Koninklijk Legermuseum Brussel
v
N
Je merkt het meteen: het Legermuseum is immens! Je kunt er zo’n tiental verschillende afdelingen bezoeken. Het wordt je niet echt gemakkelijk gemaakt: de zalen puilen uit en de vitrinekasten zijn van onder tot boven gevuld.Tenzij je hier een legertent voor de nacht wilt opslaan, zal je keuzes moeten maken uit dit immense aanbod. Waar gaat jouw interesse naar uit? Ben je een wapenkenner of een echte historicus in spe? Misschien ben je wel modegevoelig of geïnteresseerd in kunst? Word je geboeid door technologie of schuilt er in jou een heuse royalty watcher? Ben je de man/vrouw van het grote overzicht, of zoek je het meer in de details? Wat je antwoord op deze vragen ook is, je zult zeker je gading vinden in de rijke collecties van dit museum! In ieder hoekje valt wel een ontdekking te doen. Laat je leiden door je interesses, je karakter en je persoonlijkheid. Met zes jongeren kozen wij een aantal voorwerpen uit dit museum. Objecten die ons intrigeren, aanspreken, verbazen en/of doen lachen. Samen vormen ze een subjectief parcours, kriskras door het museum. Aan jou om ze te ontdekken en er je eigen verhaal bij te verzinnen. Hippe militairen, een fitnessende koning, grappende geallieerden en een mannelijke tank! Ben je nu al benieuwd? Let’s go!
3
HET BELGISCHE BEGIN Hoeveel weet de gemiddelde Belg eigenlijk over de Belgische revolutie? “In 1830 was dat zeker?” “Was dat tegen de Fransen of tegen de Nederlanders?” Voor we aan een eventuele nieuwe “revolutie” zouden beginnen, kunnen we misschien toch eerst iets leren over de Belgische. Ja, het was in 1830 en neen, het was niet tegen de Fransen. Tussen 1815 en 1830 vormen Nederland en België één land onder dezelfde koning, Willem I van Oranje-Nassau. De verschillen tussen beide landen zijn echter groot en de Belgen zijn ontevreden met de autoritaire regeerstijl van de koning. Onder andere de taaldwang wordt de koning niet in dank afgenomen. Willem I legt het Nederlands op als enige taal voor bestuur en rechtspraak in Vlaanderen. Dat zorgt voor de nodige weerstand in het Franstalige Zuiden van België en bij de Vlaamse bourgeoisie, die hoofdzakelijk Frans spreekt.
v 4
Op 25 augustus 1830 wordt in de Brusselse Muntschouwburg de opera “De Stomme van Portici” opgevoerd. Ironisch genoeg wordt de voorstelling georganiseerd om de verjaardag van de koning te vieren. Centraal staat een historische opstand in Napels tegen de Spaanse overheersing. Het verhaal zet het aanwezige publiek in rep en roer. Na de voorstelling lopen ze de straat op om er de massa op te hitsen. In de weken en maanden die volgen zullen de Belgen strijd leveren met de Hollandse soldaten. Vooral in en rond het Warandepark wordt heftig strijd geleverd. Pas op 4 oktober 1830 roept het tijdelijk bestuur de onafhankelijkheid van België uit. De volgende objecten vertellen het verhaal van de revolutie. Coralie Legrand, 22
Spiegel stukgeschoten tijdens de Septemberdagen 1830.
5
V-day Aanplakbrieven waren zo’n beetje het internet avant-la-lettre. Het was de snelste manier om informatie te verspreiden. Zeker in oorlogstijden bewezen de affiches hun nut: ze wakkerden het nationaal bewustzijn aan en hadden vaak propagandadoeleinden. Deze aanplakbrief verspreidt het nieuws van de terugtrekking van de Hollandse troepen uit Brussel op 27 september 1830. In 1991 koos de Franstalige gemeenschap van België deze heuglijke dag als hun officiële feestdag. De Vlamingen gingen het wat verder terug in de tijd zoeken, namelijk 1302. Op 11 juli van dat jaar versloegen de milities van de Vlaamse steden en gemeenten het Franse leger tijdens de Guldensporenslag.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wordt België een onafhankelijk land? Een rechtstreekse getuige van die revolutionaire septemberdagen is deze spiegel. Hij wordt tijdens de onlusten kapot geschoten en vervolgens bijgehouden als souvenir. Wie weet was de Belgische man of vrouw voor de spiegel wel deze populaire tongtwister aan het oefenen: ‘WIJ WILLEN WILLEM WEG, WILDE WILLEM WIJZER WORDEN, WIJ WILLEN WILLEM WEER!’. Het gaat hier natuurlijk over Willem I, de Nederlandse vorst die dankzij zijn autoritaire regeerstijl allesbehalve populair was in Belgische gebieden. Wie slaagt erin dit zinnetje foutloos te scanderen? Oh en vervang ‘Willem I’ gerust door de naam van de politicus die u momenteel het meeste irriteert.
WIJ WILLEN WILLEM WEG, WILDE WILLEM WIJZER WORDEN, WIJ WILLEN WILLEM WEER! Een aanplakbiljet met het bericht van de aftocht van de Hollandse troepen en de overwinning in Brussel, 27 september 1830.
6
7
WARANDE EN WAPPERS: getuigen van de septemberrevolutie
De opstoten die in augustus in Brussel begonnen waren, krijgen in september steeds meer een gewelddadig karakter. Op 23 september trekt het Hollandse regeringsleger, onder aanvoering van prins Frederik ( de zoon van koning Willem I) Brussel binnen. Ze stellen zich op in het Warandepark. De Brusselaars krijgen echter hulp van verschillende kanten: idealisten komen uit het hele land, Luik stuurt gewapende versterking en ook uit het buitenland komt hulp. In Frankrijk wordt het ‘Légion Belge Parisienne’ opgericht, een leger van vrijwilligers dat met privé-steun gefinancierd wordt (de Franse regering steunde dit initiatief natuurlijk met hoop op eventuele landsuitbreiding). Hoe het afloopt valt al te raden: na vier dagen strijd moet het Nederlandse leger in de nacht van 26 op 27 september opbreken. De scheiding wordt steeds concreter. De cruciale gevechten in het Warandepark zijn op deze gravure afgebeeld. Toch iets om aan te denken als je nog eens door dit park wandelt. En als je dan toch bezig bent, wandel dan zeker ook eens langs het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten. Daar hangt immers een schilderij dat de sfeer tijdens die Septemberdagen mooi weergeeft. De Belgische regering bestelde het in 1835 bij de Antwerpse schilder Gustaaf Wappers. Het immense doek (4,4m x 6,6m) moest de Belgische nationalistische gevoelens aanwakkeren. Centraal in het tafereel staat de Belgische driekleur omringd door mensen die strijden voor hun vaderland. Ook de schilder zelf is aanwezig op het schilderij. Hij beeldt zichzelf af met een lans op de schouder terwijl hij met zijn vinger naar een kist wijst waarop zijn initialen staan. Schilderij van Gustaaf Wappers, ‘Tafereel van de Septemberdagen 1830 op de Grote Markt te Brussel’. © Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel. [Grafisch Buro Lefevre, Heule].
8
9
THE MILITARY LOOK mode en het leger De stoere soldaat en de creatieve couturier. Op het eerste gezicht hebben zij niets met elkaar te maken. En toch, als je even rondkijkt in het legermuseum waan je je soms in een modemuseum. Er zijn hier immers honderden verschillende uniformen te ontdekken.Voor elke nationaliteit, periode, rang en functie heeft men een andere tenue. Het woord uniform komt van het Latijnse ‘uniformis’ wat eenvormig betekent. Daarmee bedoeld men dat alle leden van de organisatie dezelfde kleding dragen en zich daardoor kenbaar maken als lid van de organisatie. Toch kreeg het uniform in de loop van de geschiedenis ook heel wat andere functies, waardoor het er steeds anders ging uitzien. De Romeinse legioenen droegen reeds min of meer gestandaardiseerde kledij en wapenuitrusting. Ook de hiërarchie werd in die tijd al in de verf gezet: seniors droegen een witte mantel en pluimen, de centurion onderscheidde zich met een kam op zijn helm en met borstornamenten. In de middeleeuwen was van een uniform dan weer amper sprake, soldaten waren herkenbaar via de kleuren en patronen op hun schild. Pas in de 17de eeuw werden uniformen echt de norm, het Franse leger nam hierin het voortouw. De stijl van de militaire uniformen varieerde met de status en het imago van het leger doorheen de jaren.
De Belg Charles de Merode vocht als soldaat om de Pauselijke Staten te verdedigen.
10
11
In de 18de eeuw bestond het militaire uniform in Europa uit een gestandaardiseerde versie van de burgerkledij: een vest, een broek, een lange jas en een hoed. De verschillende Europese legers zagen er op dat moment zeer gelijkend uit. Het onderscheid werd enkel gemaakt via de (meestal opvallende) kleuren: rood in Groot-Brittannië, licht grijs en wit in Frankrijk, groen in Rusland, etc ... Zeer regelmatig werden er veranderingen doorgevoerd en kreeg het hele leger een nieuw uniform. Voor de soldaten was dit vaak ook een must, omdat ze marcheerden, paradeerden, vochten en soms sliepen in een en hetzelfde uniform. In de 19de eeuw was het vooral het Franse leger dat hoge ogen gooide met de elegantie en schoonheid van haar uniformen. Aan de kledij werd dan ook veel geld gespendeerd. Het was vooral een trucje om soldaten te rekruteren: hoe chiquer de uniformen hoe meer mannen zouden willen toetreden. Tot 1914 bleef felgekleurde kledij de tendens bij het leger. Vanaf 1914 ging men steeds vaker uniformen in grauwe kleuren als dienst- en vechtkledij introduceren. De Britten hadden al kaki gedragen in India en Afrika, de Italianen introduceerden een grijs-groen en de Duitsers gingen tenues maken in verschillende grijstinten. Zo maakte Wereldoorlog I een einde aan de traditie van felgekleurde uniformen. De Belgen en de Fransen werden in augustus 1914 nog in een felgekleurde tenue gespot, maar tegen 1916 liep elk leger er in kaki, grijs of blauw bij. Ook de stalen helmen vonden op dat moment hun ingang. Tijdens Wereldoorlog II bleven de grauwe kleuren het uitzicht van het uniform bepalen, het was nu de snit die het verschil maakte. Terwijl vroeger vooral opvallen en schoonheid belangrijk waren voor een uniform is het praktische nut de dominante factor in de huidige legertenues. De meeste legereenheden hebben momenteel echter verschillende uniformen: strijdkledij, werkkledij en ceremonieel tenue. In dit gala-uniform tracht elk leger zich nog steeds te onderscheidden door terug te grijpen naar historische kleuren en snitten. Met deze informatie in het achterhoofd kijken we naar de verschillende uniformen, tenues, en accessoires in het museum. Wat een ontdekkingen kan men hier doen! De leukste, mooiste, interessantste objecten doen we hier even uit de doeken!
Rokjas en een paar schouderstukken van het parade-uniform van generaal van koning Leopold I (1790-1865) 12
13
HIPPE MANNEN, DIE MILITAIREN Je kan er moeilijk naast kijken: de militaire inslag in de hedendaagse modetrends. Louis Vuitton, Burberry, Dries van Noten we zien ze allemaal teruggrijpen naar het marineblauw en het legergroen. Misschien is het toeval dat juist het begin van de crisis het begin is geweest van een periode van militair geïnspireerde looks. Of misschien is het een manier om de crisis met power te lijf te gaan, een poging om deze periode manmoedig het hoofd te bieden. Hoe draag je deze ‘military look’? Officiersjassen Een van de hotste items van de afgelopen tijd was de ‘officiersjas’: korte en langere jassen met een streng silhouet, geaccentueerde schouders met soms epauletten, en vaak een dubbele rij knopen. Camouflageprint Het beeld wordt vervolledigd door de herintroductie van de camouflageprint. Deze print komt voor in alle mogelijke varianten - soms zelfs in andere kleuren dan legergroen - en is niet alleen aan stadskledij voorbehouden, maar wordt ook voor chique avondkleding - ja, zelfs voor galajurken -aangewend. Twee voorbeelden uit de enorme schat van historische uniformen die je in het museum kunt ontdekken.
Coralie Legrand, 22
Kijk dus zeker goed rond in dit leger (mode)museum en laat je inspireren. Wat meer hulp nodig? Google dan: How to create a military look..
14
15
LA MODA ITALIANA Dit uniform is mijn persoonlijke favoriet. Het werd gedragen door de Belgische zoeaven in Italië tussen 1860 en 1870. Het uniform valt te situeren tijdens de periode van het Risorgimento of de Italiaanse eenmaking. Vòòr 1870 bestond het Italiaanse schiereiland uit verschillende onafhankelijke staten. De overheersing van Napoleon had overal in Europa het nationale bewustzijn aangewakkerd en de Italiaanse bevolking ging verlangen naar een eengemaakte Italiaanse staat. Onder leiding van Garibaldi wordt eerst Zuid-Italië aaneengesloten. Al snel sloten de Noordelijke Italiaanse staten zich hierbij aan. Enkel de pauselijke staat (die veel groter was dan het huidige Vaticaanstad) verhindert de verbinding van Noord en Zuid. Uit angst voor verlies van grondgebied, besluit de paus een leger samen te stellen met soldaten uit verschillende landen. Belgische katholieke families vinden het een hele eer om mankrachten richting Rome te sturen. Ze vechten er in naam van de paus om de eenmaking te vermijden. Hierin slagen ze echter niet want in 1870 worden Noord- en Zuid-Italië aaneengesloten en de pauselijke staat wordt gereduceerd tot een minuscuul lapje grond dat we vandaag kennen als Vaticaanstad. Het uniform van het pauselijke soldatencorps is geïnspireerd op dat van de Algerijnse zoeaven, vandaar de ietwat exotische toets. Uniformen kopiëren gebeurde wel vaker. Het uniform van het Napoleontische leger werd ettelijke keren door andere Europese legers gekopieerd in de hoop even succesvol te worden als Napoleons leger. Hoewel de uniformen met hun dikke stof allesbehalve comfortabel waren in een Italiaans klimaat, hip zijn ze zeker wel. Originele broek, leuke kleurencombinaties, getailleerd jasje. Ze zouden zo uit een modeshow van Dries Van Noten afkomstig kunnen zijn. KarenVan Buggenhout, 23 Uniform « De Belgen in Italië 1860-1870 »
16
17
Pauselijke Staat (1860) ZWITSERLAND
Tirol Agram
Venetië Milaan Lombardije Piemonte
Vaticaanstad (vandaag)
Venetië BOSNIË HERZEGOVINA
Parma Moderna Florence Toscane
PAUSELIJKE STAAT
Vaticaanstad
Rome
Napels SARDINIË
KONINKRIJK DER BEIDE SICILIEN
Palermo
Sicilië
Noord Italië
Lombardije en Venetië waren Oostenrijkse bezittingen. In het noordwesten lag het koninkrijk Sardinië-Piemonte. Hier werd het streven naar één Italiaanse staat nieuw leven ingeblazen door koning Karel Albert van Sardinië-Piemonte. Later werd dit streven overgenomen door zijn zoon Victor Emmanuel II.
Zuid Italië
In het zuiden lag het koninkrijk der beide Siciliën, dat Napels en Sicilië omvatte. Het werd met barbaarse meedogenloosheid geregeerd door Ferdinand II, een verwant van de Oostenrijkse keizer.
Midden Italië
De Kerkelijke Staat vormde een obstakel voor de Italiaanse eenheidsbeweging omdat het Italië in tweeën deelde en door buitenlandse mogendheden werd beschermd (Oostenrijk, Frankrijk). 18
19
‘In veertien jaar tijd heeft Leopold meer mensenlevens vernietigd dan dat er tijdens de laatste duizend jaar op alle slagvelden op deze planeet doden zijn gevallen’ (Mark Twain)
LEOPOLD II Leopold Lodewijk Filips Marie Victor van Saksen-Coburg Gotha wordt op 9 april 1835 geboren in Brussel. Zijn ouders zijn koning Leopold I van België en de Franse prinses Louise-Marie d’Orléans. Van 1865 tot 1909 regeert hij als Leopold II over België. Als koning probeert hij het piepjonge land op de wereldkaart te zetten. Hij start grootscheepse bouwcampagnes in Brussel (het Justitiepaleis, het Jubelparkcomplex, het Koninklijk Paleis van Brussel, de serres van Laken en het museum van Tervuren), Antwerpen en Oostende. Hij streeft ook naar gebiedsuitbreiding. Zo speelt hij met de idee om buurland Nederland te annexeren. Het loopt echter anders: in 1885 verwerft hij Congo. De brutale exploitatie en onmenselijke behandeling van de Congolezen leveren hem een hoop internationale kritiek op. Ze bepalen tot op vandaag nog altijd het beeld van de vorst. In zijn eigen tijd is de koning niet enkel omstreden vanwege zijn Afrikaanse activiteiten, maar ook om zijn vele amoureuze escapades. Het huwelijk met koningin Maria-Hendrika is geen succes en de koning houdt er verschillende maîtresses op na. Zijn vermeende relatie met de Franse danseres Cléopatre-Diane de Mérode levert hem zelfs de bijnaam ‘Cléopold’ op. Op zijn sterfbed treedt hij nog in het (kerkelijke) huwelijk met zijn vlam Blanche Delacroix.
Een tekening van Leopold II als oude man.
20
21
‘Ondermeer door spelletjes en speelgoed wordt ons aangeleerd om oorlog te voeren. Er bestaan geen geboren soldaten, enkel opgeleide’ Charissa N.Terranova
BBB met Leo
Oorlogje spelen
In de Historische Zaal is Leopold II alomtegenwoordig. Tussen de uniformen en officiële stukken zijn tal van persoonlijke spulletjes van de vorst uitgestald. Zijn pen, zijn leesbrilletjes, zijn driewieler, zijn wandelstok, en zelfs kinderspeelgoed.
Het kost me geen moeite om me de kleine Leopold II voor te stellen die oorlogje speelt. Dat doen de meeste jongetjes op die leeftijd. Toen ik zelf klein was, was niets in onze speeltuin populairder dan waterpistolen, plastic soldaatjes, zwaarden, vliegtuigen en ander oorlogstuig. Zelf vond ik daar niets aan. Als meisje speelde ik liever met poppen en een plastic theeservies. Sommige jongetjes kregen van hun moeders uit principe geen speelgoedwapens. Het hielp niet, want uiteindelijk speelden ze er allemaal mee. Leopold kreeg duidelijk wel zijn zin wat oorlogsspeelgoed betreft. Zou de geschiedenis er anders uitgezien hebben als hij van zijn gouvernantes enkel met poppen en keukenspulletjes had mogen spelen?
Samen met de andere alledaagse voorwerpen in deze vitrine, doorbreekt het paar halters het beeld van Leopold II als afstandelijke vorst en onsympathieke koloniaal. Ze gunnen ons een blik op de persoon van vlees en bloed. Misschien streefde hij wel wanhopig naar een wasbordbuikje? Of moest hij op doktersvoorschrift aan zijn cholesterol werken? Of wou hij gewoon in vorm blijven om zijn geliefde te behagen? Toch kost het je enige moeite om je Leopold II al fitnessend voor te stellen op de vloer van zijn koninklijke slaapkamer.
Paar halters van koning Leopold II
Michelle Selmen, 24
Brecht Deseure, 25
Slagschip – speeltuig van de latere Leopold II als knaap 22
23
Maximiliaan Van Mexico De tragische historie van Maximiliaan van Oostenrijk heeft een stevige Belgische kant. Maximiliaan, die een jongere broer was van keizer Frans Jozef van Oostenrijk (de man van keizerin Sissi), was immers getrouwd met Charlotte, de dochter van de Belgische koning Leopold I. In 1864 krijgt Maximiliaan van Napoleon III van Frankrijk de keizerskroon van Mexico aangeboden. Maximiliaan aanvaardt en Charlotte gaat voortaan door het leven als keizerin Carlota. In Mexico gaan de zaken echter niet zoals gepland. Maximiliaans leger blijkt niet sterk genoeg om de controle over het land te verzekeren en een republikeinse opstand breekt uit. Charlotte reist naar Europa om steun te zoeken bij bevriende koningshuizen maar vindt er geen gehoor. Ze zal haar man nooit meer terugzien. In 1867 wordt Maximiliaans leger verslagen en hijzelf terechtgesteld. Uit angst voor Charlotte’s geestelijke gezondheid wordt het nieuws haar pas zeven maanden later meegedeeld. Omdat ze ten prooi valt aan steeds sterkere vlagen van hysterie en melancholie, wordt ze in haar bewegingsvrijheid beperkt. De rest van haar leven brengt de voormalige keizerin onder dwang door in de kastelen van Tervuren en Meise (op het domein waar nu de nationale plantentuin is), omringd door herinneringen aan Maximiliaan en het keizerschap.
PS: Naar het schijnt zou het feit dat Charlotte na de dood van Maximiliaan waanzinnig werd, aanleiding hebben gegeven tot het ontstaan van de uitdrukking: ‘Van Lotje getikt zijn’. Portret van Maximiliaan van Mexico in zijn keizerlijke gewaad. 24
25
Gratuit geweld? Na de val van de Berlijnse muur in 1989 breken overal in het voormalige Oostblok revoluties uit. Onder andere in Roemenië, waar de dictator Nicolae Ceausescu en zijn vrouw Elena al sinds 1968 met ijzeren hand het land regeren. Kort na het uitbreken van de opstand worden ze gearresteerd en vervolgens ter dood veroordeeld. Alles werd destijds op tv uitgezonden, zowel het proces als de executie. Op mij als kind maakten die beelden grote indruk. Vooral het beeld van de met kogels doorzeefde lichamen van het koppel. Dat de executie van een dictator bijna live te volgen was op televisie moet in 1989 een nieuwigheid geweest zijn. Vandaag is het niet meer zo bijzonder. De executie van Saddam Hoessein in 2006 werd gefilmd met een gsm. De beelden werden uitgezonden door alle tv-journaals en kan je zo bekijken op Youtube (tik ‘Saddam Hussein hanging’ in Youtube). Een zwart-wit foto uit 1867 toont keizer Maximiliaan I van Mexico in zijn doodskist. Net als de Ceausescu’s is hij na een volksopstand ter dood veroordeeld en gestorven voor het vuurpeleton. Ook van zijn dode lichaam zijn foto’s gemaakt en de wereld rondgestuurd. Opvallend is dat zijn lichaam er helemaal niet gehavend uitziet. De dode keizer is zelfs in een smetteloos uniform gestoken en ligt keurig in de houding. Het lijkt wel een staatsieportret. Toch is de bedoeling van de foto dezelfde als bij de filmpjes van de Ceausescu’s en Saddam. Van de executie van een (ongeliefd) staatshoofd zijn blijkbaar altijd harde bewijzen nodig. Brecht Deseure, 25
PS: Het gezicht van Maximiliaan is helemaal bijgewerkt in was en ziet er daarom zo bijzonder uit.
Foto van keizer Maximiliaan van Mexico in zijn doodskist
26
27
Schets van de executie van keizer Maximiliaan en de generaals Merija en Miramon te Queretaro door François Aubert (1867)
28
29
Van op de eerste rij Ironisch genoeg werd de foto van de geëxecuteerde keizer Maximiliaan genomen door diens eigen hoffotograaf. Dat was de Fransman François Aubert, die van 1865 tot 1867 in Mexico verbleef. De executie zelf mocht hij niet fotograferen, maar hij maakte er wel deze potloodtekening van. Aubert liet trouwens een interessant oeuvre na dat stamt uit de begindagen van de fotografie. Hij fotografeerde niet alleen de keizer en zijn entourage, maar ook zijn tegenstanders, zoals de guerillaleider Juarez. Daarnaast maakte hij ook een etnografisch getinte portretreeksen van “Mexicaanse types”. Daarvoor haalde hij gewone mensen voor de camera, zoals lokale bevolking in traditionele kledij of arbeiders in hun werkmansuitrusting. Hij liet zelfs speciale mobiele studio’s bouwen die hij opstelde in de straten van Mexico Stad en waarin hij passanten liet plaatsnemen. Later verbleef hij in de Verenigde Staten waar hij indianen portretteerde. Brecht Deseure, 25
Officiële portretten van de keizer en de keizerin van Mexico door hun hoffotograaf Aubert.
30
31
O heilig land der vaderen… Elk 19e eeuws museum gewijd aan de strijdkrachten, verheerlijkte de wil om de natie te verdedigen. In de ‘historische zaal’ van het Legermuseum kan je dan ook moeilijk naast het patriottisme kijken: medailles, vlaggen, nationale kleuren, etc ... Allemaal betuigen ze de liefde voor het vaderland. Toch straalt de rest van dit museum een opvallend gebrek aan nationaal gevoel uit. Behalve in de historische zaal, valt het wat patriottisme betreft best mee. In het nieuwe gedeelte van het museum lijkt het vaderland zelfs bijzaak. Zou dat, gezien de huidige politieke situatie, toeval zijn? Het Belgische nationale devies ‘Eendracht maakt macht’ klinkt in deze tijd van communautaire spanningen immers nogal ironisch. Tijdens de moeilijke regeringsonderhandelingen in 2007 maakte België een plotse en opvallende opstoot van blijken van vaderlandsliefde mee. Mensen hingen massaal de nationale driekleur buiten en in het straatbeeld verschenen tricolore stickers met slogans als ‘Touche pas à mon pays’ en ‘I need you for Belgium’. Een bewijs van vurige nationale gevoelens of eerder een krampachtige poging om het gebrek eraan te maskeren? Wie kent bijvoorbeeld de tekst van het volkslied uit het hoofd? Michelle Selmen, 24
Juweel van Grootofficier in de Leopoldsorde met nationaal devies
32
33
Iemand moet de eerste zijn In elke oorlog heeft wel iemand de twijfelachtige eer om als eerste te sneuvelen. In het geval van België in de Eerste Wereldoorlog heette de pechvogel Antoine Fonck. Toen de Duitse troepen op 4 augustus 1914 de Belgische grens overstaken en oprukten naar de citadel van Luik, werd een Belgisch eskadron van het tweede lansiers op verkenning gestuurd. Antoine Fonck reed voorop als verkenner. In Thimister-Clermont stuitte hij op Duitse soldaten. Er werden schoten gelost en Fonck overleefde het incident niet. Daarmee was hij de eerste Belg die sneuvelde ter verdediging van het vaderland. Op de plaats van zijn overlijden werd in 1923 een monument met zijn beeltenis opgericht, waarvan je hier een afgietsel ziet. In de jaren ’20 en ’30 heerste er bij gebrek aan regelgeving trouwens een ware wildgroei aan oorlogsmonumenten in België. Een gemiddeld Belgisch dorp telt er vijf. In totaal staan er naar schatting 10.000. Daar zitten er ook een paar opmerkelijke tussen: een monument voor de voor het vaderland gestorven voetballers, de kermiskramers (28 om precies te zijn) en postduiven. Over wie de laatste Belg was die sneuvelde in de Grote Oorlog, bestaat minder duidelijkheid. Op 11 november, de dag van de wapenstilstand, kwamen in ieder geval nog vele honderden soldaten om. Ook na 11 november zijn er nog duizenden soldaten officieel ‘gesneuveld’. Iedere militair die ten gevolge van de oorlog overleed, kreeg dat etiket opgeplakt. Er lagen op dat ogenblik nog tienduizenden soldaten in de ziekenhuizen. Vandaar dat het aantal gesneuvelde Belgen in 1930 veel hoger werd ingeschat dan eind 1918. ThomVander Beken, 33
Afgietsel van het monument dat in 1923 in het Waalse Thimister werd opgericht ter ere van de Luikse lansier Antoine Fonck
34
35
SMALL vs. BIG Ik heb deze pistolen uitgekozen omdat het de kleinste wapens zijn die ik in het museum kon vinden. Of ze echt werken weet ik niet, maar het leek me interessant om ze te vergelijken met een van de grootste wapens uit de collectie. Dat is de Engelse tank Mark IV. Ik heb 33 passen nodig om er helemaal rond te stappen en dat is het grootste aantal van allemaal. Wat me opvalt is dat het bijschrift de omschrijving ‘mannelijk’ vermeldt. Hoezo, mannelijk? Zijn er dan ook vrouwelijke tanks in de buurt? Ik heb er geen gevonden. Misschien is hij haar kwijtgeraakt in de oorlog. Een tragische liefdesgeschiedenis…? Paar miniatuurpistolen ‘à l’écoissaise’ dat heeft toebehoord aan kapitein Ferdinand Nothomb (1811-1848)
Michelle Selmen, 24
PS: ‘mannelijk’ = met kanonnen, ‘vrouwelijk’ = met machinegeweren De Engelse tank Mark IV (Mannelijk)
36
37
Someday I’ll fly away De luchtvaarthal kan je zien als één grote ode aan het menselijke verlangen om te vliegen. Van superlichte zweefvliegers uit hout en zeildoek, over passagiersvliegtuigen tot gesofisticeerde legertoestellen, je vindt ze hier allemaal. Al die verschillende vliegtuigen doen me denken aan twee figuren. De eerste is Leonardo da Vinci (1452 – 1519), het befaamde genie uit de Italiaanse renaissance. We kennen hem vooral van zijn Mona Lisa, maar hij had ook interesse in techniek. Hij maakte ontwerpen voor verschillende nieuwe apparaten en machines, waaronder een machinegeweer, een gepantserde tank, een onderzeeboot en een primitieve helikopter. Op 3 januari 1496 voerde Leonardo ook een mislukte proef uit met een vliegtuig dat hij had gebouwd. Ik zie ook een link met Panamarenko (°1940), een Belgisch beeldend kunstenaar met thuisbasis in Antwerpen. Een rode draad doorheen zijn werk is het verlangen om te vliegen.Veel van de machines die hij heeft ontworpen lijken op bestaande toestellen, maar slechts zelden zijn ze ook echt luchtvaardig. Het werk van beide mannen toont aan hoe vliegen altijd een fascinatie zal blijven voor de mens, zij het in de vorm van hoogtechnologische vliegmachines, zij het als een poëtisch verlangen. Coralie Legrand, 22
In de luchtvaarthal kun je verschillende historische vliegtuigen bewonderen.
38
39
Hiërarchische luchtformatie De man in de rechterbovenhoek is duidelijk erg fier op zijn uniform. Een aerodynamisch pak of een helm, dat heeft hij niet nodig. Hij doet zijn parachutesprong in uniform, inclusief hoge hoed! KarenVan Buggenhout, 23
Foto Belgian army parachute team
40
41
Check this gadget out: ontsnappingskompas ingenaaid in het onderhemdje! kleed je uit
STAP 1
N
STAP 2
vind het noorden, of iemand die een kompas kan lezen
STAP 3
kleed je terug aan
STAP 4
run for your life!
N Coralie Legrand, 22
Een S.A.S. onderhemdje
42
43
Russian spring Punch Meng 20 ml Crème de Cassis, 40 ml wodka, 20 ml verse citroensap en 15 ml suikerwater. Shake alles grondig, voeg gecrusht ijs toe en top af met prosecco. Schenk uit in.
Russian Punch Deze kom werd in 1913 gemaakt naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de slag bij Leipzig. De Russische, Pruisische en Oostenrijkse legers waren er in Leipzig eindelijk in geslaagd Napoleon een eerste keer te verslaan. Napoleon Bonaparte, die zichzelf tot keizer had uitgeroepen, bracht zowat heel Europa onder Frans gezag. Ook het huidige België maakte deel uit van Napoleons rijk. De Franse keizer ondervond echter heel wat weerstand en in de slag bij Leipzig werd hij verpletterend verslagen. De Russen hebben de kom dan ook rijkelijk laten versieren met episodes van de veldslag, portretten van tsaren en uniformen van het Russische leger. Zou dat geen gat in de huidige markt kunnen zijn? Je eigen punchkom personaliseren met foto’s van jezelf en je vrienden, van feestjes en je beste outfits. Maar dan wel liefst een lichtere versie want dit zilveren exemplaar weegt maar liefst 53 kilo. Voor wie graag eens een Russisch feestje geeft: hieronder vind je het recept voor Russische punch. Haal die berenmutsen uit de kast, ga door de benen en zing luidkeels: Nje kati, nja bernekatoesjka! KarenVan Buggenhout, 23
Grote zilveren punchkom met deksel, versierd met geschilderde porseleinen inlegstukken, Sint Petersburg, atelier Ovtchinnikov, 1912-1913
44
Een gerecycleerd kopje van het ontwerpersduo Noordt.
Obusknutselen voor beginners WO I (1914-1918) speelt zich in België vooral af in de Westhoek. Het gebied was één groot slagveld en bestond uit een netwerk van loopgraven. Vandaag kun je in deze streek nog altijd de kerkhoven gaan bezoeken waar 100.000en gesneuvelde soldaten begraven liggen. Velen onder hen waren amper volwassen. Aan het front moesten de soldaten vaak wachten. Er verliepen vele uren tussen twee aanvallen of tussen twee dienstbeurten aan het front. Ook in de ziekenboeg kon de tijd langzaam gaan. Om zich bezig te houden vervaardigden soldaten diverse hebbedingen met elementen uit hun directe omgeving. Obussen deden dienst als Mariabeeld, asbak, bloempot of zoals in deze gevallen als vaas of klok. Toch geweldig dat een bom, waar absoluut niets mooi aan is, toch tot iets moois verwerkt kon worden. Recyclage, het valt in deze tijden van milieuproblematiek aan te bevelen. Persoonlijk ben ik een grote fan van het lampenkopje van Noordt. Een ontwerpersduo dat kringloopwinkels, veilinghuizen en oude stoffenwinkels afschuimt, op zoek naar oude spullen en materialen. De ‘objets trouvés’ blazen ze nieuw leven in. Wil je zelf aan de slag met obussen? In de Westhoek en dan vooral in de streek van Passendale zijn er nog verschillende te vinden. Misschien kan je ze wel verwerken tot computerschermen, muziekboxen, .... Heb je zelf een leuk idee? Ga er mee aan de slag! KarenVan Buggenhout, 23 Obussen tot een klok verwerkt door A.D. Mougin en uitgehamerde obushulzen die tot vaas verwerkt werden
46
47
TO BE SEEN OR NOT TO BE SEEN? that’s the question! Terwijl het er in de 18de en 19de eeuw om ging om zo goed mogelijk gezien te worden, keerde deze tendens in de 20ste eeuw. Met de ontwikkeling van nieuwe wapens waarmee richten veel gemakkelijker werd, werden soldaten in hun opvallende kleuren wel erg gemakkelijke doelwitten. De nieuwe wapens produceerden ook minder rook waardoor de zichtbaarheid verhoogd werd. Als reactie daarop gingen diverse legers, in navolging van het Britse, steeds vaker kleuren dragen die opgingen in de omgeving. En zo zijn natuurlijk de camouflagevlekken ontstaan die nu in bijna elk leger gedragen worden. Hier zie je een wintercamouflagetenue van een Finse soldaat. Camouflage? En waar zijn de kaki vlekken dan? Logisch natuurlijk dat men in een sneeuwlandschap niet in legergroen gaat rondlopen. Het uniform van een soldaat wordt dus altijd afgestemd op de omgeving waarin hij zich zal voortbewegen: groen in bosrijke omgevingen, wit in sneeuwlandschappen en zandkleurig in de woestijn. Dan vraag ik me toch af of het Belgische leger niet beter af zou zijn met onderstaand uniform, in plaats van de camouflagevlekken. Geef toe, in België is de kans groter dat je je moet voortbewegen in de bebouwde kom dan in een dichtgegroeid bos! Vol verwachting is het ook uitkijken naar de camouflagetenues waaraan de Amerikanen momenteel werken. Zij trachten de ultieme droom te verwezenlijken: onzichtbaarheid! KarenVan Buggenhout, 23
Wintertenue van infanterist, wintercamouflage, Fins leger
48
49
De moppenkast Tijdens WOII bezetten de legers van Hitler grote delen van Europa. De Geallieerden proberen met alle mogelijke middelen om Europa opnieuw te bevrijden. Het Verenigd Koninkrijk is niet bezet en van daaruit plannen ze een invasie van het vasteland. Er zijn twee geschikte landingsplaatsen: het Nauw van Calais en de stranden van Normandië. Een landing in Calais lijkt het eenvoudigst omdat de stranden er zeer geschikt zijn. Calais ligt ook erg dicht bij het Verenigd Koninkrijk en de marsroute naar Duitsland is van hieruit het kortst. Anderzijds ligt een landing in Calais, om die redenen, juist erg voor de hand en Hitler laat dit stuk van de kust dan ook het zwaarst verdedigen. Daarom beslissen de geallieerden de landing in Normandië uit te voeren. Op allerhande manieren trachten ze wel om de Nazi’s ervan te overtuigen dat de landing toch in Calais zal gebeuren. De parachutistenpop – ook wel paradummie genoemd – wordt, in het gezelschap van een heleboel ander poppen, gedropt om een landing te suggereren. Decorarbeiders uit de filmindustrie en het theater bouwen boten, tanks, elektriciteitshuisjes, brandweerauto’s, luchtafweerbatterijen, parkeerterreinen voor tankauto’s en steigers in karton, hout en papier.Valse radioberichten worden “per ongeluk” gelekt naar de Nazi’s. Een volledig fictief legercorps – inclusief valse insignes - zou de aanval starten in het Nauw van Calais. Wie had de verbaasde gezichten van de Duitse soldaten niet willen zien toen ze ontdekten dat ze aangevallen werden door kartonnen tanks, een fictief leger en parachutisten uit lapjes stof? KarenVan Buggenhout, 23
Parachutistenpop uit opgevulde jute, uitgeworpen door de Geallieerden om de aandacht van de tegenstrevers af te leiden van de werkelijke landingen, Groot-Brittanië en een reeks emblemen van de verschillende fictieve eenheden die deel uitmaakten van het spookleger van generaal Patton, Verenigde Staten. 50
51
Beestig! In tegenstelling tot vandaag werden oorlogen in de middeleeuwen van man tot man uitgevochten. Een goede bescherming van het eigen lichaam was dan ook geen overbodige luxe. Uit heel wat voorwerpen in deze zaal blijkt dat de natuur daarbij vaak inspiratie leverde. Deze helm heeft de vorm van een vogelkop. Aan de oren heeft hij opstaande veertjes en het vizier functioneert als een echte vogelbek. Met zo’n helm in de vorm van een dierenkop probeerden ridders hun tegenstanders te imponeren. Welke vreemde avatars zouden er nog van de partij geweest zijn op het slagveld? Ik stel me er een hele dierentuin bij voor. Een ander voorbeeld is dit harnas uit de 16e eeuw. Ondanks het enorme gewicht (soms meer dan 25kg) blijf je toch enorm bewegelijk. Die beweeglijkheid is te danken aan het feit dat één harnas uit 200 tot 250 verschillende stukjes bestaat, die met klinknagels aan elkaar worden bevestigd. Dieren als de Zuid-Amerikaanse armadillo zijn al duizenden jaren uitgerust met een ingenieus pantser dat hen tegen roofdieren beschermt. 16de-eeuws harnas
Ook voor wapens leverde het dierenrijk inspiratie. De naam en de vorm van de stormram spreken voor zich! Brecht Deseure, 25
PS: De helm is mogelijk een 19e-eeuwse vervalsing!
Helm in de vorm van een vogelkop. 53
Vergeet ook niet om een kijkje te nemen op de galerij van het museum. Je hebt er een fantastisch uitzicht over de skyline van Brussel.
AMUSEE VOUS - AMUSEE WAT?
COLOFON
AmuseeVous maakt van het museum een toffe plek voor jongeren. Een plek waar ze welkom zijn en zich betrokken voelen. Dit doen we door het organiseren van een waaier aan drempelverlagende activiteiten voor én door jongeren, in en rond musea.
Projectcoördinatie Thom Vander Beken regio-coördinator Brussel AmuseeVous
Als kunsteducatieve organisatie geven we jongeren een plek in het museum, betrekken we hen actief en geven we hen een forum. Jongeren zijn het publiek van nu én van morgen. AmuseeVous vormt jongeren enerzijds tot creërende, participerende én kijkende kunstenaars. Maar anderzijds sporen we musea ook aan om jongeren als volwaardige bezoekers te gidsen doorheen de wereld van kunst en erfgoed. AmuseeVous bewijst dat een museum niet noodzakelijk een saaie plek is van “stilte en zwijgen”, maar ook een plek van inspiratie en actie! Zo creëren we bij musea én jongeren wederzijdse verwondering en respect. Klinkt je als muziek in de oren? Perfect! Want wij zijn steeds op zoek naar nieuwe enthousiastelingen om ons team te versterken. Zin om mee te werken aan de organisatie van een museumproject, een tekst te schrijven voor een cataloog of een persdossier, mee te zoeken naar jong artistiek talent, … kortom een superervaring in het kunstzinnige veld op te doen? Stuur je cv, samen met een motivatietekst over hoe jij het AmuseeVous vrijwilligersteam denkt te versterken naar:
[email protected]
www.amuseevous.be
Redactie Karen Van Buggenhout, Brecht Deseure, Coralie Legrand, Michelle Selmen, Thom Vander Beken en Michelle Coenen (coördinator AmuseeVous). Vormgeving Michelle Selmen en Coralie Legrand Vertaling Diane Vanthemsche Druk Defense House Evere Een hele dikke merci aan: Sandra Verhulst, en de mensen van de educatieve dienst van het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijsgeschiedenis. De documentatiedienst van het KLM, de Koninklijke Musea voor Schone Kuntsen van België, Brussel. Stéphanie Masuy, Museum Night Fever Copyright Het gezamenlijk auteursrecht berust bij de kunstenaars, auteurs, illustratoren, fotograaf, grafisch ontwerper en AmuseeVous vzw. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. VU: Michelle Coenen Brusselsesteenweg 63 3000 Leuven
NOTES
Koninklijk Legermuseum Brussel