Lesbrief bij de voorstelling : (Indien u deze lesbrief wilt uitprinten is het handig om hem te selecteren, Een witte achtergrond te kiezen en dan starten, scheelt veel inkt!)
Los Patatos Banditos. Voorbereiding op de voorstelling. In een kringgesprek bereidt de leerkracht de kinderen voor op de voorstelling. De inhoud van het gesprek zal er sterk van af hangen of de voorstelling in school gegeven wordt of dat de kinderen lopend, met auto’s of met de bus naar een andere locatie gaan.
Wat gaat er gebeuren bij de voorstelling? Vertel de kinderen niet teveel over de inhoud van wat ze gaan zien, maar praat met hen over hoe publiek zich zou moeten gedragen in een theater. -we gaan van tevoren naar het toilet. -we gaan rustig naar binnen. -we moeten het allemaal goed kunnen zien, dus kleine kinderen voor, de groteren erachter. -we gaan niet praten en eten tijdens de voorstelling. -ook als het donker wordt is juf altijd in de buurt. -telefoontjes uit. -wanneer we lachen en klappen zijn we daarna weer stil om de rest van de voorstelling te kunnen volgen. -enz.
Suggesties voor NA de voorstelling: Kringgesprek Laat de kinderen vertellen wat ze hebben gezien: Wat vonden ze leuk, wat vonden ze minder leuk en probeer te ontdekken of ze alles hebben begrepen. U kunt ze n.a.v. de voorstelling ook een tekening laten maken. Het is altijd erg leuk om te zien welk kind wàt tekent. Lessuggesties In deze voorstelling draait alles om verschillende hoofdonderwerpen nl: - theater met poppen - Mexico - koken - opa en oma
Theater met poppen U kunt met de kinderen ook een poppenspel maken met aardappelen, net als in de voorstelling. Daar zijn poppen voor nodig. U kunt ze maken van aardappelen, maar natuurlijk ook van andere groenten en fruit.
Knutselactiviteit Benodigdheden: -groente/fruit -wol en lapjes stof -spelden -papier/stiften/schaar/lijm De aardappelpopjes in de voorstelling zijn op een fonduevork geprikt en daarna aangekleed. Lange satéprikkers zijn ook een mogelijkheid. Wanneer u deze maakt, heeft u stokpoppen. De aardappelbandieten hebben geen buik, maar halve aardappelen als voeten. Deze kunt u er met worstenprikkertjes aan vast maken. Als u deze maakt heeft u tafel/sta-poppen. De kinderen kunnen naar eigen fantasie de aardappelen aankleden, ogen geven, haren, snor, jurkjes enz.
Drama-activiteit: De kinderen zitten in de kring en houden hun pop vast. Kijk naar je pop en bedenk wat voor iemand het is. Is die jong/oud, man/vrouw. Geef je pop een naam en verzin er een stem bij, die ook bij zijn karakter past. Een meisje heeft natuurlijk een heel andere stem dan een zeerover en die heeft weer een andere dan een deftige dame. Alle kinderen mogen met hun stemmetje hun pop voorstellen. b.v.: -Ik ben Ronnie de rover en woon in het bos. -Ik ben prinsesje Rosalie en hou veel van roze, enz. Met een stokpop en een tafelpop is het moeilijk om emoties uit te beelden, wel kunnen we bewegingen doen. Ik stond laatst voor een poppenkraam. - Alle poppen dansen, alle poppen liggen , alle poppen springen, alle poppen buigen enz. - Kleuters kunnen tijdens het spelen hun eigen poppen gebruiken in hun fantasiespel in poppenhoek/bouwhoek enz. -Oudere kinderen kunt u misschien kleine voorstellingen laten maken. Verdeel de kinderen in groepjes van 2. Laat ze een willekeurig voorwerp kiezen, b.v. een zakdoek, een mandje, een tandenborstel, een diertje enz., voorwerpen die de leerkracht bij elkaar gezocht heeft. Om dit voorwerp draait het verhaaltje. Ze kunnen een actie kiezen. (Kunt u op kaartjes zetten) Het is verloren/gestolen/op gegeten/weggelopen/verdwaald/ enz. Met hun eigen poppen en het voorwerp mogen ze een kort verhaaltje bedenken met een begin/hoogtepunt/oplossing. Wanneer u geen poppenkast heeft kunt u eenvoudig een tafel op z’n kant op een andere tafel leggen, zodat er een speelplek ontstaat. Met de sta-popjes kunt u op een tafel een tafereeltje maken, waarin de poppen kunnen “lopen”.
Er komt in de voorstelling een grote papegaaipop voor. Liedje met klapspelletje: Papegaaitje leef je nog Papegaai is ziek en hij moet sterven Geef 'm appelmoes al van conserven Voor onze gaai,voor onze gaai Voor onze allerliefste zoete papegaai Papegaaitje leef je nog? Ieja deeja. Ja meneer ik ben er nog! Ieja deeja. 'k Heb m'n eten opgegeten En m'n drinken laten staan. Ieja deeja POEF! Kleurplaten van papegaaien kunt u vinden op kleurplaten.nl.
Mexico Klassengesprek Sommige kinderen zullen wel eens in een ander land zijn geweest of komen van oorsprong uit een ander land. Dan kunt u met de kinderen praten over verschillende culturen. -hoe mensen wonen, eten, zich kleden, werken enz. (Wanneer u dit uitgebreid wilt doen, kunt u er werkbladen bij zoeken, uit tijdschriften en reisbrochures plaatjes knippen en een collage maken.) Ik heb in het kort wat achtergrond informatie van dit land opgenomen in deze lesbrief, maar wanneer u met u klas het land uitgebreid wilt behandelen kunt u in de bibliotheek en op internet veel meer informatie vinden. (Met het oog op Mexico is een zeer bruikbaar boekje voor kinderen) Mexico is een land in Midden-Amerika, waar 100 miljoen mensen wonen. Het is een land van grote tegenstellingen. Je vindt er bergen, vulkanen, tropische wouden, dorre woestijnen en parelwitte stranden. Mexico is misschien wel het meest bekend vanwege de oude beschavingen. De Maya, Tolteken en Azteken woonden daar al lang, voordat de Spanjaarden in de 16e eeuw kwamen. Deze beschavingen bouwden tempels en piramides. Ze hadden een hoogstaande beschaving, wisten erg veel van astronomie en hadden al een nauwkeurige, 365 dagen tellende kalender. De Azteken geloofden dat mensenoffers nodig waren om er voor te zorgen dat de zon elke dag opkwam. Het hart werd uit het lichaam gesneden en aan de goden geofferd.
Azteekse tempel
De Spanjaarden veroverden het land en maakten er een Spaanse kolonie van. Ze roofden het land leeg en probeerden de Mexicanen te bekeren tot het katholieke geloof. De Mexicanen leden erg onder het bewind. Begin 1800 kwam er een revolutie en het duurde nog 11 jaar, voordat het land echt onafhankelijk werd. Er volgde een chaotische tijd met veel dictators en helden. Een bekende revolutieleider van het volk was Emiliano Zapata. De hervormingen kwamen pas goed op gang sinds 1934 onder president Cardenas. De inheemse bevolking vermengde zich met de Spanjaarden. Tegenwoordig is 60 % van de bevolking gemengd (mestizos). De voertaal is Spaans. Het gezinsleven is erg belangrijk voor de Mexicanen. Hun inkomsten halen ze uit de landbouw, uit de visserij en tegenwoordig ook uit het toerisme. Veel van het voedsel dat we tegenwoordig in Europa eten, komt uit Mexico. Iedereen kent wel maïs, Spaanse pepers, avocado, bonen, vanille en chocola. Mexicanen eten zelf erg veel bonen en maïs. Van het laatste maken ze ook meel. Daar bakken ze brood en pannenkoekjes (tortilla’s) van. De Mexicanen houden van tradities en feesten. Het bekendste feest is Allerheiligen. Op 2 november vieren ze dat feest op de kerkhoven en gedenken ze de doden.
Tijdens de feesten wordt er veel gedanst en dossen de mannen zich uit met poncho’s en sombrero’s. De vrouwen dragen rijk geborduurde, met kralen bestikte jurken, mooie gekleurde sjaals en waaiers. In Mexico wordt er op alle feesten uitbundig muziek gemaakt en gedanst. In de voorstelling komt ook een dans voor:
El Jarabe Tapatio
De Hoeden Dans
De Jarabe komt uit Jalisco en wordt gedanst door twee vrijgezelle mensen. De man danst om het meisje heen om haar het hof te maken. Het meisje gaat in eerste instantie niet in op zijn avances, maar uiteindelijk gaat ze toch overstag. Aan het eind gooit de man zijn sombrero (hoed) aan de voeten van het meisje. Zij aanvaardt dit gebaar door op de rand van zijn hoed te stappen en ze dansen de laatste passen om de brede rand van de hoed. Vaak wordt dit gezien als een huwelijksaanzoek. Variatie op de hoedendans: Kinderen staan in de kring en de leerkracht heeft een hoed (of een sombrero). De kinderen zingen het liedje: Hoedje op de zon , hoedje op de maan, jij moet komen en ik moet gaan. Een kind loopt tijdens het zingen met de hoed op de kring rond en aan het eind zet hij de hoed op een ander hoofd, deze gaat dan weer verder enz.
Hoedendans 2: Ga in een kring zitten en zet (Mexicaanse-) muziek op. Laat een hoed (sombrero) de kring rondgaan. Wanneer de muziek stopt, mag degene die hem dan in de handen heeft bijvoorbeeld een liedje zingen.
Knutselen: Sombrero’s maken. Mexicaanse Sombrero De kinderen weten welke hoofddeksels er gedragen worden in verschillende landen. De kinderen kunnen zelf een Mexicaanse sombrero maken van karton en papier maché.
Betekenis Als het thema reizen en landen is, ga je al snel denken aan specifieke kenmerken van landen. Bij Frankrijk denk je aan de Eiffeltoren. Bij Nederland zouden mensen denken aan kaas, klompen en tulpen. Bij Mexico denk ik aan de Sombrero. Ik ben me ervan bewust dat dit erg stereotiep is. Dan is dat ook zeker een punt om duidelijk te maken aan kinderen. Heus niet alle Mexicanen dragen een Sombrero en lang niet alle Amerikanen dragen een cowboyhoed! Etc. Materiaal - Karton (gemiddelde dikte) + passer ( of potlood met touwtje) en schaar. - Behangerslijm en kranten (stroken), keukenrolpapier. - Verf, kwasten en eventueel vernis. - Koord. - tape Vorm Styleren: Het ?vormen? van de hoed. Grootte: De juiste grootte van de hoed moet bepaald worden. Het is natuurlijk heel leuk als de hoed ook echt past! Kleur: Door het gebruik van kleur wordt de hoed een echte sombrero! Contour en lijn: Een sombrero is vaak gekleurd in stroken. Dit kunnen de kinderen ook toepassen. Beschouwing Het is leuk als er verschillende hoofddeksels meegenomen zijn! ( of getoond worden aan de hand van plaatjes, foto?s) Cowboyhoed - Amerika Indianentooi - Indianen Keppeltje - Israël Sombrero - Mexico Chinees hoedje - China Bolhoedje - Engeland Baret - Frankrijk Onderzoek
De leerlingen aanschouwen de Sombrero. Wat valt op bij de Sombrero? Denk aan vorm, grootte en kleur. De kinderen kunnen voor het verven van de Sombrero een schets maken, waarbij ze de kleuren bepalen en de indeling van de kleuren (stroken). Werkwijze - De kinderen meten de omvang van hun hoofd met behulp van een strook. Hiermee bepalen zij de grootte van het binnenste rondje. - Met een passer tekenen zij 2 rondjes op het karton. Het buitenste rond wordt langs de lijn uitgeknipt. De hoed moet een behoorlijke omvang hebben, dus dit rond mag aardig groot zijn! Het binnenste rondje wordt in zijn geheel uitgeknipt. Dit is de plek waar het hoofd komt. - Dan worden er stroken van gelijke lengten uit karton geknipt. De lengte van deze stroken is afhankelijk van hoe hoog je de sombrero hebben wil. - De stroken gaan samen de bolling/hoogte van de sombrero vormen. - Je vouwt een klein stukje van deze stroken om, om als ?plakstrook? te dienen. - Deze stroken maak je aan de binnenkant van het binnenste rondje vast. De plakstroken worden aan de onderkant van de klep met tape vastgezet - Als het goed is staan er nu allemaal stroken recht omhoog op de klep. - Je pakt alle stroken aan de bovenkant vast, zodat de bolling van de sombrero naar boven toe steeds smaller toeloopt. - Om deze bundel stroken wikkel je tape. Als extra bolling kan je een bolletje keukenpapier boven in het bundeltje stroken steken. - Je hebt nu het geraamte van de sombrero. - Nu kan er begonnen worden met papier ? maché. - Dit moet drogen. - De volgende keer, wanneer alles gedroogd is kan er begonnen worden met het verven van de sombrero. - Wijs de kinderen op het verven van strepen, wat je vaak op de sombrero?s ziet. De kinderen zijn dit echter niet verplicht. Een eigen ontwerp kan natuurlijk ook! - Is de verf droog, dan kan je er eventueel nog met vernis over gaan. - Steek 2 gaatjes door de sombrero en rijg er een koord doorheen. - Veel plezier met je sombrero! Reflectie Het is handig veel door de klas te lopen om fouten te voorkomen. Er kan gereflecteerd worden na het maken van het geraamte, na het werken met papier ? maché ( is er juist mee omgegaan?) en wanneer de eindproducten klaar zijn.
Bewegen op muziek: diverse soorten muziek om op te dansen, van klassiek tot pop boek met uitgewerkte dansen op muziek (zie Boeken over dans in de achtergrondinformatie) Tijd 20 minuten Doel De kinderen bewegen op diverse soorten muziek. – Vraag de kinderen of ze wel eens dansen. Wanneer doen ze dat? Is daar muziek bij? Kennen ze liedjes waarop ze kunnen dansen? – Laat de kinderen enkele liedjes zingen waarop ze kunnen dansen. Dat mogen ook speelliedjes zijn die ze in de afgelopen jaren hebben geleerd. – Laat nu diverse soorten muziek horen waarop de kinderen kunnen dansen. U kunt de kinderen vrij laten bewegen, maar het is raadzamer om enkele aanwijzingen te geven. Voorbeelden hiervoor vindt u op http://www.sunside.nl/users/digijuf/beweeg/bewegen.html. Laat verschillende soorten muziek horen, van klassiek tot pop. – Vraag de kinderen hoe ze het vonden om op verschillende soorten muziek te dansen. Welke muziek vond je het fijnst om op te dansen? Dans je op de ene soort muziek anders dan op de andere soort muziek? Wat zijn de verschillen? Vind je het fijn om te zingen, terwijl je danst? – Laat als afsluiting de kinderen zelf muziek uitkiezen om op te dansen. – Eventueel kunt u de kinderen vragen om dansmuziek van thuis mee te brengen. Laat ze daarop dansen en vertellen welke muziek ze fijn vinden om op te dansen.
Mooie Mexicaanse verhalen om te vertellen of voor te lezen vindt u op volksverhalenalmanak.nl
Koken: Tijdens de voorstelling wordt er gekookt. Wanneer de kinderen binnen komen, hangt er een lucht van gebakken uien. Er worden steeds ingrediënten toegevoegd en aan het eind is er een Mexicaans gerecht, dat de kinderen mogen proeven. In een kringgesprek kunt u met de kinderen praten over verschillende eetgewoontes. Wanneer er kinderen in de klas zitten uit verschillende culturen kunt u vragen of ze wat eten (kliekjes bv., koekjes oid) meenemen om de verschillen met de Hollandse keuken te laten proeven. Wat eten ze in Italië, Spanje, Marokko, India, China, enz.? Het reuk- en smaakzintuig worden bij deze voorstelling geprikkeld. In klas kunt u dit uitbreiden en verdiepen door smaak en reukspelletjes met ze te doen. Bijvoorbeeld: -Reukproefjes. Leg zakjes op tafel met verschillende sterk geurende dingen erin. Zoals koffie, pepermunt, kaneel, cacao, kaas enz. Laat de kinderen raden wat er in zit. Variatie: stop in een van de zakjes iets wat niet eetbaar is en haal die eruit. Variatie: geur memorie. Deze spelletjes kunt u ook doen met proeven, natuurlijk wel met een blinddoek. Smaakmemorie:15 hapjes in tweevoud verstoppen onder plastic bekertjes (banaan, rozijn, wortel enz) Wie 2 dezelfde heeft mag ze opeten. In de voorstelling worden verschillende groenten gebruikt. Neem groenten mee naar school en vraag of de kinderen weten wat dat alles is. Laat ze zoveel mogelijk ruiken, proeven, voelen. Misschien mogen de kinderen ook een keer lekkere dingen maken, zelf snijden en bereiden: Groentensoep, kruidenthee, yoghurt met fruit, sinaasappels persen, fruitsalade maken, brood en/of koekjes bakken, appelmoes maken,
pannenkoeken bakken, popcorn poffen, guacamole maken met tortilla chips. U kunt dit uitbreiden door een restaurant van uw lokaal te maken. Hieruit kunnen de volgende knutselactiviteiten volgen: Hoe werkt een kookboek. Hoe lees je een recept. (U kunt gebruikmaken vaneen kinderkookboek met veel plaatjes.) Het maken van koksmutsen en schorten. Het versieren van een eigen houten lepel. Het maken van een reclamebord met de naam van het restaurant. Het maken van placemats/tafelkleden/servetten. Het samenstellen en schrijven van menukaarten (met prijzen voor oudere kinderen) en versieren. Tafeldekken en versieren. Restaurantje spelen Hoe gedraag je je in een restaurant? Hoe gaat een ober om met een klant? Laat de kinderen verschillende rollen dit uitspelen, die van kok, ober en klant. Telefoon voor reserveringen, opschrijfboekje Afrekenen met een kassa met (namaak-) geld behoort tot de mogelijkheden. Je kunt met echt eten werken maar je kunt ook tijdens een knutselactiviteit van brooddeeg eten maken en dat schilderen Voor kleuters kun je van de poppenhoek bv. tijdelijk een keuken/restaurant maken.
Andere knutselactiviteiten over eten Koop papieren bordjes. Neem folders met plaatjes van etenswaren mee. Laat de kinderen hun favoriete eten uitknippen en op de borden plakken. laat de kinderen gezond en ongezond eten op verschillende borden plakken. laat de kinderen voedsel in verschillende smaak categorieën plakken: zoet-zuur-bitter-zout. maak groente en fruit van papier-maché. knip en/of prik fruit uit en maak er een mobiel van. rijg een maïsketting. vouw een frietzakje met patat. vouw een bakje en maak een kroket van een wc rol.
Sites waar u leuke lestips kunt vinden zijn ook: www.kleutergroep.nl naar de markt -Groente en fruit onderwerp opa en oma- familie www.leerkracht.nl Eetgewoontes in andere landen leerkracht .nl Chocola leerkracht .nl Toneel leerkracht .nl smaak leerkracht .nl www.smaaklessen .nl www.leespret.com lessuggesties restaurant www.digischool.nl restaurant smaaklessen.nl
Opa en Oma De kok in het restaurant vertelt steeds verhalen over zijn opa en oma. Voor jongere kinderen is het soms moeilijk voor te stellen dat pappa en mamma ooit ook eens klein zijn geweest en dat opa en oma hun vader en moeder zijn. In een kringgesprek zou u hierover kunnen praten. Misschien kunnen de kinderen foto’s meenemen van hun familie en ook van de tijd dat hun ouders klein en opa en oma jong waren. Het ligt aan de groep waarin ze zitten, maar hoe ouder de kinderen zijn, hoe verder je kunt gaan. Oudere kinderen kunnen zelfs een stamboom maken van hun familie. Vroeger en nu: De kok vertelt verhalen over vroeger. Vroeger was het anders dan tegenwoordig. We hadden toen geen computers, geen mobiele telefoons enz. Wat zijn de verschillen tussen toen en nu.
www.leerkracht.nl Thema opa en oma/stamboom Oma’s tijd