Muziek in samenhang met dans Landelijk netwerk muziekdocenten 24 april 2014
Dansspetters III –een rekbaar begrip Dansspetters III is een pleidooi voor het belang van het creatief proces. Vol dans ideeën en muzikale suggesties is dit derde boek vooral een inspiratiebron om zelf verder te groeien. Stel je voor dat ons leerproces mede vanuit dans en muziek ontstond? Zou het kleurrijker zijn? Zou je anders leren? We gaan zelf ervaren en ontdekken in deze workshop. Docent: Henriëtte Wachelder is danstherapeut, docent dans/drama aan de Kempel en startte in 2008 met YET-‐dtc (Youth Education Training by dance theater coaching). Zij werkt wekelijks met o.a. deze methode in het basisonderwijs (gr. 1 t/m 8)). Daarnaast geeft zij trainingen en inspiratieworkshops aan docententeams in heel Nederland. Het groene boek Dansspetters (incl. 3 cd’s)-‐uitgekomen nov. 2012-‐ bevat ook dansmateriaal voor 12-‐18 jaar en ouder). Bestellen? www.dansspetters.nl In 2001 ontdekte ik de methode dansspetters. Ik (creatief therapeut, dans) ken geen andere dans/beweeg methode waarmee ik mensen (van jong tot oud) zo vanzelfsprekend in beweging krijg. “Juf Yet, dit lijkt wel dans”(Tom, groep 8, bij de puzzeldans, blauwe boek). Ik had de dansbeschrijving uit dansspetters aangehouden, gemengd met elementen uit de “breakdance” en acro-‐gym, en de kinderen de dans laten uitvoeren op twee verschillende moderne muziekstijlen (2 lessen van 1 uur). Een mooie lyriek (adagio) en een “up-‐tempo” top 40 deun. Dus dat je zelf veel kunt toevoegen aan een bestaand thema in deze methode…spreekt mij nog steeds enorm aan. De muziekkeuze stuurt de “kleur” van de beweging. Bij de “top 40 deun” wordt de puls in de beweging haast automatisch sterker, krachtiger aangezet. De adagio creëert zachtere, rondere, langzamere bewegingen. De puzzeldans startte ik vanuit beweging…en we onderzochten vervolgens wat het toegevoegde ingrediënt muziek deed met de beweging.
Vandaag starten we vooral vanuit de muziek. Luisteren naar de muziek. Wat hoor je…en vanuit verbeelding dit luisterbeeld transformeren en vormgeven naar een beweegbeeld. Hoor je wat je ziet? Zie je wat je hoort? Durf, experimenteer en leer! Herhaal eindeloos met variaties; • Aanpassen van het dansmateriaal (de bewegingen) aan het ontwikkelingsniveau (fysiek en mentaal) van de kinderen (leerlijnen); • Stel (hogere) eisen aan de eigen inbreng; • Varieer met de danselementen: lichaam (isolatie-‐ geheel), ruimte (hoogtelagen, lijnen, van de plaats, op de plaats, compact, patronen, vormen…), tijd (frasering, ritme, herhaling, tempo, dynamiek, duur…) en energie (dynamiek, on-‐regelmatig, licht, zwaar, flow, hoekig, spanning…) • Stel geen vragen als je niet met het antwoord wilt werken. In het ordenen van je voorbereiding en om je lesdoel helder te krijgen zijn onderstaande vragen een handvat om niet alleen je structuur, maar ook je beweegreden helder te krijgen: -‐ WAT beweegt er? -‐ HOE beweegt het? -‐ WAAR beweegt het? -‐ MET WIE (of WAT) bewegen we? De vragen hebben de functie van wegwijzers. Wat willen we bereiken met onze les? Hoe willen we de leerlingen dit laten ervaren en ontdekken? Met de juiste beweegreden kom je tot variatie en andere invalshoeken, tot verdieping. De beweging krijgt betekenis en dan wordt beweging een zinvolle beweging. Veel dansen in dit groene boek zijn extra uitgerust met muzikale tips en doorkijkjes. Tekst en taal wordt hier en daar aan beweging toegevoegd of we zingen een lied. Heb je vragen? Stel ze gerust.Je vind mij via www.yet-‐dtc.nl / info@yet-‐dtc.nl Veel dans/ bewegingsplezier! Henriëtte Wachelder, dans-‐drama docent pabo / basisonderwijs/ eigen praktijk YET-‐dtc.
Programma dans in samenhang 24 april 2014:
Grote schoonmaak 4-‐12 jaar, mars, 4/4 We helpen tante Toos. Herken je de muziek? Drie verschillende delen. Binnen ieder deel wisselen crescendo en decrescendo af, wat kan leiden tot grote en kleine bewegingen, lichte of krachtige bewegingen. Of varieer met bewegingen vanuit de fijne of grove motoriek. Een opwarming die energie geeft! Heb je even tijd 4-‐8 jaar, pop/wereldmuziek, 4/4 en 6/8 Druk…druk….druk….In deze dans komen vier verschillende klokken aan bod: -‐ de slingerklok regelmatige beweging -‐ de koekoeksklok hoor je hoelaat het is? -‐ De zandloper hoor het glijden… -‐ de stopwatch stop & watch Het liedje: Tijd, tijd, tikke takke tijd Heb je een paar uren Of gaat het nog lang duren Tijd, tijd, tikke takke tijd Mag ik een minuutje van je tijd? Muzikaal doorkijkje: Welke klokken horen we allemaal? Ken je nog meer klokken? Puls en metrum: het klokken museum ritmespel. De klokken worden centraal opgedraaid. Je hebt langzame klokken, snellere klokken, een shuffelklok, ¾ maat klok, onregelmatige klok, etc. Laat de leerlingen in subgroepen hun eigen klokkenritme spelen. Kan er een compositie mee gemaakt worden? Magie-‐Blokje 8-‐12 jaar, toverspreuk, 4/4 -‐ gezamenlijk brouwen we een toverdrank -‐ op basis van de juiste ingrediënten dansen we een eigen toverspreuk. Toverdrank bereiden in een grote kookpot waarbij we het hele lijf betrekken. Let op: variatie van roeren, mixen, scheppen, mengen… Tijdens het A-‐deel roeren, schudden, shaken en draaien we. Tijdens het B-‐deel voegen we telkens nieuwe ingrediënten toe.
Inspector IKS 9-‐12 jaar, hip-‐hop/ filmisch, 4/4 en 7/8 (derde couplet) Inspector Iks is een coole kikker. Hij ziet alles, hoort alles en weet bijna alles. We gaan een dagje mee op werkbezoek. Rap tekst: sporen onderzoek en een undercoverzaak 1001 vragen bij een grote kraak Millimeterwerk, geen haartje dat-‐ie mist Inspector IKS coolste kikker die er is. (2 keer)
Neem een houding aan bij het zingen van de rap-‐tekst: -‐ schuilen, weggedoken -‐ stoer, gezien worden -‐ … Wissel van pose/ houding als de rap voor de 2e keer gezongen wordt. Variatie: laat 1 persoon tussen dit tableau vivant sluipen…en anderen reageren (afkerend, begroetend, …). -‐ laserstralen (waslijn, of dik katoen op klos bij de Action). Houdt de lijn/ laserstraal vast met 2. De laser beweegt op het specifieke geluid in de muziek. Let op: soms verwacht je de laser…maar dan is er niet…(speciaal trucje van Iks, inbraak beveiliging). Zo leer je de kinderen goed naar de muziek te luisteren (i.p.v. op de automatische piloot). -‐ Idem maar nu lopen, dribbelen, springen, sluipen een aantal kinderen tussen, onder, over de laser stralen…let op je bevriest als de lasers bewegen. -‐ Naar de overkant gaan…leg een denkbeeldig parcours af. Bespreek met de kinderen het parcours…laat hen meedenken. Eerst door smalle steeg…dan over een brede sloot, zigzaggend door het bos…over de muur…etc. -‐ Naar de overkant gaan met een schild (ander persoon) voor je…om dekking te zoeken. Dit is leiden-‐volgen principe. Kijk goed of de “schilden” zich laten leiden. Een schild beweegt nooit uit zichzelf maar laat zich voortbewegen. -‐ Wissel om. -‐ Variatie met de schilden door de ruimte verplaatsen i.p.v. naar de overkant…je mag nu ook je eigen schild ergens laten staan en met een ander schild verder gaan. Of met twee achter een schild…hier ontstaan variaties…daag de kids uit en geef de kaders en begeleid. In het dansspetterboek staan nog meer variaties op dit thema bij deze muziek.
DANSTHEORIE: 4 danselementen:
• Ruimte
Men kan zich in verschillende richtingen bewegen (voorwaarts, achterwaarts, zijwaarts, diagonaal) Man kan zich in verscheidene lagen bewegen (hoog,midden, diep) Men kan zich via patronen door de ruimte voortbewegen (rechtdoor, hoekig, zigzaggend, in golfbeweging...) Men kan verscheidene vormen maken met het lichaam (groot, klein, hoekig, vlak, etc.
• Lichaam:
Isolatiebewegingen Totaalbeweging Voortbeweging
• Tijd:
Een beweging kan snel/ traag zijn; herhaald gestopt worden Een beweging heeft een ritme -‐ (on)regelmatig Een beweging kan van korte of langere duur zijn
• Kracht
Men kan zich zwaar of licht bewegen (spanning en ontspanning) Een beweging kan een bepaalde dynamiek hebben
Het proces (4 stappen) van exploreren in dans (spetters): 1 thema aanbieden (gebruik visuele middelen); de juiste Atmosfeer creëren • Visualiseren - Muziek – Verhalen - Vanuit andere invalshoeken - Discussie
2 inventariseren (stel vragen en haal voorkennis op, laat kinderen
demonstreren, jij observeert en benoemd): actieve betrokkenheid en deelname Verbaal (vragen stellen) - (laten) demonstreren - Observeren
3 exploreren ( gekaderde opdrachten die uitnodigingen tot onderzoeken, verrijk de opdrachten door de danselementen in te zetten, doe aan ‘side-‐coaching’, strooi met complimenten!) Exploratie: nieuwe mogelijkheden ontdekken: verrijking van beweging door adequaat gebruik van de danselementen: tijd, kracht, ruimte. En side-‐ coaching….Strooi met complimenten!
4 improviseren ( denken en dansen tegelijk, kinderen mogen eigen bewegingsmateriaal verzinnen, muzikaal kader belangrijk) N.b. Stel geen vragen als je niet met het antwoord wilt werken!
Dans bevordert de ontwikkeling van het kind: Fysiek Emotioneel en creatief Muzikaal Sociaal Ontwikkeling van oriëntering in ruimte en tijd Cognitieve ontwikkeling Weten hoe je moet begeleiden is misschien nog wel belangrijker dan weten hoe je dansen moet! Succes en veel plezier! Henriëtte Wachelder