1
Foto: Lisdodde in het voorjaar (door: T. Jongsma)
Voorjaarsnummer Op de Kop negentiende jaargang, april 2014 Mededelingenblad van de Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV), afdeling Den Helder en omstreken Secretariaat: Middelzand 2715, 1788 CM Julianadorp. www5.knnv.nl/denhelder Drukwerk: Rieuwert Sanderse KNNV: Natuurstudie, natuurbeleving, natuurbescherming Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
2
Afdelingsbestuur afdeling Den Helder e.o. Voorzitter Betty Elkerbout
Penningmeester Nico van Riessen
Secretaris & Webmaster Sylvia Leentvaar
Website Den Helder e.o. Ledenadministratie & Notulist Johan Scholten
Redactie Tineke Jongsma
Natuurhistorisch archivaris Klaas Kaag
Bibliothecaris & Verkooppunt KNNV/IVN Els Sanderse
Werkgroepen Vlinderwerkgroep Plantenwerkgroep Vlindertuinwerkgroep
Wielingenstraat 6 1784 JE Den Helder
[email protected]
0223-630636
Stadhouder Willem V straat 4 1785 JA Den Helder
[email protected]
0223-636158
Middelzand 2715 1788 CM Julianadorp
[email protected] [email protected]
0223-643327
www5.knnv.nl/denhelder
Vogelzand 2218 1788 GA Julianadorp
[email protected]
0223-643077
P. Bergmanstraat 18 1764GX Breezand
[email protected]
0223-631137
Kofstraat 14 1784 RP Den Helder
[email protected]
0223-630144
Noordzeestraat 52 1784 BS Den Helder
[email protected]
0223-612548
Klaas Kaag Gerrit Welgraven Sylvia Leentvaar
0223-630144 0223-632999 0223-643327
Contributie De contributie voor onze afdeling bedraagt voor 2014: € 30,00 per jaar. U ontvangt dan 4x per jaar het landelijke blad ‘Natura’ en 4x per jaar ons afdelingsblad ‘Op de Kop’. Leden met een computer krijgen de ‘Op de Kop’ digitaal toegezonden. Huisgenootleden betalen in 2014 € 9,00 (zonder tijdschriften). U kunt lid worden van de KNNV door overmaking van het contributiebedrag op betaalrekening NL21INGB0007547115 t.n.v. Penningmeester KNNV Den Helder e.o. te Den Helder. De Landelijke Jongeren Het lidmaatschap kost € 4,50 per jaar, dit is incl. 4x de NIKA (het blad van de LJ). Daarnaast dien je lid te worden van de KNNV. Voor jongeren tussen de 18 en de 30 jaar kost het lidmaatschap € 20,00. Het jeugdlidmaatschap wordt automatisch omgezet in een ‘gewoon lidmaatschap’ op de 1 e januari van het jaar waarin betreffende persoon 31 jaar wordt.
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
3
Inhoud Inhoud --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 3 Nieuws uit de Beleidsraad -------------------------------------------------------------------------------------------------- 4 Activiteiten agenda ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- 5 Herdenkingsjaar Eli Heimans (1861-1914)------------------------------------------------------------------------------ 6 Nieuwe leden ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 7 De varaan heeft dezelfde longen als een vogel ----------------------------------------------------------------------- 8 Tropische zaden op de kerstmarkt --------------------------------------------------------------------------------------- 8 Welk jaar is het?..... 2014 is het jaar van….. -------------------------------------------------------------------------- 11 Stadsdebat Openbare ruimte op 22 januari 2014 ------------------------------------------------------------------ 13 Oproep van de penningmeester ---------------------------------------------------------------------------------------- 15 Verslag Uilenballen pluizen----------------------------------------------------------------------------------------------- 16 Determineren is zo gezellig !!!!------------------------------------------------------------------------------------------ 17 Lezing Invasieve soorten -------------------------------------------------------------------------------------------------- 18 De vlindertuin---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 20 Verslag Cursus ‘tuinieren voor wilde dieren’ ------------------------------------------------------------------------ 22 Plant en naam: Speenkruid – Ranúnculus ficária ------------------------------------------------------------------- 23 Boekennieuws --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 24
HELP !!!! Wie, o wie wil een aantal bijenblokken en/of insectenhotels maken? Voorheen maakte Wim Sinke ze voor onze afdeling en verkochten we ze op diverse markten. Voor meer informatie graag even contact opnemen met Els Sanderse 0223-612548
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
4
Nieuws uit de Beleidsraad Op 15 februari 2014 was er een bijeenkomst van de Beleidsraad van de Landelijke KNNV te Zeist. Ik ben als afgevaardigde van onze afdeling naar Zeist afgereisd om de bijeenkomst bij te wonen. De ochtend begon met de vraag aan de afdelingen; ‘Wat zijn de speciale dingen die u zoal meemaakt met betrekking tot de samenwerking met overheden of andere natuurorganisaties?’ Meerdere afdelingen lieten positieve berichten horen. KNNV wordt steeds serieuzer genomen door de overheid. Dit past prima in de trend van ‘participatiesamenleving’. Daarnaast gaven veel afdelingen aan dat ze het aanvragen van subsidies als beperkend ervaren, omdat je dan niet zomaar meer kunt doen wat je wilt. Je moet je aan de regels van de subsidieverstrekker houden. Daarna was er een levendige discussie over de hoogte van de afdracht van de contributie. Omdat 90% van de contributie afgedragen moet worden, houden de afdelingen per lid weinig geld over. De afdelingen willen dit eigenlijk wel anders zien, maar voor het landelijk bestuur leidt dit tot problemen. Het ledenaantal neemt af, maar de kosten voor het landelijk bureau blijven gelijk. Hierdoor is het geld hard nodig om het landelijk bureau, en daarmee ook de afdelingen, in stand te houden. Vervolgens was Arie de Koning (lid van het landelijk bestuur van de IVN) aan het woord om toe te lichten waar de nauwere samenwerking tussen KNNV en IVN in de toekomst uit gaat bestaan. Hij stipte 13 speerpunten met betrekking tot de samenwerking aan. Tijdens de jaarvergadering van de afdelingen zal dit onderwerp nader besproken worden. Tijdens de bijeenkomst was er gelegenheid om mijn dozen met zakjes zaad, die ik meegenomen had, neer te zetten. In de pauze en na afloop verkocht ik er zomaar een stuk of 20. Leuk voor de clubkas. Uw secretaris, Sylvia Leentvaar
Foto: T. Jongsma
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
5
Activiteiten agenda Zaterdag 29 maart 2014 om 14.00-16.00uur
• Lezing Wadvogels in Mauretanie
**
Cor Smit gaat elke winter enkele weken naar Mauretanië en bekijkt daar hoe onze wadvogels zich voorbereiden voor de terugvlucht naar het noorden. Boeiende verhalen met mooie foto’s. Kosten: €3,00 p.p / VWG €1,00 / KNNV gratis / ‘De Helderse Vallei’
Donderdag 10 april 2014 om 20.00 uur
• Lezing Vlinderroutes ** Als start voor het lopen van de vlinderroutes worden de lopers weer op scherp gezet. Waar moet u extra op letten dit jaar? Kosten: €3,00 p.p / VWG €1,00 / KNNV gratis / ‘De Helderse Vallei’
Zaterdag 12 april 2014 om 14.00-16.00uur
• Uilenballen pluizen
**
Jan Boshamer vertelt welke conclusies we kunnen verbinden aan het pluizen van de uilenballen. Aansluitend gaan we lekker pluizen. Doelgroep: Volwassenen, evt. met kinderen van 6 t/m 12 jaar. Kosten: €3,00 p.p / VWG €1,00 / KNNV gratis / ‘De Helderse Vallei’
Zaterdag 27 april 2014 om 10.00 -17.00 uur
• Open dag Wildrijk LNH houdt ook dit jaar weer een open dag. Waarbij je lekker kan wandelen en genieten van de bloeiende boshyacinten en een leuke markt (waar wij uiteraard ook met onze kraam staan). Kosten: toegang gratis / ‘Het Wildrijk’ te Sint Maartensbrug
Zaterdag 10 mei 2014 om 9.30-11.30 uur
• Dijkexcursie
*
Robbert Jak laat u zien wat er tussen de basaltblokken op de dijk leeft. Met een loepje op zak en stevige wandelschoenen aan, heb je een top ochtend. Kosten: €3,00 p.p / VWG €1,00 / KNNV gratis / ‘Fort Harsens’
Zaterdag 10 mei 2014 om 14.00 -15.00 uur
• Groentjes wandeling
*
Klaas Kaag neemt u mee de duinen in, op zoek naar de groentjes. Hij weet waar ze zitten en helpt u de groentjes ook te vinden. Kosten: €3,00 p.p / VWG €1,00 / KNNV gratis / Hagendoornstraat
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
6
Woensdag 14 mei 2014 om 19.00 – 21.00 uur
• De Linie ‘Gerard Roos’ Wandeling
*
Zingende vogels, bloeiende meidoorns, mooie vergezichten….. Bekende en onbekende plekjes op en rond de linie worden bezocht. Kosten: €3,00 p.p / VWG €1,00 / KNNV gratis / Zwembad Heersdiep
Zaterdag 24 mei 2014 om 9.00 – 17.00 uur •
Uitstapje Gaasterland
*
We gaan op bezoek bij het natuur educatief centrum, en gaan de prachtige bossen, gaasten en (unieke) kliffenkust bewonderen. Kosten: Benzine- en entreekosten / Opgeven tot maandag 20 mei !
Vrijdag 6 juni 2014 om 21.30 -24.00 uur
• Vlindernacht Wildrijk
*
Klaas gaat vertellen over de wereld van de nachtvlinder, waarna we met Klaas Kaag naar buiten gaan om de nachtvlinders te bekijken. Kosten: €3,00 p.p / VWG €1,00 / KNNV gratis / Wildrijk (zaklamp mee!)
Zaterdag 7 juni 2014 om 9.15 – 17.00 uur
• Texel trip
*
O.l.v. Gerhard Cadée gaan we op de fiets de minder bekende plekjes op de Hors bezoeken. Je moet je eigen lunch meenemen! Doelgroep: Alléén KNNV-leden en evt. familieleden Kosten: overtocht met de fiets / verzamelen bij de Teso
Opgeven voor activiteiten bij: Sylvia Leentvaar
*
(of Betty Elkerbout
**
)
Herdenkingsjaar Eli Heimans (1861-1914) Op 22 juli 2014 is het honderd jaar geleden dat Eli Heimans overleed. Samen met Jac. P. Thijsse stond Eli Heimans eind negentiende eeuw aan de basis van de moderne natuurbeweging. Met zijn daden en geschriften droeg hij bij aan een groeiend besef bij brede lagen van de Nederlandse bevolking van de waarde van natuur en de noodzaak deze te beschermen. Met een Heimanswandeling app en een publicatie over Heimans’ leven en werk wil de Heimans en Thijsse Stichting het gedachtegoed van Eli Heimans opnieuw onder de aandacht brengen. Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
7
Nieuwe leden Rob Horvath heeft zich aangemeld als eerste nieuwe lid van 2014, vorig jaar hielp hij al mee in de vlindertuin. Els van Ierland heeft zich aangemeld als nieuw lid, vanaf Texel komt zij onze afdeling versterken. Hartelijk welkom bij onze KNNV afdeling.
Aanmeld formulier. Achternaam: * Voorletters: * Straatnaam: * Postcode: * Woonplaats: * Telefoonnummer: * E-mailadres: * Geboortedatum: * geïnteresseerd in: * Op sturen naar: Ledenadministratie KNNV afd. Den Helder e.o. p/a Vogelzand 2218 1788GA Julianadorp Bij aanmelding kunt u kiezen uit één van de onderstaande welkomstgeschenken!
of
Op de Kop, April 2014
of
negentiende jaargang, nummer 2
8
De varaan heeft dezelfde longen als een vogel Dat is een interessant gegeven! De varaan heeft net als een vogel een eenrichtingslong. Als vanzelf komt dan de gedachte op dat varanen (hagedisachtigen) en vogels uit hetzelfde ontstaanstijdperk stammen, hoewel ze nauwelijks verwant zijn. Een gemeenschappelijke voorouder leefde 270 miljoen jaar geleden. Ook de bouw van de longen is anders. Maar wat wil dat eigenlijk zeggen: een eenrichtinglong? De lucht stroomt hierbij maar een kant op en daarbij bereikt de lucht bij het uitademen nieuwe longdelen zodat er meer zuurstof uit gehaald kan worden. Bij ons mensen en andere zoogdieren werken de longen als een blaasbalg. De lucht komt erin en gaat er via dezelfde weg weer uit. Tot voor kort dacht men dat alléén vogels, die een grote zuurstofbehoefte hebben, zulke longen hadden. In 2010 werd echter ontdekt dat ook krokodillen een dergelijk ademhalingsapparaat bezitten. Nu vermoedt men dat dinosaurussen en de vliegende pterosaurussen eveneens eenrichtinglongen hadden. Een laatste opmerkelijk feit is dat we vogels niet zien ademhalen. Dit komt omdat de lucht circuleert en niet in- en weer uitgeademd wordt. Betty Elkerbout
Tropische zaden op de kerstmarkt Er is eigenlijk slechts één reden waarom ik kerstmarkten aardig vind: het is een ideale plaats om tropische zaden te bekijken. Alhoewel allerlei winkels het jaar rond tropische zaden en vruchten verkopen als curiosa is het aanbod op die kerstmarkten het grootst. Tijdens mijn bezoek aan de jaarlijkse bijeenkomst van de Palaeontological Association, vorig jaar in december in Zürich, nam ik natuurlijk de gelegenheid waar om ook daar op de diverse kerstmarkten rond te kijken en niet zonder resultaat!
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
9
Ivoornoten Opvallend was een stand die geheel geweid was aan Tagua noten en al wat daar van gemaakt kan worden. Deze noten hebben een keiharde witte kern. Zij komen van een palmboom Phytelephas. Deze naam geeft al aan: het is ‘plantaardig ivoor’ lange tijd al in Europa ingevoerd en gebruikt om knopen en sieraden van te maken. Tegenwoordig kleurt men dit ‘ivoor’ ook in allerlei vaak felle kleuren. Ze groeien in een grote gestekelde verzamelvrucht aan de boom. De foto hierboven toont de losse noten, doorgezaagde en intacte verzamelvruchten in dezelfde kraam. Vroeger werden deze ivoornoten ingevoerd in Europa en onder andere gebruikt voor de fabricage van knopen. Hamburg was een centrum daarvoor, maar er stond ook een fabriek in Veendam. Deze industrie is door het op de markt komen van plastic knopen teloor gegaan alhoewel er opnieuw een kleine markt voor is. In Zürich lagen ze op de kerstmarkt en in Utrecht zag ik ze eens aangeboden als knopen van ‘vegetarisch ivoor’! De noten zijn te zwaar om te kunnen drijven, maar worden toch regelmatig op de Nederlandse kust aangetroffen. Een ivoornoot was mijn eerste tropische zaad dat ik in de zestiger jaren op het strand bij Noordwijk opraapte. Deze noten zijn afkomstig van voor onze kust vergane schepen. Rammelaars Een ander gebruik van (lege) noten is het verwerken tot rammelaars. Ook hierin zag ik zaden die me bekend zijn als tropische drijfzaden. De foto hiernaast toont zo’n rammelaar met een Panginoot, Pangium edule, een tropisch drijfzaad dat zelden aanspoelt in Europa. Er zijn vier exemplaren bekend, waarvan drie uit Nederland en eentje uit Denemarken (Brochard & Cadée, 2005). Zij vermoeden net als Nelson (2000) en Perry & Dennis (2003) aanvoer per schip naar Europa voor commerciële doeleinden en niet via de Golfstroom en de voortzetting daarvan de Noord-Atlantische Drift. Dan zouden zij ook op kusten direct aan de Atlantische Oceaan grenzend zijn aangespoeld en niet alleen op Noordzeekusten.
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
10
Op de foto hiernaast staat een rammelaar gemaakt van Thevetia zaden, waarschijnlijk van Thevetia peruviana, de gele oleander, een tropische struik met grote, trompetvormige, gele bloemen. Oorspronkelijk uit de tropen van de nieuwe wereld, nu pantropisch aangeplant. De bij rijpheid zwarte vruchten bevatten twee (gespleten) pitten met een houtige wand. Deze pitten zijn niet als drijfzaad bekend. Ze worden gebruikt in bijvoorbeeld kettingen (Shimizu-Ide, 2000). De onderstaande foto laat in het midden een rammelaar zien met zwarte tropische Aleurites noten (Engelse naam candle-nut). Zij zijn zeer olierijk en deze olie wordt gebruikt als lampolie. Oorspronkelijk komen zij uit de tropen van Azië, maar zijn ook in de nieuwe wereld aangeplant. Ze zijn algemeen als drijfzaad op de kusten van bijvoorbeeld Indonesië, in Florida en omgeving spoelen zij zelden aan (Perry & Dennis, 2003). Omdat ze hooguit een halfjaar kunnen drijven zullen zij de oversteek naar Europa dan ook niet halen: er zijn in Europa nog geen aangespoeld. Het is altijd mogelijk dat een van die in ketting of rammelaar verwerkte zaden eens in zee terechtkomt. Rechts van deze rammelaar ligt eentje gemaakt van de nagels van hoeven van een geit(?) en links ligt een rammelaar omwikkeld met ’Jobstranen’ (Coix lacryma-jobi). Dit zijn geen zaden maar de hard geworden omhulsels van de bloem van een grassoort. Binnen dit omhulsel zat het vrouwelijke bloempje, de stijl stak boven uit de opening en ook een steeltje met een aantal mannelijke bloempjes. Na bevruchting zitten de rijpe zaadjes beschermd opgeborgen in het harde omhulsel dat van de plant valt. De aanwezigheid van een gat boven en onder maakt ze ideaal voor verwerken in kettingen. Deze zijn bij ons bijvoorbeeld in wereldwinkels te koop.
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
11
Tenslotte op de laatste foto nog een rammelaar met halve zeeharten (Entada sp.). Deze zeeharten danken hun naam aan hun vorm en het feit dat het bekende tropische drijfzaden zijn die zelfs af en toe op ons strand zijn opgeraapt (Brochard & Cadée, 2005). Conclusie Het loont de moeite kerstmarkten af te lopen om tropische zaden en vruchten op te sporen. Ziet U ook een bijzonder zaad in winkel of op de markt, maak een foto en stuur die mij op; bij voorbaat dank! Gerhard Cadée Bron: Tropische zaden van de Nederlandse kust (Brochard, C.E.J. & G. C. Cadée. 2005) World Guide to Tropical Drift Seeds and Fruits (Gunn, C.R. & J.V. Dennis, 1976) Sea Beans and Nickar Nuts. (Nelson, C.E., 2000) Sea-beans from the Tropics (Perry, E.L. & J.V. Dennis, 2003 Hawai’i’s Seeds and Seed Leis. An identification guide (Shimizu Ide, L, 2000)
Welk jaar is het?..... 2014 is het jaar van….. Elk jaar wordt door diverse verenigingen en stichtingen een dier van het jaar uitgeroepen. Voor deze dieren wordt het komende jaar extra aandacht gevraagd en worden landelijke onderzoeken en bijeenkomsten georganiseerd. Leuk om ook bij de KNNV- afdeling Den Helder stil te staan bij ‘Het jaar van……’ De spreeuw (Sovon) De spreeuw is een algemene soort in Nederland, maar deze soort gaat sinds eind jaren ‘70 in aantal achteruit. Deze soort is zelfs op de oranje lijst terecht gekomen. Ook in de rest van Europa neemt de soort sterk af (meer dan 50% in de periode 1980-2011). De precieze oorzaak van de achteruitgang is onbekend. Het komende jaar wordt extra onderzoek gedaan naar de spreeuw. Wilt u meehelpen met dit onderzoek kijk dan op www.sovon.nl
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
12
De eekhoorn (Zoogdiervereniging) Bij veel mensen is de eekhoorn een populair diertje, dat in de jaren ’60 door een virus in aantal enorm is afgenomen. Na een periode van herstel lijkt de populatie nu weer stabiel. Voor de inheemse gewone of rode eekhoorn (Sciurus vulgaris) liggen er twee grote bedreigingen op de loer. Te weten: de versnippering van het leefgebied en de groei van de populatie uitheemse eekhoorns. Het komende jaar gaat de zoogdiervereniging laten zien wat burgers en overheden kunnen doen voor de inheemse eekhoorn. Een ieder wordt verzocht waarnemingen van eekhoorns zo veel mogelijk door te geven. Meer informatie op: www.zoogdiervereniging.nl
De zwartblauwe Rapunzel (Floron) De zwartblauwe rapunzel komt niet voor in onze regio. De soort komt alleen voor in beekdalhooilanden, bosranden en bospaden in het zuiden en oosten van ons land. En is bijna verdwenen uit ons land. De Floron wil voorkomen dat dit fraaie plantje verdwijnt uit het Nederlandse landschap. Tijdens de maanden mei en juni wordt door vrijwilligers een uitgebreide inventarisatie gedaan. De exacte aantallen en levensvatbaarheid van populaties worden in kaart gebracht. Deze verzamelde gegevens worden, gezamenlijk met diverse terreinbeheerders in Drenthe en Brabant, verwerkt in een herstelplan voor de soort. Wil je meehelpen, meld je dan bij www.floron.nl
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
13
De (vuur)salamander (Ravon) Internationaal is door de PARC (Partners in Amphibian and Reptile Conservation) 2014 uitgeroepen tot het jaar van de Salamander. In Nederland komen 5 inheemse soorten salamanders voor. De Ravon vraagt het komende jaar extra aandacht voor met name de vuursalamander, de enige inheemse landsalamander in Nederland. Door een schimmelziekte die voor het eerst in 2008 is waargenomen, gaat het erg slecht met de vuursalamander. Er wordt volop onderzoek gedaan naar de ziekte, waarvoor veel geld nodig is. Naast de vuursalamander wordt ook voor de watersalamanders extra aandacht gevraagd op www.ravon.nl Tineke Jongma Foto spreeuw: Groene Poolster Foto zwartblauwe rapunzel: Hans van Groen Foto vuursalamander: Jelger Herder
Stadsdebat Openbare ruimte op 22 januari 2014 Omdat u als leden van onze vereniging mag weten waar het bestuur zoal mee bezig is volgt hier een verslag van dit debat. Per telefoon werd ik, zijnde voorzitter van de KNNV Den Helder, uitgenodigd om bij dit debat aanwezig te zijn om zo hieraan een steentje te kunnen bijdragen. Het onderwerp was: ‘Beheer Openbare Ruimte’. Daarmee werd bedoeld de leefomgeving in onze stad, dus ook het openbaar groen; wat wij daaraan verbeterd zouden willen zien en vooral hoe wij daar zelf iets aan kunnen bijdragen. Onmiddellijk heb ik mijn medebestuursleden verwittigd en gezamenlijk met Sylvia zijn we namens de KNNV bij het stadsdebat aanwezig geweest.
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
14
De avond begon al vroeg met een maaltijd; heel goed, want dat bevordert onderlinge contacten. Aan de wand hingen foto’s van straatbeelden, groenvoorziening e.d. Door middel van stickers kon je daar positief of negatief over oordelen. Daarna volgde een toespraak van Pia Bruin, wethouder Openbare Ruimte en Wijkgericht Werken met als onderwerp: De Openbare Ruimte wordt uw gebied, zet u zich daar dan ook voor in. Houdt je omgeving netjes. Denk mee, bepaal welke groenvoorziening de voorkeur heeft, waar welk straatmeubilair moet komen te staan, waar speelvoorzieningen voor kinderen. De vraag was: Wat is de taak van de gemeente? Doet de gemeente alles? Of is deels de burger aan zet? De volgende spreker was de heer Willem Stam, voorzitter Landelijk Platform Buurt- en wijkgerichte werken. Hij legde de nadruk op nadenken over de openbare ruimte. Verboden plekken zijn vaak spannende speelplaatsen (denk aan bunkers in de duinen, bosschages in parken) Hoe gaan we daarmee om. Verder hoeft besparen op onderhoud geen ramp te zijn, een beetje groen tussen de straatstenen is niet erg, als het maar geen ‘grasveld’ wordt. En wij burgers kunnen ons eigen stoepje toch wel schoon houden… Hierna werden alle genodigden (80–100) ingedeeld in panels van ca. 15 personen en werd er in afzonderlijke ruimten gediscussieerd. Ieder werd verzocht een kaartje van tafel te pakken met een onderwerp dat hem/haar het meest aan het hart ging. Zelf koos ik voor: ‘opruimen zwerfafval’. Want daar begint het mee. Ligt er eenmaal rommel, dan komt er steeds meer bij. Niemand voelt zich dan nog geroepen om het netjes te houden. De omgeving verloedert. De zorg voor de openbare ruimte begint bij OPRUIMEN. Maar er waren ook andere belangrijke onderwerpen zoals: Stadslandbouw, Park als achtertuin, Mooier door zelf doen (d.w.z. openbaar groen zelf verzorgen), Stadstuin, enz. Het was opvallend dat veel van de aanwezigen zeer betrokken waren en graag iets wilden betekenen voor het leefklimaat in onze stad. En velen droegen al zorg voor de groenvoorziening en opruiming, zoals in Duindreef, Nieuw Den Helder.
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
15
Hierna kwamen we weer bij elkaar en kwam er naar aanleiding van de geplakte stickers op de foto’s van de openbare ruimte een algemeen debat op gang. Men was van mening dat er wel wat regelgeving kon worden afgeschaft, wat minder borden overal, wat meer vrijheid van het straatgebruik (barbecue e.d.). Meer baas in eigen buurt. Sommige werkzaamheden in eigen beheer houden. Zelf bepalen waar bijvoorbeeld een speelveldje nodig is, waar beplanting moet komen. Zo ontstaat vanzelf een leer- en werkomgeving. Nodig is daadkracht, zien en dan ook aanpakken. Eigenlijk is het een deel van de Participatiewet. Namens de KNNV heeft Sylvia laten weten dat wij op bepaalde gebieden zeker goede adviezen zouden kunnen geven. We denken hier aan groenvoorziening, maaibeleid. Het was al met al een goed debat en hartverwarmend te merken hoeveel mensen betrokken zijn bij hun leefomgeving en daar ook daadwerkelijk iets voor doen. Betty Elkerbout
Oproep van de penningmeester Op dit moment hebben 13 leden van de KNNV een herinnernota voor de contributie voor 2014 toegestuurd gekregen (per post). Nogmaals het verzoek de contributie zo spoedig mogelijk te betalen. Vóór 1 april 2014 moet namelijk 90% van de contributie afgedragen worden aan de landelijke KNNV te Zeist. Alle leden (met een emailadres) hebben in december per E-mail een rekening ontvangen. Wellicht is niet het juiste e-mail adres bij ons bekend. Ik wil daarom vragen of iedereen even wil kijken of het mailadres, wat wij gebruiken, nog actueel is. Geef het juiste e-mail adres door aan:
[email protected] Mis de nieuwsbrieven van de KNNV en de digitale Op de Kop niet !! Bovendien scheelt het erg veel werk, kosten, papier en drukwerk als de informatie via de e-mail verzonden kan worden. Nico van Riessen
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
16
Verslag Uilenballen pluizen Op zaterdagmiddag 25 januari jl was het weer zover: uilenballen pluizen onder leiding van Jan Boshamer. Dit maal voor kinderen van 6 tot 12 jaar, uiteraard onder begeleiding van ouders of grootouders. Ongeveer tien aanmeldingen waren er binnengekomen, maar de mogelijkheid was opengelaten om zo aan te komen lopen. En dat deed men gelukkig. Er waren 32 deelnemers. Veel meer hadden het er niet moeten zijn. Het was een volle bak. Jan Boshamer begon met zijn verhaal over allerlei soorten uilen en soorten muizen. Want uilen verschalken nu eenmaal graag een muisje. De Helderse Vallei had gezorgd voor een paar opgezette uilen, zodat de kinderen die eens goed konden bekijken. Een daarvan was een kerkuil. Jan lichtte onder anderen toe dat de kerkuil vrijwel geen plekje meer vindt in kerktorens (kerken verdwijnen of worden omgevormd tot wooneenheden e.d.), maar boeren hebben tegenwoordig vaak hoog in de nok van hun stallen nestkasten gebouwd. En dat bevalt de kerkuil uitstekend. Ze broeden er graag en de boeren zijn blij met die uilen, want die eten muizen en ratten. Zo snijdt het mes aan twee kanten. Er werd ademloos geluisterd naar wat Jan allemaal te vertellen had. Na een korte pauze begon het eigenlijke werk. De tafels stonden klaar met loepjes, pincetten, een blad met een skeletschema van de muis en toen werden de uilenballen uitgedeeld. Net klontjes ruwe aarde van drie tot vier centimeter doorsnede. En die moesten uit elkaar worden gehaald. Tientallen minuscule botjes: onder kaakjes, schedeltjes, ribbetjes, enz. kwamen eruit tevoorschijn. Men werd steeds enthousiaster naarmate er meer botjes gevonden werden. Jan liep van tafel naar tafel om uit te leggen wat er was gevonden. Want er zijn een heleboel soorten muizen, zoals: Noordse woelmuis, waterspitsmuis, bosmuis, veldmuis, dwergmuis, e.a. Er werd zelfs een schedeltje van een mus gevonden. En een meisje had met al haar botjes een zo goed als complete muis bij elkaar gepuzzeld. Dus de interesse was groot. Naar aanleiding van de uilenballenpluizerij maakt Jan voor zichzelf en de wetenschap de stand op van de populatie van de diverse soorten muizen. Dus ook hier weer een win-winsituatie.
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
17
Het was een zeer geslaagde middag, waarop iedereen het zeer naar de zin had gehad. Er werd al gevraagd wanneer er weer zoiets gedaan werd. Nou dat is gauw verteld: Op zaterdag 12 april hebben we uilenballen pluizen voor volwassenen en die mogen dan hun kinderen meenemen. We verheugen ons er nu al op. Betty Elkerbout
Determineren is zo gezellig !!!! Op 6 februari j.l. zijn we met 6 personen bij ons thuis aan het determineren geslagen. Natuurlijk o.l.v. ons aller Gerrit Welgraven. Akke, Betty, Annie, Gerrit, Ton en ik waren hierbij aanwezig en dat was een gezellig clubje. Annie had het herbarium van Gerard meegenomen. Heel interessant hoe hij dat had gemaakt. Zelf had ik een paar plantjes in de plantenpers gelegd. Met de grootste moeite konden we daar de namen van ontdekken. Gerrit legde uit hoe je nou met de Flora omgaat en met de binoculair konden we de specifieke kenmerken van de planten goed zien. Gezamenlijk begonnen we met een waterbies. Maar hoe weet je nu welke waterbies je hebt? Door heel goed naar de kenmerken van de plantjes te kijken en deze juist te interpreteren, komen de geheimen van de flora dan toch vrij. Het bleek ‘Biezenknoppen’ te zijn (met als hoofdkenmerk de geribbelde steel). Daarna gingen we zelfstandig aan de slag. Het blaadje van de agrimonie, bleek de ‘Gewone Agrimonie’ te zijn. Zo gingen we door met: Moeraswalstro, Kranswier, Hoornbloem(spec.), Hondsdraf, Oranje havikskruid, Lievevrouwenbedstro, donkere Ooievaarsbek, Zachte ooievaarsbek (Geranium molle) en Kleine veldkers. Een goed begin van het nieuwe seizoen! En wie weet sluiten we het plantenseizoen in september op dezelfde manier af. Ook weer zo gezellig! Sylvia Leentvaar
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
18
Lezing Invasieve soorten Lezing van Frank Fuhr, mariene bioloog, gespecialiseerd in ballastwater, hij geeft adviezen aan de scheepvaart. Op zaterdag 15 februari gaf Frank Fuhr een lezing over invasieve soorten. Naast uitheemse soorten bestaan er ook invasieve soorten. Uitheemse soorten zijn soorten die op een locatie terecht komen waar ze van nature niet thuis horen. Invasieve soorten zijn dat ook, maar deze soorten geven economisch of ecologisch een probleem. Een uitheemse soort wordt dus pas invasief als deze economisch of ecologisch schade veroorzaakt. Alleen in Europa zijn al 12.000 uitheemse soorten. Slechts een klein percentage hiervan is invasief, wereldwijd bedreigen de invasieve soorten de lokaal levende soorten. In de mariene biologie zijn vooral kustwateren kwetsbaar. Daar kan het zonlicht doordringen, waardoor uitheemse soorten gemakkelijk overleven. Hoe komen die indringers daar? Scheepsverkeer loost ballastwater en daarin bevinden zich (microscopisch) kleine wezens, zaden e.d. Mosselen kunnen daaruit eencellige dinoflagellaten eten en zelf giftig worden en een gevaar vormen voor vogels. Ook aan de scheepswand liften nogal eens nieuwe soorten mee. Transport over land veroorzaakt dezelfde problemen, tussen autobanden of export goederen overal kunnen kleine of wat grotere levensvormen meeliften. En vergeet niet onze eigen reislust, zonder het te merken nemen ook wij uitheems leven mee naar huis vanaf ons vakantieadres. En soms zelfs bewust nemen we wat zaden of stekjes mee uit een ver land. Ook de huisdierensector kan invasieve soorten met zich meebrengen. We willen zo graag een exotisch huisdier, een mooi voorbeeld is de halsbandparkieten. Ooit ontsnapt of losgelaten en tot ieders verbazing overleefden ze in het stedelijk gebied. Op het platteland wagen ze zich niet. Deze parkieten zijn uitheems maar
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
19
niet invasief. Ze brengen géén economische of ecologische schade toe. Uitroeien van een invasieve soort is niet mogelijk. Ze vermeerderen te explosief, hierdoor brengt uitroeien altijd schade toe aan het milieu, zeker als het planten betreft. Wetgeving Voor wat betreft inheemse soorten heeft men een scheidslijn getrokken op 1492; Columbus ontdekt Amerika en soorten worden wereldwijd verspreid. Alle uitheemse soorten voor 1492 noemt men Archeobiotica en daarna Neobiotica. Een product dat precies op dit jaartal ligt is de aardappel uit Zuid Amerika. Die zou toch niemand meer willen missen. En zo zijn er nog wel meer ingeburgerde producten. Er is wetgeving op het gebied van uitheemse soorten, maar voor wat betreft de invasieve soorten reageert de overheid meestal te traag op meldingen. Een potentiële invasieve soort moet zo spoedig mogelijk verwijderd worden, voordat deze een probleem veroorzaakt. Helaas wordt er pas actie ondernomen als er economisch of ecologisch een probleem is. Tot slot Frank gaf hierna nog vele voorbeelden. Hij besloot zijn verhaal met te verklaren dat soorten nooit goed of slecht zijn. Alleen exoten zijn ongewenst buiten hun natuurlijke omgeving. Eenmaal gevestigd blijven ze. Preventie is geboden. Iedereen kan hierbij helpen: Maak het probleem bekend Doe aan verantwoord tuinieren Wees verantwoordelijk bezig met exotische huisdieren Verantwoord omgaan met wateren hengelsporttuig Waarneming melden (waarneming.nl of Naturalis, Leiden) Dit was de oproep van Frank Fuhr aan het eind van een leerzame lezing, waarbij slechts veertien personen aanwezig waren. Wie de uitgebreide versie van dit verslag wil, die stuurt mij maar een mail:
[email protected]. Betty Elkerbout
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
20
De vlindertuin Na het indienen van de subsidieaanvraag in oktober vorig jaar, werd het spannend of die zou worden toegekend. Het resultaat kent u, we kregen op 5 december voor twee projecten € 1000,= (dank je Sint Groen en Doen). Een van die projecten was de vlindertuin. Het voltallige bestuur is om tafel gaan zitten met Katelijne van Spronsen (directeur van De Helderse Vallei). We hebben besloten dat het geld van de cursus dus ook voor de vlindertuin zou worden besteed. De werkzaamheden Het is dit jaar een zachte winter en dat is een gelukje, want nu kon de aannemer snel beginnen. Op 16 februari zijn we met vijf man sterk het oude grind van de paadjes gaan scheppen. Dat hebben we op twee bouwzeilen (achter) in de vlindertuin gedeponeerd. De piketpaaltjes zijn daarna opnieuw uitgezet, omdat ze door ons geschep waren omgevallen. Op 20 februari kwam de aannemer (grondwerker) Konijn van de Middenvliet. Met graafmachine, en pal daarachteraan de zak met grind. Geklemd in een Dragline. Dat had je moeten zien, de machine die de Kub-zak tilde was zo hoog dat hij bijna tegen de punt van het dak aan reed. Maar alles ging gelukkig goed. Het hekje om de tuin werd op twee plaatsen grof uit de grond gesleurd en de graafmachine kon aan het werk. Eerst werd de cirkel om de ronde tuin heel ondiep uitgegraven (1m. breed) en daarna werd de cirkel op 30 cm diepte uitgegraven. Het zand dat er uit kwam is gebruikt om het pad, dat erg schuin afliep naar de sloot, op te hogen. De rest is op de sloot oever geschoven. Wat we daar mee moeten doen, zou ik zo nog niet weten. Maar wie een idee heeft roept maar. Toen de hele binnencirkel op diepte was uitgegraven is er onbemeste aarde in gestort en aangedrukt. Nog een goeie regenbui er over heen, dan
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
21
klinkt het goed in. De volgende dag is het pad rondom de vlindertuin aangelegd. Er werd een tracé van 7 cm diep gegraven, daarin kwam worteldoek, met daarop matten van hard rubber (met bijenkorf motiefjes). Daarop werd het grind aangebracht. De matten dienen voor de stevigheid (tegen het weg rollen van het grind) rolstoelen of kinderwagens kunnen daar dan ook rijden. Je wilt toch iedereen deelgenoot maken van deze mooie tuin. De vlindertuin werkgroep heeft er voor gekozen een stermotief met een rondje in het midden te maken. In de twee halve rondjes die zo ontstaan zetten we Buddleja en Cotoneaster neer. Het hek om de tuin wordt door de Wilgenvlechter “Bleeslat” gemaakt. Er komt ook een rozenboogje bij de enige ingang van de vlindertuin. De kosten voor het hek worden gedragen door De Helderse Vallei. Planten Een groot aantal planten heb ik reeds in onze eigen tuin zien staan, die zo de vlindertuin in kunnen. En omdat het nu allemaal zo lekker uitloopt heb je meteen iets zichtbaars. Ook zullen er hele stukken ingezaaid moeten worden. En daar komt dan de cursus goed van pas. Dit is een leuke praktijk opdracht voor de deelnemers. We kunnen nog wel wat planten gebruiken. Mijn vraag is: heeft u een vlinderstruik, Jasmijn, Berberis, Bessenstruik, of andere vlinder lokkende planten over. Breng ze ons, u kunt ze ook afgeven bij de balie van De Helderse Vallei. Het leek mij leuk om ieder een deel van de cirkel te laten kiezen om te onderhouden. Men kan daar dan op ieder zelf gekozen moment heen gaan en onderhoud verrichten. Toch zou ik het ook prettig vinden om 1x per maand bij elkaar te komen, om samen de andere werkzaamheden te doen, zoals snoeien, grasmaaien, de slootkant bewerken en het riet gefaseerd maaien. Tot zover dit vervolg verhaal, want we zijn voorlopig nog niet klaar met dit project. Blijf op de hoogte van de ontwikkeling van de vlindertuin. Sylvia Leentvaar
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
22
Verslag Cursus ‘tuinieren voor wilde dieren’ Op 1, 8 of 15 maart konden de tuinliefhebbers hun hart weer ophalen met de Cursus ‘Tuinieren voor (wilde) dieren’. In de kranten stond het allemaal een beetje onduidelijk vermeld, daardoor kwam het dat er wat weinig aanmeldingen waren voor de 1e maart. Uiteindelijk hadden vier mensen zich opgegeven, waarvan één meneer niet kwam opdagen. Uiteindelijk er zaten maar drie deelnemers in de zaal. Maar die hebben dan ook een top ochtend gehad. De deelnemers zijn lekker verwend met koffie & gebak en tussen de middag een heerlijke lunch met soep en broodjes. En uiteraard met heel veel informatie. Omdat we een klein groepje hadden konden de deelnemers vragen wat ze wilden, overal hadden we wel een antwoord op. Rob Horvath ging wat dieper in op de eigenaardigheden van de vogels die je in je tuin kunt aan treffen. Zelf vertelde ik over soorten tuinen, de samenhang tussen planten en de insecten, maar ook de bomen en struiken, die voor een natuurvriendelijke tuin nodig zijn, kwamen aan bod. Op 8 maart waren er weer drie mensen. Ook was er één dame bij die alleen een balkon heeft, maar erg van de natuur houdt. Voor haar had ik wat aangepaste adviezen. Een andere deelnemer had een caravan in Gaasterland en een strookje grond daarom heen. Hij wilde graag wat adviezen over hoe hij dat kon inrichten. De derde deelnemer, was een mevrouw met een zeer grote tuin in Vogelzand. Zij is al heel natuurvriendelijk bezig, maar het kan altijd beter, zei ze. Een geanimeerde dag met veel vragen en vele antwoorden. Voor de laatste cursusdag op 15 maart zijn er zeven mensen aanmeldingen (inclusief onze eigen Nico van Riessen). Dat belooft weer een leuke dag te worden, want daar zitten twee groepjes vriendinnen bij. Als we een volgende keer weer zo’n leuke cursus organiseren, dan doen we dat gewoon weer op één dag. Drie data geeft meer keuzevrijheid voor de deelnemers, maar het is toch leuker als de groep iets groter is. Ik hoop dat alle cursisten er wat aan hebben gehad. En ik heb genoten van het feit dat je de mensen iets kan vertellen, wat ze nog niet wisten. Ook de enorme hulp van Aly van de Wende was onmisbaar. Rob en Aly hartelijk dank en wie weet tot een volgende keer. Sylvia Leentvaar
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
23
Plant en naam: Speenkruid – Ranúnculus ficária We kennen allemaal wel dat kleine plantje met de stervormige botergele bloempjes dat in het vroege voorjaar overvloedig bloeit en in mei/juni ineens weer de aarde in lijkt te kruipen om het volgende voorjaar weer volop tevoorschijn te komen. Hoe komt het aan zijn naam? Er zit op het eerste oog niets aan dat op een speen lijkt. Nee, maar de wortelknolletjes wel. Die hebben een bollige langwerpige vorm en lijken op de tepels van kleine zoogdieren. In vroeger tijden gebruikte men die knolletjes wel of soms het sap ervan vermengd met wijn of zelfs de urine van de zieke om tepels en aambeien te genezen. In sommige streken vond men de wortelknolletjes wel iets weg hebben van de teelballen van de haan zodat men ze in Friesland ‘hoaneklootjes’ noemde en in Noord-Holland naar die van de kater ‘katteklootjes’. Elders in het land noemde men ze boterbloem, kleine boterbloem of vroege boterbloem. Op Zuid Beveland werden ze merkwaardigerwijs ‘pinksterbloemen’ genoemd, terwijl het dan beter ‘paasbloem’ had kunnen zijn vanwege de periode waarin ze bloeien. Dan nog iets over de Latijnse naam: ranúnculus ficária. Het eerste deel hiervan verklaart dat het tot de ranonkelachtigen behoort, zoals alle soorten boterbloemen. Grappig is dat ranonkel te maken heeft met woord ‘rana’. Dat is Spaans voor kikker. Dit verwijst naar het feit dat deze planten het liefst op vochtige plekken staan, bij sloten bijvoorbeeld. De toevoeging ficária wijst op de vorm van de wortels, die men op vijgen vond lijken. Ficus = vijg. Betty Elkerbout
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2
24
Boekennieuws Wild plukken, de alternatieve fruittuin Auteur: Peter Kouwenhoven & Barbara Peters Prijs: € 17,95 (verschijnt in maart 2014) Een nieuw inspirerend wildplukboek! Wat is er leuker dan vruchten en zaden plukken en eten uit de natuur? 'Wildplukken' is de ideale handleiding voor hoe je de vruchten vindt, plukt en bereidt. Veel informatie over vrucht gevende planten, struiken en bomen Toepasbaarheid en onderhoud in eigen tuin. Bij dit boek hoort een herkenningskaart met overzicht van de oogsttijd en groeiplaats van allerlei natuurdelicatessen.
Stadsvogels, in hun domein Auteur: Jip Louwe Kooijmans Prijs: € 14,95 Dit boek laat je kennis maken met 18 stadse vogelgemeenschappen in verschillende wijktypen. Welke vogelsoorten komen er voor en in welke aantallen? Scoort mijn wijk onder of boven het landelijk gemiddelde? Waarom ontbreken sommige vogels? En wat kunnen we daaraan doen? Nieuwe inzichten hierin helpen ons om nog bewuster met stadsnatuur om te gaan. Het boek ‘Stadsvogels in hun domein’ biedt alle informatie en vormt een belangrijk handvat voor de bescherming van vogels in de stad.
Honingbijen Auteur: Juergen Tautz en Helga R. Heilmann Prijs: € 29,95 Baanbrekende inzichten in het leven van honingbijen Presenteert op toegankelijke manier actuele kennis van honingbijen en baanbrekende inzichten in hun leven en gedrag. De vele unieke foto’s geven een fascinerend beeld van deze evolutionair gezien zo succesvolle insecten. Topexperts ontrafelen stap voor stap het ‘verschijnsel honingbij’ en komen daarbij steeds weer voor nieuwe verrassingen te staan.
Op de Kop, April 2014
negentiende jaargang, nummer 2