Studeren met steun reeks
UNLIMITED
- Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond -
Met onderlinge steun studeren Hanny van Asdonck José Schotanus
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Inleiding
6
DEEL 1
7
Het opzetten van een lotgenotengroep
6
Wat is een lotgenotengroep
8
Organisatie
9
Voorlichting, werving en selectie
10
Aandachtspunten en tips voor de begeleider bij het opzetten van een lotgenotengroep
11
DEEL 2
13
De begeleiding
14
Algemene aanwijzingen voor het begeleiden van de bijeenkomsten
14
Structuur van de bijeenkomsten
14
Tips voor de begeleider(s)
15
DEEL 3
17 De bijeenkomsten
18
bijeenkomst 1: Kennismaking
18
Bijeenkomst 2: Thema’s
21
Mogelijke Thema’s
22
Bijlages Bijlage I
Informatiefolder: "Met onderlinge steun studeren"
25
Bijlage II
Overzicht thema's en knelpunten
29
Bijlage III Sterktezwakte-analyse (SWOT)
31
Bronnen
33
Publicaties project “studeren met steun”
34
Colofon
35
Voorwoord In juni 2004 is met subsidie van het expertisecentrum Handicap en Studie gestart met de eerste voorbereidingen om een lotgenotengroep op te zetten. Bewust is voor het opzetten en het begeleiden van deze lotgenotengroep voor twee begeleiders gekozen met verschillende deskundigheden: een afgestudeerde hbo-student als ervaringsdeskundige en een docent met kennis van rehabilitatie en ervaring in het begeleiden van groepen. De ervaringen die met deze groep is opgedaan zijn gebruikt voor het schrijven van deze handleiding. Een lotgenotengroep voor studenten met psychiatrische problematiek is nieuw in Nederland. Deze handleiding kan daarom gezien worden als een eerste aanzet om studenten te ondersteunen hun 'studieverhalen' aan elkaar te vertellen, met als doel het behouden en afronden van de studie. Het is bedoeld voor studenten die in behandeling zijn of zijn geweest in verband met hun psychiatrische problematiek en die graag in contact willen komen met lotgenoten. De bijeenkomsten zijn gericht op het bieden van onderlinge ondersteuning bij het studeren door middel van o.a. het uitwisselen van ervaringen, het bieden van wederzijdse ondersteuning en het geven van (studie)tips. We hopen dat deze handleiding toekomstige begeleiders van een lotgenotengroep zal ondersteunen en dat er op meerdere plaatsen soortgelijke bijeenkomsten over `studeren met onderlinge steun` georganiseerd zullen worden. Tot slot willen wij een aantal mensen bedanken te weten de deelnemers van de lotgenotengroep MOSS, Lies Korevaar (lector rehabilitatie), Peter van der Ende (onderzoeker) en het onderwijsproject IMPULS 2004 van het Expertisecentrum Handicap + Studie (subsidiegever).
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
Inleiding
6
De bedoeling van rehabilitatie is om mensen met beperkingen hun maatschappelijke rollen als burger, op het terrein van wonen, werken, leren en sociale contacten met succes en tevredenheid te vervullen. Dit in de omgeving van hun keuze met zo min mogelijke professionele ondersteuning. Tevens wil rehabilitatie een bijdrage leveren in de strijd om stigmatisering tegen te gaan. Volgens van Weeghel (2005) zijn cliënten zelf de belangrijkste actoren in een antistigma-aanpak. Lotgenotensteun en herstelgroepen kunnen hieraan bijdragen. Als we naar de bestaande situatie van rehabilitatie in Nederland kijken, dan blijkt dat tot nu toe nauwelijks of weinig structureel aandacht is besteed aan het terrein 'leren'. Werk en studie worden door de meeste mensen gezien als zeer waardevolle aspecten van volwaardig burgerschap. De rollen van werknemer en student zijn gerespecteerde maatschappelijke rollen. In een samenleving waarin een leven lang leren wordt aanbevolen om maatschappelijk bij te kunnen blijven en scholing een paspoort is voor werk, ligt het belang van leren voor de hand. Het behoeft dan ook geen betoog, dat leren voor mensen met een psychiatrische beperkingen een manier is om te werken aan maatschappelijke integratie (Unger, 1998). Zeker voor deze groep adolescenten, die studeren. Ze zijn extra kwetsbaar. De student gaat vaak uit huis, van een dorp naar een stad, zit alleen
op een kamer, de druk van de studie, de massaliteit, de student moet zelf moeilijke beslissingen nemen, daarbij de angst voor terugval maakt dat de student in een isolement kan geraken. De student is daarvoor helemaal op zichzelf aangewezen. Kortom studeren aan een beroepsopleiding of universiteit is een nieuwe spannende periode waarin veel te ontdekken valt. Maar voor sommige studenten ook een eenzame tijd. Het Verwey-Jonker Instituut heeft onderzoek gedaan naar studeren met een handicap. Vier tot zes procent van de studenten op hbo en WO heeft psychische problemen. Twee derde daarvan heeft extra ondersteuning nodig op school. Een lotgenotengroep kan de student tot steun zijn om de studie te kunnen volhouden. Deze handleiding voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep met een psychiatrische achtergrond bestaat uit drie delen. Het eerste deel gaat over het opzetten van een lotgenotengroep. In het tweede gedeelte staat de begeleiding van een lotgenotengroep centraal en in het derde de bijeenkomsten van de lotgenotengroep. In dit laatste deel vindt u tevens thema's, die u kunt gebruiken als voorbereiding om de bijeenkomsten mede vorm te geven.
DEEL 1 Het opzetten van een lotgenotengroep
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
Het opzetten van een lotgenotengroep In dit hoofdstuk zal in het kort uitgelegd worden wat een lotgenotengroep is en wat dit inhoudt voor studenten met een psychiatrische achtergrond. Hierna zal aandacht worden besteedt aan de organisatie en vervolgens voorlichting en werving. Dit hoofdstuk zal worden afgesloten met een aantal aandachtspunten.
Inhoud
8
Wat is een lotgenotengroep. Een lotgenoot is iemand die in dezelfde omstandigheden als anderen verkeert. Aan de basis van een lotgenotengroep of zelfhulpgroep ligt het idee dat een persoon zelf en samen met lotgenoten, meer mogelijkheden heeft dan hij aanvankelijk denkt. (Hoekendijk, 1981). Jansen en van Geelen (1996), die onderzoek naar lotgenoten in de psychiatrie hebben gedaan omschrijven lotgenotencontact als alle vormen van steun die mensen met eenzelfde problematiek elkaar bieden. Bij lotgenoten gaat het altijd om contact tussen personen. Dit is van belang, omdat lotgenotencontact in de literatuur vaak beschreven wordt als een vorm van zelfhulp. De term zelfhulp is breder. Hier vallen b.v. ook zelfhulpboeken onder. Lotgenotengroepen, die zonder een professionele begeleider werken worden vaak zelfhulpgroepen genoemd. Een zelfhulpgroep is een peergroup, die bestaat uit een groep personen van gelijke rang of stand. De deelnemers zelf bewaken het proces van de bijeenkomst. Daarnaast kan een lotgenotengroep begeleidt worden door professionals (zoals: decanen, sociaal psychiatrisch verpleegkundigen, docenten) of juist door een ervaringsdeskundige die de problemen door eigen ervaringen kent en daardoor meer naast de studenten kan gaan staan. Wij hebben afgelopen jaar de luxe gehad om een combinatie van bovenstaande begeleiders te mogen inzetten. Vanuit het rehabilitatie denken gaat onze voorkeur uit naar een ervaringsdeskundige die tevens ervaring met het begeleiden van groepen heeft. Het doel van rehabilitatie is dat studenten zichzelf en mede- studenten helpen met zo min mogelijk professionele ondersteuning.
Waarom een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond? Volgens Janssen en van Geelen (1996) zoeken mensen lotgenotencontact uit onvrede met de psychiatrie en als gevolg van hun sociaal isolement. Daarnaast willen zij hun problemen leren hanteren door zichzelf te vergelijken met lotgenoten. Lotgenotencontact komt tegemoet aan hun behoefte aan veiligheid, aansluiting, zelfrespect en ontplooiing. Zij vinden er ook emotionele steun. Lotgenotencontact biedt iets, wat reguliere hulpverlening maar weinig biedt: gelijkwaardigheid. En het geeft wat noch hulpverlening, noch familie en vrienden kunnen geven: begrip vanuit gedeelde ervaringen. De gemelde effecten volgens de onderzoekers zijn: positievere gevoelens, vooral door een groter zelfvertrouwen en zelfrespect; verbeterd sociaal leven; verminderd aantal recidives en een verminderd aantal opnames. In Nederland zijn er, in tegenstelling tot de Verenigde Staten en Groot Brittannië, geen lotgenotengroepen voor studenten met psychische problemen. Een lotgenotengroep is een plek waar begrip en ondersteuning van elkaar, naast de dagelijkse studiebeslommeringen, centraal staat. Door ervaringen uit te wisselen en anderen te steunen en te adviseren, helpt de student zichzelf en elkaar om sterker en weerbaarder te worden voor de toekomst en het verleden achter zich te laten. Omdat: De overgang van een behandelingssituatie naar het 'normale' dagelijkse studieleven heel groot kan zijn; Er vaak nog vragen en onzekerheden zijn waarover men met 'lotgenoten' wilt praten; Men daar merkt dat men er niet alleen voor staat.
Met onderlinge steun studeren
Een lotgenotengroep biedt onderlinge ondersteuning bij het studeren met psychiatrische problemen door middel van o.a. het uitwisselen van ervaringen, het bieden van wederzijdse ondersteuning en het geven van (studie)tips. Onderling contact is vaak een bron van herkenning, erkenning, steun en informatie voor veel studenten met psychische problemen.
Wat betekent lotgenotencontact? Lotgenotencontact houdt in dat de student zichzelf en anderen helpt. Dat gebeurt door ervaringen uit te wisselen, elkaar te steunen en te adviseren. Er is sprake van wederzijdse herkenning en erkenning van problemen. Er is veel begrip en een grote betrokkenheid en er wordt verwacht dat de student zelf initiatieven neemt en actief deelneemt aan de groep. In de groep worden ervaringen uitgewisseld, zonder heel diep op individuele problemen in te gaan. Erkenning en herkenning zijn hierbij belangrijk
Thema's die aan de orde kunnen komen: Vertel ik wel of niet over mijn psychiatrische problemen en aan wie? Hoe ga ik om met stressvolle situaties, zoals tentamens? Hoe is het om weer te studeren? Hoe geef ik steun en hoe vraag ik steun? Het uitwisselen van ervaringen; Het geven van (studie)tips. Zie voor meer thema's bijlage II
9
Organisatie Wat biedt een lotgenotengroep? De groep komt eenmaal per 2 à 3 weken gedurende van te voren vastgestelde periode bijeen om thema's te bespreken die belangrijk zijn voor de deelnemers bij het volhouden van hun studie. De begeleider is geen hulpverlener; de studentenrol staat centraal, niet een patiëntenrol. De groep wordt begeleid door een begeleider. Deze bereidt het programma voor en bewaakt het groepsproces. De gespreksgroepen komen op een vooraf vastgesteld aantal keren bij elkaar. De bijeenkomsten duren elk 2 uur. In principe bepalen de deelnemers gezamenlijk met de begeleider welke onderwerpen in de bijeenkomsten aan bod komen. Er wordt veel structuur en duidelijkheid geboden, vooral om de veiligheid van een ieder te waarborgen.
Open of gesloten groep Een van de overwegingen bij de voorbereidingen is, of dit een open groep of een gesloten groep moet zijn. Bij een open groep kunnen deelnemers zich aansluiten, nadat de groep al enige tijd bestaat. Bij een gesloten groep worden geen nieuwe leden toegevoegd, ook al verlaten leden de groep. De aard van de groep is een bepalende factor. In een meer taakgerichte groep is de wisseling van leden soms erg gunstig, omdat er dan de kans bestaat nieuwe ideeën in te brengen. Bij een gesloten groep is de relatie met de ander groepsleden van belang om aan het groepsdoel en aan individuele doelen te werken. De lotgenotengroep heeft zowel een taak- als een relatiegerichte component in zich. Gezien het karakter van deze groep is het raadzaam tot het formeren van een gesloten groep. In het begin van deelname aan lotgenotencontact zijn informatie en herkenning belangrijk. Het blijkt dat veel deelnemers in aanvang veel nemen en pas later gaan geven. (Janssen en van Geelen 1996)
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
Groepsgrootte en samenstelling De ideale groepsgrootte is ongeveer tien, waarbij het feitelijke aantal ligt tussen acht en twaalf. De groep mag niet te groot zijn. Er moet een directe contactsituatie mogelijk zijn (face- to- face-relationship). Elke deelnemer moet een bijdrage kunnen leveren aan het gesprek, vooral de stillere groepsleden krijgen meer de kans om zich uit te spreken. Wordt de groep groter dan twaalf, dan is het noodzakelijk dat de begeleider meer sturend optreedt en dat zou juist wel eens het tegendeel kunnen zijn van wat de begeleider met de groep wil. Bovendien is subgroepsvorming bij een grotere groep onvermijdelijk. Dit verschijnsel komt in iedere groep voor. Een grotere groep versterkt het echter. Bij de samenstelling van een groep gaat de voorkeur uit naar een gemengde groep van mannen en vrouwen.
10
Tijdstip en duur Om een geschikte dag en gunstige tijd te vinden kan een probleem zijn vanwege lesroosters, stage, of andere activiteiten zoals sport, cursussen of werk. Overdag is niet haalbaar, omdat de meeste colleges en lessen overdag plaats vinden. Een tijdstip aan het einde van de dag tussen 17.00 en 20.00 heeft het voordeel dat studenten nog wat aan de avond hebben. Het nadeel is dat het te zwaar kan zijn, omdat de het direct aansluitend aan de studiedag plaats vindt. De bijeenkomst moet niet te kort duren, want dan komt het groepsproces per bijeenkomst niet echt goed op gang of het moet telkens vroegtijdig afgebroken worden. Aan de andere kant moet er rekening gehouden worden dat de aandacht verslapt als mensen te lang intensief met elkaar bezig zijn. Ervaringen van bestaande lotgenotengroepen geven een duur aan van ca. anderhalf tot twee uur.
Plaats Om de studentenrol te accentueren is een locatie van een hogeschool of universiteit een geschikte plaats. Een locatie, die goed te bereiken is en centraal ligt. Verder is het van belang dat de bijeenkomsten op een onafhankelijke locatie plaats vinden, die de privacy waarborgt. Draag zorg voor een geschikt comfortabele ruimte met voldoende stoelen en tafels.
Voorlichting, werving en selectie Voorlichting en werving Voor de werving van deelnemers kunnen verschillende informatiefolders gemaakt worden. Zie bijlage I voor een voorbeeld van een brochure. Eén gericht voor mogelijke deelnemers, een algemene en één voor verwijzers. Andere manieren om de lotgenotengroep onder de aandacht te brengen zijn o.a. posters, Internet, studentenbladen, hogeschoolkranten, introductiedagen, voorlichtingsdagen etc. Leg contacten met mogelijke verwijzers zoals decanen, studentenpsychologen, studieloopbaanbegeleiders, GGz, studentenbonden, cliëntenorganisaties. Maak gebruik van adressenbestanden van deze instanties. Stuur informatiefolders en posters op met een begeleidend schrijven.
Aanmelding en selectie Vooraf vindt eerst een kennismakinggesprek plaats tussen de student en de begeleider(s) van de groep. Dit gesprek heeft tevens een informatief karakter. De student heeft voorafgaande aan dit gesprek een informatiefolder toegestuurd gekregen. Als de student aan de gestelde toelatingscriteria voldoet kan de student zich vervolgens aanmelden door een aanmeldingsformulier in te vullen.
Met onderlinge steun studeren
Toelatingscriteria De groep is bedoeld voor studenten die in behandeling zijn (geweest)voor psychische problemen; rationeel weten hoe om te gaan met problemen in relatie tot studie, maar bij wie het toch niet altijd lukt om het geleerde in de praktijk toe te passen en vol te houden; ervaringen willen uitwisselen met 'lotgenoten' bewust zijn dat er een vorm van 'aanwezigheidsplicht' van hen wordt verwacht, d.w.z deelname is vrijwillig maar niet vrijblijvend
Aandachtspunten en tips voor de begeleider bij het opzetten van een lotgenotengroep. 1. Mocht je met meerdere begeleiders werken dan is het belangrijk om de tijd te nemen met elkaar kennis te maken en te brainstormen over het opzetten en begeleiden van de lotgenotengroep. 2.
Maak een goede tijdsplanning, waarin duidelijk wordt wat de streefdatum is van starten van de bijeenkomsten van de lotgenotengroep. Veel tijd gaat namelijk zitten in de voorbereiding en de werving: het onder de aandacht brengen, het leggen van contacten en het maken en verspreiden van informatiemateriaal, de kennismakingsgesprekken. Spreek met elkaar af wie, wat doet en wanneer.
3.
Maak zoveel mogelijk gebruik van al bestaand materiaal.
4.
Maak één of meerdere folders en een poster. Maak een promotielijst. Zorg voor verspreiding.
5.
Leg zo spoedig mogelijk contacten met mogelijke verwijzers: b.v. decanen, studenten psychologen, studieloopbaanbegeleiders, GGz, studentenbonden. Breng de groep verder onder de aandacht in de media: interne en externe bladen.
6.
Zoek een gunstig tijdstip uit voor de bijeenkomsten. Overdag is niet haalbaar, omdat de meeste colleges en lessen overdag plaats vinden. De ervaring van afgelopen jaar heeft geleerd dat de voorkeur van studenten uitging naar een tijdstip tussen 17.00 tot 19.30. Studenten hebben zo nog wat aan de avond.
7.
Zoek een locatie uit die goed te bereiken is en centraal ligt. Studenten gaven de voorkeur aan een locatie in het centrum i.p.v. een locatie op een campusterrein buiten de stad. Verder gaven meerdere studenten bij het kennismakingsgesprek aan een onafhankelijke locatie, dat recht deed aan hun gevoel voor privacy.
8.
Spreek met elkaar af wat de minimale groepsgrootte is om te starten. Wij zijn gestart met een groep van zeven studenten. Door omstandigheden lukte het een aantal studenten niet om de bijeenkomsten regelmatig of niet meer bij te wonen. De groep werd daardoor te klein. Begeleiders en studenten hebben toen besloten na alle voors- en tegens afgewogen te hebben dat er een aantal nieuwe studenten mochten instromen. Benadruk bij het kennismakingsgesprek dat aanwezig zijn belangrijk is. Juist als het wat minder gaat is het belangrijk om te blijven komen.
11
DEEL 2 Instructies voor begeleider(s)
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
De begeleiding Dit hoofdstuk is opgebouwd in 3 delen, te weten: in algemene aanwijzingen voor het begeleiden van de bijeenkomsten, het structureren van bijeenkomsten en tot slot tips voor de begeleider.
Algemene aanwijzingen voor het begeleiden van de bijeenkomsten 1. Deze handleiding is bedoeld voor de begeleiding van bijeenkomsten van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond. Er staan richtlijnen in over hoe de bijeenkomsten te leiden.
14
2.
Iedere begeleider heeft een eigen stijl. De handleiding is bedoeld als handvat. Eigen inbreng hierin wordt aanbevolen.
3.
De handleiding is te beschouwen als een manier om studenten met elkaar in contact te laten komen om elkaar te ondersteunen bij het blijven volgen van hun studie.
4.
De schrijvers zijn benieuwd naar reacties en houden zich aanbevolen voor suggesties.
Structuur van de bijeenkomsten De bijeenkomsten hebben een vaste structuur. Door deze structuur wordt duidelijkheid geboden, vooral om de veiligheid van een ieder te waarborgen. Hieronder vindt u een voorbeeld van een model. Namelijk de 'TOPOS'-structuur, deze is ontwikkeld voor vaardigheidslessen door Universiteit van Boston. In deze opbouw wordt duidelijk wie, wat doet. T O P O S
staat voor terugblik. voor overzicht voor presentatie voor oefening, voor samenvatting
1. Terugblik Vertel wat er de vorige keer aan de orde is geweest: het thema, de discussie etc. Vul dit aan met bijzonderheden van de vorige keer. Bekijk of er nog vragen of aanvullingen zijn. Maak een rondje langs de deelnemers. Dit heeft als doel om iedereen er weer bij te betrekken. Doordat iedere deelnemer even aan het woord is geweest, is het ijs weer gebroken en komt de bijeenkomst goed op gang.
2. Overzicht Geef een overzicht van het programma van deze bijeenkomst. Leg uit hoe de werkwijze is, wie wat doet en hoe de bijeenkomst is ingedeeld. Ga na of iedereen het begrepen heeft.
3. Presentatie Kies met elkaar voor een gemeenschappelijk thema. Benoem en leidt het thema in. Mocht een student het thema voorbereid hebben, laat dan de student het thema inleiden en concreet maken. Bepaal met elkaar hoe het onderwerp vervolgens zal worden behandeld. Dit kan op verschillen manieren, bijvoorbeeld: een ervaring, een incident, een open discussie, een video, een oefening, het lezen en bespreken van een artikel etc.
Met onderlinge steun studeren
4. Oefening Het thema wordt vervolgens met elkaar uitgewerkt volgens de gekozen vorm. Hierin wordt ruimte gegeven aan vragen stellen, ervaringen uitwisselen, elkaar steunen en elkaar tips geven.
5. Samenvatting Vertel wat die bijeenkomst is gedaan. Bespreek met elkaar welk thema volgende keer aan bod komt. Maak afspraken wie wat gaat doen. Sluit vervolgens af.
Tips voor de begeleider(s) 1.
Leid de bijeenkomsten in een rustig tempo. Geef mensen de tijd om na te denken en te reageren. Het ondersteunen vraagt dat de student in kwestie op een respectvolle wijze wordt geholpen zijn of haar eigen verhaal onder woorden te brengen. Stel zo nodig vragen die deelnemers helpen om hun gedachten te formuleren.
2.
Het is een dilemma of u als begeleider meedoet met vragen stellen of niet. U kunt in verwarring geraken vanwege de twee-petten problematiek: is u begeleider of deelnemer? Wees duidelijk in de rol(len)beschrijving naar de groep toe. Bij grotere groepen is het makkelijker om procesbegeleider te zijn. In kleinere groepen (4-5) is de kans aanwezig dat de begeleider als deelnemer participeert.
3.
Geef zelf geen (of niet te snel) adviezen of oplossingen. Dit wekt de indruk dat u alles weet. Deelnemers hebben vaak al heel veel adviezen gehad en al veel uitgeprobeerd. Houdt u aan uw taak: u bent de begeleider, u bewaakt het proces, Het doel van deze bijeenkomsten is juist dat de studenten met elkaar ervaringen uitwisselen, elkaar ondersteunen en tips geven.
4.
Voor alle duidelijkheid, deze lotgenotengroep is geen therapiegroep. Mocht het gesprek richting therapie gaan, benoem het of maak een interventie om de studentenrol weer centraal te zetten.
5.
De bijeenkomsten zijn bedoeld om de deelnemers zelf na te laten denken over hun studentenrol. Iedere deelnemer is zelf verantwoordelijk om eruit op te pikken wat voor hem of haar belangrijk kan zijn.
6.
Geef altijd aan dat de student zijn/ haar grenzen stellen mag en bewaken moet. Respect voor elkaar is een basisregel.
7.
Bewaak de balans tussen zakelijk organisatorische informatie en persoonsgerichte informatie. Persoonsgerichte informatie heeft een inhoudelijke kant en een betrekkingsgerichte kant (de emotie, de gevoelens, non-verbale uitstraling)
>>>
15
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
>>>
16
8.
Begin op tijd en eindig op tijd. Dit geeft de deelnemers het vertrouwen dat u serieus bent over wat u aan het doen bent.
9.
Zorg voor goede faciliteiten en omstandigheden: een goede ruimte, voldoende stoelen en tafels, koffie, thee en eventueel de eerste en laatste keer iets lekkers erbij. Een ruimte waar de bijeenkomsten ongestoord plaats kunnen vinden.
10. Met een co-begeleider samenwerken, vraagt om een goede samenwerking . Enkele voorwaarden om samen een groep te begeleiden zijn: Werk aan het vertrouwen in elkaar Respecteer elkaar in de manier van werken en bedenk dat ieder op zijn eigen wijze (vaak anders dan u op dat moment zou doen) optreedt. Aarzel echter niet om, indien de groepsleden verschillen constateren tussen de twee begeleiders, daarover in de groep te praten. Het is meer voor de hand liggend dat er verschillen zijn, dan dat die er niet zijn. Probeer competitie te vermijden. Probeer elkaar niet te imiteren in manier van doen, maar probeer trouw te blijven aan uw eigen manier van werken. Dit neemt niet weg, dat u wel van elkaar kan leren. Val elkaar niet af tijdens de bijeenkomsten. Neem de tijd na de bijeenkomst om onderwerpen wat betreft de samenwerking te bespreken. Zaken zoals knelpunten die u hebt ervaren, maar waar u tijdens de bijeenkomst niet over heeft kunnen, willen praten. 11.
Bereid samen de bijeenkomsten voor en maak duidelijke afspraken met elkaar wie, wat, wanneer gaat doen. B.v. rolverdeling taakgericht en procesgericht. Maak gebruik van elkaar sterke kanten.
12. Wees u ervan bewust dat u als begeleider een voorbeeldfunctie heeft en dus als rolmodel fungeert.
DEEL 3 De bijeenkomsten
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
De bijeenkomsten Het doel van de bijeenkomsten is dat studenten door middel van lotgenotencontact zichzelf en anderen helpen. Dat gebeurt door ervaringen uit te wisselen, elkaar te steunen en te adviseren. Er is sprake van wederzijdse herkenning en erkenning van problemen. Van de student wordt begrip en een grote betrokkenheid verwacht en dat de student zelf initiatieven neemt en actief deelneemt aan de groep. Van belang is dat de begeleider(s) het roer zo gauw mogelijk overgeeft aan de deelnemers, zodat zij eigenaars worden van de thema's die aan de orde gaan komen. Bij de eerste kennismakingsbijeenkomst is het logisch dat de begeleider(s) het initiatief neem in wat er in deze bijeenkomst aan de orde zal komen.
In dit hoofdstuk zijn daarom de eerste twee bijeenkomsten (3.1 en 3.2) uitgebreid beschreven. De bijeenkomsten die volgen zullen zoveel mogelijk door de deelnemers zelf ingevuld worden. Het laatste gedeelte van dit hoofdstuk (3.3) bestaat uit een lijst van thema's die u mogelijk kunt gebruiken ter ondersteuning. Het uitgangspunt blijft echter dat de studenten zelf zoveel mogelijk de inhoud en vorm bepalen. 18
Bijeenkomst 1
Kennismaking
Welkom
Begin met iedereen van harte welkom te heten bij deze bijeenkomsten. Kijk of iedereen koffie of thee heeft gekregen. Huishoudelijke mededelingen
Vertel een aantal huishoudelijke mededelingen, zoals: eventuele afmeldingen toiletten rookplekken pauze Naamkaartjes
Vraag of iedereen de naam op de kaartjes te schrijven. Deel het programma van deze bijeenkomst uit. (zie bijlage). Benoem het thema 'Kennismaking' van deze eerste bijeenkomst. Overzicht
Deel het programma van deze bijeenkomst uit. (zie bijlage). Benoem het thema 'Kennismaking' van deze eerste bijeenkomst en licht het programma en de opzet van deze bijeenkomst toe. Ontstaansgeschiedenis en doel van de bijeenkomsten
Vertel kort de ontstaansgeschiedenis en het doel van deze lotgenotengroep.
Met onderlinge steun studeren
Voorstellen
Stel uzelf voor en vraag eventueel uw co-begeleider zich ook voor te stellen. Vertel uitgebreid over wat u belangrijk vindt dat anderen weten. Bijvoorbeeld: naam, achtergrond, waar u woont, hobby, uw motivatie om begeleider te zijn. Als u zelf open bent, zullen de andere deelnemers ook meer over zichzelf vertellen. Nodig de deelnemers uit om zichzelf voor te stellen en te vertellen waarom hij/zij zich heeft opgegeven voor deze lotgenotengroep. Vraag eventueel per persoon: hoe hij/zij over deze bijeenkomsten gehoord heeft, of hij/zij nu al brandende vragen heeft. Pauze
Hoe met elkaar om te gaan en afspraken
Leid in waarom er aantal praktische zaken geregeld moeten worden: deze groep zal de komende tijd regelmatig bij elkaar komen. In het voorstellen kwam naar voren dat de groep uit veel verschillende mensen bestaat met ieder een eigen verwachting. Belangrijk om met elkaar praktische afspraken te maken over hoe we deze bijeenkomsten goed kunnen laten verlopen. Schrijf de afspraken op een flap-over en voeg ontbrekende zaken toe. Laat de groep zelf hun afspraken noemen. Vul dit eventueel aan met wat belangrijk is voor een goed verloop van de bijeenkomsten. Hieronder volgen enkele voorbeelden van afspraken die belangrijk zijn om te maken. Als deze niet door de deelnemers worden genoemd, vul dan aan: 1. Over uw eigen rol als begeleider. 2. Iedere deelnemer brengt zijn eigen ervaring, kennis en gedachten in en bepaald zelf zijn grenzen over wat hij of zij kwijt wil. Ervaringen die binnen de groep worden uitgewisseld blijven anoniem. U mag natuurlijk wel vertellen over deze groep (graag zelfs), maar noem dan geen namen. Respecteer de privacy van elkaar. 3. Basisregels/waarden die gehanteerd worden bij deze bijeenkomsten zoals respect voor elkaar, plaats voor gevoelens 4. 'Aanwezigheidsplicht'. Deelname is vrijwillig maar niet vrijblijvend.
19
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
5. De groep is niet compleet als iemand weg blijft. Diegene die niet komt wordt gemist en is daardoor vaak nog meer aanwezig. Het is beter wel te komen en die keer wat stiller te zijn dan weg te blijven (als het enigszins kan). Afzegging bij wie en waar. 6. Afweging om wel of niet telefoonnummers uit te wisselen. 7. De bijeenkomsten zijn op …dag van … uur tot … uur in … (locatie). 8. Het streven om op tijd te beginnen en op tijd te stoppen. 9. Afspraken over pauzes. Bijvoorbeeld 2 per keer. 10. Studenten kunnen elkaar helpen door vragen te stellen, of door voorbeelden te geven over de eigen situatie. Probeer mee te denken en niet te snel adviezen te geven. Wat voor jou werkt, hoeft voor een ander nog niet te werken. Inventarisatie van thema's
20
Deel een lijst van thema's uit, die de studenten hebben aangegeven in het aanmeldingsformulier en/of kennismakingsgesprek. Vraag of er thema's ontbreken en vul de lijst aan met wensen. Geef aan dat gedurende deze bijeenkomsten nieuwe ideeën voor thema's kunnen worden ingebracht. Maak met elkaar een prioriteitenlijst van thema's. Besluit met elkaar welk thema de volgende keer aan bod komt en wie dit thema gaat voorbereiden of inleiden. Laat de studenten zelf zo spoedig mogelijk eigenaar worden van de thema's. Vraag vervolgens in welke vorm de student het thema aan de orde wil laten komen. Geef indien nodig suggesties. Samenvatting, afspraken maken en afsluiten
Vat samen wat er deze bijeenkomst aan de orde is geweest. Accent lag op kennismaking, de uitwisseling van eerste ideeën en het maken van afspraken. Benoem nog kort de afspraken voor de volgende keer. De volgende bijeenkomst zullen er 2 thema's aan bod komen, te weten: Studeren en wat dat voor ieder betekent Een thema, die studenten zelf kiezen. Tip: Laat één of twee studenten het thema voorbereiden.
Mochten de deelnemers zelf nog niet met een thema willen komen, stel dan voor om n.a.v.een artikel met elkaar van gedachte te wisselen. Bijvoorbeeld: Boevink, Wilma. "Over leven na de psychiatrie". MGv 3-97, blz. 232 t/m 240 Elfers Lenneke, "Weer durven gaan leren, een persoonlijk verhaal" Passage, 10e jaargang nr. 2 juni 2001, blz. 112 t/m 115 Schotanus, José. "Ze krijgen mij niet klein, ik ga door" Klantenkrant, Magazine voor en door cliënten van GGz Groningen. Thema nummer 'leren", oktober 2004 blz. 6-7. Ruimte voor eventuele vragen Afsluiten
Met onderlinge steun studeren
Bijeenkomst 2
Thema 1 "Hoe is het weer om te studeren" Thema 2 Keuzethema
Welkom Start met een terugblik
Benoem wat de vorige keer in het thema stond van kennismaking. Besteedt vervolgens nog eens aandacht aan het doel van de bijeenkomsten en de gemaakte afspraken. Geef ruimte om n.a.v. vorige keer vragen te stellen. Vraag om de bordjes met de namen voor deze keer weer neer te zetten Overzicht
Deel het programma van deze bijeenkomst uit. Licht het programma en de opzet van deze bijeenkomst toe. Vraag naar eventuele wensen. Urgente onderwerpen of ervaringen hebben in principe voorrang boven het afgesproken thema. Eerste thema: 'studeren en wat dat voor iedereen betekent'
Leid het thema in door te vragen naar de ervaringen van de studenten hoe het is om de studie weer op te pakken. Nodig iemand uit om te starten Draag zorg voor dat iedereen aan bod komt. Tweede thema
Gekozen thema: laat de student het thema inleiden. Mocht er geen tweede thema zijn dan kunnen de studenten ervoor kiezen een artikel met elkaar te bespreken. Laat de studenten het artikel naar de eigen situatie vertalen en een link leggen met de studie. Samenvatting, afspraken maken en afsluiten
Vat samen wat er deze bijeenkomst aan de orde is geweest. Maak afspraken voor de volgende keer wie wat gaat doen. Benoem kort de gemaakte afspraken Geef ruimte voor eventuele vragen Afsluiten
21
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
Mogelijke thema's 1. Thema 'Vertel ik wel of vertel ik het niet' Openheid geven over je psychiatrische achtergrond
"Openheid geven over je psychiatrische achtergrond" betekent dat je andere mensen vertelt over je psychiatrische achtergrond in het heden en/of verleden. Met betrekking tot dit thema is een vaardigheidsbrochure ontwikkeld met een aantal werkbladen. Deze zijn bruikbaar voor de studenten om in vijf stappen het thema concreet te maken. Dit is een publicatie van het project "Studeren met steun". Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op de website www.begeleidleren.nl. 2. Thema "Keuzes maken"
22
Het maken van keuzes heeft ook altijd te maken met 'vrijheid'. Vrijheid is een algemene waarde, die voor ieder iets anders kan inhouden. Bespreek met elkaar de verschillende manieren om een keuze te maken. Mogelijke vragen: Welke keuzes maak je of moet je maken in het studentenleven? Welke belangrijke keuzes in je studie heb je tot nu toe gemaakt? Vertel vervolgens hoe dit verliep. Allerlei manieren van keuzes maken komen voor tijdens je studie. Op welke momenten ben je afhankelijk van anderen? Kan je zelf bepalen wat je kiest? 3. Thema "Steun en hulpbronnen" Om de studie vol te houden heb je steun nodig. Steun kan je zoeken in jezelf, in materiële dingen en bij mensen om je heen. Laat ieder hierover vertellen hoe hij of zij deze drie manieren van steun in de studie terug vindt. Vragen: Welke steun vind je prettig? Een luisterend oor, meedenker, opdrachtgever, coach, leraar, adviseur? Vraag je om steun? Hoe vraag je om steun? Weten belangrijke mensen om je heen wanneer en welke steun je nodig hebt om de studie te blijven volhouden? Mogelijke opdrachten.
1.
2.
Deelnemers kunnen iets concreets wat ze willen veranderen in gedachten nemen. Dit helpt om te bedenken op welke manier ze ondersteund willen worden. Maak je gebruik van: Hulpbronnen, die de opleiding aanbiedt zoals:
decanen, tutoren, studieloopbaanbegeleiders, adviseurs, counselor, mentoren, medestudenten studieboeken, reiskosten verenigingsactiviteiten, studentenvereniging, recreatieve en sportactiviteiten Hulpbronnen buiten de opleiding zoals
Familie, vrienden, hulpverleners, huisdieren Woonvoorziening, crisiscentrum Wekker, bureau Vrijetijdsbesteding, clubs, hobby's, ontspanningsoefening
Met onderlinge steun studeren
4. Thema "Voorkomen van en omgaan met stress". Het maken van een Persoonlijk Actieplan voor en door studenten met een psychiatrische achtergrond. 5. Thema "Hoe trek ik op tijd aan de bel?". Om ondersteuning vragen 6. Thema "Wie past zich aan?". Om aanpassingen vragen 7. Thema "Hoe kan ik adequaat reageren?". Op feedback reageren. Thema 4, 5, 6 en 7 zijn publicaties van het project "Studeren met steun". Meer informatie over deze onderwerpen zijn te vinden op de website www.begeleidleren.nl. 8. Thema "Een blik naar de toekomst". Ieder heeft wel eens goede voornemens. Noem een goed voornemen tijdens je studie. Hoe heb je dit voornemen vormgegeven? Ben je knelpunten tegengekomen bij het realiseren van je voornemen? Hoe ben je daarmee omgegaan? Waarin ben je tevreden over jezelf. 9. Thema 'Wat zet ik wel of niet in mijn CV of portfolio' Dit thema is geschikt om bij één van de laatste bijeenkomsten te doen. De groep kent elkaar al meer en het is gericht op hoe je jezelf gaat presenteren. Dit kan gericht zijn op stage, bijbanen of een betaalde baan in het beroep wat je gekozen. Vraag studenten hun CV of twee CV 's de 'echte' en de 'schaduw 'CV mee te nemen. Laat ieder wat over de eigen CV vertellen. Vergelijk de CV: overeenkomsten en verschillen laten benoemen. Studenten kunnen i.p.v. de CV de portfolio meenemen. Eventueel kan gebruik gemaakt worden van:
1. 2.
De SWOT (Sterkte-zwakteanalyse) (Zie bijlage IV) "Ooit een haan horen zeggen dat-ie vroeger een eitje was? Wat vertelt u over u psychische aandoening Praktische tips van Stichting Pandora. Deze folder is aan te vragen bij http://www.stichtingpandora.nl.
23
Bijlage l
Informatiefolder: Met Onderlinge Steun Studeren.
Academie voor Sociale Studies Lectoraat Rehabilitatie Met Onderlinge Steun Studeren (MOSS)
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
Een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond Voor studenten van de Hanzehogeschool Groningen en Rijksuniversiteit Groningen
MOSS, voor studenten die psychiatrische problemen hebben (gehad) Hanzehogeschool Groningen, Academie voor Sociale Studies Lectoraat Rehabilitatie
26
Wat is de lotgenotengroep "Met Onderlinge Steun Studeren"? Studeren met onderlinge steun maakt onderdeel uit van het ondersteuningsaanbod van het Lectoraat Rehabilitatie van de Academie voor Sociale Studies van de Hanzehogeschool Groningen. Het ondersteunt deelnemers met een psychiatrisch heden of verleden bij het blijven volgen van hun studie.
Voor wie is de MOSS-groep? Voor studenten van de Hanzehogeschool Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen die in behandeling zijn of zijn geweest in verband met hun psychiatrische problematiek en die graag in contact willen komen met anderen.
Voor wie en door wie? De groep is bedoeld voor jou, als je in behandeling bent (geweest) voor je psychische problemen; je rationeel wel weet hoe je kunt omgaan met je problemen in relatie tot je studie, maar het toch niet altijd lukt om het geleerde in de praktijk toe te passen en vol te houden; je ervaringen wilt uitwisselen met 'lotgenoten'. De groep wordt begeleid door twee personen, José Schotanus en Hanny van Asdonck. José, inmiddels afgestudeerd, is in behandeling geweest in verband met haar psychische problemen. Zij weet precies hoe dat voelt en hoe moeilijk het is om 'normaal' je studie te (ver)volgen. Hanny is docent. Zij heeft kennis en ervaring op het gebied van rehabilitatie en het begeleiden van groepen.
Wat is het doel? Het bieden van onderlinge ondersteuning bij het studeren met psychiatrische problemen door middel van onder andere het uitwisselen van ervaringen, het bieden van wederzijdse ondersteuning en het geven van (studie)tips.
Waarom deze MOSS-groep? Omdat onderling contact een bron van herkenning, erkenning, steun en informatie is voor veel mensen. De MOSS-groep is een plek waar begrip en ondersteuning van elkaar, naast de dagelijkse studiebeslommeringen, centraal staat. Door ervaringen uit te wisselen en elkaar te steunen en te adviseren, help je jezelf en elkaar om sterker en weerbaarder te worden voor de toekomst en het verleden achter je te laten. Omdat: de overgang van een behandelingssituatie naar het 'normale' dagelijkse studieleven heel groot kan zijn; er vaak nog vragen en onzekerheden zijn waarover je met medestudenten wilt praten; je daar merkt dat je er niet alleen voor staat.
Wat betekent lotgenotencontact? Lotgenotencontact houdt in dat je jezelf en anderen helpt. Dat gebeurt door ervaringen uit te wisselen, elkaar te steunen en te adviseren. Er is sprake van wederzijdse herkenning en erkenning van problemen. Er is veel begrip en een grote betrokkenheid en er wordt van je verwacht dat je zelf initiatieven neemt en actief deelneemt aan de groep.
Met onderlinge steun studeren
Wat biedt deze MOSS-groep. De groep komt eenmaal per 2 weken bijeen om thema's te bespreken die belangrijk zijn voor de deelnemers bij het volhouden van hun studie. De studentenrol staat centraal. Niet de patiëntenrol; er is geen hulpverlener bij aanwezig. In de groep worden ervaringen uitgewisseld, zonder heel diep op individuele problemen in te gaan. Erkenning en herkenning zijn hierbij belangrijk. De groep wordt begeleid door eerder genoemde ervaringsdeskundige en docent. Deze begeleiders bereiden het programma voor en bewaken het groepsproces. De bijeenkomsten duren 2 uur. In principe bepalen de deelnemers gezamenlijk met de begeleiders welke onderwerpen in de bijeenkomsten aan bod komen. Er wordt structuur en duidelijkheid geboden, vooral om de veiligheid van een ieder te waarborgen. Voor alle duidelijkheid, een lotgenotengroep is geen therapiegroep.
Thema's die aan de orde kunnen komen zijn: Vertel ik wel of niet over mijn psychiatrische problemen en aan wie? Hoe ga ik om met stressvolle situaties, zoals tentamens? Hoe is het om weer te studeren? Hoe geef ik steun en hoe vraag ik steun? Het uitwisselen van ervaringen; Het geven van (studie)tips,
Hoe groot is de groep? Maximaal 12 studenten, minimaal 5.
Wanneer begint de groep? Oktober 2004 en februari 2005.
Wanneer en waar vindt de lotgenotengroep plaats? Eenmaal in de twee weken op dinsdagavond van 17.30-19.30 uur in de Hanzeborg op het Zernikeplein 23. Het lokaal wordt nader bekend gemaakt. Voor koffie, thee en broodjes wordt gezorgd.
Wat kost het? Aan deelname aan deze groep zijn geen kosten verbonden. Het project wordt mede gefinancierd door subsidie van het Impuls 2004 programma van Handicap + Studie. Reiskosten zijn echter wel voor eigen rekening.
Voorwaarden deelname MOSS-groep Studie volgen aan de Hanzehogeschool of RUG; Als je in behandeling bent (geweest) voor psychiatrische problematiek; Deelname aan het onderzoek (zie hieronder).
27
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
Onderzoek Een lotgenotengroep voor studenten met psychiatrische achtergrond is nieuw in Nederland. Daarom willen we graag weten wat de ervaringen met deze groep zijn. Deze ervaringen willen we gebruiken voor verbetering van de werkwijze. Aan alle deelnemers wordt gevraagd een paar vragenlijsten in te vullen en mee te werken aan een interview van ongeveer 45 minuten. Alle gegevens zullen strikt vertrouwelijk worden behandeld.
Informatie Karola Nap (secretaresse lectoraat Rehabilitatie), José Schotanus en Hanny van Asdonck Telefoon (050) 595 3377 E-mail
[email protected].
28
Schriftelijk Hanzehogeschool Groningen t.a.v.Karola Nap Zernikeplein 23 9747 AS Groningen
Voor deelname aan de MOSS-groep vindt er een kennismakingsgesprek plaats tussen jou en de begeleiders. Deze lotgenotengroep is een onderdeel van het project "Studeren met Steun", dat wordt gefinancierd door het onderwijsproject IMPULS 2004 van het Expertisecentrum Handicap + Studie.
Bijlage ll
Thema's en knelpunten
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
MOSS Deze thema's en knelpunten zijn door studenten benoemd in de aanmeldingsformulieren. Thema's:
Studietips; Het geven en ontvangen van steun; Hoe om te gaan met stressvolle periodes; Aan wie vertel ik het en aan wie niet/ hoe kan ik het geheim houden; Problemen waar je tegen aanloopt; Moeite met het volhouden van de opleiding; Oppervlakkigheid van medestudenten; Geloven in jezelf -> vertrouwen in jezelf ondanks je tekortkomingen; Evenwicht tussen studieverplichting en eigen problematiek; Hoe ga je om met 'moeilijke' dagen; Structuur in je studie houden, overzicht; Concentratieproblemen; Regels m.b.t. studiefinanciering verlengen en dergelijke.
30
Knelpunten in het volgen van de studie:
Concentratieproblemen; Energiegebrek; Het blijven volhouden van de opleiding; Faalangst; Perfectionistisch, te hoge eisen aan mijzelf stellen; Individualisme en daardoor aansluiting missen met anderen; Dyslexie; Structuur houden, dus mijn leerstof bijhouden en niet de laatste 2 weken heel hard gaan leren; Motivatie; Angststoornis; Chronisch hoofdpijn.
Bijlage llI
Sterkte-zwakteanalyse (SWOT)
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
Sterkte-zwakteanalyse (SWOT) De SWOT-analyse wordt ook wel sterkte-zwakteanalyse genoemd. SWOT is afgeleid van Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. Het is een model om sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen te inventariseren. De SWOT-analyse maakt gebruik van drie stappen: 1.
Een probleeminventarisatie: probleembeschrijving
2.
Een analyseronde: analyse naar: Sterke punten Zwakke punten Kansen Bedreigingen Analyseer de vier punten zo uitgebreid mogelijk. Vooral zicht hebben op weerstanden tegen verandering is van groot belang. Stop je energie vooral in de kansen en de bevorderende factoren zodat er een nieuw handelingsperspectief kan ontstaan. 3.
32
Een adviesronde
Sterke punten van …
Zwakke punten van …
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
Kansen
Bedreigingen
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
........................................................................................................................................................................
Met onderlinge steun studeren
Verdere informatie Interessante informatie over studeren met een (psychische) handicap is te vinden op de volgende websites: www.begeleidleren.nl
Een informatieve site over het (gaan) studeren met een psychiatrische aandoening. www.handicap-studie.nl
Een informatieve site over het (gaan) studeren met een handicap (waaronder psychiatrische aandoening). "Ooit een haan horen zeggen dat-ie vroeger een eitje was? Wat vertelt u over u psychische aandoening bij het zoeken en houden van werk?"
Praktische tips van Stichting Pandora. Deze folder is aan te vragen bij http://www.stichtingpandora.nl.
Bronnen Bij het samenstellen van deze brochure is gebruik gemaakt van de volgende brochures: Bassant, Marianne en Korevaar, Lies "Van start tot finish", Publicatiebundel van het Rotterdamse project Begeleid Leren. ROC Zadkine, Stichting Rehabilitatie '92, Trimbosinstituut Henkens, Hanneke, Hof, R. van 't, Jacobs, Harry, Kooyman, Huib, Valk, Ingrid (1997) "Herstellen doe je zelf". Handleiding en Werkboek, behorende bij twaalf bijeenkomsten voor cliënten over rehabilitatie. Hendriksen, Jeroen, (2002) "Werboek Intervisie", uitgeverij Nelissen Soest ISBN 9024414970 Jansen, M. en Geelen, K.(1996) "Gedeelde smart, dubbelevreugd". Lotgenotencontact in de psychiatrie. Utrecht, Nederlands centrum Geestelijke volksgezondheid Riet, Nora van. "Groepswerk in het maatschappelijkwerk". Uitgeverij Dekker & van de Vegt - Assen. Unger, Karen V en Langi Susan (1998) "Peer Support for Students in Postsecondary Education", directed by Judith A. Cook. University of Illinois at Chicago Weeghel, Jaap van, "Psychiatrische rehabilitatie in Nederland", Passage 14e jaargang, nr. 2 pag. 12 -20, juli 2005
33
Handleiding voor begeleiders voor het opzetten en begeleiden van een lotgenotengroep voor studenten met een psychiatrische achtergrond
Studeren met steunreeks
Publicaties project "Studeren met steun" In het kader van het Impuls 2004-project van het Experisecentrum 'Handicap + Studie' zijn door het Lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen diverse producten en diensten ontwikkeld. Titels in deze Studeren met steun reeks voor studenten met een psychische handicap zijn:
34
1.
Succesvol studeren met psychiatrische problematiek. Ervaringen van studenten
2.
Succesvol studeren met ADHD
3.
Succesvol studeren met een borderline persoonlijkheidsstoornis
4.
Succesvol studeren met een eetstoornis
5.
Succesvol studeren met schizofrenie
6.
Succesvol studeren met een stemmingsstoornis
7.
"Vertel ik het wel of vertel ik het niet". Openheid over je psychiatrische achtergrond
8.
"Wanneer het me teveel wordt". Omgaan met stress
9.
"Hoe trek ik op tijd aan de bel?". Om ondersteuning vragen
10. "Wie past zich aan?". Om aanpassingen vragen 11. "Hoe kan ik adequaat reageren?". Op feedback reageren 12a. "Met onderlinge steun studeren". Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van een lotgenotengroep 12b. "Met onderlinge steun studeren". Onderzoeksrapport 13. "Waar kan ik terecht?". Wegwijzer voor studenten met psychische problemen en handicaps in Groningen 14. "Hoe herken ik dat studenten psychische problemen hebben?". Workshop voor onderwijskundig personeel 15. "Wat voor ondersteuning hebben studenten met een psychische handicap nodig?". Workshop voor onderwijskundig personeel
Met onderlinge steun studeren
Colofon De reeks Studeren met steun is een uitgave van het Lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen. De reeks is ontwikkeld in het kader van het project 'Studeren met steun', een samenwerkingsproject van het Lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen, de afdeling Cenzor van de GGz Groningen en de Stichting Rehabilitatie '92 te Rotterdam. Het project is uitgevoerd dankzij financiële steun van het Impuls 2004 project van het Expertisecentrum Handicap + Studie te Utrecht.
Projectleiding Lies Korevaar
Projectmedewerkers Hanny van Asdonck Peter van der Ende Eddy Hofman José Schotanus Cees Witsenburg
Klankbordgroep Ties Onvlee, decaan Hanzehogeschool Groningen Peter Tjeerdsma, decaan Hanzehogeschool Groningen Pieter de Boer, Werkgroep Struikelblok, Groninger Studentenbond Jurjen Wierda, Werkgroep Struikelblok, Groninger Studentenbond Alfred Kooistra, voorzitter GGz-platform Groningen
Ontwerp en lay-out Sandra Jonge Poerink - GSC
Druk Grafisch Centrum HG
Informatie Hanzehogeschool Groningen Lectoraat Rehabilitatie E-mail:
[email protected] Website: www.hanze.nl/rehabilitatie Telefoon: (050) 595 33 77
35
Lectoraat Rehabiiliitatiie
Impuls 2004
UNLIMITED
Deze brochure is tot stand gebracht door: