20112013
Leerlingenstatuut Scholengemeenschap de Grundel Vastgesteld in vergadering centrale directie, 06-09-2012 Instemming leerlinggeledingCMR, 18-09-2012 Advies ouder- en personeelsgeleding CMR, 18-09-2012
[LEERLINGENSTATUUT]
Het leerlingenstatuut is een soort wetboek waarin alle rechten en plichten van de scholieren van Scholengemeenschap De Grundel staan.
INLEIDING Het leerlingenstatuut, wat moet je ermee? Een leerlingenstatuut is een soort wetboek waar alle rechten en plichten van scholieren per school duidelijk instaan. In het wetsvoorstel dat in 1992 door de Eerste en Tweede kamer is goedgekeurd, worden vier dingen genoemd die in ieder geval in het leerlingenstatuut moeten staan. Dat zijn de volgende vier onderwerpen: • De handhaving van een goede gang van zaken op school • De regeling van geschillen (verschillen van mening) • Bescherming van persoonlijke gegevens (privacyrechten) • De wijze waarop het schoolbestuur zorg draagt voor de kwaliteit van het onderwijs Iedere school mag zelf bepalen op welke manier ze voldoet aan deze voorwaarden. Het statuut is een belangrijke houvast voor een goede sfeer op school. Een leerlingenstatuut schept duidelijkheid over de positie van leerlingen op school. Vaak worden hierdoor conflicten en meningsverschillen voorkomen. Als er toch een conflict is, kun je meestal de oplossing vinden in het statuut. Bovendien zorgt het statuut ervoor dat iedereen gelijke rechten heeft: niemand kan een voorkeursbehandeling krijgen volgens het statuut. Elke twee jaar wordt het leerlingenstatuut vernieuwd. Tussentijds kunnen ook nog wijzigingen worden aangebracht. Staan er volgens jou dingen in die niet (meer) kloppen, of zinsconstructies waar je echt niet uitkomt? Zoek dan een klasgenoot of medeleerlingen op die in het Leerlingenplatform of in de Medezeggenschapsraad zit. Als het een belangrijke wijziging is, dan kan dit tussentijds veranderd worden in het statuut en zo niet, dan wordt aan het eind van de periode de wijziging aangebracht.
Pagina 1 van 21
INHOUD BEGRIPPEN A. ALGEMEEN 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Betekenis Doel Procedure Geldigheidsduur Toepassing Publicatie
B. ALGEMENE RECHTEN EN PLICHTEN 1. 2. 3. 4. 5.
Verantwoordelijkheid Gedrag Onderwijssituatie Regels Respect
C. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS 1. 2. 3.
Onderwijs Klachten Het volgen van onderwijs door de leerlingen
D. DE DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN 1. 2. 3. 4. 5.
Aanwezigheid Het gedrag Huisregels Schaderegelingen Veiligheid
E. SCHOOLWERK EN TOETSING 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Het (huis)werk Toetsing Cijfers Rapport Fraude Bevordering en keuze van het onderwijs Schoolexamens en centrale examens
F. DE GRONDRECHTEN 1. 2. 3. 4.
De vrijheid van meningsuiting Vrijheid van uiterlijk Vrijheid van vergadering Het recht op privacy
G. TOELATING 1.
Toelatingsbeleid
1. 2. 3. 4. 5.
De bevoegdheden De maatregelen Schorsing Verwijdering Verwijdering op grond van leerprestatie
H. SANCTIES
Pagina 2 van 21
I. HET INDIENEN VAN EEN KLACHT 1.
Klachtenregeling
1.
Slotbepaling
J. SLOTBEPALING
Pagina 3 van 21
BEGRIPPEN In dit statuut wordt bedoeld met: Leerlingen
•
Ouders Docent
• •
Mentor
•
Onderwijsondersteunend personeel (OOP)
•
Schoolleiding Directeur Centrale directie
• • •
Personeelsleden
•
Leerlingenplatform/-raad/-klankbordgroep
•
Centrale medezeggenschapsraad (CMR)
•
Geleding PTA Vrijwilliger
• • •
Alle leerlingen die op school staan ingeschreven. Ouders, voogden en feitelijke verzorgers Personeelsleden met een onderwijstaak (incl. stagiaires van de lerarenopleiding). Docent, aangewezen om een leerling of groep leerlingen gedurende het schooljaar te begeleiden (studievoortgang, sociaalemotionele ontwikkeling, keuzeprocessen). Personeel met andere taken dan lesgeven zoals conciërges, toezichthouders, zorgfunctionarissen. De directeur samen met de teamleiders. Eindverantwoordelijke van een entiteit. Bevoegd gezag van Scholengemeenschappen Twickel en De Grundel. De aan de school verbonden schoolleiding, docenten, mentoren en OOP. Een uit en door de leerlingen gekozen groep, die de belangen van leerlingen behartigt. Het wettelijk orgaan waarin personeel, ouders en leerlingen zijn vertegenwoordigd ten behoeve van overleg en medezeggenschap. Een groepering binnen de school. Programma van toetsing en afsluiting. Iemand die uit vrije wil werkzaamheden verricht, buiten een vast dienstverband.
Pagina 4 van 21
A. ALGEMEEN A1. Betekenis Een leerlingenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van een leerling en tevens een overzicht van de rechten en plichten van andere leden van de scholengemeenschap jegens de leerling. A2. Doel Een leerlingenstatuut biedt de mogelijkheid de rechtspositie van leerlingen te verduidelijken en te verbeteren. Het leerlingenstatuut werkt op 3 manieren: 1. Probleemvoorkomend 2. Probleemoplossend 3. Willekeur uitsluitend A3. Procedure Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door de centrale directie en behoeft de instemming van dat deel van de CMR dat uit en door de leerlingen is gekozen. A4. Geldigheidsduur Het leerlingenstatuut wordt voor een periode van twee schooljaren vastgesteld door de centrale directie. Daarna wordt het opnieuw besproken in alle geledingen en weer, al dan niet gewijzigd of aangevuld, voor een periode van twee schooljaren vastgesteld. Indien geen bespreking plaatsvindt, wordt het leerlingenstatuut geacht opnieuw voor twee schooljaren te zijn vastgesteld, maar het moet wel opnieuw worden goedgekeurd door de CMR. A5. Toepassing Het leerlingenstatuut is bindend voor: • De leerlingen • De ouders • De docenten • Het onderwijsondersteunend personeel • Vrijwilligers • De schoolleiding Dit geldt behoudens wettelijk vastgestelde bevoegdheden en reglementen.
Pagina 5 van 21
A6. Publicatie Het leerlingenstatuut wordt op school gepubliceerd, op de website van de school gezet en kan bij de teamleiders worden opgevraagd.
Pagina 6 van 21
B. ALGEMENE RECHTEN EN PLICHTEN VAN EEN LEERLING B1. Verantwoordelijkheid De leerlingen genieten de rechten en zijn gehouden aan de plichten die voortvloeien uit het feit dat ze als leerling ingeschreven staan bij de school. Bij minderjarigheid worden de ouders aangesproken op hun verantwoordelijkheden ten aanzien van de school. B2. Gedrag De leerlingen houden in hun gedrag en uitlatingen rekening met de grondslag en doelstellingen van de school. B3. Onderwijssituatie De leerlingen en personeelsleden hebben ten opzichte van elkaar de plicht te zorgen voor een werkbare situatie, waarin goed onderwijs gegeven en gevolgd kan worden. B4. Regels De leerlingen houden zich aan de regels die gelden in de school en op het terrein van de school. De geldende regels staan op de website van de school. B5. Respect De leerlingen en het personeel zijn respect verschuldigd aan elkaar en aan alle personen in de school. Dit zelfde geldt voor elkaars bezittingen.
Pagina 7 van 21
C. KWALITEIT VAN HET ONDERWIJS C1. Onderwijs De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om behoorlijk onderwijs te geven. Het gaat hierbij om zaken als: • Redelijke verdeling van de lesstof over de lessen • Goede presentatie en duidelijke uitleg van de stof • Recht op begeleiding • Kiezen van geschikte schoolboeken • Aansluiting van het opgegeven (huis)werk bij de behandelde lesstof • Benadering in schooltijd • Beoordeling van de leerling zonder onderscheid naar sekse, ras, afkomst, levensovertuiging of seksuele voorkeur. C2. Klachten Alle klachten lopen via een vastgestelde procedure, die beschreven staat in de klachtenregeling (zie H1). Als een docent naar het oordeel van een leerling of een groep leerlingen zijn taak niet op een behoorlijke wijze vervult, dan moet(en) de leerling(en) daarover eerst de leraar in kwestie aanspreken. De betrokken leraar reageert binnen 5 werkdagen. De leerling kan dit ook met zijn/haar mentor bespreken. Is het probleem daarmee nog niet opgelost, dan kan dat door de leerling(en) aan de orde worden gesteld bij de teamleider. De teamleider handelt de klacht af volgens de voorgeschreven procedure (zie H1. Klachtenregeling). C3. Het volgen van onderwijs door de leerlingen De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken. Een leerling die een goede voortgang van de les verstoort of hindert kan door de docent verplicht worden de les te verlaten. Een leerling die verwijderd is, dient zich meteen te melden bij zijn/haar teamleider of een door de schoolleiding hiertoe aangewezen persoon of instantie. Als deze afwezig is meldt de leerling zich bij (een andere) teamleider. Als een leerling regelmatig de les dusdanig verstoort dat er verwijdering uit de les volgt, dan kan een teamleider de leerling verbieden voor een bepaalde periode de desbetreffende lessen te volgen. Vanzelfsprekend wordt bij minderjarige leerlingen hierover contact opgenomen met de ouder(s)/verzorger(s).
Pagina 8 van 21
D. DE DAGELIJKSE GANG VAN ZAKEN D1. Aanwezigheid Leerlingen zijn verplicht de lessen te volgen of zelfstandig te studeren volgens het voor hen op dat moment geldende rooster, tenzij er een andere regeling is getroffen. Leerlingen kunnen bij de teamleider wijzigingen in het rooster voorstellen. Tijdens de pauzes, roostervrije uren en lesuitval morgen de leerlingen alleen in de daarvoor aangegeven ruimten verblijven. De leerlingen van de eerste en tweede klas mogen het schoolterrein niet verlaten, tenzij anders geregeld. De overige leerlingen mogen het schoolterrein wel verlaten, tenzij anders geregeld. Leerlingen mogen op geen enkele manier lessen en werkzaamheden binnen de school verstoren. De leerlingen dienen voor het volgen van de lessen op tijd aanwezig te zijn in de op hun rooster vermelde les-/werkruimte, tenzij anders aangegeven door hun docent of op de roosterwijzigingen. Een leerling die niet op tijd aanwezig is, dient zich te melden als ‘te laat’ bij de conciërge. D2. Het gedrag De leerlingen gedragen zich in de school en op het schoolterrein volgens de geldende schoolregels. Deze zijn te vinden op de website van de school. Een leerling die zich schuldig maakt aan wangedrag in de school of op het schoolterrein, of die door zijn gedrag een nadelige invloed uitoefent op de medeleerlingen, kan van school worden verwijderd. Zie hiervoor het leerlingenstatuut, H3 t/m H5. In het schoolgebouw en op het schoolterrein mag niet gerookt worden, behalve op de daarvoor ingerichte plekken. In de school en op het schoolterrein mogen leerlingen geen alcoholhoudende drank, drugs, vuurwerk, slag-/steek-/vuurwapens of zich daarvoor lenende voorwerpen gebruiken of bij zich dragen. In het geval een leerling betrapt wordt op het bezit van deze zaken, dan vindt aangifte bij de politie plaats en kan een leerling van school verwijderd worden. D3. Huisregels Op school zijn speciale huisregels opgesteld. Deze worden aan alle leerlingen gegeven aan het begin van het schooljaar. Deze regels mogen niet in strijd zijn met het leerlingenstatuut. Tijdens de lestijden mogen met mobiele communicatieapparatuur geen opnamen worden gemaakt, tenzij hier uitdrukkelijk toestemming voor is gegeven. Bij onrechtmatig gebruik tijdens de lestijden zal de apparatuur worden ingenomen, bij de eerste keer één (1) dag, bij herhaling meerdere dagen. Bij gebruik buiten de lestijden geldt dat bij misbruik op school of later via de websites passende maatregelen getroffen zullen worden als de privacy van leerlingen of personeelsleden van de school dan wel de naam van de school geschonden wordt. De maatregelen kunnen afhankelijk van de zwaarte van het delict variëren van schorsing tot verwijdering van school.
Pagina 9 van 21
D4. Schaderegelingen Ten aanzien van de aansprakelijkheid bij, door of aan leerlingen aangebrachte schade, gelden de hierop betrekking hebbende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. De ouders van een minderjarige leerling die schade heeft veroorzaakt worden hiervan door de school op de hoogte gebracht. Tevens kunnen zij voor de geleden schade aansprakelijk worden gesteld. De meerderjarige leerling wordt persoonlijk aansprakelijk gesteld. De schoolleiding kan maatregelen treffen tegen een leerling die opzettelijk schade toebrengt aan de eigendommen van de school of van een medeleerling. De directeur kan voorschriften uitvaardigen en maatregelen treffen die de schade aan bezittingen van de school en van derden mogelijk beperkt. Ten behoeve van elke leerling wordt door de school een Ongevallen- en WA-verzekering afgesloten. Deze verzekering is aanvullend op de voor de leerlingen al bestaande verzekering. D5. Veiligheid De leerlingen gedragen en kleden zich in de school naar de gegeven veiligheidsvoorschriften en wel zodanig dat de veiligheid van henzelf en anderen maximaal gewaarborgd is.
Pagina 10 van 21
E. SCHOOLWERK EN TOETSING E1. Het (huis)werk De leerlingen hebben recht op een evenwichtige verdeling van het (huis)werk over de week en het jaar. De leerlingen zijn verplicht het opgegeven (huis)werk te maken. De leerling die om enige reden het (huis)werk niet gemaakt of geleerd heeft, meldt dit aan het begin van de les aan de docent onder vermelding van de reden. Indien de docent de reden niet aanvaardbaar acht, kan hij een passende maatregel opleggen. Is de leerling het daar niet mee eens, dan kan deze in beroep gaan bij de teamleider. E2. Toetsing De toetsing van de vorderingen van de leerlingen kan geschieden op de volgende wijzen: • Overhoringen (mondelinge en/of schriftelijke) • Proefwerken • Werkstukken/verslagen, handelingsdelen en andere praktische toetsing • Presentaties • Gesprekken en/of werkstukken naar aanleiding van verslagen en gelezen boeken Een overhoring betreft de lesstof van een les of enkele lessen en kan zonder vooraankondiging gehouden worden. Voordat een niet aangekondigde overhoring wordt afgenomen hebben de leerlingen het recht de docent kort vragen te stellen over de stof van de overhoring. Een proefwerk wordt minstens vijf schooldagen tevoren opgegeven. Een leerling mag maximaal twee proefwerken per schooldag krijgen. Bij een proefwerkweek, herkansing/inhaling mag van deze regel worden afgeweken. Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de leerstof en het proefwerk. De vorm en de stofomvang van het proefwerk moet tevoren duidelijk zijn. De sanctie van het op heterdaad betrapt worden op elke vorm van fraude moet tevoren duidelijk zijn. E3. Cijfers Van een overhoring, proefwerk en werkstuk moet tevoren duidelijk zijn hoe zwaar het cijfer meeweegt bij het vaststellen van een rapportcijfer. De docent moet de uitslag van een proefwerk of overhoring binnen tien schooldagen bekend maken, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen, dit ter beoordeling van de teamleider. Een proefwerk of overhoring die voortbouwt op een vorig proefwerk of overhoring kan slechts worden afgenomen als het vorige proefwerk of overhoring is besproken en de cijfers bekend zijn. Een leerling heeft het recht op inzage en bespreking van de toets binnen drie weken nadat het cijfer bekend is gemaakt. De normen van de beoordeling van een toetsing worden door de docent van te voren meegedeeld en eventueel toegelicht. De normen voor de beoordeling worden zoveel mogelijk in gezamenlijk overleg in de vaksectie vastgesteld.
Pagina 11 van 21
Van werkstukken, presentaties en gesprekken dient van tevoren bekend te zijn aan welke normen dit moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en welke sancties er staan op het niet of te laat verzorgen respectievelijk inleveren ervan. Wie het niet eens is met de beoordeling van een toetsing, tekent binnen twee dagen bezwaar aan bij de docent. Is het bezwaar gegrond, dan zal er naar een passende oplossing gezocht moeten worden, eventueel door middel van overleg met een andere vakdocent. Bij blijvend verschil van menig beslist de teamleider. De leerling die met een voor de docent of schoolleiding aanvaardbare reden niet heeft deelgenomen aan een toetsing heeft het recht alsnog aan de toetsing deel te nemen. Specifieke informatie over de regeling cijfergeving/toetsbeleid en informatie over de rapportage van cijfers kan gevonden worden opgevraagd worden bij de teamleider(s) op school. E4. Rapport Een rapport geeft de leerling en de ouders een overzicht van de prestaties voor alle vakken over een bepaalde periode. Het rapport is gericht aan de leerlingen en de ouders. Bij meerderjarigheid is het rapport alleen gericht aan de leerling. Een trimestercijfer/kwartielcijfer is gebaseerd op het aantal cijfers dat minimaal gelijk is aan het aantal wekelijkse lesuren. Bij vakken die voor één uur per week ingeroosterd staan, geldt dat het trimestercijfer/kwartielcijfer gebaseerd moet zijn op minimaal twee cijfers. Voor bepaalde vakken kan de schoolleiding besluiten af te wijken van deze regel. E5. Fraude Als een leerling zich ten aanzien van een vorm van toetsing schuldig maakt aan fraude, worden de volgende maatregelen genomen door de docent: a) Het toekennen van het cijfer één voor de desbetreffende toets b) De leerling heeft het recht om, met goede redenen, een verzoek in te dienen om de toets opnieuw te maken. De docent behoudt altijd het recht om dit verzoek, eveneens met goede redenen, af te wijzen. c) In het geval de leerling wordt toegestaan de toets over te maken, telt het hiervoor behaalde cijfer mee, en niet de onder lid a) toegekende één. d) Indien de leerling het met lid b) niet eens is, kan hij/zij in beroep gaan bij de teamleider E6. Bevordering en keuze van onderwijs De normen waaraan een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar dienen aan het begin van het schooljaar, uiterlijk 1 oktober, te worden aangegeven. Zie hiervoor de ‘overgangsnormen’ van de betreffende leerjaren/-wegen. Deze worden gepubliceerd op de website van de school. Voor een leerling die in de loop van het cursusjaar van onderwijssoort verandert, dient duidelijk te zijn op welke wijze zijn/haar rapportcijfers tot stand komen, welke overgangsnormen worden gehanteerd en welke procedure wordt gevolgd. De leerling kan zijn keuze voor een bepaald profiel of een bepaalde samenstelling van zijn vakkenpakken kenbaar maken. Met deze voorkeur zal bij de toelating tot een bepaald profiel of bij de toetsing van een bepaald vakkenpakket rekening worden gehouden.
Pagina 12 van 21
De leerling, en bij minderjarigheid zijn ouders, kan/kunnen bezwaar aantekenen bij de directeur over zijn/haar bevordering. De directeur beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. De directeur kan zich over het bezwaarschrift eerst uitspreken nadat de leerlingen en bij minderjarigheid diens ouders zijn gehoord. E7. Schoolexamens en centrale examens Aan het begin van elk examenjaar, vóór 1 oktober, wordt aan de leerlingen van de examenklassen het programma van toetsing en afsluiting bekend gemaakt. Dit PTA bevat regels over de manier van toetsing van de opgedane kennis en vaardigheden van de leerling en ook over de manier waarop de cijfers van de schoolexamens worden vastgesteld. De schoolleiding stelt een examenreglement vast. Dit reglement bevat regels over de manier waarop de verschillende examens worden afgenomen, de manier waarop de cijfers worden vastgesteld, de regels over verzuim bij examens, examenfraude, herkansingen en over de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen beslissingen over het examen. Het volledige reglement kan bij de teamleider worden opgevraagd en/of gevonden worden op de elektronische leeromgeving.
Pagina 13 van 21
F. DE GRONDRECHTEN F1. Vrijheid van meningsuiting Iedere leerling heeft op school de vrijheid om zijn mening verbaal of schriftelijk te uiten indien de grondslag en de doelstellingen van de school gerespecteerd worden. Leerlingen moeten elkanders mening respecteren, evenals de mening van docenten en anderen. Iedere leerling die zich door een ander beledigd of gediscrimineerd voelt, kan een klacht indienen bij de teamleider. Een derde die het voorval heeft meegemaakt kan ook een klacht indienen. De teamleider handelt de klacht af conform de voorgeschreven procedure (zie H1. Klachtenregeling). F2. Vrijheid van uiterlijk De schoolleiding kan bepaalde kleding verplicht stellen wanneer deze vanwege bepaalde gebruikseisen en/of veiligheidseisen noodzakelijk is. Tijdens de praktijklessen is het dragen van voorgeschreven werkkleding verplicht. In de schoolregels per vestiging is omschreven welke voorschriften gelden. Tijdens de lessen lichamelijke opvoeding is het verplicht een wit T-shirt en een goed zittende korte sportbroek te dragen, er mag van deze regel afgeweken worden wanneer de les lichamelijke opvoeding buiten plaatsvindt. Het is niet toegestaan kleding te dragen met een discriminerende of godsdienstig kwetsende uitstraling. Het is ook niet toegestaan aanstootgevende kleding te dragen. De schoolleiding kan daartoe maatregelen nemen. Het is niet toegestaan kleding te dragen die de normale communicatie tussen mensen belemmert, bijvoorbeeld gezichtsbedekkende kleding. F3. Vrijheid van vergadering Binnen school wordt ruimte beschikbaar gesteld voor bijeenkomsten van leerlingen, als deze naar het oordeel van de teamleider en de betrokken leerlingen in het belang is van de school en als er op dat moment ruimte beschikbaar is binnen de school. De leerlingen zijn verplicht de gebruikte ruimte weer in oorspronkelijke staat achter te laten. Voor eventuele schade, in welke vorm dan ook, zijn de gebruikers van de ruimte verantwoordelijk en aansprakelijk. Als er schade in de ruimte wordt geconstateerd voordat gebruik wordt gemaakt van de ruimte dan dient dit gemeld te worden aan de teamleider en/of de conciërge. Anderen dan leerlingen worden alleen toegelaten op een bijeenkomst van leerlingen als leerlingen en de teamleider dat toestaan. De teamleider kan in het belang van de school de voorwaarde stellen dat een lid van het personeel aanwezig is. F4. Het recht op privacy Van alle leerlingen zijn door de school gegevens geregistreerd in de leerlingenadministratie. Het betreft hier de gegevens die voor de school van belang zijn. De betrokken leerling en indien minderjarig ook zijn/haar ouders of verzorgers, kunnen deze gegevens inzien en indien nodig vragen deze te wijzigen of te verbeteren. De leerlingenadministratie valt onder verantwoordelijkheid van de schoolleiding. Ze is alleen toegankelijk voor degenen die daarvoor van de schoolleiding toestemming hebben gekregen. De gegevens van leerlingen worden alleen aan anderen verstrekt als dit in belang Pagina 14 van 21
is van het onderwijs aan de betrokken leerling of als er een wettelijke verplichting voor bestaat, of met toestemming van de betrokken leerling en in het geval van minderjarige leerlingen van zijn/haar ouders of verzorgers. De leerling is gerechtigd aan een of meer personeelsleden vertrouwelijke gegevens te verstrekken. Het betreffende personeelslid is gerechtigd bedoelde gegevens vertrouwelijk te houden, behoudens en voor zover enig wettelijk voorschrift het tot melding verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit (seksueel misbruik, seksuele intimidatie).
Pagina 15 van 21
G. TOELATING G1. Toelatingsbeleid Het toelatingsbeleid van scholengemeenschap De Grundel staat op www.grundel.nl onder organisatie/toelatingsbeleid.
Pagina 16 van 21
H. SANCTIES H1. De bevoegdheden De leerling die de op school geldende regels niet nakomt, kan een straf worden opgelegd. Deze straf kan worden opgelegd door een lid van het onderwijsondersteunend personeel, een docent, de teamleider of de directeur. Meent de leerling ten onrechte of onredelijk zwaar te zijn gestraft dan kan hij zich wenden tot de teamleider die in overleg met het personeelslid die de straf heeft opgelegd uiteindelijk beslist. H2. De maatregelen Bij het opleggen van een straf moet er een redelijke verhouding bestaan tussen de soort straf en de ernst en aard van de overtreding. Bovendien moet er duidelijk zijn voor welke overtreding er een maatregel getroffen wordt. Bij de praktische uitvoering van de straf wordt er rekening gehouden met de mogelijkheden van de leerling, maar leerlingen moeten tijdens de lesdagen beschikbaar zijn, gedurende de lestijden. De volgende maatregelen kunnen aan leerlingen worden opgelegd: • Eerder op school komen • Een berisping • Het schrijven van strafwerk • Nablijven of terugkomen • Uit de les verwijderd worden • Gemiste lessen inhalen • Het opruimen van gemaakte rommel • Corveewerkzaamheden uitvoeren die in relatie staan tot het gebruik van het schoolgebouw door leerlingen. • Het ontzeggen van de toegang tot een of meer lessen voor een bepaalde tijd • Schorsing • Het definitief van school verwijderd worden Een leerling die herhaaldelijk de in school geldende regels overtreedt of zich ernstig misdraagt, kan door de schoolleiding worden geschorst of definitief van school verwijderd worden. Dit is geregeld in het leerlingenstatuut, H3 t/m H5. Een directeur kan een leerling met opgave van redenen ten hoogste voor een periode van vijf schooldagen schorsen. Dit is geregeld in het het leerlingenstatuut, H3 t/m H5. H3. Schorsing De schoolleiding kan een leerling met opgave van redenen voor een periode van ten hoogste vijf schooldagen schorsen. Het besluit tot schorsing dient schriftelijk aan de leerling, en indien deze nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt, ook aan zijn ouders te worden medegedeeld De directeur stelt de centrale directie en de onderwijsinspectie van een schorsing voor een periode langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis.
Pagina 17 van 21
H4. Verwijdering 1. De centrale directie kan besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling en stelt de leerling, en indien de leerling nog niet de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt zijn ouders, in de gelegenheid hierover te worden gehoord. Een leerling wordt op grond van onvoldoende vorderingen niet in de loop van een schooljaar verwijderd. 2. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de inspectie. Hangende dit overleg kan de desbetreffende leerling worden geschorst. 3. Indien het een leerplichtige leerling betreft kan definitieve verwijdering niet geschieden dan nadat de leerling de toezegging heeft gekregen dat hij elders wordt toegelaten of nadat hij van de leerplicht is vrijgesteld. 4. De centrale directie stelt de onderwijsinspectie en het College van Bestuur van een definitieve verwijdering schriftelijk en met opgave van redenen in kennis. 5. Het besluit tot definitieve verwijdering van een leerling wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de leerling, en indien deze nog niet de leeftijd van 21 jaar heeft bereikt aan zijn ouders, medegedeeld waarbij tevens de inhoud van H4.5. en H4.6. wordt vermeld. 6. Binnen zes weken kunnen belanghebbenden bezwaar maken bij het College van Bestuur. 7. Het College van Bestuur beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift, doch niet eerder dan nadat de leerling, en indien deze nog niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt ook zijn ouders, in de gelegenheid zijn gesteld te worden gehoord en kennis heeft/hebben kunnen nemen van de op het besluit betrekking hebbende adviezen of rapporten. 8. Het College van Bestuur kan de desbetreffende leerling, gedurende de behandeling van het bezwaar tegen een definitieve verwijdering de toegang tot de school ontzeggen. H5. Verwijdering op grond van leerprestatie 1. Voor een leerling in het havo en vwo is wettelijk bepaald dat een leerling over de eerste 3 jaren maximaal 5 jaar mag doen. Een leerling mag op één schooltype (vmbo, havo, vwo) niet langer dan twee jaar in hetzelfde leerjaar onderwijs volgen. Een leerling mag in geval van het doubleren in twee achtereenvolgende schooljaren niet langer onderwijs volgen op dit schooltype. 2. De beslissing dat de leerling het desbetreffende schooltype moet verlaten wordt schriftelijk door de teamleider aan de leerling of bij minderjarigheid aan diens ouders meegedeeld. De leerling of bij minderjarigheid diens ouders kan/kunnen binnen zes weken na dagtekening van de zojuist genoemde beslissing aan de directeur schriftelijk om herziening van de beslissing vragen. De directeur neemt zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het verzoek, desgewenst na overleg met deskundigen, een beslissing op het verzoek om herziening. De directeur kan zich over dit verzoek pas uitspreken nadat de leerling, en indien deze minderjarige is ook zijn ouders,
Pagina 18 van 21
zijn gehoord en deze inzage hebben gehad in alle desbetreffende informatie, die tot het besluit heeft geleid. 3. Het is niet toegestaan een leerling in de loop van het schooljaar op grond van onvoldoende leerprestaties van school of naar een andere afdeling te sturen, ook niet na een keer zittenblijven van de leerling. De teamleider kan aan een leerling wel een advies geven zich voor een andere school of andere afdeling in te schrijven. 4. De leerling en bij minderjarigheid zijn ouders kan/kunnen binnen zes weken na dagtekening van de beslissing vermeld bij H2.2. bezwaar aantekenen bij de centrale directie. De centrale directie beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift. De centrale directie kan zich over het bezwaarschrift eerst uitspreken nadat de leerling, en indien deze minderjarig is ook zijn ouders, zijn gehoord en deze inzage hebben gehad in alle terzake uitgebrachte adviezen en rapporten.
Pagina 19 van 21
I. HET INDIENEN VAN EEN KLACHT I1. Klachtenregeling De school wil een veilige leer- en leefomgeving bieden. Door het bestuur van de Stichting Carmelcollege is in een Klachtenregeling onderwijs en een Protocol bij behandeling van seksueel misbruik en seksuele intimidatie voorzien en is een klachtencommissie ingesteld. De Klachtenregeling kan gevonden worden op de website van de Grundel (www.grundel.nl).
Pagina 20 van 21
J. SLOTBEPALING J1. Slotbepaling In alle gevallen waarin dit statuut niet voorziet en voor zover het de rechten en plichten van de leerlingen betreft, beslist de voorzitter van de centrale directie.
Pagina 21 van 21