerdekens van 13 oktober 1998 (Fr.) :
Produits vendus exclusivement en pharmacie.
Uitsluitend in apotheken verkochte producten.
Le fait que des produits soient vendus exclusivement en pharmacie relève souvent d’une simple stratégie commerciale des producteurs et non du choix du pharmacien (cf. revue Test Santé, septembre 1998).
De alleenverkoop van bepaalde producten in apotheken is vaak ingegeven door louter commercie¨le overwegingen van de producenten. Het is niet de keuze van de apotheker (cf. tijdschrift « Test Santé », september 1998).
L’argument du « vendu exclusivement en pharmacie » ne serait donc pas une garantie de qualité en termes de santé publique.
Het argument « uitsluitend verkocht in apotheken » zou dus geen kwaliteitsgarantie op het stuk van de volksgezondheid bieden.
2637
20660
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Partagez-vous cette opinion ?
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999) Deelt u die mening ?
DO 989900008
DO 989900008
Question no 589 de M. Jozef Van Eetvelt du 13 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 589 van de heer Jozef Van Eetvelt van 13 oktober 1998 (N.) :
Vaccination.
Vaccinatieprik.
Si les patients appréhendent les injections, les médecins généralistes hésitent eux-mêmes souvent à administrer des vaccins par cette voie.
Niet alleen patie¨nten hebben schrik voor de (vaccinatie)prik, ook de huisartsen twijfelen vaak.
C’est ce qui ressort d’une enquête effectuée par un bureau de marketing en collaboration avec deux revues médicales spécialisées.
Dat blijkt uit een enquête die is uitgevoerd door een marketingbureau in samenwerking met twee medische tijdschriften.
Les médecins soulignent qu’une vaccination n’est pas une opération anodine et peut avoir des effets secondaires importants. La vaccination serait également relativement chère.
Dokters wijzen er op dat een vaccinatie geen onschuldige handeling is, maar belangrijke nevenwerkingen kan veroorzaken. Een vaccinatie zou ook vrij duur zijn.
Aussi les médecins demandent-ils au ministère de la Santé publique de fournir sur l’importance de la vaccination des informations plus fiables qui permettraient de contrer les détracteurs de celle-ci de mettre fin aux rumeurs alarmistes sur les dangers de l’injection.
Onder meer van de minister van Volksgezondheid verwachten zij meer betrouwbare informatie over het belang van vaccineren. Op die wijze zou ook kunnen worden voorkomen dat tegenstanders van vaccineren vrij spel krijgen en negatieve geruchten over de prik blijven circuleren.
1. a) Existe-t-il des données étayées sur l’importance de la vaccination ?
1. a) Is betrouwbare informatie over het belang van vaccineren ter beschikking ?
b) Dans l’affirmative, envisage-t-on une campagne d’information pour promouvoir la vaccination par injection ? Quand et comment sera-t-elle menée ?
b) Zo ja, wordt een infocampagne voor de promotie van de vaccinatieprik in overweging genomen, hoe en wanneer ?
2. Saisira-t-on l’occasion pour réfuter les arguments des détracteurs de la vaccination ?
2. Wordt daarbij ook gedacht aan een reactie op de argumenten van de tegenstanders van vaccinaties ?
3. Comment peut-on répondre aux médecins généralistes qui considèrent que la vaccination n’est pas un acte bénin mais, au contraire, qu’elle peut avoir des effets secondaires indésirables ?
3. Hoe kan worden ingespeeld op de opmerking van de huisartsen als zou een vaccinatie toedienen geen onschuldige handeling, maar een interventie met mogelijke nevenwerkingen zijn ?
4. a) Les médecins généralistes seront-ils associés à une éventuelle campagne de promotion de la vaccination par injection ?
4. a) Worden de huisdokters betrokken bij een eventuele campagne ter promotie van de vaccinatieprik ?
b) Dans l’affirmative, de quelle manière ?
b) Zo ja, hoe ?
5. a) Des données relatives aux vaccinations peuventelles être inscrites sur la carte SIS, et dans l’affirmative, en envisage-t-on l’enregistrement ?
5. a) Kan de informatie over eventueel toegediende vaccinaties op de zogenaamde SIS-kaart worden aangebracht, en zo ja, wordt een dergelijke registratie ook overwogen ?
b) Pourquoi (pas) ?
b) Waarom (niet) ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20661
DO 989900011
DO 989900011
Question no 590 de M. Thierry Detienne du 13 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 590 van de heer Thierry Detienne van 13 oktober 1998 (Fr.) :
Tabagisme. — Couˆt social.
Roken. — Kosten voor de maatschappij.
Le Journal du Médecin du 18 septembre 1998 a rendu compte d’une étude menée en Suisse pour évaluer le couˆt social du tabagisme. Selon les conclusions, les couˆts indirects de la mortalité tabagique sont estimés à 3 809,4 millions de francs suisses pour l’année 1995. Une telle démarche a bien entendu ses limites car l’on ne peut tout résumer à des données économiques mais elle a le mérite de situer l’ampleur de la problématique.
De Artsenkrant van 18 september 1998 berichtte over een in Zwitserland verrichte studie waarin de kosten van het roken voor de maatschappij worden geraamd en waarin wordt gesteld dat de indirecte kosten van de mortaliteit die aan het roken is te wijten, voor het jaar 1995 op 3 809,4 miljoen Zwitserse frank worden geraamd. Een dergelijke raming heeft uiteraard haar beperkingen omdat niet alles tot economische gegevens kan worden herleid. Toch geeft zij de omvang van het probleem aan.
1. Une étude similaire a-t-elle été effectuée pour la Belgique ?
1. Werd een soortgelijke studie voor ons land verricht ?
2. Si oui, quels en sont les résultats ?
2. Zo ja, wat zijn de resultaten ervan ?
3. Une étude est-elle actuellement en cours ?
3. Wordt momenteel een studie verricht ?
Ministre des Affaires sociales
Minister van Sociale Zaken
DO 979834788
DO 979834788
Question no 680 de M. Claude Eerdekens du 12 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 680 van de heer Claude Eerdekens van 12 oktober 1998 (Fr.) :
Hoˆpitaux. — Patients hospitalisés. — « Frais de disponibilité ».
Ziekenhuizen. — Patie¨nten. — « Kosten voor beschikbaarheid ».
Certains hoˆpitaux facturent aux patients hospitalisés de prétendus « frais de disponibilité », c’est-à-dire des honoraires pour des médecins qui ne sont pas présent mais qui sont « disponibles » à leur domicile ... Ces frais peuvent s’élever jusqu’à 1 000 francs par jour (cf. revue Test Santé, septembre 1998).
Sommige ziekenhuizen rekenen hun patie¨nten zogenaamde « kosten voor beschikbaarheid » aan, namelijk erelonen voor artsen die niet echt aanwezig zijn, maar thuis « beschikbaar » zijn ... Die kosten kunnen oplopen tot 1 000 frank per dag (cf. tijdschrift « Test Santé, » september 1998).
Cette pratique est-elle autorisée ?
Is die praktijk geoorloofd ?
DO 979834792
DO 979834792
Question no 682 de M. Claude Eerdekens du 12 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 682 van de heer Claude Eerdekens van 12 oktober 1998 (Fr.) :
Traitement pour acné par isotrétinoı¨ne.
Behandeling van acne met isotretinoı¨ne.
Des dermatologues britanniques ont publié en 1997 des observations de lésions cutanées provoquées par une épilation à la cire, chez des femmes jeunes traitées pour acné par isotrétinoı¨ne (Roaccutane).
Britse dermatologen publiceerden in 1997 observaties over huidletsels veroorzaakt door een ontharing met was bij jonge vrouwen, die wegens acne met isotretinoı¨ne (Roaccutane) werden behandeld.
Il paraıˆt important que les médecins mettent en garde les femmes auxquelles ils prescrivent ce médicament (cf. revue Test Santé, septembre 1998).
Het is dus belangrijk dat de artsen de vrouwen aan wie ze het geneesmiddel voorschrijven, waarschuwen (cf. tijdschrift « Test Santé », september 1998).
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20662
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
1. Avez-vous déjà pris une initiative en ce sens ?
1. Heeft u al een initiatief in die zin genomen ?
2. Pourquoi cette mise en garde ne figure-t-elle pas encore dans la notice de ce médicament ?
2. Waarom staat die waarschuwing nog niet in de bijsluiter van het geneesmiddel ?
Ministre des Transports
Minister van Vervoer
DO 979834789
DO 979834789
Question no 808 de M. Jos Ansoms du 12 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 808 van de heer Jos Ansoms van 12 oktober 1998 (N.) :
SNCB. — Résultats de la mise en œuvre du nouvel horaire.
NMBS. — Resultaten van de nieuwe dienstregeling.
Le nouvel horaire des chemins de fer belges accroıˆt l’offre des trains de 8 % par rapport à la situation antérieure. Il s’agit maintenant d’en évaluer les résultats.
In de nieuwe dienstregeling werd het treinaanbod met 8 % verhoogd in vergelijking met de toestand daarvoor. Het komt er nu op aan om de resultaten te evalueren.
1. Combien de voyageurs ont été transportés en septembre 1998 par rapport au mois de septembre de l’année passée ?
1. Hoeveel reizigers werden in september 1998 vervoerd in vergelijking met september vorig jaar ?
2. Combien de retards ont été enregistrés « globalement » durant cette période, exprimés en pourcentage, par rapport à la même période de l’année précédente ?
2. Hoeveel vertragingen werden « in het algemeen », uitgedrukt in procenten, in dezelfde periode geregistreerd in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar ?
3. Combien de retards ont été enregistrés « aux heures de grande affluence » durant cette période, exprimés en pourcentage, par rapport à la même période de l’année précédente ?
3. Hoeveel vertragingen werden « tijdens de piekuren », uitgedrukt in procenten, in dezelfde periode geregistreerd in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar ?
4. Combien de voyageurs ont, durant cette même période, pris le train dans des gares ayant été dotées par le nouvel horaire d’une liaison directe avec Bruxelles, par rapport à septembre 1997 ?
4. Hoeveel opstappende reizigers werden in dezelfde periode gerealiseerd in de stations die in de nieuwe dienstregeling een rechtstreekse verbinding met Brussel kregen, in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar ?
5. a) Combien de trains, exprimés en pourcentage, ont été supprimés durant cette période par rapport à la même période l’année dernière ?
5. a) Hoeveel treinen werden, uitgedrukt in procenten, in dezelfde periode afgeschaft in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar ?
b) Une distinction peut-elle être faite entre les heures de pointe et les heures creuses ?
b) Kan ook hier een onderscheid worden gemaakt tussen de piekuren en de daluren ?
6. a) La SNCB a-t-elle, depuis la mise en œuvre du nouvel horaire, déjà enquêté sur le degré de satisfaction des voyageurs du nouvel horaire ?
6. a) Heeft de NMBS reeds sinds de nieuwe dienstregeling een enquête uitgevoerd naar de graad van tevredenheid van de reizigers na de nieuwe dienstregeling ?
b) Dans l’affirmative, quels en sont les résultats globaux ?
b) Zo ja, wat waren dan globaal de resultaten ?
c) Dans la négative, la SNCB ne juge-t-elle pas utile pareille confrontation avec la réalité quotidienne des déplacements en train ?
c) Zo neen, acht de NMBS zulke toetsing van de nieuwe dienstregeling bij de reizigers dan overbodig ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20663
7. En raison des importants travaux de transformation dans la gare d’Anvers-Central et de la capacité limitée de la gare de Berchem, la régularité du trafic ferroviaire sur la ligne Anvers-Bruxelles laisse, comme le constatent régulièrement les voyageurs sur cette ligne, pour le moins à désirer. a) Quel est le pourcentage de trains faisant la liaison Anvers-Bruxelles qui ont enregistré des retards en septembre 1998 ? b) Quel est ce pourcentage pour la liaison en sens inverse, de Bruxelles à Anvers, durant cette même période ? c) Quel est le pourcentage de trains supprimés au cours du mois de septembre ?
7. Door de ombouw van Antwerpen-Centraal en de beperkte capaciteit van Berchem is en blijft de dienstregeling op deze lijn in de ervaring van de gebruikers toch wel, zacht uitgedrukt, een « probleem ».
DO 989900004
DO 989900004
Question no 809 de M. Yves Leterme du 13 octobre 1998 (N.) : SNCB. — Introduction d’un ticket Eurégion pour la Flandre occidentale, le Hainaut et le Nord de la France. Depuis le 1er juillet 1998, le voyageur peut, moyennant l’achat d’un ticket dit Eurégion, utiliser les transports en commun (train et bus) pendant toute une journée pour un prix déterminé dans l’Eurégion Hasselt-Maastricht-Aix-la-Chapelle-Liège, laquelle s’étend sur trois pays. Dans la région de Courtrai-Mouscron-Lille aussi, une circulation transfrontalière de personnes est dense, de sorte que cette région semble réunir les conditions pour faire l’objet d’une offre semblable au ticket Eurégion susmentionné. 1. a) La SCNB a-t-elle pris, en concertation avec De Lijn, les TEC et les sociétés des chemins de fer et des bus françaises, des dispositions pour introduire un ticket d’un jour forfaitaire commun dans l’Eurégion qui couvre la Flandre occidentale, le Hainaut et le Nord-Pas-de-Calais ? b) Quand l’introduction d’un tel ticket est-elle prévue ? 2. Si la réponse à la première question est négative, quelles sont les raisons qui empêchent la SNCB de prendre pareille initiative ?
Vraag nr. 809 van de heer Yves Leterme van 13 oktober 1998 (N.) : NMBS. — Invoering van een Euregioticket WestVlaanderen, Henegouwen en Noord-Frankrijk.
DO 989900005
DO 989900005
Question no 810 de M. Joos Wauters du 13 octobre 1998 (N.) : SNCB. — Gare de Puurs. — Emplacements pour bicyclettes. Les efforts consentis par la SNCB pour rendre la gare de Puurs attrayante témoignent d’une approche
Vraag nr. 810 van de heer Joos Wauters van 13 oktober 1998 (N.) : NMBS. — Station Puurs. — Fietsstallingen.
a) Welk percentage van de treinen vanuit Antwerpen in de richting van Brussel werd in september 1998 genoteerd met vertraging ? b) Welk percentage werd in de omgekeerde richting tussen Brussel en Antwerpen in dezelfde periode met een vertraging genoteerd ? c) Welk percentage van treinen werd afgeschaft in de loop van de maand september ?
Sinds 1 juli 1998 is het (middels het gebruik van een zogenaamd Euregioticket) mogelijk om voor een vaste prijs een hele dag lang gebruik te maken van alle openbaar vervoer per trein en bus in de grensoverschrijdende Euregio Hasselt-Maastricht-Aachen-Luik. De regio Kortrijk-Moeskroen-Rijsel kent evenzeer heel wat grensoverschrijdend personenverkeer en komt mijns inziens in aanmerking voor een met het hierboven beschreven Euregioticket vergelijkbaar specifiek aanbod. 1. a) Zijn er schikkingen getroffen vanuit de NMBS met De Lijn, de TEC en de Franse spoor- en busmaatschappijen om een gemeenschappelijk forfaitair dagticket uit te werken voor de Euregio West-Vlaanderen, Henegouwen en Nord-Pas-deCalais ? b) Wanneer kan de invoering van dergelijk ticket verwacht worden ? 2. Indien het antwoord op de eerste vraag negatief is, wat zijn de redenen die de NMBS ervan weerhouden het initiatief te nemen zoals omschreven ?
De inspanningen die de NMBS gedaan heeft om het station van Puurs aantrekkelijk te maken getuigen van
20664
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
positive. L’aménagement d’emplacements pour bicyclettes des deux coˆtés de la gare est certainement une réussite à cet égard.
een goede aanpak. Een van die pluspunten zijn de degelijke fietsstallingen aan beide zijden van het station.
Les usagers du rail les utilisaient beaucoup, au point que l’aire du coˆté du « Merkenveld » (de l’autre coˆté de la gare) est déjà trop petite. De nombreuses bicyclettes sont dès lors tout simplement posées contre la cloˆture. Nous estimons qu’il y a suffisamment d’espace pour aménager de nouveaux emplacements. Il s’agirait-là d’un élément positif supplémentaire.
Het succes is echter zo groot en de fietsstallingen worden zo veel gebruikt dat de stalling zijde Merkenveld (overkant station) nu reeds te klein is geworden. Vele fietsen worden dan ook tegen de afsluitingsdraad geplaatst. Wij menen dat er voldoende plaats is om fietsstallingen bij te bouwen. Dit zou een extra pluspunt betekenen.
Quelles mesures préconisez-vous pour résoudre ce problème d’emplacement pour vélos ?
Welke maatregelen stelt u in het vooruitzicht om aan dit fietsstallingsprobleem een positieve oplossing te geven ?
DO 989900012
DO 989900012
Question no 811 de M. Ferdinand Ghesquière du 13 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 811 van de heer Ferdinand Ghesquière van 13 oktober 1998 (N.) :
Destination du navire-école « Commandant Fourcault ».
Bestemming van het opleidingsschip « Commandant Fourcault ».
Dans votre réponse à ma question no 624 du 17 novembre 1997 sur la destination définitive de l’ancien navire-école « Commandant Fourcault », vous déclarez que le bateau « sera, sous certaines conditions, donné en prêt à une association chargée de la formation nautique de jeunes gens, comme ce fut le cas précédemment pour le ’Hinders’, le ’Paster Pype’ et le ’Krankeloon’ » (Questions et Réponses, Chambre, 1997-1998, no 110, p. 14925). ` quelles périodes et à quelle association le A « Commandant Fourcault » a-t-il depuis été donné en prêt ?
In antwoord op mijn vraag nr. 624 van 17 november 1997 aangaande de definitieve bestemming van het gewezen opleidingsschip « Commandant Fourcault » antwoordde u dat dit schip onder bepaalde voorwaarden, in bruikleen zou gegeven worden aan een vereniging voor nautische opleiding van jongeren, zoals dit voorheen het geval geweest is voor de Hinders, Paster Pype en de Krankeloon (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 110, blz. 14925).
DO 989900018
DO 989900018
Question no 812 de M. Karel Van Hoorebeke du 14 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 812 van de heer Karel Van Hoorebeke van 14 oktober 1998 (N.) :
SNCB. — Produits qui ne sont ni échangeables ni remboursables.
NMBS. — Producten van de NMBS die niet omwisselbaar en niet terugbetaalbaar zijn.
Les tickets dits Mini-prix pour le Thalys ne sont ni échangés ni remboursés, et cette règle vaut sans doute aussi pour d’autres produits de la SNCB.
De « Thalys Mini Prijs biljetten » zijn niet omwisselbaar en niet terugbetaalbaar. Wellicht zijn nog andere NMBS-producten evenmin omwisselbaar of terugbetaalbaar.
Pourtant, une telle condition de vente est manifestement contraire aux dispositions de l’article 32, point 10, de la loi du 14 juillet 1991 sur les pratiques du commerce et sur l’information et la protection du consommateur.
Nochtans is dergelijke verkoopwaarde manifest strijdig met artikel 32, punt 10, van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument.
Cet article qualifie en effet d’abusives les clauses et conditions ou les combinaisons de clauses et condi-
Dit artikel kwalificeert immers als onrechtmatig : bedingen en voorwaarden die ertoe strekken de consu-
In welke perioden (en aan welke vereniging) werd het schip « Commandant Fourcault » sindsdien uitgeleend ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20665
tions qui ont pour objet de n’autoriser le consommateur, même en cas de force majeure, à rompre le contrat que moyennant le paiement de dommagesintérêts.
ment niet toe te staan, zelfs bij overmacht, de overeenkomst te ontbinden.
1. Pouvez-vous me fournir l’aperçu des formules proposées par la SNCB qui sont assorties d’une telle condition de vente ?
1. Kan u een overzicht geven van de NMBSformules waaraan een gelijkaardige verkoopwaarde verbonden is ?
2. Que pensez-vous de telles clauses ?
2. Wat is uw mening over dergelijke clausules ?
3. Quelles mesures avez-vous prises depuis que l’examen d’une réclamation a révélé l’existence de telles clauses abusives ?
3. Welke maatregelen nam u nu, sedert de behandeling van een klacht, het bestaan van dergelijke onrechtmatige clausules aan het licht kwam ?
Ministre de la Justice
Minister van Justitie
DO 979834786
DO 979834786
Question no 949 de M. Geert Bourgeois du 9 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 949 van de heer Geert Bourgeois van 9 oktober 1998 (N.) :
Utilisation de la langue standard dans les textes officiels.
Gebruik van de standaardtaal in officie¨le teksten.
Je constate que dans le Moniteur belge du 3 octobre 1998, il est une nouvelle fois fait usage de la construction « aan een opdracht een einde is gesteld ».
Ik lees in het Belgisch Staatsblad van 3 oktober 1998 opnieuw dat « aan een opdracht een einde is gesteld ».
Envisagez-vous de prendre des mesures pour éviter une répétition de telles erreurs linguistiques ?
Overweegt u een eind te maken aan dergelijk fout taalgebruik ?
DO 979834787
DO 979834787
Question no 950 de M. Olivier Maingain du 9 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 950 van de heer Olivier Maingain van 9 oktober 1998 (Fr.) :
Brigade de police judiciaire de l’arrondissement Bruxelles-Hal-Vilvorde. — Répartition linguistique.
Brigade van de gerechtelijke politie van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. — Taalverdeling.
En réponse à ma question no 593 du 23 mai 1997 relative aux cadres linguistiques existant au sein de la police judiciaire, vous m’aviez affirmé que les dispositions relatives aux cadres linguistiques des lois coordonnées n’étaient pas applicables à la police judiciaire et qu’en outre ni la loi du 7 avril 1919 instituant des officiers et agents judiciaires, ni la loi du 15 juin 1935 concernant l’emploi des langues en matière judiciaire ne réglaient la connaissance linguistique du personnel de la police judiciaire (Questions et Réponses, Chambre, 1996-1997, no 96, p. 13076).
Op mijn vraag nr. 593 van 23 mei 1997 over de taalkaders bij de gerechtelijke politie antwoordde u dat de bepalingen van de gecoo¨rdineerde wetten die betrekking hebben op de taalkaders, niet toepasselijk zijn op de gerechtelijke politie en dat bovendien noch de wet van 7 april 1919 tot instelling van rechterlijke officieren en agenten noch de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik van talen in gerechtszaken de taalkennis van het personeel van de gerechtelijke politie regelen (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1996-1997, nr. 96, blz 13076).
Les brigades de police judiciaire sont organisées par arrondissement judiciaire. Il existe donc une brigade pour l’arrondissement judiciaire Bruxelles-HalVilvorde.
De brigades van de gerechtelijke politie zijn per gerechtelijk arrondissement georganiseerd. Er is dus een brigade voor het gerechtelijk arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde.
20666
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Si aucune disposition des lois précitées ne fait état d’une répartition linguistique au sein des unités de police judiciaire, il n’en demeure pas moins que des statistiques relatives à la répartition linguistique du personnel des brigades de police judiciaire doivent être établies par les services du personnel.
Dat geen enkele bepaling van de genoemde wetten naar een taalverdeling bij de eenheden van de gerechtelijke politie verwijst, betekent nog niet dat de personeelsdiensten geen statistieken van de taalverdeling van het personeel van de brigades van de gerechtelijke politie moeten bijhouden.
Pourriez-vous communiquer, pour l’arrondissement judiciaire précité, la répartition linguistique actuelle au sein de chaque service de cette brigade, en distinguant les officiers des autres membres du personnel ?
Kan u voor het genoemde gerechtelijk arrondissement de huidige taalverdeling in elke dienst van die brigade meedelen en daarbij een onderscheid maken tussen de officieren en de overige personeelsleden ?
DO 979824597
DO 979824597
Question no 951 de M. Francis Van den Eynde du 9 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 951 van de heer Francis Van den Eynde van 9 oktober 1998 (N.) :
Fêtes gantoises. — Consommation de drogues douces. — Politique de tolérance.
Gentse Feesten. — Softdruggebruik. — Gedoogbeleid.
Selon le quotidien « De Morgen » du 20 juillet 1998, les services de police se sont montrés bienveillants à l’égard des consommateurs de drogues douces pendant les fêtes gantoises.
Volgens het dagblad De Morgen van 20 juli 1998 knepen de politiediensten tijdens de Gentse Feesten voor softdruggebruik een oogje dicht.
1. Pouvez-vous confirmer cette information ?
1. Kan u dit bevestigen ?
2. a) Le cas échéant, qui est responsable de cette politique de tolérance ?
2. a) Zo ja, wie is voor dit gedoogbeleid verantwoordelijk ?
b) Cette politique est-elle conforme à la législation ?
b) Bent u van mening dat een en ander in overeenstemming is met de wetgeving ?
DO 989900015
DO 989900015
Question no 952 de M. Tony Smets du 14 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 952 van de heer Tony Smets van 14 oktober 1998 (N.) :
Inscription des personnes à une adresse de référence. — Débiteur qui emménage chez un tiers. — Huissier de justice. — Saisie-exécution sur les meubles de ce tiers.
Inschrijving van personen op een referentieadres. — Schuldenaar die inwoont bij een derde. — Gerechtsdeurwaarder. — Uitvoerend beslag leggen op de inboedel van deze derde.
Certaines personnes, parmi lesquelles notamment les sans-abri, peuvent être inscrits à une adresse de référence. Celle-ci peut être aussi bien l’adresse d’un particulier que le CPAS.
Sommige personen, waaronder bijvoorbeeld daklozen, kunnen ingeschreven worden op een referentieadres. Dit kan zowel het adres van een particuliere persoon als van het OCMW zijn.
En réponse à une question qui lui était posée, votre prédécesseur a répondu que lorsqu’un débiteur emménage chez un tiers, la jurisprudence est divisée sur la question de savoir si un huissier de justice peut procéder ou non à une saisie-exécution sur les meubles de ce tiers (question no 571 du 14 mars 1994 de M. Gabrie¨ls, Questions et Réponses, Chambre, 1994-1995, no 141, p. 15013).
Op een eerder gestelde vraag antwoordde uw voorganger dat, wanneer een schuldenaar bij een derde inwoont, de rechtspraak verdeeld is over het feit of een gerechtsdeurwaarder al dan niet uitvoerend beslag kan leggen op de inboedel van deze derde (vraag nr. 571 van 14 maart 1994 van de heer Gabrie¨ls, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1994-1995, nr. 141, blz. 15013).
1. Un huissier de justice peut-il procéder à une saisie-exécution sur les meubles d’un tiers lorsque
1. Kan een gerechtsdeurwaarder uitvoerend beslag leggen op de inboedel van een particuliere derde
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20667
l’adresse de référence d’un débiteur est située chez ce tiers ?
wanneer een schuldenaar bij deze derde zijn referentieadres heeft ?
2. Qu’advient-il si l’adresse de référence du débiteur est le CPAS, en faisant bien suˆr abstraction des biens requis pour assurer la pérennité et le bon fonctionnement du CPAS ?
2. Wat indien de schuldenaar zijn referentieadres bij het OCMW heeft, met uitzondering uiteraard van de goederen die verband houden met de bestendigheid en de regelmatige werking van het OCMW ?
Ministre des Finances
Minister van Financie¨n
DO 989900006
DO 989900006
Question no 1507 de Mme Ingrid van Kessel du 13 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 1507 van mevrouw Ingrid van Kessel van 13 oktober 1998 (N.) :
Impoˆt sur les revenus. — Sociétés. — Questionnaire et avis de modification ou notification de la taxation d’office.
Inkomstenbelastingen. — Vennootschappen. — Vragenlijst en bericht van wijziging of kennisgeving van aanslag van ambstwege.
En vue de cloˆturer rapidement l’examen d’un dossier relatif à une société, il arrive que les agents des contributions adressent simultanément au contribuable un questionnaire 332 et un avis de modification ou une notification de la taxation d’office portant en tout ou en partie sur (des éléments d’) une même matière imposable relative à une personne morale et/ou à des dirigeants d’entreprises ou à des travailleurs.
Om het onderzoek van een vennootschapsdossier vlug af te sluiten, wordt door de taxatie-ambtenaren soms tegelijkertijd een vragenlijst 332 en een bericht van wijziging of een kennisgeving van aanslag van ambtswege verzonden die al dan niet geheel of gedeeltelijk betrekking hebben op dezelfde belastbare materie of elementen in hoofde van de rechtspersoon en/of in hoofde van de bedrijfsleiders of werknemers.
1. Dans quelle mesure l’application simultanée des dispositions des articles 316 et 346 ou 351 du Code des impoˆts sur les revenus (CIR 1992) est-elle autorisée, en droit et en fait, et justifiée sur le plan administratif ?
1. In welke mate is het gelijktijdig toepassen van de bepalingen van artikel 316 en artikel 346 of 351 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) in rechte en in feite wel verenigbaar en administratief verantwoord ?
2. Une société peut-elle — sans que cette demande soit motivée — être invitée, par le biais d’un questionnaire 332, à marquer son accord sur la modification éventuelle de l’ensemble des éléments de sa déclaration à l’impoˆt des sociétés ?
2. Mag aan een vennootschap in een officie¨le vragenlijst 332 zonder enige motivering meteen gevraagd worden haar schriftelijk akkoord te betuigen om haar aangifte in de vennootschapsbelasting op alle mogelijke punten te wijzigen ?
3. Est-il, par ailleurs, acceptable qu’il soit demandé à cette même personne morale de marquer son accord sur l’imposition de certains avantages de toute nature ou d’avantages complémentaires octroyés à ses dirigeants ou à ses travailleurs ?
3. Is het daarnaast aanvaardbaar dat aan diezelfde rechtspersoon ook gevraagd wordt zich akkoord te verklaren met de belastbaarheid van welbepaalde voordelen van alle aard of aanvullende toekenningen belastbaar in hoofde van bedrijfsleiders of werknemers ?
4. Quelle est la jurisprudence en la matière et quelle est la valeur juridique de tels accords de principe, en degré de réclamation, d’une part, et d’appel, d’autre part ?
4. Wat zegt de bestaande rechtspraak hieromtrent en welke juridische waarde hebben dergelijke akkoordverklaringen telkens in fase van bezwaar of van hoger beroep ?
5. Des questions et des actes d’instruction, au sens des articles 316 et 333 du CIR, peuvent-ils être posés par le biais d’un avis de modification ?
5. Mogen door middel van een bericht van wijziging tevens vragen en onderzoeksdaden worden gesteld in de zin van de artikelen 316 en 333 WIB 1992 ?
6. Lorsqu’il est procédé dans le même temps à un examen approfondi par l’administration de l’Inspec-
6. In het kader van een grondig onderzoek ingesteld door de administratie van de Bijzondere Belastings-
2638
20668
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
tion spéciale des impoˆts ou l’administration pour la Fiscalité des entreprises et des revenus, il ne peut en effet être perdu de vue que, pour le contribuable ou son conseiller fiscal, il est pratiquement impossible de répondre avec la précision nécessaire aux courriers des deux administrations.
inspectie of de administratie van de Ondernemings- en Inkomensfiscaliteit mag bij eerstgenoemde handelwijze immers niet uit het oog worden verloren dat het voor de belastingplichtige en voor zijn gevolmachtigd fiscaal raadgever praktisch onmogelijk is binnen een tijdspanne van één maand op de beide administratieve briefwisselingen nauwkeurig te antwoorden.
` moins qu’une déclaration ne doive dans tous les A cas être d’abord examinée conformément aux dispositions de l’article 339 CIR 1992 ?
Of moet een aangifte daarentegen altijd eerst vooraf worden onderzocht zoals bepaald in artikel 339 WIB 1992 ?
7. Pouvez-vous justifier votre point de vue sur le plan juridique, compte tenu des principes de bonne administration et de la nécessité de mettre en place une politique conviviale ?
7. Kan u uw juridisch verantwoorde zienswijze toelichten in het kader van de beginselen van behoorlijk bestuur en in het licht van een klantvriendelijk beleid ?
DO 989900007
DO 989900007
Question no 1508 de Mme Ingrid van Kessel du 13 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 1508 van mevrouw Ingrid van Kessel van 13 oktober 1998 (N.) :
Impoˆts sur les revenus. — Administrations fiscales. — Dossier ressortissant à la fois à la réglementation relative à la fraude fiscale et à celle relative aux éléments probants.
Inkomstenbelastingen. — Belastingadministraties. — Gelijktijdig geval van belastingontduiking en bewijskrachtige gegevens.
Il arrive que, dans le délai normal prévu par l’article 333, 1er et 2e alinéas, du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (CIR 1992), les administrations fiscales soient informées dans le même temps, à propos d’un même dossier, d’éléments décisifs quant à l’établissement d’une fraude fiscale et d’éléments probants au sens de l’article 358, § 1, 1o et 4o, CIR 1992.
Binnen de gewone onderzoekstermijnen van artikel 333, eerste en tweede lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) valt het voor dat de belastingadministraties tegelijkertijd kennis krijgen van elementen die overtuigend wijzen op belastingontduiking en op bewijskrachtige gegevens in de zin van artikel 358, § 1, 1o en 4o, WIB 1992.
1. Dans quelle mesure, et dans quel(s) délai(s) ultime(s), des suppléments d’impoˆt, tels que visés à l’article 354, 1er ou 2e alinéas, et à l’article 358, § 2, 1o et 4o, du CIR, peuvent-ils être établis sur la base de ces éléments nouveaux ?
1. In welke mate en binnen welke uiterste termijn(en) kunnen er voor die bijkomende belastbare materie respectievelijk aanvullende aanslagen worden gevestigd waarvan sprake in artikel 354, eerste of tweede lid, en artikel 358, § 2, 1o en 4o, WIB 1992 ?
2. Les administrations fiscales sont-elles autorisées — moyennant le respect de la procédure d’avertissement préalable prescrite —, lorsque les impoˆts ne peuvent plus être établis dans le délai spécial de trois ans, à se référer aux délais d’imposition spécifiques prévus par les articles 354, 2e alinéa, ou 358, § 2, 1o et 4o, du CIR 1992 ?
2. Zijn de belastingadministraties — mits naleving van de voorgeschreven procedure van voorafgaandelijke kennisgeving — gerechtigd, wanneer de aanslagen niet meer tijdig kunnen worden gevestigd binnen de buitengewone aanslagtermijn van drie jaar naderhand zonder meer over te stappen naar de specifieke aanslagtermijnen van de artikelen 354, tweede lid of artikel 358, § 2, 1o en 4o, WIB 1992 ?
3. a) L’administration doit-elle s’en tenir une fois pour toutes à la procédure instaurée au moment de l’ouverture du dossier jusqu’à la prescription du délai d’enquête ou d’imposition pour lequel il a été opté de façon définitive ?
3. a) Moet in alle gevallen dezelfde aanvankelijk ingezette procedure onverminderd, rechtlijnig en eenmalig worden aangehouden tot aan de verjaring van de definitief gekozen onderzoeks- en aanslagtermijn ?
` moins que les différents délais d’enquête et b) A d’imposition puissent-être combinés pêle-mêle, à l’avantage des administrations fiscales ?
b) Of, kunnen de mogelijke onderzoeks- en aanslagtermijnen daarentegen naar goeddunken onderling en kriskras worden gecombineerd in het voordeel van de belastingadministraties ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20669
4. ` quel moment précis les avertissements préalables a) A relatifs aux procédures retenues doivent-ils être signifiés au contribuable ?
4. a) Op welk precies tijdstip dienen de noodzakelijke voorafgaande kennisgevingen van de gekozen procedures dan wel officieel te worden betekend aan de belastingplichtige ?
b) Ces avertissements peuvent-ils, par exemple, être adressés au contribuable dans le délai prévu par l’article 354, 1er alinéa, alors que l’impoˆt ne sera établi que dans le délai prévu au deuxième alinéa de l’article 354 du CIR 1992 ?
b) Mag dit bijvoorbeeld reeds onmiddellijk gebeuren binnen de termijn van artikel 354, eerste lid, terwijl de aanslag maar zal worden gevestigd binnen de termijn bepaald in het tweede lid van artikel 354 WIB 1992 ?
5. Dans quelle mesure et dans quels délais ultimes des actes d’enquête valables au sens de l’article 358, § 1, 4o, du CIR 1992, peuvent-ils être entrepris lorsqu’un même dossier ressortit à la fois à la réglementation relative à la fraude fiscale et à celle relative aux éléments probants ?
5. In welke mate en binnen welke uiterste termijn kunnen er in het gelijktijdig geval van belastingontduiking en bewijskrachtige gegevens in de zin van artikel 358, § 1, 4o, WIB 1992 nog geldig onderzoeksdaden worden ingesteld en wijzigingsprocedures worden ingezet ?
6. Pouvez-vous nous faire part de votre point de vue en la matière, à la lueur de l’article 170, § 1, de la Constitution ?
6. Kan u uw zienswijze toelichten in het licht van de bepalingen van artikel 170, § 1, van de Grondwet ?
DO 989900014
DO 989900014
Question no 1509 de M. Yves Leterme du 14 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 1509 van de heer Yves Leterme van 14 oktober 1998 (N.) :
Successions en déshérence.
Erfloze nalatenschappen.
Les successions en déshérence semblent être bien plus nombreuses en Wallonie et à Bruxelles que dans le reste du pays. Ainsi, 394 des 556 successions tombées en déshérence durant les cinq dernières années (1993-1997) se situent en Wallonie ou à Bruxelles.
De door de Staat opgee¨iste en behouden nalatenschappen blijken in sterk overwegende mate open te vallen in Wallonie¨ en Brussel. Over de jongste vijf jaar (1993-1997) bedraagt het aandeel van de in Wallonie¨ of Brussel opengevallen nalatenschappen opgee¨ist en behouden door de Staat meer bepaald 394 van de 556 betrokken nalatenschappen.
Ce constat s’explique sans doute par la différence de profil sociologique qui caractérise les différentes régions, ou par les différences en matière de tarifs des droits de succession.
Voor deze vaststelling kunnen wellicht verklaringsfactoren gevonden worden in de verschillende sociologie van de onderscheiden gewesten of in de verschillen in de aanslagvoeten van de heffing van de successierechten.
` votre estime, quels facteurs permettent-ils 1. A d’expliquer cette étonnante disparité dans la répartition des successions en déshérence entre les trois régions ?
1. Wat zijn naar uw oordeel de factoren die de opvallend ongelijke spreiding van de erfloze nalatenschappen over de drie gewesten kunnen verklaren ?
2. a) Le receveur compétent du secteur de l’Enregistrement et des Domaines a-t-il reçu des directives concernant l’appréciation de la dévolution successorale à l’E´tat ?
2. a) Bestaan er richtlijnen aan de bevoegde ontvanger van de dienst der Domeinen met het oog op de beoordeling van de inbezitstelling in hoofde van de Staat ?
b) Dans l’affirmative, quelles sont ces directives ?
b) Wat zijn deze richtlijnen ?
c) Quels critères le receveur doit-il appliquer ?
c) Welke criteria moeten door de ontvanger gehanteerd worden ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20670
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Secrétaire d’E´tat à la Sécurité, à l’Intégration sociale et à l’Environnement
Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 989900010
DO 989900010
Question no 162 de M. Jozef Van Eetvelt du 13 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 162 van de heer Jozef Van Eetvelt van 13 oktober 1998 (N.) :
Pauvreté (même) en milieu rural.
Armoede (ook) op het platteland.
L’hypothèse selon laquelle le problème de la pauvreté se limiterait aux (grandes) villes est inexacte. Une étude de la Fondation Roi Baudouin lève tout doute à ce sujet. L’étude « Sociale uitsluiting in plattelandsgebieden » met en évidence quelques problèmes importants : le taux de scolarité inférieur en milieu rural (l’enseignement ne constituerait pas une priorité) et le fait que la pauvreté y touche essentiellement des personnes plus aˆgées (dans les villes, les jeunes sont les plus touchés). La pauvreté en milieu rural est également beaucoup moins bien localisée. L’époque ou` « chacun connaissait chacun » est révolue. Dans les communes rurales, les terrains à baˆtir deviennent en outre (plus) couˆteux en raison de l’exode des villes. Il s’y ajoute que les transports publics sont insuffisants, la voiture restant dès lors la seule et couˆteuse solution.
Het vermoeden, als zou armoede een probleem zijn dat beperkt blijft tot de (groot)steden, klopt niet. Een studie van de Koning Boudewijnstichting laat daarover niet de minste twijfel bestaan. « Sociale uitsluiting in plattelandsgebieden » wijst op enkele belangrijke pijnpunten : de lagere scholingsgraad op het platteland (want onderwijs zou geen prioriteit zijn), armen vind je hier vooral bij de oudere bevolkingscategorie (in de steden bij jongeren). Buiten is die armoede ook een veel minder duidelijk gelokaliseerd fenomeen. De tijd van « iedereen kent hier iedereen » is voorbij. Bovendien wordt ook in rurale gemeenten de bouwgrond duur(der) als een gevolg van de stadsvlucht. Daartegenover staat een ondermaats openbaar vervoer, zodat een wagen vaak de (duurste maar) enig haalbare oplossing blijft.
Les chercheurs plaident en tant que solution de rechange, en faveur de projets à petite échelle qui assureraient par exemple la qualité de l’habitat et mettraient dès lors fin à l’exclusion sociale. Les auteurs de l’étude s’expriment également sans détour en faveur d’un renforcement des CPAS locaux.
Als haalbare alternatieven pleiten de onderzoekers voor kleinschalige projecten die de verbetering van, bijvoorbeeld, de woonkwaliteit garanderen en bijgevolg de sociale uitsluiting ongedaan maken. De studie pleit ook onomwonden voor een versterking van de lokale OCMW’s.
1. a) Les autorités fédérales sont-elles suffisamment familiarisées avec le phénomène de la pauvreté en milieu rural ?
1. a) Is het fenomeen van de armoede op het platteland genoegzaam bekend bij de federale overheid ?
b) Dans l’affirmative, quelles mesures politiques ont été mises en œuvre pour substituer à l’état de la pauvreté une situation de vie acceptable ?
b) Zo ja, welke beleidsmaatregelen zijn uitgezet om deze armoedesituatie om te buigen tot een haalbaar leefklimaat ?
c) Dans la négative, le rapport ne doit-il pas inciter à prendre des mesures supplémentaires ?
c) Zo neen, is dit rapport een aanleiding om bijkomende maatregelen te treffen ?
d) De quelles mesures s’agit-il et quels partenaires sont concernés ?
d) Welke en met welke partners ?
2. a) Est-il possible de renforcer les CPAS locaux et des accords concrets ont-ils déjà été conclus en cette matière ?
2. a) Is het een haalbare kaart om de lokale OCMW’s nog te versterken en zijn in dat verband al concrete afspraken gemaakt ?
b) Dans l’affirmative, avec quelles communes ?
b) Zo ja, met welke gemeenten ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20671
Questions posées par les membres de la Chambre des représentants et réponses données par les ministres. Vragen van de leden van de Kamer van volksvertegenwoordigers en antwoorden van de ministers.
Premier ministre
Eerste minister
DO 989900017
DO 989900017
Question no 202 de M. Marceau Mairesse du 14 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 202 van de heer Marceau Mairesse van 14 oktober 1998 (Fr.) :
L’effet en chaıˆne envisageable par le passage informatique de l’an 2000. — La problématique des composants embarqués (embedded systems). ` ce jour, nous pouvons affirmer que l’ensemble du A monde scientifique et politique est conscientisé par les problèmes informatiques liés au passage de l’an 2000. Néanmoins, il est un domaine plus précis qui ne semble pas avoir reçu la même attention, celui des composants embarqués (embedded systems).
Millennium-bug. — Problematiek « ingebouwde componenten ».
Les composants embarqués ne sont pas des ordinateurs mais des puces électroniques, dont la reprogrammation semble plus délicate à réaliser. Leur nombre est considérable, puisqu’ils équipent une grande partie des infrastructures de communications et de télécommunications ainsi que l’approvisionnement électrique.
Ingebouwde componenten zijn geen computers maar chips, die naar verluidt veel moeilijker te herprogrammeren zijn. Er zijn er bovendien heel wat, ze zitten immers in een groot gedeelte van de communicatie- en telecommunicatie-infrastructuur en in de elektriciteitsvoorzieningen.
1. Le « Forum Millésime 2000 », créé lors du Conseil des ministres du 19 décembre 1997, a pour but d’accompagner l’approche de la problématique du changement de millénaire en ce qui concerne les systèmes informatiques et automatiques.
1. Het « Forum Millennium 2000 » dat door de Ministerraad op 19 december 1997 in het leven werd geroepen, heeft tot doel het probleem van de naderende millennium-bug voor geautomatiseerde en computersystemen aan te pakken.
a) Ce Forum a-t-il été sensibilisé à la problématique des composants embarqués ?
a) Werd dit Forum gesensibiliseerd voor de problematiek van de ingebouwde componenten ?
b) Si oui, ce Forum comprend-il des techniciens susceptibles d’évaluer les problèmes techniques liés aux composants embarqués ?
b) Zo ja, zitten er in het Forum technici die in staat zijn de technische problemen in verband met ingebouwde componenten te evalueren ?
c) Y a-t-il, au niveau scientifique, des contacts pris avec d’autres pays de l’Union européenne ? Si oui, dans quel cadre et à quelle fréquence ?
c) Zijn er hierover contacten met wetenschapsmensen uit ander EU-landen ? Zo ja, binnen welk kader, en hoe intensief zijn die contacten ?
2. a) Les entreprises comme la SCNB, BIAC ou Electrabel ont-elles été sensibilisées aux risques liés aux composants embarqués ?
2. a) Werden bedrijven als de NMBS, BIAC of Electrabel gesensibiliseerd voor de risico’s die de millennium-bug voor ingebouwde componenten inhoudt ?
b) Si oui, est-ce via vos services ou ceux des ministres compétents ?
b) Zo ja, werden ze gesensibiliseerd door uw diensten of die van de bevoegde ministers ?
van
de
De politieke en wetenschappelijke wereld is zich vandaag de dag bewust van de informaticaproblemen die de overgang naar het jaar 2000 zal teweegbrengen. Er is echter een bepaald segment dat kennelijk niet dezelfde aandacht krijgt : dat van de zogenaamde « ingebouwde componenten ».
20672
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
c) De quelle manière ces entreprises collaborent-elles à la réflexion générale ?
c) Op welke wijze dragen die bedrijven bij tot de algemene brainstorming ?
Réponse : Pour ce qui concerne les questions relatives aux adaptations informatiques An 2000 et aux activités du Forum Millésime 2000, j’ai l’honneur de fournir la réponse suivante à l’honorable membre.
Antwoord : Met betrekking tot de gestelde vragen omtrent de informatica-aanpassingen Jaar 2000 en van de activiteiten van het Millennium Forum 2000 heb ik de eer het geachte lid volgend antwoord te verstrekken.
1. Lors de sa réunion du 10 juillet 1998, le Conseil des ministres a pris acte du premier rapport remis par le Forum Millésime 2000.
1. In haar vergadering van 10 juli 1998 heeft de Ministerraad akte genomen van het eerste rapport van het Millennium Forum 2000.
Outre les objectifs poursuivis par le Forum, le rapport expose principalement les actions entreprises au cours du premier semestre de 1998 : diffusion d’une brochure, réalisation d’un site web (www.y2000.fgov.be), constitution de checklists (indicateurs commerciaux et techniques), rédaction d’une définition « Conformité An 2000 », publication d’un « code d’honneur ».
In dit rapport werden, naast de doelstellingen van het Forum, voornamelijk de genomen acties tijdens het eerste semester van 1998 uiteengezet : verspreiding van een brochure, opzetten van een website (www.y2000.fgov.be), opmaak van checklists (business- en technische indicatoren), opmaak van een definitie « Jaar 2000 conformiteit », publicatie van een « erecode ».
De plus, outre toute une série de constatations, un train de recommandations ont été formulées, comme par exemple la formation suffisante dans le domaine du « passage à l’an 2000 », une sensibilisation permanente, une attention et un suivi des problématiques évoquées dans les domaines de l’infrastructure (télécommunications, équipements d’utilité) et des soins de santé, une attention prêtée aux plans d’urgence, la disponibilité des spécialistes.
Bovendien werden, naast een aantal vaststellingen, een aantal aanbevelingen geformuleerd, zoals voldoende vorming in het domein « overgang naar het jaar 2000 », blijvende sensibilisering, aandacht en opvolging van de genoemde problematiek rond de infrastructuurdomeinen (telecom, nutsvoorzieningen) en de gezondheidszorg, aandacht voor noodplannen, beschikbaarheid van specialisten.
2. En ce qui concerne les domaines d’infrastructure (téléphonie, électricité, énergie et transport), le premier rapport indique que des progrès ont été réalisés au niveau du transport, du secteur des télécommunications et de l’électricité.
2. Inzake de infrastructuurdomeinen (telefonie, elektriciteit, energie, vervoer) is in het eerste rapport aangegeven dat vooruitgang wordt geboekt voor het vervoer, de telecomsector, de elektriciteitssector.
E´tant donné que ces secteurs jouent un roˆle essentiel dans l’économie belge et qu’ils ont un impact transfrontalier, la Commission est également concernée.
Aangezien deze sectoren essentieel zijn voor de Belgische economie en een grensoverschrijdende impact hebben, is ook de Europese Commissie hiermee eveneens begaan.
` la demande de la Commission européenne, le A Forum Millésime 2000 a ainsi demandé aux ministres fédéraux et régionaux compétents en ces matières, de remettre pour le 15 novembre 1998 un aperçu des progrés réalisés dans ces domaines.
Op vraag van de Europese Commissie is aldus vanuit het Millennium Forum 2000 aan de federale en aan de gewestministers, die deze sectoren onder hun bevoegdheid hebben, gevraagd om tegen 15 november 1998 een overzicht te bezorgen van de vooruitgang terzake.
3. Dans le second rapport du Forum Millésime 2000, prévu pour la fin de cette année, on traitera de l’état d’avancement tant dans les domaines touchant à l’infrastructure qu’en matière de plans d’urgence.
3. In het tweede rapport van het Millennium Forum 2000, gepland voor het einde van dit jaar, zal de stand van zaken zowel inzake de infrastructuurdomeinen als inzake noodplannen behandeld worden.
Le premier rapport du Forum Millésime sera déposé auprès du greffe. Dés que le deuxième rapport sera en notre possession, celui-ci sera également transmis au greffe.
Het eerste rapport van het Millennium Forum zal bij de griffie worden neergelegd. Zodra het tweede rapport in ons bezit is zal dit eveneens bij de griffie worden bezorgd.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20673
Vice-premier ministre et ministre de l’E´conomie et des Télécommunications, chargé du Commerce extérieur
Vice-eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie, belast met Buitenlandse Handel
E´conomie
Economie
DO 979814078
DO 979814078
Question no 371 de M. Vincent Decroly du 15 juillet 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 371 van de heer Vincent Decroly van 15 juli 1998 (Fr.) :
Collaboration entre services de police et firmes privées de dépannage.
Samenwerking van politiediensten en particuliere depannagebedrijven.
Dans diverses circonstances ou` la circulation routière est gênée par un véhicule immobilisé, les polices peuvent, bien entendu, requérir l’intervention d’un service privé de dépannage pour l’évacuer.
In situaties waarbij het verkeer gehinderd wordt door een stilstaand voertuig, kunnen de politiediensten natuurlijk een particuliere depannagedienst oproepen om het voertuig weg te slepen.
Il me revient toutefois qu’en dépit de l’abonnement à une société d’assistance technique dont disposent des automobilistes accidentés (avec contrat d’assurance garantissant l’évacuation gratuite et immédiate du véhicule), les policiers peuvent imposer, pour des raisons qui ne peuvent qu’apparaıˆtre suspectes, le recours à une firme de dépannage qui a leur faveur.
Naar ik verneem, kunnen politieagenten echter gestrande automobilisten, ook al zijn deze aangesloten bij een wegenwacht (met een verzekering die het gratis en onmiddellijke wegslepen van het voertuig waarborgt), om redenen die men alleen maar als dubieus kan kwalificeren, verplichten gebruik te maken van de diensten van een depannagebedrijf dat bij de betrokken politieagenten in de gunst is.
L’exemple qui m’est récemment rapporté concerne un accident survenu le 23 avril 1998 sur la Chaussée de Waterloo à hauteur de Rhodes-Saint-Genèse : le gendarme intervenant sur place a refusé que l’automobiliste concerné fasse appel à sa société d’assistance pour imposer le dépannage par une firme basée à ... Drogenbos, ce qui a évidemment engendré un délai d’attente anormal, des difficultés prolongées de circulation routière et des dépenses supplémentaires pour le propriétaire de la voiture.
Dat is naar verluidt gebeurd bij een ongeval dat op 23 april 1998 plaatshad op de Waterloosesteenweg in Sint-Genesius-Rode. De ter plaatse geroepen rijkswachter stond de automobilist niet toe een beroep te doen op zijn wegenwacht en ontbood een depannagebedrijf uit ... Drogenbos, met als gevolg natuurlijk een abnormaal lange wachttijd, een veel langere verkeershinder en extra kosten voor de eigenaar van het voertuig.
1. a) Quels sont les critères à respecter par un policier appelé à intervenir dans ce type de situation lorsqu’il y a à choisir entre divers services de dépannage ?
1. a) Welke criteria dient een politieagent in dergelijke situaties bij de keuze van een depannagedienst te hanteren ?
b) Y a-t-il en la matière identité des directives et des pratiques à la gendarmerie et à la police communale ?
b) Gelden op dat stuk dezelfde richtlijnen en praktijken bij de rijkswacht en de gemeentepolitie ?
2. De quel(s) éventuel(s) recours dispose un automobiliste qui, dans une telle situation, estimerait que, dans le choix qu’il a imposé, le policier a commis une erreur d’appréciation préjudiciable à la fluidité de la circulation routière et/ou contraire à ses intérêts ?
2. Wat kan een automobilist ondernemen die in een dergelijk geval verkeert en vindt dat de politieagent, door een welbepaald depannagebedrijf op te dringen, een beoordelingsfout maakt die een vlotte doorstroming van het verkeer belemmert en die tegen zijn belangen indruist ?
Réponse : Dans sa réponse aux questions posées par l’honorable membre, le ministre de l’Intérieur s’en est référé au ministère des Affaires économiques en ce qui
Antwoord : In zijn antwoord op de vragen die het geachte lid heeft gesteld, heeft de minister van Binnenlandse Zaken verwezen naar het ministerie van Econo-
20674
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
concerne les matières qui relèvent de la compétence de ce département (concurrence déloyale, infractions à la réglementation des prix, etc.) (question no 854 du 11 mai 1998, Questions et Réponses, Chambre, 19971998, no 137, p. 18949).
mische Zaken voor de materies die tot de bevoegdheid van dit departement behoren (oneerlijke concurrentie, inbreuken op prijsreglementering, e.d.) (vraag nr. 854 van 11 mei 1998, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 137, blz. 18949).
La loi du 22 janvier 1945 sur la réglemenation économique et les prix autorise en effet le ministre de l’E´conomie à intervenir dans la fixation des prix. La politique des prix actuelle est basée sur le principe de la libre formation des prix sans intervention des autorités publiques. Il n’est dérogé à ce principe que vis-àvis d’un nombre très limité de secteurs qui se caractérisent soit par l’absence de concurrence soit par une réelle dimension sociale.
De wet van 22 januari 1945 betreffende de economische reglementering en de prijzen kent aan de minister van Economie inderdaad de bevoegdheid toe om te intervenie¨ren in de prijsbepaling. Het actuele prijzenbeleid stoelt op het principe van de vrije prijsvorming zonder overheidsstussenkomst. Van dit principe wordt vandaag slechts afgeweken ten aanzien van een uiterst beperkt aantal sectoren, die worden gekenmerkt door de afwezigheid van mededinging of door een uitgesproken sociale dimensie.
Au vu de ce qui précède, les entreprises de dépannage fixent à ce jour librement leurs tarifs. Juridiquement parlant, il n’est évidemment pas exclu que les services de dépannage puissent être remis sous un régime de controˆle de prix. Ceci pourrait se faire d’une façon sélective, par exemple, uniquement pour les services de dépannage qui ont été ordonnés par la force publique en vue de l’enlèvement de voitures mal garées.
In deze benadering kunnen de takelbedrijven vandaag hun tarieven vrij bepalen. Juridisch is het uiteraard niet uitgesloten dat de takeldiensten terug onder een regime van prijscontrole zouden worden onderworpen. Dit zou ook selectief kunnen gebeuren, bijvoorbeeld enkel wanneer de takeldiensten werden bevolen door de openbare macht met het oog op het takelen van foutgeparkeerde wagens.
Bien qu’il soit juridiquement parfaitement possible d’édicter des mesures vis-à-vis des tarifs pouvant être facturés par les entreprises de dépannage, éventuellement dans des circonstances bien déterminées, j’estime, d’un point de vue économique, qu’une initiative publique dans ce sens devrait répondre à un certain nombre de conditions.
Ook al is het juridisch dus perfect mogelijk maatregelen uit te vaardigen ten aanzien van de tarieven die door takelbedrijven worden aangerekend, eventueel in bepaalde welomschreven omstandigheden, dan ben ik vanuit een economisch oogpunt van oordeel dat een overheidsinitiatief in zo’n richting aan een aantal voorwaarden moet voldoen.
En premier lieu, il doit être certain que les faits dénoncés soient d’une importance telle qu’une dérogation au principe général de libre formation de prix, auquel j’ai dèjà fait allusion, puisse se justifier.
Eerst en vooral moet vaststaan dat de aangeklaagde feiten dergelijke proporties aannemen dat het kan verantwoord worden dat wordt afgeweken van het algemeen principe van de vrije prijsvorming, waarnaar ik al heb verwezen.
Une deuxième condition est que la réglementation des prix puisse donner une réponse aux abus éventuels. Avant l’entrée en vigueur de l’arrêté ministériel du 20 avril 1993 portant dispositions particuliéres en matiére de prix, des tarifs maxima pour les services de dépannage étaient fixés sur base de la réglementation des prix. Pourtant, ceci ne voulait pas dire qu’il n’existait pas d’abus. La grille tarifaire était en effet basée sur un nombre de paramètres dépendant des circonstances de fait des travaux exécutés, comme le nombre de personnes qui sont intervenues, l’heure exacte et la durée de l’intervention.
Een tweede voorwaarde is dat de prijzenreglementering het antwoord kan bieden op de eventuele misbruiken. Vo´o´r de inwerkingtreding van het ministerieel besluit van 20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen golden voor takeldiensten maximumprijzen die via de prijzenreglementering waren vastgelegd. Toch was het niet zo dat er toen geen misbruiken bestonden. Het tariefrooster stoelde immers op een aantal parameters die afhingen van de feitelijke omstandigheden van de uitgevoerde werkzaamheden, zoals het aantal in te zetten personen en het juiste tijdstip en de duurtijd van de interventie.
Cette donnée m’amène à la troisiéme exigence à laquelle une intervention des autorités devrait satisfaire. Une régulation tarifaire doit être simple, claire et transparente. Autrement dit, l’influence des circonstances de fait doit se réduire autant que possible à un minimum. Afin d’arriver à ce but, une enquête large et une étude approfondie par mon administration sont nécessaires. J’attends leurs résultats avant de prendre une position définitive sur ce dossier.
Dit gegeven brengt mij tot een derde voorwaarde waaraan een overheidsingrijpen moet voldoen. Een tarifaire regeling moet eenvoudig, duidelijk en transparant zijn. Anders gezegd, de invloed van de feitelijke gegevens moet zoveel mogelijk tot een minimun worden herleid. Om dit objectief te bereiken zijn ruim onderzoek en diepgaande studie door mijn bestuur vereist. Ik verwacht hun resultaten voordat ik een definitief standpunt inneem over dit dossier.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20675
Malgré l’absence d’une réglementation particulière, le prix des services de dépannage doit être le prix normal visé à l’article 1er, § 2, de la loi du 22 janvier 1945 précitée. Les agents de mon administration de l’Inspection économique sont compétents pour rechercher et constater les infractions à cette disposition. Toute plainte en cette matière peut donc être transmise à cette administration. Ce sont toutefois les cours et tribunaux qui déterminent en dernier ressort si un prix revêt ou non un caractére anormal.
Niettegenstaande de ontstentenis van een bijzondere reglementering, moet de prijs van de depannagediensten de, in artikel 1, § 2, van de hierboven vermelde wet van 22 januari 1945, beoogde normale prijs zijn. De ambtenaren van mijn administratie van Economische Inspectie zijn bevoegd om de inbreuken op deze bepaling op te sporen en vast te stellen. Iedere klacht terzake kan dus aan deze administratie overgedragen worden. Het zijn echter de hoven en rechtbanken die, in laatste instantie, bepalen of een prijs al dan niet abnormaal is.
Par ailleurs, lorsque l’entreprise de dépannage exerce un droit de rétention sur une voiture dont l’enlèvement a été exigé par les services d’ordre, le propriétaire peut également en référer à la justice.
Bovendien, wanneer een takelbedrijf een retentierecht uitoefent op een voertuig waarvan de verwijdering gebeurde op last van de ordediensten, kan de eigenaar zich eveneens tot het gerecht wenden.
Aucun contrat n’ayant été conclu entre le propriétaire du véhicule et l’entreprise de dépannage, celle-ci ne peut exercer un droit de rétention pour obtenir le paiement des frais d’enlèvement avant de restituer le véhicule. Le consommateur peut bien évidemment s’adresser à la justice pour obtenir réparation du préjudice qu’il estimerait avoir subi de ce chef.
Aangezien geen enkel contract tussen de eigenaar van het voertuig en het takelbedrijf gesloten werd, mag deze geen retentierecht uitoefenen om de betaling van de takelkosten te krijgen vo´o´r hem zijn voertuig terug te geven. De consument kan zich uiteraad zelf tot het gerecht wenden om schadevergoeding te verkrijgen voor het nadeel dat hij acht te hebben ondervonden uit dien hoofde.
DO 979803751
DO 979803751
Question no 372 de M. Jacques Simonet du 19 mars 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 372 van de heer Jacques Simonet van 19 maart 1998 (Fr.) :
Circulation de la monnaie fiduciaire.
Omloop van chartaal geld.
La récente grève des transporteurs de fonds a posé nombre de problèmes pratiques à nos concitoyens (parmi les plus faibles) placés dans l’impossibilité (ou à tout le moins dans d’importantes difficultés) de se procurer des billets de banque.
De recente staking van de geldkoeriers stelde onze landgenoten (ook de zwaksten) voor tal van praktische problemen omdat bankbiljetten niet meer (of heel moeilijk) verkrijgbaar waren.
Ma question est justifiée par le fait qu’une grève identique pourrait se reproduire, par exemple lorsqu’il faudra mettre l’euro en circulation. La problématique évoquée est donc loin d’être circonstancielle.
Mijn vraag is ingegeven door het feit dat een gelijkaardige staking kan uitbreken op het ogenblik van het in circulatie brengen van de euro. Het probleem is dus zeker geen gelegenheidskwestie.
L’exécution d’un paiement est devenue une opération rapide et simple. Elle s’effectue par transfert électronique entre banques, par chèque ou par carte de paiement.
Een betaling uitvoeren is een snelle, eenvoudige operatie geworden. De betaling wordt uitgevoerd via elektronische overdracht tussen banken, per cheque of betaalkaart.
Néanmoins et spécialement pour les citoyens qui, pour des raisons diverses n’utilisent pas ces facilités, une partie non négligeable des échanges nécessite l’utilisation de la monnaie fiduciaire. Accessoirement, on relèvera que l’échange direct est une pratique lourde et incommode.
Vooral voor de burgers die om diverse redenen geen gebruik van elektronische betaalmiddelen maken, vereist een niet-onbelangrijk deel van het verkeer niettemin het gebruik van chartaal geld. In tweede instantie kan worden opgemerkt dat rechtstreeks geldverkeer een omslachtige en onpraktische bewerking is.
En raison du mouvement de grève précité, la monnaie fiduciaire a circulé de plus en plus difficilement. En outre, la démonstration a ainsi été faite qu’un tel mouvement de grève peut bloquer la circulation ou la mise en circulation de la monnaie fiduciaire.
Ten gevolge van de staking van de geldkoeriers circuleerde het chartaal geld alsmaar moeilijker. Bovendien werd aangetoond dat een staking de circulatie of het in circulatie brengen van chartaal geld kan blokkeren.
2639
20676
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
La Banque nationale de Belgique jouit du privilège d’émission de la monnaie fiduciaire.
De Nationale Bank van Belgie¨ beschikt over het monopolie van de emissie van chartaal geld.
Des dispositions ont été prises pour lever tous les obstacles à l’usage de l’euro, dont la mise en circulation sous forme fiduciaire interviendra pendant le premier semestre 2002.
Regelingen zijn getroffen om alle hindernissen weg te nemen voor het gebruik van de euro, die in het eerste semester van 2002 in circulatie wordt gebracht.
1. Dès lors que la frappe de la monnaie relève d’un monopole, l’E´tat, ne doit-il pas prendre des dispositions afin que la monnaie fiduciaire puisse être librement accessible à chacun ?
1. Moet de Staat, die het monopolie van het aanmunten heeft, er niet voor zorgen dat het chartaal geld voor iedereen beschikbaar blijft ?
2. Que fait le gouvernement pour :
2. Wat doet de regering om :
a) assurer ou faciliter la circulation de la monnaie fiduciaire;
a) de circulatie van het chartaal geld te waarborgen of te vergemakkelijken;
b) permettre la poursuite des échanges économiques se faisant par l’intermédiaire de cette monnaie;
b) het voortzetten van het economisch verkeer met chartaal geld mogelijk te maken;
c) assurer la libre prestation de tous les services bancaires;
c) de vrije levering van alle bankdiensten te waarborgen;
d) permettre que le droit à l’épanouissement culturel et social (article 23 de la Constitution) soit réel ?
d) het recht op sociale en culturele ontplooiing (artikel 23 van de Grondwet) te vrijwaren?
3. a) Le gouvernement envisage-t-il de lancer des campagnes d’information sur les différents moyens de paiement ?
3. a) Plant de regering voorlichtingscampagnes over de verschillende betalingswijzen ?
b) Accessoirement, entend-il renforcer l’équipement de ses propres services en moyens de paiement électronique ? ` plus long terme, quelles mesures seront prises c) A pour éviter que la perspective de mise en circulation de l’euro ne devienne un moyen de pression de tel ou tel acteur du secteur financier ?
b) Overweegt de regering de uitrusting van haar eigen diensten met elektronische betaalmiddelen uit te breiden ?
Réponse : En réponse à sa question, et complémentairement à la réponse donnée par mon collègue, le ministre des Finances, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.
Antwoord : In antwoord op zijn vraag en ter aanvulling van het antwoord gegeven door mijn collega, de minister van Financie¨n, heb ik de eer het geachte lid de volgende inlichtingen te verstrekken.
1. Il a déjà été répondu à ce point par le ministre des Finances, compétent en ces matières (question no 1285 du 19 mars 1998, Questions et Réponses, Chambre, 1997-1998, no 136, p. 18853).
1. Hierop werd reeds geantwoord door de minister van Financ ie¨n die terzake bevoegd is (vraag nr. 1285 van 19 maart 1998, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 136, blz. 18853).
2. a) et b) Le groupe « Piéces et Billets », créé au sein du Commissariat général à l’euro, est chargé de définir un calendrier et un scénario précis pour l’introduction des piéces et des billets en euro. Afin de faciliter l’échange de la monnaie fiduciaire, les banques et le secteur de la distribution ne devraient plus rendre que des espè` cet effet, ces en euro dès le 1er janvier 2002. A les entreprises de distribution recevront préalablement, sous la forme d’un kit standard de départ, un assortiment de cartouches de pièces euro et un jeu de billets euro. L’objectif, graˆce au scénario qui sera mis en place, est de limiter la période d’échange à une durée maximale
2. a) en b) De groep « Stukken en Biljetten », opgericht binnen het Commissariaat-generaal voor de euro, is belast met het bepalen van de kalender en van een nauwkeurig scenario voor de invoering van de euromuntstukken en -biljetten. Om het inwisselen van het chartaal geld te vergemakkelijken, zouden de banken en de distributiesector vanaf 1 januari 2002 enkel euromuntstukken moeten teruggeven. Hiertoe zullen de distributiebedrijven vooraf, in de vorm van een eerste standaardpakket, een voorraad rolletjes met euromuntstukken en een serie eurobiljetten ontvangen. De doelstelling is om met behulp van het scenario
c) Welke maatregelen worden op langere termijn genomen om te verhinderen dat het vooruitzicht van het in circulatie brengen van de euro een drukkingsmiddel wordt voor deze of gene acteur uit de financie¨le sector ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
de 3 mois et d’éviter ainsi au maximum les désagréments multiples dus à une période de double circulation trop longue.
20677
dat zal worden ontwikkeld, de inruilperiode te beperken tot een maximumduur van 3 maanden om zo de vele ongemakken die gepaard gaan met een al te lange dubbele omloop zo veel mogelijk te vermijden.
c) et d)
c) en d)
et 3. a) Répondant à ma préoccupation de lutter contre « l’exclusion bancaire », les plus importantes institutions financières du pays ont souscrit à la Charte relative à un service bancaire de base établie par l’Association belge des banques. Ainsi ces banques se sont engagées à offrir des services bancaires de base à tout particulier qui en fait la demande, sans autre condition que de posséder un domicile légal en Belgique. Il est donc possible pour tout individu d’ouvrir un compte et d’effectuer ses opérations et la grande majorité de ses paiements par cet intermédiaire. Ce service bancaire de base place les principaux moyens de paiement électronique à la portée de tous.
en 3. a) Als antwoord op mijn bekommernis om de strijd tegen « de bankuitsluiting », hebben de belangrijkste financie¨le instellingen van het land het Charter met betrekking tot een basisbankdienst, opgesteld door de Belgische Vereniging van Banken ondertekend. Zo hebben deze banken er zich toe verbonden om basisbankdiensten aan te bieden aan elke particulier die erom vraagt, met als enige voorwaarde dat ze een wettelijke woonplaats in Belgie¨ bezitten. Iedereen kan dus een rekening openen en zijn verrichtingen en het grootste gedeelte van zijn betalingen via deze weg doen. Deze basisbankdienst brengt de belangrijkste elektronische betaalmiddelen in eenieders bereik.
Par ailleurs, la grève des transporteurs de fonds a eu comme conséquence d’accélérer le processus de démocratisation des paiements électroniques. Les réductions tarifaires consenties par Banksys aux commerçants, et que j’ai personnellement appuyées, vont également dans ce sens.
Bovendien was het gevolg van de staking van de geldtransporteurs dat de democratisering van de elektronische betalingen werd versneld. De tariefverminderingen die door Banksys aan de handelaars werden toegestaan, en dat ik persoonlijk heb gesteund, gaan eveneens in deze zin.
Cette démocratisation est importante en termes de ` partir de 1999, et à mesure que l’on concurrence. A se rapprochera de la mise en circulation des pièces et des billets euro, davantage de clients souhaiteront payer en euro. Or seuls les paiements scripturaux en euro seront possibles entre le 1er janvier 1999 et le 1er janvier 2002. En outre, dans les lieux touristiques et les zones frontalières, il deviendra vite crucial de pouvoir accepter des paiements en euro. L’absence de terminaux de paiement deviendra donc un handicap concurrentiel sérieux.
Die democratisering is belangrijk in termen van concurrentie. Vanaf 1999 en naar mate het in omloop brengen van de euromuntstukken- en biljetten nadert, willen steeds meer klanten in euro betalen. Welnu, tussen 1 januari 1999 en 1 januari 2002 zullen enkel betalingen met giraal geld mogelijk zijn. Bovendien zal het op toeristische plaatsen en in grenszonen van cruciaal belang worden om betalingen in euro te kunnen aanvaarden. Het ontbreken van betaalterminals zal dus een serieuze concurrentiestoornis betekenen.
Le développement du paiement électronique sera garanti si les utilisateurs lui vouent une confiance ` cet effet, le gouvernement entend adapter totale. A la législation dans un sens conforme à la recommandation européenne du 30 juillet 1997 relative aux opérations effectuées au moyen d’instruments de paiement électronique, en particulier la relation entre émetteur et titulaire. La volonté de la Commission européenne, comme du gouvernement, est de parvenir à une confiance totale des utilisateurs, et d’assurer un degré élevé de protection des consommateurs dans l’utilisation des moyens de paiement électronique.
De ontwikkeling van de elektronische betaling zal gewaarborgd zijn als de gebruikers er hun totaal vertrouwen aan geven. Hiertoe wil de regering de wetgeving aanpassen in overeenstemming met de Europese aanbeveling van 30 juli 1997 betreffende de verrichtingen met elektronische betaalmiddelen, in het bijzonder de relatie tussen uitgever en houder. Zowel de Europese Commissie als de regering willen het volledig vertrouwen van de gebruikers winnen en de consumenten bij het gebruik van de elektronische betaalmiddelen een grote bescherming bieden.
b)
Le département des Affaires économiques étudie les possibilités de renforcer l’équipement de ses services en moyens de paiement électronique.
` l’instar de mon collègue, le ministre des Financ) A ces, je tiens à souligner que l’introduction de l’euro est au fond une opération neutre : une certaine
Het departement van Economische Zaken bestudeert de mogelijkheden om de uitrusting van zijn diensten inzake elektronische betaalmiddelen te versterken. c) In navolging van mijn collega, de minister van Financie¨n, wil ik erop wijzen dat de invoering van de euro in de grond een neutrale operatie is : een b)
20678
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
monnaie est remplacée par une autre. Elle ne doit pas avoir d’influence directe sur le choix, par le consommateur, de l’un ou l’autre moyen de paiement (argent fiduciaire, scriptural ou électronique).
bepaalde munt wordt vervangen door een andere. Ze hoeft geen directe invloed te hebben op de keuze door de consument van het ene of het andere betaalmiddel (chartaal, giraal of elektronisch geld).
Cette liberté de choix est assurée puisque, sur le plan communautaire, il existe un consensus politique pour que les couˆts de conversion vers l’euro ne se fassent pas aux dépens du consommateur. Les recommandations de la Commission européenne sur les aspects pratiques de l’introduction de la monnaie unique concernant les frais bancaires de conversion vers l’euro vont dans ce sens. Les banques belges ont ainsi déclaré que l’introduction de l’euro n’entraiˆnerait pas de coûts supplémentaires pour leurs clients.
Die keuzevrijheid is gewaarborgd aangezien op communautair vlak een politieke consensus bestaat over het feit dat de omschakeling naar de euro niet ten koste van de consument mag gebeuren. De aanbevelingen van de Europese Commissie over de praktische aspecten van de invoering van de eenheidsmunt inzake de bankkosten voor de omzetting in euro gaan in die richting. De Belgische banken hebben aldus verklaard dat de invoering van de euro geen bijkomende kosten voor hun klanten zou opleveren.
Toutes les mesures nécessaires seront donc prises pour éviter que la perspective de mise en circulation de l’euro ne devienne un moyen de pression pour un des acteurs du secteur financier.
Bijgevolg zullen alle nodige maatregelen worden getroffen om te vermijden dat het vooruitzicht van het feit dat de euro in omloop wordt gebracht een drukkingsmiddel zou worden voor één van de acteurs van de financie¨le sector.
Le groupe « Piéces et Billets » du Commissariat général à l’euro, envisage, par exemple, l’éventualité de recourir aux services de l’armée pendant la période d’échange des piéces et des billets, s’il s’avère que les transporteurs de fonds ne peuvent répondre favorablement à la demande, en garantissant le degré de sécurité nécessaire à ce type d’opération.
De groep « Stukken en Biljetten » van het Commissariaat-generaal voor de euro overweegt bijvoorbeeld de mogelijkheid om gedurende de inruilperiode van stukken en biljetten een beroep te doen op het leger als zou blijken dat de geldtransporteurs niet goed kunnen beantwoorden aan de vraag omdat zij de nodige veiligheid voor dit type van operaties niet kunnen bieden.
DO 979824567
DO 979824567
Question no 376 de M. Hugo Olaerts du 20 août 1998 (N.) :
Vraag nr. 376 van de heer Hugo Olaerts van 20 augustus 1998 (N.) :
Prix de vente. — Plats consommés dans un restaurant ou emportés.
Verkoopprijzen. — Restaurantverbruik of meeneemgerechten.
Les restaurants de hamburgers vendent les mêmes produits, qu’ils soient consommés dans l’établissement ou emportés. Les prix de vente sont identiques, alors que, dans le premier cas, le taux de TVA est de 21 % et, dans le second, de 6 % seulement.
Vooral in de zogenaamde hamburgerrestaurants worden identieke producten verkocht, of ze nu in het restaurant worden verbruikt of eerst naar elders worden meegenomen. De verkoopprijzen zijn hetzelfde terwijl er normaal in het eerste geval 21 % BTW wordt toegepast en in het tweede geval slechts 6 %.
Il semble qu’il y ait en l’espèce une forme de discrimination.
Ogenschijnlijk zou men van een discriminatie kunnen spreken.
Comment cette situation se justifie-t-elle ? Réponse : D’un point de vue réglementaire, il y a lieu, afin de répondre à la question de l’honorable membre, de faire référence à la réglementation des prix, plus particulièrement à l’arrêté ministériel du 20 avril 1993 portant dispositions particulières en matière de prix. Cet arrêté ne reprend pas le secteur de la restauration dans la liste de produits et services dont la fixation des prix est soumise à une approbation ministérielle préalable.
Hoe wordt deze toestand verantwoord ? Antwoord : Vanuit het reglementaire oogpunt moet in antwoord op de vraag van het geachte lid worden verwezen naar de prijzenreglementering, meer bepaald het ministerieel besluit van 20 april 1993 houdende bijzondere bepalingen inzake prijzen. Dit besluit herneemt de sector van de restauratie niet in de lijst van de goederen en diensten waarvan de prijsbepaling onderhevig is aan een voorafgaandelijke ministerie¨le toelating.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20679
Il incombe donc aux entreprises concernées de déterminer en toute liberté les prix des repas préparés. Dès lors, il leur est possible aussi bien de différencier les prix selon que le repas est ou non consommé sur place, que de prévoir un seul tarif. La différence de TVA ne doit donc pas obligatoirement se refléter dans le prix final que paie le consommateur.
Het komt dus aan de betrokken ondernemingen toe in volledige vrijheid de prijzen voor de bereide maaltijden vast te stellen, zodat het zowel mogelijk is een prijsverschil te maken naargelang de maaltijd al dan niet ter plaatse wordt verbruikt, dan wel te voorzien in één enkel tarief. Het verschil in BTW moet dus niet verplichtend worden gereflecteerd in de eindprijs die de verbruiker betaalt.
Télécommunications
Telecommunicatie
DO 979824706
DO 979824706
Question no 348 de Mme Ingrid van Kessel du 25 septembre 1998 (N.) :
Vraag nr. 348 van mevrouw Ingrid van Kessel van 25 september 1998 (N.) :
Recommandations postales.
RP-zendingen.
Les avis de rectification de déclarations à l’impoˆt et les notifications de taxation d’office ainsi que divers autres documents de procédure fiscaux doivent être envoyés par recommandé sous enveloppe administrative portant la mention RD.
Berichten van wijzigingen van aangifte en kennisgevingen van aanslag van ambtswege alsmede diverse andere fiscale procedurestukken moeten als RP-zending onder administratieve omslag met UV-vermelding aangetekend worden verzonden.
Au moyen d’imprimés spéciaux, les fonctionnaires fiscaux de l’administration des Contributions directes et de l’administration de la Fiscalité des entreprises et des revenus (AFER) exigent des receveurs des postes locaux qu’ils leur adressent les envois visés par recommandation postale.
Door middel van speciale drukwerken vorderen de belastingambtenaren van de administratie der Directe Belastingen en de administratie van de Ondernemingsen Inkomensfiscaliteit (AOIF) van de lokale postontvangers RP-aantekening van de beoogde verzendingen.
Il me revient, toutefois, que la réglementation postale en vigueur en matière de recherches concernant des envois recommandés ordinaires diffère fondamentalement de celle qui est applicable aux recommandations postales. En effet, en cas de recommandations postales, aucune trace du nom de l’expéditeur n’est conservée au bureau distributeur.
Naar verluidt is het evenwel zo dat de geldende postreglementering inzake onderzoekingen van gewone aangetekende zendingen grondig verschilt van deze van RP-zendingen. Bij RP-zendingen wordt op het uitreikingskantoor immers geen enkele aantekening gehouden van de naam van de afzender.
1. Comment, en pratique et réglementairement, tant les services postaux et les deux administrations fiscales que les contribuables peuvent-ils, en cas de contestation, obtenir valablement la preuve concrète que les recommandations postales visées émanant des administrations fiscales ont effectivement et officiellement atteint leur destination souhaitée ?
1. Op welke praktische en reglementaire wijze kunnen ingeval van betwistingen zowel de postdiensten, de beide belastingadministraties als de belastingplichtigen het concrete bewijs rechtsgeldig natrekken dat de beoogde RP-zendingen uitgaande van de belastingadministraties hun gewenste bestemming effectief en officieel bereikt hebben ?
2. La vérification des livrets du postier ne suffit manifestement pas à donner la certitude juridique souhaitée attestant qu’il s’agirait des recommandations postales en question, d’autant que les receveurs des postes souhaitent en outre invoquer le secret postal et le secret des lettres inscrit dans la Constitution.
2. Alleen het nazicht van de afgifteboekjes van de postman kan blijkbaar niet de gewenste juridische zekerheid geven dat het om de kwestieuze RP-zendingen zou gaan, temeer daar de postontvangers zich bovendien wensen te beroepen op het postgeheim en op het grondwettelijk briefgeheim.
Ne serait-il pas possible, en vue d’une bonne administration de la justice et des preuves, d’édicter sans tarder les directives complémentaires requises et de sensibiliser comme il se doit le personnel à ce problème au moyen d’une directive qui le clarifie ?
Kunnen met het oog op een behoorlijke rechtsbedeling en op een passende bewijsvoering de vereiste aanvullende onderrichtingen weldra worden uitgevaardigd en kan het personeel in een verhelderende instructie hierover afdoende worden gesensibiliseerd ?
Réponse : L’entreprise publique autonome La Poste me communique les éléments de réponse suivants.
Antwoord : Het autonome overheidsbedrijf De Post deelt mij volgende elementen van antwoord mee.
20680
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
1. En règle générale, les correspondances expédiées sous le régime de la rétribution différée qui, à la demande de l’expéditeur, doivent être soumises à la formalité de la recommandation d’office (RP) doivent être déposées avec un réquisitoire dressé en double exemplaire.
1. Over het algemeen moet de correspondentie die op vraag van de afzender volgens de regeling van de uitgestelde vergoeding wordt verstuurd, ambtshalve worden aangetekend (RP) en worden afgegeven met een vordering in twee exemplaren.
Le double, éventuellement accompagné de la liste nominative des destinataires (bulletin de dépoˆt), est restitué à l’expéditeur.
Het tweede exemplaar, eventueel vergezeld van een naamlijst van de geadresseerden (afgiftebulletin), wordt aan de afzender teruggegeven.
Le ministère des Finances bénéficie d’une dérogation graˆce à laquelle il peut déposer ses envois RP sans réquisitoire. De plus, il peut se limiter à indiquer le nombre d’envois global sur le bulletin de dépoˆt.
Het ministerie van Financie¨n geniet een afwijking waardoor het zijn RP-zendingen zonder vordering kan afgeven. Bovendien mag het zich beperken tot het opgeven van het totale aantal zendingen op het afgiftebulletin.
La recommandation d’office avec étiquette-numéro n’est exigée que pour certains plis électoraux et pour les envois à destination de l’étranger.
Het ambtshalve aantekenen met nummeretiket is slechts vereist voor bepaalde verkiezingsstukken en voor zendingen bestemd voor het buitenland.
L’expéditeur d’un envoi RP a une preuve indirecte que son envoi a bien été distribué. En effet, La Poste est obligée de restituer toute correspondance non distribuable à son expéditeur en y indiquant le motif de non-distribution.
De afzender voor een RP-zending heeft een indirect bewijs dat zijn zending wel degelijk werd uitgereikt. De Post is immers verplicht alle correspondentie die niet aan de geadresseerde kan worden besteld, terug te bezorgen aan de afzender en er de reden van nietbestelling op aan te duiden.
L’expéditeur n’a de preuve directe que si un avis de réception était joint à l’envoi.
De afzender heeft alleen een direct bewijs als er een bericht van ontvangst bij de zending werd gevoegd.
2. Selon La Poste, aucune disposition légale n’impose à l’expéditeur d’un envoi recommandé d’indiquer ses coordonnées sur le couvert du pli. D’après l’entreprise, c’est pour cette raison qu’elle n’a pas prévu d’en prendre attachement dans ses registres.
2. Volgens De Post verplicht geen enkele wettelijke bepaling de afzender van een aangetekende zending zijn naam en adres op de enveloppe te zetten. Volgens het overheidsbedrijf is het om die reden dat het hiervan geen aantekening in haar registers houdt.
En cas de litige, La Poste est en mesure d’identifier formellement un envoi recommandé avec étiquettenuméro en comparant les données figurant sur le récépissé de dépoˆt de l’expéditeur et les données inscrites sur le document servant à l’émargement du destinataire (calepin 223 ou feuillet 224 du facteur, calepin 223bis du guichetier).
In geval van geschil is De Post in staat een aangetekende zending met nummeretiket formeel te identificeren door de gegevens van het afgiftebewijs van de afzender te vergelijken met die van het document waarop de geadresseerde tekent voor ontvangst (boekje 223 of blad 224 van de postbode, boekje 223bis van de loketbediende).
Par contre, dans le cas d’un recommandé d’office sans étiquette-numéro, l’identification ne peut être faite de manière absolument formelle.
Bij een ambtshalve aangetekende zending zonder nummeretiket, kan de identificatie daarentegen niet op absoluut formele wijze gebeuren.
Enfin, La Poste précise que l’article 72 de l’arrêté ministériel du 12 janvier 1970 portant réglementation du service postal prévoit que les correspondances administratives recommandées (exception faite des envois accompagnés d’un avis de réception), peuvent être remises à une personne majeure et connue de l’agent distributeur comme faisant partie de la famille ou de l’entourage immédiat du destinataire.
De Post preciseert ten slotte dat artikel 72 van het ministerieel besluit van 12 januari 1970 houdende reglementering van de postdienst, bepaalt dat de administratieve aangetekende zendingen (behalve de zendingen die vergezeld gaan van een bericht van ontvangst) mogen worden afgegeven aan een volwassene die de postbode kent en die deel uitmaakt van het gezin of omgeving van de geadresseerde.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20681
Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken
DO 969702185
DO 969702185
Question no 671 de M. Jef Tavernier du 5 août 1997 (N.) : Controˆle de l’organisation des jeux de bingo. Par votre circulaire du 31 octobre 1996 relative au bingo, vous avez voulu mettre fin aux nombreuses irrégularités que l’on constate dans le milieu du bingo. Il a notamment été répété une fois encore qu’en principe le bingo est interdit en vertu de l’article 1er de la loi du 31 aouˆt 1851 sur les loteries, mais que l’article 7 de cette loi prévoit une série d’exceptions soumises à une licence préalable délivrée par l’autorité publique. Les établissements entrant en ligne de compte pour obtenir cette licence ne peuvent en aucun cas faire appel à des « promoteurs de loto ». En effet, les associations obtenant cette licence doivent assurer ellesmêmes l’organisation du bingo et en empocher ellesmêmes les bénéfices. Par conséquent, il est exclu que les promoteurs de bingo et les sociétés commerciales puissent jamais obtenir cette licence. Or, malgré cette circulaire, les promoteurs de bingo ` présent, ils opèrent par poursuivent leurs activités. A l’intermédiaire d’associations qui, en échange d’un montant de 10 à 15 000 francs, demandent une licence de bingo. Ces promoteurs de bingo réalisent toutefois des bénéfices importants qui échappent évidemment à toute forme de controˆle ou de taxation. 1. Savez-vous que les promoteurs de bingo continuent, au mépris de la loi, à organiser des soirées de bingo ? 2. Quelles mesures ont été prises, ou seront prises, pour mettre fin à ces pratiques ? 3. Des mesures ont-elles enfin été programmées pour récupérer les sommes induˆment empochées ? Réponse : Je renvoie a l’honorable membre à la réponse qu’a fourni mon prédécesseur quant à la question orale relative au même objet, lors de la réunion de la commission de l’Intérieur, des Affaires générales et de la Fonction publique du 26 novembre 1997 (question no 462 de M. Tavernier, Annales, Chambre, 19971998, 26 novembre 1997, 438, p. 3).
Vraag nr. 671 van de heer Jef Tavernier van 5 augustus 1997 (N.) : Toezicht op de organisatie van kienspelen. Met uw omzendbrief van 31 oktober 1996 inzake het kienspel poogde u orde op zaken te stellen in de vele wantoestanden in de wereld van het kienspel. Onder meer werd nog eens herhaald dat kienspelen in principe zijn verboden krachtens artikel 1 van de wet van 31 augustus 1851 op de loterijen, maar dat artikel 7 in een aantal uitzonderingen voorziet die zijn onderworpen aan een voorafgaandelijke vergunning door de overheid. In geen geval mogen de in aanmerking komende instellingen een beroep doen op zogenaamde « kienpromotoren ». De verenigingen die een vergunning krijgen moeten immers zelf instaan voor de organisatie van het kienspel en zelf de winsten van het kienspel opstrijken. Kienpromotoren en commercie¨le firma’s zijn dus uitgesloten voor het verkrijgen van een dergelijke vergunning. Ondanks deze omzendbrief blijven kienpromotoren actief. Zij werken nu via verenigingen die, in ruil voor een bedrag van 10 à 15 000 frank, een kienvergunning aanvragen. Die kienpromotoren realiseren echter grote winsten die uiteraard ontsnappen aan elke vorm van controle of belastingheffing.
DO 969702398
DO 969702398
Question no 767 de M. François-Xavier de Donnéa du 15 décembre 1997 (Fr.) : Pigeons. — Autorisation du bourgmestre. En réponse à ma question parlementaire no 343 du 3 juillet 1997 (Questions et Réponses, Chambre, 1996-
Vraag nr. 767 van de heer François-Xavier de Donnéa van 15 december 1997 (Fr.) : Duiven. — Machtiging van de burgemeester. In zijn antwoord op mijn parlementaire vraag nr. 343 van 3 juli 1997 (Vragen en Antwoorden,
1. Weet u dat kienpromotoren kienavonden blijven organiseren en dit dan in strijd met de wet ? 2. Welke maatregelen werden of zullen worden genomen om aan deze praktijken een einde te stellen ? 3. Zijn er tenslotte ook maatregelen beraamd om de onrechtmatig opgestreken gelden te recupereren ? Antwoord : Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord dat door mijn voorganger werd verstrekt op de mondelinge vraag met dezelfde inhoud, tijdens de vergadering van de commissie Binnenlandse Zaken, Algemene Zaken en Openbaar Ambt van 26 november 1997 (vraag nr. 462 van de heer Tavernier, Handelingen, Kamer, 1997-1998, 26 november 1997, 438, blz. 3).
20682
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
1997, no 94, p. 12914), le ministre de la Défense nationale m’a communiqué que le Conseil des ministres avait approuvé un projet de loi supprimant l’enregistrement des pigeons voyageurs, en abrogeant les articles 6, 7, 9 et la deuxième phrase de l’article 12 de la loi du 24 juillet 1923 sur la protection des pigeons militaires et la répression de l’emploi des pigeons pour l’espionnage.
Kamer, 1996-1997, nr. 94, blz. 12914) deelt de minister van Landsverdediging mij mee dat de Ministerraad het wetsontwerp ter afschaffing van de registratie van reisduiven heeft goedgekeurd, waarin de artikelen 6, 7, 9 en de tweede zin van artikel 12 van de wet van 24 juli 1923 betreffende de bescherming van militaire duiven en de beteugeling van het gebruik van duiven voor spionage worden geschrapt.
Les articles abrogés concernent la tenue d’un fichier communal, le recensement annuel des colombiers par les autorités militaires, les modalités de transport de pigeons voyageurs hors du pays et, en dernier lieu, le fait que des pigeons militaires retrouvés ne devront plus être remis aux autorités militaires.
De ingetrokken artikelen hebben meer bepaald betrekking op het bijhouden van een bijzonder gemeenteregister, de jaarlijkse telling van de reisduivenhokken door de militaire overheid, het vervoer van reisduiven buiten het land en het afgeven van duiven die militaire merken of merken van buitenlandse eigenaars dragen, aan de militaire overheid.
Il en résulte que les personnes voulant installer un colombier de pigeons voyageurs doivent continuer à obtenir préalablement l’autorisation du bourgmestre qui pourra uniquement refuser son accord en application de l’article 3 de la loi précitée du 24 juillet 1923.
Dat alles neemt dus niet weg dat mensen die een reisduivenhok willen opstellen, nog altijd over de voorafgaande machtiging van de burgemeester moeten beschikken. De burgemeester kan die machtiging weigeren op grond van artikel 3 van voormelde wet van 24 juli 1923.
Les motifs de refus sont rarement invoqués (personnes condamnées pour crimes ou délits contre la Suˆreté de l’E´tat ou pour avoir capturé, détruit ou détenu des pigeons militaires) d’une part, ou portent probablement même atteinte aux droits de membres des pays de l’Union européenne, en les obligeant à obtenir une autorisation spéciale du ministre de la Justice.
De in de wet opgesomde gronden van weigering (« personen die wegens misdaad of misdrijf tegen de veiligheid van de Staat werden gestraft, personen gestraft wegens het vangen, doden of houden van militaire duiven ») worden evenwel zelden ingeroepen of schenden mogelijk zelfs de rechten van de staatsburgers van andere EU-lidstaten, aangezien de burgemeester zijn machtiging ook kan weigeren « aan vreemdelingen van elke nationaliteit, behoudens een bijzondere machtiging van de minister van Justitie ».
1. Pour quelle raison la suppression de l’intervention préalable du bourgmestre n’a-t-elle pas été envisagée ?
1. Waarom werd de voorafgaande machtiging door de burgemeester niet afgeschaft ?
2. L’autorisation spéciale du ministre de la Justice ne porte-t-elle pas atteinte aux droits des citoyens de l’Union européenne, en ce sens que les directives n’autorisent pas de mesures administratives faisant une distinction entre des Belges et des ressortissants des autres E´tats membres de l’Union européenne ?
2. Is de vereiste bijzondere machtiging van de minister van Justitie geen schending van de rechten van EU-staatsburgers, aangezien administratieve maatregelen waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen Belgen en ingezetenen van andere EU-lidstaten, krachtens de richtlijnen niet zijn toegestaan ?
3. Si, comme je crois le savoir, l’armée ne dispose plus de pigeons militaires, ne serait-il pas logique d’abroger cette loi sur « la protection des pigeons militaires et la répression de l’emploi des pigeons pour l’espionnage », en la remplaçant par une loi moderne, tendant à organiser et à protéger le sport colombophile ?
3. Ik meen te weten dat het leger niet meer over militaire duiven beschikt. Zou het dan ook niet logischer zijn die fameuze wet « ter bescherming van de militaire duiven en ter beteugeling van het aanwenden van duiven voor bespieding » in te trekken en te vervangen door een moderne wettekst tot regeling en bescherming van de duivensport ?
Réponse : Dans son avis émis le 20 octobre 1997 sur l’avant-projet de loi supprimant l’enregistrement des pigeons voyageurs, la section de législation du Conseil d’E´tat s’est bornée à formuler des observations de pure forme. Aucune observation n’a été faite quant au fond.
Antwoord : De afdeling wetgeving van de Raad van State heeft zich in haar advies betreffende het voorontwerp van wet tot afschaffing van de registratie van reisduiven, uitgebracht op 20 oktober 1997, beperkt tot het maken van formele opmerkingen. Inhoudelijke opmerkingen werden niet gemaakt.
Par conséquent, l’avant-projet de loi sera déposé au Parlement après signature par le chef de l’E´tat.
Het voorontwerp zal bijgevolg na handtekening door het Staatshoofd bij het Parlement ingediend worden.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20683
Lors de la discussion du projet, des amendements pourront évidemment être introduits suivant les observations faites par l’honorable membre.
Tijdens de bespreking van het ontwerp kunnen er uiteraard amendementen ingediend worden in de zin van de door het geachte lid gemaakte opmerkingen.
DO 979824558
DO 979824558
Question no 895 de M. Yves Leterme du 17 août 1998 (N.) :
Vraag nr. 895 van de heer Yves Leterme van 17 augustus 1998 (N.) :
Plan d’urgence en cas de risques nucléaires. — Distribution de tablettes d’iode.
Noodplan voor nucleaire risico’s. — Verdeling van jodiumtabletten.
Selon le plan d’urgence en cas de risques nucléaires sur le territoire belge, la distribution de tablettes d’iode constitue un moyen important pour limiter le nombre de cas de maladie à proximité immédiate d’endroits contaminés par radioactivité.
In het noodplan voor nucleaire risico’s voor het Belgisch grondgebied wordt het toedienen van jodiumtabletten bestempeld als een belangrijk middel om het aantal ziektegevallen beperkt te houden in de onmiddellijke omgeving van een plaats waar radioactiviteit ontsnapt.
Si mes informations sont exactes, le ministère de l’Intérieur a procédé, il y a quelques mois, à une adjudication publique pour la livraison de 2,6 millions de blisters contenant chacun 10 tablettes d’iode. Une firme aurait remporté le marché suédois pour un montant d’environ 43 millions de francs.
Indien ik goed ben ingelicht, werd enkele maanden terug door het ministerie van Binnenlandse Zaken een openbare aanbesteding uitgeschreven voor de levering van 2,6 miljoen blisters met 10 jodiumtabletten. Het order zou zijn binnengerijfd door een Zweedse firma voor een bedrag van ongeveer 43 miljoen frank.
1. Qu’en est-il de la livraison de ce stock de tablettes d’iode ?
1. Hoever staat het met de levering van de bestelde voorraad jodiumtabletten ?
2. Comment est organisée la distribution des tablettes dans les différentes zones concernées ?
2. Op welke wijze wordt de bedeling van de jodiumtabletten georganiseerd in de afzonderlijke afstandszones ?
3. a) Comment est organisée la distribution des tablettes d’iode à la population belge résidant dans le périmètre de 30 km autour de la centrale nucléaire française de Gravelines ?
3. a) Op welke wijze worden de jodiumtabletten ter beschikking gesteld van de bevolking van het Belgisch grondgebied gelegen binnen de 30 kmzone van de Franse kerncentrale van Grevelingen ?
b) Ou` le stock de tablettes est-il entreposé ?
b) Waar worden de bedoelde voorraden gestockeerd ?
Réponse :
Antwoord :
1. La firme suédoise Récip AB, de Arsta, a reçu, en décembre 1997, une commande de 2 558 000 plaquettes de comprimés d’iodure de potassium pour un montant de 35 869 680 francs (hors TVA).
1. De Zweedse firma Récip AB uit Arsta heeft inderdaad de bestelling van 2 558 000 blisters aan jodiumtabletten in december 1997 toegewezen gekregen voor een bedrag van 35 869 680 frank (exclusief BTW).
Afin de pouvoir constituer les stocks de réserve nécessaires, une commande supplémentaire de 1 500 000 plaquettes a été faite, en juillet 1998, pour un montant de 20 790 000 francs (hors TVA).
Om de nodige reservestocks op te bouwen werd daarenboven, in juli 1998, 1 500 000 blisters bijbesteld voor een bedrag van 20 790 000 frank (exclusief BTW).
Ce qui donne au total : 4 058 000 plaquettes, contenant chacune 10 comprimés, pour un montant global de 56 659 680 francs (hors TVA).
In totaal werden zodoende 4 058 000 blisters, ieder bevattende 10 tabletten, besteld voor een totaal bedrag van 56 659 680 frank (exclusief BTW).
2640
20684
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
2. La distribution des comprimés est ainsi prévue :
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999) 2. De verdeling ervan werd als volgt voorzien :
— jusqu’à 10 km (1) autour des installations nucléaires, la population sera invitée à retirer gratuitement les quantités nécessaires de comprimés auprès des pharmaciens; en outre, des stocks de réserve seront constitués dans les pharmacies; les collectivités (2) et les collectivités d’enfants (3);
— tot 10 km (1) rond de kerninstallaties zal de bevolking worden uitgenodigd om gratis de nodige hoeveelheid af te halen bij de apothekers; daarenboven zullen stocks worden aangelegd in de apotheken; collectiviteiten (2) en de kindercollectiviteiten (3);
— dans la zone de 10 à 20 km (1), des stocks seront constitués dans les collectivités (2) et les collectivités d’enfants (3); en outre, des stocks de réserve seront également constitués dans les pharmacies;
— in de zone van 10 tot 20 km (1) zullen ook stocks in de collectiviteiten (2) en de kindercollectiviteiten (3) worden aangelegd; daarenboven zullen reservestocks in de apotheken aanwezig zijn;
— dans la zone de 20 à 30 km (1), un plan sera mis en place pour un approvisionnement rapide des pharmacies et des collectivités d’enfants (3);
— in de zone van 20 tot 30 km (1) wordt voorzien in een plan voor snelle bevoorrading van de apothekers en de kindercollectiviteiten (3);
— pour l’ensemble du pays une réserve stratégique de produits de base contenant de l’iode est prévue dans les pharmacies.
— voor het hele land wordt er een strategische voorraad van basisgrondstoffen voor jodium aangelegd in de apotheken.
3. a) et b) Seules les communes de Furnes et de La Panne sont situées dans la zone de 30 km autour de la centrale nucléaire de Gravelines. Dès lors un stock provincial de comprimés sera mis en place dans l’unité de protection civile de Flandre occidentale. Le plan de distribution rapide sera mis en application en cas de nécessité.
3. a) en b) Binnen de 30 km-zone van de Franse kerncentrale van Gravelines, zijn enkel de gemeenten Veurne en De Panne gelegen. Er zal zodoende een provinciale stock aan jodiumtabletten bij de civiele bescherming in West-Vlaanderen worden aangelegd en het snel verdeelplan zal, indien nodig, worden toegepast.
DO 979824609
DO 979824609
Question no 902 de M. Thierry Detienne du 7 septembre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 902 van de heer Thierry Detienne van 7 september 1998 (Fr.) :
Accès au territoire des étrangers. — Inscription au registre de la population. — Administrations communales. Selon des échos recueillis, il est devenu fréquent que des demandes d’application de l’article 9, troisième alinéa, de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers soient refusées sur le motif que les personnes concernées ne sont plus inscrites au registre de la population. Cet état de fait serait duˆ au fait que ces personnes ont été radiées par les administrations communales alors qu’elles résident encore de fait sur le territoire. Une telle situation constitue une limitation de l’accès aux dispositions de l’article 9, troisième alinéa, de la loi précitée du 15 décembre 1980.
Toegang tot het grondgebied van vreemdelingen. — Inschrijving in het bevolkingsregister. — Gemeentebesturen. Naar verluidt zou vaak worden geweigerd artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen toe te passen omdat betrokkenen niet langer in het bevolkingsregister zijn ingeschreven. Die mensen zouden door de gemeentebesturen van de bevolkingsregisters zijn geschrapt alhoewel zij nog steeds op het grondgebied verblijven. Dergelijke toestanden beperken de toepassing van de bepalingen van artikel 9, derde lid, van genoemde wet van 15 december 1980.
(1) Pour la zone autour de l’IRE-Fleurus, les distances sont à diviser par deux. (2) Par collectivités, on entend : tout endroit où plus de 50 personnes sont présentes pendant plus de 4 heures, par exemple : entreprises, hoˆpitaux, centres commerciaux, centres culturels, centres de loisirs, ... (3) Par collectivités d’enfants, on entend : tout endroit où plus de 10 enfants sont présents pendant plus de 4 heures, par exemple : écoles, garderies, ...
(1) Zone voor het IRE-Fleurus is de helft van die afstand. (2) Collectiviteit : elke plaats waar meer dan 50 personen aanwezig zijn, gedurende meer dan 4 uur, zoals bijvoorbeeld bedrijven, ziekenhuizen, winkelcentra, culturele centra, uitgaanscentra, ... (3) Kindercollectiviteit : elke plaats waar meer dan 10 kinderen aanwezig zijn gedurende meer dan 4 uur, zoals bijvoorbeeld scholen, kinderdagverblijven, ...
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
1. Vos services sont-ils informés du problème évoqué ? 2. Ne doit-on pas considérer que cet état de fait constitue une entrave à l’application des dispositions légales ? 3. Dans l’affirmative, quels sont les moyens pris pour remédier au problème évoqué ?
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20685
1. Zijn uw diensten hiervan op de hoogte ? 2. Houden dergelijke toestanden geen beperking in van de toepassing van wetsbepalingen ? 3. Zo ja, welke maatregelen werden genomen om het probleem op te lossen ?
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid volgende inlichtingen te verstrekken.
1. Mes services n’ont pas été informés du problème évoqué.
1. Mijn diensten waren tot nog toe niet op de hoogte van het probleem.
2. Si elle existe, cette pratique communale constitue manifestement une entrave à l’application de l’article 9, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980.
2. Indien deze gemeentelijke praktijk zich voordoet, vormt zij manifest een inbreuk op de toepassing van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980.
La circulaire du 9 octobre 1997 relative à l’application de l’article 9, alinéa 3, de la loi du 15 décembre 1980 sur l’accès au territoire, le séjour, l’établissement et l’éloignement des étrangers (Moniteur belge du 14 novembre 1997) précise le roˆle de l’administration communale quant à la recevabilité de la demande basée sur cette disposition.
De omzendbrief van 9 oktober 1997 betreffende de toepassing van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (Belgisch Staatsblad van 14 november 1997), verduidelijkt de rol van het gemeentebestuur in het kader van de procedure van de ontvankelijkheid van de aanvraag die gebaseerd is op het bovenvermeld artikel.
Dans les dix jours qui suivent l’introduction de la demande, le bourgmestre ou son délégué doit faire procéder à un controˆle de la résidence effective de l’intéressé sur le territoire de la commune.
Binnen tien dagen na het indienen van de aanvraag dient er overgegaan te worden tot een controle van de effectieve verblijfplaats van de betrokkene op het gemeentelijk grondgebied door de burgemeester of diens gemachtigde.
` la suite de ce controˆle, le bourgmestre ou son A délégué remet à l’intéressé une preuve de la réception de la demande.
Na controle van de feitelijke verblijfplaats wordt aan de betrokkene een bewijs van inontvangstname van de aanvraag overhandigd door de burgemeester of diens gemachtigde.
` la suite du controˆle de la résidence effective, l’adA ministration communale doit également transmettre sans délai la demande à l’Office des étrangers. Le bourgmestre ou son délégué peut joindre à la demande un avis, ainsi que des remarques éventuelles quant aux allégations de l’intéressé. Seul le ministre ou l’Office des étrangers a le pouvoir de décision quant à la demande. L’administration communale voit donc son roˆle limité à la préparation du dossier.
De aanvraag dient door de gemeente, na het uitoefenen van de controle inzake de feitelijke verblijfplaats, onverwijld overgemaakt te worden aan de dienst Vreemdelingenzaken. Het staat de burgemeester of diens gemachtigde vrij om bij het overhandigen van de aanvraag, een advies toe te voegen, aangevuld met eventuele opmerkingen aangaande de beweringen van de betrokkene. Het komt echter enkel de minister of de dienst Vreemdelingenzaken toe om een beslissing te treffen over de aanvraag. Uit het bovenvermelde volgt dus dat de rol van het gemeentebestuur in de voorbereiding van het dossier beperkt is.
En conséquence, le fait que l’étranger ne soit pas ou plus inscrit dans les registres communaux n’empêche pas la commune de transmettre la demande aux autorités compétentes. Il suffit donc que l’étranger ait sa résidence effective sur le territoire de la commune.
Het feit dat de vreemdeling dus niet of niet meer ingeschreven is in de bevolkingsregisters ontslaat het gemeentebestuur niet van de verplichting om de betrokken aanvraag over te maken aan de bevoegde instanties. Het volstaat in dit verband namelijk dat de vreemdeling zijn effectieve verblijfplaats heeft op het grondgebied van de gemeente.
3. La direction générale de l’Office des étrangers comprend un service qui entretient des contacts réguliers avec les communes. Ce service pourrait rappeler aux administrations communales concernées la portée
3. Binnen de algemene directie van de Dienst Vreemdelingenzaken bestaat er een dienst die regelmatig contacten onderhoudt met de gemeentes. Deze dienst zou de betrokken gemeentebesturen kunnen
20686
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
des dispositions légales en la matière mais dans la mesure où aucune plainte ne nous est parvenue à ce sujet, aucune action concrète ne peut être entreprise en ce sens à l’heure actuelle.
wijzen op de draagwijdte van de wettelijke bepalingen in dit kader, maar aangezien er nog geen klacht werd neergelegd kan tot op heden geen concrete actie in die zin ondernomen worden.
DO 979824658
DO 979824658
Question no 906 de Mme Annemie Van de Casteele du 15 septembre 1998 (N.) :
Vraag nr. 906 van mevrouw Annemie Van de Casteele van 15 september 1998 (N.) :
Wezembeek-Oppem. — Réunion du conseil communal. — Heurts entre les services d’ordre et des membres du « Taal Aktie Komitee » (TAK).
Wezembeek-Oppem. — Gemeenteraadszitting. — Botsing tussen ordediensten en leden van het Taal Aktie Komitee (TAK).
Le 30 juillet 1998, lors d’une réunion du conseil communal de Wezembeek-Oppem, des incidents ont à nouveau opposé les services d’ordre et des membres du « Taal Aktie Komitee » (TAK). Ces derniers étaient présents à la réunion du conseil communal afin d’assister à la discussion relative à l’application de la circulaire du ministre flamand de l’Intérieur et de protester contre le refus du bourgmestre de l’appliquer.
Bij de zitting van de gemeenteraad van WezembeekOppem op 30 juli 1998 kwam het opnieuw tot botsingen tussen de ordediensten en de leden van het Taal Aktie Komitee (TAK). Deze laatsten waren op de gemeenteraad aanwezig om getuige te zijn van de discussie over de toepassing van de omzendbrief van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden en te protesteren tegen de onwil van de burgemeester om die toe te passen.
Cette manifestation s’est déroulée dans le plus grand calme. Les membres du TAK n’ont pas opposé de résistance quand ils ont été éloignés de la salle. Ils ont toutefois été arrêtés pendant douze heures sur ordre du bourgmestre.
De manifestatie verliep bijzonder rustig. De TAKleden lieten zich zonder tegenpruttelen uit de zittingzaal wegbrengen. Toch werden zij op bevel van de burgemeester twaalf uur vastgehouden.
1. Eˆtes-vous au courant de ces faits ?
1. Heeft u kennis van deze feiten ?
2. Une telle arrestation administrative n’était-elle pas excessive par rapport aux éventuels risques de perturbation de l’ordre public ?
2. Staat een dergelijke administratieve aanhouding in verhouding tot de eventuele risico’s op ordeverstoring ?
3. Le bourgmestre n’a-t-il pas, en agissant de la sorte, abusé de son pouvoir pour faire connaıˆtre ses opinions ?
3. Maakt de burgemeester hier geen misbruik van zijn macht om zichzelf te profileren ?
Réponse :
Antwoord :
1. J’ai été effectivement mis au courant de ces faits.
1. Ik ben inderdaad op de hoogte gebracht van deze feiten.
2. Le bourgmestre décide, sur la base des compétences qui lui sont attribuées, des mesures qu’il prendra pour, d’une part, maintenir l’ordre pendant la séance du conseil communal et, d’autre part, pour veiller à la tranquillité et à la sécurité publique.
2. Het is de burgemeester die beslist welke maatregelen hij treft om enerzijds de orde te handhaven tijdens de gemeenteraadszitting, anderzijds te waken over de openbare rust en veiligheid in de gemeente, krachtens de hem daartoe verleende bevoegdheden.
Celui qui estime être lésé par la mesure du bourgmestre, peut introduire un recours devant l’instance judiciaire compétente.
Wie zich benadeeld acht door de maatregel van de burgemeester, kan verhaal zoeken bij de bevoegde gerechtelijke instantie.
3. Je ne peux que constater que le bourgmestre est intervenu sur la base des compétences qui lui sont attribuées tandis qu’il m’est impossible de juger si le bourgmestre a voulu se mettre en évidence.
3. Ik kan enkel vaststellen dat de burgemeester is opgetreden krachtens de hem verleende bevoegdheden terwijl het mij onmogelijk is te oordelen of de burgemeester zich daarbij wilde profileren.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20687
DO 979834757
DO 979834757
Question no 919 de M. Jo Van Overberghe du 6 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 919 van de heer Jo Van Overberghe van 6 oktober 1998 (N.) :
Conseil d’E´tat. — Arriéré. — Modernisation de la section de législation.
Raad van State. — Achterstand. — Modernisering afdeling wetgeving.
L’article 120 des lois coordonnées sur le Conseil d’E´tat oblige l’assemblée générale du Conseil d’E´tat à formuler dans un plan quadriennal les mesures qui, sans affecter l’exercice de sa fonction juridictionnelle, sont de nature à résorber l’arriéré juridictionnel du Conseil d’E´tat. Elle examine chaque année, dans le courant du mois de septembre, l’état d’avancement des affaires pendantes devant la section d’administration du Conseil d’E´tat. Elle fait rapport au Conseil des ministres et aux présidents des assemblées législatives au plus tard le 15 octobre. En attendant, il convient d’ores et déjà de poser quelques questions.
Artikel 120 van de gecoo¨rdineerde wetten op de Raad van State verplicht de algemene vergadering van de Raad van State in een vierjarenplan de maatregelen te formuleren die, zonder dat zij afbreuk doen aan het vervullen van de rechtsprekende taak, kunnen bijdragen tot het wegwerken van de achterstand in de rechtsbedeling bij de Raad van State. Elk jaar onderzoekt de algemene vergadering in de loop van de maand september de stand van de zaken die hangende zijn bij de afdeling administratie. Zij brengt hierover uiterlijk 15 oktober verslag uit aan de Ministerraad en aan de voorzitters van de wetgevende vergaderingen. In afwachting daarvan, dienen nu reeds enkele vragen te worden gesteld.
Le 18 mars 1998, le ministre de l’Intérieur en fonction à l’époque avait expliqué en détail ce plan quadriennal, adopté par le gouvernement, lors d’une conférence de presse donnée à l’occasion de sa présentation. Aujourd’hui, la nécessité de ce plan ne fait plus aucun doute. Au début des années 90, en effet, l’offre de nouvelles procédures, en particulier le référé administratif et la possibilité pour le Conseil d’E´tat de suspendre provisoirement une décision de l’autorité publique, a entraıˆné une augmentation très nette du nombre d’affaires. Le Conseil d’E´tat a accru son rythme de travail mais, en dépit de l’augmentation du nombre de décisions, l’arriéré a grossi. Ce n’est que depuis 1994-1995 que notre plus haute juridiction administrative parvient à suivre le rythme de l’afflux annuel de nouvelles affaires, au nombre de 7 000 environ. Il me revient qu’actuellement, le nombre d’affaires en souffrance se monterait à 16 395. Compte tenu du volume de travail normal qu’il doit traiter annuellement, le Conseil d’E´tat devra « résorber » au cours des quatre prochaines années un retard de 8 800 dossiers, soit 2 200 par an.
Op 18 maart 1998 gaf de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken tekst en uitleg tijdens een persconferentie ter gelegenheid van de voorstelling van dit vierjarenplan, dat door de regering werd goedgekeurd. Over de noodzaak van dit plan bestaat vandaag geen twijfel meer. Het aanbod nieuwe procedures, met vooral het administratief kort geding en de mogelijkheid voor de Raad van State een overheidsbeslissing voorlopig te schorsen, gaf immers in het begin van de jaren 90 aanleiding tot een sterke stijging van het aantal zaken. De Raad van State voerde zijn werkritme op, maar ondanks het stijgend aantal uitspraken groeide de achterstand aan. Pas sinds 1994-1995 houdt het hoogste administratieve rechtscollege gelijke tred met de jaarlijkse instroom, ongeveer 7 000 zaken. Het aantal nog af te handelen zaken beloopt vandaag, naar verluidt, 16 395. Rekening houdend met de normale jaarlijkse werklast, moet de Raad van State de komende vier jaar 8 800 dossiers « inhalen », of 2 200 elk jaar.
La plupart des procédures devant le Conseil d’E´tat concernent les étrangers, la fonction publique et les adjudications. Les dossiers concernant des étrangers, en particulier, constitueraient un volume de travail non négligeable, à la vérité excessif.
De meeste procedures voor de Raad van State slaan nog altijd op vreemdelingenzaken, ambtenarenzaken en aanbestedingen. Meer in het bijzonder zouden de vreemdelingendossiers voor een niet te onderschatten werk(over)last zorgen.
1. a) Pourriez-vous indiquer la raison précise de cet état de choses ?
1. a) Kan u aanduiden wat de specifieke reden is waarom dit het geval is ?
b) Les autorités compétentes violent-elles, en cette matière comme en matière de fonction publique et d’adjudications, davantage de formes subtantielles ou prescrites sous peine de nullité que dans d’autres domaines ?
b) Wordt in dergelijke materie, maar ook bij ambtenarenzaken en aanbestedingen, door de bevoegde overheden meer gezondigd tegen substantie¨le of op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen dan bij andere zaken ?
20688
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
c) Y a-t-il davantage d’excès ou de détournements de pouvoir que dans d’autres affaires (enseignement, pouvoirs subordonnés, environnement, affaires sociales, urbanisme, aménagenent du territoire, économie et assurances) ?
c) Is er meer sprake van overschrijding of afwending van macht dan in andere zaken (onderwijs, ondergeschikte besturen, leefmilieu, sociale zaken, stedebouw, ruimtelijke ordening, economie en verzekeringen) ?
d) Les justiciables ignoreraient-ils la teneur exacte de la compétence du Conseil d’E´tat, dans la mesure ou` ils le considèrent parfois à tort comme une juridiction d’appel ?
d) Of bestaat er bij de rechtsonderhorigen onduidelijkheid omtrent de bevoegdheid van de Raad van State, die dan soms en ten onrechte als een soort hogere feitenrechter wordt beschouwd ?
e) Dans l’affirmative, envisagez-vous de prendre certaines mesures pour remédier à cet état de choses ?
e) Indien ja, overweegt u daartegen bepaalde maatregelen ?
2. Il me revient qu’il existerait une différence sensible entre les chambres française et néerlandaise pour ce qui est de la jurisprudence relative aux dossiers des étrangers. Ainsi, il serait établi qu’une procédure en français aurait plus de chances qu’une procédure en néerlandais d’aboutir à la suspension ou à l’annulation d’une décision défavorable à l’égard d’un demandeur d’asile ?
2. Er zou naar verluidt, een significant verschil bestaan in de rechtspraak met betrekking tot vreemdelingendossiers, tussen de Nederlandstalige en de Franstalige kamers. Zo zou het een feit zijn dat de Franstalige procedure meer kansen biedt op schorsing en vernietiging van de eerdere ongunstige beslissing ten aanzien van asielzoekers ?
a) Est-ce vrai ? ` quoi est-ce duˆ ? b) A
a) Stemt dit overeen met de werkelijkheid ?
3. Le ministre de l’Intérieur de l’époque avait annoncé, lors de la conférence de presse susmentionnée, que le fonctionnement de la section de législation du Conseil d’E´tat serait amélioré avant la fin de l’actuelle législature. En effet, depuis la réforme de l’E´tat de 1993, notre pays compte beaucoup plus de législateurs pouvant demander l’avis du Conseil d’E´tat sur leurs projets législatifs.
3. De toenmalige minister van Binnenlandse Zaken kondigde, ter gelegenheid van hogervermelde persconferentie, aan dat nog tijdens deze bestuursperiode de werking van de afdeling wetgeving van de Raad van State zou verbeteren. Door de staatshervorming van 1993 heeft ons land immers vele wetgevers bijgekregen, die ook advies kunnen vragen over hun wetgevende projecten.
a) Quelles mesures avez-vous prises entre-temps ?
a) Welke maatregelen heeft u ondertussen genomen ?
b) Qu’en est-il de l’instauration annoncée d’un délai maximum imparti au Conseil d’E´tat pour rendre ses avis ?
b) Wat in verband met de aangekondigde invoering van een maximumtermijn voor een advies ?
Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse aux questions posées. 1 et 2. J’interroge le Conseil d’E´tat afin de recueillir les informations demandées.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierbij het antwoord te vinden op de gestelde vragen.
Dès que je serai en possession de ces informations, je ne manquerai pas de les communiquer directement à l’honorable membre.
Zodra ik in het bezit zal zijn van deze gegevens, zullen zij rechtstreeks aan het geachte lid worden medegedeeld.
3. a) Un projet de loi modifiant les lois sur le Conseil d’E´tat, coordonnées le 12 janvier 1973, sera prochainement déposé sur le bureau des Chambres législatives. Il a pour objet de compléter les mesures prises par la loi du 4 aouˆt 1996 modifiant les susdites lois coordonnées à la lumière des propositions formulées par le Conseil d’E´tat dans le cadre de l’établissement de son plan quadriennal. Il comporte une série de modifications de nature à améliorer l’efficacité tant de la section de législation que de la section d’administration.
3. a) Een wetsontwerp tot wijziging van de wetten op de Raad van State, gecoo¨rdineerd op 12 januari 1973, zal binnenkort bij de wetgevende Kamers worden ingediend. Het strekt ertoe de maatregelen die getroffen zijn door de wet van 4 agustus 1996 tot wijziging van de voormelde gecoo¨rdineerde wetten aan te vullen in het licht van de voorstellen die de Raad van State geformuleerd heeft in het kader van de opstelling van zijn vierjarenplan. Het bevat een reeks wijzigingen die de doeltreffendheid van zowel de afdeling wetgeving als de afdeling administratie moeten verbeteren.
b) Waaraan is dit te wijten ?
1 en 2. Ik ondervraag de Raad van State teneinde de gevraagde informatie in te winnen.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20689
En ce qui concerne plus particulièrement la section de législation, il est notamment proposé (article 15) que le président de la Chambre saisie d’une demande d’avis peut déterminer, selon les besoins de l’affaire, le nombre d’assesseurs appelés à siéger et décider en toute hypothèse que la séance se tiendra hors la présence d’assesseurs (cette faculté était jusqu’à présent limitée à l’examen des demandes d’avis dans un délai n’excédant pas trois jours visé à l’article 84, 2o, des lois coordonnées précitées, tel que modifié par la loi du 4 aouˆt 1996).
Wat in het bijzonder de afdeling wetgeving betreft, wordt onder meer voorgesteld (artikel 15) dat de voorzitter van de Kamer waarbij een verzoek om advies aanhangig is, volgens de noden van de zaak, het aantal assessoren kan bepalen dat opgeroepen wordt om zitting te houden en kan beslissen, in elke hypothese, dat de Kamer zitting zal houden zonder assessoren (dit was tot dusver beperkt tot het onderzoek van de verzoeken om advies binnen een termijn van ten hoogste drie dagen bedoeld in artikel 84, 2o, van de voormelde gecoo¨rdineerde wetten, zoals gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996).
De même, ce projet de loi propose encore (article 16) que le président de la Chambre saisie d’une demande d’avis n’étant assortie d’aucun délai, a l’obligation d’examiner si les formalités préalables (avis de l’inspecteur des Finances, délibération de l’avant-projet en Conseil des ministres) ont été duˆment accomplies. Si tel n’est pas le cas, le président de la Chambre saisie en informe par écrit l’autorité administrative, dans les huit jours de la réception de la demande d’avis et peut décider que le dossier n’est pas examiné et qu’il est procédé à l’examen de l’affaire qui suit immédiatement suivant l’ordre d’inscription au roˆle. L’affaire dont l’examen a été suspendu est inscrite dans un roˆle d’attente et ne peut faire l’objet d’un réexamen qu’après qu’il aura été constaté que toutes les formalités préalables requises ont été duˆment accomplies.
Tevens wordt in dit wetsontwerp nog voorgesteld (invoeging van een artikel 84bis in de gecoo¨rdineerde wetten) dat de voorzitter van de Kamer waarbij een verzoek om advies aanhangig is, dat niet voorzien is van een termijn, verplicht is te onderzoeken of de voorafgaande formaliteiten (advies van de inspecteur van Financie¨n, beraadslaging van het voorontwerp in de Ministerraad) behoorlijk werden vervuld. Indien dit niet het geval zou zijn brengt de voorzitter van de geadieerde Kamer binnen acht dagen na de ontvangst van het verzoek om advies, de administratieve overheid schriftelijk hiervan op de hoogte en kan hij beslissen dat het dossier niet wordt onderzocht en dat wordt overgegaan tot het onderzoek van de zaak die onmiddellijk volgt in de volgorde van de inschrijving op de rol. De zaak waarvan het onderzoek wordt uitgesteld, wordt ingeschreven op een wachtrol en kan pas opnieuw worden onderzocht wanneer er wordt vastgesteld dat alle vereiste voorafgaande formaliteiten behoorlijk werden vervuld.
Cette nouvelle procédure se justifie par le nombre sans cesse croissant de demandes d’avis et par la nécessité qui en découle de désengorger la section de législation de celles dont il s’avère qu’elles ne sont pas en état d’être examinées.
Deze nieuwe procedure is verantwoord door het steeds toenemende aantal verzoeken om advies en door de daaruit voortvloeiende noodzaak om de afdeling wetgeving te ontlasten van de verzoeken waarvan blijkt dat zij niet onderzocht kunnen worden.
Finalement, le projet propose également d’augmenter de quatre unités, le nombre de magistrats de l’auditorat.
Tenslotte wordt in het ontwerp ook voorgesteld om het aantal magistraten van het auditoraat met vier te verhogen.
Ce réajustement doit rendre possible la mise à disposition de la section de législation d’un nombre accru de magistrats de l’auditorat.
Deze aanpassing moet het mogelijk maken om aan de afdeling wetgeving een groter aantal magistraten van het auditoraat ter beschikking te stellen.
L’augmentation des effectifs intervenue en 1996 n’a pas permis à ce jour une amélioration notable du fonctionnement de la section de législation dans la mesure où l’effort a duˆ être concentré, en raison des circonstances, sur les activités de la section d’administration alors que tant le nombre, en progression constante, de demandes d’avis, que la complexité croissante des dossiers, liée tant aux conséquences de la réforme de l’E´tat qu’à l’européanisation et à la technicité de ceux-ci, ont considérablement alourdi et compliqué la taˆche de la
De verhoging van de personeelsbezetting in 1996 heeft tot op heden geen opmerkelijke verbetering mogelijk gemaakt van de werking van de afdeling wetgeving voor zover de inspanning, gezien de omstandigheden, gericht moest worden op de activiteiten van de afdeling administratie, terwijl zowel het steeds toenemende aantal verzoeken om advies, als de toenemende complexiteit van de dossiers, te wijten aan zowel de gevolgen van de staatshervorming als de europeanisatie en het technisch karakter hiervan, de taak van de afdeling
20690
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
section de législation. Il en résulte que les auditeurs qui instruisent les dossiers au sein de la section de législation ne sont actuellement pas en nombre suffisant pour s’acquitter de leur mission dans des conditions satisfaisantes et ce, malgré les importants efforts qu’ils ne cessent de déployer.
wetgeving aanzienlijk zwaarder en ingewikkelder gemaakt hebben. Daaruit volgt dat de auditeurs die de dossiers instellen binnen de afdeling wetgeving, thans niet talrijk genoeg zijn om hun taak in bevredigende omstandigheden te volbrengen, ongeacht de enorme inspanningen die zij blijven leveren.
b) La mesure qui a été envisagée pour introduire un délai maximum pour les avis de la section de législation du Conseil d’E´tat n’a pas été retenue dans le projet de loi visé au point a).
b) De maatregel die werd overwogen om een maximumtermijn in te voeren voor de adviezen van de afdeling wetgeving van de Raad van State, werd niet weerhouden in het in punt a) vermeld ontwerp van wet.
DO 979834775
DO 979834775
Question no 922 de M. Bart Laeremans du 7 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 922 van de heer Bart Laeremans van 7 oktober 1998 (N.) :
Chiffres concernant les changements de nationalité.
Cijfers betreffende nationaliteitswijzigingen.
nos
A. En réponse à mes questions écrites 144 du 8 décembre 1995, 572 du 21 mars 1997 et 789 du 16 janvier 1998 (respectivement, Questions et Réponses, Chambre, 1995-1996, no 27, p. 3180; 1996-1997, no 89, p. 12233; 1997-1998, no 133, p. 18346) concernant le nombre de changements de nationalité, j’ai obtenu les chiffres suivants pour les années 1985-1994, 1995, 1996 et 1997, les chiffres suivants :
A. Op mijn schriftelijke vragen nrs. 144 van 8 december 1995, 572 van 21 maart 1997 en 789 van 16 januari 1998 (respectievelijk, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1995-1996, nr. 27, blz. 3180; 1996-1997, nr. 89, blz. 12233; 1997-1998, nr. 133, blz. 18346) in verband met het aantal nationaliteitswijzigingen kreeg ik voor respectievelijk de jaren 1985-1994, 1995, 1996 en 1997 de volgende cijfers als antwoord :
1985-1994 : 266 203
1985-1994 : 266 203
1995 : 31 252
1995 : 31 252
1996 : 29 944
1996 : 29 944
1997 : 37 538
1997 : 37 538
Toutefois, les publications de l’Institut national de statistique (INS) donnent, pour chaque période, un nombre inférieur de changements :
De publicaties van het Nationaal Instituut voor Statistiek (NIS) geven voor iedere periode evenwel een lager aantal wijzigingen :
1985-1994 : 225 498
1985-1994 : 225 498
1995 : 26 129
1995 : 26 129
1996 : 24 581
1996 : 24 581
1997 : 31 687
1997 : 31 687
J’ai eu des contacts tant téléphoniques qu’écrits avec les cabinets du ministère de la Justice et de l’Intérieur ainsi qu’avec votre administration au sujet de ces différences notables. Au ministère de la Justice, on s’est empressé de dire que ces différences étaient probablement imputables à des erreurs de calcul.
Ik heb over deze opmerkelijke verschillen zowel telefonisch als schriftelijk gecorrespondeerd met de kabinetten van het ministerie van Justitie en Binnenlandse Zaken evenals met uw administratie. Op het ministerie van Justitie oppert men alvast dat er waarschijnlijk berekeningsfouten gemaakt zijn.
Essayant de comprendre l’origine de ces différences, votre administration s’est fondée sur l’année de référence 1993. Au cours de cette année, pas moins de 4 493 personnes seraient devenues belges en vertu de l’article 8, § 1er, 1o, du Code de la nationalité belge. L’INS n’en aurait pas tenu compte lors de la confection des statistiques démographiques. Cette explication est peu convaincante. En effet, sur la base de
Op zoek naar een poging tot verklaring werd door uw administratie vertrokken van het voorbeeldjaar 1993. In dat jaar zouden liefst 4 493 personen Belg geworden zijn krachtens artikel 8, § 1, 1o, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit; het NIS zou hiermee geen rekening gehouden hebben bij het opmaken van de bevolkingsstatistieken. Deze uitleg is weinig overtuigend. Op basis van het bovengenoemde
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20691
l’article 8, § 1er, 1o, on ne peut « devenir » belge étant donné qu’on « est » automatiquement belge à la naissance. S’il s’agissait néanmoins en l’occurrence de changements de nationalité, il serait incompréhensible que ces changements n’aient pas été traduits dans les statistiques démographiques. En l’espace de 13 ans à peine, l’écart statistique serait en effet de 56 092 personnes !
artikel 8, § 1, 1o, kan men immers geen Belg « worden », aangezien men automatisch Belg « is » op het moment van de geboorte. Indien het hier dan toch om nationaliteitswijzigingen zou gaan, dan is het onbegrijpelijk dat deze wijzigingen niet opgenomen zijn in de bevolkingsstatistieken. Op amper 13 jaar tijd geeft dit immers een scheeftrekking in deze statistieken van maar liefst 56 092 personen !
1. Pourriez-vous dès lors justifier ces différences ?
1. Kan er derhalve een sluitende verklaring gegeven worden voor deze opmerkelijke verschillen ?
2. Quelles personnes tombent sous l’application de l’article 8, § 1er, 1o, du Code de la nationalité belge ?
2. Wat voor personen vallen er onder de rubriek 8, § 1, 1o, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit ?
3. Si des erreurs ont été commises dans la confection des statistiques démographiques, comment pourrait-on les corriger ?
3. Indien er fouten plaatsvonden in de bevolkingsstatistieken, hoe kunnen deze dan worden hersteld ?
B. En outre, force est de constater qu’il existe également des différences importantes dans d’autres catégories entre les chiffres du ministère de la Justice et les tableaux de l’INS qui mentionnent comme source le registre national. Des écarts notables apparaissent dans les catégories des articles 11bis, 12bis, 13, 16, 19 et 24 du Code de la nationalité belge. Ainsi, pour 1995 et 1996, la Justice indique systématiquement plus de 1 500 naturalisations de plus que l’Intérieur. En 1993, la Justice a enregistré plus de 1 000 déclarations de nationalité de plus que l’Intérieur. On ne trouve aucune trace de corrections apportées a posteriori.
B. Daarnaast moet worden vastgesteld dat er ook in andere categoriee¨n zeer opmerkelijke verschillen bestaan tussen enerzijds de cijfers van het ministerie van Justitie en anderzijds de tabellen van het NIS, die als bron het rijksregister aangeven. De opmerkelijkste verschillen doen zich voor in de categoriee¨n van de artikelen 11bis, 12bis, 13, 16, 19 en 24 van het Wetboek van de Belgische nationaliteit. Voor 1995 en 1996 geeft Justitie bijvoorbeeld telkens meer dan 1 500 naturalisaties meer dan Binnenlandse Zaken. In 1993 waren er volgens Justitie ruim 1 000 nationaliteitsverklaringen meer dan volgens Binnenlandse Zaken. Correcties achteraf komen nergens voor.
1. Comment expliquez-vous ces différences notables ?
1. Hoe verklaart u deze opmerkelijke verschillen ?
2. Y a-t-il si peu de coordination entre les deux départements que personne n’a relevé ces différences à ce jour ?
2. Bestaat er dan zo weinig interactie tussen de beide departementen dat niemand tot op heden deze verschillen heeft opgemerkt ?
3. Que pourrait-on faire pour corriger ces erreurs ?
3. Wat kan er worden ondernomen om deze fouten te herstellen ?
Réponse : Je rappelle à l’honorable membre que les chiffres lui fournis sont extraits du Registre national des personnes physiques. Le Registre national des personnes physiques est un fichier de population en évolution permanente, alimenté par les informations transmises par l’ensemble des communes du royaume. Ledit registre ne constitue pas une banque de données relationnelles.
Antwoord : Ik herinner het geachte lid eraan dat de hem verstrekte cijfers werden getrokken uit het Rijksregister van de natuurlijke personen. Het Rijksregister van de natuurlijke personen is een bevolkingsbestand dat voortdurend evolueert, en dat wordt opgebouwd met de informaties, die door het geheel van de gemeenten van het Rijk worden doorgestuurd. Genoemd register vormt geen relationele gegevensbank.
En d’autres termes, les statistiques relatives aux modes d’acquisition ou d’attribution de la nationalité belge doivent faire l’objet d’une programmation particulière.
Met andere woorden, de statistieken betreffende de wijzen van verkrijging of toekenning van de Belgische nationaliteit moeten het voorwerp uitmaken van een bijzondere programmering.
Selon l’interprétation donnée aux termes généraux d’une question et selon la date d’extraction des données prise en considération, le paramétrage du programme ainsi que le résultat obtenu seront différents.
Afhankelijk van de interpretatie van de algemene formulering van een vraag, en afhankelijk van de gebruikte extractiedatum van de gegevens, zijn de in te voeren parameters voor het programma en het resultaat dat bekomen wordt verschillend.
Les divergences constatées entre sources d’informations ne résultent pas forcément d’erreurs de comp-
De opgemerkte verschillen tussen de informatiebronnen zijn niet noodzakelijk het gevolg van telfou-
2641
20692
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
tage, mais de la confrontation de données non comparables.
ten, maar van het tegenover elkaar plaatsen van onvergelijkbare gegevens.
L’article 8, § 1er, 1o, du Code de la nationalité est considéré, selon les codes de justification de la nationalité du Registre national, comme s’appliquant à un cas d’attribution de la nationalité belge particulier (attribution de la nationalité belge à l’enfant né en Belgique d’un auteur belge).
Artikel 8, § 1, 1o, van het Wetboek van de nationaliteit wordt volgens de door het Rijksregister gebruikte rechtvaardigingscodes van de nationaliteit beschouwd als een toepassing van het bijzonder geval van toekenning van de Belgische nationaliteit (toekenning van de Belgische nationaliteit aan het kind geboren in Belgie¨ uit een Belgische ouder).
Cette situation est à distinguer entre autres de celle de l’enfant né en Belgique ou à l’étranger dont les père et mère sont de nationalité belge.
Deze toestand dient onder meer onderscheiden te worden van deze van het kind, geboren in Belgie¨ of in het buitenland, dat een vader en moeder van Belgische nationaliteit heeft.
La différence de 4 493 unités constatée est donc essentiellement un problème de catégorisation. La même explication vaut sans aucun doute pour des statistiques relatives à d’autres modes d’acquisition ou d’attribution de la nationalité belge.
Het vermelde verschil van 4 493 eenheden is dus in hoofdzaak een probleem van classificatie. Deze uitleg geldt zonder enige twijfel ook voor de statistieken betreffende de andere wijzen van verkrijging of toekenning van de Belgische nationaliteit.
Dans ces conditions, il n’y a pas lieu d’arbitrer d’éventuelles divergences entre statistiques non comparables.
Onder deze omstandigheden is er geen reden om te oordelen over eventuele verschillen tussen onvergelijkbare statistieken.
Vice-premier ministre et ministre de la Défense nationale, chargé de l’E´nergie
Vice-eerste minister en minister van Landsverdediging, belast met Energie
Défense nationale
Landsverdediging
DO 979802906
DO 979802906
Question no 419 de Mme Anne Van Haesendonck du 19 novembre 1997 (N.) :
Vraag nr. 419 van mevrouw Anne Van Haesendonck van 19 november 1997 (N.) :
Exhibitions d’acrobatie aérienne et champ d’aviation d’Ursel (Knesselare).
Vliegshows en vliegveld van Ursel (Knesselare).
Il ressort du rapport d’évaluation relatif aux normes de sécurité à respecter lors des exhibitions d’acrobatie aérienne qu’il convient de durcir les mesures de sécurité.
Uit het evaluatierapport betreffende de veiligheidsnormen tijdens de vliegmeetings blijkt dat de veiligheidsmaatregelen dienen te worden verstrengd.
Cela fait plusieurs années qu’une exhibition d’acrobatie aérienne est organisée en été sur le champ d’aviation d’Ursel (Knesselare). L’administration de l’Aéronautique et la force aérienne ont été informées à plusieurs reprises du manque de sécurité élémentaire lors de telles exhibitions.
Sinds jaren wordt op het vliegveld van Ursel (Knesselare) tijdens de zomermaanden een vliegmeeting georganiseerd. Meerdere malen werden het bestuur der Luchtvaart en de luchtmacht op de hoogte gebracht van het gebrek aan elementaire veiligheid tijdens deze vliegshows.
1. a) Qui est responsable en cas d’accidents survenus au cours d’exhibitions s’il s’avère que les normes de sécurité n’ont pas été respectées ?
1. a) Wie wordt bij ongevallen tijdens vliegshows verantwoordelijk gesteld indien blijkt dat niet aan de veiligheidsnormen werd voldaan ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20693
b) La responsabilité de tels accidents incombe-t-elle à l’administration de l’Aéronautique (qui délivre les permis pour la tenue d’exhibitions d’acrobatie aérienne), aux organisateurs ou au ministère de la Défense nationale (si le champ d’aviation est la propriété de la force aérienne) ?
b) Is hier het bestuur der Luchtvaart verantwoordelijk (verleent de vergunningen voor de vliegmeetings), de organisatoren, of het ministerie van Landsverdediging (indien het vliegveld eigendom is van de luchtmacht) ?
2. a) Les champs d’aviation sont-ils soumis à des inspections approfondies avant que ne s’y tiennent des exhibitions d’acrobatie aérienne ?
2. a) Worden voor de vliegmeetings grondige doorlichtingen van de vliegvelden doorgevoerd ?
b) En quoi ces inspections consistent-elles ?
b) Waaruit bestaan deze doorlichtingen ?
3. Aux fins d’assurer la sécurité des spectateurs, la législation actuelle prévoit qu’il faut respecter certaines distances entre le public et le bord de la piste de décollage actif des avions.
3. Voor de veiligheid van de toeschouwers zijn in de huidige wetgeving bepaalde afstanden te respecteren tussen het publiek en de rand van de actieve startbaan voor vliegtuigen.
Cette distance, qui est au minimum de 60 mètres, peut varier en fonction de la vitesse et du type de l’avion. Si des avions à réaction participent à l’exhibition, il est même souhaitable de prévoir une distance de 300 à 450 mètres entre le public et la piste de décollage.
Afhankelijk van de snelheid en het soort vliegtuig bedraagt deze afstand minimum 60 meter. Bij aanwezigheid van straalvliegtuigen is de gewenste afstand voor het publiek tot de startbaan zelfs 300 tot 450 meter.
Lors des exhibitions à Ursel, le public se trouve à 30 mètres à peine des pistes de décollage, les voies d’accès sont extrêmement étroites, la piste où les avions roulent sur l’aérodrome est remplie de voitures stationnées à 210 mètres à peine de la piste de décollage.
Tijdens de vliegmeetings in Ursel staat het publiek op amper 30 meter afstand van de startbanen, de toegangswegen zijn uiterst smal, de taxibaan staat vol met geparkeerde auto’s op amper 210 meter van de startbaan.
a) Est-il judicieux d’accorder des permis aux responsables d’un tel champ d’aviation qui ne satisfait sans doute pas aux normes de sécurité en vigueur au niveau international ?
a) Is het verantwoord om vergunningen te verlenen voor zo’n vliegveld dat misschien niet voldoet aan de internationaal aanvaarde veiligheidsnormen ?
b) Convient-il de prévoir des controˆles plus stricts ?
b) Moeten er strengere controles komen ?
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierbij het antwoord op de door haar gestelde vragen te willen vinden.
1. a) Tous ceux qui ne respectent pas les prescriptions de sécurité en vigueur peuvent être rendus civilement responsables.
1. a) Al diegenen die de geldende veiligheidsvoorschriften niet respecteren kunnen burgerrechtelijk aansprakelijk worden gesteld.
b) L’administration de l’Aéronautique peut engager la responsabilité de l’E´tat, s’il appert que l’autorisation d’organiser un meeting aérien a été accordée sans qu’ait été observé un devoir de précautions d’ordre général (par exemple sans qu’ait été vérifiée la mise en place, par l’organisateur du meeting, du dispositif de sécurité requis).
b) Het bestuur der Luchtvaart kan de aansprakelijkheid van de Staat in het gedrang brengen zo mocht blijken dat een vergunning voor een vliegmeeting werd verleend zonder inachtname van een algemene zorgvuldigheidsplicht (bijvoorbeeld zonder dat nagegaan werd of de vereiste veiligheidsvoorzieningen in plaats werden gesteld door de organisator van de vliegmeeting).
En sa qualité de propriétaire du domaine militaire sur lequel un meeting aérien est organisé et auquel l’accès du public est autorisé, le ministère de la Défense nationale peut engager la responsabilité objective de l’E´tat en cas d’incendie ou d’explosion, conformément à la loi du 30 juillet 1979 concernant la prévention des incendies et explo-
In de hoedanigheid van eigenaar van het militair domein waarop een vliegmeeting wordt georganiseerd waartoe het publiek toegang wordt verleend, kan het ministerie van Landsverdediging de objectieve aansprakelijkheid van de Staat in het gedrang brengen, in geval zich een brand of ontploffing zou voordoen zoals bedoeld bij de wet van 30 juli 1979
20694
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
sions et les assurances obligatoires en responsabilité civile dans de pareils cas.
betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechterlijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen.
Dans le cas où tel accident serait toutefois imputable à la faute d’un tiers (par exemple : non-respect des prescriptions de sécurité) il pourra être engagé un recours contre cette personne civilement responsable.
In geval een dergelijk ongeval evenwel zou te wijten zijn aan de fout van een derde (bijvoorbeeld niet respecteren van de veiligheidsvoorschriften), kan naderhand verhaal uitgeoefend worden tegen deze aansprakelijke persoon.
2. a) Oui.
2. a) Ja.
b) L’inspection consiste en une visite préalable menée par une équipe de spécialistes de la Force aérienne, au cours de laquelle tout le dispositif local de sécurité sera comparé à la réglementation existante.
b) De doorlichtingen bestaan uit een voorafgaand bezoek, uitgevoerd door een ploeg van specialisten van de Luchtmacht, waarbij alle lokale veiligheidsvoorzieningen worden getoetst aan de bestaande regelgeving.
3. En ce qui concerne la sécurité des spectateurs, la distance de sécurité entre le public et la piste de roulage et de décollage doit être respectée, mais celle qui le sépare de l’axe de démonstration est de la plus haute importance. En ce qui concerne les avions à réaction, la distance de sécurité est respectivement de 15 mètres pour la piste de roulage et de 100 mètres pour la piste de décollage. La distance minimale de sécurité acceptable par rapport à l’axe de démonstration est de 230 mètres, distance largement respectée à Ursel.
3. Voor de veiligheid van de toeschouwers dient de afstand ten opzichte van de taxi- en startbaan gerespecteerd te worden, maar is de afstand van het publiek ten opzichte van de demonstratie-as van het allergrootste belang. Voor straalvliegtuigen bedraagt de afstand tot taxi- en startbaan respectievelijk 15 meter en 100 meter. De minimaal aanvaardbare afstand tot de demonstratie-as is 230 meter, die in Ursel ruim wordt gerespecteerd.
4. a) Les normes de sécurité pour l’organisation du show aérien d’Ursel en 1997 ont été respectées, si bien qu’une autorisation a pu être accordée.
4. a) De veiligheidsnormen voor de organisatie van de vliegshow van Ursel in 1997 werden gerespecteerd, zodat een vergunning kon worden verleend.
b) Il n’est pas opportun d’exécuter des controˆles plus stricts.
b) Het is niet opportuun strengere controles uit te voeren.
DO 979824396
DO 979824396
Question no 512 de M. Alfons Borginon du 10 juillet 1998 (N.) :
Vraag nr. 512 van de heer Alfons Borginon van 10 juli 1998 (N.) :
Aérodromes militaires. — Clubs d’aviation sportive.
Militaire vliegvelden. — Sportvliegclubs.
Plusieurs aérodromes militaires hébergent également des clubs d’aviation de tourisme bénéficiant d’une concession pour l’utilisation des infrastructures. Certaines restrictions sont parfois prévues dans ce cadre. C’est notamment le cas à Bourg-Léopold, à Zoersel, à Weelde et à Brasschaat. La réponse à ma question no 491 du 28 avril 1998 (Questions et Réponses, Chambre, 1997-1998, no 131, p. 18068) appelle des questions complémentaires.
Op diverse militaire vliegvelden zijn ook sportvliegclubs actief, die een concessie krijgen voor het gebruik van de infrastructuur. Daarbij worden soms beperkende maatregelen opgelegd. Zo onder meer in Leopoldsburg, Zoersel, Weelde en Brasschaat. Uit het antwoord op mijn vraag nr. 491, van 28 april 1998 (Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 131, blz. 18068) rijzen bijkomende vragen.
1. Quelles restrictions concrètes sont imposées en ce qui concerne les nuisances sonores ? ` partir de quand les clubs wallons installés à 2. A Liège, Bertrix, Elsenborn et Chièvres seront-ils soumis aux mêmes restrictions ?
1. Welke beperkingen worden concreet opgelegd in verband met de geluidsoverlast ? 2. Vanaf wanneer zullen de Waalse clubs te Luik, Bertrix, Elsenborn en Chièvres aan deze beperkingen onderworpen worden ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20695
Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-aprés la réponse à ses questions.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Les mesures prises vis-à-vis des clubs sportifs aériens sur les aérodromes militaires relativement à la pollution sonore concernent en général une restriction du nombre de jours de vol et du nombre d’heures de vol, une interdiction des vols après 20 h 00, une diminution du nombre de décollages par heure, une adaptation des circuits de vol en vue d’éviter au maximum les zones habitées et l’obligation d’utiliser les appareils les plus silencieux possible.
1. De maatregelen die ten opzichte van de sportvliegclubs op de militaire vliegvelden in verband met de geluidslast getroffen worden, betreffen in het algemeen een beperking van het aantal vliegdagen en het aantal vlieguren, een verbod van vluchten na 20.00 uur, een vermindering van het aantal opstijgingen per uur, een aanpassing van de vliegcircuits teneinde de bewoonde zones zoveel mogelijk te vermijden en de verplichting om geluidsarme toestellen te gebruiken.
En fonction de la situation locale, des mesures spécifiques peuvent encore être prises.
Afhankelijk van de plaatselijk situatie kunnen nog specifieke maatregelen genomen worden.
2. La politique du ministère de la Défense nationale vise à uniformiser les conditions d’octroi en matière d’autorisation et concessions domaniales en général et pour les clubs sportifs aériens sur les aérodromes militaires en particulier.
2. In zijn beleidsvoering beoogt het ministerie van Landsverdediging de uniformisering van de toekenningsvoorwaarden inzake domaniale concessies en vergunningen in het algemeen en voor de sportvliegclubs op militaire vliegvelden in het bijzonder.
C’est la raison pour laquelle les clauses et conditions prévues dans les arrêtés d’autorisation et concessions domaniales sont adaptées périodiquement, indépendamment de la localisation régionale des clubs permissionnaires et concessionnaires.
Omwille van die reden worden de clausules en de voorwaarden vermeld in de vergunningsbesluiten en de domeinconcessies periodiek aangepast ongeacht de regionale ligging van de clubs aan wie een vergunning of concessie werd afgeleverd.
Les normes les plus strictes imposées dans une région sont automatiquement d’application dans l’autre.
De striktste normen, die worden opgelegd in het ene gewest, zijn automatisch ook van toepassing in het andere.
Dans cet esprit, des directives ont été données aux services compétents du département pour que les dernières adaptations apportées aux arrêtés d’autorisation et les concessions attribuées aux clubs sportifs aériens sur les aérodromes militaires de BourgLéopold et Brasschaat soient également d’application sur les autres aérodromes en Wallonie et en Flandre.
In die zin, hebben de bevoegde diensten van het departement richtlijnen gekregen om de laatste aanpassingen aangebracht aan de vergunningsbesluiten en de concessies toegekend aan de sportvliegclubs op de militaire vliegvelden van Leopoldsburg en Brasschaat, eveneens toepasselijk te maken op de andere vliegvelden in Wallonie¨ en in Vlaanderen.
La révision de tous les arrêtés de concession accordés à des clubs sportifs aériens est actuellement en cours.
Op dit ogenblik worden alle vergunningsbesluiten toegekend aan sportvliegclubs herzien.
DO 979824468
DO 979824468
Question no 516 de M. Ferdinand Ghesquière du 23 juillet 1998 (N.) :
Vraag nr. 516 van de heer Ferdinand Ghesquière van 23 juli 1998 (N.) :
Musée de l’armée à Bruxelles. — Exposition permanente. — Projet.
Legermuseum te Brussel. — Geplande permanente tentoonstelling.
Le journal « Het Nieuwsblad » du 3 juillet 1998 a publié un article révélant que le projet d’exposition permanente au Musée de l’armée à Bruxelles, consacrée à la Seconde Guerre mondiale, ne serait (provisoirement) pas concrétisé. Selon le ministre de la Défense nationale, cette annulation est essentiellement justifiée par des raisons d’ordre budgétaire. Certaines frictions entre les sociétés Dherte et Euroculture auraient également été à l’origine de cette décision.
In de krant Het Nieuwsblad van 3 juli 1998 verscheen een artikel dat aangaf dat de geplande permanente tentoonstelling in het Legermuseum in Brussel, gewijd aan de Tweede Wereldoorlog, er (voorlopig) niet komt. De voornaamste redenen tot het afblazen van de tentoonstelling waren volgens de minister van Landsverdediging budgettair. Er blijkt ook enige wrijving te bestaan tussen de bedrijven Dherte en Euroculture.
20696
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
1. Comment se fait-il que l’administration militaire ait malgré tout confié la réalisation de ce contrat à Euroculture ?
1. Hoe kwam het dat de militaire administratie toch het bedrijf Euroculture aanwees voor het contract ?
2. Avez-vous une idée du moment ou` des capitaux suffisants seront disponibles pour mettre sur pied l’exposition permanente consacrée aux conflits contemporains ?
2. Hebt u een idee wanneer er voldoende geld beschikbaar zal zijn voor de permanente tentoonstelling over hedendaagse conflicten ?
3. La salle Bordiau recevra-t-elle une nouvelle affectation ?
3. Zal er een nieuwe bestemming komen voor de Bordiau-zaal ?
Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Le service des achats m’a proposé d’attribuer le contrat à la SA Euroculture puisque l’offre de cette firme (> 100 millions de francs) a été classée première par le jury du concours. Cependant, dans sa proposition l’administration n’a pas tenu compte ni du fait que cette offre dépasse de plus de 70 % l’estimation initiale du marché (60 millions de francs) ni avec le problème d’une imputation budgétaire partielle du marché sur les crédits 1997.
1. De aankoopdienst heeft mij voorgesteld het contract toe te wijzen aan de NV Euroculture aangezien de offerte van deze firma (> 100 miljoen frank) door de wedstrijdjury als eerste werd geklasseerd. De administratie hield in haar voorstel evenwel geen rekening met de overschrijding met meer dan 70 % van de oorspronkelijke raming van de opdracht (60 miljoen frank) en met een probleem van gedeeltelijke budgettaire aanrekening van deze opdracht op kredieten 1997.
2. En 1999 un effort sera consenti afin de libérer un budget suffisamment élevé, mais une somme de 100 millions de francs, ou plus, n’est certainement pas envisageable.
2. Getracht zal worden om in 1999 een voldoende hoog budget te kunnen vrijmaken, doch een bedrag van 100 miljoen frank en meer is onmogelijk haalbaar.
3. Non, mon objectif reste d’utiliser la halle Bordiau comme espace d’exposition pour l’exposition sur la Seconde Guerre mondiale.
3. Neen, mijn objectief is nog altijd de hall Bordiau te gebruiken voor een tentoonstelling over de Tweede Wereldoorlog.
DO 979824480
DO 979824480
Question no 518 de M. Jozef Van Eetvelt du 24 juillet 1998 (N.) :
Vraag nr. 518 van de heer Jozef Van Eetvelt van 24 juli 1998 (N.) :
Marine. — Rapports linguistiques.
Marine. — Taalverhoudingen.
Avec plus de 70 % de néerlandophones, la marine est la force armée la plus flamande.
De marine is, met meer dan 70 % Nederlandstalige militairen, de meest Vlaamse macht in het leger.
Néanmoins, à partir d’octobre 1998, des officiers supérieurs francophones seront à la tête du commandement logistique et opérationnel, les deux commandements les plus importants de la marine.
Toch zullen vanaf oktober 1998 Franstalige hoofdofficieren het bevel voeren over het logistiek en het operationeel commando, de twee grootste commando’s van de marine.
Plus des trois quarts du personnel de la marine, soit 2 612 militaires et 68 civils, sont affectés à ces unités.
Meer dan drievierde van het marinepersoneel, 2 612 militairen en 68 burgers, ressorteert onder deze commando’s.
1. Avez-vous connaissance du problème linguistique et de personnel évoqué, et dans l’affirmative, quelles démarches ont été effectuées pour aboutir à une solution satisfaisante ?
1. Is het aangehaalde taal- en personeelsprobleem u bekend, en zo ja, welke stappen zijn gezet om tot een bevredigende oplossing te komen ?
2. Quelle est la cause de l’actuel déséquilibre entre le personnel dirigeant (francophone) et le personnel exécutif (flamand et donc néerlandophone) à la marine ?
2. Welke reden ligt aan de basis van het duidelijke taalonevenwicht tussen het (Franstalige) leidinggevende personeel en het (Vlaamse, dus Nederlandstalige) uitvoerende marinepersoneel ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20697
Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Le rapport souhaité au sein de la Marine, comme pour l’ensemble de Forces armées d’ailleurs, est de 40 % de francophones et de 60 % de néerlandophones. La politique de recrutement de la Marine est basée sur cet objectif. La répartition linguistique spécifique des officiers supérieurs au sein de la Marine est, au 1er octobre 1998, de 34% de francophones et de 66% de néerlandophones.
1. De gewenste verhouding bij de Marine is, zoals trouwens voor gans de Krijgsmacht, 40% Franstaligen en 60% Nederlandstaligen. De wervingspolitiek bij de Marine is gebaseerd op dit streefdoel. De specifieke taalverhouding voor de hoofdofficieren binnen de Marine is op 1 oktober 1998, 34% Franstaligen en 66% Nederlandstaligen.
Les fonctions les plus importantes à la Marine sont celles de chef d’état-major, de chef d’état-major adjoint et de commandants des trois grands commandements : opérations, logistique et instruction; viennent ensuite les fonctions de chef des principales sections d’état-major, à savoir les directions de l’exploitation, du personnel, du planning et des projets.
De belangrijkste functies bij de Marine zijn deze van stafchef en adjunct stafchef, de commandanten van de drie grote commando’s : operaties, instructie en logistiek; verder, de functies van chef van de voornaamste stafsecties, te weten de directies exploitatie, personeel, planning en projecten.
Actuellement, le chef d’état-major est un francophone et le chef d’état-major adjoint un néerlandophone. Le commandant du commandement des opérations navales (qui est aussi Deputy Admiral Benelux) est un amiral de flottille francophone. Les deux autres commandements sont occupés par un capitaine de vaisseau néerlandophone et un francophone. Les principales sections d’état-major de la Marine sont dirigées respectivement par un officier supérieur francophone et trois officiers supérieurs néerlandophones. La répartition des postes principaux au sein de la Marine est donc actuellement de 5 néerlandophones pour 4 francophones (rapport de 55% à 45 %).
Op dit ogenblik is de stafchef een Franstalige en de adjunct-stafchef een Nederlandstalige. De commandant van het commando Marine-operaties (tevens Deputy Admiral Benelux) is een Franstalige flottielje admiraal. De twee overige commando’s worden ingevuld door een Nederlandstalige en een Franstalige kapitein-ter-zee. De voornaamste stafsecties van de Marine worden geleid door respectievelijk een Franstalige en drie Nederlandstalige hoofdofficieren. De verdeling van de belangrijkste posten bij de Marine is dus actueel 5 Nederlandstaligen voor 4 Franstaligen (verhouding 55%-45 %).
Une autre fonction importante, celle de commandant de l’école binationale de lutte anti-mines, est actuellement occupée par un Néerlandais. Dans le courant du mois d’octobre, elle sera occupée par un officier néerlandophone de la Marine.
Een ander belangrijke functie, deze van commandant van de binationale mijnenbestrijdingsschool, wordt actueel bekleed door een Nederlander. Zij zal in de loop van de maand oktober worden ingenomen door een Nederlandstalige officier van de Marine.
Le rapport ne sera donc pas défavorable aux néerlandophones après les mutations prévues en octobre 1998.
De verhouding zal dus, na de mutaties voorzien in oktober 1998, zeker niet nadelig uitvallen voor de Nederlandstaligen.
Il est à noter également qu’au 1er octobre 1998, quatre autres postes importants au sein des Forces armées seront occupés par des officiers issus de la Marine. Trois de ces postes seront occupés par des néerlandophones, à savoir celui de chef de l’état-major général (vice-amiral), un poste auprès du quartier général de l’OTAN à High Wycombe (UK) (amiral de flottille) et un poste auprès du quartier général de l’OTAN à Norfolk (US) (capitaine de vaisseau). La fonction de représentant permanent belge auprès de l’UEO est occupée par un amiral de flotille francophone.
Hierbij dient ook te worden opgemerkt dat op 1 oktober 1998 vier andere belangrijke posten in de schoot van de Krijgsmacht door officieren gesproten uit de Marine bekleed zijn. Drie ervan worden bekleed door Nederlandstaligen, te weten die van de chef van de generale staf (vice-admiraal), een post bij het NAVO, hoofdkwartier te High Wycombe (UK) (flottielje admiraal) en een post bij het NAVOhoofdkwartier te Norfolk (US) (kapitein-ter-zee). De functie van Belgisch permanente vertegewoordiger bij de WEU wordt bekleed door één Franstalige flottielje admiraal.
De ce qui précède, il appert qu’il ne saurait être question d’un problème linguistique au détriment des néerlandophones à la Marine.
Uit het bovenvermelde blijkt dat er bij de Marine geen sprake kan zijn van een taalprobleem ten nadele ven de Nederlandstaligen.
2. Sans objet.
2. Zonder voorwerp.
20698
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
DO 979824481
DO 979824481
Question no 519 de M. Ghislain Vermassen du 24 juillet 1998 (N.) :
Vraag nr. 519 van de heer Ghislain Vermassen van 24 juli 1998 (N.) :
Forces belges en Allemagne. — Garnison de Bensberg. — Personnel médical. — Emploi des langues.
Belgische Strijdkrachten in Duitsland. — Garnizoen Bensberg. — Medisch personeel. — Taalgebruik.
Il me revient qu’à la maison médicale de la garnison de Bensberg (Forces belges en Allemagne), on engagerait du personnel médical ne maıˆtrisant pas les deux langues nationales. Il en résulte des situations véritablement hallucinantes. Ainsi il arrive quotidiennement que des écoliers flamands envoyés à la maison médicale pour y recevoir des soins ne peuvent pas être accueillis dans de bonnes conditions, étant donné que certains membres du personnel médical refusent de parler le néerlandais. Cette situation est intolérable. Lorsque des enfants doivent se rendre chez le dentiste de l’armée, une personne s’exprimant en français est obligée de les accompagner, étant donné que les dentistes ne comprennent pas le néerlandais. Un emploi d’infirmier est à nouveau vacant actuellement, et le directeur du service médical présente une fois de plus une candidate unilingue francophone.
Vanuit de BSD (Belgische Strijdkrachten in Duitsland), meer bepaald het garnizoen Bensberg, bereiken mij berichten dat aan het Medisch Huis te Bensberg medisch personeel wordt aangesteld dat niet beide landstalen beheerst. Dit kan tot hallucinante taferelen leiden. Zo worden dagelijks Vlaamse kinderen vanuit de scholen ter verzorging naar dit Medisch Huis gestuurd die niet naar behoren kunnen geholpen worden aangezien sommige leden van het medisch personeel weigeren Nederlands te spreken. Dit kan echt niet ! Momenteel is het zelfs zo dat, als er kinderen naar de tandarts van het leger moeten, iemand meegestuurd moet worden die Frans spreekt aangezien de tandartsen geen Nederlands begrijpen. Op dit ogenblik staat opnieuw een vacature van een verpleegkundige open waarbij door de directeur van de medische dienst opnieuw een eentalige (Franstalige) kandidate voorgesteld wordt.
Cette situation ne peut plus durer, d’autant plus que 80 % des Belges résidant à Bensberg sont flamands. 1. Eˆtes-vous au courant de cette situation ?
Deze situatie is onhoudbaar temeer er in Bensberg een populatie van 80 % Vlamingen resideert.
2. Dans l’affirmative, quelles mesures prendrezvous pour y remédier, et dans quel délai ?
2. Zo ja, wat overweegt u hieraan te doen, en op welke termijn ?
Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. La fonction d’infirmière à la Maison médicale de Bensberg est occupée par une infirmière néerlandophone qui, à partir du 1er septembre 1998, passe d’un statut plein-temps à un statut mi-temps. Ceci a donné lieu à l’ouverture d’une place pour une deuxième infirmière employée à mi-temps faisant partie du personnel de main-d’oeuvre civile (personnel MOC). En application des directives diffusées par l’Administration générale civile, la candidate choisie devait être considérée comme prioritaire par rapport aux autres candidats.
1. De functie van verpleegster in het Medisch Huis te Bensberg wordt ingevuld door een Nederlandstalige verpleegster die vanaf 1 september 1998 overschakelt van een voltijds naar een halftime statuut. Dit gaf aanleiding tot het openstellen van een plaats voor een tweede halftime tewerkgestelde verpleegster, deel uitmakend van de Burgerlijke Arbeidskrachten (BAK personeel). In toepassing van de voorschriften uitgegeven door het Burgerlijk Algemeen Bestuur was de gekozen kandidate als prioritair te beschouwen ten opzichte van de andere kandidaten.
2. Il n’existe pas de base légale permettant d’exiger le bilinguisme d’un infirmier civil, employé par le département.
2. Er bestaat geen wettelijke basis om van een burgerverpleegkundige, tewerkgesteld bij het departement, tweetaligheid te eisen.
3. La candidate choisie est entrée en fonction en date du 1er septembre 1998. Il ne peut donc, pour l’instant, être question d’un refus de l’intéressée de parler la deuxième langue nationale. Il n’y a à l’heure actuelle aucun indice qui permette de conclure que cela pourrait être le cas à l’avenir. Au contraire, l’intéressée suit, depuis un an déjà, un cours de néerlandais par correspondance. Elle aurait aussi l’intention de suivre, à partir de septembre 1998, un cours du soir de néerlandais.
3. De gekozen kandidate heeft haar nieuwe functie op 1 september 1998 aangevat. Er kan op dit ogenblik dus nog geen sprake zijn van een weigering tot het spreken van de tweede landstaal door belanghebbende. Er zijn ook geen aanwijzingen die ertoe leiden te besluiten dat dit in de toekomst wel het geval zal zijn. Integendeel, betrokkene volgt reeds één jaar een cursus Nederlands per briefwisseling. Zij zou tevens de intentie hebben om vanaf september 1998 een avondcursus Nederlands te volgen.
1. Bent u op de hoogte van deze situatie ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20699
4. La population de Bensberg est composée de néerlandophones, de francophones et de germanophones. Bien que le groupe des néerlandophones soit majoritaire, les autres régimes linguistiques ne peuvent être négligés.
4. De populatie te Bensberg bestaat uit Nederlandstaligen, Franstaligen en Duitstaligen. Alhoewel de groep der Nederlandstaligen de meerderheid vormt, kunnen de andere taalstelsels niet veronachtzaamd worden.
5. En date du 1er aouˆt 1998, dix-huit infirmiers au total sont employés auprès des Forces armées belges en Allemagne. Parmi ceux-ci, onze sont néerlandophones, six sont francophones et un est germano` la suite de l’engagement de l’infirmière phone. A supplémentaire, le nombre d’infirmiers francophones est donc porté à partir du 1er septembre 1998 à sept sur un total de dix-neuf. Il n’y a donc aucune raison d’affirmer que les infirmiers néerlandophones sont sous-représentés auprès des Forces armées belges en Allemagne.
5. Bij de Belgische Strijdkrachten in Duitsland worden op datum van 1 augustus 1998 in totaal achttien verpleegkundigen tewerkgesteld. Elf ervan zijn Nederlandstalig, zes zijn Franstalig en één Duitstalig. Door de aanwerving van de bijkomende verpleegkundige zal het aantal Franstalige verpleegkundigen vanaf 1 september 1998 dus op zeven gebracht worden op een totaal van negentien. Er is dus geen reden om te stellen dat de Nederlandstalige verpleegkundigen bij de Belgische Strijdkrachten in Duitsland ondervertegenwoordigd zijn.
6. En ce qui concerne le personnel militaire, la loi du 30 juillet 1938 sur l’emploi des langues à l’armée est d’application. Les officiers doivent se soumettre à un examen sur la connaissance effective de la deuxième langue nationale et le réussir. Les officiers dentistes doivent en outre se soumettre à une épreuve complémentaire sur la connaissance effective de la deuxième langue nationale. Cet examen implique entre autres qu’ils soient interrogés dans le domaine de leur spécialité. Les officiers de carrière dentistes, employés en Allemagne, ont donc réussi les épreuves prévues par la loi dans la deuxième langue nationale et disposent en principe d’une connaissance suffisante de cette langue pour exécuter convenablement leur travail au profit des patients appartenant à l’autre régime linguistique. Jusqu’à présent, l’état-major du Service médical ainsi que le commandement médical sur place n’ont pas connaissance de plaintes concrètes relatives à l’emploi des langues.
6. Wat het militair personeel betreft, is de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger toepasselijk. De officieren dienen een examen over de wezenlijke kennis van de tweede landstaal af te leggen en hiervoor te slagen. De officieren tandarts worden daarenboven onderworpen aan een aanvullend examen over de wezenlijke kennis van de tweede landstaal. Dit examen houdt onder meer in dat zij worden ondervraagd in het domein van hun kunde. De in Duitsland tewerkgestelde beroepsofficieren tandarts hebben dus met succes een wettelijk voorgeschreven examen in de tweede landstaal afgelegd en beschikken in principe over een voldoende kennis van de tweede landstaal om hun werk ten behoeve van het clie¨nteel, behorende tot het andere taalstelsel, naar behoren te kunnen verrichten. Tot op heden hebben de staf van de Medische Dienst en het medisch commando ter plaatse geen concrete taalklachten ontvangen.
DO 979824587
DO 979824587
Question no 524 de M. Francis Van den Eynde du 31 août 1998 (N.) :
Vraag nr. 524 van de heer Francis Van den Eynde van 31 augustus 1998 (N.) :
Service de presse militaire. — Analyse des articles de presse.
Militaire persdienst. — Analyse van persartikelen.
Tout article de presse consacré aux militaires ou aux Forces armées fait l’objet d’une analyse minutieuse par deux officiers du Service de l’Information du ministère de la Défense nationale.
Elk persartikel over militairen of de Strijdkrachten is het voorwerp van een nauwgezette analyse door twee officieren van de militaire persdienst SID (Informatiedienst van het ministerie van Landsverdediging).
Les résultats de ces analyses leur permettent d’adapter l’information concernant l’armée et d’apprendre aux militaires à aborder au mieux la presse. Par ailleurs, les deux officiers analysent quotidiennement les articles de presse consacrés à l’armée ou aux militaires. Leurs évaluations informatisées des médias sont articulées sur un modèle scientifique. L’armée s’efforce d’évaluer rapidement l’impact de la presse sur la réputation des Forces armées. Ce modèle leur permet de mesurer l’influence des actions de
Met de resultaten trachten zij de berichtgeving over het leger bij te sturen en de militairen te leren hoe zij het best met de pers omgaan. Beide officieren buigen zich daarenboven dagelijks over het aanbod persartikelen dat verwijst naar het leger of naar militairen. Hun geı¨nformatiseerde media-evaluaties zijn gebaseerd op een wetenschappelijk model. Hiermee probeert het leger snel de impact van de pers op de beeldvorming over de strijdkrachten te evalueren. Aan de hand van dat model meten ze de invloed van de persac-
2642
20700
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
presse du SID et, le cas échéant, d’influer « favorablement » sur la réputation de l’armée. Quel est le couˆt annuel de ce service ?
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
ties van de SID en proberen ze desgevallend de beeldvorming over het leger in een « gunstige » richting te beı¨nvloeden. Hoeveel kost deze dienst per jaar ?
Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-aprés la réponse à ses questions.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
En ce qui concerne le personnel, le service dispose de deux capitaines-commandants. Le couˆt de l’amortissement du matériel utilisé s’élève à 40 000 francs par an.
Qua personeel bestaat de dienst uit twee kapiteincommandanten. De kost van de afschrijving van het gebruikte materieel bedraagt 40 000 frank per jaar.
DO 979824622
DO 979824622
Question no 525 de M. Jan Eeman du 8 septembre 1998 (N.) :
Vraag nr. 525 van de heer Jan Eeman van 8 september 1998 (N.) :
Panzers belges pour l’Afrique. La presse a rapporté que notre pays a fourni des armes en Afrique (notamment au Botswana) par l’entremise d’une société britannique. 1. De quelles armes s’agit-il en l’occurrence et en quelles quantités ont-elles été livrées par notre pays ? 2. Qui était l’acheteur en Grande-Bretagne et quel était le prix d’achat ? 3. Pourquoi le contrat de vente ne prévoyait-il pas que ces armes ne pouvaient en aucun cas être revendues à des pays impliqués dans un conflit ?
Belgische pantsers voor Afrika. De pers meldt dat ons land in Afrika (onder meer aan Botswana) wapens leverde via een Britse firma.
4. Notre pays a-t-il protesté contre la méthode employée et, le cas échéant, sous quelle forme ?
1. Over welke wapens gaat het hier en hoe groot was de hoeveelheid ? 2. Wie was de koper in Groot-Brittannie¨ en hoeveel bedroeg de koopprijs ? 3. Waarom werd in de verkoopsovereenkomst niet bepaald dat deze wapens in geen enkel geval mochten doorverkocht worden aan landen, verwikkeld in een conflict ? 4. Heeft ons land geprotesteerd tegen de gevolgde handelwijze, en eventueel hoe ?
Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après les réponses à ses questions.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna de antwoorden te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
Dans les années 1994 et 1995, la Défense nationale a conclu trois contrats de vente concernant 39 véhicules blindés légers de la famille des CVRT avec la firme anglaise Alvis pour un montant de 24 341 500 francs.
In de jaren 1994 en 1995, heeft Landsverdediging drie verkoopscontracten gesloten met de Engelse firma Alvis die betrekking hadden op 39 lichte pantservoertuigen die tot de CVRT-familie behoren voor een bedrag van 24 341 500 frank.
Pour tous les véhicules vendus par le département, le ministère des Affaires étrangères a octroyé une licence d’exportation.
Het ministerie van Buitenlandse Zaken heeft een uitvoervergunning afgeleverd voor al de voertuigen die door Landsverdediging werden verkocht.
Après révision dans les usines d’Alvis en Angleterre, cette même firme, qui est fabricant des CVRT, a revendu une partie de ces véhicules.
Na nazicht in de fabrieken van Alvis in Engeland heeft diezelfde firma, die de CVRT’s bouwt, een deel van deze voertuigen doorverkocht.
Pour un des trois contrats, relatif à la vente de onze véhicules blindés légers, la destination finale était le Botswana.
Voor een van de drie contracten, die betrekking had op elf lichte pantservoertuigen, was de eindebestemming Botswana.
Pour les deux autres, la destination finale n’était pas connue.
Voor de twee anderen, was de eindbestemming niet gekend.
La firme Alvis devait contractuellement obtenir auprès des autorités anglaises les autorisations nécessaires en cas d’exportation du matériel.
In geval van uitvoering van het materieel moest, volgens contract, de firma Alvis de nodige toestemmingen verkrijgen van de Engelse autoriteiten.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20701
DO 979824682
DO 979824682
Question no 527 de M. John Spinnewyn du 17 septembre 1998 (N.) :
Vraag nr. 527 van de heer John Spinnewyn van 17 september 1998 (N.) :
Vente d’un domaine militaire.
Verkoop van een militair domein.
Selon certaines rumeurs, il a été décidé de procéder à la vente du domaine militaire situé au « Grote Nieuwendijk » à Malines, derrière les entrepoˆts de la ville. Le comité d’achat n’aurait cependant reçu encore aucune commande en ce sens.
Volgens geruchten zou het militaire domein in Mechelen, achter de stadsmagazijnen aan de Grote Nieuwendijk, worden verkocht. Bij het comité van aankoop zou echter nog geen aanvraag binnengekomen zijn.
1. Est-il exact qu’il sera procédé à la vente de ces terrains ?
1. Is het waar dat de terreinen worden verkocht ?
2. Des négociations avec des candidats acheteurs sont-elles actuellement en cours ?
2. Zijn er onderhandelingen met kandidaat-kopers ?
Réponse : L’honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
1. Le terrain d’exercice militaire de Sint-KatelijneWaver, situé Moermansstraat (qui est un prolongement de la Grote Nieuwendijkstraat, indiquée par l’honorable membre) sera désaffecté prochainement et remis par procès-verbal au ministère des Finances, à savoir au Comité d’acquisition de biens immeubles de Malines, en vue de son aliénation.
1. Het militair oefenterrein te Sint-Katelijne-Waver, gelegen aan de Moermansstraat (die een verlenging is van de door het geachte lid aangegeven Grote Nieuwendijkstraat) zal binnenkort worden gedesaffecteerd en door middel van een proces-verbaal worden overgedragen aan het ministerie van Financie¨n, met name het Comité tot aankoop van onroerende goederen te Mechelen, met het oog op de vervreemding ervan.
2. La réponse relève de la compétence du ministère des Finances (Question no 1562 du 18 novembre 1998.)
2. Het antwoord behoort tot de bevoegdheid van het ministerie van Financie¨n. (Vraag nr. 1562 van 18 november 1998.)
DO 979824684
DO 979824684
Question no 528 de Mme Simonne Creyf du 18 septembre 1998 (N.) :
Vraag nr. 528 van mevrouw Simonne Creyf van 18 september 1998 (N.) :
Aéroport militaire. — Aviation civile.
Militair vliegveld. — Burgerluchtvaart.
L’aéroport militaire de Bierset-Liège est également, dans une mesure limitée, utilisé par l’aviation civile. La Région wallonne souhaite toutefois développer largement cette dernière fonction.
Het militaire vliegveld van Bierset-Luik wordt in beperkte mate door de burgerluchtvaart gebruikt. Het Waalse Gewest wil de burgerluchtvaart echter ten volle ontwikkelen.
En réponse à une question posée en commission le 19 mai 1998 par M. Detienne sur « l’attitude du gouvernement face aux projets d’extension de l’aéroport de Bierset sur les actuelles zones militaires », vous avez précisé que le développement d’activités civiles est subordonné aux missions et obligations militaires du site et le restera.
Op een vraag in commissie (19 mei 1998) van de heer Detienne « over de houding van de regering ten opzichte van de uitbreidingsplannen van de luchthaven van Bierset die militaire zones beslaan » antwoordde u dat de ontwikkeling van burgeractiviteiten ondergeschikt is en blijft aan de militaire opdrachten en verplichtingen.
1. Quelle part — actuelle et future — représentent les activités militaires et civiles de l’aéroport de Bierset-Liège ?
1. Wat is de verhouding tussen de militaire en de burgerlijke activiteiten van de luchthaven van BiersetLuik, nu en in de toekomst ?
2. Quelles dépenses en ce qui concerne l’aéroport militaire de Bierset-Liège le ministère de la Défense nationale supporte-t-il ?
2. Welke uitgaven voor de militaire luchthaven van Bierset-Luik worden door het ministerie van Landsverdediging gedragen ?
20702
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
3. Quels autres aéroports militaires sont utilisés par l’aviation civile ? Réponse : L’honorable membre est priée de trouver ci-après la réponse à ses questions.
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
2. Les seules dépenses réalisées par mon département à Bierset sont celles qui résultent des besoins des Forces armées, plus particulièrement celles du Groupement d’Aviation légère. Le ministère de la Défense nationale n’intervient en aucune façon dans les investissements réalisés par la Région wallonne dans le cadre du développement de l’aéroport de LiègeBierset. 3. Aucun autre aérodrome militaire n’accueille des activités commerciales civiles similaires à celles de Bierset. Des concessions sont accordées sur les aérodromes suivants afin d’y organiser des activités récréatives d’aviation : — Brasschaat; — Diest; — Elsenborn; — Goetsenhoven; — Koksijde; — Leopoldsburg — Hechtel-Eksel; — Moorsele; — Ursel; — Weelde; — Zoersel.
3. Welke andere militaire vliegvelden worden door de burgerluchtvaart gebruikt ? Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door haar gestelde vragen. 1. De basis van Bierset is een militaire luchthaven waarop burgerlijke activiteiten toegelaten zijn krachtens het samenwerkingsakkoord van 8 maart 1997 gesloten tussen de Belgische Staat en het Waalse Gewest en betreffende het gemeenschappelijk gebruik van de militaire luchthaven van Bierset zowel voor militaire activeiten als voor activiteiten die verband houden met de burgerlijke luchtvaart. De vluchten van burgerlijke toestellen worden beperkt tot één vlucht per uur tussen 8 uur en 23 uur, tot maximaal 5 vluchten tussen 23 uur en 24 uur, en onbeperkt tussen middernacht en 8 uur. De militaire basis mag altijd worden geopend in functie van de behoeften en de noodwendigheden van de verdediging van de Natie. 2. De enige uitgaven die door mijn departement in Bierset verwezenlijkt worden, zijn het gevolg van de behoeften van de Strijdkrachten, in het bijzonder die van de Groepering Licht Vliegwezen. Het ministerie van Landsverdediging komt in geen geval tussen in de investeringen door het Waalse Gewest gemaakt in het kader van de ontwikkeling van de luchthaven LuikBierset. 3. Op geen enkele andere militaire luchthaven hebben er burgerlijke commercie¨le activiteiten gelijkaardig aan die van Bierset plaats. Vergunningen worden op volgende luchthavens verleend om recreatieve luchtvaartactiviteiten te organiseren : — Brasschaat; — Diest; — Elsenborn; — Goetsenhoven; — Koksijde; — Leopoldsburg — Hechtel-Eksel; — Moorsele; — Ursel; — Weelde; — Zoersel.
E´nergie
Energie
1. La base de Bierset est un aérodrome militaire sur lequel des activités civiles sont autorisées en vertu de l’accord de coopération du 8 mars 1997 conclu entre l’E´tat belge et la Région wallonne portant sur l’utilisation en commun de l’aérodrome militaire de Bierset tant pour les activités militaires que pour les activités liées à l’aviation civile. Les vols des aéronefs civils sont limités à un vol par heure entre 8 heures et 23 heures, à 5 vols maximum entre 23 heures et 24 heures, et ne sont pas limités entre minuit et 8 heures. La base militaire peut être ouverte en tout temps en fonction des besoins et des impératifs de défense de la Nation.
DO 979824428
DO 979824428
Question no 11 de M. Hugo Van Dienderen du 17 juillet 1998 (N.) : Organe de promotion national indépendant pour la cogénération. Lors de la conférence interministérielle de l’Environnement de juin 1994, une décision de prin-
Vraag nr. 11 van de heer Hugo Van Dienderen van 17 juli 1998 (N.) : Nationaal onafhankelijk promotieorgaan voor warmtekrachtkoppeling. Op de interministerie¨le conferentie voor Leefmilieu van juni 1994 is principieel besloten een « nationaal
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
cipe a été prise concernant la création d’un « organe de promotion national indépendant pour la cogénération ».
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20703
onafhankelijk promotieorgaan voor warmtekrachtkoppeling » op te richten.
1. Cet organe a-t-il été mis sur pied ?
1. Is dit intussen gebeurd ?
2. Dans la négative, pourquoi ?
2. Zo neen, waarom niet ?
3. Quelles initiatives prenez-vous pour mettre en œuvre cette décision prise il y a quatre ans ?
3. Welke initiatieven neemt u om de beslissing van vier jaar geleden alsnog uit te voeren ?
4. Ou estimez-vous qu’un tel organe de promotion national indépendant ne correspond plus à une nécessité ?
4. Of meent u dat aan zo’n nationaal onafhankelijk promotieorgaan voor warmtekrachtkoppeling geen behoefte meer is ?
5. Cette éventuelle constatation vous serait-elle inspirée par l’extension spectaculaire de la cogénération ?
5. Blijkt dat misschien uit een spectaculaire groei van de « warmtekrachtkoppeling » ?
6. Si l’organe de promotion devait exister sous l’une ou l’autre forme, quelles actions a-t-il mises sur pied ? Avec quels résultats ?
6. Indien het promotieorgaan onder een of andere vorm toch zou bestaan, kan u dan meedelen welke acties het op het getouw heeft gezet en wat daarvan de resultaten zijn ?
7. Estimez-vous que les autorités fédérales et le secteur de l’électricité ont pris suffisamment d’initiatives dans le cadre de la promotion de la cogénération ?
7. Meent u dat de federale overheid en de elektriciteitssector voldoende initiatieven nemen ter promotie van « warmtekrachtkoppeling » ?
8. Dans la négative, quelles autres initiatives prendrez-vous, en concertation avec le secteur ou non ?
8. Indien niet, welke andere initiatieven neemt u al dan niet samen met de sector ?
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions relatives à la création d’un organe national indépendant pour la promotion de la cogénération.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen met betrekking tot de oprichting van een nationaal onafhankelijk promotieorgaan voor warmtekrachtkoppeling.
1. Dans le cadre du programme national belge de réduction des émissions de CO2, adopté en 1994, diverses mesures ont été recommandées en vue de promouvoir le développement de la cogénération. L’une d’elles consistait à mettre en place un organisme indépendant de promotion de la cogénération.
1. In het raam van het Belgische nationale programma ter vermindering van de CO2-uitstoot dat in 1994 werd goedgekeurd, werden verscheidene maatregelen aanbevolen om de ontwikkeling van warmtekrachtkoppeling te stimuleren. Een van die maatregelen bestond erin een onafhankelijk promotieorgaan voor warmtekrachtkoppeling op te richten.
Compte tenu des compétences dévolues à l’autorité fédérale dans le domaine tarifaire et aux régions, en matière de récupération de l’énergie, il a été jugé opportun de procéder à la création non pas d’un mais de deux organismes : Energik en Flandre et Cogensud en Wallonie.
Rekening houdend met de bevoegdheden van de federale overheid op het vlak van de tarieven en van de gewesten inzake warmte-terugwinning, bleek het aangewezen niet één maar twee organen op te richten : Energik in Vlaanderen en Cogensud in Wallonie¨.
2. Se référer au point 1.
2. Men wordt verwezen naar punt 1.
3. Outre la création d’un organisme de promotion de la cogénération, d’autres mesures importantes relevant plus particulièrement des compétences fédérales ont été proposées en 1994 : amélioration de la rémunération de l’énergie électrique excédentaire produite, adaptation des tarifs de secours et de complément, instauration d’un tarif plus favorable pour le gaz naturel utilisé dans l’installation de cogénération.
3. Naast de oprichting van een promotieorgaan voor warmtekrachtkoppeling werden in 1994 nog andere belangrijke maatregelen voorgesteld die meer in het bijzonder vallen onder de federale bevoegdheden, met name een betere vergoeding van de teveel geproduceerde elektriciteit, aanpassing van de nooden aanvullingstarieven, invoering van een gunstiger tarief voor aardgas gebruikt in de warmtekrachtkoppelingsinstallatie.
Dans le cadre de sa décision du 26 janvier 1996, relative au plan d’équipement en moyens de produc-
In het raam van de beslissing van 26 januari 1996 met betrekking tot het uitrustingsplan voor productie-
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20704
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
tion et de transport d’énergie électrique 1995-2005, le gouvernement a demandé au Comité de controˆle de l’électricité et du gaz et remettre un avis sur le fonctionnement du marché de la cogénération et de fixer les tarifs de manière équitable afin de favoriser le développement de la cogénération.
en transportmiddelen voor elektriciteit 1995-2005 heeft de regering aan het Controlecomité voor elektriciteit en gas gevraagd advies uit te brengen over de werking van de markt voor warmtekrachtkoppeling en billijke tarieven te bepalen ten einde de ontwikkeling van warmtekrachtkoppeling te stimuleren.
4. Ayant constaté l’intention des régions de mener une politique active en cette matière, le gouvernement usera essentiellement des compétences tarifaires dont il dispose pour apporter un appui à cette politique. L’ouverture des marchés de l’électricité et du gaz doit aussi avoir un impact positif sur le développement de la cogénération.
4. Aangezien de regering heeft vastgesteld dat de gewesten de bedoeling hebben terzake een actief beleid te voeren, zal zij vooral gebruik maken van de tarifaire bevoegdheden waarover zij beschikt om dit beleid te ondersteunen. De opening van de markten voor gas en elektriciteit moet eveneens een positieve impact hebben op de ontwikkeling van warmtekrachtkoppeling.
5. Sur la base d’une enquête réalisée par le Comité de gestion des entreprises d’électricité, on obtient, pour les installations de cogénération situées en Belgique, l’évolution suivante :
5. Op grond van een onderzoek van het Beheerscomité der elektriciteitsbedrijven zien wij voor de in Belgie¨ gesitueerde warmtekrachtinstallaties de volgende evolutie :
Installations
MW
Installaties
MW
En service au : 1er janvier 1995 1er janvier 1996 1er janvier 1997 1er janvier 1998 En cours . . . En négociation .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
471 + 41 + 23 + 110 + 294 + 200
In dienst sedert : 1 januari 1995 . 1 januari 1996 . 1 januari 1997 . 1 januari 1998 . In uitvoering . . In onderhandeling
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
. . . . . .
471 + 41 + 23 + 110 + 294 + 200
Total
.
.
.
.
.
.
.
1 139
Totaal .
.
.
.
.
.
.
.
1 139
.
.
.
.
.
.
.
Compte tenu des avantages économiques et environnementaux de la cogénération, le gouvernement a demandé au secteur centralisé de formuler un programme plus ambitieux que celui prévu par le plan d’équipement, dont l’objectif est de développer 1 000 MW de 1995 à 2005.
Rekening houdend met de economische en milieuvoordelen van warmtekrachtkoppeling heeft de regering aan de gecentraliseerde sector gevraagd een programma te formuleren dat verder reikt dan de ambities van het uitrustingsplan dat tussen 1995 en 2005 naar de ontwikkeling van 1 000 MW streeft.
6. Le potentiel de cogénération non réalisé est encore très important. Selon des études réalisées par le « Vlaamse Instelling voor technologisch onderzoek » (VITO) et par l’Institut wallon, le potentiel « énergétique » de la cogénération se situe entre 3 191 MW et 4 394 MW. Sur la base de ces études, le Comité de gestion des entreprises d’électricité évalue le potentiel « économique », déterminé par la rentabilité des projets, à 2 140 MW.
6. Het niet gerealiseerde potentieel van warmtekrachtkoppeling is nog zeer belangrijk. Volgens studies van de Vlaamse Instelling voor technologisch onderzoek (VITO) en van het « Institut wallon » bedraagt het « energiepotentieel » tussen 3 191 MW en 4 394 MW. Op grond van deze studies raamt het Beheerscomité der elektriciteitsbedrijven het « economisch » potentieel, als met de rendabiliteit van de projecten wordt rekening gehouden, op 2 140 MW.
La sensibilisation et l’information des entreprises sur les avantages de la cogénération doivent dès lors être poursuivies et ce notamment à l’initiative des deux organismes créés par les régions. De plus amples renseignements au sujet de la nature de leurs actions et les résultats de celles-ci peuvent être obtenus auprès des autorités régionales concernées.
Derhalve moeten de sensibilisering en de informatie van de bedrijven omtrent de voordelen van warmtekrachtkoppeling worden voortgezet en dit meer bepaald op initiatief van de twee organen die door de gewesten zijn opgericht. Voor verdere inlichtingen betreffende de aard van hun acties en de resultaten ervan verwijs ik u naar de betrokken gewestelijke overheid.
7. Consécutivement à la décision du 26 janvier 1996, le Comité de controˆle de l’électricité et du gaz a mis en place un groupe de travail, auquel a participé le
7. Naar aanleiding van de beslissing van 26 januari 1996 heeft het Controlecomité voor elektriciteit en gas een werkgroep opgericht waaraan de Belgische ver-
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20705
` groupement belge des autoproducteurs d’électricité. A l’issue de ces réunions, ont été élaborés en date du 17 décembre 1997 un avis et un rapport sur le fonctionnement du marché de la cogénération. Outre le rappel de décisions déjà prises en 1997, telles que l’octroi d’une ristourne extra-tarifaire pour le gaz consommé par les installations de cogénération de qualité, cet avis contient un certain nombre de propositions en vue de favoriser le développement de la cogénération. Certaines de ces mesures, liées aux tarifs, ont été adoptées le 8 juillet 1998. Il s’agit principalement de l’adaptation favorable aux cogénérateurs des tarifs de rachat aux autoproducteurs et de l’introduction d’un prix plafond pour les fournitures de secours et de complément destinées à une cogénération de qualité.
eniging van zelfproducenten van elektriciteit heeft deelgenomen. Ingevolge deze vergaderingen werden op 17 december 1997 een advies en een verslag opgesteld over de werking van de markt voor warmtekrachtkoppeling. Dit advies bevat niet alleen een herhaling van de reeds in 1997 genomen beslissingen, zoals de toekenning van een extra-tarifaire korting voor gas dat verbruikt wordt door kwaliteitswarmtekrachtkoppelingsinstallaties, maar doet eveneens een aantal voorstellen om de ontwikkeling van warmtekrachtkoppeling te stimuleren. Sommige maatregelen die verband houden met de tarieven zijn op 8 juli 1998 aangenomen : het betreft voornamelijk een voor producenten van warmtekrachtkoppeling gunstige aanpassing van de terugleveringstarieven voor zelfproducenten en de invoering van een plafondprijs voor nood- en aanvullingsleveringen om te komen tot kwaliteitswarmtekrachtkoppeling.
8. Outre les mesures tarifaires précitées, un contrat de rachat de l’électricité garantie produite par de grandes unités de cogénération de qualité (+ 10 MW2) a également fait l’objet le 8 juillet 1998 d’une recommandation du Comité de controˆle. Cette formule contractuelle peut contribuer au développement de la cogénération pendant la période précédant la transposition en droit belge de la directive 96/92/CE libéralisant le marché de l’électricité.
8. Naast bovengenoemde tarifaire maatregelen heeft het Controlecomité eveneens op 8 juli 1998 een aanbeveling gedaan omtrent een terugkoopcontract voor de gegarandeerde elektriciteit geproduceerd door grote kwaliteitswarmtekrachtkoppelingseenheden (+ 10 MW2). Deze contractuele formule kan bijdragen tot de ontwikkeling van warmtekrachtkoppeling zolang de richtlijn 96/92/EG tot liberalisering van de elektriciteitsmarkt nog niet in Belgisch recht is omgezet.
DO 979824484
DO 979824484
Question no 13 de M. Georges Clerfayt du 3 août 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 13 van de heer Georges Clerfayt van 3 augustus 1998 (Fr.) :
Incitants financiers aux particuliers pour favoriser les économies d’énergie.
Financie¨le incentives voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen.
De plus en plus d’études scientifiques attirent l’attention sur les conséquences désastreuses pour la santé d’une pollution atmosphérique responsable chaque année de la mort de plusieurs centaines de personnes dans les grandes villes.
Steeds meer wetenschappelijke studies vestigen de aandacht op de schadelijke gevolgen van de luchtvervuiling die in grote steden jaarlijks honderden mensen het leven kost.
Réduire les émissions polluantes est donc devenu une priorité pour tous les gouvernements.
Het beperken van de vervuilende emissies is dus een prioriteit voor alle regeringen geworden.
Les ministres européens de l’Environnement se sont fixés pour objectif de ramener les émissions totales de CO2 de l’UE à un niveau qui ne devrait pas dépasser celui de 1990.
De Europese ministers van Leefmilieu hebben zich tot doel gesteld de totale CO2-uitstoot in de EU tot het niveau van 1990 terug te brengen.
La Belgique s’est, quant à elle, engagée à aller encore plus loin : réduire de 5 %, par rapport à 1990, ses émissions de CO2 d’ici l’an 2000 (conférence de Rio).
Belgie¨ van zijn kant heeft er zich toe verbonden nog verder te gaan. Ons land wil de uitstoot van CO2 tegen het jaar 2000 met 5 % verlagen ten opzichte van 1990 (conferentie van Rio).
La DG XVII de la Commission européenne a présenté à la presse les résultats d’une étude qu’elle a confiée au Comité permanent des industries du verre de la CEE (CPIV) sur les effets positifs que peut avoir le placement de doubles vitrages à haut rendement sur
De DG XVII van de Europese Commissie heeft de pers de resultaten voorgelegd van een studie, uitgevoerd door het Vast Comité voor de glasnijverheid in de EG (CPIV), over de positieve gevolgen van dubbele beglazing met hoog rendement op het energieverbruik
20706
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
les consommations d’énergie et, par voie de conséquence, sur les quantités de CO2 émises dans l’atmosphère. De cette étude, il ressort que la majorité des logements européens sont mal isolés, si bien que 75 % de l’énergie consommée par ces logements est encore consacrée à leur chauffage. C’est particulièrement le cas en ce qui concerne la Belgique ou` 32 % des logements privés datent d’avant 1945 et présentent des déficiences sur le plan du confort et/ou de la salubrité. Or, l’étude européenne démontre qu’il est possible de réduire, dans des proportions importantes, la consommation d’énergie d’une habitation en utilisant davantage les matériaux isolants qui existent actuellement sur le marché et en particulier les doubles vitrages à haut rendement.
en dus op de hoeveelheden in de lucht uitgestoten CO2. Uit die studie blijkt dat de meeste Europese woningen slecht geı¨soleerd zijn en 75 % van de in die huizen verbruikte energie nog aan verwarming wordt besteed. Dat is zeker het geval in Belgie¨, waar 32 % van de particuliere woningen van vo´o´r 1945 dateren en gebreken vertonen op het stuk van comfort en/of hygie¨ne. Uit de Europese studie blijkt nochtans dat het energieverbruik in een woning aanzienlijk kan worden beperkt door meer gebruik te maken van modern isolatiemateriaal, zoals dubbele beglazing met hoog rendement.
Aux Pays-Bas, les autorités ont lancé de grandes campagnes d’information en faveur des doubles vitrages à haut rendement et en subsidient le placement. Un institut, le NOVEM (« Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu BV ») a été créé dans le but de promouvoir l’utilisation rationnelle de l’énergie sous toutes ses formes et dans tous les secteurs, dont le logement.
In Nederland lanceerde de overheid uitgebreide voorlichtingscampagnes om dubbele beglazing met hoog rendement te promoten en wordt het plaatsen ervan gesubsidieerd. Het NOVEM (Nederlandse Onderneming voor Energie en Milieu BV) werd opgericht om rationeel energieverbruik in al zijn vormen en in alle sectoren, waaronder de woningbouw, te stimuleren.
En Allemagne, les exigences imposées pour l’isolation thermique des habitations obligent pratiquement celui qui construit ou rénove son habitation à placer des doubles vitrages à haut rendement.
In Duitsland zijn mensen die een woning bouwen of verbouwen, door de hoge eisen inzake thermische isolatie van woningen bijna verplicht dubbele beglazing met hoog rendement te plaatsen.
Les politiques menées par ces deux pays ont donc prouvé leur efficacité.
Het in die twee landen gevoerde beleid heeft zijn doeltreffendheid bewezen.
La Commission européenne souligne d’ailleurs qu’à elles seules des campagnes d’information et d’éducation ont peu d’impact sur le comportement du consommateur et que des incitants financiers ou l’instauration de réglementations appropriées sont indispensables pour amener le particulier à prendre les décisions qui s’imposent pour réduire la consommation d’énergie de son habitation.
De Europese Commissie onderstreept overigens dat voorlichtings- en opvoedingscampagnes weinig invloed hebben op het gedrag van de consument en dat financie¨le incentives of specifieke regelgevingen onontbeerlijk zijn om particulieren ertoe aan te zetten de nodige beslissingen te nemen om het energieverbruik in hun woning te beperken.
Or, à ce jour, rien dans la réglementation belge n’impose ou encourage directement le placement de doubles vitrages à haut rendement.
Op dit ogenblik is er in de Belgische regelgeving niets dat de plaatsing van dubbele beglazing met hoog rendement oplegt of stimuleert.
Envisagez-vous de prendre une initiative en la matière et proposer, par exemple, des incitants financiers (exemple : dégrèvements fiscaux) pour quiconque placerait des doubles vitrages à haut rendement ? Une telle politique serait bénéfique, dans l’intérêt général, pour économiser la consommation d’énergie et réduire la pollution.
Overweegt u ter zake een initiatief te nemen en bijvoorbeeld financie¨le stimuli voor te stellen (onder andere belastingverlaging) voor het plaatsen van dubbele beglazing ? Zo’n beleid zou gunstig zijn, in het algemeen belang, om energie te besparen en de vervuiling te beperken.
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions relatives aux incitants financiers aux particuliers pour favoriser les économies d’énergie.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.
Il n’entre pas dans mes intentions de contester les observations de l’honorable membre quant à l’importance de réduire les émissions polluantes et de respecter les objectifs de réduction des émissions de CO2 auxquels l’Union européenne et notre pays se sont engagés.
Het ligt niet in mijn bedoeling de waarnemingen van het geachte lid met betrekking tot het belang van de vermindering van milieuvervuilende emissies en de eerbiediging van de reductiedoelstellingen voor CO2 uitstoot, waartoe de Europese Unie en ons land zich hebben verbonden, te betwisten.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20707
Aux objectifs 2000, relevés par l’honorable membre et adoptés dans la foulée de la conférence de Rio, il convient d’ailleurs d’ajouter aujourd’hui ceux qui résultent du protocole de Kyoto, à un horizon plus lointain (2010) et visant un ensemble de gaz à effet de serre et non plus le seul CO2, mais plus sévères encore (diminution de 8% par rapport à 1990 pour l’Union européenne, de 7,5% pour la Belgique dans le cadre de la répartition européenne).
Aan de doelstellingen 2000 die door het geachte lid naar voren gebracht worden en die aanvaard zijn in het spoor van de conferentie van Rio, moet men vandaag tevens de doelstellingen toevoegen die voortvloeien uit het Protocol van Kyoto. Deze doelstellingen hebben betrekking op een meer afgelegen toekomst (2010), beogen niet enkel CO2, maar een heel pakket van broeikasgassen en zijn bovendien nog strenger ( een vermindering met 8% ten opzichte van 1990 voor de Europese Unie en met 7,5% voor Belgie¨ in het kader van de Europese lastendeling).
L’énergie joue un roˆle majeur dans les émissions de CO2 et je suis conscient de l’importance de l’utilisation rationnelle de l’énergie, dont l’isolation thermique en général et la promotion du placement de double vitrage en particulier, constituent des mesures de nature à contribuer à atteindre cet objectif.
Energie speelt een hoofdrol in de uitstoot van CO2 en ik ben me bewust van het belang van het rationeel energiegebruik, waaronder thermische isolatie in het algemeen en de bevordering van het plaatsen van dubbele beglazing in het bijzonder, in het geheel van maatregelen die kunnen bijdragen tot de realisatie van deze doelstelling.
Il me faut toutefois attirer l’attention de l’honorable membre sur le fait que depuis près de 10 ans, la compétence en matière d’utilisation rationnelle de l’énergie a dans notre pays été transférée aux régions (article 6, § 1er, VII, de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, modifié par la loi spéciale du 8 août 1988).
Ik moet evenwel de aandacht van het geachte lid vestigen op het feit dat sedert bijna 10 jaar de bevoegdheid inzake rationeel energiegebruik in ons land overgeheveld werd naar de gewesten (artikel 6, § 1, VII, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988).
C’est donc au premier chef des autorités régionales qu’il incombe d’adopter les mesures de promotion visées par l’honorable membre, qu’il s’agisse de campagnes d’information ou de sensibilisation, de mesures d’incitation financière, de réglementation contraignantes ou de la création d’organismes spécialisés sur le modèle NOVEM néerlandais.
Het zijn dus in eerste instantie de gewestelijke overheden die de aansporingsmaatregelen, waaraan het geachte lid refereert, dienen te nemen. Dit zowel voor wat betreft voorlichtings- of bewustmakingscampagnes, als financie¨le promotiemaatregelen, dwingende reglementeringen of de oprichting van gespecialiseerde organismen, naar het model van het Nederlandse NOVEM.
Contrairement à ce que semble laisser entendre l’honorable membre, il existe un certain nombre de mesures (notamment des normes obligatoires d’isolation thermique lors de la construction des nouvelles habitations, à respecter dans le cadre de la demande de permis de baˆtir), mais ces mesures varient d’une région à l’autre et je ne puis à cet égard qu’inciter l’honorable membre à consulter les ministres régionaux compétents en matière d’énergie (M. Chabert pour BruxellesCapitale, M. Ancion pour la Région wallonne et M. Van Rompuy pour la Région flamande).
In tegenstelling tot wat het geachte lid schijnt te laten verstaan, bestaan er een aantal maatregelen (met name dwingende normen inzake thermische isolatie bij de bouw van nieuwe woningen, die moeten gee¨erbiedigd worden in het kader van de aanvraag van bouwvergunningen). Die maatregelen verschillen echter van gewest tot gewest en ik kan er in dit opzicht het geachte lid slechts toe aanzetten de voor energie bevoegde gewestelijke ministers te raadplegen (respectievelijk, de heren Chabert voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, Ancion voor het Waalse Gewest en Van Rompuy voor het Vlaamse Gewest).
Dans certains cas, en particulier en ce qui concerne les incitations fiscales citées par l’honorable membre, une compétence fédérale est également mise en jeu. Dans de tels cas, il est nécessaire d’organiser une concertation entre les autorités régionales et l’autorité fédérale afin d’envisager les modalités de mise en œuvre d’une telle mesure, étant entendu que l’initiative d’une telle concertation doit émaner des autorités régionales compétentes. Dans ce cas, il convient bien entendu de tenir compte des impératifs propres au ministre fédéral compétent, en l’occurrence le ministre des Finances.
In bepaalde gevallen, in het bijzonder wat de fiscale aansporingen betreft die aangehaald worden door het geachte lid, speelt een federale bevoegdheid ook een rol. In dergelijke gevallen is overleg noodzakelijk tussen de gewestelijke overheden en de federale overheid teneinde de uitvoeringsmodaliteiten van een dergelijke maatregel te bekijken. Het dient hierbij opgemerkt, dat het initiatief voor een dergelijk overleg moet uitgaan van de bevoegde gewestelijke overheden. In een dergelijk geval dient natuurlijk rekening te worden gehouden met de imperatieven die eigen zijn aan de bevoegde federale minister, in onderhavig geval, aan de minister van Financie¨n.
2643
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20708
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
En tant que ministre fédéral chargé de l’E´nergie, je suis chargé d’assurer la concertation E´tat-régions en matière d’énergie. Dans ce contexte, je suis bien entendu prêt à répondre à d’éventuelles initiatives régionales en permettant aux différentes parties concernées de se concerter et le cas échéant d’élaborer un projet en commun. Par contre, il ne m’appartient pas de me substituer aux autorités compétentes.
Als federaal minister belast met Energie, heb ik de opdracht het overleg te verzekeren tussen de Staat en de gewesten inzake energie. In deze context ben ik natuurlijk bereid eventuele gewestelijke initiatieven te beantwoorden door aan de verschillende partijen de mogelijkheid te geven met elkaar te overleggen en in voorkomend geval een gemeenschappelijk project uit te werken. Daarentegen past het niet, dat ik me in de plaats zou stellen van de bevoegde overheden.
Vice-premier ministre et ministre du Budget
Vice-eerste minister en minister van Begroting
DO 989900146
DO 989900146
Question no 54 de M. Geert Bourgeois du 10 novembre 1998 (N.) :
Vraag nr. 54 van de heer Geert Bourgeois van 10 november 1998 (N.) :
Lien entre la politique gouvernementale et la situation macroéconomique actuelle.
Relatie tussen het gevoerde regeringsbeleid en de huidige macro-economische toestand.
Dans l’exposé général des budgets des Recettes et des Dépenses pour l’année budgétaire 1999, il est précisé que « la situation économique générale de notre pays [...] s’est nettement améliorée, résultat de la politique conséquente menée depuis de nombreuses années dans le cadre d’une approche européenne commune » (Doc. parl., Chambre, 1998-1999, no 1784/ 1, p. 6).
In de algemene toelichting bij de begroting van Ontvangsten en Uitgaven voor het begrotingsjaar 1999 wordt gesteld dat de algemene toestand van ons land in de jongste drie jaar sterk verbeterd is door toedoen van de sedert jaren gevoerde consequente politiek die deel uitmaakt van een gezamenlijke Europese aanpak (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 1784/1, blz. 6).
Si la tournure usitée dans le texte néerlandais « door toedoen van » (graˆce à) laisse encore présager que d’autres facteurs peuvent également avoir joué un roˆle important, vous affirmez, à la page 5 du même exposé général, que le climat macro-économique sain est le « résultat de la politique du gouvernement », excluant toute autre influence.
De woorden « door toedoen van » laten nog lichtelijk vermoeden dat ook andere factoren een belangrijke rol kunnen gespeeld hebben. Op bladzijde 5 van dezelfde toelichting stelt u echter dat de gezonde macro-economische omgeving er is gekomen « als gevolg van het gevoerde regeringsbeleid ». Dit sluit andere factoren uit.
Vous avancez en outre que « la croissance économique en Belgique est depuis 1995 plus importante que chez nos trois principaux partenaires commerciaux ».
Bovendien wordt beweerd « dat de economische groei in Belgie¨ sedert 1995 groter is dan bij onze drie belangrijkste handelspartners ».
1. a) D’ou` cette référence à nos trois principaux partenaires commerciaux ?
1. a) Waarom wordt in deze verwezen naar onze drie belangrijkste handelspartners ?
b) Pourquoi est-il capital d’avoir des échanges commerciaux importants avec ces pays ?
b) Waarom is het belangrijk dat we met deze landen veel handel drijven ?
c) Les Pays-Bas figurent-ils, selon vous, parmi ces trois principaux partenaires commerciaux ?
c) Behoort Nederland volgens u tot onze drie belangrijkste handelspartners ?
d) Sur quelles statistiques vous appuyez-vous pour prétendre que la croissance économique de la Belgique est depuis 1995 plus importante que celle des Pays-Bas ?
d) Op basis van welke statistieken poneert u dat de economische groei van Belgie¨ hoger is dan deze van Nederland sinds 1995 ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20709
2. Le taux d’inflation très bas n’est-il pas duˆ, en grande partie, à des facteurs exogènes tels que l’effondrement des prix des matières premières et la crise en Extrême-Orient ?
2. Is de zeer lage inflatie niet in belangrijke mate mede te wijten aan voor Belgie¨ exogene factoren zoals de lage grondstofprijzen en de crisis in Oost-Azie¨ ?
3. ` quelle politique gouvernementale précise a) A devons-nous une croissance économique supérieure à celle de nos trois principaux partenaires commerciaux durant la période 1995-1998 ?
3. a) Welk overheidsbeleid heeft er voor gezorgd dat de economische groei in Belgie¨ in de periode 19951998 hoger is dan de bij onze drie belangrijkste handelspartners ?
b) Faut-il en conclure que le gouvernement belge a mené une autre politique que nos trois principaux partenaires commerciaux ?
b) Betekent dit dat er een ander overheidsbeleid gevoerd is in Belgie¨ dan bij onze drie belangrijkste handelspartners ?
c) Quelles sont les principales différences entre la politique gouvernementale de la Belgique et celle de nos trois principaux partenaires commerciaux ?
c) Wat zijn de belangrijkste verschillen in overheidsbeleid tussen Belgie¨ en onze drie belangrijkste handelspartners ?
4. La politique budgétaire menée depuis des années s’inscrit dans une approche européenne globale. Le pacte de stabilité européen oblige les E´tats membres à réduire leur déficit budgétaire à 3 % et à constituer une réserve budgétaire régulatrice en temps de haute conjoncture.
4. De sedert jaren gevoerde budgettaire politiek maakt deel uit van een gezamenlijke Europese aanpak. Het Europese stabiliteitspact dwingt de lidstaten hun begrotingstekort te beperken tot 3 % en in periodes van hoogconjunctuur een budgettaire buffer op te bouwen.
a) Pouvez-vous évaluer l’impact de ce cadre budgétaire européen sur la réduction de notre déficit public dans la première moitié des années 90 ?
a) Kan u inschatten wat de invloed is geweest van dit Europese budgettaire kader voor de terugdringing van onze overheidstekorten in de eerste helft van de jaren 90 ?
b) Envisagez-vous, comme moi, que l’assainissement des finances publiques de la Belgique s’est réalisé dans une large mesure graˆce aux exigences européennes ?
b) Deelt u mijn mening dat de sanering van de Belgische overheidsfinancie¨n in belangrijke mate ondersteund werd door de Europese vereisten ?
Réponse :
Antwoord :
1. a) La situation économique belge dépend pour une très large part de son commerce extérieur vu le degré important d’ouverture de son économie. Comme les trois principaux pays partenaires représentent environ la moitié de nos exportations (48,8 % en 1997), l’évaluation des performances de notre pays par rapport à ces pays est déterminante.
1. a) De Belgische economische toestand is gezien de grote openheid van de economie in ruime mate afhankelijk van de buitenlandse handel. Aangezien ongeveer de helft van onze uitvoer (48,8 % in 1997) naar de drie belangrijkste handelspartners gaat, is de evaluatie van de prestaties van ons land ten aanzien van die landen van doorslaggevend belang.
b) L’importance de ces pays pour notre commerce extérieur permet de comprendre aisément qu’en termes d’emplois et de pouvoir d’achat pour nos entreprises et concitoyens, commercer avec eux est vital.
b) Uit de betekenis die deze landen voor onze buitenlandse handel hebben, kan makkelijk worden afgeleid dat handel drijven met hen voor onze ondernemingen en medeburgers levensbelangrijk is in termen van arbeidsplaatsen en koopkracht.
c) Les Pays-Bas font bien partie de ce groupe des trois pays.
c) Nederland behoort wel degelijk tot die groep van drie landen.
d) La comparaison des taux de croissance est fondée non pas sur les seuls Pays-Bas, mais sur une moyenne de la croissance dans les trois pays telle que publiée chaque semaine dans les Indicateurs économiques pour la Belgique de la BNB.
d) De vergelijking van de groeicijfers steunt niet op Nederland alleen, maar op het gemiddelde van de groei in die drie landen zoals wekelijks gepubliceerd in de Economische indicatoren voor Belgie¨ van de NBB.
20710
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
Belgique. — Belgie¨ ................................................. Trois pays. — Drie landen ....................................
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
1995
1996
1997
Total — Totaal
2,3 % 2,0 %
1,3 % 1,6 %
3,0 % 2,4 %
6,6 % 6,0 %
2. L’inflation relativement basse découle notamment des facteurs cités dans votre question, mais cette performance n’est pas de nature purement ponctuelle puisqu’elle s’inscrit dans la durée.
2. De relatief lage inflatie is onder meer het gevolg van de factoren aangehaald in uw vraag, maar deze prestatie is niet louter punctueel aangezien ze een duurzaam karakter heeft.
L’inflation est maıˆtrisée en Belgique depuis le début des années 90 graˆce à l’ancrage du franc belge au mark, à la politique de modération salariale et enfin, aux efforts pour accroıˆtre la concurrence sur les marchés de biens et services. Les privatisations ont contribué également à rendre les prix de certains services plus compétitifs, comme dans le secteur des télécommunications.
Sinds het begin van de jaren 90 wordt de inflatie in Belgie¨ onder controle gehouden dankzij de verankering van de Belgische frank aan de mark, het loonmatigingsbeleid en ten slotte de inspanningen om de concurrentie op de markt van goederen en diensten te verhogen. De privatiseringen hebben ook bijgedragen tot meer concurrerende prijzen voor bepaalde diensten zoals in de telecommunicatiesector.
Les performances relatives de la Belgique sont assez éloquentes à ce sujet.
De relatieve prestaties van Belgie¨ zijn in dit verband veelzeggend.
Belgique. — Belgie¨ ................................................................ Union européenne. — Europese Unie ...................................
1996
1997
1998 9 mois — 1998 9 maanden
1,8 % 2,4 %
1,5 % 1,7 %
1,0 % 1,4 %
3. La politique macro-économique menée par le gouvernement a contribué à rendre confiance aux acteurs de l’économique en Belgique en levant des incertitudes sur l’évolution des finances publiques ou encore, sur la stabilité de la monnaie.
3. Het door de regering gevoerde macro-economisch beleid heeft de economische actoren in Belgie¨ opnieuw vertrouwen gegeven doordat ze de onzekerheid ten aanzien van de ontwikkeling van de overheidsfinancie¨n of nog van de stabiliteit van de munt heeft weggenomen.
La modération salariale et les réductions des charges patronales ont constitué également un cadre adéquat pour préserver et améliorer la compétitivité de nos entreprises.
De loonmatiging en de lastenverlagingen vormden eveneens een geschikt middel om het concurrentievermogen van onze ondernemingen te vrijwaren en te verbeteren.
L’adhésion à l’euro permet également à nos entreprises de bénéficier des retombées positives pour la croissance de l’approfondissement qui en découle pour le marché intérieur : l’expérience du passé montre que les entreprises anticipent largement dans leurs investissements le potentiel de telles mutations.
De toetreding tot de euro komt eveneens ten goede aan onze ondernemingen doordat de daarmee gepaard gaande toegenomen diepgang van de interne markt de groei aanzwengelt : de ervaring uit het verleden leert dat de ondernemingen bij hun investeringen in ruime mate anticiperen op de groeimogelijkheden die dergelijke ingrijpende veranderingen bieden.
L’ensemble de ces éléments s’est traduit également par une baisse considérable des taux d’intérêt en Belgique, nettement plus forte que dans les pays voisins, dont l’influence positive sur l’activité paraıˆt difficilement contestable.
Al deze factoren leidden eveneens tot een aanzienlijke verlaging van de rentetarieven in Belgie¨ die duidelijk groter is dan in de buurlanden en waarvan de positieve inwerking op de bedrijvigheid bezwaarlijk kan worden betwist.
4. Le déficit public de la Belgique est passé de 7,2 % en 1993 à 1,9 % en 1997 et ne représentera plus que
4. Het Belgische overheidstekort is teruggedrongen van 7,2 % in 1993 tot 1,9 % in 1997 en zal in 1999 nog
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20711
1,3 % en 1999. Cette évolution concrétise les orientations des programmes de convergence que la Belgique a déposé en 1992 et 1996 en vue de ramener le déficit public sous le niveau des 3 % du PIB requis pour l’adhésion à l’euro. Dès 1995, le déficit n’était plus que de 3,9 %.
amper 1,3 % bedragen. Deze ontwikkeling is het resultaat van de beleidsopties uit de convergentieprogramma’s die Belgie¨ in 1992 en 1996 heeft ingediend met het oog op het terugdringen van het overheidstekort beneden 3 % van het BBP vereist voor deelname aan de euro. Vanaf 1995 bedroeg het tekort nog slechts 3,9 %.
L’environnement européen a joué un roˆle déterminant dans l’impulsion donnée à l’assainissement des finances publiques belges. Mais compte tenu du niveau de la dette et des perspectives d’évolution des dépenses des pensions dans le futur, l’effort accompli devait de toute façon l’être : le cadre européen n’a donc été qu’un incitant heureux.
De Europese context heeft een beslissende rol gespeeld in de impuls tot sanering van de Belgische overheidsfinancie¨n. Gezien het niveau van de overheidsschuld en de vooruitzichten qua ontwikkeling van de pensioenuitgaven in de toekomst, diende de inspanning sowieso te worden geleverd : het Europese kader was dus alleen maar een welgekomen aansporing.
DO 989900147
DO 989900147
Question no 55 de M. Geert Bourgeois du 10 novembre 1998 (N.) :
Vraag nr. 55 van de heer Geert Bourgeois van 10 november 1998 (N.) :
Introduction de l’euro et construction du marché unique. — Situation en Belgique.
De euro en de uitbouw van de eenheidsmarkt. — Toestand in Belgie¨.
Dans l’exposé général des budgets des Recettes et des Dépenses pour l’année budgétaire 1999, il est précisé que la Belgique est parmi les pays européens les mieux préparés au développement du marché unique et à l’introduction de l’euro en janvier 1999 (Doc. parl., Chambre, 1998-1999, no 1784/1, p. 4). Cette affirmation a de quoi m’étonner, d’autant plus qu’elle porte sur la réalisation du marché unique. Selon des informations récentes, la Belgique serait, certes, en train de résorber quelque peu son arriéré en ce qui concerne la transposition de directives européennes relatives à la réalisation du marché unique en droit national, mais par rapport à un nombre restreint d’autres E´tats membres, cette progression n’est que toute relative. Rien, dans ces données, ne permet par ailleurs de croire que nous sommes dans le peloton de tête dans ce domaine. Et pour ce qui du lancement de l’euro, peu nombreux sont ceux qui osent minimiser les efforts encore à consentir par les PME.
In de algemene toelichting bij de begroting van Ontvangsten en Uitgaven voor het begrotingsjaar 1999 wordt gesteld dat Belgie¨ één van de best voorbereide Europese landen is op het vlak van de uitbouw van de eenheidsmarkt en de lancering van de euro in januari 1999 (Parl. St., Kamer, 1998-1999, nr. 1784/1, blz. 4). Zeker in verband met de uitbouw van de eenheidsmarkt bevreemdt me dit. Volgens recente gegevens zou Belgie¨ zijn achterstand in de omzetting van de Europese richtlijnen ter vervollediging van de eenheidsmarkt ietwat inhalen. Maar dit blijft slechts relatief ten opzichte van een beperkt aantal andere EU-landen. Op basis van deze gegevens blijkt bovendien helemaal niet dat we een koppositie innemen op dit vlak. Wat betreft de lancering van de euro, durven slechts weinigen de nog op te brengen inspanningen van de KMO’s te minimaliseren.
Quelles données comparatives précises justifient les propos cités plus haut relatifs au développement du marché unique et au lancement de l’euro ?
Op welke vergelijkende gegevens baseert u zich precies om de hierboven geciteerde uitspraak met betrekking tot de uitbouw van de eenheidsmarkt en de lancering van de euro te wettigen ?
Réponse : Il est indéniable que sur le plan de la transposition des directives, notre pays ne constitue pas un modèle. Mais les textes de lois seuls ne suffisent pas à ouvrir le marché d’un pays : force est de constater que les entreprises belges se sont réorganisées ou restructurées en vue d’affronter un marché plus intégré avec plus de rapidité qu’à l’étranger, ainsi qu’en atteste par exemple, les mutations importantes dans le secteur des banques ou des télécommunications.
Antwoord : Het is onmiskenbaar dat ons land inzake de omzetting van richtlijnen geen toonbeeld is. Wetteksten alleen zijn echter niet voldoende om de markt van een land te openen : er moet wel worden vastgesteld dat de Belgische ondernemingen zich sneller dan in het buitenland hebben gereorganiseerd of geherstructureerd om het hoofd te bieden aan een meer geı¨ntegreerde markt zoals bijvoorbeeld blijkt uit de ingrijpende veranderingen in de bank- of telecommunicatiesector.
20712
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
En ce qui concerne le passage à l’euro, l’annexe VI de l’Exposé général du budget pour l’année 1999 fournit une excellente indication de la somme de travail déjà exécuté en vue de réussir cette opération.
Wat de overgang op de euro betreft, geeft bijlage VI bij de Algemene Toelichting van de begroting 1999 een uitstekend beeld van al het werk dat reeds werd verricht om deze onderneming te doen slagen.
Ainsi, la Belgique a été le premier pays de l’Union à déposer un schéma de place et à créer une structure de coordination pour compléter le schéma de place. Elle a été aussi l’un des tous premiers pays à émettre des recommandations pour le passage à l’euro à l’adresse du secteur financier et du secteur non financier et à déposer un avant-projet de loi-programme « euro ». Elle est aussi le pays qui le premier a choisi l’option maximaliste du libre choix de l’utilisation de l’euro pour tous.
Zo was Belgie¨ het eerste land van de Europese Unie dat een overgangsplan indiende en een coo¨rdinatiestructuur instelde om dit overgangsplan aan te vullen. Het was ook een van de allereerste landen dat aan de financie¨le sector en aan de niet-financie¨le sector aanbevelingen richtte voor de overgang op de euro en een voorontwerp van « euro »-programmawet indiende. Het is ook het land dat als eerste koos voor de maximalistische optie inzake de vrije keuze voor het gebruik van de euro voor allen.
Du point de vue de l’avancement du passage à l’euro, notre pays est cité comme modèle.
Ons land wordt bestempeld als toonbeeld voor de wijze waarop de overgang op de euro vordert.
Ainsi, l’Institut monétaire européen s’exprimait dans les termes suivants dans son « Interim monitoring report on progress in changeover preparations in the EU banking and finance industry » de juin 1997 : « Thanks to the early publication of the national changeover plan (the first one at the national level), the « Belgian model » for the introduction of the single currency in the economy has been increasingly seen as possible option in a number of countries. (...) Preparations in the individual banks are well advanced; they are tailored to the individual strategies of each credit institution. »
In zijn « Interim monitoring report on progress in changeover preparations in the EU banking and finance industry » van juni 1997 drukte het Europees Monetair Instituut dit uit in de volgende bewoordingen : « Thanks to the early publication of the national changeover plan (the first one at the national level), the « Belgian model » for the introduction of the single currency in the economy has been increasingly seen as possible option in a number of countries. (...) Preparations in the individual banks are well advanced; they are tailored to the individual strategies of each credit institution. »
Une même analyse est effectuée par la Commission européenne dans le numéro 12 des « Euro papers » « Preparations for the changeover of public administrations to the euro » : « At first, major international enterprises as well as commercial banks, followed by export-oriented small and medium enterprises, demanded the option to be able to totally change over their operations into the euro unit well before 2002, including financial flows and communications with their national administrations, such as the transmittal of company accounts and the declaration and payment of taxes or social security contributions.
In nummer 12 van de « Euro papers » « Preparations for the changeover of public administrations to the euro » verricht de Europese Commissie dezelfde analyse : « At first, major international enterprises as well as commercial banks, followed by export-oriented small and medium enterprises, demanded the option to be able to totally change over their operations into the euro unit well before 2002, including financial flows and communications with their national administrations, such as the transmittal of company accounts and the declaration and payment of taxes or social security contributions.
The publications of the Belgian changeover plan in July/August 1996, precisely granting such options, led the way for a large majority of Member States to follow suit during the following 15 months. Given the particular characteristics of national administrative systems and the varying relative difficulties attached to the pratical implementation of the euro-options at the interfaces between public administrations and private economic agents, the exact composition of the range of these options differs from one Member State to the other. »
The publications of the Belgian changeover plan in July/August 1996, precisely granting such options, led the way for a large majority of Member States to follow suit during the following 15 months. Given the particular characteristics of national administrative systems and the varying relative difficulties attached to the pratical implementation of the euro-options at the interfaces between public administrations and private economic agents, the exact composition of the range of these options differs from one Member State to the other. »
Au mois de juin 1998 enfin, l’enquête de Dun & Bradstreet, « Survey of International Business Expectations » sur la mesure dans laquelle les plans d’actions des entreprises tenaient compte du passage à l’euro : il en ressortait que les entreprises belges étaient de loin les mieux préparées avec un degré de préparation de 76 %, à comparer avec un taux de 34 % seulement
Ten slotte, was er in juni 1998 de enquête van Dun & Bradstreet « Survey of International Business Expectations » naar de mate waarin in de actieplannen van de ondernemingen rekening werd gehouden met de overgang op de euro. Hieruit blijkt dat de Belgische ondernemingen verreweg het best waren voorbereid met een voorbereidingsgraad van 76 % tegenover
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20713
pour l’Union européenne, avec 50 % en France et aux Pays-Bas ou 34 % en Allemagne.
amper 34 % voor de Europese Unie, 50 % in Frankrijk en Nederland of 34 % in Duitsland.
Ministre de la Politique scientifique
Minister van Wetenschapsbeleid
DO 979814258
DO 979814258
Question no 135 de M. Alfons Borginon du 8 juillet 1998 (N.) :
Vraag nr. 135 van de heer Alfons Borginon van 8 juli 1998 (N.) :
Maison des étudiants belges à Paris.
Huis van de Belgische studenten te Parijs.
J’ai appris par un communiqué de presse du 24 avril 1998 du Conseil des ministres que celui-ci avait décidé d’augmenter le crédit budgétaire du département de la Politique scientifique. Ce dernier pourra ainsi allouer un subside exceptionnel de 210 millions de francs à la Fondation Biermans-Lapoˆtre pour le financement de la gestion de la Maison des étudiants belges à Paris. Il ressort des questions que je vous ai adressées précédemment à ce sujet que les autorités fédérales octroient annuellement quelque 5 millions de francs à la Fondation Biermans-Lapoˆtre.
Via een persbericht van 24 april 1998 van de Ministerraad vernam ik dat de Ministerraad besliste om het begrotingskrediet van het departement van Wetenschapsbeleid te verhogen. Het departement van Wetenschapsbeleid kan zo een uitzonderlijke subsidie van 210 miljoen frank toekennen aan de Stichting Biermans-Lapoˆtre voor de financiering van het beheer van het Huis van de Belgische studenten in Parijs. Uit mijn vorige reeds gestelde vragen omtrent dit onderwerp blijkt dat de federale overheid jaarlijks ongeveer 5 miljoen frank geeft aan de stichting BiermansLapoˆtre.
1. Quelle est l’identité des propriétaires de la Maison des étudiants belges à Paris ? Quel pourcentage chacun des propriétaires détient-il ?
1. Wie is er voor welk percentage eigenaar van het Huis van de Belgische studenten te Parijs ?
2. Quelle est la valeur actuelle de ce baˆtiment ?
2. Wat is de huidige waarde van dat gebouw ?
3. Comment un investissement de 210 millions de francs peut-il se justifier en l’occurrence ?
3. Hoe wordt een investering van 210 miljoen frank hier verantwoord ?
4. a) Combien d’étudiants cette Maison a-t-elle hébergés au cours des cinq dernières années ?
4. a) Hoeveel studenten verbleven de jongste vijf jaar in het Huis ?
b) Quelle est la ventilation par nationalité ?
b) Wat is de opdeling naar nationaliteit ?
c) Quelle était la proportion de néerlandophones et de francophones ?
c) Hoeveel van de Belgen waren Nederlandstalig, respectievelijk Franstalig ?
5. a) L’E´tat belge a-t-il pris une initiative analogue aux Pays-Bas ?
5. a) Bezit de Belgische Staat een gelijkaardig initiatief in Nederland ?
b) De telles initiatives existent-elles dans d’autres pays européens ? Dans l’affirmative, dans lesquels ?
b) Zijn er dergelijke initiatieven in nog andere Europese landen, en zo ja, in welke landen ?
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.
1. Située dans le parc de la « Cité internationale universitaire de Paris » (CIUP), la « Maison des étudiants belges à Paris » a comme propriétaire théorique la chancellerie des « Universités de Paris », sans prérogatives réelles, car elle est liée à « l’affectataire unique », en l’occurrence le conseil d’administration de la Fondation Biermans-Lapoˆtre au sein duquel la Belgique est représentée par sept administrateurs sur
1. De theoretische eigenaar van het « Huis van de Belgische studenten in Parijs », dat zich op het terrein bevindt van de « Cité internationale Universitaire de Paris » (CIUP), is de Kanselarij van de « Universités de Paris ». Die beschikt echter over geen echte privileges omdat het Huis verbonden is met de « affectataire unique », in casu de raad van bestuur van de Stichting Biermans-Lapoˆtre waarin Belgie¨ vertegenwoordigd
20714
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
onze. (L’ambassadeur de Belgique est, par la volonté des fondateurs, le président de droit du conseil d’administration.) La Fondation assume la gestion et l’entretien de la « Maison des étudiants belges à Paris ».
wordt door zeven van de elf bestuurders. (De ambassadeur van Belgie¨ is, omdat de stichters het zo gewild hebben, van rechtswege voorzitter van de raad van bestuur.) De Stichting neemt het beheer en het onderhoud van het « Huis van de Belgische studenten in Parijs » voor haar rekening.
2. Il n’est pas possible de déterminer la valeur du baˆtiment, étant donné sa nature juridique mentionnée ci-dessus, sa destination et son emplacement sur un campus universitaire.
2. Gezien zijn hierboven vermelde juridische aard, zijn bestemming en zijn ligging op een universiteitsterrein, kan de waarde van het gebouw onmogelijk bepaald worden.
3. La « Maison des étudiants belges à Paris » est considérée comme un des plus prestigieux baˆtiment de la CIUP. La direction développe par ailleurs une politique de rayonnement culturel qui dépasse le cadre strictement académique, rejoignant en cela les actions de même nature engagées par les Maisons d’autres pays.
3. Het « Huis van de Belgische studenten in Parijs » wordt beschouwd als een van de schitterendste gebouwen van de CIUP. Het beleid gericht op culturele uitstraling dat het bestuur trouwens volgt, reikt verder dan het strikt academische en sluit aldus aan op soortgelijke acties van de Huizen van andere landen.
La Fondation Biermans-Lapoˆtre qui accueille nombre d’étudiants tant néerlandophones que francophones dans le cadre des programmes Erasmus, Tempus, ... exerce également un roˆle moteur au sein de la CIUP dans l’illustration du dynamisme de la Belgique sur la scène européenne.
De Stichting Biermans-Lapoˆtre, die in het kader van de programma’s Erasmus, Tempus ... tal van zowel Nederlandstalige als Franstalige studenten ontvangt, is in de CIUP ook een stuwende kracht in het tentoonspreiden van de dynamiek van Belgie¨ op de Europese scène.
Après la mort de M. Jean-Hubert Biermans, en 1953, la Fondation a encore pu subvenir à ses frais pendant huit ans graˆce aux dispositions testamentaires de son fondateur. Ensuite, ce sont le gouvernement belge d’abord, puis les gouvernements belges et luxembourgeois qui ont alloué à l’institution une subvention de fonctionnement/entretien.
Na de dood, in 1953, van de heer Jean-Hubert Biermans, kon de Stichting nog gedurende acht jaar in de kosten bijdragen dankzij de testamentaire beschikkingen van zijn stichter. Dan waren het eerst de Belgische regering en daarna de Belgische samen met Luxemburgse regering die aan de instelling een werkings/ onderhoudssubsidie toekenden.
Dès le conseil d’administration du 20 octobre 1986, le problème du gros entretien et des travaux de rénovation a été soulevé.
Al op de raad van bestuur van 20 oktober 1986 werd het probleem aan de orde gesteld van het grote onderhoud en de renovatiewerkzaamheden.
Dans un premier temps, le conseil d’administration avait décidé une augmentation significative du taux de redevances et avait consacré une part importante de la subvention de fonctionnement pour la réalisation des travaux les plus urgents.
In een eerste fase besliste de raad van bestuur het bijdragepercentage significant op te trekken en een aanzienlijk gedeelte van de werkingssubsidie aan de meest dringende werkzaamheden te besteden.
En 1994, à l’initiative d’un de mes prédécesseurs, la Régie des Baˆtiments dont il avait la tutelle a réalisé un état des lieux et un avant-projet de rénovation complète du baˆtiment dont le couˆt s’élevait à environ 300 millions de francs.
Op initiatief van een van mijn voorgangers maakte de Regie der Gebouwen, waarop hij toezicht uitoefende, in 1994 een beschrijving op van de toestand van het gebouw en stelde het een voorontwerp op voor een volledige renovatie (kostprijs : circa 300 miljoen frank).
4. a) Le tableau ci-après montre à quel point la présence belge s’est développée ces dernières années dans la CIUP. Il s’agit des résidents-étudiants, parmi lesquels un nombre croissant de boursiers « européens » (Erasmus, etc.), de stagiaires ou postdoctorants régulièrement admis à la CIUP. Ces chiffres ne tiennent pas compte de quelques 350 « passages », étudiants ou chercheurs, ne correspondant pas aux critères définis par le règlement d’admission de la CIUP, mais que la Maison accueille également chaque année pour des séjours variant de deux nuitées à trois mois.
4. a) Volgende tabel geeft de enorme ontwikkeling tijdens de voorbije jaren weer van de Belgische aanwezigheid in de CIUP. Het gaat om de studenten die er verblijven, waaronder een steeds groter aantal « Europese » bursalen (Erasmus, enz.), stagiairs of postdoctorandi die regelmatig in het CIUP toegelaten worden. In deze cijfers zijn niet de zowat 350 « tijdelijke verblijven » inbegrepen van studenten of onderzoekers die niet voldoen aan de criteria zoals vastgelegd in het toelatingsreglement van de CIUP, maar die ieder jaar toch gedurende twee nachten tot drie maanden in het Huis verblijven.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20715
1988/1989
1992/1993
1993/1994
1994/1995
Belgique. — Belgie¨ .................................................
84
131
181
191
Luxembourg. — Luxemburg ..................................
80
60
70
75
Autres nationalités. — Andere nationaliteiten ........
42
43
34
35
Total. — Totaal ....................................................
206
234
285
301
b) Fondation Biermans-Lapoˆtre (F. B-L) - Ventilation par nationalité - Année académique 1997-1998 Dossiers 1997/1998 - Situation au 15 janvier 1998 (*)
Pays d’origine — Land van herkomst
Dossiers (ré)admis — (Opnieuw) toegelaten
Désistements — Intrekkingen
Belgique. — Belgie¨ ...................
194
- 21
Luxembourg. — Luxemburg ....
98
- 15
Algérie. — Algerije ................... Allemagne. — Duitsland ..........
b) Stichting Biermans-Lapoˆtre (St. B-L) - Opdeling naar nationaliteit - Academiejaar 1997-1998 - Dossiers 1997/1998 - Toestand per 15 januari 1998 (*)
Contingent 1997-1998 — Contingent 1997-1998
` la F. B-L A — In de St. B-L
En brassage — In andere huizen
Total — Totaal
173(1)
145
28
173
83(2)
71
12
83
1
1
1
3
3
3
Argentine. — Argentinie¨ ...........
3
3
2(*)
Azerbaı¨djan. — Azerbeidzjan ...
2
2
2
Canada. — Canada ..................
2
2
2
Chine. — China .......................
1
1
1
Colombie. — Colombia ...........
1
1
1
40
298
Danemark. — Denemarken ......
2
2
2
Espagne. — Spanje ................... E´tats-Unis. — Verenigde Staten
3
3
3
3
3
3
France. — Frankrijk .................
6
6
4(*)
Grande-Bretagne. — GrootBrittannie¨ ..................................
1
1
1
Grèce. — Griekenland ..............
2
2
2
Italie. — Italie¨ ..........................
3
3
2(*)
Japon. — Japan .......................
1
1
1
Liban. — Libanon ....................
2
2
1(*)
Mexique. — Mexico ................
3
3
3
Portugal. — Portugal ................
4
4
4
Suède. — Zweden ....................
1
1
1
Suisse. — Zwitserland ..............
2
2
2
Thaı¨lande. — Thailand ............
1
1
1
Total. — Totaal .......................
339
303
258
(*) (1) (2)
` cette date, certains séjours étaient terminés. A Dont 64 Erasmus ou apparentés. Dont 4 Erasmus ou apparentés.
- 36
(*) Op die datum waren sommige verblijven ten einde. (1) Waarvan 64 Erasmus of aanverwante. (2) Waarvan 4 Erasmus of aanverwante.
2644
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20716
—(152)—
c) E´tudiants belges - Ventilation par communauté Année académique 1997/1998 - Situation au 10 juillet 1998
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
c) Belgische studenten - Opdeling naar gemeenschap Academiejaar 1997/1998 - Toestand per 10 juli 1998
Communauté — Gemeenschap
` la F. B-L A — In de St. B-L
En brassage — In andere huizen
Total — Totaal
Communauté française. — Franse Gemeenschap .................. Communauté flamande. — Vlaamse Gemeenschap .............. Communauté germanophone. — Duitstalige Gemeenschap .. Belgique. — Belgie¨ ................................................................
75 73 0 148
9 19 0 28
84 92 0 176
5. a) et b) La réponse sur ces points est négative.
5. a) en b) Het antwoord hierop is negatief.
Ministre de la Santé publique et des Pensions
Minister van Volksgezondheid en Pensioenen
Pensions
Pensioenen
DO 979834754
DO 979834754
Question no 135 de M. Joos Wauters du 5 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 135 van de heer Joos Wauters van 5 oktober 1998 (N.) :
Office national des pensions. — Formulaires.
Rijksdienst voor pensioenen. — Formulieren.
Nombreux sont ceux qui ne comprennent pas les formulaires qui leur sont adressés par l’Office national des pensions.
Vele mensen begrijpen de formulieren niet die hun toegestuurd worden door de Rijksdienst voor pensioenen.
Le formulaire informant les personnes de la décision du Fonds de survie en est un exemple. Les services euxmêmes admettent qu’ils sont fréquemment contactés par des personnes estimant que les lettres sont incompréhensibles. Ils ont d’ailleurs formulé, mais en vain, plusieurs suggestions en vue d’adapter les formulaires.
Onder meer het formulier over kennisgeving van de beslissing in verband met het overlevingspensioen is daar een voorbeeld van. Ook de diensten geven toe dat ze veel gecontacteerd worden door mensen voor wie de brieven onverstaanbaar zijn. Vanuit de diensten zijn al verschillende suggesties gedaan om de formulieren aan te passen. Tevergeefs.
1. a) Le nombre des questions concernant le caractère incompréhensible des formulaires est-il enregistré par les services, par le service d’information ou par le médiateur ?
1. a) Wordt het aantal vragen over de onverstaanbaarheid van formulieren geregistreerd door de diensten, door de infodienst, door de ombudsman ?
b) Combien de personnes ont formulé une plainte ?
b) Hoeveel personen formuleerden deze klacht ?
2. a) Des modèles lisibles et intelligibles ont-ils été proposés à l’administration ?
2. a) Zijn er leesbare en verstaanbare modellen voorgesteld door de administratie ?
b) Dans l’affirmative, sont-ils déjà utilisés ? Sinon, quand le seront-ils ?
b) Zo ja, wanneer zijn ze of gaan ze in uitvoering ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20717
3. Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour optimiser la communication avec le citoyen ?
3. Welke maatregelen overweegt u om de communicatie met de burger te optimaliseren ?
Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que l’Office national des pensions, dans les notifications de décision, explique d’une manière aussi précise que possible les étapes successives du processus d’attribution résultant notamment de la réforme des pensions entrée en vigueur le 1er juillet 1997, sans toutefois recourir à des simplifications.
Antwoord : Als antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid te laten weten dat de Rijksdienst voor pensioenen in de kennisgevingen van beslissing de opeenvolgende stappen in het toekenningsproces dat met name resulteert uit de pensioenhervorming, die in werking getreden is op 1 juli 1997, zo bevattelijk mogelijk weergeeft, zonder daarbij evenwel in simplificaties te vervallen.
Cette procédure est d’ailleurs imposée par les articles 13 et 14 de la loi du 11 avril 1995 visant à instituer la « Charte » de l’assuré social.
Deze werkwijze is trouwens opgelegd door de artikelen 13 en 14 van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het « Handvest » van de sociaal verzekerde.
L’honorable membre cite en exemple la notification de la pension de survie. Lors de la fixation de cette pension, 3 calculs doivent être effectués dans certains cas, avant que le montant allouable puisse être fixé. Chaque calcul est repris dans la notification dans l’intérêt du demandeur.
Het geachte lid haalt als voorbeeld de kennisgeving van het overlevingspensioen aan. Bij de vaststelling van dit pensioen moeten in bepaalde gevallen 3 berekeningen worden uitgevoerd, alvorens het toekenbare bedrag kan worden vastgesteld. Elk van deze berekeningen wordt opgenomen in de kennisgeving, ook in het belang van de aanvrager.
Ceci permet en effet d’exercer un controˆle sur la manière dont ses droits ont été fixés.
Dat geeft hem namelijk de kans een zekere controle uit te oefenen op de manier waarop zijn rechten werden vastgesteld.
Il va de soi que les nouvelles notifications ont été établies avec soin et que toutes les suggestions avancées par les différents services ont préalablement été examinées quant à leur utilité et leur faisabilité.
Het mag duidelijk wezen dat de nieuwe kennisgevingen met zorg werden opgesteld en dat daarbij vooraf alle door de verschillende diensten naar voor gebrachte suggesties op hun nuttigheid en haalbaarheid werden afgewogen.
En ce qui concerne les questions posées :
Wat de concrete vragen betreft :
1. a) Un médiateur n’a pas encore été désigné pour le secteur des pensions. L’Office national n’a reçu du médiateur fédéral aucune question comme celles qui sont envisagées par le membre. L’Office national reçoit certes régulièrement des demandes d’explications complémentaires ou de précisions, ce qui n’est pas étonnant eu égard à ce qui est énoncé ci-dessus.
1. a) Er werd nog geen ombudsman voor de sector van de pensioenen aangesteld. Vanwege de federale ombudsman ontving de Rijksdienst geen vragen als die welke het lid bedoelt. Wel ontvangt de Rijksdienst geregeld vragen om bijkomende uitleg of verduidelijking, wat gelet op wat hoger is gesteld, niet verwonderlijk is.
b) Ces demandes ne sont pas enregistrées séparément.
b) Dergelijke vragen worden niet afzonderlijk geregistreerd.
2. a), b) et
2. a), b) en
3. Le souci permanent de l’Office national reste d’optimaliser la communication avec le citoyen, objectif atteint dans une large mesure dans les contacts individuels, aussi bien écrits qu’oraux.
3. Het blijft de voortdurende zorg van de Rijksdienst om de communicatie met de burger te optimaliseren, wat in grote mate bereikt wordt, niet het minst in de individuele contacten, schriftelijke zowel als mondelinge.
J’insiste auprès de l’Office national des pensions pour qu’il poursuive ses efforts et la poursuite de la simplification et la modernisation des formulaires.
Ik dring aan bij de Rijksdienst voor pensioenen om hun inspanningen verder te zetten en de verdere vereenvoudiging en modernisering van de formulieren door te voeren.
20718
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
DO 989900013
DO 989900013
Question no 136 de M. Paul Tant du 14 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 136 van de heer Paul Tant van 14 oktober 1998 (N.) :
Interruption de carrière à temps partiel. — Indemnités de rupture. — Allocations de choˆmage.
Deeltijdse loopbaanonderbreking. — Verbrekingsvergoeding. — Werkloosheidsuitkering.
Un régime d’interruption de carrière à temps plein mais aussi à temps partiel (mi-temps, tiers-temps, quart-temps) a été instauré dans le cadre de la redistribution du temps de travail. Je voudrais attirer l’attention sur le problème auquel sont confrontés les travailleurs de plus de 50 ans qui optent pour un régime d’interruption de carrière et qui sont licenciés avec rupture de leur contrat de travail.
In het kader van de arbeidsherverdeling werd naast voltijdse loopbaanonderbreking ook voorzien in verschillende vormen van deeltijdse loopbaanonderbreking (halftijds, eenderde, eenvierde). Ik wens te wijzen op het probleem dat zich voordoet bij werknemers ouder dan 50 jaar die in een regeling instappen van loopbaanvermindering en die ontslagen worden met een verbreking van de arbeidsovereenkomst.
Un travailleur de plus de 50 ans ayant opté pour une interruption de carrière à temps partiel et qui est licencié avec octroi d’une indemnité de rupture se retrouve sous le régime du choˆmage complet. L’allocation de choˆmage est calculée sur la base du traitement à temps plein et est octroyée à l’expiration de la moitié de la période couverte par l’indemnité de rupture.
Een werknemer ouder dan 50 jaar die zijn loopbaan vermindert en ontslagen wordt met een verbrekingsvergoeding, komt nadien in de volledige werkloosheid terecht. De werkloosheidsuitkering wordt berekend op basis van het voltijdse loon en wordt toegekend na afloop van de helft van de periode die gedekt wordt door de verbrekingsvergoeding.
Or, il se pose un problème en matière de droit à la pension puisqu’on ne prend en compte, pour la moitié de la période couverte par l’indemnité de rupture, que le traitement (à mi-temps) réellement perçu. Les droits de pension sont donc réduits.
Wat betreft de pensioenrechten doet zich wel een probleem voor, namelijk voor de (gehalveerde) periode gedekt door de verbrekingsvergoeding, wordt slechts het werkelijk ontvangen (halftijdse) loon in aanmerking genomen. De pensioenrechten worden bijgevolg gereduceerd.
Dans la pratique, l’employeur, tout comme le travailleur, considèrent qu’aucun inconvénient n’est lié à une rupture de contrat de travail avec paiement d’une allocation de rupture. E´tant donné que le régime de l’interruption de carrière est présenté comme une forme de redistribution du travail, il conviendrait d’éviter dans toute la mesure du possible les effets négatifs inhérents à un tel choix.
In de praktijk gaan zowel werkgever als werknemer ervan uit dat aan een bee¨indiging van de arbeidsovereenkomst met uitbetaling van een verbrekingsvergoeding geen nadelen verbonden zijn. Aangezien de loopbaanonderbreking wordt geprezen als vorm van arbeidsherverdeling, moeten de nadelige effecten van deze keuze zo veel mogelijk worden vermeden.
Avez-vous l’intention d’adapter la réglementation en la matière ?
Overweegt u terzake een reglementaire aanpassing ?
Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que l’article 34, § 1er, N, de l’arrêté royal du 21 décembre 1967 portant règlement général du régime de pension de retraite et de survie des travailleurs salariés assimile à des périodes d’activité réelle les périodes au cours desquelles la carrière professionnelle a été interrompue pour autant que le travailleur ait bénéficié des allocations d’interruption prévues par les dispositions réglementaires et que, pour ces périodes, il ne puisse prétendre à une pension de retraite ou à un avantage en tenant lieu. L’assimilation est accordée proportionnellement à la durée de la réduction des prestations par rapport à une interruption à temps plein. Pour une réduction des prestations d’un quart, on peut donc accorder sur une base annuelle une assimilation maximum de 312 jours : 4, soit 78 équivalents journaliers à temps plein.
Antwoord : Als antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid te laten weten dat artikel 34, § 1, N, van het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers de perioden tijdens welke de beroepsloopbaan wordt onderbroken met tijdvakken van werkelijke arbeid gelijkstelt, op voorwaarde dat de werknemer recht had op de reglementair bepaalde onderbrekingsuitkeringen en voor die perioden geen aanspraak kan maken op een rustpensioen of een als zodanig geldende uitkering. De gelijkstelling wordt verleend in verhouding tot de duur van de onderbreking vergeleken met een voltijdse onderbreking. Voor een loopbaanonderbreking met één vierde kan derhalve op jaarbasis ten hoogste een gelijkstelling van 312 dagen : 4 of 78 voltijdse dagequivalenten worden verleend.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20719
Conformément à l’article 7 de l’arrété royal no 50 du 24 octobre 1967 relatif à la pension de retraite et de survie des travailleurs salariés, la pension de retraite est calculée tant en fonction de la carrière du travailleur que, entre autres, des rémunérations brutes qu’il a gagnées au cours de celle-ci, pour autant que les cotisations de pension requises aient été retenues. L’indemnité de préavis ou de rupture de contrat doit être considérée comme une rémunération en application de l’article 12 de la loi du 12 avril 1965 concernant la protection de la rémunération des travailleurs.
Conform artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers wordt het rustpensioen berekend zowel in functie van de loopbaan van de werknemer als van onder meer de brutolonen die hij in de loop daarvan verdiend heeft, voorzover de vereiste pensioenstortingen hierop werden ingehouden. De opzeggings- of verbrekingsvergoeding dient met toepassing van artikel 12 van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers als loon te worden beschouwd.
Les données relatives à l’indemnité de préavis et à la période de préavis sont mentionnées sur base de la déclaration ONSS de l’employeur sur le compte individuel du travailleur.
De gegevens betreffende de opzegvergoeding en de opzegperiode worden na de RSZ-aangifte door de werkgever op de individuele rekening van de werknemer vermeld.
Dans la situation envisagée par l’honorable membre, le nombre de jours indiqué par l’employeur auxquels correspond la période de préavis, sera, en fonction des prestations à temps partiel qui la précèdent, converti par l’Office national des pensions en équivalents journaliers à temps plein et complété proportionnellement à la durée de l’interruption, avec des journées assimilées.
In de door het geacht lid geschetste situatie zal het aantal door de werkgever opgegeven dagen waarmee de periode van opzeg overeenstemt, op basis van de daaraan voorafgaande deeltijdse prestaties, door de Rijksdienst voor pensioenen naar voltijdse dagequivalenten worden omgezet en, in verhouding tot de duur van de onderbreking, met gelijkgestelde dagen worden aangevuld.
Exemple :
Voorbeeld :
— le travailleur qui a réduit ses prestations d’un quart, reçoit un préavis de 312 jours et une indemnité de préavis qui correspond à 12 mois de rémunération (par exemple 936 000 francs);
— een werknemer die zijn loopbaan met een vierde heeft onderbroken, krijgt een vooropzeg van 312 dagen en een opzegvergoeding die overeenstemt met 12 maanden loon (bijvoorbeeld 936 000 frank);
— la période de préavis est convertie en fonction de l’occupation qui la précède, en équivalents journaliers à temps plein, c’est-à-dire 312 × 3/4 soit 234 jours;
— de vooropzegperiode wordt op basis van eraan voorafgaande tewerkstelling omgezet naar voltijdse dagequivalenten, in casu 312 × 3/4 of 234 dagen;
— l’interruption de carrière est assimilée proportionnellement à la durée de l’interruption, comparée avec une interruption, à temps plein, c’est-à-dire 312 × 1/4, soit 78 jours;
— de loopbaanonderbreking wordt gelijkgesteld in verhouding tot de duur van onderbreking vergeleken met een voltijdse onderbreking, in casu 312 × 1/4 of 78 dagen;
— la pension est calculée sur base de la rémunération réelle de 936 000 francs pour 234 jours prestés et d’une rémunération fictive de 312 000 francs pour 78 jours assimilés calculée sur la base de l’ensemble des rémunérations réelles (936 000 francs) et fictives (312 000 francs) de l’année civile qui précède l’assimilation.
— het pensioen wordt berekend op 936 000 frank effectief loon voor 234 gewerkte dagen, aangevuld met 312 000 frank fictief loon, met name 78 dagen loon berekend op basis van het geheel van de werkelijke (936 000 frank) en fictieve lonen (312 000 frank) van het aan de gelijkstelling voorafgaand kalenderjaar.
Comme le démontre cet exemple, le montant de pension reste garanti pour le travailleur salarié. S’il perçoit ensuite des allocations journalières de choˆmage, le mode de calcul appliqué par l’Office national des pensions tiendra compte de la rémunération gagnée à temps plein par le travailleur.
Zoals uit het voorbeeld mag blijken, blijft de pensioenopbrengst voor de werknemer gewaarborgd. Indien hij vervolgens volledige daguitkeringen lastens de werkloosheid ontvangt, zal de door de Rijksdienst voor pensioenen toegepaste berekeningswijze bijgevolg rekening houden met het voltijds door de werknemer verdiende loon.
Si l’honorable membre avait connaissance de pensions qui n’ont pas été calculées conformément aux règles exposées, je suis tout disposé à charger mon administration d’un nouvel examen du dossier.
Mocht het geachte lid weet hebben van pensioenen die niet overeenkomstig de uiteengezette regels werden berekend, ben ik uiteraard bereid mijn administratie met een nieuw onderzoek ten gronde te gelasten.
20720
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Ministre de l’Emploi et du Travail, chargée de la Politique d’égalité des chances entre hommes et femmes
Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen
Emploi et Travail
Tewerkstelling en Arbeid
DO 959600542
DO 959600542
Question no 68 de M. Thierry Detienne du 19 décembre 1995 (Fr.) :
Vraag nr. 68 van de heer Thierry Detienne van 19 december 1995 (Fr.) :
Allocations de choˆmage. — Exclusion du bénéfice.
Werkloosheidsuitkeringen. — Uitsluiting.
Les dispositions réglementaires relatives à l’exclusion du bénéfice des allocations du choˆmage pour longue durée précisent que le bénéficiaire peut prétendre retrouver ce droit par la suite s’il peut faire preuve de ce que les revenus de son ménage sont inférieurs à un seuil donné. Cette mesure offre donc une possibilité de récupération des droits par exemple lorsque le conjoint perd son revenu ou après une séparation. Des divergences surgissent cependant quant à la définition de la durée de la période pendant laquelle le droit au bénéfice des allocations peut être resollicité.
Krachtens de reglementaire bepalingen betreffende de uitsluiting van langdurig werklozen kan een begunstigde naderhand opnieuw aanspraak maken op het recht op een uitkering indien hij/zij kan bewijzen dat de inkomsten van zijn/haar gezin onder een bepaalde minimumgrens zijn gezakt. Op die manier kan de werkloze dus zijn/haar rechten terugkrijgen, bijvoorbeeld wanneer de echtgeno(o)t(e) zijn/haar inkomen verliest of na een scheiding. De meningen lopen evenwel uiteen over de definitie van de duur van de periode tijdens welke het recht op een uitkering opnieuw kan worden aangevraagd.
1. a) Doit-on comprendre que le retour au bénéfice des allocations de choˆmage reste possible sans limite de temps, pourvu que la personne puisse justifier une modification dans sa situation ou faut-il déduire au contraire que cette possibilité reste acquise pendant une durée de 3 ans, comme c’est le cas lorsqu’une personne renonce aux allocations de choˆmage ?
1. a) Mogen we ervan uitgaan dat het zonder tijdsbeperking mogelijk blijft opnieuw aanspraak te maken op een werkloosheidsuitkering, op voorwaarde dat de betrokkene een wijziging van zijn situatie kan bewijzen, of moeten we integendeel concluderen dat de werkloze die mogelijkheid drie jaar lang behoudt, net zoals iemand die afstand doet van zijn werkloosheidsuitkering ?
b) Dans le second cas, ne risque-t-on pas d’assister à un transfert des personnes exclues vers le régime du minimex ?
b) Dreigen de uitgeslotenen in het tweede geval niet af te vloeien naar het bestaansminimumstelsel ?
2. a) Des demandes de réintégration ont-elles déjà été refusées pour ce motif ?
2. a) Werden om die reden al aanvragen om reı¨ntegratie verworpen ?
b) Si oui, quel a été le nombre de refus sur la base de ce motif depuis la mise en œuvre des dispositions énumérées ci-dessus ?
b) Zo ja, hoeveel aanvragen werden sinds de inwerkingtreding van voormelde bepalingen om die reden verworpen ?
Réponse : En réponse à la question posée par l’honorable membre, je peux lui faire savoir que l’article 84 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du choˆmage dispose que la suspension pour choˆmage de longue durée cesse de produire ses effets pendant une période de douze mois si le choˆmeur a bénéficié d’allocations de choˆmage pour au moins un jour au cours des six ans qui précèdent la demande d’allocations et établit que les revenus annuels nets imposables de son ménage, abstraction faite des allocations dont il bénéficie éventuellement ne dépassent pas 161 532 francs majorés de 7 315 francs par personne à charge.
Antwoord : In antwoord op de vraag gesteld door het geachte lid kan ik hem laten weten dat artikel 84 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering bepaalt dat de schorsing wegens langdurige werkloosheid ophoudt uitwerking te hebben gedurende een periode van twaalf maanden indien de werkloze, in de loop van de zes jaar die de uitkeringsaanvraag voorafgaan voor ten minste één dag uitkeringen heeft genoten en bewijst dat het jaarlijks netto-belastbaar inkomen van zijn gezin, abstractie gemaakt van de uitkeringen die hij eventueel geniet 161 532 frank, verhoogd met 7 315 frank per persoon ten laste niet overschrijdt.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20721
De plus, cette période de douze mois est chaque fois prolongée d’une nouvelle période de douze mois si le choˆmeur introduit une demande d’allocations de choˆmage et établit qu’il satisfait encore aux conditions visées ci-dessus.
Bovendien wordt deze periode van twaalf maanden telkens verlengd met een nieuwe periode van twaalf maanden wanneer de werkloze een uitkeringsaanvraag indient en bewijst dat hij nog steeds voldoet aan de voorwaarden die hierboven bepaald zijn.
Concrètement, cela signifie que le choˆmeur qui fait l’objet d’une suspension pour choˆmage de longue durée peut à nouveau bénéficier temporairement des allocations de choˆmage lorsqu’il apporte la preuve que les revenus annuels nets imposables de son ménage diminués du montant de ses allocations, ne dépassent pas 551 406 francs (montant au 1er octobre 1997), majorés de 24 970 francs par personne à charge ` ce moment, son droit (montant au 1er octobre 1997). A aux allocations est réouvert pour 12 mois. De plus, cette période de 12 mois est chaque fois prolongée d’une nouvelle période de 12 mois lorqu’il prouve que la situation précitée est restée inchangée.
Concreet wil dit zeggen dat de geschorste werkloze opnieuw tijdelijk werkloosheidsuitkeringen kan ontvangen wanneer hij bewijst dat het jaarlijkse nettobelastbaar inkomen van zijn gezin, verminderd met het bedrag van zijn uitkeringen, minder bedraagt dan 551 406 frank (bedrag op 1 oktober 1997) verhoogd met 24 970 frank per persoon ten laste (bedrag op 1 oktober 1997). Op dat ogenblik wordt het recht op werkloosheidsuitkeringen opnieuw geopend voor 12 maanden. Bovendien wordt die periode van 12 maanden telkens met een nieuwe periode van 12 maanden verlengd wanneer hij bewijst dat aan voornoemde situatie nog niets is gewijzigd.
Pour pouvoir à nouveau bénéficier effectivement des allocations de choˆmage dans ce cas précité, le choˆmeur doit en outre avoir bénéficié d’allocations pour au moins un jour au cours des 6 ans qui précèdent sa demande d’allocations. Cette règle remplace les conditions d’admission normales. Ce délai de 6 ans ne peut être prolongé.
Om in dit geval opnieuw effectief uitkeringen te kunnen genieten, moet de werkloze daarenboven in de loop van de 6 jaar die de uitkeringsaanvraag voorafgaan voor ten minste één dag uitkeringen hebben genoten. Deze regel treedt in de plaats van de gewone toelaatbaarheidsvoorwaarden. Deze termijn van 6 jaar kan echter niet verlengd worden.
DO 969701637
DO 969701637
Question no 346 de M. Thierry Detienne du 9 mai 1997 (Fr.) :
Vraag nr. 346 van de heer Thierry Detienne van 9 mei 1997 (Fr.) :
Allocations de choˆmage. — Pointage. — Renseignements.
Werkloosheidsuitkering. — Stempelen. — Inlichtingen.
L’hebdomadaire Le Ligueur du 30 avril 1997 a rendu compte des mésaventures d’une bénéficiaire d’allocations de choˆmage. Cette personne s’était vu signifier lors du pointage bimensuel qu’elle ne devait plus pointer qu’une fois par mois et son organisme de paiement lui a délivré des cartes de pointage ad hoc. Cependant, l’ONEM lui a signifié par la suite qu’elle n’y avait pas droit et une sanction lui a été appliquée, sur base du fait notamment qu’elle aurait duˆ se renseigner auprès de son organisme de paiement !
Het weekblad « Le Ligueur » van 30 april 1997 brengt het verhaal van de tegenspoed die een uitkeringsgerechtigde werkloze ondervond. Toen zij zich voor de halfmaandelijkse controle aanbood, werd haar meegedeeld dat zij voortaan nog slechts één keer per maand moest stempelen, en de uitbetalingsinstelling bezorgde haar aangepaste stempelkaarten. Later kreeg zij van de RVA echter te horen dat zij daar geen recht op had en werd haar, op grond onder meer van het feit dat zij inlichtingen had moeten inwinnen bij haar uitbetalingsinstelling, een sanctie opgelegd !
1. Dans quelle mesure les personnes assurant le pointage bimensuel doivent-elles assumer la responsabilité des renseignements et conseils donnés ?
1. In hoeverre zijn de personen die de halfmaandelijkse controle verrichten, verantwoordelijk voor de verstrekte inlichtingen en advies ?
2. Dans le cas évoqué ci-dessus, l’organisme de paiement, qui a pris la responsabilité de délivrer les cartes de pointage mensuel, ne doit-il pas porter l’ensemble de la responsabilité ?
2. Draagt in genoemd geval de uitbetalingsinstelling, die de verantwoordelijkheid op zich nam maandelijkse stempelkaarten af te geven, niet de volle verantwoordelijkheid ?
3. Comment expliquer dès lors qu’une sanction puisse être appliquée au bénéficiaire ?
3. Hoe is het mogelijk dat ten aanzien van de gerechtigde een sanctie wordt getroffen ?
4. Une telle décision est-elle compatible avec les dispositions de la Charte de l’assuré social qui sont en vigueur depuis le 1er janvier 1997 ?
4. Is die beslissing verenigbaar met de bepalingen van het Handvest van de sociaal verzekerde die sinds 1 januari 1997 van kracht zijn ?
20722
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Réponse : En réponse à sa question, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.
Antwoord : In antwoord op zijn vraag heb ik de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
Il apparaıˆt clairement de sa question qu’il s’agit d’un cas particulier basé sur des faits repris dans un hebdomadaire qui, faute de données précises, ne sont pas vérifiables. Il m’est donc impossible de formuler une réponse adéquate.
Uit de vraagstelling blijkt duidelijk dat het hier een particulier geval betreft, gebaseerd op feiten opgenomen in een weekblad die, bij gebrek aan nauwkeurige gegevens niet verifieerbaar zijn. Het is mij dus onmogelijk een adequaat antwoord te geven.
En général, il en est cependant ainsi que les organismes de paiement doivent remettre au choˆmeur les cartes de controˆle adéquates et que, concernant le controˆle, la présentation le 3 et le 26 de chaque mois est la règle générale. La présentation une fois par mois se fait, sauf si la personne concernée a atteint l’aˆge de 50 ans, par une demande par l’intermédiaire de l’organisme de paiement. Le choˆmeur est donc parfaitement au courant du nombre de présentations par mois.
In het algemeen is het echter zo dat de uitbetalingsinstellingen de werkloze in het bezit moeten stellen van de juiste controlekaarten en dat in verband met de controle de aanmelding op de 3e en de 26e van elke maand de regel is. De aanmelding eenmaal per maand gebeurt, behoudens indien de betrokkene 50 jaar is, door een aanvraag via de uitbetalingsinstelling. De werkloze is hierdoor perfect op de hoogte van het aantal aanmeldingen per maand.
Lors de l’utilisation d’une carte de controˆle inadéquate, l’Office national de l’emploi n’applique pas de sanction. Toutefois, la personne concernée ne sera, dans le cas détaillé par l’honorable membre, à nouveau indemnisable qu’au moment où elle se représentera.
Bij het gebruik van een verkeerde controlekaart past de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening geen sanctie toe. De betrokkene zal echter maar opnieuw vergoedbaar zijn in het geval beschreven door het geachte lid vanaf het ogenblik dat hij zich weer aanmeldt.
DO 969702541
DO 969702541
Question no 429 de Mme Alexandra Colen du 20 octobre 1997 (N.) :
Vraag nr. 429 van mevrouw Alexandra Colen van 20 oktober 1997 (N.) :
Prépensionnés.
Bruggepensioneerden.
1. Combien d’ouvriers, respectivement d’employés, par province, ont obtenu la prépension avant l’aˆge de la prépension conventionnelle, respectivement à 58 ans, 57 ans, ou plus toˆt ?
1. Hoeveel arbeiders respectievelijk bedienden, per provincie, hebben een brugpensioen verkregen op een leeftijd die lager was dan de conventionele, respectievelijk 58, 57 jaar, of jonger ?
2. Quel pourcentage de la population active ces prépensionnés représentent-ils par province ?
2. Wat is per provincie het percentage van dergelijke bruggepensioneerden in vergelijking met de actieve bevolking ?
3. Comment ces prépensionnés sont-ils répartis entre les trois régions sur la base du critère de l’entreprise ayant reçu l’autorisation d’accorder la prépension ?
3. Hoe zijn deze brugpensioenen over de drie gewesten verdeeld met als criterium de onderneming die deze toelating tot brugpensioneringen verkreeg ?
4. Quel est le couˆt total de ces prépensions par région (couˆt brut et cotisations sociales perdues) ?
4. Wat is per gewest de totale kost van deze brugpensioenen (brutokost plus gederfde sociale bijdragen) ?
Réponse : La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Antwoord : Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20723
DO 979803416
DO 979803416
Question no 485 de M. Filip Anthuenis du 28 janvier 1998 (N.) :
Vraag nr. 485 van de heer Filip Anthuenis van 28 januari 1998 (N.) :
Conseils ayant fonction d’organes de concertation ou de participation.
Raden opgericht als overleg- of inspraakorganen.
1. Quels conseils ou commissions consultatifs ayant fonction d’organes de concertation ou de participation relèvent de votre département ?
1. Welke adviesraden of commissies, opgericht als overleg- of inspraakorgaan, ressorteren onder uw departement ?
2. Combien de fois chaque conseil s’est-il réuni depuis le début de la présente législature ?
2. Hoeveel maal is elke raad bijeengekomen sinds het begin van de huidige legislatuur ?
Réponse : La réponse à cette question a été transmise directement à l’honorable membre. E´tant donné son caractère de pure documentation, il n’y a pas lieu de l’insérer au bulletin des Questions et Réponses, mais elle peut être consultée au greffe de la Chambre des représentants (service des Questions parlementaires).
Antwoord : Het antwoord op deze vraag is het geachte lid rechtstreeks toegestuurd. Gezien het louter documentaire karakter ervan wordt het niet in het bulletin van Vragen en Antwoorden opgenomen maar ligt ter inzage bij de griffie van de Kamer van volksvertegenwoordigers (dienst Parlementaire Vragen).
DO 979824415
DO 979824415
Question no 563 de M. Filip Anthuenis du 16 juillet 1998 (N.) :
Vraag nr. 563 van de heer Filip Anthuenis van 16 juli 1998 (N.) :
Entreprise en difficulté. — Organisation syndicale.
Onderneming in moeilijkheden. — Vakorganisatie.
En 1997, le statut d’entreprise en difficulté a été accordé à quatre organisations syndicales (votre réponse à ma question no 487 du 4 février 1998, Questions et Réponses, Chambre, 1997-1998, no 125, p. 17329).
In 1997 werd aan vier vakorganisaties het statuut van onderneming in moeilijkheden toegekend (uw antwoord op mijn vraag nr. 487 van 4 februari 1998, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 125, blz. 17329).
1. a) Quelles mesures concrètes de restructuration les organisations syndicales concernées ont-elles prises ?
1. a) Welke concrete herstructureringen voeren de betrokken vakorganisaties door ?
b) Combien de personnes de chaque organisation syndicale ont été mises à la prépension après l’obtention du statut d’entreprise en difficulté ?
b) Hoeveel brugpensioneringen vloeien bij elke vakorganisatie voort uit de toekenning van het statuut ?
2. Des organisations syndicales ont-elles obtenu en 1998 le statut d’entreprise en difficulté ou en restructuration ? Dans l’affirmative, lesquelles ?
2. Werden er ook in 1998 reeds vakorganisaties erkend als onderneming in moeilijkheden of herstructurering en zo ja, welke ?
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-dessous une réponse à ses questions.
Antwoord : Het geachte lid vindt hierbij een antwoord op zijn vragen.
1. a) Les restructurations dans les organisations syndicales peuvent prendre différentes formes, comme il ressort de l’aperçu suivant :
1. a) De herstructureringen in de betrokken vakorganisaties kunnen verschillende vormen aannemen zoals blijkt uit volgend overzicht :
— informatisation de services;
— informatisering van diensten;
— recyclage de personnel;
— omscholing van personeel;
— utilisation plus efficace du temps de travail;
— efficie¨ntere benutting van de arbeidstijd;
— mise en place d’un plan pour l’emploi pour éviter des licenciements;
— invoering van een tewerkstellingsplan om ontslagen te vermijden;
2645
20724
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
— fusions d’organisations et suppression de secrétariats locaux;
— fusies van organisaties en opheffing van plaatselijke secretariaten;
— installation de centres de services, adaptation de structures de fonctionnement et de fonctions;
— inrichten van dienstencentra, aanpassing van werkingsstructuren en functie;
— introduction de mesures de redistribution de travail (par exemple : interruption de carrière professionnelle, travaux à temps partiel et prépension à mi-temps).
— invoering van arbeidsherverdelende maatregelen (bijvoorbeeld : loopbaanonderbreking, deeltijdse arbeid en halftijds brugpensioen).
b) Ce chiffre ne peut être déduit avec précision des données disponibles par organisation syndicale. Le nombre semble cependant très variable selon les cas. Au total, il devrait s’agir de quelque 160 prépensions.
b) Dit cijfer kan niet exact worden afgeleid uit de beschikbare gegevens per vakorganisatie. Het aantal lijkt wel zeer variabel naargelang het geval. In totaal moet het ongeveer gaan om een 160-tal brugpensioneringen.
2. En 1998, trois organisations syndicales se sont déjà vu octroyer le statut d’entreprise en difficulté.
2. In 1998 werd reeds aan drie vakorganisaties het statuut van onderneming in moeilijkheden toegekend.
Il s’agit de :
Het gaat om :
— ABVV-Federaal;
— ABVV-Federaal;
— ABVV-Werkloosheidskas Vlaams-Brabant;
— ABVV-Werkloosheidskas Vlaams-Brabant;
— Caisse de choˆmage FGTB régionale de Charleroi et Sud Hainaut.
— Caisse de choˆmage FGTB régionale de Charleroi et Sud Hainaut.
DO 979824547
DO 979824547
Question no 569 de M. Hans Bonte du 14 août 1998 (N.) :
Vraag nr. 569 van de heer Hans Bonte van 14 augustus 1998 (N.) :
Durée du travail. — Heures supplémentaires.
Arbeidsduur. — Overwerk.
La loi sur le travail du 16 mars 1971 comporte plusieurs dispositions relatives à la durée du travail. Celles-ci précisent entre autres les différentes conditions sous lesquelles des heures supplémentaires peuvent être effectuées.
De arbeidswet van 16 maart 1971 omvat verschillende bepalingen met betrekking tot de arbeidsduur. Zo worden diverse mogelijkheden omschreven waar er overwerk kan worden gepresteerd.
1. Quel est le nombre d’heures supplémentaires effectuées en Belgique durant ces dernières années ?
1. Hoeveel overuren werden er in Belgie¨ verricht tijdens de voorbije jaren ?
2. Quel est le nombre d’infractions à la réglementation relative aux heures supplémentaires constatées ces dernières années ?
2. Hoeveel inbreuken werden vastgesteld op de reglementering met betrekking tot overuren gedurende de voorbije jaren ?
3. Combien d’accords sur l’emploi ont comme objectif de transformer ce volume d’heures supplémentaires en emplois supplémentaires, et combien d’emplois réels ont été créés de la sorte ?
3. Hoeveel tewerkstellingsakkoorden voorzien als doelstelling in de omzetting van het overurenvolume in bijkomende jobs en hoeveel jobs zijn er op deze manier effectief bijgekomen ?
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les informations suivantes.
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende mee te delen.
1. Nombre d’heures supplémentaires
1. Het aantal overuren
On entend sous le même vocable d’« heures supplémentaires », différents types de dépassements de la durée du travail, qui n’entraıˆnent pas tous des conséquences identiques.
Onder de gemeenschappelijke noemer « overuren » gaan verschillende soorten arbeidsduuroverschrijdingen schuil die niet allemaal dezelfde gevolgen teweegbrengen.
a) Il existe tout d’abord les dépassements de la durée du travail, que constituent les prestations qui, suivant certaines modalités, peuvent dépasser les
a) Er zijn vooreerst de arbeidsduuroverschrijdingen, dit zijn de prestaties die de grens van 8 uur per dag en/of 40 uur per week of lagere grens vastgelegd bij
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
limites de 8 heures par jour et/ou 40 heures par semaine, ou des limites plus basses fixées par convention collective de travail rendue obligatoire, à condition que la durée moyenne hebdomadaire du travail soit respectée sur une période de référence (un trimestre, susceptible de prolongation jusqu’à un an dans certains cas), et en introduisant des repos compensatoires dans l’organisation du temps de travail. Il s’agit de dépassements des limites normales à la durée du travail prévisibles, en tant que planifiés dans les structures mêmes de l’organisation du travail. L’exemple-type est le travail en équipes successives et à feu continu. Ces dépassements de la durée du travail planifiés et prévisibles trouvent leur base juridique dans les articles 19 à 24 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail, dans la loi du 17 mars 1987 relative à l’introduction de nouveaux régimes de travail, ainsi que dans les conventions collectives de travail no 42 et 42bis conclues au sein du Conseil national du Travail. Du fait que ces dépassements de la durée du travail sont inclus dans les horaires figurant au règlement de travail, il s’avère très difficile de déceler les irrégularités par de seuls controˆles ponctuels sur les lieux de travail, tant que l’occupation de travailleurs ne s’effectue pas en dehors des horaires prévus au règlement de travail. Les infractions ne pourront être réellement détectées que si on constate que la durée du travail moyenne n’est pas respectée sur la période de référence appliquée dans l’entreprise, ou encore en cas de prestation d’heures supplémentaires visées par l’article 25 de la loi sur le travail du 16 mars 1971 (voir infra). b) Une deuxième catégorie de dépassements de la durée du travail comprend les heures supplémentaires qualifiées d’exceptionnelles ou imprévisibles. Il s’agit des heures supplémentaires autorisées temporairement par l’inspecteur- chef de district pour permettre à l’entreprise de faire face à un surcroıˆt extraordinaire de travail (article 25 de la loi sur le travail), ainsi que des heures supplémentaires, non prévisibles, nécessaires en raison de circonstances de force majeure (article 26 de la loi sur le travail). Il est impossible à l’inspection des lois sociales d’être informée de toutes les prestations d’heures supplémentaires visées aux points 1. a) et 1. b). En effet il faut observer que font défaut, les instruments de controˆle adaptés, tels un registre de présence généralisé et obligatoire qui paraıˆt être le seul document pertinent à cet égard, ainsi que le temps nécessaire à ces controˆles. Un simple controˆle occasionnel de la durée du travail est dans la majorité des cas insuffisant. Etablir la preuve des infractions exige le plus souvent de consacrer un temps considérable à des controˆles intensifs et répétés, visant l’application de la réglementation du temps de travail dans l’entreprise sur une plus longue période.
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20725
algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, binnen bepaalde limieten mogen overschrijden op voorwaarde dat de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over een referteperiode (een trimester, in sommige gevallen verlengbaar tot een jaar) wordt gerespecteerd door het inbouwen van inhaalrust in de organisatie van de arbeidstijdsregeling. Het gaat om voorziene overschrijdingen van de gewone grenzen van de arbeidsduur die structureel in de organisatie van de arbeidstijd gepland worden. Het typische voorbeeld is dat van de opeenvolgende ploegen en van de volcontinuarbeid. Deze planbare en voorzienbare arbeidsduuroverschrijdingen vinden hun rechtsgrond in de artikelen 19 tot 24 van de arbeidswet van 16 maart 1971, de wet van 17 maart 1987 betreffende de nieuwe arbeidsregelingen, de CAO nrs. 42 en 42bis van de Nationale Arbeidsraad.
Aangezien deze arbeidsduuroverschrijdingen in de uurroosters van het arbeidsreglement vervat zijn, kunnen overtredingen op deze categorie overuren zeer moeilijk door een punctuele controle in de werkplaats opgespoord worden zolang niet buiten de uurroosters van het arbeidsreglement wordt gewerkt. Inbreuken zullen maar aan het licht komen wanneer kan vastgesteld worden dat de gemiddelde arbeidsduur over de in de onderneming van kracht zijnde referteperiode niet werd gerespecteerd of in combinatie met prestatie van overuren bedoeld bij artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (cf. infra). b) Een tweede categorie arbeidsduuroverschrijdingen kan samengevat worden onder de noemer buitengewone of niet-voorzienbare overuren. Het betreft enerzijds de overuren die tijdelijk door de inspecteur-districtshoofd van de Inspectie van de sociale wetten worden toegestaan om de onderneming het hoofd te laten bieden aan een buitengewone vermeerdering van werk (artikel 25 van de arbeidswet) en anderzijds de dringende en onvoorzienbare overuren wegens overmacht (artikel 26 van de arbeidswet). Het is voor de Inspectie van de sociale wetten niet mogelijk kennis te hebben van alle in 1. a) en 1. b) bedoelde overuren. Daartoe ontbreken niet alleen de aangepaste controlemiddelen zoals een veralgemeend en verplichtend aanwezigheidsregister, het enige min of meer sluitend controledocument, maar ook de beschikbare controletijd. Eenmalige arbeidsduurcontroles volstaan immers vaak niet en het bewijs van een inbreuk kan vaak maar geleverd worden na een intensieve en tijdrovende opvolging van de arbeidstijdsregeling van een onderneming over langere termijn.
20726
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Les chiffres relatifs aux heures supplémentaires autorisées par les chefs de district de l’inspection des lois sociales, en exécution de l’article 25 de la loi sur le travail (surcroıˆt extraordinaire de travail), s’établissent comme suit:
Wat de overuren betreft die door het districtshoofd van de Inspectie worden toegestaan conform artikel 25 van de arbeidswet (buitengewone vermeerdering van werk), zijn de cijfers als vogt:
nombre d’employeurs:
aantal werkgevers:
en 1995: 24,
in 1995: 24,
en 1996: 27,
in 1996: 27,
en 1997: 27,
in 1997: 27,
total: 78;
totaal: 78;
nombre de travailleurs concernés:
aantal betrokken werknemers:
en 1995: 754,
in 1995: 754,
en 1996: 878,
in 1996: 878,
en 1997: 602,
in 1997: 602,
total: 2 234;
totaal: 2 234;
nombre d’heures supplémentaires:
aantal overuren:
en 1995: 33 812,
in 1995: 33 812,
en 1996: 50 967,
in 1996: 50 967,
en 1997: 43 050,
in 1997: 43 050,
total: 127 829.
totaal: 127 829.
Ce sont constamment les moyennes et grandes entreprises qui recourent à cette possibilité de dérogation.
Het zijn doorgaans middelgrote tot grote ondernemingen die op deze afwijkingsmogelijkheid beroep doen.
Au vu des chiffres mentionnés ci-après, l’Inspection peut présumer que nombre d’employeurs ne souhaitent pas utiliser les possibilités de dérogation, préférant faire prester des heures supplémentaires illégales, ce qui leur permet d’échapper aux controˆles du paiement du sursalaire et de l’octroi du repos compensatoire.
Zoals uit de verdere cijfers (hierna) zal blijken vermoedt de Inspectie dat veel werkgevers de bestaande reglementaire afwijkingsmogelijkheden niet wensen te benutten en liever illegale overuren laten presteren waardoor ze ook ontsnappen aan het toezicht op de betaling van overloon en het respecteren van de inhaalrust.
L’Inspection a consacré en 1998 une attention particulière à la problématique de la durée du travail. L’objectif poursuivi est d’obtenir la régularisation des heures supplémentaires par l’octroi de jours de repos compensatoires ou par l’engagement de travailleurs.
In 1998 besteedt de Inspectie van de sociale wetten een bijzondere aandacht aan de problematiek van de arbeidsduur. De bedoeling is de overuren te laten regulariseren via toekenning van inhaalrustdagen of aanwerving van werknemers.
2. Les infractions constatées : nombre d’infractions:
2. De vastgestelde inbreuken: aantal inbreuken:
en 1993: 917,
in 1993: 917,
en 1994: 1 188,
in 1994: 1 188,
en 1995: 1 145,
in 1995: 1 145,
en 1996: 1 537;
in 1996: 1 537;
nombre d’avertissements délivrés:
aantal verleende waarschuwingen:
en 1993: 363,
in 1993: 363,
en 1994: 463,
in 1994: 463,
en 1995: 296,
in 1995: 296,
en 1996: 391;
in 1996: 391;
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
nombre de régularisations effectuées:
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999) aantal opgelegde regularisaties:
en 1993: 350,
in 1993: 350,
en 1994: 469,
in 1994: 469,
en 1995: 581,
in 1995: 581,
en 1996: 829;
in 1996: 829;
nombre de procès-verbaux:
20727
aantal processen-verbaal:
en 1993: 204,
in 1993: 204,
en 1994: 256,
in 1994: 256,
en 1995: 268,
in 1995: 268,
en 1996: 317.
in 1996: 317.
Ce tableau ne comprend que les infractions qui ont pu être effectivement prouvées. L’Inspection a la conviction que ces chiffres ne comprennent qu’une fraction réduite du nombre réel de dépassements illégaux à la durée du travail.
Deze tabel bevat slechts de inbreuken die effectief konden bewezen worden. Het is de overtuiging van de Inspectie dat het slechts om een kleine fractie gaat van het werkelijk aantal gepresteerde illegale arbeidsduuroverschrijdingen.
De plus, comme l’atteste le tableau ci-dessus, l’Inspection ne se limite pas à un roˆle de pure répression.
Overigens treedt de Inspectie, zoals uit bovenstaande tabel blijkt, niet louter repressief op.
En 1996, par exemple, un montant total de 87,9 millions de francs de sursalaires a pu être régularisé.
In 1996 werden bijvoorbeeld voor 87,9 miljoen frank aan overloontoeslagen geregulariseerd.
3. Dans les organes paritaires suivants, on a conclu des accords pour l’emploi (1997-1998) qui prévoient une restriction du nombre d’heures supplémentaires:
3. In volgende paritaire organen werden tewerkstellingsakkoorden gesloten (1997-1998) die voorzien in een beperking van het aantal overuren:
— CP de l’industrie chimique (no 116);
— PC Scheikundige nijverheid (116);
— CP de la construction (no 124);
— PC Bouw (124);
— SCP pour les exploitations forestières (no 125.01);
— PSC Bosontginningen (125.01);
— CP de la transformation du papier et du carton (no 136);
— PC Papier- en kartonbewerking (136);
— SCP 140.01 des services publics d’autobus;
— PSC Openbare autobusdiensten (140.01);
— SCP 140.02 des services spéciaux d’autobus;
— PSC Speciale autobusdiensten (140.02);
— SCP 140.03 des autocars;
— PSC Autocars (140.03);
— CP des employés de la transformation du papier et du carton (no 222);
— PC Bedienden papier- en kartonbewerking (222);
— CP pour les employés des métaux non-ferreux (no 224);
— PC Bedienden non-ferro metalen (224);
— CP de l’industrie hoˆtelière (no 302);
— PC Hotelbedrijf (302);
— CP des services de garde (no 317);
— PC Bewakingsdiensten (317);
— SCP du transport urbain et régional de la Région de Bruxelles-Capitale (no 328.03).
— PSC Stads- en streekvervoer Brussels Hoofdstedelijk Gewest (328.03).
Il est pratiquement impossible de vérifier combien d’emplois ont été créés suite aux accords susmentionnés.
Het is vrijwel onmogelijk te achterhalen hoeveel jobs er zijn bijgekomen als gevolg van bovengenoemde akkoorden.
20728
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
—(152)—
DO 989900027
DO 989900027
Question no 580 de M. Tony Smets du 16 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 580 van de heer Tony Smets van 16 oktober 1998 (N.) :
Discriminations en matière d’assurance-vie.
Vormen van discriminatie bij het afsluiten van een levensverzekering.
Les hommes et les femmes font l’objet d’un traitement différent lorsqu’ils concluent une assurance-vie auprès de la CGER.
Bij het afsluiten van een levensverzekering bij de ASLK, worden mannen en vrouwen op verschillende manieren behandeld.
Un homme de 63 ans, par exemple, souscrit à une assurance-vie auprès de la CGER, en l’occurrence l’assurance CGER-Flexi Life. Un an plus tard, son épouse, aˆgée elle aussi de 63 ans, veut également souscrire la même assurance-vie auprès de la CGER. On lui répond que c’est impossible, la limite d’aˆge étant fixée à 60 ans alors qu’elle l’était à 65 ans pour les hommes.
Zo is er het geval van een man die op de leeftijd van 63 jaar een levensverzekering afsloot bij de ASLK, te weten de ASLK-Flexi Life. Toen zijn echtgenote evenwel een jaar later, eveneens op de leeftijd van 63 jaar, bij de ASLK dezelfde levensverzekering wou afsluiten, werd haar geantwoord dat dat niet kon, omdat voor de vrouw de leeftijdsgrens op 60 jaar is vastgelegd, terwijl dit voor de man 65 jaar is.
1. Cette distinction est-elle légale ?
1. Is dit onderscheid wettelijk ?
2. a) Des éléments objectifs la justifient-elles ?
2. a)
Zijn er objectieve elementen die dit onderscheid rechtvaardigen ?
b) Dans la négative, envisagez-vous, éventuellement en concertation avec le ministre compétent en matière d’assurances, de prendre des mesures pour mettre fin à cette discrimination entre hommes et femmes ?
b) Zo niet, overweegt u dan, eventueel in overleg met de minister bevoegd voor verzekeringen, maatregelen te nemen om deze discriminatie tussen man en vrouw weg te nemen ?
Réponse : L’honorable membre trouvera ci-dessous la réponse aux questions posées.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hieronder het antwoord op de gestelde vraag te vinden.
1. La distinction décrite par l’honorable membre concerne une distinction sur la base du sexe lors de l’offre de produits ou de services.
1. Het door het geachte lid beschreven onderscheid betreft een onderscheid op grond van het geslacht bij het aanbieden van producten of diensten.
La forme précitée de discrimination n’est pas couverte par la législation actuelle. Le Titre V de la loi du 4 août 1978 de réorientation économique interdit certes toute discrimination basée sur le sexe, mais seulement en ce qui concerne les conditions de travail, l’accès à l’emploi, la formation et la promotion professionnelles, ainsi que l’accès à une profession indépendante.
Voormelde vorm van discriminatie wordt niet bestreken door de huidige wetgeving. Titel V van de wet van 4 augustus 1978 tot economische herorie¨ntering verbiedt weliswaar discriminatie op grond van het geslacht, maar enkel in relatie tot de arbeidsvoorwaarden, de toegang tot het arbeidsproces, de beroepsopleiding en de promotiekansen en ten aanzien van de toegang tot een zelfstandig beroep.
Il y a aussi bien sûr les principes plus généraux de non-discrimination inscrits dans les articles 10 et 11 de la Constitution mais ici également, il y a une limitation en ce sens que les dispositions constitutionnelles précitées ne jouent que dans les relations entre l’autorité et ses sujets de droit.
Uiteraard zijn er nog de meer algemene beginselen van non-discriminatie, neergelegd in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, maar ook hier is er een beperking in die zin dat voornoemde grondwetsbepalingen enkel spelen in de verhouding tussen de overheid en haar rechtsonderhorigen.
La discrimination lors de l’offre de produits ou de services dans les relations entre particuliers (comme c’est le cas ici) n’est pas actuellement une forme de distinction interdite par la loi.
Discriminatie bij het aanbieden van producten of diensten in de verhouding tussen particulieren onderling (zoals in voorliggend geval), is op dit moment derhalve geen door de wet verboden vorm van onderscheid.
2. En ce qui concerne la deuxième question sur les éléments objectifs de justification, je fais connaıˆtre à l’honorable membre qu’il est possible d’utiliser lors de la détermination de prestations d’assurance des
2. Wat de tweede vraag over objectieve rechtvaardigingsgronden betreft, deel ik het geachte lid mede dat het mogelijk is om bij de vaststelling van verzekeringsprestaties gebruik te maken van zogenaamde actua-
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20729
facteurs de calcul actuariels, lesquels tiennent compte des différences existantes l’espérance de vie entre les hommes et les femmes.
rie¨le berekeningsfactoren, welke rekening houden met de bestaande verschillen in levensverwachting tussen mannen en vrouwen.
Toutefois, de tels facteurs de calcul actuariels ne peuvent fournir, selon moi, une justification sociale à l’utilisation d’un aˆge différent entre les hommes et les femmes comme condition d’accès à une assurance-vie.
Dergelijke actuarie¨le berekeningsfactoren kunnen mijns inziens echter geen maatschappelijke verantwoording opleveren voor het hanteren van een verschillende leeftijd tussen mannen en vrouwen als toegangsvoorwaarde tot een levensverzekering.
En outre, lors de l’application des facteurs de calcul actuariels précités, on pourrait partir du principe que les femmes puissent plus facilement conclure une assurance-vie à un aˆge plus avancé que les hommes, étant donné que leur espérance de vie est plus grande et qu’elles représentent donc un moins grand risque pour l’assureur.
Bovendien zou men bij toepassing van voormelde actuarie¨le berekeningsfactoren er mogen van uitgaan dat vrouwen op latere leeftijd makkelijker een levensverzekering kunnen afsluiten dan mannen, aangezien zij een hogere levensverwachting kennen en aldus voor de verzekeraar een verminderd risico vertegenwoordigen.
Cependant, dans le cas qui nous occupe, nous voyons le contraire et l’assureur concerné part apparemment de l’ancien régime légal des pensions, où l’aˆge de la pension était fixé à 60 ans pour la femme et 65 ans pour l’homme.
In het voorliggend geval is het omgekeerde echter het geval en gaat de betrokken verzekeraar blijkbaar uit van de oude wettelijke pensioenregeling, waarbij de pensioenleeftijd werd vastgelegd op 60 jaar voor de vrouw en op 65 jaar voor de man.
Si cela est le cas, on peut renvoyer à la loi du 26 juillet 1996 portant modernisation de la sécurité sociale et assurant la viabilité des régimes légaux des pensions et à l’arrêté d’exécution du 23 décembre 1996 qui introduisent une harmonisation progressive de l’aˆge de la pension des hommes et des femmes.
Indien dit laatste het geval is, dan kan worden verwezen naar de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenen en het uitvoeringsbesluit van 23 december 1996, welke een progressieve gelijkschakeling van de pensioenleeftijd voor mannen en vrouwen invoeren.
3. Afin d’avoir une idée plus précise de la situation, j’ai chargé mon administration d’examiner chez l’assureur concerné quel est le fondement précis de la distinction faite et de le prier de faire le nécessaire pour supprimer la discrimination précitée.
3. Teneinde een duidelijker beeld van de situatie te verkrijgen, heb ik mijn administratie alvast de opdracht gegeven om bij de betrokken verzekeraar na te gaan welke de precieze achtergrond is voor het gemaakte onderscheid en deze te verzoeken de nodige stappen te nemen om voormeld onderscheid te elimineren.
Si, à la suite de cette enquête, il devait apparaıˆtre que la distinction faite relève d’une pratique générale dans le monde des assurances, j’examinerai en concertation avec le ministre compétent pour les assurances quelles mesures peuvent être prises pour éliminer les discriminations existantes en ce domaine.
Indien als gevolg van dit onderzoek mocht blijken dat het gemaakte onderscheid een algemene praktijk uitmaakt in de verzekeringswereld, dan zal ik in overleg met de minister bevoegd voor verzekeringen, nagaan welke maatregelen kunnen worden getroffen om de bestaande discriminaties op dat domein weg te werken.
Ministre des Affaires sociales
Minister van Sociale Zaken
DO 979814020
DO 979814020
Question no 633 de M. Joseph Arens du 27 mai 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 633 van de heer Joseph Arens van 27 mei 1998 (Fr.) :
Fermeture de la Minière métallurgique RodangeAthus. — Cellule de l’emploi. — Société de diversification belgo-luxembourgeoise. ` la suite de la fermeture de la Minière métallurgiA que Rodange-Athus en septembre 1977, et avec l’aide
Sluiting van de « Minière métallurgique RodangeAthus ». — Werkgelegenheidscel. — « Société de diversification belgo-luxembourgeoise ». Naar aanleiding van de sluiting van de « Minière métallurgique Rodange-Athus » in september 1977
20730
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
du gouvernement, ont été créées, d’une part, la Cellule de l’emploi, à laquelle se sont inscrits des travailleurs de la sidérurgie licenciés, et, d’autre part, la Société de diversification belgo-luxembourgeoise (SDBL) au sein de laquelle une centaine d’ouvriers, travailleurs sidérurgiques, ont été occupés.
werden met de steun van de regering een werkgelegenheidscel, waarbij ontslagen staalarbeiders zich hebben ingeschreven, en de « Société de diversification belgoluxembourgeoise » (SDBL), die een honderdtal staalarbeiders tewerkstelde, opgericht.
Les ouvriers occupés par la SDBL percevaient un supplément de salaire, de la Cellule de l’emploi, qui leur permettait d’obtenir un traitement équivalent aux personnes qui y étaient inscrites.
De door de SDBL tewerkgestelde arbeiders ontvingen een overloon van de werkgelegenheidscel, waardoor hun loon gelijk was aan het loon van de arbeiders die bij de werkgelegenheidscel waren ingeschreven.
La Cellule de l’emploi a effectué, sur ces suppléments de salaire, une retenue pour la pension des ouvriers concernés. Il semblerait, cependant, que la Cellule de l’emploi n’a pas versé les cotisations de pensions sur ces suppléments à l’institution compétente, ce qui affecte aujourd’hui le droit à la pension des ouvriers concernés.
De werkgelegenheidscel heeft op dat overloon een bijdrage voor het pensioen van de betrokken arbeiders ingehouden. Maar aangezien zij de pensioenbijdragen op dat overloon niet aan de bevoegde instelling heeft doorgestort, zal dat gevolgen hebben voor de pensioenrechten van de betrokken arbeiders.
1. Pouvez-vous confirmer ces informations ?
1. Kan u dat bevestigen ?
2. Pour quelles raisons la Cellule de l’emploi n’aurait-elle pas versé les cotisations en question ?
2. Waarom heeft de werkgelegenheidscel de desbetreffende bijdragen niet betaald ?
3. De quel recours disposent les ex-travailleurs de la SDBL ?
3. Over welke rechtsmiddelen beschikken de voormalige SDBL-werknemers ?
Réponse : J’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre que, selon les informations obtenues auprès de l’Office national de sécurité sociale et selon l’enquête effectuée par le ministère de l’Emploi et du Travail auprés de ses propres services, mais aussi dans les services de la Région wallonne et dans les services du premier ministre où sont conservées les archives de l’ancien Comité ministériel de Coordination économique et sociale (CMCES), aucune trace des problèmes allégués n’apparaiˆt et aucun litige à ce sujet ne s’est produit. Les informations qui ont été recueillies auprès de responsables de l’époque, de Idelux (Intercommunale de Développement économique du Luxembourg belge) et des personnes actives dans cette cellule pour l’emploi, font apparaiˆtre que le problème aurait le caractère d’une rumeur inexacte.
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te laten weten dat, volgens informatie afkomstig van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en volgens het onderzoek van het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid bij zijn eigen diensten, maar ook bij de diensten van het Waalse Gewest en van de eerste minister waar de archieven van het vroegere Ministerieel Comité voor economische en sociale coo¨rdinatie (MCESC) worden bewaard, er geen enkel spoor bestaat dat wijst op de aangehaalde problemen en dat er hierover geen enkel geschil is gerezen. Volgens inlichtingen ingewonnen bij de toenmalige verantwoordelijken, bij Idelux (Intercommunale de Développement économique du Luxembourg belge) en mensen die in die werkgelegenheidscel hebben gewerkt, schijnt het probleem veeleer een gerucht dat niet klopt.
DO 979834781
DO 979834781
Question no 679 de M. Luc Sevenhans du 7 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 679 van de heer Luc Sevenhans van 7 oktober 1998 (N.) :
Soins palliatifs à domicile.
Palliatieve thuiszorg.
Il ressort d’une récente étude de l’INAMI que la plupart des gens décèdent à l’hoˆpital alors qu’ils souhaiteraient mourir chez eux. En outre, et c’est regrettable, les couˆts pour les patients en stade terminal dans les hoˆpitaux sont très élevés.
Uit een recente studie van het RIZIV blijkt dat de meeste mensen in ziekenhuizen sterven, terwijl ze dat liever thuis zouden willen doen. Vooral spijtig is dat het ook nog veel duurder is voor de maatschappij om terminale patie¨nten in het ziekenhuis te laten sterven.
Dans la pratique, il faut toutefois être assez nanti pour pouvoir mourir chez soi. Même si le fait de mourir à la maison entraıˆne de considérables économies pour l’assurance-maladie, aucune intervention
In de praktijk komt het erop neer dat iemand die de wens heeft om thuis te sterven voldoende kapitaalkrachtig moet zijn. Alhoewel de ziekteverzekering grote besparingen doet als de patie¨nt thuis wil sterven,
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20731
financière n’est prévue en faveur des patients ou de leur famille.
is er blijkbaar nog steeds geen financie¨le tegemoetkoming voor deze patie¨nten of hun familie.
Dans certains cas, les patients qui souhaitent mourir chez eux peuvent représenter une économie de 500 000 à 1 000 000 de francs. Or, rien n’est prévu pour le patient ou sa famille. S’il était possible de remédier à cette situation bizarre, l’économie substantielle pour l’INAMI, d’une part, et les dernières volontés de nombreuses personnes pourraient être respectées, d’autre part. Il reste donc du pain sur la planche.
Ik ken gevallen die, doordat de patie¨nt thuis wou sterven, een besparing betekenden tussen 500 000 en 1 000 000 frank. Maar voor de patie¨nt of de familie is er niets voorzien. Indien deze bizarre toestand zou kunnen opgelost worden, zou dit enerzijds voor het RIZIV een enorme besparing betekenen en anderzijds zou het voor veel mensen een vervulling kunnen zijn van hun laatste wens. Er moet dus duidelijk nog veel veranderen.
1. Avez-vous conscience de cette situation ? 2. Envisagez-vous des mesures à court terme ?
1. Bent u hiervan op de hoogte ? 2. Overweegt u een aantal maatregelen op korte termijn ?
3. Quelles initiatives ont déjà été prises ou sont prévues ?
3. Welke initiatieven zijn reeds genomen en welke zijn in het vooruitzicht gesteld ?
Réponse : En réponse aux questions posées par l’honorable membre, il y a tout d’abord lieu de signaler que les autorités politiques se préoccupent depuis un certain temps des soins palliatifs à domicile. Pendant plusieurs années, l’INAMI a octroyé par le biais d’un système de convention, un financement expérimental aux équipes multidisciplinaires pour les soins à domicile.
Antwoord : In antwoord op de door het geachte lid gestelde vragen moet eerst en vooral worden gesteld dat het beleid reeds geruime tijd aandacht heeft voor de palliatieve thuisverzorging. Gedurende meerdere jaren werd via een overeenkomstensysteem door het RIZIV een experimentele financiering verleend aan de multidisciplinaire equipes voor palliatieve thuiszorg.
Au début de cette année, des mesures légales ont été prises afin de donner un caractère définitif à ce financement. Par la loi du 22 février 1998 portant des dispositions sociales, les articles 22, 23 et 34 de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, ont été adaptés à cet effet. L’arrêté royal portant exécution de ces dispositions est soumis à la signature du Chef d’E´tat.
Begin dit jaar werden de wettelijke maatregelen getroffen om deze financiering een definitief karakter te bezorgen. Door de wet van 22 februari 1998 houdende sociale bepalingen werden de artikelen 22, 23 en 34 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoo¨rdineerd op 14 juli 1994, daartoe aangepast. Het koninklijk besluit dat uitvoering moet geven aan deze bepalingen ligt ter ondertekening van het Staatshoofd.
L’article 37 de la susdite loi AMI coordonnée a par ailleurs été adapté par la même loi du 22 février 1998, autorisant le Roi à supprimer ou à réduire les tickets modérateurs pour les patients palliatifs à domicile. Un groupe de travail du Collège des médecins-directeurs institué auprès du Service des soins de santé de l’INAMI examine actuellement les modalités d’exécution de cette loi.
Bovendien werd door dezelfde wet van 22 februari 1998 artikel 37 van genoemde gecoo¨rdineerde ZIV-wet aangepast, waardoor de Koning voor palliatieve thuispatie¨nten remgelden kan afschaffen of verminderen. Een werkgroep van het College van geneesherendirecteurs, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV, bestudeert momenteel de uitvoeringsmodaliteiten van deze wet.
DO 989900003
DO 989900003
Question no 683 de M. Claude Eerdekens du 13 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 683 van de heer Claude Eerdekens van 13 oktober 1998 (Fr.) :
Iode.
Jodium.
Il est notoire, comme l’a déjà dénoncé la revue Test Santé (no 15 de septembre 1996), que la population belge n’absorbe pas assez d’iode, un élément indispensable au bon fonctionnement de la thyroı¨de. L’Académie royale de médecine a émis en mai 1998
Het is algemeen bekend — en ook het tijdschrift « Test Santé » (nr. 15 van september 1996) wees daar al op — dat de Belgische bevolking onvoldoende jodium, een element dat onontbeerlijk is voor de goede werking van de schildklier, opneemt. De Koninklijke Aca-
2646
20732
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
une série de recommandations à l’attention des autorités pour répondre à cette préoccupation.
demie voor Geneeskunde formuleerde in mei 1998 een aantal aanbevelingen ter attentie van de overheid om dat te verhelpen.
1. Quel suivi avez-vous donné à ces informations ?
1. Welk gevolg heeft u aan die inlichtingen gegeven ?
2. Une commission d’experts devrait se charger de controˆler la teneur en iode des aliments et produits enrichis, ainsi que des analyses et des enquêtes auprès de groupes représentatifs de la population belge.
2. Een commissie van deskundigen zou het jodiumgehalte van voedingsmiddelen en verrijkte producten moeten controleren en bij een representatief aantal landgenoten analyses en onderzoeken moeten laten verrichten.
Avez-vous concrétisé cette importante recommandation ?
Heeft u concreet werk gemaakt van die belangrijke aanbeveling ?
Réponse : Il est exact que l’Académie royale de médecine a formulé des recommandations visant à accroıˆtre la consommation d’iode par la population et, partant, à améliorer sa fonction thyroı¨dienne.
Antwoord : De Koninklijke Academie voor Geneeskunde heeft inderdaad aanbevelingen opgesteld met als doel de inname van jodium te verhogen om alzo de schildklierfunctie van de Belgische bevolking te verbeteren.
Toutefois, l’application de ces recommandations ne relève pas de mes compétences, mais de celles du ministre de la Santé publique et des Pensions. (Question no 608 du 19 novembre 1998.)
Het toepassen van deze aanbevelingen behoort echter niet tot mijn competentie. Het is de minister van Volksgezondheid en Pensioenen die hiervoor bevoegd is. (Vraag nr. 608 van 19 november 1998.)
DO 989900010
DO 989900010
Question no 684 de M. Jozef Van Eetvelt du 13 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 684 van de heer Jozef Van Eetvelt van 13 oktober 1998 (N.) :
Pauvreté (même) en milieu rural.
Armoede (ook) op het platteland.
L’hypothèse selon laquelle le problème de la pauvreté se limiterait aux (grandes) villes est exacte. Une étude de la Fondation Roi Baudouin lève tout doute à ce sujet. L’étude « Sociale uitsluiting in plattelandsgebieden » met en évidence quelques problèmes importants : le taux de scolarité inférieur en milieu rural (l’enseignement ne constituerait pas une priorité) et le fait que la pauvreté y touche essentiellement des personnes plus aˆgées (dans les villes, les jeunes sont les plus touchés). La pauvreté en milieu rural est également beaucoup moins bien localisée. L’époque ou` « chacun connaissait chacun » est révolue. Dans les communes rurales, les terrains à baˆtir deviennent en outre (plus) couˆteux en raison de l’exode des villes. Il s’y ajoute que les transports publics sont insuffisants, la voiture restant dès lors la seule et couˆteuse solution.
Het vermoeden, als zou armoede een probleem zijn dat beperkt blijft tot de (groot)steden, klopt niet. Een studie van de Koning Boudewijnstichting laat daarover niet de minste twijfel bestaan. « Sociale uitsluiting in plattelandsgebieden » wijst op enkele belangrijke pijnpunten : de lagere scholingsgraad op het platteland (want onderwijs zou geen prioriteit zijn), armen vind je hier vooral bij de oudere bevolkingscategorie (in de steden bij jongeren). Buiten is die armoede ook een veel minder duidelijk gelokaliseerd fenomeen. De tijd van « iedereen kent hier iedereen » is voorbij. Bovendien wordt ook in rurale gemeenten de bouwgrond duur(der) als een gevolg van de stadsvlucht. Daartegenover staat een ondermaats openbaar vervoer, zodat een wagen vaak de (duurste maar) enig haalbare oplossing blijft.
Les chercheurs plaident, en tant que solution de rechange, en faveur de projets à petite échelle qui assureraient par exemple la qualité de l’habitat et mettraient dès lors fin à l’exclusion sociale. Les auteurs de l’étude s’expriment également sans détour en faveur d’un renforcement des CPAS locaux.
Als haalbare alternatieven pleiten de onderzoekers voor kleinschalige projecten die de verbetering van, bijvoorbeeld, de woonkwaliteit garanderen en bijgevolg de sociale uitsluiting ongedaan maken. De studie pleit ook onomwonden voor een versterking van de lokale OCMW’s.
1. a) Les autorités fédérales sont-elles suffisamment familiarisées avec le phénomène de la pauvreté en milieu rural ?
1. a) Is het fenomeen van de armoede op het platteland genoegzaam bekend bij de federale overheid ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20733
b) Dans l’affirmative, quelles mesures politique ont été mises en œuvre pour substituer à l’état de la pauvreté une situation de vie acceptable ?
b) Zo ja, welke beleidsmaatregelen zijn uitgezet om deze armoedesituatie om te buigen tot een haalbaar leefklimaat ?
c) Dans la négative, le rapport ne doit-il pas inciter à prendre des mesures supplémentaires ?
c) Zo neen, is dit rapport een aanleiding om bijkomende maatregelen te treffen ?
d) De quelles mesures s’agit-il et quels partenaires sont concernés ?
d) Welke en met welke partners ?
2. a) Est-il possible de renforcer les CPAS locaux et des accords concrets ont-ils déjà été conclus en cette matière ?
2. a) Is het een haalbare kaart om de lokale OCMW’s nog te versterken en zijn in dat verband al concrete afspraken gemaakt ?
b) Dans l’affirmative, avec quelles communes ?
b) Zo ja, met welke gemeenten ?
Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que la question posée relève de la compétence de M. Peeters, secrétaire d’E´tat à l’Intégration sociale et à l’Environnement qui elle a également été posée (question no 162 du 13 octobre 1998).
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat de gestelde vraag tot de bevoegdheid behoort van de heer Peeters, staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu aan wie ze eveneens gesteld werd (vraag nr. 162 van 13 oktober 1998).
DO 989900025
DO 989900025
Question no 687 de M. Tony Smets du 16 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 687 van de heer Tony Smets van 16 oktober 1998 (N.) :
Allocations pour l’aide aux personnes aˆgées. — Calcul des moyens d’existence. — Montant indexé du revenu cadastral des biens immobiliers.
Tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden. — Berekening van de bestaansmiddelen. — Geı¨ndexeerd bedrag van het kadastraal inkomen van onroerende goederen.
Pour l’octroi de l’allocation pour l’aide aux personnes aˆgées, les services tiennent compte, pour le calcul des moyens d’existence du demandeur, du montant indexé du revenu cadastral des biens immobiliers.
Bij de berekening van de bestaansmiddelen van de aanvrager in het kader van de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, houden de diensten rekening met het geı¨ndexeerd bedrag van het kadastraal inkomen van onroerende goederen.
Or, à l’article 9 de l’arrêté royal du 5 mars 1990 relatif à l’allocation pour l’aide aux personnes aˆgées, il n’est pas question d’un montant indexé.
Nochtans is in artikel 9 van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden nergens sprake van een geı¨ndexeerd bedrag.
Je voudrais me référer ici au calcul des moyens d’existence dans le cadre des demandes d’octroi du minimex. Lors du calcul du revenu du bien immobilier dont le demandeur du minimum de moyens d’existence a la pleine propriété ou l’usufruit, le CPAS n’est tenu de prendre en considération que le montant non indexé du revenu cadastral (question no 110 de M. Valkeniers du 27 mars 1997, Questions et Réponses, Chambre, 1996-1997, no 82, p. 11314).
Ik verwijs naar de berekening van de bestaansmiddelen bij een aanvraag voor bestaansminimum waar het OCMW bij de berekening van het inkomen van het onroerend goed dat de aanvrager van het bestaansminimum in volle eigendom bezit of waarvan hij het vruchtgebruik heeft, slechts het niet-geı¨ndexeerd bedrag van het kadastraal inkomen in aanmerking dient te nemen (vraag nr. 110 van de heer Valkeniers van 27 maart 1997, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1996-1997, nr. 82, blz. 11314).
Sur quelles dispositions légales l’administration s’appuie-t-elle pour prendre en considération le montant indexé du revenu cadastral pour le calcul des allocations pour l’aide aux personnes aˆgées ?
Op welke rechtsgrond baseert de administratie zich om toch het geı¨ndexeerd bedrag van het kadastraal inkomen in aanmerking te nemen voor de berekening van de tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden ?
Réponse : J’ai l’honneur d’informer l’honorable membre que le sujet de sa question ressort de la compétence de M. Peeters, secrétaire d’E´tat à
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid mede te delen dat het onderwerp van zijn vraag tot de bevoegdheid behoort van de heer Peeters, staatssecretaris voor
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20734
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
l’Intégration sociale et à l’Environnement, à qui cette question est transmise pour suite utile (question no 169 du 18 novembre 1998).
Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, aan wie deze vraag dan ook voor verder gevolg werd doorgestuurd (vraag nr. 169 van 18 november 1998).
Ministre des Transports
Minister van Vervoer
DO 979814144
DO 979814144
Question no 738 de M. Maurice Didden du 26 mai 1998 (N.) :
Vraag nr. 738 van de heer Maurice Didden van 26 mei 1998 (N.) :
SNCB. — Retards.
NMBS. — Treinvertragingen.
Les plaintes des usagers du rail concernant les retards des trains de la SNCB continuent à affluer.
Nog steeds zijn er herhaaldelijk klachten over vertragingen van de treinen van de NMBS.
Ainsi, le lundi 11 mai 1998, le train IC de 15 h 07 reliant Hasselt à la coˆte a été attardé plusieurs fois, notamment pendant 30 minutes à Landen et pendant plus de 20 minutes à Bruxelles. Des voyageurs ratent ainsi leur correspondance, voient leur planning s’écrouler, etcetera.
Onder meer op maandag 11 mei 1998 werd de ICtrein Hasselt-Kust van 15.07 uur meermaals opgehouden, onder andere 30 minuten te Landen en meer dan 20 minuten te Brussel. Planningen lopen hierdoor in het honderd, aansluitingen worden gemist, enzovoort.
1. Quelles sont les causes de ces retards, et cet état de choses est-il conforme aux termes du contrat de gestion conclu entre l’E´tat et la SNCB ?
1. Waaraan zijn dergelijke vertragingen te wijten en is dit in overeenstemming met het beheerscontract dat tussen de Staat en de NMBS werd gesloten ?
2. Prévoit-on des mesures pour remédier aux problèmes évoqués ?
2. Zijn er maatregelen in het vooruitzicht gesteld om dergelijke wantoestanden te verhelpen ?
Réponse :
Antwoord :
1. Le retard du train IC 690 Hasselt-Littoral auquel se réfère l’honorable membre a été occasionné par un retard encouru par le matériel qui devait entrer dans la composition de ce train, des problèmes d’accouplement à Landen, des dérangements de la signalisation à Bruxelles-Nord et un incident technique au train précédant entre Bruxelles et Denderleeuw.
1. De vertraging aan de IC-trein 690 Hasselt-Kust, waarnaar het geachte lid refereert, werd veroorzaakt door vertraging opgelopen aan het materieel waaruit deze trein wordt samengesteld, koppelingsproblemen te Landen, seinstoringen te Brussel-Noord en een technisch incident aan een voorgaande trein tussen Brussel en Denderleeuw.
Le contrat de gestion conclu entre l’E´tat et la SNCB prévoit que la SNCB doit faire en sorte que 95 % des trains de voyageurs arrivent avec un maximum de 5 minutes de retard.
In het beheerscontract gesloten tussen de Staat en NMBS werd overeengekomen dat de NMBS 95 % van de reizigerstreinen moet laten rijden met maximaal 5 minuten vertraging bij aankomst.
2. Afin d’accroıˆtre la fiabilité du matériel et de l’infrastructure, un certain nombre de mesures techniques ont été prises. Il a aussi été veillé à pouvoir intervenir plus rapidement en cas de panne.
2. Om de betrouwbaarheid van het materieel en de infrastructuur te verhogen werden een aantal technische maatregelen doorgevoerd. Ook werd ervoor gezorgd dat bij defecten sneller kan ingegrepen worden.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Ministre de la Fonction publique
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20735
Minister van Ambtenarenzaken
DO 989900068
DO 989900068
Question no 304 de M. Jean-Pierre Viseur du 23 octobre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 304 van de heer Jean-Pierre Viseur van 23 oktober 1998 (Fr.) :
Régime de travail de quatre jours. — Provinces et communes.
Vierdagenweek. — Provincies en gemeenten.
Quelles sont les provinces et les communes qui ont opté pour un régime de travail de quatre jours en application de l’article 14 de la loi du 10 avril 1995 relative à la redistribution du travail dans le secteur public ?
Welke provincies en gemeenten hebben conform artikel 14 van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector voor de vierdagenweek geopteerd ?
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer ci-après à l’honorable membre, l’information demandée.
Antwoord : Hierbij deel ik het geachte lid de gevraagde informatie mede.
La loi du 10 avril 1995 relative à la redistribution du travail dans le secteur public a été modifiée par la loi du 3 décembre 1997 parue au Moniteur belge du 30 décembre. Suite à cette modification, les communes et provinces ne doivent plus souscrire d’engagement pour permettre à leur personnel de bénéficier du régime de la semaine volontaire de quatre jours dans les conditions imposées auparavant par la loi du 10 avril 1995. Les conseils communaux et provinciaux déterminent de manière autonome les modalités d’exécution de ce régime et les soumettent aux procédures d’usage en matière de consultation syndicale et de tutelle administrative. Par conséquent, en raison de cette autonomie, je ne suis pas en mesure de vous fournir un relevé des diverses communes et provinces ayant opté pour un régime de travail de quatre jours.
De wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector werd gewijzigd bij de wet van 3 december 1997 die verscheen in het Belgisch Staatsblad van 30 december 1997. Ingevolge deze wijziging moeten de gemeenten en provincie¨n geen verbintenis meer aangaan om hun personeel in staat te stellen de regeling van de vrijwillige vierdagenweek te genieten onder de voorwaarden die vooraf door de wet van 10 april 1995 zijn opgelegd. De gemeente- en provincieraden bepalen autonoom de uitvoeringsvoorwaarden van deze regeling en onderwerpen ze aan de gebruikelijke procedures inzake vakbondsraadpleging en administratieve voogdij. Bijgevolg en wegens deze autonomie, ben ik niet in staat u een overzicht te geven van de verschillende gemeenten en provincie¨n die voor een arbeidsregeling van vier dagen gekozen hebben.
Quant aux centres publics d’aide sociale, ils doivent au préalable, introduire une demande auprès du ministre fédéral de la Fonction publique pour être repris sous le champ d’application de la loi du 10 avril 1995 par arrêté royal délibéré en Conseil des ministres.
De openbare centra voor maatschappelijk welzijn van hun kant moeten vooraf een aanvraag bij de federale minister van Ambtenarenzaken indienen om bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit in het toepassingsgebied van de wet van 10 april 1995 opgenomen te worden.
Pour votre information, au 31 octobre 1998, 42 centres publics d’aide sociale étaient repris dans le régime des quatre jours/semaine à savoir ceux de:
Ter inlichting, op 31 oktober 1998 waren 42 openbare centra voor maatschappelijk welzijn in de regeling der vierdagenweek opgenomen, nl. die van:
Amay, Anderlues, Braine-le-Comte, Bredene, Buggenhout, Dalhem, Durbuy, Enghien, Erquelinnes, Essen, Gent, Gerpinnes, Herselt, Herstal, Herve, Kapelle-op-den-Bos, La Hulpe, Laakdal, Lanaken, Lennik, Lessines, Lo-Reninge, Lommel, Londerzeel, Mouscron, Neupré, Ninove, Olen, Oostende, Oud-Heverlee, Oupeye, Pont-à-Celles, Seraing, Sint-Pieters-Leeuw, Sint-Truiden, Ternat, Verviers, Visé, Waarschot, Willebroek, Wuustwezel.
Amay, Anderlues, Braine-le-Comte, Bredene, Buggenhout, Dalhem, Durbuy, Edingen, Erquelinnes, Essen, Gent, Gerpinnes, Herselt, Herstal, Herve, Kapellen-op-den-Bos, La Hulpe, Laakdal, Lanaken, Lennik, Lessines, Lo-Reninge, Lommel, Londerzeel, Moeskroen, Neupré, Ninove, Olen, Oostende, Oud-Heverlee, Oupeye, Pont-à-Celles, Seraing, Sint-Pieters-Leeuw, Sint-Truiden, Ternat, Verviers, Visé, Waarschot, Willebroek, Wuustwezel.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20736
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Ministre de la Justice
Minister van Justitie
DO 009550184
DO 009550184
Question no 116 de M. Ignace Van Belle du 6 décembre 1995 (N.) :
Vraag nr. 116 van de heer Ignace Van Belle van 6 december 1995 (N.) :
Criminalité juvénile liée à la toxicomanie. — Lutte.
Drugscriminaliteit bij jongeren. — Bestrijding.
` Bruxelles, mais dans d’autres villes également, des A jeunes bien organisés se livrent au trafic de stupéfiants. Il ressort des statistiques que 40 % des revendeurs ont moins de 18 ans. Cela pose des problèmes particuliers, notamment parce que ces jeunes ne peuvent être poursuivis efficacement pour les infractions qu’ils ont commises.
In Brussel, maar ook in andere steden, werken jongeren goed georganiseerd in de drughandel. Cijfers wijzen erop dat 40 % van de drugdealers jonger zijn dan 18 jaar. Dit stelt bijzondere problemen onder meer omdat men deze jongeren niet op een doeltreffende wijze kan vervolgen voor de gepleegde misdrijven.
1. Quelles actions spécifiques sont prévues pour lutter contre la délinquence juvénile liée à la toxicomanie dans tous ses aspects (usage, revente, délits patrimoniaux pour se procurer de la drogue, absentéisme scolaire, actes de violence, etc.) ?
1. Welke bijzondere acties worden er voorzien om de drugdelinquentie bij jongeren in al zijn aspecten (gebruiken, dealen, vermogensdelicten om drugs aan te schaffen, schoolverzuim, gewelddaden, ...) te bestrijden ?
2. Comment ces actions sont-elles coordonnées ?
2. Hoe is deze aanpak georganiseerd ?
3. Comment la collaboration entre les différents services de police dans ce domaine se passe-t-elle ?
3. Hoe verloopt de samenwerking tussen de diverse politiediensten op dit vlak ?
4. Comment la collaboration entre police, ministère public et tribunaux de la jeunesse se passe-t-elle ?
4. Hoe verloopt de samenwerking tussen politie, openbaar ministerie en de jeugdrechtbanken ?
5. Quels résultats peut-on présenter à cet égard ?
5. Welke resultaten kunnen in dit verband worden voorgelegd ?
6. Comment envisage-t-on d’intensifier la lutte contre la criminalité juvénile liée aux stupéfiants ?
6. Welke plannen bestaan er om de strijd tegen de drugcriminaliteit bij jongeren op te drijven ?
Réponse complémentaire :
Aanvullend antwoord :
4. En règle générale, la collaboration entre la police, le ministère public et les tribunaux de la jeunesse se déroule de manière satisfaisante selon des modalités qui peuvent différer en fonction des pratiques locales. Dans l’arrondissement judiciaire de Verviers, il n’y a cependant aucune collaboration entre la gendarmerie et le parquet dans le domaine concerné. Certains dossiers sont gérés conjointement par la gendarmerie et la police communale.
4. In het algemeen verloopt de samenwerking tussen politie, openbaar ministerie en de jeugdrechtbanken bevredigend, volgens modaliteiten die kunnen verschillen in functie van de plaatselijke praktijk. In het gerechtelijk arrondissement van Verviers is er echter geen samenwerking tussen rijkswacht en parket op dit vlak. Sommige dossiers worden er door de rijkswacht samen met de gemeentelijke politie beheerd.
5. Dans l’arrondissement judiciaire de Louvain, en cas de nécessité, police et parquet discutent des actions à entreprendre. Le parquet de l’arrondissement judiciaire de Liège a été préalablement informé de quelques actions de la gendarmerie dans les écoles. Au sein de l’arrondissement de Gand, la police est particulièrement bien mise au courant de la politique du parquet et il y a, en outre, des contacts personnels dans le cadre de la relation police-parquet.
5. In het gerechtelijk arrondissement Leuven worden acties door politie en parket samen besproken, indien nodig. Het parket van het gerechtelijk arrondissement Luik werd voorafgaandelijk op de hoogte gesteld bij enkele acties van de rijkswacht in de scholen. In het arrondissement van Gent is de politie bijzonder op de hoogte van het beleid van het parket en daarnaast zijn er persoonlijke contacten in de relatie politie-parket.
` Termonde, la police et le parquet se concertent A ` Furnes, le parquet demande toujours régulièrement. A
In Dendermonde is er regelmatig overleg tussen politie en parket. In Veurne is het zo dat het parket
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20737
une enquête sociale au service sociale du tribunal de la jeunesse avant de prendre une décision (sauf lorsqu’il s’agit d’une consommation unique ou occasionnelle de drogue).
steeds alvorens een beslissing te nemen een maatschappelijk onderzoek vraagt aan de sociale dienst van de jeugdrechtbank (behoudens in geval van een eenmalig en occasioneel druggebruik).
` Bruxelles, une directive régit la collaboration A entre le parquet et les services de police. Celle-ci prévoit, notamment, que la police doit contacter le magistrat du parquet de service lorsque le mineur ` Audenarde, le traitement arrêté est un toxicomane. A et la prévention du problème font l’objet de réunions régulières entre la gendarmerie, le parquet et le tribunal de la jeunesse.
In Brussel bestaat er een richtlijn die de samenwerking tussen parket en politiediensten regelt. Deze bepaalt bijvoorbeeld dat de politie de dienstdoende parketmagistraat dient te contacteren wanneer de aangehouden minderjarige een druggebruiker is. In Oudenaarde zijn er zelfs regelmatige samenkomsten van zowel rijkswacht, parket als jeugdrechtbank over de behandeling en de preventie van het probleem.
DO 959602518
DO 959602518
Question no 345 de M. Filip De Man du 9 septembre 1996 (N.) :
Vraag nr. 345 van de heer Filip De Man van 9 september 1996 (N.) :
Bruxelles. — Pratiques pédophiles.
Brussel. — Pedofiliepraktijken.
Début septembre 1996, on a pu lire dans l’hebdomadaire « Humo » et entendre dans l’émission de la BRT « Ter Zake » un certain nombre de déclarations très inquiétantes à propos de pratiques pédophiles dans le centre de Bruxelles. Les déclarations faites par M. De Mot, prêtre, et M. Teugels, directeur de l’association « Adzon », sont révélatrices :
Begin september 1996 werden zowel in het weekblad Humo als in het BRT-programma « Ter Zake » zeer verontrustende uitspraken gedaan over de pedofiliepraktijken in het centrum van Brussel. De verklaringen van priester De Mot en Adzon-directeur Teugels liegen er niet om :
« 1. Les prostituées mineures connaissent M. Nihoul, cité dans le scandale Dutroux.
« 1. De minderjarige prostituées blijken de heer Nihoul, vernoemd in het Dutroux-schandaal, te kennen.
2. De nombreux Flamands, Wallons et Bruxellois y sont également « connus ». On signale même la présence de parlementaires dans leur voiture munie d’une plaque P qui embarquent des mineurs à la vue de tous.
2. Heel wat bekende Vlamingen, Walen en Brusselaars zijn eveneens « gekend », er worden zelfs « parlementsleden gesignaleerd met hun auto met P-plaat » die de minderjarigen « in het zicht van half Brussel oppikken ».
3. Les mineurs se sentent menacés parce qu’un certain nombre de personnes arrêtées dans le cadre d’une récente affaire de pédophilie circulent à nouveau dans le quartier de la Bourse et accostent les jeunes. MM. De Mot et Teugels déclarent, à ce sujet, qu’ils ont immédiatement réagi par l’envoi d’une lettre au procureur du Roi.
3. « De minderjarigen voelen zich bedreigd » omdat een aantal personen die in een recente pedofiliezaak werden opgepakt opnieuw in de buurt van de Brusselse Beurs rondlopen en de jongeren aanklampen. De heren De Mot en Teugels zeggen hierover dat ze « meteen gereageerd hebben met een brief naar de procureur des Konings ».
4. La police connaıˆt les endroits ou` les pédophiles accostent les mineurs. M. De Mot parle du « Boulevard ». »
4. « De politie kent de plaatsen » waar pedofielen de minderjarigen aanklampen. De heer De Mot vernoemt « De Boulevard ». »
1. Ces déclarations très graves font-elles l’objet d’une enquête auprès du parquet ?
1. Kan u meedelen of er omtrent al deze zwaarwichtige verklaringen een onderzoek loopt bij het parket ?
2. Dans la négative, ne conviendrait-il pas de mener une enquête ?
2. Zo neen, is het niet aangewezen dat een onderzoek wordt opgestart ?
3. Ne conviendrait-il pas, notamment, de vérifier le plus rapidement possible s’il est effectivement question de « menaces » envers des mineurs ?
3. Is het onder meer niet aangewezen om zo snel mogelijk na te gaan of er inderdaad sprake is van « bedreiging » van de minderjarigen ?
20738
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
4. Les graves accusations concernant des parlementaires sont-elles vérifiées ?
4. Worden de zware beschuldigingen inzake betrokken parlementsleden gecontroleerd ?
Réponse : Pour la réponse à cette question, je renvoie l’honorable membre à la réponse donnée par mon prédécesseur aux questions d’actualité analogues de sa part en commission de la Justice de la Chambre le 9 juin 1997 (questions nos 214 et 215, Annales, Chambre, 1996-1997, AC48, p. 1).
Antwoord : Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik het geachte lid naar het antwoord dat mijn voorganger hem op 9 juni 1997 heeft verstrekt op zijn gelijkluidende actualiteitsvragen in de kamercommissie Justitie (vragen nrs. 214 en 215, Handelingen, Kamer, 1996-1997, AC48, blz. 1).
DO 969700823
DO 969700823
Question no 474 de M. Vincent Decroly du 24 janvier 1997 (Fr.) :
Vraag nr. 474 van de heer Vincent Decroly van 24 januari 1997 (Fr.) :
Dispositions sociales et diverses. — Interprétation de certains articles.
Sociale en diverse bepalingen. — Interpretatie van bepaalde artikelen.
A. La loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales et diverses prévoit en son article 202 d’insérer dans la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques un article 70bis rédigé comme suit : « Le Roi fixe, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, les moyens techniques par lesquels Belgacom et les exploitants des services non réservés qu’il désigne doivent permettre, le cas échéant, éventuellement conjointement, le repérage, les écoutes, la prise de connaissance et l’enregistrement des télécommunications privées dans les conditions prévues par la loi du 30 juin 1994 relative à la protection de la vie privée contre les écoutes, la prise de connaissance et l’enregistrement de communications et de télécommunications privées. »
A. Artikel 202 van de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen bepaalt dat in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven een artikel 70bis ingevoegd wordt, luidende : « De Koning bepaalt, bij een in Ministerraad overlegd besluit, de technische middelen waarmee Belgacom en de door hem aangewezen uitbater van de niet-gereserveerde diensten, in voorkomend geval, eventueel gezamenlijk, moeten instaan om het opsporen, afluisteren, kennisnemen en opnemen van privé-telecommunicaties onder de voorwaarden bepaald door de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren, kennisnemen en opnemen van privé-communicatie en -telecommunicatie, mogelijk te maken. »
B. L’article 203 de la même loi du 21 décembre 1994 portant des dispositions sociales et diverses dispose que l’article 95, alinéa 1er, de la loi du 21 mars 1991, est complété comme suit : « 5o l’appareil terminal rend inefficaces les moyens permettant, dans les conditions prévues aux articles 88bis et 90ter à 90decies du Code d’instruction criminelle, le repérage, les écoutes, la prise de connaissance et l’enregistrement des télécommunications privées. »
B. Artikel 203 van diezelfde wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen bepaalt dat artikel 95, eerste lid, van de wet van 21 maart 1991 als volgt wordt aangevuld : « 5o het eindapparaat de middelen ondoeltreffend maakt die het opsporen, afluisteren, kennisnemen en opnemen van privételecommunicatie onder de voorwaarden bepaald door de artikelen 88bis en 90ter tot 90decies van het Wetboek van Strafvordering mogelijk maken. »
Dans la pratique, cette formulation laisse ouverte la possibilité de dérives paraissant particulièrement dangereuses, comme par exemple l’interdiction d’utiliser les techniques d’encryptage qui servent, pourtant, dans des applications de plus en plus nombreuses, non seulement à garantir le secret des communications, mais aussi et surtout à authentifier un message.
In de praktijk zet een dergelijke formulering de deur open voor heel gevaarlijke uitwassen, zoals het verbod om coderingstechnieken toe te passen. Boodschappen worden nochtans in steeds meer toepassingen gecodeerd, niet alleen om geheime informatie te kunnen overbrengen, maar ook en vooral om de boodschap te authentiseren.
1. Quelle solution préconisez-vous au problème d’interprétation des articles 202 et 203 de la loi précitée du 21 décembre 1994 ?
1. Hoe moeten de artikelen 202 en 203 van de voornoemde wet van 21 december 1994 worden geı¨nterpreteerd ?
2. Est-il concevable et possible que des arrêtés d’application soient pris dans le sens d’une interdic-
2. Is het mogelijk, of zelfs denkbaar, dat uitvoeringsbesluiten worden genomen met het oog op een
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20739
tion complète de l’utilisation des dispositifs d’encryptage ?
volledig verbod van het gebruik van coderingssystemen ?
Réponse : Dans sa question parlementaire, M. Decroly aborde la problématique de l’utilisation de la cryptographie et exprime son inquiétude à propos d’une série de dispositions légales qui risquent d’entraver le recours à cette technique.
Antwoord : De heer Decroly haalt in zijn parlementaire vraag de problematiek aan van het gebruik van cryptographie en drukt zijn bezorgdheid uit omtrent een aantal wetgevende bepalingen die het risico bevatten het gebruik van deze techniek te belemmeren.
L’inquiétude de M. Decroly n’est désormais plus fondée dans la mesure où les dispositions visées ont été modifiées au 1er janvier 1998, libéralisant ainsi l’utilisation de la cryptographie en Belgique.
De bezorgdheid van de heer Decroly is momenteel niet meer gegrond daar de betrokken bepalingen per 1 januari 1998 gewijzigd zijn waardoor het gebruik van cryptographie in Belgie¨ geliberaliseerd is.
Lors de l’élaboration de la loi du 30 juin 1994 relative à la protection de la vie privée contre les écoutes, la prise de connaissance et l’enregistrement de communications et de télécommunications privées, il a effectivement été tenu compte du fait que l’utilisation de la cryptographie pouvait rendre certaines informations illisibles et donc inutilisables. C’est la raison pour laquelle la loi-programme du 21 décembre 1994, en particulier les articles 202 et 203, a apporté des modifications aux articles 70bis et 95 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques. Sur la base de ces dispositions, le ministre des Télécommunications a été habilité à intervenir lorsqu’il s’avère qu’un « équipement terminal » déterminé rend l’application de la loi sur les écoutes impossible (article 95, alinéa premier, 5o). Ainsi, l’agrément pour la vente de cet équipement sur le marché belge peut être retiré. Par ailleurs, les opérateurs de réseau se sont vu imposer l’obligation de prêter leur collaboration technique pour rendre les écoutes et la prise de connaissance possibles (article 70bis). Il convient de prendre encore les mesures d’exécution nécessaires en la matière.
Tijdens het opstellen van de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer tegen het afluisteren, kennisnemen en opnemen van privécommunicatie en -telecommunicatie werd er inderdaad rekening gehouden met de mogelijkheid dat door het gebruik van cryptografie bepaalde berichten onleesbaar en dus onbruikbaar kunnen gemaakt worden. Daarom werden er door de programmawet van 21 december 1994, meer bepaald de artikelen 202 en 203, wijzigingen aangebracht aan de artikelen 70bis en 95 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Op basis van deze bepalingen werd de minister van Telecommunicatie toegelaten op te treden wanneer blijkt dat bepaalde « eindapparatuur » de toepassing van de afluisterwet onmogelijk maakt (artikel 95, eerste lid, 5o). De vergunning voor de verkoop van deze apparatuur op de Belgische markt kan namelijk worden ingetrokken. Tevens werd aan de netwerkoperatoren de verplichting opgelegd hun technische medewerking te verlenen om afluisteren of kennisnemen mogelijk te maken (artikel 70bis). De noodzakelijke uitvoeringsbepalingen dienen terzake nog te worden genomen.
L’interprétation de ces articles de loi fut source de discussion. De plus fut exprimée la crainte que ces dispositions légales puissent entraıˆner l’interdiction totale de l’utilisation de la cryptographie. Deux propositions de loi visant à abroger les articles concernés furent d’ailleurs déjà déposées en 1996 (1).
Er bestond discussie over de interpretatie van deze wetsartikelen en men vreesde bovendien dat deze wetsbepalingen tot een totaal verbod van het gebruik van encryptie zouden kunnen leiden. Er werden trouwens in 1996 reeds twee wetsvoorstellen ingediend tot opheffing van de betreffende artikelen (1).
(1) Proposition de loi visant à abroger les articles 70bis et 95, premier alinéa, 5o, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, déposée au Sénat par M. Hatry le 4 juin 1996 (Doc. parl., Sénat, 1995-1996, no 343/1); proposition de loi visant à abroger les articles 70bis et 95, premier alinéa, 5o, de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques et à compléter le Code d’instruction criminelle par des dispositions concernant le décryptage de messages, déposée par Mmes Bribosia-Picard et Maximus au Sénat le 11 juin 1996 (Doc. parl., Sénat, 1995-1996, no 352/1).
(1) Wetsvoorstel tot opheffing van de artikelen 70bis en 95, eerste lid, 5o, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, ingediend door de heer Hatry in de Senaat op 4 juni 1996 (Parl. St., Senaat, 1995-1996, nr. 343/1); wetsvoorstel tot opheffing van de artikelen 70bis en 95, eerste lid, 5o, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en tot aanvulling van het Wetboek van strafvordering met bepalingen betreffende de decryptie van berichten, ingediend door de dames Bribosia-Picard en Maximus in de Senaat op 11 juni 1996 (Parl. St., Senaat, 1995-1996, nr. 352/1).
2647
20740
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Le gouvernement a dès lors lui-même pris l’initiative suivante :
De regering heeft daarom zelf het initiatief genomen om :
A. En ce qui concerne les dispositions de l’article 203 insérant un article 95, alinéa premier, 5o, dans la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques :
A. Wat de bepalingen van artikel 203 tot invoeging van een artikel 95, eerste lid, 5o, in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven betreft :
Le gouvernement a supprimé l’article 95, alinéa premier, 5o, par la loi du 19 décembre 1997 (Moniteur belge du 30 décembre 1997) et l’a remplacé par la formulation suivante : « L’emploi de la cryptographie est libre. La fourniture au public de services de cryptographie que le Roi détermine est soumise à déclaration préalable auprès de l’Institut (Institut belge des services de Postes et de Télécommunications). Cette déclaration doit être faite par lettre recommandée au plus tard quatre semaines avant le début des activités. » (Article 76 insérant un article 109ter, F.)
De regering heeft bij wet van 19 december 1997 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1997) artikel 95, eerste lid, 5o, afgeschaft en vervangen door de volgende bewoordingen : « Het gebruik van versleuteling is vrij. De terbeschikkingstelling aan het publiek van versleutelingsdiensten aangeduid door de Koning is onderworpen aan een voorafgaande aangifte aan het Instituut (Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie). Deze aangifte moet per aangetekende brief gebeuren ten laatste vier weken voor de aanvang van de activiteiten. » (Artikel 76 ter invoeging van een artikel 109ter, F.)
La liberté d’utiliser des techniques de cryptographie est donc explicitement reconnue. Le devoir de déclaration prévu n’est soumis à aucune condition et ne sert qu’à signaler aux autorités quels services proposent au public des techniques de cryptographie. Par cette modification de loi, le gouvernement démontre qu’il est plus important de promouvoir l’utilisation d’une messagerie suˆre plutoˆt que de limiter cette utilisation.
De vrijheid om encryptietechnieken te gebruiken wordt dus op expliciete wijze uitgedrukt. De voorziene aangifteplicht is aan geen voorwaarden verbonden en dient slechts ter informatie van de overheid welke diensten encryptietechnieken aanbieden aan het publiek. Met deze wetswijziging toont de regering aan dat het belangrijker is om het gebruik van veilig berichtenverkeer te promoten dan dit te beperken.
Toutefois, le gouvernement entend reconnaıˆtre qu’un problème se pose dans la mesure où l’utilisation de la cryptographie entrave la taˆche des autorités de recherches lorsqu’il s’agit d’exécuter une mesure d’écoute. C’est la raison pour laquelle j’ai préparé un projet de loi — actuellement soumis à l’avis au Conseil d’E´tat — qui offre au juge d’instruction la possibilité de requérir l’aide de toute personne capable de déchiffrer des informations cryptées. Il va de soi que ce devoir de collaboration ne vaudra pas pour le suspect lui-même, ni pour sa proche famille.
Toch wenst de regering het probleem te onderkennen dat door het gebruik van cryptografie de opdracht voor de opsporingsautoriteiten bemoeilijkt wordt bij het uitvoeren van een tapmaatregel. Om die reden heb ik een wetsontwerp voorbereid dat momenteel voor advies bij de Raad van State is en waarbij aan de onderzoeksrechter de mogelijkheid wordt gegeven de hulp te vorderen van eenieder die in staat is de gee¨ncrypteerde gegevens te ontcijferen. Vanzelfsprekend zal deze medewerkingsplicht niet gelden voor de verdachte zelf en zijn naaste familie.
Dans le même temps, le gouvernement a préparé un projet de loi qui sera prochainement déposé au Parlement et qui concerne l’utilisation de la cryptographie à des fins d’authenticité, en l’occurrence la signature dite digitale.
Tegelijkertijd werd door de regering een wetsontwerp klaargemaakt dat eerstdaags aan het Parlement zal worden voorgelegd omtrent het gebruik van cryptografie voor authenticatiedoeleinden, de zogenaamde digitale handtekening.
— Ce projet de loi crée un cadre pour une utilisation suˆre des techniques d’authenticité dans un environnement électronique. Ce faisant, il sera possible de garantir l’identité de l’auteur ainsi que l’intégrité d’un document électronique. Le projet de loi réglemente l’organisation et l’utilisation de cette technique.
— Dit wetsontwerp cree¨ert een kader voor een veilig gebruik van authenticatietechnieken binnen een elektronische omgeving. Op deze manier wordt het mogelijk om de identiteit van de auteur en de integriteit van een elektronisch document te garanderen. Het wetsontwerp regelt de organisatie en het gebruik van deze techniek.
B. Concernant les dispositions de l’article 202 insérant un article 70bis dans la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques :
B. Wat de bepalingen van artikel 202 tot invoeging van een artikel 70bis in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven betreft :
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20741
L’article 16 de la loi du 19 décembre 1997 (Moniteur belge du 30 décembre 1997) a transféré l’article 70bis en question à l’article 109ter, E, § 2. Ces dispositions, qui imposent un devoir de collaboration aux opérateurs de réseaux de télécommunications ont ensuite été remplacées par les dispositions de l’article 11 de la loi du 3 juin 1998 modifiant la loi du 30 juin 1994 relative à la protection de la vie privée.
Het artikel 70bis, werd krachtens artikel 16 van de wet van 19 december 1997 (Belgisch Staatsblad van 30 december 1997) overgeheveld naar artikel 109ter, E, § 2. Deze bepalingen die een medewerkingsplicht opleggen aan de operatoren van telecommunicatienetwerken zijn vervolgens vervangen door de bepalingen van artikel 11 van de wet van 3 juni 1998 tot wijziging van de wet van 30 juni 1994 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
L’article 109ter, E, § 2, est à présent rédigé comme suit : « Le Roi fixe, après avoir recueilli l’avis de la Commission de la protection de la vie privée, par arrêté délibéré en Conseil des ministres, les moyens techniques par lesquels les opérateurs de réseaux de télécommunication et les fournisseurs de services de télécommunication doivent permettre, le cas échéant conjointement, le repérage, la localisation, les écoutes, la prise de connaissance et l’enregistrement des télécommunications privées dans les conditions prévues par les articles 88bis et 90ter à 90decies du Code d’instruction criminelle. Il détermine également la mesure de la contribution dans les frais d’investissement, d’exploitation et d’entretien de ces moyens, qui est à la charge des opérateurs de réseaux de télécommunication et des fournisseurs de services de télécommunication. »
Artikel 109ter, E, § 2, luidt nu als volgt : « De Koning bepaalt, na het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te hebben ingewonnen, bij een in Ministerraad overlegd besluit de technische middelen waarmee de operatoren van telecommunicatienetwerken en de verstrekkers van telecommunicatiediensten, in voorkomend geval gezamenlijk, moeten instaan om het opsporen, lokaliseren, afluisteren, kennisnemen en opnemen van privé-telecommunicatie over de voorwaarden bepaald door de artikelen 88bis en 90ter tot 90decies van het Wetboek van strafvordering, mogelijk te maken. Hij bepaalt tevens de grootte van de bijdrage in de investerings-, exploitatie- en onderhoudskosten van deze middelen die ten laste is van de operatoren van telecommunicatienetwerken en van de verstrekkers van telecommunicatiediensten. »
Ces dispositions n’entravent en aucun cas l’utilisation de la cryptographie, mais instaurent uniquement un devoir de collaboration explicite pour les opérateurs de réseaux de télécommunication et les fournisseurs de services de télécommunication dans le cadre de l’exécution d’une mesure d’écoute. Ce devoir de collaboration sera encore explicité davantage par un arrêté d’exécution.
Deze bepalingen belemmeren geenszins het gebruik van cryptografie maar stellen enkel een duidelijke medewerkingsplicht in voor de operatoren van telecommunicatienetwerken en van de verstrekkers van telecommunicatiediensten bij de uitvoering van een tapmaatregel. Deze medewerkingsplicht zal nog in een uitvoeringsbesluit worden gee¨xpliciteerd.
Par ces initiatives législatives, le gouvernement démontre que l’utilisation de la cryptographie constitue un élément important pour le développement de la société d’information et qu’elle ne peut être inutilement entravée.
Door deze wetgevende initiatieven toont de regering aan dat het gebruik van cryptografie een belangrijk element vormt in de ontwikkeling van de informatiemaatschappij en dat deze niet onnodig mag belemmerd worden.
DO 969701985
DO 969701985
Question no 623 de M. Bart Laeremans du 27 juin 1997 (N.) :
Vraag nr. 623 van de heer Bart Laeremans van 27 juni 1997 (N.) :
Amendes judiciaires et transactions.
Gerechtelijke boetes en minnelijke schikkingen.
Il me revient qu’en ce qui concerne le paiement des amendes et des transactions dans la région de RhodeSaint-Genèse, les autorités omettent de rappeler aux mauvais payeurs leurs obligations.
Ik verneem dat in de omgeving van Sint-GenesiusRode geen pogingen worden ondernomen om wanbetalers van boetes en minnelijke schikkingen op hun verplichtingen te wijzen.
Les autorités ne procèdent pas davantage à la perception forcée des amendes. On rencontrerait des situations similaires en de nombreux endroits du pays.
Van de gedwongen inning van de boetes wordt geen werk gemaakt. Deze situatie blijkt op heel wat plaatsen van het land voor te komen.
20742
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
1. Quel est le pourcentage des amendes judiciaires et des transactions payées spontanément (ou après sommation) par les contrevenants ?
1. Welk percentage van de gerechtelijke boetes en minnelijke schikkingen worden spontaan (of na een aanmaning) door de schuldenaar vereffend ?
2. Dans combien de cas, en pourcentage, les amendes sont-elles réellement perçues ?
2. In welk percentage van de gevallen worden de boetes werkelijk geı¨nd ?
3. Dans combien de cas tout paiement fait-il défaut ?
3. In welk percentage van de gevallen blijft iedere betaling achterwege ?
4. Constate-t-on en la matière des différences entre les différents arrondissements et au sein même des arrondissements ?
4. Doen zich terzake verschillen voor tussen de verschillende arrondissementen en binnen de arrondissementen ?
Réponse : Les données récoltées ne permettent pas de donner une réponse à la question posée. Cette recherche ne serait possible que si l’on disposait d’un système intégré entre les différents départements ministériels.
Antwoord : De verzamelde gegevens laten niet toe een antwoord te geven op de gestelde vraag. Dit onderzoek zou slechts mogelijk zijn indien men zou beschikken over een systeem dat geı¨ntegreerd is over de verschillende ministerie¨le departementen heen.
DO 979802972
DO 979802972
Question no 736 de Mme Marguerite Bastien du 26 novembre 1997 (Fr.) :
Vraag nr. 736 van mevrouw Marguerite Bastien van 26 november 1997 (Fr.) :
Plaintes déposées auprès des parquets et diverses forces de police.
Klachten ingediend bij de parketten en de diverse politiediensten.
1. Pouvez-vous donner, en fonction des ressorts des cours d’appel, par année, le nombre de plaintes qui ont été déposées par des citoyens ?
1. Kan u meedelen, per ressort van de hoven van beroep en per jaar, hoeveel klachten burgers hebben ingediend ?
2. Pouvez-vous répartir ces plaintes en fonction des diverses forces de police ou autorités qui les ont reçues ?
2. Graag een uitsplitsing van die klachten over de diverse politiediensten of de overheden die ze hebben ontvangen.
3. Parmi ces plaintes, combien (et quel pourcentage) ont été classées sans suite et par qui ?
3. Hoeveel van die klachten (en welk percentage ervan) werden geseponeerd, en door wie ?
4. a) Parmi les plaintes déposées, combien ont été portées contre un auteur inconnu (contre X) ?
4. a) Hoeveel van die klachten werden ingediend tegen een onbekende dader (tegen X) ?
b) Combien ont été déposées contre des ressortissants étrangers et d’origine extra-européenne ?
b) Hoeveel klachten werden ingediend tegen buitenlandse onderdanen en personen die uit nietEuropese landen afkomstig zijn ?
5. Combien ont été déposées contre des Belges qui ont été naturalisés ou qui ont obtenu la nationalité belge en fonction des lois qui facilitent l’accès à la nationalité belge ?
5. Hoeveel klachten werden ingediend tegen Belgen die genaturaliseerd zijn of die de Belgische nationaliteit hebben verkregen krachtens de wetten die het verkrijgen van de Belgische nationaliteit vergemakkelijken ?
Réponse : Je dois informer l’honorable membre que je ne suis pas en mesure de rassembler les données statistiques demandées.
Antwoord : Ik deel het geachte lid mee dat het voor mij onmogelijk is de gevraagde statistische gegevens in te zamelen.
Pour ce faire, il serait en effet indispensable de passer en revue tous les dossiers au niveau de chaque service de police, ce qui, compte tenu de leurs autres activités, serait injustifiable.
Het zou immers noodzaken alle dossiers over alle parketten en bij alle politiediensten van het land opnieuw op te nemen. Dit zou, gelet op hun andere werkzaamheden, onverantwoord zijn.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20743
DO 979803020
DO 979803020
Question no 743 de M. Jan Eeman du 2 décembre 1997 (N.) : Prisonniers pourvus d’un système de controˆle électronique. Votre département mettrait en place un système expérimental permettant aux prisonniers devant purger des peines légères de purger celles-ci à la maison. 1. Qu’entend-on par « peines légères » ? 2. Quand le projet démarre-t-il et combien de temps durera-t-il ? 3. a) Quel est le nombre de prisonniers concernés ? b) Pourriez-vous en donner la répartition N/F, hommes/femmes et personnes de moins et de plus de 30 ans ? ` combien en évalue-t-on le couˆt ? 4. A Réponse : 1. Les personnes qui entrent en ligne de compte sont des détenus condamnés à une ou plusieurs peines dont le total est égal à 18 mois maximum. ` cause de difficultés d’ordre technique avec la 2. A firme privée qui doit livrer le matériel, la date de départ a duˆ être reportée. L’expérience a démarré le 1er mars 1998. 3. a) Pour l’instant, il n’est pas possible de préciser avec exactitude le nombre des personnes qui participeront à l’expérience de la surveillance électronique. J’évalue à une centaine le nombre de détenus qui seront placés sous surveillance électronique, ce qui doit suffire pour établir une évaluation correcte.
Vraag nr. 743 van de heer Jan Eeman van 2 december 1997 (N.) : Gevangenen met elektronische systeemcontrole.
b) Aucune classification ne peut être effectuée à l’avance en ce qui concerne les différentes catégories de personnes. Chaque dossier sera proposé séparément par la direction de la prison après avoir été examiné en profondeur et après qu’une enquête sociale interne et externe aura été menée. 4. Une somme de 10 millions de francs a été prévue au budget de mon département pour réaliser l’expérience.
Uw departement zou een proefproject opzetten om licht gestrafte gevangenen thuis hun straf te laten uitzitten. 1. Wat wordt verstaan onder « licht gestraften » ? 2. Wanneer begint dit project en voor welke duur wordt het aangehouden ? 3. a) Hoeveel gevangenen zijn hierbij betrokken ? b) Kan u dit cijfer opgedeeld in Nederlandstaligen en Franstaligen, mannen en vrouwen, personen jonger en ouder dan 30 jaar meedelen ? 4. Wat is de kostprijsraming ? Antwoord : 1. De personen die in aanmerking komen, zijn veroordeelden die een gevangenisstraf (of meerdere straffen) van maximum in totaal 18 maanden hebben. 2. Wegens technische moeilijkheden met de privéfirma die het materiaal moet leveren werd de startdatum uitgesteld. Het experiment is op 1 maart 1998 opgestart. 3. a) Er kan op dit ogenblik nog niet juist bepaald worden hoeveel personen in het experiment van het elektronisch toezicht zullen ingeschakeld worden. Ik verwacht dat een honderdtal gedetineerden onder elektronisch toezicht zullen geplaatst worden, hetgeen voldoende moet zijn voor een juiste evaluatie. b) Er kan op voorhand geen opdeling gemaakt worden van de verschillende categoriee¨n van personen. Elk dossier wordt afzonderlijk voorgesteld door de directie van de gevangenis, na een grondig onderzoek en na een doorgedreven interne en externe maatschappelijke enquête. 4. Voor het experiment werd 10 miljoen frank uitgetrokken op de begroting van mijn departement.
DO 979814135
DO 979814135
Question no 864 de M. Vincent Decroly du 25 mai 1998 (Fr.) : Code d’instruction criminelle. — Plaintes déposées sur base de l’article 29 du Livre premier. L’article 29 du Livre premier du Code d’instruction criminelle dispose que :
Vraag nr. 864 van de heer Vincent Decroly van 25 mei 1998 (Fr.) : Wetboek van strafvordering. — Klachten ingediend op grond van artikel 29 van Boek I. Artikel 29 van Boek I van het Wetboek van Strafvordering luidt als volgt :
20744
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
« Toute autorité constituée, tout fonctionnaire ou officier public, qui, dans l’exercice de ses fonctions, acquerra la connaissance d’un crime ou d’un délit, sera tenu d’en donner avis sur-le-champ au [procureur du Roi] près le tribunal dans le ressort duquel ce crime ou délit aura été commis ou dans lequel [l’inculpé] pourrait être trouvé, et de transmettre à ce magistrat tous les renseignements, procès-verbaux et actes qui y sont relatifs. »
« Iedere gestelde overheid, ieder openbaar officier of ambtenaar die in de uitoefening van zijn ambt kennis krijgt van een misdaad of van een wanbedrijf, is verplicht daarvan dadelijk bericht te geven aan de procureur des Konings bij de rechtbank binnen wier rechtsgebied die misdaad of dat wanbedrijf is gepleegd of de verdachte zou kunnen worden gevonden, en aan die magistraat alle desbetreffende inlichtingen, processenverbaal en akten te doen toekomen. »
1. Pourriez-vous indiquer, à propos d’une période donnée (par exemple les années 1995, 1996 et 1997) s’il existe des données statistiques relevant notamment :
1. Kan u voor een bepaalde periode (bijvoorbeeld de jaren 1995, 1996 en 1997) meedelen of er statistieken bijgehouden werden met betrekking tot :
a) combien de plaintes ont été déposées sur pied de cet article 29;
a) het aantal klachten dat op grond van het voornoemde artikel 29 werd ingediend;
b) combien ont donné lieu à l’ouverture d’une information;
b) het aantal klachten dat aanleiding heeft gegeven tot een opsporingsonderzoek;
c) combien ont été mises à l’instruction;
c) het aantal klachten dat aanleiding heeft gegeven tot een gerechtelijk onderzoek;
d) combien ont été jugées;
d) het aantal klachten dat geleid heeft tot een vonnis;
e) combien ont donné lieu à une condamnation :
e) het aantal klachten dat geleid heeft tot de veroordeling :
— de la partie demanderesse;
— van de eisende partij;
— de la partie défenderesse ?
— van de verweerder ?
2. Dans l’affirmative sur tout ou partie des questions qui précèdent, ou` et comment ces données sontelles consultables ?
2. Als er inderdaad statistieken bestaan over al die punten of over een gedeelte ervan, waar en hoe kunnen die gegevens dan worden geraadpleegd ?
3. Dans la négative, n’estimez-vous pas que de telles statistiques doivent être établies ?
3. Zo neen, zouden er daarvan geen statistieken moeten worden bijgehouden ?
Réponse :
Antwoord :
` l’heure actuelle, il n’est pas possible 1 et 2. A d’effectuer un relevé statistique qui mettrait en évidence le nombre de plaintes déposées sur la base de l’article 29 du Code d’instruction criminelle, ni, a fortiori, de fournir les informations demandées en ce qui concerne les suites données à ces plaintes. E´tant donné que les éléments d’information requis pour répondre à la question font défaut dans les programmes actuellement disponibles dans les parquets, le rassemblement de ces informations impliquerait une recherche dossier par dossier, ce qui constituerait pour le personnel des parquets une mission supplémentaire incompatible avec leur charge de travail.
1 en 2. Het is heden niet mogelijk om een statistische vatting uit te voeren die betrekking heeft op de klachten die werden neergelegd op basis van het artikel 29 van het Wetboek van strafvordering. Dit geldt ook voor de gevolgen die aan deze klachten werden gegeven. Aangezien in het huidige elektronisch informatiebeheer de noodzakelijke informatie-elementen ontbreken, impliceert een dergelijke vatting het nazicht van elk dossier dat op de parketten werd geopend, wat voor het personeel een aanzienlijke bijkomende opdracht zou betekenen bovenop de huidige werklast.
3. Ainsi que le souligne l’honorable membre, ce type d’information statistique présenterait un intérêt certain. Un projet de statistique intégrée et automatisée des parquets est actuellement à l’étude au sein du département de la Justice, en concertation avec la commission informatique du collège des procureurs généraux. Je proposerai aux instances en charge de ce projet d’examiner la possibilité d’introduire dans les programmes à mettre au point les variables nécessaires pour pouvoir disposer de l’information demandée.
3. Zoals het geachte lid terecht opmerkt, is deze statistische informatie van belang. Een project geı¨ntegreerde en geautomatiseerde statistiek van de parketten maakt op dit moment het voorwerp uit van een studie op het departement van Justitie, in overleg met de informatica-commissie bij het college van procureurs-generaal. Ik zal aan de bevoegde instanties voorstellen om de mogelijkheid te onderzoeken van een systhematische input van de noodzakelijke variabelen ten einde over de gevraagde informatie te beschikken.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20745
DO 979814137
DO 979814137
Question no 866 de M. Maurice Didden du 25 mai 1998 (N.) :
Vraag nr. 866 van de heer Maurice Didden van 25 mei 1998 (N.) :
Sociétés civiles à forme commerciale.
Burgerlijke vennootschappen die de rechtsvorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen.
L’article 1er des lois coordonnées sur les sociétés commerciales prévoit la possibilité de constituer des sociétés à forme commerciale ayant pour objet l’exercice d’une activité civile. Il s’agit, dans ce cas, de sociétés civiles ayant adopté la forme juridique d’une société commerciale.
Artikel 1 van de gecoo¨rdineerde wetten betreffende de handelsvennootschappen voorziet in de mogelijkheid over te gaan tot de oprichting van vennootschappen die de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen en de uitoefening van een burgerrechtelijke activiteit tot doel hebben. Deze mogelijkheid betreft de burgerlijke vennootschappen die de rechtsvorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen.
Ces sociétés, qui ne possèdent pas la qualité de commerçant, abritent souvent les activités de titulaires de professions libérales, qui, de par leur nature, ne sont pas considérées comme des actes commerciaux.
Deze vennootschappen, welke niet de hoedanigheid van koopman verkrijgen, herbergen vaak de activiteiten van beoefenaars van vrije beroepen, welke uit hun aard niet als daden van koophandel worden aangemerkt.
1. Quelle est la répartition — en chiffres absolus et relatifs — des diverses professions libérales (notaires, avocats, dentistes, médecins, etc.) entre les diverses formes de société reconnues par les lois coordonnées sur les sociétés commerciales (SPRL, SPRL d’une personne, etc.) ?
1. Wat is de verdeling — in absolute en relatieve cijfers — van de diverse vrije beroepen (notarissen, advocaten, tandartsen, geneesheren, en dergelijke meer) over de diverse in de gecoo¨rdineerde wetten op de handelsvennootschappen neergelegde vennootschapsvormen (BVBA, éénpersoons-BVBA, en dergelijke meer) ?
2. Comment cette répartition évolue-t-elle ? 3. Quel est, par catégorie, le rapport entre le nombre total de titulaires de professions libérales et le nombre de titulaires de professions libérales exerçant leur activité dans le cadre d’une société civile à forme commerciale ? 4. Comment ce rapport évolue-t-il ?
2. Wat is de evolutie in de bovenvermelde verdeling ? 3. Wat is, eveneens uitgesplitst per categorie, de verhouding van het totale aantal « vrije beroepers » tot het aantal « vrije beroepers » dat zijn activiteiten heeft ondergebracht in een burgerlijke vennootschap die de vorm van een handelsvennootschap heeft aangenomen ? 4. Hoe evolueren laatstgenoemde verhoudingen ?
Réponse : Je me permets de renvoyer l’honorable membre à la réponse de M. le vice-premier ministre et ministre de l’E´conomie (question no 357 du 25 mai 1998, Questions et Réponses, Chambre, 1997-1998, no 144, pp. 19727-19730).
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord van de vice-eerste minister en minister van Economie (vraag nr. 357 van 25 mei 1998, Vragen en Antwoorden, Kamer, 1997-1998, nr. 144, blz. 19727-19730).
DO 979824461
DO 979824461
Question no 900 de M. Didier Reynders du 22 juillet 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 900 van de heer Didier Reynders van 22 juli 1998 (Fr.) :
Fonds spécial pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence.
Bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.
L’article 29 de la loi du 1er aouˆt 1985 portant des mesures fiscales et autres prévoit que lors de chaque condamnation à une peine principale criminelle ou correctionnelle, le juge condamnera en outre, à l’obligation de verser une somme de dix francs à titre
Artikel 29 van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen bepaalt dat bij iedere veroordeling tot een criminele of correctionele hoofdstraf de rechter bovendien de verplichting uitspreekt om een bedrag van 10 frank te betalen bij wijze van bijdrage
20746
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
de contribution au Fonds spécial pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence (cette somme étant soumise à l’augmentation prévue par les dispositions relatives au décimes additionnels sur les amendes pénales). L’article 31, § 1er, de la même loi énumère les conditions que doit remplir une personne pour pouvoir demander une aide de l’E´tat. Quant à l’article 32, § 1er, il prévoit une liste limitative des préjudices pour lesquels une aide peut être demandée par la victime.
tot de financiering van het Bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden (dat bedrag is onderworpen aan de verhoging bedoeld in de bepalingen betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten). Artikel 31, § 1, van dezelfde wet somt de voorwaarden op waaraan een persoon moet voldoen om een hulp van de Staat te kunnen vragen. Artikel 32, § 1, bevat een beperkende lijst van de schadegevallen waarvoor het slachtoffer een hulp kan aanvragen.
Le montant de l’aide qui peut être octroyée aux victimes d’actes intentionnels de violence est fixé en équité. Pour évaluer ce montant, la commission pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence prend en considération un certain nombre d’éléments : la situation financière du requérant, le comportement du requérant lorsqu’il a contribué directement ou indirectement à la réalisation du dommage ou à son aggravation et les relations du requérant avec l’auteur des faits.
Het bedrag van de hulp die aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden wordt toegekend, wordt naar billijkheid bepaald. Om dat bedrag te waarderen houdt de commissie voor hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden onder andere rekening met de financie¨le toestand van de verzoeker, het gedrag van de verzoeker indien deze rechtstreeks of onrechtstreeks bijgedragen heeft tot het ontstaan van het nadeel of de toename ervan en de betrekkingen tussen de verzoeker en de dader.
Le § 2 de l’article 33 limite le montant de l’aide, par cas et par personne lésée, à un plafond de 2 500 000 francs. Cependant, l’alinéa 2 du § 2 du même article 33 précise que les montants prévus peuvent être modifiés par un arrêté royal délibéré en conseil des ministres.
Artikel 33, § 2, beperkt het bedrag van de hulp, per geval en per benadeelde persoon, tot een maximum van 2 500 000 frank. Het tweede lid van § 2 van hetzelfde artikel 33 preciseert evenwel dat de bepaalde bedragen kunnen worden gewijzigd bij een in ministerraad overlegd koninklijk besluit.
1. Quels sont actuellement les montants disponibles au niveau du Fonds spécial pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence ?
1. Welke bedragen zijn op dit ogenblik bij het Bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden beschikbaar ?
2. a) Les modifications apportées à la loi du 1er aouˆt 1985 par la loi du 18 février 1997 ont-elles déjà eu un impact sur les montants disponibles au niveau du Fonds spécial pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence ?
2. a) Hebben de bedragen waarover het Bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden beschikt, al de invloed ondergaan van de wijzigingen die de wet van 18 februari 1997 in de wet van 1 augustus 1985 heeft aangebracht ?
b) Si non, le ministre de la Justice dispose-t-il d’une estimation chiffrée à propos de l’incidence escomptée sur le fonds des modifications apportées à l’article 32 par la loi du 18 février 1997 ?
b) Zo neen, beschikt de minister van Justitie al over een becijferde raming van de verwachte weerslag op het Fonds van de door de wet van 18 februari 1997 aan artikel 32 aangebrachte wijzigingen ?
3. Dans certains cas, il s’avère que le plafond fixé par le § 2 de l’article 33 de la loi du 1er aouˆt 1985 est nettement insuffisant et ne permet pas de couvrir de façon satisfaisante le préjudice subi par la victime.
3. In bepaalde gevallen is het door artikel 33, § 2, van de wet van 1 augustus 1985 bepaalde maximum absoluut ontoereikend en biedt het niet de mogelijkheid de door het slachtoffer geleden schade voldoende te dekken.
a) Dans la mesure ou` il appert que les ressources du Fonds spécial pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence sont relativement importantes, envisagez-vous de faire usage de la faculté qui est laissée au Roi, par l’alinéa 2 du § 2 de l’article 33, de modifier le plafond visé par l’alinéa 1er du § 2 du même article ?
a) Aangezien de middelen van het Bijzonder Fonds tot hulp van de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden blijkbaar relatief groot zijn, overweegt u gebruik te maken van de mogelijkheid, waarover de Koning luidens lid 2 van § 2 van artikel 33 beschikt, om het door het eerste lid van § 2 van hetzelfde artikel bepaalde maximum te wijzigen ?
b) Si oui, dans quel délai ?
b) Zo ja, wanneer ?
c) Si non, pour quelle raison ?
c) Zo neen, waarom niet ?
Réponse : J’ai l’honneur de faire part à l’honorable membre de ce qui suit.
Antwoord : Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20747
1. Le 14 aouˆt 1998, les crédits d’engagement du Fonds pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence s’élevaient à la somme de 739 484 772 francs et les crédits d’ordonnancement s’élevaient à la somme de 749 184 000 francs.
1. Voor het Bijzonder Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden bedroeg op 14 augustus 1998 het vastleggingskrediet 739 484 772 frank en het ordonnanceringskrediet 749 184 000 frank.
2. a) Les lois des 17 et 18 février 1997 qui ont modifié la loi du 1er aouˆt 1985 portant mesures fiscales et autres, auront peut-être une influence sur les crédits du Fonds spécial pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence. Il n’est pas encore possible de mesurer cette influence.
2. a) De wetten van 17 en 18 februari 1997 die de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen wijzigden, zullen wellicht een invloed hebben op de kredieten van het Bijzonder Fonds tot hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden. Het is nog niet mogelijk om na te gaan hoe groot de invloed juist is.
b) On peut cependant constater que les dépenses ont augmenté. Pour 1997, l’aide financière accordée s’élevait à la somme de 50 804 906 francs. Le 16 aouˆt 1998, les dépenses pour 1998 étaient déjà de 65 150 683 francs. Pour évaluer la jurisprudence une année après le 11 septembre 1997, date d’entrée en vigueur des lois des 17 et 18 février 1998, les périodes de septembre à aouˆt des années précédentes ont été comparées. Ainsi, de septembre 1994 à aouˆt 1995 l’aide financière accordée s’élevait à la somme de 49 627 978 francs; de septembre 1995 à aouˆt 1996, elle s’élevait à la somme de 49 574 356 francs; de septembre 1996 à aouˆt 1997, elle s’élevait à la somme de 42 236 301 francs et de septembre 1997 à aouˆt 1998, elle s’élevait à la somme de 98 357 736 francs.
b) Er kan wel worden gesteld dat de uitgaven stijgen. Voor 1997 werd er 50 804 906 frank aan financie¨le hulp uitbetaald. Op 16 augustus 1998 bedroeg dit voor 1998 reeds 65 150 683 frank. Om een jaar rechtspraak na de inwerkingtreding van de wetten van 17 februari en 18 februari 1998 op 11 september 1997 te evalueren werd een vergelijking gemaakt met periodes van september tot augustus van de vorige jaren. Zo bedroeg het bedrag van beslissingen tot financie¨le hulp van september 1994 tot augustus 1995, 49 627 978 frank, van september 1995 tot augustus 1996, 49 574 356 frank, van september 1996 tot augustus 1997, 42 236 301 frank en van september 1997 tot augustus 1998, 98 357 736 frank.
L’entrée en vigueur de l’arrêté royal du 18 mai 1998 portant modification de l’arrêté royal du 18 décembre 1986 sera susceptible d’augmenter encore les dépenses.
De uitgaven zullen wellicht nog verder stijgen en dit door de inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 18 mei 1998 houdende wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 1986.
En effet, les modifications permettront d’installer, en remplacement des deux chambres actuelles, six chambres susceptibles de rendre des décisions. La nomination des membres de ces chambres est en cours. L’article 32, § 2, de la loi précitée prévoit que les frais funéraires sont fixés par un arrêt royal délibéré en Conseil des ministres. L’article 3 de l’arrêté royal du 18 mai 1998 fixe ce montant à 80 000 francs. Dans l’attente de cet arrêté royal, de nombreux dossiers de proches de personnes décédées n’ont pu être traités. De plus, ce sont précisément ces dossiers qui contribueront à l’augmentation la plus importante des dépenses car les conditions de recevabilité ont été grandement assouplies et il y a plus de postes qui peuvent faire l’objet d’une demande d’aide.
Immers door deze wijziging wordt het mogelijk zes kamers, die beslissingen kunnen nemen, te installeren in plaats van de huidige twee. De benoeming van de leden voor deze kamers is momenteel bezig. Artikel 32, § 2, van hogervermelde wet bepaalt dat de begrafeniskosten vastgelegd worden bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit. Artikel 3 van het koninklijk besluit van 18 mei 1998 bepaalt dit bedrag op 80 000 frank. Heel wat dossiers van nabestaanden van een overleden slachtoffer konden niet behandeld worden daar gewacht werd op dit besluit. Bovendien zijn het juist deze dossiers die kunnen zorgen voor een nog grotere stijging van de uitgaven daar de ontvankelijksvoorwaarden enorm werden versoepeld en er meer schadeposten zijn die voor vergoeding in aanmerking komen.
3. En décembre 1998, une évaluation aura lieu sur la législation relative à la Commission et sur le travail du secrétariat. Cette évaluation devrait permettre de savoir s’il y a lieu d’augmenter le montant maximal de l’aide ou de l’aide d’urgence. Pour information, je peux vous communiquer que de septembre 1997 à septembre 1998, la somme maximale de
3. In december 1998 zal er een evaluatie gebeuren van de wetgeving op de Commissie en de werking van het secretariaat. Uit de evaluatie moet blijken of er al dan niet nood is aan het verhogen van het maximumbedrag van de hulp of de noodhulp. Ter informatie kan ik meedelen dat van september 1997 tot september 1998, zeven keer het maximumbedrag van
2648
20748
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
2 500 000 francs a été accordée sept fois et la somme maximale pour l’aide d’urgence quatre fois.
2 500 000 frank voor de hulp werd uitgekeerd en vier keer het maximumbedrag voor de noodhulp.
DO 969701377
DO 969701377
Question no 957 de M. Gerolf Annemans du 28 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 957 van de heer Gerolf Annemans van 28 october 1998 (N.) :
Trafic international de substances radioactives. — Port d’Anvers. — Mesures de sécurité.
Internationale smokkel van radioactief materiaal. — Haven van Antwerpen. — Beveiliging.
Certains articles parus dans la presse internationale font état d’un commerce international de substances radioactives particulièrement florissant depuis l’éclatement de l’Union soviétique.
In de internationale pers verschijnen berichten over een internationale handel in radioactieve bestanddelen, die vooral bloeit sinds het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.
Selon des experts ainsi que certains journalistes qui ont étudié l’« Organisation » russe, il est prouvé que le port d’Anvers sert dans ce cadre de plaque tournante européenne. Plusieurs chefs de cette maffia résideraient à Anvers. Le numéro un, arrêté récemment en Suisse, voulait également s’établir à Anvers pour pouvoir controˆler ses affaires.
Volgens experts en sommige journalisten die de Russische « Organisatie » bestuderen, is het bewezen dat de Antwerpse haven als Europese draaischijf gebruikt wordt. Verscheidene kopstukken van deze maffia verblijven in Antwerpen. De nummer één onlangs aangehouden in Zwitserland, wou zich eveneens in Antwerpen vestigen om zijn zaken te controleren.
Le port d’Anvers est considéré par les Russes comme un port par lequel il n’est pas très difficile de faire transiter des marchandises.
De Antwerpse haven wordt door de Russen beschouwd als een niet erg moeilijke doorvoerhaven.
Ils ont en effet pu observer que la police maritime manquait d’effectifs. Le jour, elle travaille avec très peu de moyens, et la nuit, elle n’est présente qu’aux écluses. Les policiers ne sont pas armés, ne disposent d’aucun moyen de communication et n’ont pour tout équipement qu’une serviette pleine de papiers. Selon des ouvriers portuaires, il arrive qu’aucun membre de la police maritime ou de la gendarmerie ne soit présent la nuit à l’écluse Roi Baudouin. La Belgique est considérée comme un paradis par les responsables du crime organisé international.
Uit hun onderzoek is immers gebleken dat de zeevaartpolitie onderbemand is en overdag met weinig of geen middelen moet werken, terwijl ze ’s nachts, behalve bij de sluizen, nergens te bespeuren is. Het gaat om ongewapende politiemensen zonder communicatiemiddelen en met een tas vol papier die hun enige uitrusting blijkt te zijn. Volgens havenarbeiders gebeurt het dat er ’s nachts bij de Boudewijnsluis geen zeevaartpolitie of rijkswacht aanwezig is. Belgie¨ wordt door die georganiseerde internationale misdaad als een paradijs beschouwd.
1. De quels moyens les services de gendarmerie et de police du port d’Anvers disposent-ils pour la détection de transports illégaux de matériel radioactif ?
1. Welke middelen hebben de politie- en rijkswachtdiensten in de haven van Antwerpen ter beschikking om illegaal radioactief materiaal te ontdekken ?
2. Quelles mesures de sécurité y sont d’application ?
2. Welke beschermingsmaatregelen zijn er in de Antwerpse haven van toepassing ?
3. Combien de transports illégaux de matériel radioactif ont été découverts au cours des dernières années ?
3. Hoeveel illegale transporten van radioactief materiaal werden de afgelopen jaren ontdekt en ontmaskerd ?
4. a) La police maritime d’Anvers peut-elle supporter la comparaison avec des corps de police étrangers ?
4. a) Kan de zeevaartpolitie van Antwerpen de vergelijking met buitenlandse korpsen doorstaan ?
b) Des études comparatives ont-elles déjà été réalisées ?
b) Werden reeds vergelijkende studies gemaakt ?
c) Envisage-t-on de se préoccuper plus sérieusement de ce problème ?
c) Bestaan er plannen om aan deze problematiek meer aandacht te besteden ?
Réponse : Ainsi que le fait remarquer M. Van den Bossche, ministre de l’Intérieur, le Service de la sécurité nucléaire du ministère de la Justice est compétent,
Antwoord : Zoals de heer Van den Bossche, minister van Binnenlandse Zaken, het benadrukt, is de dienst voor Veiligheid inzake kernenergie van het ministerie
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20749
en application des dispositions de la loi du 4 aouˆt 1955 concernant la suˆreté de l’E´tat dans le domaine de l’énergie nucléaire et de son arrêté royal d’exécution du 14 mars 1956, pour traiter des trafics illicites de matières nucléaires (à savoir le plutonium, l’uranium et le thorium) et les dénoncer aux autorités judiciaires.
van Justitie inderdaad, met toepassing van de beschikkingen van de wet van 4 augustus 1955 betreffende de Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie en van zijn uitvoeringsbesluit (koninklijk besluit van 14 maart 1956), bevoegd om illegaal vervoer van kernmateriaal te behandelen (te weten plutonium, uranium en thorium) en het aan te klagen bij de rechterlijke overheden.
Aucune affaire relative à un trafic illicite de matières nucléaires via le port d’Anvers n’a été portée à la connaissance du Service de la sécurité nucléaire ces dernières années.
De laatste jaren werd geen enkele zaak met betrekking op een illegaal vervoer van kernmateriaal via de haven van Antwerpen ter kennis gesteld van de dienst voor Veiligheid inzake kernenergie.
Ministre des Finances
Minister van Financie¨n
DO 979803437
DO 979803437
Question no 1220 de M. Karel Van Hoorebeke du 2 février 1998 (N.) :
Vraag nr. 1220 van de heer Karel Van Hoorebeke van 2 februari 1998 (N.) :
Réclamations. — Service assistance et controˆle interne.
Bezwaarschriften. — Dienst bijstand en interne controle.
Voici plusieurs années ont été mis en place des services assistance et controˆle interne.
Sedert meerdere jaren zijn de zogenaamde Diensten voor bijstand en interne controle actief.
Contrairement à ce que vous déclarez à leur sujet, ces services s’occupent toujours, principalement, de controˆle interne; encore est-ce beaucoup dire, puisque seuls les services de taxation sont soumis à ce controˆle.
In tegenstelling tot wat door u terzake verklaard wordt, houden deze diensten zich nog altijd in hoofdzaak bezig met interne controle en dan nog enkel wat de taxatiediensten betreft.
1. Quelles mesures envisagez-vous afin de confier enfin à ces services le roˆle qu’ils étaient censés jouer, à savoir un roˆle d’assistance ?
1. Welke maatregelen overweegt u om deze diensten eindelijk de rol te laten vervullen waarvoor ze zogeheten in het leven werden geroepen, namelijk bijstand verlenen ?
2. Pourquoi ce type de services ne controˆlent-ils que les services de taxation et s’abstiennent-ils, par exemple, de controˆler le traitement des réclamations et le fonctionnement de l’Inspection contentieux ?
2. Waarom beperken de BIC-diensten hun controlerende functie tot taxatie en laten zij bijvoorbeeld de afhandeling van bezwaarschriften en de werking van de Inspectie geschillen ongemoeid ?
3. a) Ne pensez-vous pas qu’il serait souhaitable, notamment à l’instar de ce qui s’est passé récemment au ministère de la Justice, de controˆler non seulement le rendement de l’Inspection contentieux mais également la qualité des décisions prises ?
3. a) Denkt u niet dat het, ook al naar analogie met recente gebeurtenissen binnen het ministerie van Justitie, raadzaam zou zijn niet alleen toezicht uit te oefenen op het door de Inspecties geschillen behaalde rendement maar eveneens op de kwaliteit van de genomen beslissingen ?
b) Vous rendez-vous compte, s’agissant de ce dernier élément, que la désinvolture manifeste avec laquelle certaines taxations sont allégées sans motifs vérifiables désappointent et frustrent d’innombrables fonctionnaires taxateurs ?
b) Geeft u zich in verband met dit laatste rekenschap van het feit dat talloze taxatie-ambtenaren ontgoocheld en gefrustreerd zijn door de klaarblijkelijke lichtzinnigheid waarmee doorgevoerde taxaties zonder aanwijsbare redenen worden ontlast ?
Réponse : 1. L’affirmation de l’honorable membre selon laquelle les fonctionnaires du service « Assistance et
Antwoord : 1. De bewering van het geachte lid dat de ambtenaren van de dienst « Bijstand en interne controle » zich
20750
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
controˆle interne » se limitent quasiment au « controˆle interne » ne correspond pas à la réalité.
nagenoeg beperken tot « interne controle » stemt niet overeen met de werkelijkheid.
Lors de leurs visites aux différents services de l’administration des Contributions directes, ils apportent aide et conseil aux fonctionnaires concernés pour résoudre, aussi bien et aussi rapidement que possible, les problèmes qui surgissent, qu’il s’agisse de problèmes spécifiques à la technique fiscale ou de problèmes qui se posent sur n’importe quel autre plan.
Bij hun bezoek aan de onderscheiden diensten van de administratie der Directe Belastingen staan zij de betrokken ambtenaren met raad en daad bij om gerezen probleem zo goed en zo spoedig mogelijk op te lossen, of het nu gaat om specifiek belastingtechnische problemen of om problemen die zich op om het even welk ander vlak voordoen.
L’administration des Contributions directes me signale qu’elle n’a actuellement pas connaissance de déficiences qui se seraient présentées sur le plan de « l’assistance ».
De administratie der Directe Belastingen signaleert mij dat zij momenteel geen kennis heeft van onvolkomenheden die zich op het stuk van « bijstand » zouden hebben voorgedaan.
2 et 3. Il n’est pratiquement pas faisable d’imposer des normes générales de rendement aux inspections contentieux compte tenu de la diversité des griefs invoqués par les contribuables contre les taxations et des problèmes juridiques qui vont souvent de pair avec la solution de réclamations.
2 en 3. Het is praktisch ondoenbaar algemene rendementsnormen aan de inspecties geschillen op te leggen gelet op de diversiteit van de door de belastingplichtigen tegen de taxaties ingeroepen grieven en op de juridische problemen waarmee de oplossing van bezwaarschriften dikwijls gepaard gaat.
Comme je n’ai pas connaissance de manquements en la matière, je ne peux dès lors partager le point de vue de l’honorable membre sur le fait que la qualité des décisions laisse à désirer et que les taxations « sont dégrevées avec une légèreté évidente et sans raisons apparentes ».
Nu ik geen kennis heb van misbruiken terzake, kan ik dan ook met de zienswijze van het geachte lid niet instemmen luidens welke de kwaliteit van de beslissingen te wensen laat en luidens welke taxaties « door klaarblijkelijke lichtzinnigheid en zonder aanwijsbare redenen worden ontlast ».
DO 979824419
DO 979824419
Question no 1447 de Mme Simonne Creyf du 16 juillet 1998 (N.) :
Vraag nr. 1447 van mevrouw Simonne Creyf van 16 juli 1998 (N.) :
Statut fiscal des bénévoles. — Indemnités. — Imposition.
Fiscaal statuut van vrijwilligers. — Mantelzorgtoelage.
Ma proposition de loi modifiant l’article 38 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 (Doc. parl. no 299/1-95/96) a déjà été examinée à plusieurs reprises en commission des Finances et du Budget de la Chambre.
Reeds meerdere malen werd in de Kamercommissie voor de Financie¨n en de Begroting mijn wetsvoorstel tot wijziging van artikel 38 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen van 1992 besproken (Parl. St. nr. 299/1-95/96).
Lors de la dernière discussion en commission, le 10 décembre 1997, le ministre m’avait promis à la fois de faire réaliser une étude sur le couˆt budgétaire de ma proposition de loi et de faire dresser un inventaire des dispenses et régimes forfaitaires des frais exposés qui sont réglés par des circulaires et des décisions administratives.
Tijdens de laatste bespreking in commissie, op 10 december 1997, beloofde de minister me zowel een onderzoek te laten verrichten naar de budgettaire kost van het wetsvoorstel als een inventarisatie te laten maken van de bestaande vrijstellingen en forfaitaire kostenregelingen, die bij omzendbrieven en administratieve beslissingen worden geregeld.
D’après mes calculs, le couˆt de cette mesure n’excéderait pas 350 millions de francs. En outre, j’ai déjà pu constater que l’administration fiscale acceptait ou rejetait des « régimes forfaitaires » de façon tout à fait arbitraire. Ces régimes sont souvent traités sur la base de l’article 31 du Code des impoˆts sur les revenus 1992. Le grand public connaıˆt mieux ces régimes sous le nom de « dépenses propres à l’employeur ». Il ressort de la réponse à une question orale (no 1011 de M. Jo Vandeurzen du 22 avril 1998, Compte rendu analyti-
Volgens mijn berekeningen zou de kostprijs van deze maatregel beperkt blijven tot ongeveer 350 miljoen frank. Daarenboven heb ik al kunnen constateren dat de fiscale administratie heel arbitrair « forfaitaire kostenregelingen » aanvaardt of verwerpt. Dergelijke kostenregelingen worden vaak afgesloten op basis van artikel 31 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, bij het publiek zijn dergelijke kostenregelingen beter bekend onder de term « kosten eigen aan de werkgever ». Uit het antwoord op een mondelinge
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
que, C 554, p. 4) sur « le régime fiscal appliqué aux indemnités octroyées aux bénévoles » que l’administration publiera très prochainement une circulaire relative aux montants non imposables de ces indemnités.
Or, cette circulaire se fait toujours attendre.
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20751
vraag (nr. 1011 van de heer Jo Vandeurzen van 22 april 1998, Beknopt Verslag, C 554, blz. 4) betreffende de belastbaarheid van de mantelzorgtoelage blijkt dat : « In verband met de niet-belastbare bedragen van de vergoedingen van vrijwilligerswerk zal door de administratie der directe belastingen eerlang een circulaire worden gepubliceerd. » De omzendbrief is nog steeds niet gepubliceerd.
1. Que comprend exactement la catégorie des montants non imposables des indemnités octroyées aux bénévoles dont le ministre des Finances a parlé ?
1. Wat valt er allemaal onder de door de minister van Financie¨n genoemde categorie « niet-belastbare bedragen van de vergoedingen van vrijwilligerswerk » ?
2. a) Le couˆt budgétaire de ma proposition de loi amendée correspond-il au montant que j’ai cité ?
2. a) Stemt de budgettaire kostprijs van mijn geamendeerd wetsvoorstel overeen met het door mij genoemde bedrag ?
b) Dans la négative, à combien l’estimez-vous ?
b) Indien niet, wat is uw raming van de kostprijs ?
3. Pourriez-vous me faire parvenir un inventaire complet des régimes forfaitaires réglés aussi bien par des circulaires que par des décisions administratives à tous les niveaux : administration centrale, directions régionales, ...) ?
3. Kunt u een volledige inventaris van de regelingen voor forfaitaire kostenvergoedingen overmaken (zowel de omzendbrieven als de administratieve beslissingen op alle niveau’s — hoofdbestuur, gewestelijke directies, ...) ?
4. a) La circulaire vise-t-elle une application uniforme des régimes forfaitaires pour les bénévoles et les personnes socialement engagées ?
4. a) Beoogt de omzendbrief, een eenvormige toepassing van de forfaitaire kostenvergoedingen voor vrijwilligers en sociaal gee¨ngageerde personen ?
b) Quelle en sera la teneur ?
b) Welke inhoud zal aan deze omzendbrief worden gegeven ?
Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse aux questions posées.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op de gestelde vragen te willen vinden.
1 et 4. Le projet de circulaire visé par l’honorable membre concerne tous les bénévoles du secteur social et du secteur culturel.
1 en 4. Het door het geachte lid beoogde ontwerp van omzendbrief heeft betrekking op alle vrijwilligers uit de sociale en culturele sector.
Cette circulaire fixera les conditions et les montants qui serviront de critères pour déterminer si les indemnités peuvent être considérées comme un remboursement de frais à des bénévoles, qui, à ce titre, ne sont pas soumises à l’impoˆt.
Met de circulaire zullen de voorwaarden en bedragen worden vastgelegd binnen welke de vergoedingen kunnen worden aangemerkt als een terugbetaling van kosten aan vrijwilligers die als zodanig geen aanleiding geven tot belastingheffing.
2. L’impact budgétaire de la proposition de la loi ne peut pas être calculé de manière précise. Néanmoins, son couˆt budgétaire peut être estimé à un maximum de 500 millions de francs.
2. De budgettaire weerslag van het wetsvoorstel kan niet precies berekend worden. Niettemin kan zijn budgettaire kostprijs geraamd worden op maximaal 500 miljoen frank.
3. En ce qui concerne la troisième question de l’honorable membre, je tiens tout d’abord à signaler qu’il n’est pas possible de donner un inventaire global de toutes les dispositions fiscales en matière d’indemnités forfaitaires en remboursement de frais qui auraient été prises aux différents niveaux (services de taxation, directions régionales) de l’administration des Contributions directes.
3. Wat de derde vraag van het geachte lid betreft, wens ik vooraf aan te stippen dat het niet mogelijk is een globale inventaris te geven van alle fiscale regelingen inzake forfaitaire kostenvergoedingen die op de verschillende niveaus (taxatiediensten, gewestelijke directies) van de administratie der Directe Belastingen zouden zijn genomen.
Cependant, un certain nombre de dispositions en matière d’indemnités allouées à certains sportifs et collaborateurs occasionnels de clubs sportifs ont déjà
Er werden evenwel reeds een aantal regelingen inzake de vergoedingen toegekend aan bepaalde sportbeoefenaars en gelegenheidsmedewerkers van sport-
20752
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
été prises, elles sont, chaque fois, commentées dans une circulaire administrative. Ci-après, un aperçu des circulaires en cause :
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
clubs aanvaard, die telkens in een administratieve circulaire zijn toegelicht. Hierna volgt een overzicht van voornoemde circulaires :
— circulaire du 14 juin 1991, no Ci.RH.241/425.005 (Bulletin des contributions, no 708, p. 1852);
— circulaire van 14 juni 1991, nr. Ci.RH.241/425.005 (Bulletin der belastingen, nr. 708, blz. 1899);
— circulaire du 12 aouˆt 1996, no Ci.RH.241/463.482 (Bulletin des contributions, no 764, p. 1862);
— circulaire van 12 augustus 1996, nr. Ci.RH.241/ 463.482 (Bulletin der belastingen, nr. 764, blz. 1908);
— circulaire du 24 juin 1997, no Ci.RH.241/489.207 (Bulletin des contributions, no 774, p. 1719);
— circulaire van 24 juni 1997, nr. Ci.RH.241/489.207 (Bulletin der belastingen, nr. 774, blz. 1775);
— circulaire du 7 avril 1998, no Ci.RH.241/486.611 (Bulletin des contributions, no 783, p. 1130).
— circulaire van 7 april 1998, nr. Ci.RH.241/486.611 (Bulletin der belastingen, nr. 783, blz. 1165).
DO 979824606
DO 979824606
Question no 1471 de M. Julien Verstraeten du 2 septembre 1998 (N.) :
Vraag nr. 1471 van de heer Julien Verstraeten van 2 september 1998 (N.) :
Taux de TVA pour l’installation d’appareils de climatisation. Le secteur de l’installation d’appareils de climatisation s’interroge sur le taux de TVA de 21 ou de 6 % à appliquer. Le problème concerne la portée de l’article 20, § 2, alinéa 2, 1o, a), de l’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992 relatif aux mesures tendant à assurer le paiement de la taxe sur la valeur ajoutée. Il y est question de toute opération comportant à la fois la fourniture et la fixation à un baˆtiment de tout ou partie des éléments constitutifs d’une installation de chauffage central ou de climatisation, en ce compris les bruˆleurs, réservoirs et appareils de régulation et de ` ce controˆle reliés à la chaudière ou aux radiateurs. A sujet, une directive (no 1040) relative aux installations et appareils de climatisation dans des locaux ou` séjournent des personnes a été prise. Il s’agit d’opérations visées à l’article 20, § 2, de l’arrêté royal no 1 du 29 décembre 1992.
BTW-tarieven bij het installeren van airconditioning.
Le règlement actuellement en vigueur entraıˆne certaines conséquences étonnantes en ce qui concerne le taux de TVA à appliquer. 1. Il ressort du texte qu’il doit s’agir d’un système intégré dans le baˆtiment et servant à climatiser plusieurs locaux du baˆtiment (normalement la totalité ou la quasi-totalité du baˆtiment). a) Ce règlement signifie-t-il qu’on ne peut appliquer un taux de TVA réduit à l’installation d’appareils isolés (non reliés) dans plusieurs locaux ?
b) Dans l’affirmative, comment cette distinction se justifie-t-elle ?
In de sector van de installatie van airconditioning bestaat nogal wat verwarring over het toepasselijke BTW-tarief, met name of dit 21 % dan wel 6 % bedraagt. Het betreft met name de draagwijdte van artikel 20, § 2, tweede lid, 1o, a), van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde. Daarin is sprake van iedere handeling die tot voorwerp heeft zowel de levering als de aanhechting aan een gebouw van de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een installatie voor centrale verwarming of airconditioning, daaronder begrepen de branders, de reservoirs en de regel- en controletoestellen verbonden aan de ketels of aan de radiatoren. Over die bepaling bestaat er een richtlijn nr. 1040 « Installaties en toestellen voor klimaatverbetering in vertrekken waar mensen verblijven. Tarief. Handelingen beoogd in artikel 20, § 2, van het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 ». De huidige regeling blijkt een aantal merkwaardige consequenties te hebben wat betreft het toepasselijke BTW-tarief. 1. Uit de tekst blijkt dat het moet gaan om een systeem dat geı¨ntegreerd is in het gebouw en dat derhalve dient voor de klimaatverbetering in meerdere lokalen van het gebouw (normaal gezien de totaliteit of quasitotaliteit van het gebouw). a) Betekent dit dat er geen verlaagd BTW-tarief kan worden toegepast wanneer in de verschillende lokalen van het gebouw afzonderlijke toestellen zijn geı¨nstalleerd die niet met mekaar zijn verbonden ? b) Indien dit zo is, waardoor wordt dit onderscheid dan verantwoord ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20753
2. En principe, le taux de TVA réduit ne peut s’appliquer aux climatiseurs de type « split-system ». Néanmoins, le taux de TVA réduit peut être appliqué lorsque les unités intérieures sont intégrées au baˆtiment. L’administration considère dans ce cas que l’installation a, dans l’ensemble, un caractère immeuble. Pour quelles raisons applique-t-on manifestement des taux de TVA différents pour des systèmes analogues selon qu’ils soient ou non intégrés au baˆtiment ?
2. Voor kamerkoelers van het type split-systeem geldt in beginsel dat zij niet in aanmerking komen voor een verlaagd BTW-tarief. Dit is echter wel het geval wanneer de binneneenheden van het splitsysteem ingelijfd worden in het gebouw. In dit geval gaat de administratie ervan uit dat het split-systeem in zijn geheel onroerend van aard is. Wat zijn de beweegredenen om voor een gelijkaardig systeem beduidend verschillende tarieven toe te passen naargelang dit al dan niet in het gebouw is ingelijfd ?
Réponse : Les précisions souhaitées par l’honorable membre ont trait à la décision administrative du 14 juillet 1997, no ET 84.567, qui a été publiée sous le no 1040 dans la Revue de la TVA no 131/11-12/1997.
Antwoord : De verduidelijkingen die het geachte lid wenst, hebben betrekking op de administratieve beslissing van 14 julli 1997, nr. ET 84.567, die gepubliceerd werd onder nr. 1040 in de BTW-Revue nr. 131/11-12/ 1997.
Lorsque des appareils de climatisation individuels qui ne sont pas reliés entre eux, c’est-à-dire des appareils de type split-système ou constitués d’un seul élément (type « monobloc » sont installés dans les différents locaux d’un baˆtiment, l’opération ne peut, conformément à l’arrêté royal no 20 du 20 juillet 1970, relatif aux taux de la TVA, bénéficier du taux réduit de TVA de 6 % au lieu du taux normal de 21 %, que sous des conditions déterminées. Ainsi, l’opération doit notamment être visée dans ledit arrêté royal no 20, annexe, tableau A, rubrique XXXI, § 3, 2o (« toute opération comportant à la fois la fourniture d’un bien meuble et son placement dans un immeuble en manière telle que ce bien meuble devienne immeuble par nature ») ou § 3, 3 , a (« toute opération, même non visée au 2o ci-avant, comportant à la fois la fourniture et la fixation à un baˆtiment de tout ou partie des éléments constitutifs d’une installation de chauffage central ou de climatisation, ... »).
Wanneer in de verschillende lokalen van een gebouw afzonderlijke toestellen voor klimaatverbetering worden geı¨nstalleerd die niet met mekaar zijn verbonden, dit wil zeggen kamerkoelers van het splitsysteem of uit één stuk (type « monobloc »), kan de handeling overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 20, inzake BTW-tarieven, slechts onder welbepaalde voorwaarden het verlaagd BTW-tarief van 6 % in de plaats van het normale BTW-tarief van 21 % genieten. Zo moet inzonderheid de handeling bedoeld zijn in het genoemde koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, bijlage, tabel A, rubriek XXXI, § 3, 2o (prestaties die erin bestaan een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt ») of § 3, 3o , a (iedere handeling, ook indien niet beoogd in 2o hierboven, die tot voorwerp heeft zowel de levering als de aanhechting aan een gebouw van de bestanddelen of een gedeelte van de bestanddelen van een installatie voor centrale verwarming of airconditioning, ... »).
L’opération qui a pour objet la livraison et la fixation à un baˆtiment des appareils de climatisation dont question ci-avant n’est visée à la rubrique XXXI, § 3, 2o , du tableau A, de l’annexe à l’arrêté royal précite no 20 que dans les deux situations suivantes :
De handeling die tot voorwerp heeft zowel de levering als de aanhechting aan een gebouw van de kamerkoelers waarvan sprake hiervoor is enkel in de volgende twee gevallen bedoeld in rubriek XXXI, § 3, 2o , van tabel A, van de bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 :
1o il doit s’agir de systèmes de réfrigération du type split-système dont les unités intérieures sont incorporées au baˆtiment (encastrées dans le plafond ou dans un espace spécialement prévu à cet effet dans le mur; voir point 2 de la décision précitée).
1o het betreft kamerkoelers van het type split-systeem waarvan de binneneenheden ingelijfd worden in het gebouw (ingewerkt in het plafond of in een speciaal hiervoor uitgespaarde ruimte in de muur; zie punt 2 van voornoemde beslissing).
2
il doit s’agir de climatiseurs monobloc type fenêtre (voir point 4 de la décision précitée).
2o het betreft kamerkoelers van het type raamunit (zie punt 4 van voornoemde beslissing).
L’opération ayant pour objet la livraison et la fixation à un baˆtiment de systèmes de réfrigération dont question ci-avant est étrangère à une installation de climatisation au sens de la rubrique XXXI, § 3, 3o , a, du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 précité, même si un appareil de climatisation est installé dans chacun des locaux du baˆtiment. Conformément à la
De handeling die tot voorwerp heeft zowel de levering als de aanhechting aan een gebouw van de kamerkoelers waarvan sprake hiervoor, heeft geen betrekking op een installatie voor airconditioning in de zin van rubriek XXXI, § 3, 3o a, van tabel A, van de bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit nr. 20, zelfs indien er in elk lokaal van het gebouw een kamer-
20754
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
décision précitée, pour pouvoir parler d’une installation de climatisation au sens de cette disposition de l’arrêté royal no 20 deux conditions doivent en effet être remplies.
koeler wordt geı¨nstalleerd. Om te kunnen spreken van een installatie voor airconditioning in de zin van die bepaling van het koninklijk besluit nr. 20 moeten volgens voornoemde beslissing immers twee voorwaarden vervuld zijn.
Ainsi que l’honorable membre l’observe à juste titre l’une de ces conditions est qu’il doit s’agir d’un système qui est intégré au baˆtiment et qui par conséquent sert à la climatisation de plusieurs locaux du baˆtiment (normalement la totalité ou la quasi-totalité du baˆtiment; voir point 1, alinéa premier, 1o, de la décision précitée). Il doit en outre également s’agir d’une installation qui controˆle et régule entièrement l’air ambiant, en d’autres mots qui controˆle et régule simultanément, au profit des personnes qui s’y trouvent, la température (c’est-à-dire qui non seulement rafraiˆchit en été mais également chauffe en hiver), le degré d’humidité, la circulation et la pureté de l’air. (voir point 1, alinéa premier, 2o, de la décision précitée).
Zoals het geachte lid terecht opmerkt is één van die voorwaarden dat het gaat om een systeem dat geı¨ntegreerd is in het gebouw en dat derhalve dient voor de klimaatverbetering in meerdere lokalen van het gebouw (normaal gezien de totaliteit of quasitotaliteit van het gebouw; zie punt 1, eerste lid, 1o, van voornoemde beslissing). Het moet daarenboven echter ook gaan om een installatie die het binnenklimaat volledig controleert en regelt, met andere woorden die gelijktijdig de temperatuur (dat wil zeggen niet alleen afkoelen in de zomer maar ook verwarmen in de winter), de vochtigheidsgraad, de bewegingen en de zuiverheid van de lucht in de lokalen van het gebouw controleert en regelt ten behoeve van de er verblijvende mensen (zie punt 1, eerste lid, 2o, van voornoemde beslissing).
Cette dernière condition n’est pas remplie lorsque des appareils de climatisation individuels qui ne sont pas reliés entre eux sont installés dans les différents locaux d’un baˆtiment. De tels systèmes individuels de climatisation ne procurent en effet pas un conditionnement d’air complet tel que défini ci-avant. La livraison avec fixation de ces appareils individuels dans les différents locaux d’un baˆtiment n’est donc pas visée à la rubrique XXXI, § 3, 3o , a du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal précite no 20, à moins que chacun de ces appareils ne soit pourvu d’un élément de chauffage en manière telle que l’ensemble puisse servir pour le chauffage de la totalité ou de la quasi-totalité du baˆtiment. Dans cette dernière situation, l’ensemble peut en effet être considéré comme une installation de chauffage central au sens de la rubrique XXXI, § 3, 3o , a du tableau A de l’annexe à l’arrêté royal no 20 précité (voir point 3 de la décision précitée).
Laatstgenoemde voorwaarde is niet vervuld wanneer in de verschillende lokalen van een gebouw afzonderlijke toestellen voor klimaatverbetering zijn geı¨nstalleerd die niet met mekaar zijn verbonden. Dergelijke individuele systemen voor klimaatverbetering geven immers geen volledige airconditioning zoals gedefinieerd hiervoor. De levering met aanhechting van die afzonderlijke toestellen in de verschillende lokalen van een gebouw is dan ook niet bedoeld in rubriek XXXI, § 3, 3o, a, van tabel A, van de bijlage bij het genoemde koninklijk besluit nr. 20, tenzij elk van die toestellen ook uitgerust is met een verwarmingselement derwijze dat het geheel kan dienen voor de verwarming van de totaliteit of de quasi-totaliteit van het gebouw. In dat laatste geval kan het geheel immers beschouwd worden als een installatie voor centrale verwarming in de zin van rubriek XXXI, § 3, 3o , a van tabel A, van de bijlage bij het voornoemde koninklijk besluit nr. 20 (zie punt 3 van voornoemde beslissing).
DO 979824631
DO 979824631
Question no 1478 de M. Richard Fournaux du 8 septembre 1998 (Fr.) :
Vraag nr. 1478 van de heer Richard Fournaux van 8 september 1998 (Fr.) :
Intérêts de retard en cas de livraison avec installation en Belgique. Lorsqu’une entreprise belge, assujettie avec droit entier à la déduction de la TVA, a fait procéder par une entreprise étrangère à une livraison avec installation de machines, qu’elle a omis de mentionner cette opération dans sa déclaration périodique conformément à la circulaire 1979/4, mais qu’elle régularise spontanément cette opération ultérieurement, votre administration lui réclamera-t-elle des intérêts de retard, alors que le Trésor n’a subi aucun préjudice ?
Verwijlinteresten in geval van levering met plaatsing in Belgie¨. Wanneer een Belgische onderneming, BTW-plichtig met een volledig recht op BTW-aftrek, door een buitenlandse onderneming een levering met plaatsing van machines heeft doen uitvoeren en ze die verrichting niet, overeenkomstig rondzendbrief 1979/4, in haar periodieke verklaring heeft opgenomen maar die toestand later spontaan regulariseert, zal uw administratie in dat geval verwijlinteresten aanrekenen terwijl de Schatkist geen enkel nadeel heeft geleden ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20755
Réponse : Il est tout d’abord précisé à l’honorable membre que la présente réponse tient compte uniquement de l’hypothèse dans laquelle seule l’opération interne de livraison avec installation ou montage de machines n’a pas été reprise par l’entreprise belge dans sa déclaration périodique à la TVA relative à la période au cours de laquelle la taxe est devenue exigible.
Antwoord : Er wordt het geachte lid allereerst op gewezen dat onderhavig antwoord enkel rekening houdt met de veronderstelling waarbij uitsluitend de interne levering met installatie of montage van machines niet in de periodieke BTW-aangifte van de Belgische onderneming werd opgenomen met betrekking tot de periode waarin de belasting opeisbaar is geworden.
Il résulte de l’article 16, § 1er, alinéa 2, du Code de la TVA, que la livraison d’un bien installé ou monté par le fournisseur ou pour son compte s’opère au moment où l’installation ou le montage est terminé.
Krachtens artikel 16, § 1, tweede lid, van het BTWwetboek vindt de levering van een goed dat door of voor rekening van de leverancier wordt geı¨nstalleerd of gemonteerd plaats op het tijdstip waarop de installatie of de montage wordt bee¨indigd.
Conformément à l’article 17, §1er, alinéa 1er, du code de la TVA, le fait générateur de la taxe intervient et la taxe devient exigible au moment où s’opère la livraison du bien, soit donc au moment où l’installation ou le montage est terminé, à moins que ne survienne plus toˆt une cause d’exigibilité subsidiaire de la taxe prévue à l’article 17, § 1er, alinéas 2 et 3, du code précité (telle que la facturation, l’encaissement de tout ou partie du prix, une échéance contractuelle).
Overeenkomstig artikel 17, § 1, eerste lid, van het BTW-wetboek, vindt het belastbare feit plaats en wordt de belasting opeisbaar op het tijdstip waarop de levering van het goed plaatsvindt, dit is op het tijdstip waarop de installatie of de montage wordt bee¨indigd, voor zover er zich voordien geen subsidiaire oorzaak van opeisbaarheid van de belasting heeft voorgedaan als beoogd in artikel 17, § 1, tweede en derde lid, van het voormelde wetboek (zoals de facturering, het incasseren van de prijs of een deel ervan, een contractuele vervaldag).
En règle, lorsque le fournisseur étranger n’est pas identifié à la TVA en Belgique, le client assujetti doit reprendre la base d’imposition et le montant de la taxe due en raison de l’opération de livraison avec installation ou montage qui lui est fournie, dans sa déclaration périodique à la TVA relative à la période au cours de laquelle la taxe est devenue exigible compte tenu des règles rappelées ci-avant. Ce client doit du reste acquitter la taxe qui est due, dans le délai fixé pour le dépoˆt de cette déclaration. Il peut, par ailleurs, exercer son droit à déduction de cette taxe dans la même déclaration s’il remplit bien entendu les conditions prévues à l’article 3, § 3, de l’arrêté royal no 3 du 10 décembre 1969, relatif aux déductions pour l’application de la taxe sur la valeur ajoutée.
In de regel moet de belastingplichtige afnemer, wanneer de buitenlandse leverancier niet voor de BTW in Belgie¨ is geı¨dentificeerd, de maatstaf van heffing en het bedrag van de belasting die is verschuldigd wegens de aan hem verrichte levering met installatie of montage, opnemen in zijn periodieke BTWaangifte met betrekking tot het tijdvak waarin de belasting opeisbaar is geworden rekening houdend met de voormelde regels. Deze afnemer dient daarenboven de verschuldigde belasting te voldoen binnen de termijn vastgesteld voor de indiening van deze aangifte. Hij kan overigens in dezelfde aangifte zijn recht op aftrek van deze belasting uitoefenen voor zover hij uiteraard de voorwaarden vervult als bedoeld in artikel 3, § 3, van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969, met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde.
` ce propos, si l’assujetti a encore le droit sans A aucune intervention de l’administration, d’exercer son droit à déduction de la taxe dans un délai de deux ans à partir de la naissance de ce droit, ainsi qu’il résulte de l’article 4, § 1er, alinéa 2, de l’arrêté royal no 3 précité, il n’empêche qu’il est par contre strictement tenu d’acquitter la taxe due dans le délai fixé pour le dépoˆt de la déclaration relative à la période au cours de laquelle cette taxe est devenue exigible.
Het feit dat de belastingplichtige nog het recht heeft om, zonder enige tussenkomst van de administratie, zijn recht op aftrek van de belasting uit te oefenen gedurende een periode van twee jaar te rekenen vanaf het ontstaan van het recht zoals bepaald in artikel 4, § 1, tweede lid, van het voormelde koninklijk besluit nr. 3, neemt niet weg dat hij daarentegen strikt gehouden is de belasting te voldoen binnen de termijn bepaald voor het indienen van de aangifte met betrekking tot de periode waarin deze belasting opeisbaar is geworden.
Si la taxe n’est pas payée dans ce délai, un intérêt est alors exigible de plein droit conformément à l’article 91, § 1er, 1o, du Code de la TVA. Le droit à la déduction ne saurait en effet pas justifier en soi le non-
Indien de belasting niet is voldaan binnen deze termijn is een interest van rechtswege verschuldigd overeenkomstig artikel 91, § 1, 1o, van het BTWwetboek. Het recht op aftrek zou op zich immers geen
2649
20756
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
respect dans le délai imparti des obligations liées à l’exigibilité de la taxe. L’article 84bis du Code de la TVA permet toutefois au directeur régional compétent de la TVA, de l’enregistrement et des domaines d’accorder, dans les cas spéciaux, et aux conditions qu’il détermine, l’exonération de tout ou partie des intérêts prévus par l’article 91, §§ 1er et 2, du code précité. Enfin, si la question posée concerne un cas concret, j’invite l’honorable membre à me le faire connaıˆtre.
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
rechtvaardiging inhouden om binnen de toegestane termijn de verplichtingen verbonden aan de opeisbaarheid van de belasting niet te moeten naleven. Artikel 84bis van het BTW-wetboek staat evenwel aan de bevoegde gewestelijke directeur van de BTW, registratie en domeinen toe om in specifieke gevallen en onder door hem bepaalde voorwaarden, vrijstelling te verlenen voor het geheel of een gedeelte van de in artikel 91, §§ 1 en 2, van het voormelde wetboek bedoelde interesten. Wanneer de gestelde vraag op een concreet geval betrekking heeft, nodig ik het geachte lid uit mij dit mede te delen.
DO 979834715
DO 979834715
Question no 1501 de M. Geert Bourgeois du 29 septembre 1998 (N.) : Recouvrement de dommages dans les dossiers Agusta et Dassault connexes. Les dossiers connexes aux affaires Agusta et Dassault ont trait à des allégations de faux en écritures dans la comptabilité du SP et du PS, ainsi qu’à l’allégation de versements de salaires au noir à concurrence de quelque six millions de francs. Dans sa réponse à mon interpellation no 1985 du 10 septembre 1998, le ministre de la Justice a confirmé que, depuis juin 1997, plus aucun devoir d’instruction n’avait été effectué dans ces dossiers (Chambre, 19971998, commission de la Justice, Annales, 10 septembre 1998). J’ai réellement le sentiment que ni l’E´tat belge ni l’ONSS ou d’autres institutions publiques ou parastatales ne se sont constituées partie civile dans ce dossier. Une partie civile attentive aurait vraisemblablement demandé que l’examen du dossier soit poursuivi.
Vraag nr. 1501 van de heer Geert Bourgeois van 29 september 1998 (N.) : Terugvordering van de schade in het afgeleide Agustaen Dassault-dossier. Het zogenaamde afgeleide Agusta- en Dassaultdossier heeft betrekking op de beweerde schriftvervalsing in de boekhouding van de SP en de PS en op de beweerde uitbetaling van zwarte lonen ten belope van ongeveer zes miljoen frank. In antwoord op mijn interpellatie nr. 1985 van 10 september 1998 bevestigde de minister van Justitie dat er in dit dossier geen enkele daad van gerechtelijk onderzoek meer gesteld werd sinds juni 1997 (Kamer, 1997-1998, commissie Justitie, Handelingen, 10 september 1998). Ik heb het sterke vermoeden dat noch de Belgische Staat noch de RSZ noch andere overheidsinstellingen of parastatalen zich burgerlijke partij gesteld hebben in dit dossier. Een alerte burgerlijke partij zou wellicht aangedrongen hebben op de verderzetting van dit dossier. 1. Werd de Belgische Staat of het ministerie van Financie¨n door het gerecht op de hoogte gebracht van deze zaak ? 2. a) Heeft de Belgische Staat of het ministerie van Financie¨n zich burgerlijke partij gesteld ? b) Zo ja, wanneer en voor welke bedragen ?
1. L’E´tat belge ou le ministère des Finances ont-ils été informés de cette affaire par la justice ? 2. a) L’E´tat belge ou le ministère des Finances se sont-ils constitués partie civile ? b) Dans l’affirmative, quand, et pour quels montants ? c) Dans la négative, pourquoi ? 3. a) L’E´tat belge ou le ministère des Finances ont-ils mené leur propre enquête dans cette affaire ? b) Dans l’affirmative, quels en sont les résultats ? c) En cas d’infractions, quelles mesures l’E´tat belge ou le ministère des Finances a-t-il prises pour récupérer les montants, les intérêts, les majorations et les amendes dus ?
c) Zo neen, waarom ? 3. a) Heeft de Belgische Staat of het ministerie van Financie¨n in deze zaak een eigen onderzoek gevoerd ? b) Zo ja, wat zijn de resultaten daarvan ? c) Als daaruit overtredingen blijken, welke maatregelen heeft de Belgische Staat of het ministerie van Financie¨n dan genomen strekkende tot recuperatie van de verschuldigde sommen, interesten, verhogingen en boetes ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20757
d) Quels montants (montant principal et autres) ont été ou sont réclamés ?
d) Welke bedragen (hoofdsom en andere) werden of worden teruggevorderd ?
e) Si aucune enquête et/ou aucun recouvrement et/ou aucune constitution de partie civile n’a eu lieu, cette situation est-elle conforme aux instructions en vigueur et aux règles d’une bonne administration ?
e) Als nog geen onderzoek en/of terugvordering en/of burgerlijke partijstelling gebeurde, strookt dit dan met de geldende instructies en de regels van goed bestuur ?
f) Quelles règles s’appliquent lorsque l’E´tat belge ou le ministère des Finances est informé soit par le parquet, soit d’office de certaines infractions à la loi ?
f) Wat zijn de regels in zo’n geval, wanneer de Belgische Staat of het ministerie van Financie¨n hetzij door het parket hetzij ambtshalve kennis heeft van wetsovertredingen ?
4. a) D’autres institutions publiques ou parastatales ressortissant à vos compétences ont-elles éventuellement subi des dommages ?
4. a) Hebben andere overheidsinstellingen of parastatalen welke onder uw bevoegdheid vallen mogelijk schade geleden ?
b) Dans l’affirmative, pourriez-vous, pour chacun des cas, répondre aux questions 1 à 3 ?
b) Zo ja, kan u voor elk van deze een antwoord op de vragen 1 tot en met 3 geven ?
Réponse : Je tiens tout d’abord à signaler à l’honorable membre qu’en tant que ministre des Finances, il ne m’appartient pas de juger si l’E´tat belge a été lésé lors de la passation des marchés militaires Agusta` ce propos, il incombe à chaque départeDassault. A ment ministériel concerné par cette affaire et en particulier le ministère de la Défense nationale d’intenter, s’il l’estime nécessaire, une action civile.
Antwoord : Vooraf vestig ik er de aandacht van het geachte lid op dat het mij als minister van Financie¨n niet toekomt te oordelen of de Belgische Staat bij de afsluiting van de militaire opdrachten Agusta-Dassault benadeeld werd. Terzake dient elk betrokken ministerieel departement en in het bijzonder het ministerie van Landsverdediging, te oordelen over de opportuniteit van het instellen van een burgerlijke rechtsvordering.
Sur le plan fiscal, je signale qu’à plusieurs reprises l’administration de l’Inspection spéciale des impoˆts (ISI) a demandé, conformément à l’article 327, § 1er , 2e alinéa du Code des impoˆts sur les revenus 1992, la consultation des dossiers judiciaires Agusta et Dassault.
Wat het fiscale aspect van deze zaak betreft, wijs ik erop dat de administratie van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI), overeenkomstig de bepalingen van artikel 327 § 1, 2e lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, meermaals inzage van de gerechtsdossiers Agusta en Dassault heeft gevraagd.
` cet égard, je tiens à faire remarquer que le procuA reur général près la Cour de cassation a refusé d’accorder à l’Inspection spéciale des impoˆts les autorisations sollicitées, en invoquant, d’une part, la règle du secret de l’instruction et en attirant, d’autre part, l’attention sur le fait que les documents obtenus des autorités judiciaires étrangères, en exécution de commissions rogatoires internationales, ne pourront jamais être communiqués au ministère des Finances, car ils n’ont étè transmis à l’autorité judiciaire belge qu’à la condition expresse que les renseignements consignés dans ces documents ne feraient l’objet d’aucune utilisation à des fins fiscales.
In dit verband wens ik op te merken dat de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie geweigerd heeft de door de Bijzondere Belastinginspectie gevraagde toelating tot inzage te verlenen, zich hierbij enerzijds beroepend op de regel van het geheim van het onderzoek, en anderzijds de aandacht erop vestigend dat de documenten die van de buitenlandse gerechtelijke autoriteiten werden verkregen via de internationale rogatoire commissies nooit aan het ministerie van Financie¨n zullen mogen worden medegedeeld, daar ze slechts aan de Belgische gerechtelijke autoriteiten werden overgezonden onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de in de documenten vermelde gegevens nooit voor fiscale doeleinden zouden worden aangewend.
Compte tenu de ce qui précède, je puis néanmoins assurer l’honorable membre que mes services suivent attentivement l’évolution de ce dossier et ne manqueront pas de prendre les initiatives qui s’imposent sur le plan fiscal.
Rekening houdend met wat voorafgaat, kan ik het geachte lid niettemin verzekeren dat mijn diensten de evolutie van dit dossier aandachtig volgen en niet zullen nalaten om de initiatieven te nemen die zich op het fiscale vlak opdringen.
J’estime d’ailleurs opportun de préciser que les administrations fiscales procèdent toujours aux enquêtes adéquates lorsqu’elles ont connaissance d’indices
Ik acht het bovendien opportuun te verduidelijken dat de fiscale administraties, wanneer zij kennis hebben van aanwijzingen van mogelijke fraude, steeds
20758
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
de fraude éventuelle. Il va de soi que, le cas échéant, les rectifications fiscales nécessaires sont effectuées.
de passende onderzoekingen instellen. Het spreekt voor zich dat in voorkomend geval de nodige fiscale rechtzettingen worden doorgevoerd.
Pour le surplus, les strictes dispositions de l’article 337 du Code des impoˆts sur les revenus 1992 relatives au secret professionnel m’interdisent de donner plus de précisions sur cette affaire.
Voor het overige laten de strikte bepalingen van artikel 337 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 met betrekking tot het beroepsgeheim mij niet toe meer bijzonderheden over deze zaak te verstrekken.
DO 979834731
DO 979834731
Question no 1502 de M. Jozef Van Eetvelt du 5 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 1502 van de heer Jozef Van Eetvelt van 5 oktober 1998 (N.) :
Pouvoirs locaux. — Déclarations fiscales. — Automatisation.
Lokale besturen. — Fiscale aangiften. — Automatisering.
Les pouvoirs locaux doivent, tout comme les autres employeurs, introduire chaque année auprès de l’administration des Contributions directes les fiches individuelles et les relevés récapitulatifs afférents aux rémunérations et autres revenus.
De lokale besturen dienen, net zoals de andere werkgevers, de individuele fiches en samenvattende opgaven betreffende de bezoldigingen en andere inkomsten jaarlijks in te dienen bij de administratie der Directe Belastingen.
En outre, les pouvoirs locaux doivent introduire les fiches 281.50 (et le relevé récapitulatif 325.50) et les fiches 104/SP relatives aux honoraires, commissions, fournitures de services et de travaux, loyers, indemnités d’expropriation, allocations, etc.
Daarnaast dienen de lokale besturen fiches 281.50 (en samenvattende opgave 325.50) en fiches 104/OD in te dienen voor honoraria, commissies, leveringen van diensten en werken, huurgelden, onteigeningsvergoedingen, toelagen, subsidies, enz.
Les déclarations citées dans le premier paragraphe peuvent être faites sur papier ou sur support magnétique (projet Belcotax).
De in het eerste lid aangehaalde aangiften kunnen gebeuren op papier of met magnetische informatiedrager (project Belcotax).
Pour les dépenses citées dans le deuxième paragraphe, seule une déclaration sur papier serait possible à ce jour.
Voor de in het tweede lid aangehaalde uitgaven, zou tot heden enkel een aangifte op papier mogelijk zijn.
Envisagez-vous à court terme, c’est-à-dire avant les déclarations de 1999 :
Overweegt u om op korte termijn, dit wil zeggen vo´o´r de aangiftes in 1999 :
1. d’autoriser également des supports magnétiques outre les fiches sur papier 281.50 et 104/SP et le relevé sur papier 325.50;
1. naast de papieren fiches 281.50 en 104/OD en de papieren samenvatting 325.50 eveneens magnetische informatiedragers toe te laten;
2. de veiller à ce que la ou les déclarations puissent se faire par voie informatique, telle que Edifact via Isabelle, pour les déclarations TVA;
2. de aangifte(s) te laten gebeuren langs informatorische weg, zoals de Edifact-vorm via Isabel voor de BTW-aangiftes;
3. d’utiliser PubliLink, le réseau des pouvoirs locaux, pour la transmission de la déclaration (électronique) ?
3. voor het doorsturen van de (elektronische) aangifte gebruik te maken van PubliLink, het netwerk van de lokale besturen ?
Réponse : L’honorable membre voudra bien trouver ci-après la réponse aux questions posées.
Antwoord : Het geachte lid gelieve hierna een antwoord op zijn gestelde vragen te willen vinden.
1. Les fiches 281.50 et les relevés récapitulatifs 325.50 ont été intégrés dans le système informatisé Belcotax à partir de l’année des revenus 1996.
1. De fiches 281.50 en de samenvattende opgaven 325.50 werden vanaf het inkomstenjaar 1996 opgenomen in het geautomatiseerd systeem Belcotax.
Les fiches 104/SP peuvent être introduites sur supports magnétiques depuis 1978.
De fiches 104/OD kunnen sinds 1978 via magnetische informatiedragers ingediend worden.
2. 1) La possibilité d’introduire la déclaration à l’impoˆt
2. 1) De mogelijkheid wordt bestudeerd om de aangifte
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
des personnes physiques et à l’impoˆt des sociétés par des moyens informatiques est à l’étude. En l’espèce il n’est pas seulement question de la décla` court ou ration mais également des annexes. A même à moyen terme, il n’est toutefois pas possible d’affecter à ce projet les ressources humaines nécessaires eu égard à la problématique « An 2000 » et « Euro ». 2) En ce qui concerne les déclarations en matière de précompte professionnel la possibilité existe pour les secrétariats sociaux d’employeurs agréés d’introduire celles-ci sur supports magnétiques; environ 55 % des déclarations sont traitées de cette manière. Cette façon de travailler ne peut pas être étendue aux autres tiers (secrétariats sociaux non agréés, comptables, bureau de software, etc.) vu leur nombre et la fréquence mensuelle des déclarations. Il va de soi qu’un surcroıˆt mensuel d’informations provenant d’autant de sources ne peut être absorbé que par réseau d’autant qu’il faut encore tenir compte des employeurs individuels. Il a été décidé d’attendre, avant le développement de ce projet, la mise en vigueur effective des déclarations TVA par réseau. Certains contacts ont déjà eu lieu en ce qui concerne les déclarations en matière de précompte professionnel avec les responsables du projet « Agora » du gouvernement fédéral. 3. Concernant l’introduction de déclarations en matière de précompte professionnel via le réseau PubliLink, le Crédit communal, administrateur de ce réseau, a déjà démarré un projet. L’administration des Contributions directes envisageait d’ailleurs celui-ci comme une étape intermédiaire vers une réception généralisée des déclarations en matière de précompte professionnel. Le Crédit communal a également demandé de surseoir provisoirement au projet en raison de la priorité à accorder aux travaux de l’An 2000 et de l’Euro.
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20759
inzake personenbelasting en vennootschapsbelasting in te dienen via informatorische weg. Het gaat hier echter niet alleen over de aangifte maar ook over de bijlagen. Op korte of zelfs op halflange termijn kan evenwel voor dit project niet het nodige personeel worden ingezet gelet op de problematiek « Jaar 2000 » en « Euro ». 2) Voor de aangiften inzake bedrijfsvoorheffing bestaat er voor erkende sociale secretariaten voor werkgevers de mogelijkheid om deze in te dienen via magnetische dragers; via deze weg worden reeds circa 55 % van de aangiften behandeld. Deze werkwijze is niet uitbreidbaar naar andere derden (« niet erkende » sociale secretariaten, boekhouders, softwarebureaus, enz.) gezien het aantal van deze derden en de maandelijkse frequentie van aangiften. Het ligt voor de hand dat een maandelijkse aanvoer vanuit zoveel bronnen, laat staan vanuit individuele werkgevers, alleen via netwerk kan worden gerealiseerd. Besloten werd om voor de ontwikkeling van dit project de effectieve inwerkingtreding van de BTW-aangiften via netwerk af te wachten. Er waren in verband met de aangiften inzake bedrijfsvoorheffing wel reeds enige contacten met de verantwoordelijken van het « Agora »-project van de federale regering. 3. Aangaande het indienen van aangiften inzake bedrijfsvoorheffing via het PubliLink-netwerk heeft het Gemeentekrediet, beheerder van dit netwerk, reeds een project opgestart. De administratie der Directe Belastingen aanzag dit trouwens als een tussenstap naar een veralgemeende ontvangst van aangiften inzake bedrijfsvoorheffing via netwerk. Ook het Gemeentekrediet heeft gevraagd dit project op te schorten wegens de prioriteit die zij moet geven aan de werkzaamheden Jaar 2000 en Euro.
Secrétaire d’E´tat à la Sécurité, à l’Intégration sociale et à l’Environnement
Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu
Sécurité
Veiligheid
DO 979824589
DO 979824589
Question no 234 de M. Yves Leterme du 31 août 1998 (N.) : Signalisation routière. — Accords internationaux. Le trafic transfrontalier croissant nécessite une signalisation routière claire et intelligible.
Vraag nr. 234 van de heer Yves Leterme van 31 augustus 1998 (N.) : Verkeerstekens. — Internationale afspraken. Het toenemend grensoverschrijdend verkeer heeft belang bij een duidelijke en overzichtelijke verkeerssignalisatie.
20760
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
Si les informations dont je dispose sont correctes, cette matière est régie par le traité relatif à la signalisation routière du 8 novembre 1968, la convention européenne complétant le traité relatif à la signalisation routière du 1er mai 1971 et le protocole relatif à la signalisation routière complétant la convention européenne du 1er mars 1973.
Indien ik goed ben ingelicht, wordt deze materie geregeld door het verdrag inzake de verkeerstekens van 8 november 1968, de Europese overeenkomst tot aanvulling van het verdrag inzake de verkeerstekens van 1 mei 1971 en het protocol inzake wegmarkeringen tot aanvulling van de Europese overeenkomst van 1 maart 1973.
Toutes ces conventions internationales n’empeˆchent pas que d’importantes différences subsistent en ce qui concerne notamment la forme et la couleur des panneaux indicateurs de direction. La langue dans laquelle une destination est annoncée varie également souvent en fonction du lieu où elle est indiquée.
Ondanks deze internationale afspraken bestaan er nog grote verschillen inzake bijvoorbeeld vormgeving en kleur van de bewegwijzering die de richting van een bestemming aangeeft. Ook de taal waarin een bestemming wordt aangeduid verschilt vaak naargelang de plaats van waaruit de bestemming wordt aangeduid.
On constate également une abscence totale d’uniformité dans l’utilisation des pictogrammes ou logos désignant de sites que l’on retrouve partout tels les musées, infrastructures sportives, gares ferroviaires, etc.
Er is daarnaast ook een totaal gebrek aan uniformiteit in het gebruik van pictogrammen of logos om bepaalde veel voorkomende items zoals musea, sportinfrastructuur, spoorstations, enz., aan te duiden.
1. a) Comment expliquez-vous que les destinations pouvant eˆtre rejointes par les routes « E » soient indiquées tantoˆt sur fond bleu, tantoˆt sur fond vert, selon les pays ?
1. a) Hoe komt het dat bestemmingen te bereiken via E-wegen in het ene land op blauwe en in het ander land op groene achtergrond worden bewegwijzerd ?
b) Existe-t-il, à l’échelle internationale, des projets en vue de rechercher davantage d’uniformité dans ce domaine ? Le cas échéant, dans quel sens ?
b) Zijn er plannen op internationaal vlak om terzake meer uniformiteit na te streven ? Wat is de inhoud van de terzake toepasselijke bepalingen ?
c) Quelle est votre évaluation de la situation actuelle ?
c) Hoe beoordeelt u zelf de thans bestaande situatie ?
2. a) Quelles règles régissent l’emploi des langues pour indiquer les directions ?
2. a) Welke regels zijn van toepassing op het taalgebruik bij de aanduiding van bestemmingen ?
b) Le gestionnaire de la voirie dispose-t-il d’un libre choix à cet égard ?
b) Heeft de wegbeheerder in deze de vrije keuze ?
c) Envisage-t-on de se référer à une norme unique en la matière ?
c) Zijn er plannen om terzake een eenduidige norm te hanteren ?
d) Quelle est votre appréciation de la confusion que provoque l’indication d’une seule et meˆme destination annoncée en trois langues (par exemple : Cologne, Ko¨ln, Keulen) sur une distance de quelques kilomètres à peine ?
d) Hoe beoordeelt u de verwarring die thans kan ontstaan door bijvoorbeeld op een afstand van enkele kilometers eenzelfde bestemming telkens afzonderlijk in drie verschillende talen aan te duiden (bijvoorbeeld Cologne, Ko¨ln, Keulen) ?
e) Ne serait-il pas indiqué de conclure, à tout le moins dans notre propre pays, un accord précis à ce sujet ?
e) Lijkt het u niet aangewezen om minstens in ons land tot een duidelijke afspraak te komen ?
3. Existe-t-il des accords internationaux régissant l’utilisation commune de logos ou de pictogrammes désignant certains sites que l’on retrouve partout tels les musées, gares, etc. ?
3. Zijn er internationale afspraken in verband met het gemeenschappelijk gebruik van logos of pictogrammen om bepaalde veel voorkomende bestemmingen aan te duiden zoals musea, stations, enz. ?
Réponse : 1. a) Conformément à la Convention de Vienne sur la circulation routière (1968), les signaux d’indication peuvent se présenter comme suit en ce qui concerne la couleur: symboles ou inscriptions en blanc ou couleur claire sur un fond de couleur foncée, ou des symboles ou inscriptions dans une couleur foncée sur un fond blanc ou clair.
Antwoord : 1. a) Luidens het Verdrag van Wenen inzake het wegverkeer (1968) mogen de aanwijzingsborden er als volgt uitzien, wat het kleurgebruik betreft: symbolen of opschriften in’t wit of in een lichte kleur op donkerkleurige achtergrond, ofwel symbolen of opschriften in een donkere kleur op witte of lichte achtergrond.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20761
Les signaux de préavis ou de direction — qui sont évidemment des signaux d’indication — doivent avoir un fond bleu ou vert et des inscriptions ou des symboles de couleur blanche.
De voorwegwijzers of wegwijzers naar autosnelwegen — die vanzelfsprekend aanwijzingsborden zijn — moeten een blauwe of groene achtergrond hebben en witte opschriften of symbolen.
En outre, le symbole des signaux routiers E, 5a et E, 6a de la convention (les signaux qui indiquent respectivement le début d’une autoroute ou une route pour automobile) peut être reproduit en format réduit.
Tevens mag het symbool van de verkeersborden E, 5a en E, 6a van de conventie (de borden die respectievelijk het begin van een autosnelweg en een autoweg aanwijzen) in verkleind formaat gereproduceerd worden.
Par ailleurs, la convention recommande que l’indication de localité sur le signal de direction soit donnée dans la langue du pays ou de la partie du pays où cette localité est située.
Voorts wordt in dit verdrag vermeld dat het aanbevolen is op de wegwijzers de plaatsbestemming aan te geven in de taal van het land of het deel van het land waar die plaats gelegen is.
b) Il n’y a pas de projets sur le plan international visant à modifier ces dispositions.
b) Er bestaan op internationaal vlak geen plannen om deze bepalingen te wijzigen.
c) Il serait effectivement judicieux d’harmoniser plus avant encore les couleurs utilisées sur la signalisation d’indication.
c) Het zou inderdaad verantwoord zijn het kleurgebruik op de aanwijzingsborden verder te harmoniseren.
Sur le plan mnémotechnique, cela ne peut être que favorable à la compréhension par les usagers.
Op het mnemotechnisch vlak kan dit enkel gunstig zijn voor de begrijpbaarheid door de weggebruikers.
Toutefois, une harmonisation plus poussée aura immanquablement une incidence importante sur le plan financier pour de nombreux E´tats et c’est probablement cette raison qui motive le fait que ce dossier n’ait pas évolué.
Een doorgedreven harmonisering zou echter onvermijdelijk een belangrijke financie¨le weerslag hebben voor tal van landen; wellicht ligt hier de verklaring voor het feit dat dit dossier geen voortgang heeft.
2. a) Conformément à l’article 71.1 du règlement général sur la signalisation de direction menant vers une autoroute et sur la signalisation de direction placée sur l’autoroute elle-même, le nom des destinations étrangères est indiqué dans la langue du pays où se trouve cette destination. Cette prescription est dès lors conforme à la convention.
2. a) Luidens artikel 71.1 van het algemeen verkeersreglement wordt op de bewegwijzering naar een autosnelweg en op de bewegwijzering op de autosnelweg zelf, de naam van de buitenlandse bestemmingen vermeld in de taal van het land waar die bestemming zich bevindt. Dit voorschrift is bijgevolg conform het verdrag.
Si, en vertu des lois coordonnées sur l’emploi des langues en matière administrative, ce nom ne figure pas déjà sur cette signalisation, il est ajouté après ou en dessous de la destination mentionnée, dans un autre caractère et entre parenthèses.
Indien deze naam ingevolge de toepassing van de gecoo¨rdineerde wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken niet reeds op deze signalisatie voorkomt, wordt hij in een ander lettertype en tussen haakjes, hetzij ernaast, hetzij eronder, aan de aangeduide bestemming toegevoegd.
b) à e)
Pour l’indication des destinations nationales, la loi linguistique s’applique intégralement, tant sur les autoroutes que sur les autres routes. Ceci a pour conséquence que les communications sur la signalisation routière sont données dans la langue du territoire où ces signalisations sont placées. Les prescriptions à ce sujet sont dès lors univoques, bien qu’ayant pour conséquence que, près de la frontière linguistique, les indications vers les destinations étrangères diffèrent les unes par rapport aux autres. Le gestionnaire de la voirie doit évidemment appliquer cette réglementation.
b) tot e)
Voor de aanduiding van de binnenlandse bestemmingen zowel op autosnelwegen als op andere wegen, geldt integraal de taalwetgeving. Dit heeft voor gevolg dat de mededelingen op de verkeerssignalisatie gegeven worden in de taal van het gebied waar deze signalisatie geplaatst is. De voorschriften terzake zijn bijgevolg eenduidig, al hebben zij als gevolg dat, rond de taalgrens, de aanduidingen naar buitenlandse bestemmingen van elkaar verschillen.
De wegbeheerder dient deze regelgeving vanzelfsprekend toe te passen.
20762
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
3. L’emploi de logos ou de pictogrammes uniformes pour indiquer différentes destinations n’a pas encore été examiné sur le plan international.
3. Het gebruik van uniforme logo’s of pictogrammen om bepaalde bestemmingen aan te wijzen, is nog niet aan de orde geweest op het internationale vlak.
J’attire enfin l’attention de l’honorable membre sur le fait que les signaux d’indication repris à l’article 71.2 du règlement général de la circulation, sont la plupart du temps, utilisés de la même manière à l’étranger.
Ik merk tenslotte aan het geachte lid op, dat de in artikel 71.2 van het algemeen verkeersreglement opgesomde aanwijzingsborden, meestal op dezelfde wijze worden gebruikt in het buitenland.
DO 989900009
DO 989900009
Question no 241 de M. Jozef Van Eetvelt du 13 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 241 van de heer Jozef Van Eetvelt van 13 oktober 1998 (N.) :
Nouvelles ambulances. — Problèmes techniques.
Nieuwe ziekenwagens. — Technische problemen.
Il me revient que les 38 nouvelles ambulances de couleur vert citron récemment mises en service présentent de nombreuses défectuosités techniques majeures.
De 38 nieuwe ziekenwagens in citroengele kleur, die onlangs in gebruik zijn genomen, vertonen naar verluidt tal van belangrijke technische defecten.
La liste des défauts comprend notamment : des brancards impossibles à fixer, des charnières qui se détachent, un appareil de massage cardiaque qui menace de tomber, des fentes dans la cabine, une serrure à goujon défectueuse à la double porte arrière, des manettes qui ne fonctionnent plus.
Op de mankementenlijst staan onder meer : brancards die niet meer kunnen worden bevestigd, scharnieren die los komen, een toestel voor hartmassage dat dreigt te vallen, kieren in de cabine, het pinslot van de dubbele achterdeur dat hapert, hendels die het laten afweten.
Des problèmes analogues auraient déjà été constatés antérieurement. La génération précédente d’ambulances présentait des risques. Selon les informations recueillies auprès de différents hoˆpitaux qui utilisent ces ambulances, les problèmes concernaient là aussi la cellule sanitaire de l’ambulance.
Het zou niet de eerste keer zijn dat soortgelijke problemen zijn vastgesteld. De vorige generatie ziekenwagens blijkt evenmin risicovrij. Oorzaak zou ook toen de zogenaamde sanitaire cel zijn geweest. Dat blijkt uit een inforonde bij verschillende ziekenhuizen die gebruik maken van dergelijke ziekenwagens.
Le même producteur a néanmoins encore été choisi cette fois-ci.
Toch is ook dit keer gekozen voor dezelfde producent.
La première livraison aurait en outre déjà été reportée en raison de certains problèmes.
Bovendien zou de eerste levering al zijn uitgesteld omdat een en ander niet in orde was.
1. a) Les plaintes relatives aux problèmes techniques posés par les nouvelles ambulances sont-elles conformes à la réalité ?
1. a) Kloppen de klachten over technische problemen met de nieuwe ziekenwagens ?
b) Quelles sont les causes de ces défectuosités et comment peut-on y remédier ?
b) Wat zijn de redenen van deze onvolkomenheden en hoe kunnen ze worden opgelost ?
c) Les réparations peuvent-elles être effectuées dans le cadre de la garantie ?
c) Kan dat onder garantie ?
2. a) Est-il exact qu’en dépit des défectuosités techniques de la génération précédente d’ambulances, le même producteur de cellules sanitaires a été une fois encore retenu ?
2. a) Is het juist dat, ondanks de technische onvolkomenheden van de vorige generatie ziekenwagens, andermaal is aangeklopt bij dezelfde producent van sanitaire cellen ?
b) Dans l’affirmative, pourquoi ?
b) Zo ja, waarom ?
3. Est-il exact que la première livraison a été reportée parce que des imperfections dans la finition des véhicules avaient déjà été constatés ?
3. Klopt het bericht dat de eerste levering was uitgesteld omdat toen al technische onvolmaaktheden in de afwerking van de wagens zijn vastgesteld ?
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Réponse :
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20763
Antwoord :
1. a) Les nouvelles ambulances présentent effectivement plus de problèmes que la normale. On examine actuellement les résultats d’une enquête effectuée auprès des services ayant reçu les nouvelles ambulances.
1. a) De nieuwe ziekenwagens vertonen inderdaad een groter aantal problemen dan normalerwijze kan worden verwacht. Momenteel wordt een enquête geanalyseerd die uitgevoerd werd bij de ontvangers van de nieuwe ziekenwagens.
b) Le Bureau fédéral d’achats tente actuellement ` cet d’identifier l’origine de ces défectuosités. A égard, une procédure de controˆle de tous les véhicules après leur mise en service a été élaborée en concertation avec le fournisseur. Au terme de cette procédure, la cause des défectuosités pourra être établie.
b) De redenen van deze onvolkomendheden worden momenteel onderzocht door het federaal aankoopbureau. Hiervoor is, in overleg met de leverancier, een procedure uitgewerkt waarbij alle wagens versneld gecontroleerd worden na hun indienststelling. Op basis van de bevindingen zal worden uitgemaakt waar de oorzaak van het defect ligt.
c) Si les problèmes sont dus à un défaut de fabrication, la garantie du constructeur, valable cinq ans, sera invoquée.
c) Indien de defecten te wijten zijn aan constructiefouten zal de vijf jaar geldende garantie van de constructeur worden ingeroepen.
2. a) Oui.
2. a) Ja.
b) Le fabricant de la cellule sanitaire est un soustraitant choisi par le constructeur ayant soumis la meilleure offre lors de l’adjudication publique.
b) De producent van sanitaire cel is een onderaannemer gekozen door de constructeur die de beste offerte heeft ingediend bij de openbare aanbesteding.
3. Non, la date de livraison a été reportée parce que le constructeur n’a pas pu terminer la fabrication à temps, un de ses sous-traitants ayant des problèmes juridiques.
3. Neen, de geplande leveringsdatum is opgeschoven omdat de producent zijn producten niet tijdig kon afwerken wat op zijn beurt te wijten was aan juridische problemen van een onderaannemer.
Intégration sociale
Maatschappelijke Integratie
DO 979834761
DO 979834761
Question no 161 de M. Jo Van Overberghe du 6 octobre 1998 (N.) :
Vraag nr. 161 van de heer Jo Van Overberghe van 6 oktober 1998 (N.) :
Problème de la pauvreté dans le pays de Waes.
Armoedeproblematiek in het Waasland.
Plus qu’ailleurs en Flandre, la population féminine du pays de Waes est touchée par la pauvreté. En Flandre, 55 % des minimexés sont des femmes. Dans le pays de Waes, la moyenne s’élève à 60 % et la majorité sont des femmes dans la catégorie d’aˆge de 31 à 35 ans. Selon plusieurs sources, il ne faudrait pas s’attendre à un renversement rapide de cette situation.
Meer dan elders in Vlaanderen wordt in het Waasland de vrouwelijke bevolking door armoede getroffen. Naar verluidt bestaat het aantal bestaansminimumtrekkers in Vlaanderen voor 55 % uit vrouwen. In het Waasland loopt het gemiddelde op tot 60 %, met een oververtegenwoordiging van vrouwen tussen 31 en 35 jaar. Volgens een aantal bronnen dient er geen snelle omkeer van deze situatie te worden verwacht.
Cette thèse est confirmée par l’Atlas socioéconomique de Flandre. Il ressort des statistiques que Saint-Nicolas, Hamme, Lokeren, Tamise et Beveren doivent faire face à un nombre élevé de choˆmeurs disposant d’un certificat de l’enseignement secondaire inférieur. De 1991 à 1996, ces mêmes communes ont en outre été confrontées à un accroissement important du nombre de demandeurs d’emploi au choˆmage de six mois à un an et de un à deux ans.
Deze stelling wordt bevestigd door de SociaalEconomische Atlas van Vlaanderen. Uit de statistieken valt af te leiden dat Sint-Niklaas, Hamme, Lokeren, Temse en Beveren te kampen hebben met een hoog aantal werklozen met een getuigschrift van lager onderwijs. Bovendien hebben in de periode 1991 tot 1996 diezelfde gemeenten een grote groei gekend van het aantal werklozen, die tussen zes en twaalf maanden en tussen een en twee jaar werkloos zijn.
2650
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20764
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
1. a) Quelles mesures ont déjà été prises dans le cadre de la lutte contre la pauvreté dans le pays de Waes ?
1. a) Welke maatregelen werden reeds genomen in het kader van de armoedebestrijding in het Waasland ?
b) De quels projets s’agit-il et a-t-il été tenu compte du problème spécifique du pays de Waes, à savoir la pauvreté parmi la population féminine ?
b) Wat zijn deze projecten en werd hierbij rekening gehouden met het specifieke probleem van het Waasland, namelijk de armoede bij de vrouwelijke bevolking ?
2. a) Quand ces projets ont-ils été mis en œuvre ?
2. a) Wanneer werden deze projecten opgestart ?
b) Comment les résultats de ces projets pour les personnes les plus défavorisées sont-ils évalués et existe-t-il de la marge pour actualiser les projets existants ?
b) Op welke manier wordt het welslagen van deze kansarmoedeprojecten gee¨valueerd en is er ruimte voor actualisering van de bestaande projecten ?
3. Les personnes concernées peuvent-elles être associées activement (concertation ou avis) au travail préparatoire déterminant la politique suivie ?
3. Is er ruimte voor enige actieve inbreng (overleg of advies) van de betrokken personen bij het beleidsvoorbereidend werk binnen uw departement ?
Réponse : J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre les renseignements suivants.
Antwoord : Ik heb de eer de volgende inlichtingen aan het geachte lid mee te delen.
1. a) En ce qui concerne les mesures prises dans le cadre de la lutte contre la pauvreté en pays de Waes, je peux informer l’honorable membre qu’elles s’inscrivent dans les mesures fédérales de la lutte contre la pauvreté. Lors du Conseil des ministres spécial Pauvreté du 30 avril 1997, le droit au travail pour les plus pauvres a notamment été concrétisé plus avant. C’est ainsi que les instruments prévus dans la loi du 8 juillet 1976 organique des CPAS pour aider les ayants-droit à s’insérer, les articles 60, § 7, et 61, ont été améliorés et stimulés sur le plan financier.
1. a) Wat de maatregelen in het kader van de armoedebestrijding in het Waasland betreft, kan ik het geachte lid mededelen dat zij opgenomen zijn in de federale maatregelen ter bestrijding van de armoede. In de speciale federale Ministerraad Armoede van 30 april 1997 werd onder andere het recht op werk voor de armsten verder geconcretiseerd. Zo werden de bestaande instrumenten in de organieke OCMW-wet van 8 juli 1976 om steungerechtigden aan werk te helpen, met name artikel 60, § 7, en 61, uitgebouwd en financieel gestimuleerd.
Dans le pays de Waes, 67 personnes travaillaient dans le cadre de l’article 60, § 7, au 1er janvier 1998. Je constate que ce chiffre est resté quasi constant au cours des cinq dernières années, mais je m’attends à ce que l’exonération complète des charges patronales entraıˆne une augmentation significative de ce chiffre. Mais c’est aux CPAS même qu’il revient au bout du compte de donner aux projets une forme concrète. L’honorable membre trouvera ci-dessous un tableau reprenant l’évolution du nombre de personnes insérées par l’article 60, § 7, pour les communes du pays de Waes.
In het Waasland waren op 1 januari 1998 67 personen tewerkgesteld in het kader van artikel 60, § 7. Ik stel vast dat dit cijfer de jongste vijf jaar quasi constant is gebleven, maar reken op het feit dat de volledige vrijstelling van de werkgeversbijdragen een significante verhoging van dit cijfer ten gevolge heeft. Maar uiteindelijk is het aan de OCMW’s zelf om de projecten concreet gestalte te geven. Het geachte lid vindt hieronder een tabel met de evolutie van het aantal personen tewerkgesteld in artikel 60, § 7, voor de Waaslandse gemeenten.
Minimexés en article 60, § 7, en 1/1998 :
BM’ers in artikel 60, § 7, in 1/1998 : Minimexés 1/98 — BM’ers 1/98
Beveren Kruibeke
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
. .
Hommes — Mannen
Femmes — Vrouwen
76 16
159 33
Art. 60, § 7
%
7 5
3 10,2
Total — Totaal 235 49
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
—(152)—
20765
Minimexés 1/98 — BM’ers 1/98 Hommes — Mannen Lokeren . . . . . . . . . . . . . Sint-Gillis-Waas . . . . . . . . . . . Saint-Nicolas. — Sint-Niklaas . . . . . . Stekene . . . . . . . . . . . . . . Tamise. — Temse .
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Total. — Totaal
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
Femmes — Vrouwen
76 15 176
100 176 43 58 251 427 données non disponibles gegevens niet beschikbaar 42 84 126
401
E´volution du nombre de personnes en article 60, § 7:
Art. 60, § 7
%
14 6 24 4
8 10,3 5,6
7
5,6
Total — Totaal
670
1 071
Evolutie van het aantal personen in artikel 60, § 7 :
1/92
1/93
1/94
1/95
1/96
1/97
1/98
Beveren . . . . . . . Kruibeke . . . . . . . Lokeren . . . . . . . Sint-Gillis-Waas . . . . . Saint-Nicolas. — Sint-Niklaas Stekene . . . . . . . Tamise. — Temse . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
. . . . . . .
0 3 7 1 49 2 8
1 1 8 2 36 2 9
2 5 10 0 35 3 9
7 2 10 1 24 4 5
6 2 9 2 30 2 6
7 4 9 3 21 3 7
7 5 14 6 24 4 7
Total. — Totaal
.
.
.
70
59
64
53
57
54
67
.
.
.
.
Pour l’ensemble de l’arrondissement de SaintNicolas, près de 63 % des 1 071 ayants-droit au minimex étaient des femmes. Cela constitue une surreprésentation importante comparée au chiffre nationale qui est de 55 %.
In het ganse arrondissement Sint-Niklaas waren er van de 1 071 bestaansminimumgerechtigden bijna 63 % vrouwen. Dit is een sterke oververtegenwoordiging in vergelijking met het nationale cijfer van 55 %.
Les mesures que j’ai prises en vue de promouvoir la mise au travail dans le cadre de l’article 60, § 7, permettent aux CPAS de développer des projets qui tiennent compte de ces spécificités locales. Dans le pays de Waes également, des projets ciblés sur les femmes peuvent être proposés afin d’aider celles-ci à sortir du minimum de moyens d’existence.
Met de genomen maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in het kader van artikel 60, § 7, hebben de OCMW’s de mogelijkheid om initiatieven te nemen die beantwoorden aan die lokale behoefte. Ook in het Waasland kunnen projecten worden aangeboden die vrouwvriendelijk zijn, om zo de doorstroom van vrouwen uit het bestaansminimum te bevorderen.
b) Pour ce qui est de projets menés, j’ai soutenu le projet « Vrouwen en Armoede in Waas en Dender » des SV Waes et Dendre, avec l’administration provinciale de Flandre orientale.
b) Wat de gevoerde projecten betreft, heb ik, samen met het provinciebestuur van Oost-Vlaanderen, het project « Vrouwen en Armoede in Waas en Dender » van SV Waas en Dender ondersteund.
2. a) Ce projet a commencé en octobre 1996 pour se terminer en décembre 1997.
2. a) Dit project is aangevangen in oktober 1996 en bee¨indigd in december 1997.
b) Les propositions qui ont été faites dans le cadre de cette étude seront examinées avec attention, et il pourra en être tenu compte dans l’élaboration ultérieure de la politique fédérale. Il ne m’appartient
b) De voorstellen die in deze studie werden gedaan, zullen met aandacht worden bekeken en kunnen ingeschreven worden in het verdere federale beleid. Het komt mij nochtans niet toe om daadwerkelijk
20766
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
cependant pas de prendre l’initiative des projets concrets au niveau local.
in te grijpen in de effectieve uitvoering van de projecten op lokaal vlak.
3. En ce qui concerne l’implication des personnes concernées, je puis informer l’honorable membre qu’une participation active des pauvres a été mise en place dès le début des travaux du Rapport général sur la pauvreté. Les organisations dans lesquelles les pauvres prennent la parole furent et sont toujours des partenaires actifs dans l’élaboration et dans la mise en œuvre de la politique de pauvreté.
3. Wat de actieve inbreng van de betrokken personen betreft, kan ik het geachte lid mededelen dat reeds vanaf de aanvangsfase van de werkzaamheden betreffende het Algemeen Verslag over de armoede, een actieve participatie van de armen werd nagestreefd. De verenigingen waar armen het woord nemen, waren en zijn actieve partners bij het uittekenen en uitvoeren van het armoedebeleid.
De plus, un accord de coopération signé le 5 mai 1998 prévoit la création, au niveau fédéral auprès du Centre pour l’égalité des chances et de la lutte contre le racisme, d’un « service de lutte contre la pauvreté, la précarité et l’exclusion sociale ». Ce service associera de manière structurelle et continue à ses travaux les organisations dans lesquelles les personnes les plus démunies s’expriment, en faisant usage de la méthodologie basée sur le dialogue, telle qu’elle a été développée lors de l’élaboration du Rapport général sur la pauvreté.
Bovendien werd op 5 mei 1998 een samenwerkingsakkoord betreffende de oprichting van een « steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting » op federaal niveau bij het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, ondertekend. Het steunpunt zal de verenigingen waar armen het woord nemen, op een structurele en bestendige manier bij zijn werkzaamheden betrekken, hierbij gebruik makend van de dialoogmethode zoals ze ontwikkeld werd bij het tot stand komen van het Algemeen Verslag over de armoede.
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20767
SOMMAIRE PAR OBJET — INHOUDSOPGAVE CA
DO
Question no Vraag nr.
Date Datum
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Premier ministre Eerste minister 1
989900017
14-10-1998
202
Marceau Mairesse
L’effet en chaıˆne envisageable par le passage informatique de l’an 2000. — La problématique des composants embarqués (embedded systems). Millennium-bug. — Problematiek van de « ingebouwde componenten ».
20Il
Vice-premier ministre et ministre de l’E´conomie et des Télécommunications, chargé du Commerce extérieur Vice-eerste minister en minister van Economie en Telecommunicatie, belast met Buitenlandse Handel E´conomie — Economie 1
979814078
15- 7-1998
371
Vincent Decroly
Collaboration entre services de police et firmes privées de dépannage. Samenwerking van politiediensten en particuliere depannagebedrijven.
20673
1
979803751
19- 3-1998
372
Jacques Simonet
Circulation de la monnaie fiduciaire. Omloop van chartaal geld.
20675
1
979824567
20- 8-1998
376
Hugo Olaerts
Prix de vente. — Plats consommés dans un restaurant ou emportés. Verkoopprijzen. — Restaurantverbruik of meeneemgerechten.
20678
8
979834790
12-10-1998
380
Claude Eerdekens
* Yaourths. — Additifs. Yoghurt. — Additieven.
20655
Télécommunications — Telecommunicatie 1
979824706
25- 9-1998
348
Mw. Ingrid van Kessel
8
989900001
13-10-1998
351
Yves Leterme
Recommandations postales. RP-zendingen. * Cabines téléphoniques publiques de Belgacom et boıˆtes aux lettres de La Poste. — Vandalisme. — Controˆle social. Openbare telefooncellen van Belgacom en brievenbussen van De Post. — Vandalisme. — Sociale controle.
20679 20655
Vice-premier ministre et ministre de l’Intérieur Vice-eerste minister en minister van Binnenlandse Zaken 1
969702185
5- 8-1997
671
Jef Tavernier
Controˆle de l’organisation des jeux de bingo. Toezicht op de organisatie van kienspelen.
20681
1
969702398
15-12-1997
767
François-Xavier de Donnéa
Pigeons. — Autorisation du bourgmestre. Duiven. — Machtiging van de burgemeester.
20681
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20768 CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999) Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
979824558
17- 8-1998
895
Yves Leterme
Plan d’urgence en cas de risques nucléaires. — Distribution de tablettes d’iode. Noodplan voor nucleaire risico’s. — Verdeling van jodiumtabletten.
20683
1
979824609
7- 9-1998
902
Thierry Detienne
Accès au territoire des étrangers. — Inscription au registre de la population. — Administrations communales. Toegang tot het grondgebied van vreemdelingen. — Inschrijving in het bevolkingsregister. — Gemeentebesturen.
20684
1
979824658
15- 9-1998
906
Mw. Annemie Van de Casteele
Wezembeek-Oppem. — Réunion du conseil communal. — Heurts entre les services d’ordre et des membres du « Taal Aktie Komitee » (TAK). Wezembeek-Oppem. — Gemeenteraadszitting. — Botsing tussen ordediensten en leden van het Taal Aktie Komitee (TAK).
20686
1
979834757
6-10-1998
919
Jo Van Overberghe
Conseil d’E´tat. — Arriéré. — Modernisation de la section de législation. Raad van State. — Achterstand. — Modernisering afdeling wetgeving.
20687
1
979834775
7-10-1998
922
Bart Laeremans
Chiffres concernant les changements de nationalité. Cijfers betreffende nationaliteitswijzigingen.
20690
8
979834784
9-10-1998
923
Olivier Maingain
* Gendarmerie. — Cellule Brabant wallon. — Emploi des langues. Rijkswacht. — Cel Waals-Brabant. — Taalgebruik.
20656
8
979834785
9-10-1998
924
Gerolf Annemans
* Fourons. — Bourgmestre. — Bulletin d’informations communal. Voeren. — Burgemeester. — Gemeentelijk infoblad.
20657
8
979803648
9-10-1998
925
Yves Leterme
* Fourniture de données du registre de la population. Verstrekken van gegevens uit het bevolkingsregister.
20657
Vice-premier ministre et ministre de la Défense nationale, chargé de l’E´nergie Vice-eerste minister en minister van Landsverdediging, belast met Energie Défense nationale — Landsverdediging 1
979802906
19-11-1997
419
Mw. Anne Van Haesendonck
Exhibitions d’acrobatie aérienne et champ d’aviation d’Ursel (Knesselare). Vliegshows en vliegveld van Ursel (Knesselare).
20692
1
979824396
10- 7-1998
512
Alfons Borginon
Aérodromes militaires. — Clubs d’aviation sportive. Militaire vliegvelden. — Sportvliegclubs.
20694
1
979824468
23- 7-1998
516
Ferdinand Ghesquière
Musée de l’armée à Bruxelles. — Exposition permanente. — Projet. Legermuseum te Brussel. — Geplande permanente tentoonstelling.
20695
1
979824480
24- 7-1998
518
Jozef Van Eetvelt
Marine. — Rapports linguistiques. Marine. — Taalverhoudingen.
20696
1
979824481
24- 7-1998
519
Ghislain Vermassen
Forces belges en Allemagne. — Garnison de Bensberg. — Personnel médical. — Emploi des langues. Belgische Strijdkrachten in Duitsland. — Garnizoen Bensberg. — Medisch personeel. — Taalgebruik.
20698
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999) CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20769
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
1
979824587
31- 8-1998
524
Francis Van den Eynde
Service de presse militaire. — Analyse des articles de presse. Militaire persdienst. — Analyse van persartikelen.
20699
1
979824622
8- 9-1998
525
Jan Eeman
Panzers belges pour l’Afrique. Belgische pantsers voor Afrika.
20700
1
979824682
17- 9-1998
527
John Spinnewyn
Vente d’un domaine militaire. Verkoop van een militair domein.
20701
1
979824684
18- 9-1998
528
Mw. Simonne Creyf
Aéroport militaire. — Aviation civile. Militair vliegveld. — Burgerluchtvaart.
20701
E´nergie — Energie 1
979824428
17- 7-1998
11
Hugo Van Dienderen
Organe de promotion national indépendant pour la cogénération. Nationaal onafhankelijk promotieorgaan voor warmtekrachtkoppeling.
20702
1
979824484
3- 8-1998
13
Georges Clerfayt
Incitants financiers aux particuliers pour favoriser les économies d’énergie. Financie¨le incentives voor particulieren ter bevordering van energiebesparingen.
20705
Vice-premier ministre et ministre du Budget Vice-eerste minister en minister van Begroting 1
989900146
10-11-1998
54
Geert Bourgeois
Lien entre la politique gouvernementale et la situation macroéconomique actuelle. Relatie tussen het gevoerde regeringsbeleid en de huidige macro-economische toestand.
20708
1
989900147
10-11-1998
55
Geert Bourgeois
Introduction de l’euro et construction du marché unique. — Situation en Belgique. De euro en de uitbouw van de eenheidsmarkt. — Toestand in Belgie¨.
20711
Ministre de la Politique scientifique Minister van Wetenschapsbeleid 1
979814258
8- 7-1998
135
Alfons Borginon
Maison des étudiants belges à Paris. Huis van de Belgische studenten te Parijs.
20713
Ministre de la Santé publique et des Pensions Minister van Volksgezondheid en Pensioenen Santé publique — Volksgezondheid 8
979834790
12-10-1998
585
Claude Eerdekens
* Yaourths. — Additifs. Yoghurt. — Additieven.
20658
8
979834791
12-10-1998
586
Claude Eerdekens
* Pharmaciens. — Médicaments. — Aide-mémoire. Apothekers. — Geneesmiddelen. — Ruggensteuntje.
20659
8
979834792
12-10-1998
587
Claude Eerdekens
* Traitement pour acné par isotrétinoı¨ne. Behandeling van acne met isotretinoı¨ne.
20659
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20770 CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999) Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
989900002
13-10-1998
588
Claude Eerdekens
* Produits vendus exclusivement en pharmacie. Uitsluitend in apotheken verkochte producten.
20659
8
989900008
13-10-1998
589
Jozef Van Eetvelt
* Vaccination. Vaccinatieprik.
20660
8
989900011
13-10-1998
590
Thierry Detienne
* Tabagisme. — Couˆt social. Roken. — Kosten voor de maatschappij.
20661
Pensions — Pensioenen 1
979834754
5-10-1998
135
Joos Wauters
Office national des pensions. — Formulaires. Rijksdienst voor pensioenen. — Formulieren.
20716
1
989900013
14-10-1998
136
Paul Tant
Interruption de carrière à temps partiel. — Indemnités de rupture. — Allocations de choˆmage. Deeltijdse loopbaanonderbreking. — Verbrekingsvergoeding. — Werkloosheidsuitkering.
20718
Ministre de l’Emploi et du Travail, chargée de la Politique d’égalité des chances entre hommes et femmes Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het Beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen Emploi et Travail — Tewerkstelling en Arbeid 1
959600542
19-12-1995
68
Thierry Detienne
Allocations de choˆmage. — Exclusion du bénéfice. Werkloosheidsuitkeringen. — Uitsluiting.
20720
1
969701637
9- 5-1997
346
Thierry Detienne
Allocations de choˆmage. — Pointage. — Renseignements. Werkloosheidsuitkering. — Stempelen. — Inlichtingen.
20721
4
969702541
20-10-1997
429
Mw. Alexandra Colen
Prépensionnés. Bruggepensioneerden.
20722
4
979803416
28- 1-1998
485
Filip Anthuenis
Conseils ayant fonction d’organes de concertation ou de participation. Raden opgericht als overleg- of inspraakorganen.
20723
1
979824415
16- 7-1998
563
Filip Anthuenis
Entreprise en difficulté. — Organisation syndicale. Onderneming in moeilijkheden. — Vakorganisatie.
20723
1
979824547
14- 8-1998
569
Hans Bonte
Durée du travail. — Heures supplémentaires. Arbeidsduur. — Overwerk.
20724
1
989900027
16-10-1998
580
Tony Smets
Discriminations en matière d’assurance-vie. Vormen van discriminatie bij het afsluiten van een levensverzekering.
20728
Ministre des Affaires sociales Minister van Sociale Zaken 1
979814020
27- 5-1998
633
Joseph Arens
Fermeture de la Minière métallurgique RodangeAthus. — Cellule de l’emploi. — Société de diversification belgo-luxembourgeoise. Sluiting van de « Minière métallurgique RodangeAthus ». — Werkgelegenheidscel. — « Société de diversification belgo-luxembourgeoise ».
20729
1
979834781
7-10-1998
679
Luc Sevenhans
Soins palliatifs à domicile. Palliatieve thuiszorg.
20730
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999) CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999)
20771
Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
8
979834788
12-10-1998
680
Claude Eerdekens
* Hoˆpitaux. — Patients hospitalisés. — « Frais de disponibilité ». Ziekenhuizen. — Patie¨nten. — « Kosten voor beschikbaarheid ».
20661
8
979834792
12-10-1998
682
Claude Eerdekens
* Traitement pour acné par isotrétinoı¨ne. Behandeling van acne met isotretinoı¨ne.
20661
1
989900003
13-10-1998
683
Claude Eerdekens
Iode. Jodium.
20731
1
989900010
13-10-1998
684
Jozef Van Eetvelt
Pauvreté (même) en milieu rural. Armoede (ook) op het platteland.
20732
6
989900025
16-10-1998
687
Tony Smets
Allocations pour l’aide aux personnes aˆgées. — Calcul des moyens d’existence. — Montant indexé du revenu cadastral des biens immobiliers. Tegemoetkomingen voor hulp aan bejaarden. — Berekening van de bestaansmiddelen. — Geı¨ndexeerd bedrag van het kadastraal inkomen van onroerende goederen.
20733
Ministre des Transports Minister van Vervoer 1
979814144
26- 5-1998
738
Maurice Didden
SNCB. — Retards. NMBS. — Treinvertragingen.
20734
8
979834789
12-10-1998
808
Jos Ansoms
* SNCB. — Résultats de la mise en œuvre du nouvel horaire. NMBS. — Resultaten van de nieuwe dienstregeling.
20662
8
989900004
13-10-1998
809
Yves Leterme
* SNCB. — Introduction d’un ticket Eurégion pour la Flandre occidentale, le Hainaut et le Nord de la France. NMBS. — Invoering van een Euregioticket WestVlaanderen, Henegouwen en Noord-Frankrijk.
20663
8
989900005
13-10-1998
810
Joos Wauters
* SNCB. — Gare de Puurs. — Emplacements pour bicyclettes. NMBS. — Station Puurs. — Fietsstallingen.
20663
8
989900012
13-10-1998
811
Ferdinand Ghesquière
* Destination du navire-école « Commandant Fourcault ». Bestemming van het opleidingsschip « Commandant Fourcault ».
20664
8
989900018
14-10-1998
812
Karel Van Hoorebeke
* SNCB. — Produits qui ne sont ni échangeables ni remboursables. NMBS. — Producten van de NMBS die niet omwisselbaar en niet terugbetaalbaar zijn.
20664
Ministre de la Fonction publique Minister van Ambtenarenzaken 1
989900068
23-10-1998
304
Jean-Pierre Viseur
Régime de travail de quatre jours. — Provinces et communes. Vierdagenweek. — Provincies en gemeenten.
20735
2651
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20772 CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999) Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord
Ministre de la Justice Minister van Justitie 2
009550184
6-12-1995
116
Ignace Van Belle
Criminalité juvénile liée à la toxicomanie. — Lutte. Drugscriminaliteit bij jongeren. — Bestrijding.
20736
1
959602518
9- 9-1996
345
Filip De Man
Bruxelles. — Pratiques pédophiles. Brussel. — Pedofiliepraktijken.
20737
1
969700823
24- 1-1997
474
Vincent Decroly
Dispositions sociales et diverses. — Interprétation de certains articles. Sociale en diverse bepalingen. — Interpretatie van bepaalde artikelen.
20738
1
969701985
27- 6-1997
623
Bart Laeremans
Amendes judiciaires et transactions. Gerechtelijke boetes en minnelijke schikkingen.
20741
1
979802972
26-11-1997
736
Mme Marguerite Bastien
Plaintes déposées auprès des parquets et diverses forces de police. Klachten ingediend bij de parketten en de diverse politiediensten.
20742
1
979803020
2-12-1997
743
Jan Eeman
Prisonniers pourvus d’un système de controˆle électronique. Gevangenen met elektronische systeemcontrole.
20743
1
979814135
25- 5-1998
864
Vincent Decroly
Code d’instruction criminelle. — Plaintes déposées sur base de l’article 29 du Livre premier. Wetboek van strafvordering. — Klachten ingediend op grond van artikel 29 van Boek I.
20743
1
979814137
25- 5-1998
866
Maurice Didden
Sociétés civiles à forme commerciale. Burgerlijke vennootschappen die de rechtsvorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen.
20745
1
979824461
22- 7-1998
900
Didier Reynders
Fonds spécial pour l’aide aux victimes d’actes intentionnels de violence. Bijzonder Fonds tot hulp aan de slachtoffers van opzettelijke gewelddaden.
20745
8
979834786
9-10-1998
949
Geert Bourgeois
* Utilisation de la langue standard dans les textes officiels. Gebruik van de standaardtaal in officie¨le teksten.
20665
8
979834787
9-10-1998
950
Olivier Maingain
* Brigade de police judiciaire de l’arrondissement Bruxelles-Hal-Vilvorde. — Répartition linguistique. Brigade van de gerechtelijke politie van het arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde. — Taalverdeling.
20665
8
979824597
9-10-1998
951
Francis Van den Eynde
* Fêtes gantoises. — Consommation de drogues douces. — Politique de tolérance. Gentse Feesten. — Softdruggebruik. — Gedoogbeleid.
20666
8
989900015
14-10-1998
952
Tony Smets
* Inscription des personnes à une adresse de référence. — Débiteur qui emménage chez un tiers. — Huissier de justice. — Saisie-exécution sur les meubles de ce tiers. Inschrijving van personen op een referentieadres. — Schuldenaar die inwoont bij een derde. — Gerechtsdeurwaarder. — Uitvoerend beslag leggen op de inboedel van deze derde.
20666
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999) CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
—(152)—
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999) Objet Voorwerp
Auteur
* Question sans réponse 1
969701377
28-10-1998
20773 Page Blz.
* Vraag zonder antwoord 957
Gerolf Annemans
Trafic international de substances radioactives. — Port d’Anvers. — Mesures de sécurité. Internationale smokkel van radioactief materiaal. — Haven van Antwerpen. — Beveiliging.
20748
Ministre des Finances Minister van Financie¨n 1
979803437
2- 2-1998
1220
Karel Van Hoorebeke
Réclamations. — Service assistance et controˆle interne. Bezwaarschriften. — Dienst bijstand en interne controle.
20749
1
979824419
16- 7-1998
1447
Mw. Simonne Creyf
Statut fiscal des bénévoles. — Indemnités. — Imposition. Fiscaal statuut van vrijwilligers. — Mantelzorgtoelage.
20750
1
979824606
2- 9-1998
1471
Julien Verstraeten
Taux de TVA pour l’installation d’appareils de climatisation. BTW-tarieven bij het installeren van airconditioning.
20752
1
979824631
8- 9-1998
1478
Richard Fournaux
Intérêts de retard en cas de livraison avec installation en Belgique. Verwijlinteresten in geval van levering met plaatsing in Belgie¨.
20754
1
979834715
29- 9-1998
1501
Geert Bourgeois
Recouvrement de dommages dans les dossiers Agusta et Dassault connexes. Terugvordering van de schade in het afgeleide Agusta- en Dassault-dossier.
20756
1
979834731
5-10-1998
1502
Jozef Van Eetvelt
Pouvoirs locaux. — Déclarations fiscales. — Automatisation. Lokale besturen. — Fiscale aangiften. — Automatisering.
20758
8
989900006
13-10-1998
1507
Mw. Ingrid van Kessel
* Impoˆt sur les revenus. — Sociétés. — Questionnaire et avis de modification ou notification de la taxation d’office. Inkomstenbelastingen. — Vennootschappen. — Vragenlijst en bericht van wijziging of kennisgeving van aanslag van ambstwege.
20667
8
989900007
13-10-1998
1508
Mw. Ingrid van Kessel
* Impoˆts sur les revenus. — Administrations fiscales. — Dossier ressortissant à la fois à la réglementation relative à la fraude fiscale et à celle relative aux éléments probants. Inkomstenbelastingen. — Belastingadministraties. — Gelijktijdig geval van belastingontduiking en bewijskrachtige gegevens.
20668
8
989900014
14-10-1998
1509
Yves Leterme
* Successions en déshérence. Erfloze nalatenschappen.
20669
Secrétaire d’E´tat à la Sécurité, pour l’Intégration sociale et l’Environnement Staatssecretaris voor Veiligheid, Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu Sécurité — Veiligheid 1
979824589
31- 8-1998
234
Yves Leterme
Signalisation routière. — Accords internationaux. Verkeerstekens. — Internationale afspraken.
20759
Chambre des représentants de Belgique Questions et Réponses (SO 1998-1999)
20774 CA
DO
Date Datum
Question no Vraag nr.
—(152)— Auteur
Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers Vragen en Antwoorden (GZ 1998-1999) Objet Voorwerp
* Question sans réponse 1
989900009
13-10-1998
Page Blz.
* Vraag zonder antwoord 241
Jozef Van Eetvelt
Nouvelles ambulances. — Problèmes techniques. Nieuwe ziekenwagens. — Technische problemen.
20762
Intégration sociale — Maatschappelijke Integratie 1
979834761
6-10-1998
161
Jo Van Overberghe
8
989900010
13-10-1998
162
Jozef Van Eetvelt
Problème de la pauvreté dans le pays de Waes. Armoedeproblematiek in het Waasland. * Pauvreté (même) en milieu rural. Armoede (ook) op het platteland.
20763 20670