Lees dit eerst
Installatiehandleiding
1
Controles voorafgaand aan de installatie
2
Installatie
3
Na de installatie
4
Installatie ongedaan maken
5
Bijlage
Lees deze handleiding aandachtig door alvorens dit product te gebruiken. Houd de handleiding onder handbereik voor gebruik op een later tijdstip.
Hoe werkt deze handleiding? Symbolen De volgende symbolen worden in deze handleiding gebruikt.
Geeft een situatie aan die kan leiden tot materiële schade of storingen als de instructies niet worden gevolgd. Zorg ervoor dat u de instructies leest.
Geeft informatie of voorbereidingen aan die vóór het gebruik vereist zijn.
Geeft beperkingen van een functie aan.
Geeft aanvullende relevante informatie aan.
Geeft aan waar u andere relevante informatie kunt vinden.
[]
Geeft de namen aan van de toetsen die op het computerscherm verschijnen.
Terminologie Hieronder vindt u meer uitleg over de gebruikte terminologie in deze handleiding: Term
Verklaring
Verificatie
Verificatie verwijst naar het proces waarbij de identiteit van een gebruiker wordt gecontroleerd, zodat hij of zij toegang tot het systeem krijgt. Remote Communication Gate S bevat een ingebouwd verificatiesysteem en ondersteunt meerdere verificatiesystemen, zoals LDAP en ActiveDirectory.
Apparaat
Een "apparaat" is een printer of multifunctioneel apparaat dat is aangesloten op het netwerk of een printer die via USB op een computer is aangesloten. Hoewel routers, hubs en andere netwerkapparaten meestal in de term zijn opgenomen, wordt "apparaat" in deze handleiding beperkt tot printers en multifunctionele apparaten.
1
Term
Verklaring
Ontdekking
Ontdekking verwijst naar de procedure waarbij apparaten die op het netwerk zijn aangesloten en apparaten die via USB op computers zijn aangesloten, automatisch worden ontdekt en bij Remote Communication Gate S worden geregistreerd.
Pakket (installatiepakket)
Een pakket is een ".exe"-bestand met alle benodigde bestanden en instellingen die nodig zijn om een apparaatstuurprogramma te installeren. Pakketten worden gebruikt om apparaatstuurprogramma's naar gebruikers te distribueren. Alle inhoud die met een pakket is geregistreerd, wordt geïnstalleerd door het uitvoeren van het ".exe"-bestand. U kunt pakketten maken met behulp van de toepassing Packager, die u kunt downloaden van de Remote Communication Gate S-server en op een computer kunt installeren.
Packager
De Packager is een toepassing voor het maken van installatiepakketten.
Instellingen
U kunt verschillende instellingen op de Remote Communication Gate Sserver uitvoeren. Het instellen van menu's met betrekking tot het netwerk, weergaven, groepsbeheer, kennisgeving, evenals individuele aanpassingen en logboekinstellingen, kunnen voor de Remote Communication Gate S-server worden uitgevoerd.
Schermen Bij de uitleg in deze handleiding wordt gebruik gemaakt van schermafbeeldingen uit Windows Server 2008 (standaardeditie), Windows Vista en Internet Explorer 7.0. Als u een andere Windows-versie gebruikt, kunnen de schermafbeeldingen er anders uitzien. U kunt echter dezelfde stappen uitvoeren.
2
Handleidingen voor deze toepassing De volgende handleidingen zijn beschikbaar voor Remote Communication Gate S: Remote Communication Gate S Installatiehandleiding (deze handleiding, HTML/PDF) Deze handleiding is bedoeld voor de beheerder en hierin worden de installatie, de verwijdering en de eerste instellingsprocedures voor Remote Communication Gate S uitgelegd. Remote Communication Gate S Gebruikershandleiding (HTML/PDF) Deze handleiding is bedoeld voor de eindgebruiker. U vindt hier uitleg over het weergeven van apparaten, zoeken naar apparaten en het installeren van pakketten in Remote Communication Gate S. Remote Communication Gate S Bedieningshandleiding voor beheerders(HTML/PDF) Deze handleiding is bedoeld voor de beheerder. U vindt hier uitleg over het gebruik van Remote Communication Gate S voor het configureren en beheren van instellingen en handelingen, zoals bijvoorbeeld het registreren en bewaken van apparaten, het maken van installatiepakketten of het ophalen van apparaatlogboeken. • Acrobat Reader of Adobe Reader is nodig om de PDF-documentatie te bekijken. • U kunt de HTML-documentatie met een webbrowser bekijken. We raden Microsoft Internet Explorer 4.01 SP2 of een latere versie aan. • Een vereenvoudigde versie van de HTML-documentatie is beschikbaar voor oudere of nietaanbevolen browsers. • Als JavaScript uitgeschakeld is of niet beschikbaar is in uw browser, kunt u niet zoeken in de HTMLdocumentatie of bepaalde knoppen niet gebruiken. • Als u een oudere of niet-aanbevolen browser gebruikt en de vereenvoudigde versie van de documentatie niet automatisch verschijnt, vervangt u \int\index_book.htm door \unv \index_book.htm in de adresbalk van uw browser.
3
Belangrijk • TOT DE MAXIMALE MATE DIE DOOR DE VAN TOEPASSING ZIJNDE WET WORDT TOEGESTAAN: • DE LEVERANCIER KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR HET RESULTAAT VAN HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE OF DIT DOCUMENT. • DE LEVERANCIER KAN DOOR U NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR BESCHADIGING OF VERLIES VAN DOCUMENTEN OF GEGEVENS DIE MET DEZE SOFTWARE ZIJN GEPRODUCEERD. • DE LEVERANCIER IS NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE GEVOLG-, INCIDENTELE OF INDIRECTE SCHADE (WAARONDER MAAR NIET BEPERKT TOT SCHADE DOOR WINSTVERLIES, BEDRIJFSONDERBREKING OF VERLIES VAN BEDRIJFSINFORMATIE, EN SOORTGELIJKE) VEROORZAAKT DOOR UITVAL VAN DEZE SOFTWARE OF VERLIES VAN DOCUMENTEN OF GEGEVENS, NOCH VOOR ENIG ANDERE SCHADE VOORTKOMENDE UIT HET GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, INDIEN DE LEVERANCIER WERD GEADVISEERD OVER DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. • Sommige illustraties of toelichtingen in deze handleiding verschillen mogelijk van uw product wegens verbetering of verandering van het product. • De inhoud van dit document is onderworpen aan wijzigingen zonder kennisgeving. • Geen enkel deel van dit document mag worden vermenigvuldigd, gekopieerd of gereproduceerd in wat voor vorm dan ook, of aangepast of geciteerd worden zonder de uitdrukkelijke toestemming van de leverancier. • Het is mogelijk dat enig document of enige gegevens die op de computer zijn opgeslagen, beschadigd of verloren zullen raken als gevolg van een fout door de gebruiker tijdens het gebruik van de software of als gevolg van een softwarefout. Zorg ervoor dat u van tevoren een back-up van alle belangrijke gegevens maakt. Belangrijke documenten en gegevens moeten altijd worden gekopieerd of er moet een back-up van worden gemaakt. Documenten en gegevens kunnen verloren raken vanwege een defect of een menselijke fout. Daarnaast is de klant verantwoordelijk voor het nemen van beschermende voorzorgsmaatregelen tegen computervirussen, wormen en andere schadelijke software. • Verwijder of plaats nooit een cd tijdens de werking van deze software.
4
Handelsmerken Adobe®, Acrobat®, Acrobat Reader® en Flash® zijn gedeponeerde handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Microsoft®, Windows®, Windows Server®, Windows Vista®, Internet Explorer® en SQL Server® zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/ of andere landen. Pentium® is een gedeponeerd handelsmerk van Intel Corporation. Lotus® en Domino® zijn geregistreerde handelsmerken van de IBM Corporation en de Lotus Development Corporation. Novell®, NetWare®, NDS® en eDirectoryTM zijn ofwel geregistreerde handelsmerken ofwel handelsmerken van Novell, Inc. in de Verenigde Staten. Notes® is een gedeponeerd handelsmerk van IBM Corporation en Lotus Development Corporation. Andere productnamen in deze handleiding dienen alleen ter aanduiding en kunnen handelsmerken zijn van hun respectievelijke eigenaren. Wij maken geen enkele aanspraak op enig recht op deze merken. Dit product bestaat uit software die is ontwikkeld door het OpenSSL Project voor gebruik in OpenSSL Toolkit. (http://www.openssl.org/) De eigennamen van de Windows-besturingssystemen zijn: • De productnamen van Windows 2000 zijn als volgt: Microsoft® Windows® 2000 Professional Microsoft® Windows® 2000 Server Microsoft® Windows® 2000 Advanced Server • De productnamen van Windows XP zijn als volgt: Microsoft® Windows® XP Home Edition Microsoft® Windows® XP Professional • De productnamen van Windows Vista zijn als volgt: Microsoft® Windows Vista® Ultimate Microsoft® Windows Vista® Enterprise Microsoft® Windows Vista® Business Microsoft® Windows Vista® Home Premium Microsoft® Windows Vista® Home Basic • De productnamen van Windows 7 zijn als volgt: Microsoft® Windows® 7 Home Premium Microsoft® Windows® 7 Professional
5
Microsoft® Windows® 7 Ultimate • De productnamen van Windows Server 2003 zijn als volgt: Microsoft® Windows Server® 2003 Standard Edition Microsoft® Windows Server® 2003 Enterprise Edition • De productnamen van Windows Server 2003 R2 zijn als volgt: Microsoft® Windows Server® 2003 R2 Standard Edition Microsoft® Windows Server® 2003 R2 Enterprise Edition • De productnamen van Windows Server 2008 zijn als volgt: Microsoft® Windows Server® 2008 Standard Microsoft® Windows Server® 2009 Enterprise • De productnamen van Windows Server 2008 R2 zijn als volgt: Microsoft® Windows Server® 2008 R2 Standard Microsoft® Windows Server® 2008 R2 Enterprise
6
INHOUDSOPGAVE Hoe werkt deze handleiding?...........................................................................................................................1 Symbolen........................................................................................................................................................1 Terminologie...................................................................................................................................................1 Schermen........................................................................................................................................................2 Handleidingen voor deze toepassing...............................................................................................................3 Belangrijk.............................................................................................................................................................4 Handelsmerken...................................................................................................................................................5
1. Controles voorafgaand aan de installatie Wat kunt u doen met Remote Communication Gate S?..................................................................................9 Remote Communication Gate S-edities.....................................................................................................10 Componenten...................................................................................................................................................13 Systeemvereisten..............................................................................................................................................15 Serververeisten.............................................................................................................................................15 Vereisten voor de clientcomputer...............................................................................................................17 @Remote-vereisten.......................................................................................................................................20 Ondersteund apparaat...............................................................................................................................20 Netwerkvereisten.........................................................................................................................................21 Communicatiepoorten.................................................................................................................................21 Beschikbare methoden en vereiste omgevingen voor verificatie.............................................................22 Installatievolgorde............................................................................................................................................25 Installatietype....................................................................................................................................................26 Vereiste instellingen..........................................................................................................................................27 Webserverinstellingen.................................................................................................................................27 Instellingen Windows Firewall-uitgezonderde poorten............................................................................27 Instellingen bij gebruik van Windows Server 2003 of hoger..................................................................27 De Browser activerenJavaScript.................................................................................................................28
2. Installatie Nieuwe installatie.............................................................................................................................................29 Vereiste informatie voor installatie..............................................................................................................29 Installatieprocedure.....................................................................................................................................31 Installatie overschrijven....................................................................................................................................43 Remote Communication Gate S opnieuw installeren...............................................................................43 Bijwerken van een eerdere versie van Remote Communication Gate S.................................................44 7
Upgraden van Web SmartDeviceMonitor Professional IS/Standard....................................................46
3. Na de installatie Toegang tot Remote Communication Gate S................................................................................................49 Toegang via het startmenu op de servercomputer....................................................................................49 Toegang via een internetbrowser...............................................................................................................49 Aanmelden bij Remote Communication Gate S............................................................................................51 Setup-wizard....................................................................................................................................................53 Eerste instellingen Wizard...........................................................................................................................53
4. Installatie ongedaan maken Installatie ongedaan maken............................................................................................................................69 Resterende bestanden na verwijdering......................................................................................................70
5. Bijlage Problemen oplossen.........................................................................................................................................71
INDEX.............................................................................................................................................................75
8
1. Controles voorafgaand aan de installatie In dit hoofdstuk wordt uitgelegd wat u met Remote Communication Gate S kunt doen. Het hoofdstuk bevat nadere informatie over de server en de bedienings-/installatievereisten voor het runnen van het programma.
1
Wat kunt u doen met Remote Communication Gate S? Remote Communication Gate S biedt u de mogelijkheid om op een gemakkelijke manier meerdere apparaten in uw kantoor te beheren en verlaagd door verbeterde efficiëntie de gebruikskosten. • Printerbeheer U kunt de meest recente informatie over apparaten ophalen. De apparaten worden automatisch ontdekt aan de hand van de opgegeven voorwaarden.Daarnaast kunt u de apparaat-mappen in een lijst rangschikken en ze beheren door ze in groepen te registreren. @Remote service Wanneer u @Remote-service gebruikt, kunt u: • de uitvaltijd verminderen die veroorzaakt wordt door apparaatfouten en firmware-updates. • rapporten over de bedieningsvoorwaarden voor TCO-management (Total Cost of Ownership) ophalen. • tellerinformatie verzamelen en automatisch verbruiksartikelen zoals toner bestellen. • Logboekbeheer Door verschillende soorten logboeken te verzamelen, kunt het apparaatgebruik doeltreffender beheren. • Firmwarebeheer U kunt toegang verkrijgen tot de wereldwijde server om de nieuwste firmware-updates voor uw apparaten te downloaden. U kunt een lijst met gedownloade firmware weergeven, de details over de firmware bekijken en onnodige firmware verwijderen. • Installatie-ondersteuning Meerdere gebruikers kunnen printers gemakkelijk en snel installeren met behulp van de installatiepakketten die gemaakt zijn met behulp van de Packager tool. Voor informatie over de Packager tool raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders.
9
1. Controles voorafgaand aan de installatie
Remote Communication Gate S-edities
1
Er zijn twee edities van Remote Communication Gate S, waardoor u een apparaatbeheeroplossing kunt toepassen dat past in de systeemintegratie en de budgetvoorwaarden van uw organisatie. • Remote Communication Gate S Pro for @Remote Enterprise Zie Pag.11 "Overzicht van Remote Communication Gate S Pro for @Remote Enterprise". • Remote Communication Gate S Pro met Remote Communication Gate S Pro @Remote Connector*1 Zie Pag.12 "Overzicht van Remote Communication Gate S Pro met Remote Communication Gate S Pro @Remote Connector". *1 Remote Communication Gate S Pro @Remote Connector kan uitsluitend gebruikt worden op een computer waarop Remote Communication Gate S Pro for @Remote Enterprise al geïnstalleerd is.
Naamconventies productedities In deze handleiding worden de volgende namen gebruikt om de verschillende edities van Remote Communication Gate S aan te duiden: • “"Remote Communication Gate S” wordt als algemene term gebruikt voor alle edities van Remote Communication Gate S. • “"Remote Communication Gate S Pro” wordt gebruikt wanneer een uitleg van toepassing is op Remote Communication Gate S Pro for @Remote Enterprise. • “"Remote Communication Gate S Pro @Remote Connector” wordt afgekort tot “@Remote Connector”.
10
Wat kunt u doen met Remote Communication Gate S?
Overzicht van Remote Communication Gate S Pro for @Remote Enterprise
1
BRW001S NL
11
1. Controles voorafgaand aan de installatie
Overzicht van Remote Communication Gate S Pro met Remote Communication Gate S Pro @Remote Connector
1
BRW005S NL
Om gebruik te kunnen maken van de @Remote-service, is Remote Communication Gate S Pro @Remote Connector nodig. Neem voor meer informatie contact op met uw servicevertegenwoordiger.
12
Componenten
Componenten De volgende componenten worden meegeleverd:
1
Database-component Remote Communication Gate S maakt gebruik van Microsoft's SQL Server 2005databasetoepassing om de logboeken te beheren die het verzamelt. • Om Remote Communication Gate S te installeren, moet u eerst SQL Server 2005 installeren en dan de noodzakelijke instellingen configureren. Raadpleeg voor meer informatie Pag.31 "Stap1: Installeer SQL Server 2005 Express Edition Service Pack 3". Remote Communication Gate S-componenten De onderstaande tools worden allemaal tegelijkertijd geïnstalleerd wanneer het product wordt geïnstalleerd op een server waarop Remote Communication Gate S wordt uitgevoerd. Component
Verklaring
ManagementTool
Een tool voor het beheren van de Remote Communication Gate Sserver.
SSL Setting Tool
Een tool voor het uitgeven en importeren van CA-servercertificaten voor het coderen van communicatiekanalen met behulp van het SSLprotocol. Voor meer informatie over SSL Setting Tool raadpleegt u "Communicatiekanalen coderen", Bedieningshandleiding voor beheerders.
Authentication Manager
Een tool voor het gelijkschakelen van instellingen voor gebruikersverificatie. Dit is een Windows-toepassing. De instructies en verklaringen in deze handleiding gaan ervan uit dat u de instellingen van de Authentication Manager configureert op de computer van de beheerder.
StartBrowser
Een snelkoppeling voor het weergeven van het aanmeldingsscherm van Remote Communication Gate S.
13
1. Controles voorafgaand aan de installatie
Component Activation Tool
1
Verklaring Een tool voor het activeren van: • Remote Communication Gate S Pro U moet Remote Communication Gate S activeren, indien u 45 dagen na installatie nog door wilt gaan met het gebruik ervan. • @Remote service Om @Remote service te kunnen gebruiken, zijn een extra contract en activering nodig. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie.
LDAP-servercertificaat importeren
14
Een tool voor het importeren van het SSL-certificaat van de LDAPserver voor de verificatieservice van Remote Communication Gate S.
Systeemvereisten
Systeemvereisten Controleer of de servercomputer en de beheerderscomputer voldoen aan de hieronder genoemde specificaties.
1
Serververeisten Om Remote Communication Gate S te installeren, moet de servercomputer aan de volgende eisen voldoen: Onderdeel Hardware
Vereisten • CPU: Pentium 4-compatibel 2.8 GHz of sneller (met Hyper Threading Technology of gelijkwaardig) • Geheugen: 1 GB of hoger (voor @Remote service raden we ten minste 2 GB aan) • Minimum beschikbare vrije ruimte op de harde schijf: 800 MB. Afzonderlijke, extra ruimte op de harde schijf is nodig voor opslag van logboeken, pakketten en firmware. • Computernamen mogen alleen de volgende tekens bevatten: hoofdletters en kleine letters (A-Z, a-z), cijfers (0-9) en koppeltekens (-).
Besturingssysteem
• Windows Server 2003 Standard Edition/Enterprise Edition: Service Pack 2 of hoger • Windows Server 2003 R2 Standard Edition/Enterprise Edition: Service Pack 2 of hoger • Windows Server 2008 Standard /Enterprise • Besturingssystemen moeten 32-bit versies zijn.
Databasetoepassin g
• SQL Server 2005 Express Edition Service Pack 2 of hoger • .NET Framework 2.0 moet geïnstalleerd zijn. • SQL Server 2005 Express Edition Service Pack 3 is onderdeel van het Remote Communication Gate S-installatieprogramma. • Voor meer informatie over de vereiste omgeving voor het installeren van SQL Server 2005 raadpleegt u de online helpwebsite van Microsoft.
15
1. Controles voorafgaand aan de installatie
Onderdeel Webserver
1
Vereisten • Apache 2.0 • Internet Information Services 6.0 of hoger
Ondersteunde taal
Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans • Remote Communication Gate S ondersteunt alleen deze zes talen. Wanneer de schermtaal niet een van deze talen is, wordt Remote Communication Gate S weergegeven in het Engels. De prioriteit van de schermtaal kan worden gewijzigd in de Taal-voorkeursinstellingen in Internet Explorer.
Internetbrowser
• Internet Explorer 6.0 Service Pack 1 of hoger • Internet Explorer 7.0 • Internet Explorer 8,0 • JavaScript moet geactiveerd zijn. Voor meer informatie over de wijze waarop JavaScript moet worden geactiveerd, zie Pag.28 "De Browser activerenJavaScript". • Adobe Flash Player 9.0 of hoger moet geïnstalleerd zijn.
Netwerk
• TCP/IP en UDP moeten correct geïnstalleerd en geconfigureerd zijn. • Alleen compatibel met IPv4. • Om de @Remote-service te gebruiken, moet de server verbonden zijn met het internet. • Implementeer beheer via vaste IP-adressen.
16
Schermresolutie
1024 x 768 of hoger
Virtuele apparaatsoftware
Remote Communication Gate S kan worden uitgevoerd in VMware Infrastructure 3 Standard Edition.
Systeemvereisten
Onderdeel Compatibiliteit
Vereisten Remote Communication Gate S kan worden geïnstalleerd op dezelfde computer met de volgende programma's: • GlobalScan NX
1
• Kaartverificatie-pakket (Card Authentication Package) • Remote Communication Gate S kan op dezelfde computer worden geïnstalleerd als de vermelde programma's, maar het wordt aanbevolen om ze op aparte servers te installeren.
Vereisten voor de clientcomputer Om Remote Communication Gate S te gebruiken, moet het beheerdersysteem aan de volgende vereisten voldoen:
Vereisten voor een beheerdercomputer Beheerders voeren apparaatbeheer uit door Remote Communication Gate S te openen in de internetbrowser op hun computer. Beheerders installeren ook de Packager-tool om installatiepakketten te creëren en Authentication Manager om gebruikers en verificatiemethoden te beheren. Onderdeel Hardware
Vereisten • CPU: Pentium compatibel 500 MHz of hoger • Geheugen: 200 MB • Minimum beschikbare vrije ruimte op de harde schijf: gelijk aan het aanbevolen minimum voor het besturingssysteem
17
1. Controles voorafgaand aan de installatie
Onderdeel Besturingssysteem
1
Vereisten • Windows XP Home Edition/Professional: Service Pack 1 of hoger • Windows Vista Ultimate/Enterprise/Business/Home Premium/Home Basic • Windows 7 Home Premium/Professional/Ultimate • Windows Server 2003 Standard Edition/Enterprise Edition: Service Pack 1 of hoger • Windows Server 2003 R2 Standard Edition/Enterprise Edition: Service Pack 1 of hoger • Windows Server 2008 Standard /Enterprise • Windows Server 2008 R2 Standard/Enterprise • U kunt Packager gebruiken met Windows Server 2008 R2, maar niet met een ander 64-bit besturingssysteem. Alle andere besturingssystemen moeten een 32-bit versie zijn. • U kunt Packager alleen gebruiken met Windows Server 2008 R2 als deze onder WoW64 (Windows-on-Windows 64) emulatiemodus werkt. • Als Packager niet vereist is, mag het besturingssysteem 32-bit of 64-bit zijn.
Ondersteunde taal
Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans • Remote Communication Gate S ondersteunt alleen deze zes talen. Wanneer de schermtaal niet een van deze talen is, wordt Remote Communication Gate S weergegeven in het Engels. De prioriteit van de schermtaal kan worden gewijzigd in de Taal-voorkeursinstellingen in Internet Explorer.
Internetbrowser
• Internet Explorer 6.0 Service Pack 1 of hoger • Internet Explorer 7.0 • Internet Explorer 8,0 • JavaScript moet geactiveerd zijn. Voor meer informatie over de wijze waarop JavaScript moet worden geactiveerd, zie Pag.28 "De Browser activerenJavaScript". • Adobe Flash Player 9.0 of hoger moet geïnstalleerd zijn.
18
Netwerk
TCP/IP moet geïnstalleerd en correct geconfigureerd zijn.
Schermresolutie
1024 x 768 of hoger
Systeemvereisten
Vereisten voor een algemene gebruikerscomputer Algemene gebruikers krijgen toegang tot Remote Communication Gate S via de internetbrowser van hun computer en downloaden installatiepakketten wanneer ze een printer willen installeren. Onderdeel Hardware
Vereisten
1
• CPU: Pentium compatibel 500 MHz of hoger • Geheugen: 128 MB of meer • Minimum beschikbare vrije ruimte op de harde schijf: gelijk aan het aanbevolen minimum voor het besturingssysteem
Besturingssysteem
• Windows 2000 Professional/Server/Advanced Server (i386): Service Pack 4 of hoger • Windows XP Home Edition/Professional: Service Pack 2 of hoger • Windows Vista Ultimate/Enterprise/Business/Home Premium/Home Basic • Windows 7 Home Premium/Professional/Ultimate • Windows Server 2003 Standard Edition/Enterprise Edition: Service Pack 2 of hoger • Windows Server 2003 R2 Standard Edition/Enterprise Edition: Service Pack 2 of hoger • Windows Server 2008 Standard /Enterprise • Windows Server 2008 R2 Standard/Enterprise
Ondersteunde taal
Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans, Spaans • Remote Communication Gate S ondersteunt alleen deze zes talen. Wanneer de schermtaal niet een van deze talen is, wordt Remote Communication Gate S weergegeven in het Engels. De prioriteit van de schermtaal kan worden gewijzigd in de Taal-voorkeursinstellingen in Internet Explorer.
Internetbrowser
• Internet Explorer 6.0 Service Pack 1 of hoger • Internet Explorer 7.0 • Internet Explorer 8,0 • JavaScript moet geactiveerd zijn. Voor meer informatie over de wijze waarop JavaScript moet worden geactiveerd, zie Pag.28 "De Browser activerenJavaScript". • Adobe Flash Player 9.0 of hoger moet geïnstalleerd zijn.
19
1. Controles voorafgaand aan de installatie
Onderdeel
1
Vereisten
Netwerk
TCP/IP moet geïnstalleerd en op de juiste wijze geconfigureerd zijn.
Schermresolutie
1024 x 768 of hoger
@Remote-vereisten De @Remote-service is optioneel. Een extra contract en activering zijn vereist om deze service te kunnen gebruiken. Activering van de @Remote-service kan alleen worden uitgevoerd door een technicus. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie. • De @Remote-service is alleen beschikbaar wanneer de server verbonden is met het internet. • Voor meer informatie over de instellingen die door beheerders moeten worden ingesteld, raadpleegt u "@Remote-instellingen" in de Bedieningshandleiding voor beheerders.
Ondersteund apparaat De productvereisten voor de apparaten die u kunt bewaken met behulp van Remote Communication Gate S zijn als volgt: Netwerkapparaten Onderdeel Netwerkprotocol
Vereisten TCP/IP • Niet compatibel met IPv6 en alleen compatibel met IPv4.
Ondersteunde MIB
Printer MIB v2 (RFC 3805) / Printer MIB (RFC 1759), MIBII (RFC 1213) en Host Resource MIB (RFC 2790)
Lokale apparaten Onderdeel Lokale printers
20
Vereisten Aangesloten op een Windows-computer via USB. (Printers van verschillende fabrikanten worden ondersteund.)
Systeemvereisten
Netwerkvereisten De onderstaande protocollen zijn vereist voor het gebruik van de Remote Communication Gate S-functies. Onderdeel
Protocol
Apparaatinformatie-acquisitie
SNMP, SNMPv3 of HTTP
Apparaatinstelling
SNMP, SNMPv3 of HTTP
Weergave in browser
HTTP of HTTPS
1
Communicatiepoorten Remote Communication Gate S gebruikt de volgende poorten. Raadpleeg deze lijst wanneer u Remote Communication Gate S configureert. • Wanneer Remote Communication Gate S geïnstalleerd is in een Windows-omgeving met firewallbeveiliging, dan is het noodzakelijk dat u de vereiste poorten opent. • Stel de poorten zodanig in dat ze niet in strijd zijn met andere verbindingen en services die op de computer actief zijn. 1. Klik op [Start] > [Configuratiescherm] > [Windows Firewall]. 2. Selecteer [Algemeen] en stel het vervolgens in op [Ingeschakeld]. 3. Selecteer het tabblad [Uitzonderingen] en selecteer vervolgens [Bestanden en printers delen]. 4. Voeg de vereiste poorten toe: Poortnummer
Protocol
Beschrijving
8080 (standaard) *1
TCP
Webserver voor Apache
80 (standaard) *1
TCP
Webserver voor IIS
8443 (standaard) *1
TCP
Webserver voor Apache
443 (standaard) *1
TCP
Webserver voor IIS (@Remote-service) *2
21
1. Controles voorafgaand aan de installatie
Poortnummer
1
Protocol
162
SNMP
8011
TCP
41021
TCP
50109
TCP
55512
TCP
55513
TCP
135 (RPC)
TCP
50304 (RSI)
UDP
6001 *3 (DCOM)
TCP
Beschrijving Wordt gebruikt voor het Remote Communication Gate S-systeem
Authentication Manager (communicatie tussen server en beheerdercomputer)
*1 Voer de poortnummers in die zijn opgegeven toen Remote Communication Gate S werd geïnstalleerd. Het poortnummer moet een getal zijn tussen 1 en 65535. Gebruik geen letters of double-byte tekens. *2 Stel deze poort alleen in wanneer u de @Remote-service gebruikt. Niet gebruiken voor andere doeleinden. *3 Dit is een voorbeeldnummer. Voeg alle DCOM-poorten toe die waren toegevoegd in de installatie van DCOM. Geef een bereik van ongebruikte poorten die aaneensluitend kunnen worden beveiligd (bijvoorbeeld 6000-6010).
Beschikbare methoden en vereiste omgevingen voor verificatie De beschikbare methoden en vereiste omgevingen voor Remote Communication Gate S-verificatie zijn als volgt: Verificatiemethode Basisverificatie
22
Vereiste omgeving Geen bepaalde omgeving vereist.
Systeemvereisten
Verificatiemethode
Vereiste omgeving
Windows-verificatie (NT compatibel) Vereist een van de volgende omgevingen: De computer waarop u Remote Communication Gate S wilt installeren moet lid van een domein zijn.
1
• Windows NT-domein • Windows 2000 Active Directory-domein (gemengde modus, modus met NT-compatibele toegang toegestaan) • Windows Server 2003 Active Directory-domein (gemengde modus, tussenliggend) • Windows Server 2008 Active Directory-domein Windows-verificatie (native)
Vereist een van de volgende omgevingen. De computer waarop u Remote Communication Gate S wilt installeren moet lid van een domein zijn. • Windows 2000 Active Directory-domein (native modus, Windows 2000 enkel modus toegang toegestaan) • Windows Server 2003 Active Directory-domein (nativemodus, tussenliggend) • Windows Server 2008 Active Directory-domein
23
1. Controles voorafgaand aan de installatie
Verificatiemethode Notes-verificatie
1
Vereiste omgeving Vereist een Lotus Domino R5/R6/R6.5/R7-omgeving. • Stel de "LDAP-service" in op "ingeschakeld" in de standaardinstellingen van de Lotus Domino-server. • Voor Notes-accounts die voor verificatie worden gebruikt, moet een internetwachtwoord worden ingesteld. • Wanneer de standaardinstellingen van de Lotus Dominoserver al zijn ingevoerd, schakelt u de LDAP-service in door het bestand "Notes.ini" te bewerken volgens de onderstaande procedure: 1. Open het bestand "Notes.ini". 2. Voeg LDAP-service toe aan de "ServerTasks"instellingen. Voorbeeld: ServerTasks=Router,Replica,Update,Amgr,AdminP, Cal-Conn,Event,Sched,Stats,LDAP,maps • Gebruik geen double-byte tekens voor Notesaccountgebruikersnamen. Wanneer u dat doet, werken verificatie, documentlijstweergave en zoekacties wellicht niet correct. • Zorg ervoor dat u een account met wachtwoordbeveiliging gebruikt.
NDS-verificatie
Vereist een NetWare-serveromgeving. • De versie die overeenkomt met Novell eDirectory for NetWare is Ver.8.7.3 of hoger.
LDAP-verificatie
Vereist een LDAP-serveromgeving. • De versie die overeenkomt met LDAP-protocol is Ver.3 of hoger.
24
Installatievolgorde
Installatievolgorde Het volgende schema toont de volgorde van de Remote Communication Gate S-installatie.
1
BRW002S NL
• Voor meer informatie over een nieuwe installatie, zie Pag.29 "Nieuwe installatie". • Voor meer informatie over het opnieuw installeren van Remote Communication Gate S, zie Pag.43 "Remote Communication Gate S opnieuw installeren". • Voor meer informatie over het bijwerken van een eerdere versie van Remote Communication Gate S, zie Pag.44 "Bijwerken van een eerdere versie van Remote Communication Gate S". • Voor meer informatie over het bijwerken van Web SmartDeviceMonitor, zie Pag.46 "Upgraden van Web SmartDeviceMonitor Professional IS/Standard". • Voor meer informatie over eerste instellingen, zie Pag.53 "Setup-wizard".
25
1. Controles voorafgaand aan de installatie
Installatietype 1
U kunt Remote Communication Gate S installeren met behulp van een van de volgende twee procedures: Nieuwe installatie Selecteer dit installatietype wanneer: • u Remote Communication Gate S op een server installeert waarop niet dezelfde of een oudere versie van dit product geïnstalleerd is. • op de server hetzelfde of een oudere versie van dit product is geïnstalleerd, maar u de bestaande gegevens niet wilt behouden. Voor meer informatie over een nieuwe installatie, zie Pag.29 "Nieuwe installatie". • Zorg ervoor dat u oudere versies volledig verwijdert voordat u verder gaat met een nieuwe installatie. Anders zal Remote Communication Gate S verificatiegegevens van vorige installaties overnemen, zoals Web SmartDeviceMonitor Professional IS/Standard. Voor meer informatie over het verwijderen van een oudere versie, zie Pag.69 "Installatie ongedaan maken". Installatie overschrijven Selecteer dit installatietype wanneer: • u Remote Communication Gate S opnieuw installeert op een servercomputer waarop al dezelfde of een oudere versie van Remote Communication Gate S is geïnstalleerd en u de bestaande gegegevens wilt behouden. • u Remote Communication Gate S installeert op een servercomputer om Web SmartDeviceMonitor Professional IS/Standard te upgraden en u de gegevens van de oudere versie wilt behouden. • Ontdekkingsinstellingen kunnen niet worden behouden en de pollinginstellingen van het apparaat worden teruggezet naar hun standaardwaarden. Meldt u aan bij Remote Communication Gate S en configureer deze instellingen opnieuw, indien nodig. • Wanneer apparaten geregistreerd zijn, maar Remote Communication Gate S geen verbinding tot stand kan brengen, klikt u op [Vernieuwen geselecteerd apparaat] om de databasegegevens bij te werken en vervolgens op [Verversen] om de bijgewerkte lijstgegevens weer te geven. Voor meer informatie, zie de Bedieningshandleiding voor beheerders. Voor meer informatie over het overschrijven van een oudere installatie, zie Pag.43 "Installatie overschrijven".
26
Vereiste instellingen
Vereiste instellingen Voordat u Remote Communication Gate S gaat gebruiken, maakt u de volgende instellingen.
1
Webserverinstellingen Wanneer u IIS wilt gebruiken als een webserver, voert u vooraf de volgende instellingen in. Wanneer u Apache gebruikt, zijn de volgende instellingen niet vereist. 1. Installeer de overeenkomstige IIS met behulp van de cd-rom van het serverbesturingssysteem. Besturingssysteem
IIS-versie
• Windows Server 2003 Standard Edition/Enterprise Edition: Service Pack IIS 6.0 2 of hoger • Windows Server 2003 R2 Standard Edition/Enterprise Edition: Service Pack 2 of hoger • Windows Server 2008 Standard /Enterprise
IIS 7,0
2. Start de webservice voordat u de installatie van Remote Communication Gate S start. • Dit programma draait onder een anonieme gebruikersaccount voor IIS (IUSR_
). Daarom dient u het IUSR-account niet uit te schakelen. Voor meer informatie over het wijzigen van het IUSR-accountwachtwoord raadpleegt u de online helpwebsite van Microsoft.
Instellingen Windows Firewall-uitgezonderde poorten Wanneer u Remote Communication Gate S installeert in een Windows-omgeving met firewallbeveiliging, moet u de vereiste poorten openen. Meldt u aan bij Windows als beheerder-groepslid en open vervolgens de vereiste poorten. Voor meer informatie over de vereiste poortinstellingen, zie Pag.21 "Communicatiepoorten".
Instellingen bij gebruik van Windows Server 2003 of hoger Wanneer de computer die gebruikt wordt voor het registreren van Remote Communication Gate S Windows Server 2003 of hoger is, geeft u de beveiligingsinstellingen in Internetopties in de hieronder getoonde volgorde op.
27
1. Controles voorafgaand aan de installatie
1. Start Internet Explorer. 2. In het menu [Extra] selecteert u [Internetopties...].
1
3. Klik op het tabblad [Beveiliging]. 4. Selecteer [Lokaal intranet] en klik op [Sites...]. 5. Voer de onderstaande URL in [Deze website aan de zone toevoegen]. http://{Remote Communication Gate S hostnaam of IP-adres} 6. Klik op [Toevoegen]. 7. Klik op [Sluiten] om het dialoogvenster [Lokaal intranet] af te sluiten. 8. Klik op [OK] om het dialoogvenster [Internetopties] af te sluiten. Hierdoor worden de instellingen voltooid.
De Browser activerenJavaScript Om Remote Communication Gate S te openen en weer te geven, moet JavaScript in de internetbrowser worden geactiveerd. 1. In het menu [Extra] van the Internet Explorer selecteert u [Internetopties...]. 2. Klik op het tabblad [Beveiliging]. 3. Klik op [Aangepast niveau...]. 4. Onder [Uitvoeren van scripts] selecteert u [Inschakelen] in [Actief uitvoeren van scripts]. 5. Klik op [OK] om het dialoogvenster [Beveiligingsinstellingen] te sluiten. 6. Klik op [OK] om het dialoogvenster [Internetopties] af te sluiten.
28
2. Installatie In dit hoofdstuk wordt de procedure voor het installeren van Remote Communication Gate S op een servercomputer uitgelegd.
Nieuwe installatie Selecteer dit installatietype wanneer u Remote Communication Gate S installeert op een server waarop geen oudere versie van dit product is geïnstalleerd, of waarop hetzelfde of een oudere versie van dit product is geïnstalleerd, maar waarvan u niet de bestaande gegevens wilt behouden, zoals netwerkadressen of poortnummers.
2
Algemene procedure voor het installeren en instellen van Remote Communication Gate S: • Stap1: Installeer SQL Server 2005 Express Edition Service Pack 3 • Stap2: Installeer Remote Communication Gate S • Stap3: Stel de verificatiemethode in • Stap4: Stel het ingebouwde wachtwoord in • Stap5: Activeer Remote Communication Gate S • Stap6: Activeer de @Remote-service Voor meer informatie over elke stap, zie Pag.31 "Installatieprocedure".
Vereiste informatie voor installatie De volgende gebruikersinformatie is nodig voor installatie: Vereiste informatie Gebruikersaccount van de groep Administrators
Beschrijving Dit verwijst naar de informatie over gebruikers die beheerdersbevoegdheden hebben op de computer. Zorg ervoor dat u dezelfde account gebruikt wanneer u de Remote Communication Gate S installeert en u aanmeldt bij Windows. Het Wachtwoord-vak mag niet worden leeggelaten.
Wanneer te gebruiken • De eerste aanmelding bij Windows • De aanmelding bij Windows na het opnieuw opstarten tijdens de installatieprocedure
29
2. Installatie
Vereiste informatie SA-wachtwoord voor de database
Beschrijving Dit verwijst naar het beheerderswachtwoord dat vereist is tijdens het installeren van SQL Server 2005.
• Stap1: Installeer SQL Server 2005 Express Edition Service Pack 3
De volgende domeinen en servers kunnen worden gebruikt voor gebruikersverificatie. Wanneer u de onderstaande gebruikt, is toegangsinformatie vereist:
• Stap3: Stel de verificatiemethode in
2 Toegangsinformatie om het domein of de server voor gebruikersverificatie te gebruiken
Wanneer te gebruiken
• Stap2: Installeer Remote Communication Gate S
• Windows NT-domein • Windows Active directory-domein • LDAP-server • Novell-server Wanneer de bovenstaande omgevingen niet aanwezig zijn, gebruikt u "Basis authentificatie" om de gebruikersverificatie in te stellen. In dit geval is het creëren van gebruikers vereist. Voor meer informatie raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders. Ingebouwd wachtwoord
30
Dit verwijst naar de informatie over gebruikers die volledige bevoegdheid hebben om Remote Communication Gate S te beheren. De ingebouwde gebruikersnaam is "Admin".
• Stap4: Stel het ingebouwde wachtwoord in
Nieuwe installatie
Vereiste informatie Licentiecode
Beschrijving
Wanneer te gebruiken
Dit verwijst naar informatie die vereist is voor activering.
• Stap5: Activeer Remote Communication Gate S
U kunt Remote Communication Gate S zonder activering maximaal 45 dagen gebruiken na installatie. Om Remote Communication Gate S na de 45 dagen na installatie te blijven gebruiken, is een licentiecode vereist voor activering.
• Stap6: Activeer de @Remote-service
2
Wanneer u @Remote-service gebruikt, is een extra activering vereist. Neem contact op met uw servicevertegenwoordiger voor meer informatie.
Installatieprocedure
• Log, voordat u begint met de installatie, als lid van de beheerdersgroep in bij Windows en sluit eventuele applicaties die worden uitgevoerd. • Tijdens de installatie wordt u gevraagd u opnieuw aan te melden bij Windows. Meldt u aan als dezelfde gebruiker die Remote Communication Gate S heeft geïnstalleerd.
Stap1: Installeer SQL Server 2005 Express Edition Service Pack 3 1. Dubbelklik op RDLaunch.exe.
31
2. Installatie
2. In het openingsscherm selecteert u "SQL Server 2005 Express Edition for Server Software".
2
3. Lees de waarschuwing en klik vervolgens op [OK]. 4. Klik op [Volgende>]. 5. Voer het SA-wachtwoord in de velden [Wachtwoord] en [Wachtwoord bevestigen] in en klik vervolgens op [Volgende>].
6. Klik op [Installeren] om de installatie van SQL Server 2005 te starten.
32
Nieuwe installatie
7. Klik op [Voltooien] om het scherm [InstallShield Wizard voltooid] te sluiten.
2
DB-exemplaar(RDHWEBSERVICE) is nu toegevoegd. U kunt het bevestigen in het scherm [SQL Server 2005 netwerkconfiguratie].
Stap2: Installeer Remote Communication Gate S 1. In het openingsscherm selecteert u "Server Software".
2. Lees de waarschuwing en klik vervolgens op [OK]. 3. Klik op [Next>].
33
2. Installatie
4. Lees de voorwaarden van de licentieovereenkomst en, indien u akkoord gaat, klikt u op [Ja]. 5. Voer [Gebruikersnaam] en [Bedrijfsnaam] in en klik vervolgens op [Next>].
2
• Voor [Gebruikersnaam] en [Bedrijfsnaam] voert u de gebruikersnaam en de bedrijfsnaam in die geregistreerd zijn in het product. 6. Controleer of de map voor de installatie de juiste map is en klik vervolgens op [Next>]. Om de map te wijzigen, klikt u op [Bladeren...]. Selecteer een andere map en klik vervolgens op [Next>]. • Dubbelbyte tekens kunnen niet worden gebruikt in de naam van de doelmap. 7. Controleer of de map waarin de softwaregegevens moeten worden opgeslagen de juiste map is en klik vervolgens op [Next>]. Om de map te wijzigen, klikt u op [Bladeren...]. Selecteer een andere map en klik vervolgens op [Next>]. • Softwaregegevens verwijzen naar het installatiepakket dat door de Packager is voorbereid en de apparaatfirmware. Het installatiepakket en de firmware worden beheerd door Pakketbeheer respectievelijk Beheer Firmware. Voor meer informatie over Pakketbeheer en Beheer Firmware raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders. 8. Controleer of de map waarin de logboekgegevens moeten worden opgeslagen de juiste map is en klik op [Next>]. Om de map te wijzigen, klikt u op [Bladeren...]. Selecteer een andere map en klik vervolgens op [Next>]. • Logboekgegevens verwijzen naar taaklogboeken en toegangslogboeken die via de logboekbeheer-functie van het apparaat verzameld zijn. Voor informatie over logboekbeheer, raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders. 9. Wanneer het verificatiescherm verschijnt, selecteert u of u de verificatiegegevens over wilt nemen en klikt u op [Next>]. • Selecteer [Ja] om de verificatie-informatie over te nemen voor Remote Communication Gate S. 10. Controleer of het netwerkadres correct is en klik vervolgens op [Next>]. 11. Selecteer [Apache] of [Internet Information Services (IIS)] als het webservertype dat gebruikt wordt en klik op [Next>]. • U kunt alleen Apache kiezen wanneer IIS niet geïnstalleerd is. Om IIS te kunnen gebruiken, installeert u eerst IIS en start u vervolgens de webservice.
34
Nieuwe installatie
• Als Apache is geselecteerd als type webserver, is regelmatig onderhoud van de toegangslogboeken van de server vereist. • Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor beheerders voor meer informatie over het uitvoeren van regelmatig onderhoud op toegangslogboeken voor Apache-webservers. • Voor meer informatie over de IIS-installatie, zie Pag.27 "Webserverinstellingen". • Afhankelijk van het gebruikte besturingssysteem kan IIS worden geselecteerd. Zie de online helpwebsite van Microsoft voor de IIS-installatiemethode.
2
12. Voer elk poortnummer in voor [HTTP] en [HTTPS] dat de webserver gaat gebruiken, en klik vervolgens op [Next>]. • Na de installatie kunnen de poortnummers niet worden gewijzigd. Om de poortnummers te wijzigen, moet u eerst Remote Communication Gate S verwijderen en weer opnieuw installeren. • Wanneer Remote Communication Gate S naar een andere server wordt verplaatst, moet de reservekopie van de Authentication Manager worden hersteld op de nieuwe server. Hiervoor moet u hetzelfde poortnummer opgeven dat gebruikt werd voor het opslaan van de reservekopiegegevens op de oorspronkelijke server. De back-up van Authentication Manager kan alleen worden hersteld als hetzelfde poortnummer wordt gespecificeerd. • Stel de HTTP- of HTTPS-poorten dusdanig in dat ze niet in strijd zijn met andere verbindingen en programma's die op de computer worden uitgevoerd. 13. Voer het SA-wachtwoord in dat was ingesteld toen SQL Server 2005 werd geïnstalleerd en klik vervolgens op [Next>]. 14. Controleer uw instelling en klik vervolgens op [Next>] om met de installatie van Remote Communication Gate S te beginnen. • Wanneer het dialoogvenster [Windowsbeveiligingsmelding] verschijnt, klikt u op [Blokkering opheffen] en gaat u verder met de installatie. 15. Zorg ervoor dat u [Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten.] selecteert en klik vervolgens op [Voltooien] om Windows opnieuw op te starten. 16. In het aanmeldingsvenster meldt u zich aan bij Windows met de aanmeldingsgebruiker die de installatie van Remote Communication Gate S heeft uitgevoerd. • De installatie zal niet doorgaan als een andere gebruikersnaam voor inloggen wordt gebruikt.
35
2. Installatie
17. In het dialoogvenster [Autorisatie voor servertoegang] voert u het Windowsaanmeldingswachtwoord in het tekstvakken [Wachtwoord:] en [Wachtwoord bevestigen:] in en klikt u op [OK]. Instellingen kunnen afwijken afhankelijk van de voorwaarden van de servercomputer waarop Remote Communication Gate S geïnstalleerd is.
2
Stap3: Verificatiemethode instellen
• Bepaal vooraf de verificatiemethode. Voor meer informatie over de verificatiemethode, zie Pag.22 "Beschikbare methoden en vereiste omgevingen voor verificatie". • Als u verificatie uitvoert via Windows-verificatie (NT compatibel of native), Notes-verificatie, NDSverificatie of LDAP-verificatie gebruikt, moet de gebruiker vooraf geregistreerd zijn als lid van het domein. • Authentication Manager wordt ook op de server geïnstalleerd. • Het weergegeven scherm verschilt afhankelijk van de voorwaarden van de servercomputer waarop Remote Communication Gate S geïnstalleerd is. 1. In het dialoogvenster [Instellingen Authentificatie methode] selecteert u de verificatiemethode.
2. Geef de vereiste instellingen op. De in te voeren informatie kan als volgt afwijken, afhankelijk van de geselecteerde verificatiemethode: 36
Nieuwe installatie
Verificatiemethode Basis Authentificatie
Verklaring Dit is een verificatiemethode voor het registreren en beheren van unieke verificatiegebruikers. Het is mogelijk om een gebruikersverificatie-omgeving te ontwikkelen, zelfs als er geen andere verificatie-omgevingen dan de basisverificatie-omgeving bestaan. Er is geen informatie nodig voor een van de items in het dialoogvenster [Instellingen Authentificatie methode].
Windows Authentificatie (NT compatibel)
2
Gebruikersaccount voor de volgende domeinen in het netwerk worden gebruikt. • Windows NT-domein • Windows 2000 Active Directory-domein (gemengde modus, modus met NT-compatibele toegang toegestaan) • Windows Server 2003 Active Directory-domein (gemengde modus, Windows Server 2003 tussenliggend) • Windows Server 2008 Active Directory-domein (gemengde modus, Windows Server 2008 tussenliggend) Er is geen informatie nodig voor een van de items in het dialoogvenster [Instellingen Authentificatie methode].
Windows Authentificatie (native)
Gebruikersaccount voor domeinen in het netwerk worden gebruikt. • Windows 2000 Active Directory-domein (native modus, Windows 2000 enkel modus toegang toegestaan) • Windows Server 2003 Active Directory-domein (native modus, Windows Server 2003 tussenliggend) • Windows Server 2008 Active Directory-domein (native modus, Windows Server 2008 tussenliggend) Voer de aanmeldingsinformatie in die gebruikt wordt om het domein te openen in [Log-in naam:] en [Wachtwoord:] in het dialoogvenster [Instellingen Authentificatie methode] .
37
2. Installatie
Verificatiemethode Notes verificatie
Verklaring Gebruikersaccounts voor Notes-domeinen in het netwerk worden gebruikt. Voer de volgende gegevens in de items van het dialoogvenster [Instellingen Authentificatie methode] in.
2
• [Servernaam:] Voer de Notes-servernaam in. • [Domeinnaam:] Voer de naam van het domein waartoe de Notes-server behoort in. • [Log-in naam:] Voer de gebruikersnaam in die in de Notes-server geregistreerd is. • [Wachtwoord:] Voer het wachtwoord voor de gebruikersnaam in. NDS Authentificatie
Gebruikt netwerkgebruikersnamen en wachtwoorden. Voer het onderstaande in de velden van het dialoogvenster [Instellingen Authentificatie methode] in: • [Log-in naam:] De gebruikersnaam die in de Novell-server geregistreerd is. • [Wachtwoord:] Het wachtwoord dat ingesteld is voor de gebruikersnaam. U kunt de instellingen van de verificatieserver wijzigen door op [Algemene instellingen] te klikken.
LDAP Authentificatie
Gebruikt netwerkgebruikersnamen en wachtwoorden. Voer de onderstaande gegevens in de velden van het dialoogvenster [Instellingen Authentificatie methode] in: • [Log-in naam:] De gebruikersnaam die geregistreerd is in de LDAP-server. • [Wachtwoord:] Het wachtwoord dat ingesteld is voor de gebruikersnaam. U kunt de instellingen van de verificatieserver wijzigen door op [Algemene instellingen] te klikken.
38
Nieuwe installatie
• Als Authentication Manager al geïnstalleerd is en een ingebouwd gebruikerswachtwoord ingesteld is, zal de verificatiemethode die door de eerder geïnstalleerde versie van Authentication Manager geselecteerd worden in het dialoogvenster [Instellingen Authentificatie methode]. Voer de benodigde informatie in en klik dan op [OK] om door te gaan.
Stap4: Ingebouwd wachtwoord instellen
2
1. In het dialoogvenster [Wachtwoord ingebouwde gebruiker instellen] voert u het wachtwoord van de beheerder in met speciale bevoegdheid om Remote Communication Gate S te ontwikkelen. De gebruikersnaam van de beheerder is "Admin". De beheerder heeft bevoegdheid voor alle beheerwerkzaamheden, waaronder Authentication Manager.
2. Klik op [OK]. • Wanneer u het ingebouwde wachtwoord vergeet, zult u zich niet langer kunnen aanmelden met "Admin". Wanneer dat gebeurt, moet u Remote Communication Gate S opnieuw installeren, omdat het wachtwoord niet kan worden achterhaald. Zorg ervoor dat u het ingebouwde wachtwoord niet vergeet. Daarmee is de installatie van Remote Communication Gate S voltooid. U moet de activering uitvoeren om de installatie-ondersteuningstool correct te kunnen gebruiken.
Stap5: Remote Communication Gate S activeren
• Wanneer u Remote Communication Gate S niet binnen 45 dagen na installatie activeert, zal het niet langer beschikbaar zijn.
39
2. Installatie
1. Klik op [Start] > [Alle programma's] > [Remote Communication Gate S] > [Activation Tool].
2
• Wanneer User Access Control (UAC) op uw systeem ingeschakeld is, moet u Activation Tool als beheerder uitvoeren. Hiervoor klikt u met de rechtermuisknop op Activation Tool en selecteert u [Uitvoeren als beheerder]. Wanneer UAC ingeschakeld is en u voert Activation Tool niet uit als beheerder, dan zal de activeringsfunctie niet correct functioneren en zult u Remote Communication Gate S niet kunnen gebruiken. 2. In de activeringslijst klikt u op [Next>]. • In deze lijst wordt de productnaam die al geactiveerd is, weergegeven. Als dit de eerste keer is dat u de software na aanschaf activeert, is de lijst leeg. 3. Volg de handelingen die weergegeven zijn op het scherm om de instellingen op te geven voor het verkrijgen van de Remote Communication Gate S-licentie. Wanneer u al een licentiecode hebt, selecteert u [Licentiecode invoeren] en klikt u op [Volgende>]. Voer de licentiecode in en klik vervolgens op [Volgende>]. Hiermee is de activering voltooid. Wanneer u nog geen licentiecode hebt, gaat u verder met stap 4. 4. Onder [Activeringsmethode] selecteert u [Internet]. De wizard productregistratie opent in een internetbrowser. • Als de computer geen verbinding met internet kan maken, opent u de volgende URL op een andere computer en zoekt u de licentiecode op. Stel vervolgens de activeringsmethode in op Licentiecode invoeren en registreer de licentiecode die u heeft ontvangen. • https://www.onlineactivation.net 5. Lees de privacyverklaring nauwkeurig door. Vink het vakje [Ik ga akkoord] aan en klik op [Volgende]. 6. Uit de keuzelijst in het scherm [Privacyverklaring] selecteert u de taal die u wilt gebruiken voor de activering. 7. Klik op [Help] om de activeringshandleiding te downloaden. 8. Volg de procedures in de activeringshandleiding op om gebruikersinformatie te registreren en een licentiecode te verkrijgen. 9. Kopieer en plak de licentiecode in het tekstvak in de Activation Tool en klik vervolgens op [Volgende>]. Hiermee is de activering voltooid. Na het voltooien van de activeringsprocedure voor Remote Communication Gate S moet u de begininstellingen configureren. Raadpleeg voor meer informatie Pag.53 "Setup-wizard".
40
Nieuwe installatie
Wanneer u de @Remote-service wilt gebruiken, zijn een extra contract en activering nodig. Voor een activeringsmethode gaat u naar "Stap6: Activeer de @Remote-service". Neem voor meer informatie contact op met uw servicevertegenwoordiger.
Stap6: Activeer de @Remote-service Activering van de @Remote-service kan alleen worden uitgevoerd door een technicus. Neem voor meer informatie contact op met uw servicevertegenwoordiger.
2
1. Klik op [Start] > [Alle programma's] > [Remote Communication Gate S] > [Activation Tool]. • Wanneer User Access Control (UAC) op uw systeem ingeschakeld is, moet u Activation Tool als beheerder uitvoeren. Hiervoor klikt u met de rechtermuisknop op Activation Tool en selecteert u [Uitvoeren als beheerder]. Wanneer UAC ingeschakeld is en u voert Activation Tool niet uit als beheerder, dan zal de activeringsfunctie niet correct functioneren en zult u Remote Communication Gate S niet kunnen gebruiken. 2. In de activeringslijst klikt u op [Next>]. • In deze lijst wordt de productnaam die al geactiveerd is, weergegeven. Als dit de eerste keer is dat u de software na aanschaf activeert, is de lijst leeg. 3. Volg de handelingen die weergegeven zijn op het scherm om de instellingen op te geven voor het verkrijgen van de Remote Communication Gate S-licentie. Wanneer u al een licentiecode hebt, selecteert u [Licentiecode invoeren] en klikt u op [Volgende>]. Voer de licentiecode in en klik vervolgens op [Volgende>]. Hiermee is de activering voltooid. Wanneer u nog geen licentiecode hebt, gaat u verder met stap 4. • De inhoud van het activeringsscherm kan zonder voorafgaande kennisgeving worden veranderd. 4. Onder [Activeringsmethode] selecteert u [Internet]. De wizard productregistratie opent in een internetbrowser. • Als de computer geen verbinding met internet kan maken, opent u de volgende URL op een andere computer en zoekt u de licentiecode op. Stel vervolgens de activeringsmethode in op Licentiecode invoeren en registreer de licentiecode die u heeft ontvangen. • https://www.onlineactivation.net 5. Lees de privacyverklaring nauwkeurig door. Vink het vakje [Ik ga akkoord] aan en klik op [Volgende].
41
2. Installatie
6. Uit de keuzelijst in het scherm [Privacyverklaring] selecteert u de taal die u wilt gebruiken voor de activering. 7. Klik op [Help] om de activeringshandleiding te downloaden. 8. Volg de procedures in de activeringshandleiding op om gebruikersinformatie te registreren en een licentiecode te verkrijgen.
2
9. Kopieer en plak de licentiecode in het tekstvak in de Activation Tool en klik vervolgens op [Volgende>]. Hiermee is de activering voltooid.
42
Installatie overschrijven
Installatie overschrijven Selecteer dit installatietype wanneer u Remote Communication Gate S opnieuw installeert op een servercomputer waarop dezelfde of een eerdere versie al geïnstalleerd is of als u vanuit Web SmartDeviceMonitor Professional IS/Standard bijwerkt en u de gegevens van de oude versie, zoals netwerkadressen of poortnummers, wilt behouden.
2
Remote Communication Gate S opnieuw installeren Gebruik de volgende procedure om Remote Communication Gate S opnieuw op een computer te installeren waar dezelfde versie van Remote Communication Gate S al op geïnstalleerd is. Wanneer u het opnieuw installeert, kunt u de gegevens van de vorige installatie, zoals netwerkadressen en poortnummerinstellingen, behouden. • Log, voordat u begint met de installatie, als lid van de beheerdersgroep in bij Windows en sluit eventuele applicaties die worden uitgevoerd. • Nadat u de upgrade naar Remote Communication Gate S Pro heeft voltooid, moet u Packager downloaden en opnieuw installeren. Voor meer informatie raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders. 1. Dubbelklik op RDLaunch.exe. 2. In het openingsscherm selecteert u "Server Software".
3. Lees de waarschuwing en klik vervolgens op [OK].
43
2. Installatie
4. Klik op [Next>]. 5. Controleer uw installatie en klik vervolgens op [Next>]. • Wanneer het dialoogscherm [Windows Security Alert] verschijnt, klikt u op [Blokkering opheffen] en gaat u verder met de installatie.
2
6. Zorg ervoor dat u [Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten.] selecteert en klik vervolgens op [Voltooien] om Windows opnieuw op te starten. 7. In het aanmeldingsvenster meldt u zich aan bij Windows met de aanmeldingsgebruiker die de installatie van Remote Communication Gate S heeft uitgevoerd. • De installatie zal niet doorgaan als een andere gebruikersnaam voor inloggen wordt gebruikt. 8. In het dialoogvenster [Verificatie voor servertoegang] voert u het Windowsaanmeldingswachtwoord in de tekstvakken [Wachtwoord:] en [Bevestig wachtwoord:] in en klikt u op [OK]. 9. Geef de verificatiemethode op. Raadpleeg voor meer informatie Pag.36 "Stap3: Verificatiemethode instellen". 10. Stel het ingebouwde wachtwoord in. Raadpleeg voor meer informatie Pag.39 "Stap4: Ingebouwd wachtwoord instellen". 11. Voer de activeringsprocedure uit, indien dit nodig is. Raadpleeg voor meer informatie Pag.39 "Stap5: Remote Communication Gate S activeren".
Bijwerken van een eerdere versie van Remote Communication Gate S Gebruik de volgende procedure om Remote Communication Gate S op een computer te installeren waar een eerdere versie van Remote Communication Gate S al op geïnstalleerd is. Wanneer u een upgrade uitvoert, kunt u de gegevens van de vorige installatie, zoals netwerkadressen en poortnummerinstellingen, behouden. • Log, voordat u begint met de installatie, als lid van de beheerdersgroep in bij Windows en sluit eventuele applicaties die worden uitgevoerd. • Nadat u de upgrade naar Remote Communication Gate S Pro heeft voltooid, moet u Packager downloaden en opnieuw installeren. Voor meer informatie raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders. • Het is niet mogelijk van Remote Communication Gate S naar Remote Communication Gate S Pro bij te werken door de installatie te overschrijven: U moet de installatie van Remote Communication Gate 44
Installatie overschrijven
S eerst ongedaan maken en dan Remote Communication Gate S Pro installeren. Raadpleeg voor meer informatie Pag.29 "Nieuwe installatie". 1. Dubbelklik op RDLaunch.exe. 2. In het openingsscherm selecteert u "Server Software".
2
3. Lees de waarschuwing en klik vervolgens op [OK]. 4. Klik op [Ja]. 5. Klik op [Next>]. 6. Voer het SA-wachtwoord in en klik vervolgens op [Volgende>]. 7. Controleer uw installatie en klik vervolgens op [Next>]. • Wanneer het dialoogscherm [Windows Security Alert] verschijnt, klikt u op [Blokkering opheffen] en gaat u verder met de installatie. 8. Zorg ervoor dat u [Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten.] selecteert en klik vervolgens op [Voltooien] om Windows opnieuw op te starten. 9. In het aanmeldingsvenster meldt u zich aan bij Windows met de aanmeldingsgebruiker die de installatie van Remote Communication Gate S heeft uitgevoerd. • De installatie zal niet doorgaan als een andere gebruikersnaam voor inloggen wordt gebruikt. 10. In het dialoogvenster [Verificatie voor servertoegang] voert u het Windowsaanmeldingswachtwoord in de tekstvakken [Wachtwoord:] en [Bevestig wachtwoord:] in en klikt u op [OK].
45
2. Installatie
11. Geef de verificatiemethode op. Raadpleeg voor meer informatie Pag.36 "Stap3: Verificatiemethode instellen". 12. Stel het ingebouwde wachtwoord in. Raadpleeg voor meer informatie Pag.39 "Stap4: Ingebouwd wachtwoord instellen".
2
13. Voer de activeringsprocedure uit, indien dit nodig is. Raadpleeg voor meer informatie Pag.39 "Stap5: Remote Communication Gate S activeren".
Upgraden van Web SmartDeviceMonitor Professional IS/Standard Gebruik de volgende procedure om Remote Communication Gate S op een computer te installeren waarop Web SmartDeviceMonitor Professional IS/Standard al geïnstalleerd is. Wanneer u een upgrade uitvoert, kunt u de gegevens van de vorige installatie, zoals netwerkadressen en poortnummerinstellingen, behouden. • Log, voordat u begint met de installatie, als lid van de beheerdersgroep in bij Windows en sluit eventuele applicaties die worden uitgevoerd. • Wanneer MSDE gebruikt is voor Web SmartDeviceMonitor, moet de SQL Server 2005 worden geïnstalleerd. Voor meer informatie, zie Pag.31 "Stap1: Installeer SQL Server 2005 Express Edition Service Pack 3". Let op: het SA-wachtwoord is niet vereist. • Nadat u de upgrade naar Remote Communication Gate S heeft voltooid, moet u Packager downloaden en opnieuw installeren. Voor meer informatie raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders. 1. Dubbelklik op RDLaunch.exe.
46
Installatie overschrijven
2. In het openingsscherm selecteert u "Server Software".
2
3. Lees de waarschuwing en klik vervolgens op [Ja]. 4. Klik op [Ja]. 5. Klik op [Next>]. 6. Lees de voorwaarden van de licentieovereenkomst. Als u ermee akkoord gaat, klikt u op [Ja]. 7. Voer het SA-wachtwoord in en klik vervolgens op [Volgende>]. 8. Controleer uw instelling en klik vervolgens op [Next>] om met de installatie van Remote Communication Gate S te beginnen. • Wanneer het dialoogscherm [Windows Security Alert] verschijnt, klikt u op [Blokkering opheffen] en gaat u verder met de installatie. 9. Zorg ervoor dat u [Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten.] selecteert en klik vervolgens op [Voltooien] om Windows opnieuw op te starten. 10. In het aanmeldingsvenster meldt u zich aan bij Windows met de aanmeldingsgebruiker die de installatie van Remote Communication Gate S heeft uitgevoerd. • De installatie zal niet doorgaan als een andere gebruikersnaam voor inloggen wordt gebruikt. 11. In het dialoogvenster [Autorisatie voor servertoegang] voert u het Windowsaanmeldingswachtwoord in de tekstvakken [Wachtwoord:] en[Bevestig wachtwoord:] in en klikt u op [OK]. 12. Geef de verificatiemethode op. Raadpleeg voor meer informatie Pag.36 "Stap3: Verificatiemethode instellen". 47
2. Installatie
13. Stel het ingebouwde wachtwoord in. Raadpleeg voor meer informatie Pag.39 "Stap4: Ingebouwd wachtwoord instellen". 14. Voer de activeringsprocedure uit. Raadpleeg voor meer informatie Pag.39 "Stap5: Remote Communication Gate S activeren".
2
• Ontdekkingsinstellingen kunnen niet worden behouden en de pollinginstellingen van het apparaat worden teruggezet naar hun standaardwaarden. Meldt u aan bij Remote Communication Gate S en configureer deze instellingen opnieuw, indien nodig. • Wanneer apparaten geregistreerd zijn, maar Remote Communication Gate S geen verbinding tot stand kan brengen, klikt u op [Vernieuwen geselecteerd apparaat] om de databasegegevens bij te werken en vervolgens op [Verversen] om de bijgewerkte lijstgegevens weer te geven. Voor meer informatie, zie de Bedieningshandleiding voor beheerders.
48
3. Na de installatie In dit hoofdstuk wordt de eerste instellingsprocedure uitgelegd voor Remote Communication Gate S na de installatie.
Toegang tot Remote Communication Gate S Gebruik een van de volgende procedures voor toegang tot Remote Communication Gate S.
3
Toegang via het startmenu op de servercomputer Op de computer waarop u Remote Communication Gate S hebt geïnstalleerd, hebt u toegang tot de webinterface van Remote Communication Gate S vanuit het [Start]-menu. Wijs in het menu [Start] naar [Alle programma's] > [Remote Communication Gate S] en selecteer [StartBrowser].
Toegang via een internetbrowser U kunt de webinterface van Remote Communication Gate S vanuit een willekeurige computer op het lokale netwerk openen. Situatie
URL http://{hostnaam}:{poortnummer}/mgmt
Zonder SSL-codering
of http://{IP-adres}:{poortnummer}/mgmt https://{hostnaam}:{poortnummer}/mgmt
Met SSL-codering
of https://{IP-adres}:{poortnummer}/mgmt
• {hostnaam}: naam van de Remote Communication Gate S-server • {IP-adres}: IP-adres van de Remote Communication Gate S-server • {poortnummer}: poortnummer dat is opgegeven tijdens de installatie van Remote Communication Gate S Bijvoorbeeld: • http://192.168.17.21:8080/mgmt • https://intra.example.org:8443/mgmt
49
3. Na de installatie
• Wanneer 80 wordt gebruikt als poortnummer, kunt u deze uit de URL weglaten. Bijvoorbeeld http://intra.example.org/mgmt • De pagina bij "/mgmt" is slechts bedoeld als doorverwijzing. Wanneer u Remote Communication Gate S opent in "http://xxxx:xx/mgmt", wordt u doorgestuurd naar de eigenlijke aanmeldingspagina.
3
• De standaard poortnummers verschillen afhankelijk van het type webserver dat u gebruikt: voor meer informatie, zie Pag.21 "Communicatiepoorten". • Raadpleeg de Bedieningshandleiding voor beheerders voor meer informatie over veilige verbindingen.
50
Aanmelden bij Remote Communication Gate S
Aanmelden bij Remote Communication Gate S Het inlogscherm verschijnt wanneer u Remote Communication Gate S via de URL opent. 1. Voer de gegevens voor de vaste gebruiker in. • [Gebruikersnaam:] Admin • [Wachtwoord:] ingebouwd wachtwoord • [Domeinnaam:] blanco
3
• [Domeinnaam:] wordt niet weergegeven wanneer Basis authentificatie, NDS Authentificatie of LDAP Authentificatie wordt geselecteerd als verificatiemethode. 2. Klik op [Login]. Als er geen apparaten zijn geregistreerd, verschijnt het scherm [Instellingen] wanneer u zich aanmeldt.
• Wanneer u Remote Communication Gate S gebruikt, moet u de [Terug]-toets van uw browser en de andere browserfuncties niet gebruiken. Gebruik alleen de navigatietoetsen op de inhoudspagina's. • Als u van gebruiker wilt veranderen, klikt u op de toets [Uitloggen] en logt u in als een andere gebruiker. Gebruik de [Terug]-toets van uw browser niet om het inlogscherm opnieuw weer te geven.
51
3. Na de installatie
• Als u Remote Communication Gate S voor het eerst gebruikt, neemt u even de tijd om de informatie te lezen die verschijnt wanneer u op het pictogram [Leesmij] klikt. Deze informatie biedt uitleg over de beperkingen van Remote Communication Gate S en instructies over het gebruik ervan. Als u dit scherm wilt sluiten, klikt u op [Sluiten].
3
52
• Voor meer informatie over de bedieningsprocedures raadpleegt u "Help-inhoud" voor de verschillende fucnties. Help-inhoud wordt weergegeven wanneer op de knop [Help-inhoud] in het titelgedeelte van elk bedieningsscherm wordt geklikt. De weergegeven inhoud verschilt, afhankelijk van de aangemelde gebruiker (beheerder, algemene gebruiker).
Setup-wizard
Setup-wizard Na de installatie configureert u de begininstellingen om Remote Communication Gate S te kunnen gebruiken.
Eerste instellingen Wizard Eerste instellingen Wizard bestaat uit zes schermen: In het scherm [Instellingen] klikt u op [Eerste instellingen Wizard] om de wizard te starten.
3
1. Groepsinstellingen Maak nieuwe categorieën en groepen aan voor het beheer van printers. 2. HTTP Proxy instellingen Selecteer of er bij verbinding met de internationale server al dan niet gebruik moet worden gemaakt van een proxyserver. Configureer, indien nodig, vervolgens de instellingen van de proxyserver. 3. E-mailinstellingen Configureer de SMTP-serverinstellingen zodanig dat Remote Communication Gate S per e-mail meldingen kan versturen. 4. Polling instellingen van het apparaat Stel de polling-tijd en time-out in voor het ophalen van de apparaatstatus. 5. Ontdekkingsinstellingen Configureer de instellingen voor het automatisch ontdekken van printers. 6. Voltooiingsscherm instellingen • Zelfs nadat u de Eerste instellingen Wizard hebt voltooid, kunt u de wizard nog steeds openen vanuit het scherm [Instellingen]. Voor meer informatie over elke instelling raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders.
Groepsinstellingen Maak nieuwe categorieën en groepen aan voor het beheer van printers. Categorieën en groepen U kunt apparaten registreren in groepen en ze beheren. Apparaten kunnen gemakkelijk worden beheerd door ze per kantoor, locatie, gebruik, enz. te registreren. Zodra u de volgende categorieën en groepen doeltreffend kunt beheren, kunt u naar apparaten zoeken die worden beheerd op de afdeling of apparaten met problemen herkennen op andere verdiepingen. • Categorie 53
3. Na de installatie
U moet categorieën aanmaken om groepsbeheer uit te kunnen voeren. U kunt groepen samenvoegen in voorkeurscategorieën, zoals afdeling, verdieping, enz. U kunt kantoormanagementstructuren weerspiegelen door meerdere categorieën te maken en groepen en apparaten te registreren zodat ze in een categorie passen. • Groep Groepen worden aan categorieën toegevoegd. U kunt ook groepen maken in andere groepen om een nest-structuur te maken.
3
U kunt apparaten per groep beheren door ze in groepen te registreren. Voor een groep kunt u een ontvanger opgeven die moet worden geïnformeerd wanneer er een apparaatstoring plaatsvindt. • U kunt apparaten niet direct in een categorie registreren. • Een apparaat kan niet in meerdere groepen in dezelfde categorie worden geregistreerd, maar wel in groepen die onder andere categorieën vallen. • U kunt maximaal drie categorieën maken. • U kunt tot vijf groepslagen binnen een categorie maken. Categorieën creëren 1. Klik op [Creëren] > [Nieuwe categorie]. 2. Stel elk item in het scherm [Categorie-instellingen: Nieuwe categorie creëren] in.
Instelling Categorienaam:
54
Beschrijving Voer de naam van de nieuwe categorie in.
Setup-wizard
Instelling Pictogramkleur:
Beschrijving Selecteer een pictogramkleur voor een nieuw gemaakte groepsdatabase. • [Blauw] • [Groen] • [Geel]
3
• Standaard: [Blauw] Opmerking:
Voer alle relevante opmerkingen in om ze aan de nieuwe categorie toe te voegen.
3. Klik op [OK]. Groepen creëren 1. Selecteer de categorie waarin u een groep wilt maken en klik vervolgens op [Creëren] > [Nieuwe Groep]. 2. In het scherm [Groepsinstellingen: Nieuwe groep creëren] stelt u elk item in.
Instelling
Beschrijving
Groepslocatie:
Toont de locatie van de groep.
Groepsnaam:
Voer de naam in van de groep die u wilt maken.
Opmerking:
Voer eventuele noodzakelijke opmerkingen in die aan de nieuw gecreëerde groep moeten worden toegevoegd.
Lijst E-mailadressen voor foutmelding:
Laat dit item blanco voor de begininstellingen.
55
3. Na de installatie
3. Klik op [OK]. Voor meer informatie over andere instellingen, het groeperen in batches of het aanmaken van een folder, raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders. 4. Klik op [Volgende].
HTTP Proxy instellingen
3
Selecteer of er bij verbinding met de internationale server al dan niet gebruik moet worden gemaakt van een proxyserver. Configureer, indien nodig, vervolgens de instellingen van de proxyserver. 1. In het scherm [HTTP Proxy instellingen] stelt u elk item in.
Instelling Proxy server:
Beschrijving Selecteer of uw netwerk al dan niet een proxyserver gebruikt om verbinding met het internet te maken. • [Inschakelen] Verbinding is via een proxyserver. • [Uitschakelen] De verbinding is direct (niet via een proxyserver). • Standaard: [Uitschakelen]
56
Proxy servernaam (of adres):
Voer het IP-adres of hostnaam in van de proxyserver.
Poortnummer:
Voer het poortnummer in dat u wilt gebruiken voor communicatie met de proxyserver.
Setup-wizard
Instelling
Beschrijving
Gebruikersverificatie:
Geef aan of bij verbinding met de proxyserver gebruikersverificatie moet worden uitgevoerd. • [Aan] • [Uit]
3
• Standaard: [Uit] Gebruikersnaam:
Voer de gebruikesnaam voor verificatie in.
Wachtwoord:
Voer het wachtwoord voor verificatie in.
Domeinnaam:
Voer de domeinnaam voor verificatie in.
Verbindingstest:
Klik op [Uitvoeren] om de verbinding met de proxyserver te testen.
2. Klik op [Volgende].
E-mailinstellingen Configureer de SMTP-serverinstellingen zodanig dat Remote Communication Gate S per e-mail meldingen kan versturen. 1. In het scherm [E-mailinstellingen] stelt u elk item in.
<SMTP> Instelling SMTP server:
Beschrijving Voer de hostnaam of het IP-adres van de SMTP-server in.
57
3. Na de installatie
Instelling SMTP poortnummer:
Beschrijving Voer het poortnummer in dat voor SMTP wordt gebruikt. • Standaard: 25
Server mailadres:
3
Voer het e-mailadres van een SMTP-server in.
Instelling Verificatie-type:
Beschrijving Of POP3, óf SMTP is aangeduid voor verificatie. • [Geen] • [POP3] • [SMTP] • Standaard: [Geen]
POP3 server:
Voer het IP-adres of de hostnaam in van de POP3-server die de verificatie verzorgt.
Poortnummer POP3:
Voer het poortnummer in dat voor communicatie met de POP3-server wordt gebruikt.
Verificatie-account:
Voer de gebruikersnaam in voor verificatie met de POP3-server.
Verificatiewachtwoor d:
Voer het wachtwoord in voor verificatie met de POP3-server.
Instelling E-mailadres voor SMTP server verbindingstest:
Voer een e-mailadres in. Er wordt een test naar het e-mailadres verzonden om te controleren of de instellingen van de SMTP-server correct zijn.
SMTP server verbindingstest:
Klik op [Uitvoeren]. Er wordt een test verzonden naar het e-mailadres dat in [E-mailadres voor SMTP server verbindingstest:] is opgegeven.
2. Klik op [Volgende].
58
Beschrijving
Setup-wizard
Polling instellingen van het apparaat Stel de polling-tijd en time-out in voor het ophalen van de apparaatstatus. 1. In het scherm [Polling instellingen van het apparaat] geeft u elke instelling op.
3
Instelling
Beschrijving
Polling intervaltijd voor Geef de frequentie op waarmee Remote Communication Gate S de statusinformatie apparaten naar hun status vraagt. Voer een getal in en selecteer [min.], [u(u)r(en)] of [dag(en)] in het menu. De tijd die u hier opgeeft, is de tijd die tussen de pollingintervallen zal verlopen. • Standaard: 1 uur Polling intervaltijd voor Specificeer hoe vaak Remote Communication Gate S de apparaten lade, toner/inkt doorzoekt voor papierladeniveau's en toner-/inktstatus. Voer een getal informatie in en selecteer [min.], [u(u)r(en)] of [dag(en)] in het menu. De tijd die u hier opgeeft, is de tijd die tussen de pollingintervallen zal verlopen. • Standaard: 3 uur
59
3. Na de installatie
Instelling
Beschrijving
Polling intervaltijd voor Specificeer hoe vaak Remote Communication Gate S op apparaten zoekt andere informatie naar andere statusinformatie. Voer een getal in en selecteer [min.], [u(u) r(en)] of [dag(en)] in het menu. De tijd die u hier opgeeft, is de tijd die tussen de pollingintervallen zal verlopen.
3
• Standaard: 6 uur Interval tussen verzameling van interne tellers en beheerderstellers
Geef de frequentie op waarmee Remote Communication Gate S de apparaten afvraagt voor de verzameling van beheerderstellers en interne tellers. Voer een getal in en selecteer [min.], [u(u)r(en)] of [dag(en)] in het menu. • Standaard: 1 dag
Polling time-out:
Voer in hoeveel seconden op een antwoord van een apparaat moet worden gewacht. Als het apparaat bij het pollen van een apparaat geen antwoord krijgt, blijft het apparaat gedurende een bepaalde periode pollen. Het pollen wordt na deze periode geannuleerd. • Standaard: 3 seconden.
Instelling
60
Beschrijving
Startadres:
Voer het eerste IP-adres binnen het bereik van IP-adressen in dat u wilt uitsluiten.
Eindadres:
Voer het laatste IP-adres binnen het bereik van IP-adressen in dat u wilt uitsluiten.
Subnet masker:
Voer het subnetmasker binnen het bereik van IP-adressen in dat u wilt uitsluiten.
Setup-wizard
Instelling Toevoegen
Beschrijving U kunt een IP-adresbereik dat u wilt uitsluiten aan de lijst met IPadresbereiken toevoegen. Voer waarden in bij [Startadres:], [Eindadres:] en [Subnet masker:]. Klik vervolgens op [Toevoegen] om een IP-adresbereik in de lijst met uitsluitingen op te nemen.
Alles selecteren
Alle ingevoerde IP-adresbereiken worden geselecteerd.
Alles wissen
De selectie van alle ingevoerde IP-adresbereiken wordt uitgeschakeld.
Verwijderen
Verwijder alle geselecteerde IP-adresbereiken uit de lijst met uitsluitingen.
3
2. Klik op [Volgende].
Ontdekkingsinstelingen Configureer de instellingen voor het automatisch ontdekken van printers. • U kunt de instellingen voor de ontdekkingsfunctie niet wijzigen terwijl Ontdekking actief is. • Klik op [Annuleren] om het bewerken van ontdekkingsinstellingen te annuleren. 1. In het scherm [Ontdekkingsinstellingen] stelt u elk item in.
61
3. Na de installatie
Selecteer een doelapparaat Instelling Selecteer een doelapparaat
Beschrijving Selecteer het ontdekkingsdoel. • [Apparaatnetwerk] • [Lokaal apparaat]
3
• Standaard: [Apparaatnetwerk] Verificatieinformatie voor apparaattoegang
Gebruikersnaam:
Voer de gebruikersnaam van de account in. • Standaard: admin
Wachtwoord:
Voer het wachtwoord van de account in.
Een account zoeken voor een lokaal apparaat Instelling Gebruikersnaam:
Beschrijving Voer de gebruikersnaam van de account in. Voer de accountnaam van de domeinbeheerder in.
Wachtwoord:
Voer het wachtwoord van de account in.
Domeinnaam:
Voer de naam in van het domein waarin u wilt zoeken.
Protocol Instelling Protocol
Beschrijving Selecteer het protocol dat voor ontdekking moet worden gebruikt. • [SNMPv1/v2] • [SNMPv3] • [SNMPv3 prioriteit] • Standaard: [SNMPv1/v2]
62
Setup-wizard
Instelling SNMPv1/v2
Beschrijving Groepsnaam lezen:
Voer de groepsnaam voor leestoegang tot de printers in. • Standaard: publiek
Groepsnaam schrijven:
Voer de groepsnaam voor schrijftoegang tot de printers in.
3
• Standaard: admin
63
3. Na de installatie
Instelling SNMPv3
Beschrijving Gebruikersnaam:
Voer de gebruikersnaam van een apparaatbeheerder ingesteld in het toestel in. • Standaard: admin
Wachtwoord:
Voer het wachtwoord in voor de gebruikersnaam die in het apparaat is ingesteld.
Wachtwoord bevestigen
Voer het wachtwoord opnieuw in. Dit moet hetzelfde zijn als het wachtwoord dat hierboven is ingevoerd.
Verificatie algoritme:
Selecteer het coderingsalgoritme voor SNMPv3.
3
• [MD5] Selecteer dit wanneer een apparaat wordt opgegeven met behulp van het MD5-verificatie algoritme. • [SHA1] Selecteer dit wanneer een apparaat wordt opgegeven met het SHA1verificatie algoritme. • Standaard: [MD5] Gecodeerd wachtwoord:
Voer het gecodeerde wachtwoord in dat is ingesteld in het apparaat.
Coderingswachtwoor Voer het wachtwoord voor de codering d bevestigen: nogmaals in. Dit moet hetzelfde zijn als het wachtwoord dat u eerder hebt ingevoerd. Contextnaam:
64
Voer de contextnaam in die is ingesteld in het apparaat.
Setup-wizard
Instelling SNMP Trap
Beschrijving SNMP Trap instellingen:
Schakel dit selectievakje in om automatisch de Trap van het apparaat in te stellen. • Standaard: [Aan]
Zoekbereik Instelling Zoekmethode
Beschrijving
3
Selecteer welke methode voor het zoeken moet worden gebruikt. • [Netwerk doorzoeken] • [Broadcast] • Standaard: [Netwerk doorzoeken]
Subnet specificeren
Geef het subnetmasker op. • [Handmatige invoer] Voer de IP-adresbereiken of subnetten waarbinnen moet worden gezocht, handmatig in. • [CSV bestand importeren] Geef een CSV-bestand op waarin de IP-adresbereiken of subnetten waarbinnen moet worden gezocht, zijn opgenomen. • [Netwerkinformatie verkijgen van de router] Specificeer een subnet en haal de subnetgegevens via routers op het subnet op. • Standaard: [Handmatige invoer]
65
3. Na de installatie
Instelling Uitgesloten IP adres
Beschrijving Startadres:
Voer het eerste IP-adres in het IP-adresbereik in.
Eindadres:
Voer het laatste IP-adres in het IP-adresbereik in.
Subnet masker:
Voer het subnetmasker voor de IP-adressen in.
Toevoegen
U kunt een IP-adresbereik dat u wilt uitsluiten aan de lijst met IP-adresbereiken toevoegen.
3
Voer waarden in bij [Startadres:], [Eindadres:] en [Subnet masker:]. Klik vervolgens op [Toevoegen] om een IP-adresbereik in de lijst met uitsluitingen op te nemen. Alles selecteren
Alle ingevoerde IP-adresbereiken worden geselecteerd.
Alles wissen
De selectie van alle ingevoerde IP-adresbereiken wordt uitgeschakeld.
Verwijderen
Verwijder alle geselecteerde IP-adresbereiken uit de lijst met uitsluitingen.
Schema specificeren Instelling Schema:
Beschrijving Geef het ontdekkingsschema op. • [Direct] Voer het ontdekken meteen uit als u klaar bent met het configureren van de ontdekkingsinstellingen. • [Eenmalig uitvoeren via gespecificeerd schema] Voer het ontdekken eenmalig uit op de opgegeven dag en het opgegeven tijdstip. • [Schema instellen] Laat de ontdekking periodiek uitvoeren. • Standaard: Direct
66
Setup-wizard
Instelling Time-out:
Beschrijving Voer in hoeveel seconden op een antwoord van printers moet worden gewacht. • Standaard: 3 seconden.
Meldingsinstellingen Instelling Meldingsinstellingen:
Beschrijving
3
Selecteer of er een melding moet worden ontvangen wanneer de ontdekking voltooid is. • [Melden] Klik op [Meldingsinstellingen...] en bewerk de instellingen. • [Niet melden] Stuur geen e-mailmelding. • Standaard: [Niet melden]
2. Klik op [Volgende]. 3. In het scherm [Lijst met ontdekkingstaken] bevestigt u de ontdekkingstaken. • U kunt het ontdekken dusdanig configureren dat de ontdekking automatisch op een periodieke basis plaatsvindt. Voor meer informatie raadpleegt u Bedieningshandleiding voor beheerders. 4. Klik op [Volgende]. Apparaatontdekking wordt uitgevoerd conform uw instellingen. Afhankelijk van uw netwerkomgeving kan de ontdekking enige tijd in beslag nemen. Wanneer de ontdekking beëindigd is, is de begininstelling van Remote Communication Gate S voltooid. Nadat de begininstelling voltooid is, kunt u andere taken uitvoeren, zoals het toevoegen van gebruikers en het configureren van logboekinstellingen. Voor meer informatie raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders.
67
3. Na de installatie
3
68
4. Installatie ongedaan maken In dit hoofdstuk worden de procedures voor het verwijderen van Remote Communication Gate S uitgelegd.
Installatie ongedaan maken Voor meer informatie over het maken van een reservekopie met behulp van ManagementTool en Authentication Manager raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders. • Wanneer er apparaten zijn ingesteld voor logboekoverdrachten, schakelt u logboekoverdracht uit voordat u Remote Communication Gate S verwijdert. Voor meer informatie raadpleegt u de Bedieningshandleiding voor beheerders.
4
• Om Remote Communication Gate S te verwijderen, meldt u zich aan bij Windows als dezelfde beheerder die de installatie heeft uitgevoerd. • SQL Server 2005 wordt niet verwijderd wanneer Remote Communication Gate S wordt verwijderd. Voer dezelfde verwijderingsprocedures uit vanuit [Programma's en onderdelen] om SQL Server 2005 te verwijderen. • Wanneer u de @Remote-service gebruikt, verschijnt er een bevestigingsdialoogvenster. Om Remote Communication Gate S correct te verwijderen, moet u het contract voor de @Remote-service beëindigen, voordat u de verwijderingsprocedure begint. Neem voor meer informatie contact op met uw servicevertegenwoordiger. 1. In het menu [Start] van Windows klikt u op [Configuratiescherm] onder [Instellingen]. 2. Klik op [Software]. 3. Selecteer deze software en klik dan op [Installatie ongedaan maken]. 4. In het dialoogvenster [Registratie ongedaan maken bevestigen] klikt u op [OK].
5. Voer het SA-wachtwoord in en klik op [OK]. 6. Selecteer of u de verificatie-informatie wilt behouden en klik op [Volgende>] om het verwijderen te starten. Wanneer het verwijderen voltooid is, verschijnt het dialoogvenster [Verwijderen voltooid]. 7. Zorg ervoor dat u [Ja, ik wil mijn computer nu opnieuw opstarten.] selecteert en klik vervolgens op [Voltooien] om Windows opnieuw op te starten.
69
4. Installatie ongedaan maken
Resterende bestanden na verwijdering De onderstaande mappen en een aantal daarin opgenomen bestanden blijven op de computer achter na de verwijdering (hierbij is ervan uitgegaan dat Remote Communication Gate S is geïnstalleerd op station C): • Logboekbestanden in: C:\Program Files\Common Files\RDH Shared2 C:\Program Files\Common Files\RDH Shared2\reg C:\Program Files\RMWSDMEX\bin
4
C:\Program Files\RMWSDMEX\atremote C:\Program Files\Common Files\RDHWebService • Bestanden in: C:\Program Files\Common Files\RDH Shared2\bin C:\Program Files\Common Files\RDH Shared2\bin\log
70
5. Bijlage Problemen oplossen Wanneer er problemen optreden tijdens het installeren van Remote Communication Gate S, voert u de herstelacties uit die in de onderstaande tabel staan beschreven. Probleem Remote Communication Gate S is niet correct geïnstalleerd.
Oorzaak en oplossingen Om Remote Communication Gate S te installeren, moet u zich aanmelden bij Windows als een lid van de beheerdersgroep. Verwijder alle oudere versies van Remote Communication Gate S voordat u een nieuwe versie installeert. Wanneer u uw computer opnieuw opstart na de installatie, moet u zich bij Windows aanmelden als dezelfde gebruiker die de installatie heeft uitgevoerd.
5
De poortnummers die toegewezen zijn aan Remote Communication Gate S veroorzaken een conflict met de poortnummers van de andere diensten die op uw computer worden uitgevoerd, zoals SMTP (poort 25) of FTP (poorten 20/21). Installeer Remote Communication Gate S opnieuw en stel de poorten opnieuw in, zodat ze geen conflict veroorzaken met andere verbindingen en diensten. Het aanmeldingsscherm verschijnt opnieuw nadat een bepaalde tijd verstreken is.
Het aanmeldingsscherm verschijnt opnieuw wanneer er gedurende meer dan 30 minuten geen handeling is uitgevoerd na aanmelding bij de Remote Communication Gate S-server. Meld u opnieuw aan in het aanmeldingsscherm en hervat de handelingen.
Er wordt een bericht weergegeven waarin wordt aangegeven dat de toegewezen poort niet kan worden gebruikt tijdens de installatie van Remote Communication Gate S.
Wanneer Remote Communication Gate S wordt verwijderd en vervolgens opnieuw wordt geïnstalleerd op een computer met behulp van IIS, is het niet mogelijk om IIS te gebruiken omdat de vorige poort gereserveerd is. Voer een van de volgende twee stappen uit. • Geef een ander poortnummer op dan dat van de poort die eerder werd gebruikt. • Schakel Internet Service Manager in en verwijder de sites die de poort gebruiken. Voor meer informatie over Internet Service Manager raadpleegt u de online helpwebsite van Microsoft.
71
5. Bijlage
Probleem
Oorzaak en oplossingen
Tijdens de installatie van Remote Communication Gate S verschijnt de foutmelding "Kan geen verbinding maken met de verificatiebeheerservice.".
Als uw webserver gebruik maakt van IIS, controleert u of de juiste IISversie is geïnstalleerd.
Remote Communication Gate S is niet correct verwijderd.
Stop de Remote Communication Gate S-service voordat u deze verwijdert.
Wanneer de juiste IIS-versie niet geïnstalleerd is, installeert u het en installeert u Remote Communication Gate S vervolgens opnieuw.
Om Remote Communication Gate S te verwijderen, moet u zich bij Windows aanmelden als een lid van de beheerdersgroep.
5
Het aanmeldingsscherm van Remote Communication Gate S wordt niet weergegeven.
Het poortnummer dat in de clientcomputer is ingevoerd, is niet correct. Voer het correcte poortnummer in voor de Remote Communication Gate S-server. Het standaard poortnummer is "8080" wanneer de Apache-webserver wordt gebruikt en "80" wanneer de IIS-webserver wordt gebruikt. De poort van de webserver wordt geblokkeerd door een firewall. Verwijs naar Pag.21 "Communicatiepoorten" om de poort van de webserver als een firewall-uitzondering in te stellen. De computernaam van de Remote Communication Gate S-server bevat andere tekens dan alfanumerieke tekens en koppeltekens. Verander de computernaam van de server, zodat deze alleen de tekens A-Z, a-z, 0-9 en koppeltekens bevat.
De apparaatlijst of andere Wellicht hebt u de opslag van gecodeerde pagina's ingeschakeld. Om lijsten worden niet deze functie uit te schakelen: weergegeven wanneer via SSL 1. In de menubalk van Internet Explorer klikt u op Extra > [Interneteen verbinding wordt opties...] en vervolgens selecteert u het tabblad [Geavanceerd]. gemaakt. 2. Schakel het selectievakje [Gecodeerde pagina's niet op schijf opslaan] uit. 3. Klik op [OK].
72
Problemen oplossen
Probleem
Oorzaak en oplossingen
Direct na het updaten of opnieuw installeren van Remote Communication Gate S worden de apparaatgegevens die zijn overgenomen van een vorige versie grijs gearceerd.
Totdat Remote Communication Gate S het apparaat detecteert, worden de apparaatgegevens grijs gearceerd. Wacht tot het apparaat is gedetecteerd.
Er wordt slechts één account Accountinstellingen worden niet bewaard, in tegenstelling tot "Admin" aangeboden na het apparaatgegevens. Voeg accounts toe, indien dit wordt vereist. updaten of opnieuw installeren van Remote Communication Gate S.
5
73
5. Bijlage
5
74
INDEX Installatie
Installatie overschrijven.............................................26, 43 Nieuwe installatie......................................................26, 29 Vereiste instellingen...........................................................27
@Remote service......................................................9 @Remote-vereisten................................................20 A Aanmelden bij Remote Communication Gate S...... ................................................................................51 Activation Tool.......................................................14 Activeer
Installatie ongedaan maken.................................69 Installatie overschrijven..................................26, 43
Remote Communication Gate S.......................................44 Remote Communication Gate S opnieuw installeren........... ....................................................................................43, 44 Upgraden van Web SmartDeviceMonitor Professional IS/ Standard.............................................................................46
@Remoteservice.................................................................41
Activeren
Remote Communication Gate S.......................................39
Apache...................................................................34 Authentication Manager.......................................13 B
Installatie-ondersteuning.........................................9 Installatieprocedure..............................................31 Installatietype.........................................................26 Installatievolgorde.................................................25 Internet Information Services (IIS)..................27, 34 J
Basis Authentificatie...............................................37 Basisverificatie.......................................................22
JavaScript...............................................................28
C
L
Categorie...............................................................53 Communicatiepoorten...........................................21 Componenten........................................................13 Controles voorafgaand aan de installatie.............9 D
LDAP Authentificatie..............................................38 LDAP-servercertificaat importeren........................14 LDAP-verificatie.....................................................24 Licentiecode...........................................................31 Logboekbeheer........................................................9
De browser JavaScript activeren.........................28
M
E
ManagementTool..................................................13
E-mailinstellingen...................................................57 Eerste instellingen Wizard....................................53
N
F Firmwarebeheer.......................................................9 G Groep.....................................................................54 Groepsinstellingen................................................53 H Hoe werkt deze handleiding?................................1 HTTP Proxy instellingen.........................................56 I Info over Remote Communication Gate S.............9 Ingebouwd wachtwoord................................30, 39
Na de installatie....................................................49 NDS Authentificatie...............................................38 NDS-verificatie......................................................24 Netwerkvereisten...................................................21 Nieuwe installatie...........................................26, 29 Notes verificatie.....................................................38 Notes-verificatie....................................................24 O Ondersteund apparaat.........................................20 Ontdekkingsinstellingen........................................61 P Packager..............................................................2, 9 Pakket.......................................................................2 75
Polling instellingen van het apparaat..................59 Printerbeheer............................................................9 Problemen oplossen..............................................71 R Resterende bestanden na verwijdering...............70 S SA-wachtwoord....................................................30 Schermen..................................................................2 Serververeisten......................................................15 Setup-wizard.........................................................53 SQL Server 2005...........................................13, 31 SSL Setting Tool.....................................................13 StartBrowser...........................................................13 Symbolen.................................................................1 Systeemvereisten...................................................15
Verificatiemethode..........................................22, 36 W Windows Authentificatie (native).........................37 Windows Authentificatie (NT compatibel)..........37 Windows Firewall-uitgezonderde poorten.........27 Windows Server 2003-instellingen.....................27 Windows-verificatie (native)................................23 Windows-verificatie (NT compatibel).................23
T Terminologie............................................................1 Toegang tot Remote Communication Gate S..... 49 V Vereiste informatie voor installatie.......................29 Vereisten
@Remote-service................................................................20 Algemene gebruikerscomputer.........................................19 Beheerdercomputer...........................................................17 Netwerk..............................................................................21 Server..................................................................................15 Systeem...............................................................................15
Vereisten voor een algemene gebruikerscomputer ................................................................................19 Vereisten voor een beheerdercomputer..............17 Verificatie
Basis Authentificatie...........................................................37 Basisverificatie....................................................................22 LDAP Authentificatie...........................................................38 LDAP-verificatie..................................................................24 NDS Authentificatie...........................................................38 NDS-verificatie...................................................................24 Notes verificatie.................................................................38 Notes-verificatie.................................................................24 Windows Authentificatie (native).....................................37 Windows Authentificatie (NT compatibel)......................37 Windows-verificatie (native).............................................23 Windows-verificatie (NT compatibel)..............................23
76
NL NL
M371-8605B
© 2009, 2010
Installatiehandleiding
M371-8605B
NL
NL