Model Volmachtbeloning Aegon, ASR, Avéro Achmea, DAS Rechtsbijstand, Generali, De Goudse, REAAL alsmede van Lanschot Chabot, Nedasco, Noordeloos Groep, Schouten Zekerheid, Thoma Assuradeuren Versie publicatie 16 december 2013
1
Compliance mededinging De inhoud van dit werkdocument en de daaraan ten grondslag liggende gesprekken hebben uitsluitend tot doel de mogelijkheden te verkennen om te komen tot een gezamenlijk model voor volmachtbeloning dat passend is in de zin van art. 86e BGFO. Een dergelijk model is uitsluitend indicatief en laat de individuele handelingsvrijheid van alle betrokken partijen onverlet. De gesprekken hebben niet tot doel op enigerlei wijze informatie uit te wisselen of tot afstemming te komen over de aard en omvang van volmachtbeloningen in heden of toekomst en partijen hebben zich in de gesprekken dan ook onthouden van informatie-uitwisseling of afspraken die als mededingingsbeperkend zouden kunnen worden aangemerkt. 2
Initiatiefnemers • Verzekeraars: Aegon, ASR, Avéro Achmea, DAS Rechtsbijstand, Generali, De Goudse, REAAL
• Gevolmachtigden: van Lanschot Chabot, Nedasco, Noordeloos Groep, Schouten Zekerheid, Thoma Assuradeuren
3
Inhoud 1. Markt en omgeving
5
2. Uitgangspunten toekomstvast beloningsmodel volmacht
10
3. Naar een nieuw model Volmachtbeloning in 3 stappen
18
4. Bijlagen
36
5. Q&A’s
55 4
1. Markt en omgeving
5
Omgevingsfactoren • BGFO 3 passende volmachtbeloning per 1/1/2012 • Oude beloningsmodel (tekencommissie, winstcommissie, extra vergoedingen) ter discussie • 2 richtingen nieuw beloningsmodel: – Waardegerelateerd (% premie) – Prestatiegerelateerd (nominaal bedrag) 6
Stakeholders • AFM: BGFO geeft open norm, maar: – Prestatiegerelateerd heeft voorkeur – Waardegerelateerd ook mogelijk mits extra waarborgen
• Gevolmachtigden: – NVGA: • Beide modellen naast elkaar gebruiken, voorkeur waardegerelateerd • Rapport KPMG impactanalyse gevolgen invoering verrichtingentarief eind juni 2013
– Gevolmachtigden individueel: divers beeld
• Verzekeraars: – Verbond: • Prestatiegerelateerd • Rapport KPMG nuttig maar is op onderdelen onjuist en mist in zijn conclusies de kern
– Volmachtverzekeraars individueel: divers beeld 7
Verzekeraars • Korte termijn allemaal waardegerelateerd • Toekomst: onderling nogal verschillend • Ingewikkelde en onderling nogal verschillende systemen voor vervanging winstcommissiecomponent • GA met een aantal volmachten moet voor meerdere verzekeraars op verschillende momenten aan nieuwe en onderling afwijkende vereisten voldoen 8
Gevolmachtigd agenten • Zeer divers beeld • GA’s in verschillende stadia van implementatie norm passende beloning • Van onzekerheid en (af)wachten van voorstellen van de verzekeraars tot actief onderhandelen over eigen modellen • Onderling verschillende accenten
9
2. Uitgangspunten toekomstvast beloningsmodel volmacht
10
Uitgangspunten nieuw model (1) Doelstelling is te komen tot een door marktpartijen en toezichthouder gedragen model voor volmachtbeloning dat toekomstbestendig is en dat wordt aangemerkt als passend binnen de wettelijke kaders, in het bijzonder de norm voor passende volmachtbeloning als neergelegd in art. 86e BGFO. 11
Uitgangspunten nieuw model (2) • Doel (toekomstbestendig model met als belangrijke voorwaarde passendheid) is belangrijker dan middel • Nieuw model moet eenvoudig en transparant zijn • Nieuw model moet mede in het belang van de klant zijn • Nieuw model moet ondernemerschap, innovatie, inspelen op marktontwikkelingen ondersteunen • Nieuw model moet efficiënt zijn met zo weinig mogelijk (extra) administratieve lasten • Comfort van de toezichthouders (AFM en ACM) is van wezenlijk belang • Algemene kostenreductie volmachtbranche is op zichzelf geen doelstelling nieuwe beloningssystematiek 12
Uitgangspunten nieuw model (3) • Volledige volmacht bestaat in ieder geval uit: – Acceptatie – Schadebehandeling – Polisadministratie, inclusief in/excasso en debiteurenbeheer – Portefeuillemanagement
• Daarnaast kunnen ook nog de volgende activiteiten worden uitgevoerd: – Productontwikkeling – Beheer agentschappen bemiddelaars (buiten huisvolmacht) 13
Uitgangspunten nieuw model (4) • Standaard volmachtactiviteiten die verband houden met de uitoefening van het verzekeringsbedrijf worden niet voorwaardelijk beloond: het nakomen van afspraken moet een gegeven zijn. • Slechte uitvoering kan consequenties hebben: – Lagere beloning bij voorzetting volmacht – Opzeggen volmacht 14
Uitgangspunten nieuw model (5) • De verschillen tussen de consumentenmarkt en de zakelijke markt betekenen dat een “one size fits all” oplossing niet de beste invulling van de passendheidsnorm is • Geen systeemverschillen tussen verzekeraars binnen de GA, dus één uniform model • Gefaseerd over naar nieuw model • Vastleggen in de individuele Samenwerkingsovereenkomst Volmacht 15
Uitgangspunten nieuw model (6) • IJkpunt passendheid zit in relatie geleverd werk versus ontvangen vergoeding • Ondernemerschap belonen: incentives voor innovatie blijven mogelijk (door GA’s niet individueel te beoordelen) • Daarom benchmarking aan gemiddelde beloningsniveau volmachtmarkt (met bandbreedte), met marginale toetsing aan bespaarde eigen kosten verzekeraar • Uitleg/verantwoording bij grote afwijkingen • Eventueel noodzakelijke beloningsverlaging door nietpassendheid in de transitiefase dient waar mogelijk te leiden tot zichtbaar voordeel voor de klant
16
Uitgangspunten nieuw model (7) Consumentenverzekeringen (inclusief standaardverzekeringen ZZP-er): Nominaal tarief (vast bedrag per polis per jaar) Zakelijke verzekeringen: Waardegerelateerd tarief met waarborgen
17
3. Naar een nieuw model Volmachtbeloning in 3 stappen
18
3-traps-raket 3e Trap: Nieuw model en benchmark
Omschakeling nieuw model afgerond
2e Trap: Uniform Waardegerelateerd met nulmeting
1e Trap: Uniform Waardegerelateerd
2013
2014
2015
2016 en verder
19
2013: 1e trap • • • • • • • •
Waardegerelateerd model Vast percentage per branche Vaste activiteiten per branche Uitsluitend activiteiten die verband houden met uitoefening verzekeringsbedrijf CAP op portefeuilleniveau Geen toeslagen of afslagen Geen rendementsafhankelijkheid Onvoldoende performance kan leiden tot lagere vergoeding in 2014, per branche of in het geheel. 20
2013: Portefeuillemanagement • Invoeren (waar nodig) interne auditing • 2 x per jaar uitvoeringsverslag, waarin opgenomen: – – – – –
Rendementsanalyse met waar nodig PvA Verslag uitvoering en resultaten PvA Rapportage klachten Rapportage performance op kerncriteria SLA Huisvolmachten: verantwoording beleid bemiddeling en volmacht zakelijke markt
• Uitvoeringsverslag bevat rapportage over KPI’s zoals opgenomen in de SLA zodat meetbaar afrekenen op basis van de geleverde prestaties mogelijk wordt. • Uitvoeringsverslag heeft uniform format, zodat aan alle verzekeraars op dezelfde wijze over de in het format opgenomen onderwerpen wordt gerapporteerd, waarbij uiteraard de aan de criteria en KPI’s (zoals bijvoorbeeld rendementseisen) verbonden normeringen per maatschappij inhoudelijk kunnen verschillen. 21
2013: Beloning & performance • Beloning vooraf overeengekomen voor het gehele jaar • De performance 2013 kan invloed hebben op de beloning 2014. In uitzonderlijke gevallen is bij ernstige underperformance, die niet significant is verbeterd na gerichte aanwijzingen waarbij een redelijke termijn voor uitvoering van een herstelplan is geboden, verlaging van de beloning gedurende het lopende jaar mogelijk. In een dergelijk geval moet er dan sprake zijn van gerede en gerechtvaardigde twijfel aan de passendheid van de beloning vanwege de underperformance. Dit middel wordt gezien als een laatste waarschuwing alvorens naar het ultimum remedium van intrekking van de volmacht moet worden gegrepen. • Uitvoeringsverslag biedt mogelijkheid de uitvoering en de bijbehorende kosten te toetsen aan de SLA-normen • Verlaging beloning als gevolg van slechte performance mag niet leiden tot overvoer/oversluiten • Ultieme sanctie is einde volmacht
22
2014: 2e trap • Systeem conform 2013 • Uitvoering Nulmeting • De performance 2014 kan invloed hebben op de beloning 2015. In uitzonderlijke gevallen is bij ernstige underperformance, die niet significant is verbeterd na gerichte aanwijzingen waarbij een redelijke termijn voor uitvoering van een herstelplan is geboden, verlaging van de beloning gedurende het lopende jaar mogelijk. In een dergelijk geval moet er dan sprake zijn van gerede en gerechtvaardigde twijfel aan de passendheid van de beloning vanwege de underperformance. Dit middel wordt gezien als een laatste waarschuwing alvorens naar het ultimum remedium van intrekking van de volmacht moet worden gegrepen. 23
2014: Nulmeting • Onafhankelijk instituut inventariseert alle waardegerelateerde beloningen door uitvraag Market Scan data en stelt bandbreedte vast • Bandbreedte = Gemiddelde percentage (per hoofd/subbranche) plus redelijke opslag • Als beloningsafspraken binnen bandbreedte vallen worden zij verondersteld passend te zijn voor 2014 • Als beloningsafspraken boven de bandbreedte uitkomen worden zij verondersteld niet passend te zijn en dienen zij te worden gecorrigeerd, tenzij de afwijking van het gemiddelde en de passendheid deugdelijk onderbouwd worden 24
2015: 3e trap • Invoering Nieuw model per 1/1/2015: combinatie Nominaal tarief en Waardegerelateerd tarief met waarborgen • Nominaal tarief voor: – consumentenmarkt – ZZP-ers standaardproducten (wel de auto en de inventaris/goederen, niet de beroepsaansprakelijkheid)
• Waardegerelateerd tarief met waarborgen voor zakelijke markt, omdat: – Diversiteit daar veel groter is, zodat bepaling Nominaal tarief leidt tot een veel te verfijnd en dus kostbaar systeem; – Actoren op de zakelijke markt professioneel genoeg zijn om adequate tariefstelling af te dwingen – Nominalisering kan leiden tot ontbundeling van pakketten om omzet 25 te vergroten: waterbed nieuwe stijl
2015: Nominaal tarief Particulier/ZZP (1) • Vast nominaal bedrag per polis (aandachtspunt: pakketpolissen, combinatiepolissen e.d.) • Tevoren vast te stellen • Meerjarenafspraak is in onderling overleg mogelijk, waarbij jaarlijkse herijking plaatsvindt aan de hand van een afgesproken maatstaf, zoals bijvoorbeeld de loonindex • Optie (indien nodig voor balans): minimum basistarief per dekking/activiteit ongeacht product/branche 26
2015: Nominaal Tarief Particulier/ZZP (2) • In vast bedrag zijn begrepen alle activiteiten die verband houden met de uitoefening van het verzekeringsbedrijf: acceptatie, schadebehandeling, polisadministratie, portefeuillemanagement • Wanneer een of meer onderdelen niet worden uitgevoerd (bijv. schadebehandeling) dan geldt een lager vast bedrag • Wanneer extra onderdelen worden uitgevoerd dan geldt een hoger vast bedrag 27
2015: Waardegerelateerd tarief met waarborgen zakelijk (1) • Percentage over de premie • Tevoren vast te stellen op brancheniveau • Huisvolmachten: verantwoording beleid bemiddeling en volmacht in Uitvoeringsverslag
28
2015: Waardegerelateerd tarief met waarborgen zakelijk (2) • In percentage zijn begrepen alle activiteiten die verband houden met de uitoefening van het verzekeringsbedrijf: acceptatie, schadebehandeling, polisadministratie, portefeuillemanagement • Wanneer een of meer onderdelen niet worden uitgevoerd (bijv. schadebehandeling) dan geldt een lager percentage • Wanneer extra onderdelen worden uitgevoerd dan geldt een hoger percentage 29
2015: Differentiatie • Nominale tarieven (consument/zzp) en waardegerelateerde tarieven(zakelijk) kunnen in hoogte verschillen door het profiel van de individuele GA: – Risicoprofiel portefeuille (standaard, maatwerk, zwaarte risico’s, hoeveelheid werk) – Regio (kosten)
30
2015: Benchmarking • Introductie Benchmarking Nominaal tarief en Waardegerelateerd tarief op gemiddeld beloningsniveau volmachtmarkt (zie Bijlagen 2 en 3) • Als beloningsafspraken boven de benchmark uitkomen worden zij verondersteld niet passend te zijn en dienen zij te worden gecorrigeerd, tenzij de afwijking van de benchmark en de passendheid deugdelijk onderbouwd worden 31
2015: Uitwerking • Zie Bijlage 2 voor uitwerking Nominaal tarief • Zie Bijlage 3 voor uitwerking Waardegerelateerd tarief met waarborgen
32
2016 e.v.: omschakeling afgerond • Qua opzet geheel gelijk aan trap 3 • Benchmarking vindt plaats aan de hand van de benchmark 2015. Deze wordt eenmaal per 3 jaar vernieuwd, voor het eerst weer in 2018.
33
Standpunt AFM • AFM ondersteunt het initiatief • AFM onderschrijft de overgang naar het nieuwe systeem via het 3-stappenplan • AFM wijst erop, dat partijen bij het gebruik van het Waardegerelateerd tarief in 2013 en 2014 – dat wil dus zeggen in de periode voorafgaand aan de introductie van de benchmarking - zich er steeds van dienen te vergewissen dat dit een passende beloning als bedoeld in art. 86e BGFO oplevert 34
Mededinging • Consultatie ACM • Benchmarking zodanig vormgeven dat dit niet leidt tot concurrentiebeperking of impliciete prijsafstemming door: – Onafhankelijk instituut onderzoek te laten doen dat vertrouwelijkheid data waarborgt – Uitvraag te beperken tot 1 x een uitspraak over passend of niet passend. Alleen als de uitslag luidt “niet passend” mag nog 1 keer worden uitgevraagd. – Alle marktpartijen moeten tegen gelijke condities en prijzen toegang tot de benchmark hebben. 35
4. Bijlagen
36
Bijlage 1 Productsoorten
37
Productsoorten Particulieren • Inboedel • Woonhuis • Auto WA • Auto WA + bep casco • Auto WA + volcasco • AVP (aansprakelijkheid particulieren) • Ongevallen particulier • Reis- en annulering • Recreatie (incl. caravan en pleziervaartuigen) • Rechtsbijstand
ZZP • Bedrijfsgebouw • Goederen/inventaris • Electronica • AVB (Aansprakelijkheid bedrijven)
Zie “Eindrapport onderzoek activiteitentarief NVGA”, KPMG, juni 2013, pag. 11
38
Bijlage 2 Opzet Nominaal tarief
39
Uitgangspunten • Nominaal tarief is gerelateerd aan activiteiten • Nominaal tarief is een dooreenvergoeding: vast bedrag waarin alle volmachtactiviteiten zijn opgenomen • Vaststelling van het tarief met inachtname van een ondergrens en een bovengrens: – Bovengrens: totale eigen kosten van de verzekeraar voor de desbetreffende activiteiten in het intermediaire kanaal, uitgedrukt in een vast bedrag per polis – Ondergrens: zuivere eigen kosten van de GA voor de desbetreffende activiteiten, zonder winst- en risicomarge, uitgedrukt in een vast bedrag per polis
• Nominaal tarief is passend als het is vastgesteld op een niveau tussen deze twee grenzen • Ondernemerschap en innovatie worden beloond: – Vrije prijsvorming binnen deze marge – GA met bovengemiddelde kostenefficiency zonder kwaliteitsverlies mag daarvan profiteren – Géén cost-plus model met een vaste winstopslag
40
Schematische weergave Kosten volmachtactiviteiten
Totaal kostenniveau verzekeraar intermediaire kanaal Marge waarbinnen nominaal tarief passend is Zuiver kostenniveau GA
41
Extra waarborgen (1) • Nominaal tarief is niet per definitie gelijk aan beloning productsoort 2014/aantal polissen • Bij formele overgang in 2015 tarief binnen marge vaststellen • Nulmeting voorkomt dat niveau waardegerelateerde beloning in 2014 bovenmatig is
42
Extra waarborgen (2) • Nominaal tarief periodiek herijken (bijv. 1 x per 3 jaar) op branchegemiddelden • Jaarlijkse groei na 2015 alleen door: – Inflatiecorrectie – Onderbouwde kostprijswijziging GA – Toename verrichte activiteiten
43
Benchmark passendheid • Passendheid wordt aangenomen als: – Tarief lager is dan eigen kosten verzekeraar – Tarief valt binnen benchmark (marktgemiddelde met beperkte marge)
• Benchmarking 1x per 3 jaar bij een representatieve groep GA’s door onafhankelijk instituut • Bij overschrijding benchmark moet GA passendheid zelf aantonen met verificatie onafhankelijk instituut • Benchmarking op bruto-tarief (kosten, opslagen en winst) om mededingingsproblemen te voorkomen
44
Benchmark en mededinging • Onderzoek door onafhankelijk instituut • Resultaten onderzoek in de vorm van benchmarks (nominale tarieven of percentages) worden niet gepubliceerd of marktbreed onder gevolmachtigde agenten en verzekeraars verspreid • Toets vindt plaats door instituut op aanvraag individuele GA • Uitslag toets geeft alleen indicatie over wel/niet passendheid en geeft geen vergelijking met de benchmark 45
Kosten volmachtactiviteiten
Schematische weergave benchmarking Tarief alleen Totaal kostenniveau verzekeraar intermediaire kanaal passend bij onderbouwing met onafhankelijke validatie Benchmark: gemiddelde + beperkte marge Marge waarbinnen Gemiddeld Nominaal tarief GA Nominaal tarief zeker passend is Zuiver kostenniveau GA
46
Afrekening Nominaal Tarief • Er zijn twee mogelijkheden: – Afrekening naar rato periode afrekening, dus per kwartaal 25% – Afrekening naar rato premiebetalingstermijn, dus boeking per polis per jaar, kwartaal of maand gelijk aan de premieboeking
• Uitgangspunt is dat switch naar NT de liquiditeitspositie van de GA niet in negatieve zin beïnvloedt 47
Bijlage 3 Opzet Waardegerelateerd tarief zakelijke markt
48
Uitgangspunten • Waardegerelateerd tarief is gerelateerd aan activiteiten • Waardegerelateerd tarief is een dooreenvergoeding: vast percentage waarin alle volmachtactiviteiten zijn opgenomen • Vaststelling van het tarief met inachtname van een ondergrens en een bovengrens op brancheniveau: – Bovengrens: totale eigen kosten van de verzekeraar voor de desbetreffende activiteiten in het intermediaire kanaal, uitgedrukt in een percentage – Ondergrens: zuivere eigen kosten van de GA voor de desbetreffende activiteiten, zonder winst- en risicomarge, uitgedrukt in een percentage
• Waardegerelateerd tarief is passend als het is vastgesteld op een niveau tussen deze twee grenzen • Ondernemerschap en innovatie worden beloond: – Vrije prijsvorming binnen deze marge – GA met bovengemiddelde kostenefficiency zonder kwaliteitsverlies mag daarvan profiteren – Géén cost-plus model met een vaste winstopslag
49
Schematische weergave Kosten volmachtactiviteiten
Totaal kostenniveau verzekeraar intermediaire kanaal Marge waarbinnen Waardegerelateerd tarief passend is Zuiver kostenniveau GA
50
Extra waarborgen • Waardegerelateerd tarief periodiek herijken (bijv. 1 x per 3 jaar) op branchegemiddelden • Jaarlijkse groei na 2015 alleen door: – Onderbouwde kostprijswijziging GA – Toename verrichte activiteiten
• Begrenzing op polisniveau via special limit • Huisvolmachten: verantwoording beleid bemiddeling en volmacht in Uitvoeringsverslag 51
Benchmark passendheid • Passendheid wordt aangenomen als: – Tarief lager is dan eigen kosten verzekeraar – Tarief valt binnen benchmark (marktgemiddelde met beperkte marge)
• Benchmarking 1x per 3 jaar bij een representatieve groep GA’s door onafhankelijk instituut • Bij overschrijding benchmark moet GA passendheid zelf aantonen met verificatie onafhankelijk instituut • Benchmarking op bruto-tarief (kosten, opslagen en winst) om mededingingsproblemen te voorkomen
52
Benchmark en mededinging • Onderzoek door onafhankelijk instituut • Resultaten onderzoek in de vorm van benchmarks (nominale tarieven of percentages) worden niet gepubliceerd of marktbreed onder gevolmachtigde agenten en verzekeraars verspreid • Toets vindt plaats door instituut op aanvraag individuele GA • Uitslag toets geeft alleen indicatie over wel/niet passendheid en geeft geen vergelijking met de benchmark 53
Kosten volmachtactiviteiten
Schematische weergave benchmarking Tarief alleen Totaal kostenniveau verzekeraar intermediaire kanaal passend bij onderbouwing met onafhankelijke validatie Benchmark: gemiddelde + beperkte marge Marge waarbinnen Gemiddeld waardegerelateerd tarief GA Waardegerelateerd tarief zeker passend is Zuiver kostenniveau GA
54
5. Q & A’s
55
A. Waarom onderscheid particulier/zakelijk? • Zie slide 25 • Diversiteit/calculatieproblematiek: zie de Bijlagen bij het onderzoek dat Avéro Achmea heeft uitgevoerd, waarmee e.e.a. wordt aangetoond evenals KPMG. • Waterbed: in de zakelijke markt komen veel combinatiepolissen voor. Combinaties zowel op het niveau van objecten (alle OG van een onderneming met alle dochters op 1 polis) als ook op het niveau van dekkingen (brand, aansprakelijkheid, variaverzekeringen op 1 polis). Vergoeding per verrichting of per polis kan leiden (risico) tot splitsing van combinatiepolissen teneinde vaker/meer vergoeding te incasseren.
56
• BGFO maakt geen onderscheid tussen zakelijk en particulier: hoeft geen bezwaar te zijn zolang voor beide markten maar een systeem geldt dat passend is. Verschil valt te beargumenteren. Het gebruik van een waardegerelateerd model voor zakelijk verzekeringen doet recht aan de veel grotere diversiteit op individueel bedrijfsniveau in soorten verzekeringen en risico’s en zorgt voor balans tussen risicopremie en kosten. Dat laatste is in een zakelijke portefeuille ook veel moeilijker te bereiken met een systeem van vaste bedragen per polis dat ook nog praktisch hanteerbaar is. • Uiteraard dient ook het waardegerelateerde model voor zakelijke verzekeringen te voldoen aan de passendheidsnorm van art. 86e BGFO. De AFM zal de implementatie en toepassing hiervan nadrukkelijk volgen.
57
B. Waarom deze vorm (polisniveau) gekozen? •
•
•
•
Er zijn in de afgelopen jaren diverse onderzoeken uitgevoerd naar de verschillende denkbare varianten. Bijvoorbeeld IG&H en SEO/SVC, laatstelijk ook nog KPMG. Ook Avéro Achmea onderzoek. Conclusie uit al die rapporten: te veel verfijning naar individuele verrichtingen/activiteiten leidt tot forse invoerings- en uitvoeringsproblemen en veel hogere kosten. Daar is de klant niet bij gebaat. Verrichtingentarief in de vorm van beloning op individuele verrichtingen leidt tot een druk op het doen van zoveel mogelijk verrichtingen. Dat geeft een verkeerde prikkel, want dat is niet per definitie in het belang van de klant. Vergelijk de prijsopdrijvende effecten van de invoering van een dergelijk model in de zorg (DBC-systeem). Doelstelling moet zijn een zo simpel mogelijk systeem waarin de balans wordt gevonden tussen het vermijden van prikkels voor beloningsgedreven handelen van de GA ten nadele van de klant en het in stand houden van een kostenefficiënt kanaal. Nieuw beloningssysteem is geen doel op zich. Het effect is het belangrijkste. Het gekozen model is het meest simpele model dat een mogelijk aanwezige perverse prikkel van premie-opdrijving (en dus beloningsmaximalisatie) uit de distributievorm haalt.
58
C. Hoe werkt het Nominaal tarief? • Er wordt een generiek aantal productsoorten gedefinieerd (zie bijv. het KPMG rapport) • Per productsoort wordt een vaste vergoeding per polis per jaar vastgesteld • Deze vergoeding wordt periodiek (per kwartaal) uitgekeerd • Rekenvoorbeeld (fictieve bedragen): – Tarief 2013 per polis in productsoort Auto WA + volcasco = € 50,-– Portefeuille bevat in Q1 2013 1.000 van dit soort polissen – Volmachtbeloning Q1: 1.000 x € 50 x 25% = € 12.500,-59
• Genoemd bedrag gaat uit van volledige volmacht en uitvoering alle daarbij behorende activiteiten • Worden bepaalde activiteiten niet uitgevoerd (bijv. schadebehandeling) dan wordt het nominaal tarief verlaagd • Denkbare productsoorten: zie bijlage 1 (voorbeeld uit KPMG-rapport)
60
D. Is 2016 niet erg ver weg? • Werkelijke omslag wordt al in 2015 gemaakt, in 2016 komt er niet nog iets nieuws bij. • Succesvolle invoering kan alleen als systeemhuizen (ANVA, CCS, Unit4) klaar zijn, dat zal zeker niet eerder mogelijk zijn. Er is nu voor hen ook nog geen echte prio op dit dossier gelet op de onzekerheden in de markt en dringende andere actualiteiten zoals de invoering van SEPA. 61
E. Welk commitment geven de initiatiefnemers af? • Commitment aan invulling/uitvoering van de Roadmap zoals die thans wordt gepresenteerd: – Snel gerichte afspraken over beloning 2013/2014 – Invoering Uitvoeringsverslag (1e rapportage Q1 2014 over geheel 2013) – In 2014 aan de slag met modelmatige uitwerking Nominaal Tarief
• De volmachtverzekeraars committeren zich aan implementatie in 2014 en 2015 62
F. Hoe de regel “niet oversluiten bij slechte performance” in te vullen? • Niet opgezet om (vermeend) huidig misbruik te voorkomen, maar om een op voorhand te voorzien risico te mitigeren • Controle primair via Uitvoeringsverslag en auditing verzekeraar • Daarnaast biedt het Protocol Oversluiten en Overvoeren van de NVGA waarborgen voor het klantbelang 63
G. Hoe kan zwaarte van het risico de hoogte van de beloning beïnvloeden? • Uitgaande van de markt Particulier/ZZP geldt dat er afwijkingen in de portefeuillesamenstelling kunnen zijn waardoor een bovengemiddeld risicoprofiel bestaat. Dat kan leiden tot: – Zwaarder acceptatietraject (bijzondere voorwaarden, sneller/meer overleg met verzekeraar, inspecties etc.) – Zwaarder schadebehandelingstraject: • Hogere schadefrequentie (meer schadegevallen per jaar) • Inhoudelijk zwaardere behandeling (maatwerkexpertise, sneller/meer overleg met verzekeraar, gecompliceerdere schadevaststelling etc.)
• Praktijkvoorbeelden: – Autoportefeuille met relatief veel auto’s > € 100.000 – Woonhuisportefeuille met relatief veel objecten met hoge herbouwwaarde (> € 750.000) of bijzondere constructies (rieten kap e.d.)
• Zie ook onderzoek Avéro Achmea 64
H. Hoe werken de controles en waarborgen uit in het nieuwe model? • Controle performance: – Uitvoeringsverslag GA – Eigen onderzoek verzekeraar (VRA, auditing)
• Controle beloning: – Nominalisering zorgt voor egalisering op postniveau – dus geen excessen op postniveau – Nulmeting en Benchmarking zorgen ervoor dat beloningen zich binnen een bandbreedte bewegen zodat excessen worden voorkomen 65
I. Hoe werkt het nominaal tarief bij pakketpolissen? • Pakketpolissen zijn een combinatie van productsoorten en de beloning is dan dienovereenkomstig. Dus als een pakketpolis bestaat uit 3 productsoorten dan bestaat de beloning voor het pakket uit de som van 3 beloningen per productsoort. • Rekenvoorbeeld (fictieve bedragen): – Pakket bestaat uit de volgende productsoorten: • Woonhuisverzekering (beloning € 25) • Inboedel (beloning € 20) • AVP (beloning € 10)
– Vergoeding voor het pakket bedraagt € 55 66