Maatschap Gynaecologie/Kinderafdeling
Borstvoeding
Diaconessenhuis Leiden Algemeen U gaat binnenkort bevallen, of u bent kortgeleden bevallen en verblijft samen met uw pasgeboren baby in het Diaconessenhuis. In deze brochure vindt u informatie over hoe u borstvoeding kunt geven en over verschillende manieren van kolven. Als u na het lezen van deze brochure nog vragen heeft, dan kunt u terecht bij de verpleegkundige. Eventueel wordt u verwezen naar de lactatiekundige, die gespecialiseerd is in borstvoeding. Voor de leesbaarheid wordt in deze brochure afgezien van het onderscheid tussen hij/zij, hem/haar. Wat mag u verwachten van de zorg voor borstvoeding in het Diaconessenhuis Leiden ? In het Diaconessenhuis hebben wij een zogenaamd borstvoedingsprotocol. Daarin staat omschreven hoe de zorg rondom borstvoeding is georganiseerd. Alle verpleegkundigen die op de kraamafdeling of de kinderafdeling werken leren vaardigheden aan die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van deze zorg. Uw baby hoort bij u. Daarom krijgt u direct na de geboorte uitgebreid de tijd om kennis te maken. U krijgt van ons alle uitleg en hulp die u nodig heeft, zodat uw baby goed leert drinken aan de borst. Goed aanleggen is de basis voor het slagen van borstvoeding. Als de baby goed is aangelegd, komt de melkproductie op gang en krijgt uw baby de voeding die hij nodig heeft om te groeien. Uw baby mag dag en nacht bij u blijven. Hoe lang en hoe vaak u voedt wordt niet bepaald door de klok. Uw baby mag drinken naar behoefte. Alleen onder bepaalde omstandigheden kan het nodig zijn dat uw baby bijvoeding krijgt. Daar is dan een medische reden voor. Uw baby heeft de eerste vijf tot zes maanden niets anders nodig dan uw melk. Uw baby krijgt uw afgekolfde melk, maar niet uit een fles met speen. We adviseren ook geen fopspeen te gebruiken. Voor de kinderafdeling geldt hierop een uitzondering aangezien het hier om zieke zuigelingen gaat. Onze verpleegkundigen houden contact met andere instellingen en disciplines over de begeleiding van borstvoeding en verwijzen u door naar borstvoedingsorganisaties. Wij voelen ons mede verantwoordelijk voor het goed informeren van aanstaande ouders en het slagen van de borstvoeding. Informatie en begeleiding zijn daarbij van groot belang. Voordelen van borstvoeding Voordelen voor de moeder • versterkt de hechting tussen moeder en kind • goedkoop en gemakkelijk • altijd de juiste temperatuur
2
Diaconessenhuis Leiden • • • • • • •
de baarmoeder trekt beter samen en is sneller terug in de oorspronkelijke omvang sneller terug op het oude gewicht de menstruatie is minder snel terug minder kans op kanker van de eierstokken minder kans op borstkanker voor de menopauze (stoppen van de menstruatie). Dit geldt voor moeders die meerdere kinderen langdurig voeden. minder last van botontkalking (osteoporose) en heupfracturen op latere leeftijd. borstvoeding heeft een gunstige invloed op een aantal reeds bestaande ziekten zoals; diabetes mellitus, ziekte van Crohn en Multiple Sclerose.
Voordelen voor het kind • aangepast aan de voedingsbehoefte van het kind • minder kans op infecties van het maagdarmkanaal en als deze zich al voordoen zijn ze in de regel minder ernstig • minder kans op infecties van de luchtwegen, het middenoor, de urineweg en het hersenvlies • minder kans op overgevoeligheden (allergieën) • minder kans op moeilijke stoelgang (obstipatie) • ondersteunt de motoriek van de mond waardoor een goede ontwikkeling van de kaak en betere taalontwikkeling • moedermelk biedt te vroeg geboren baby’s bescherming tegen ernstige darmontsteking (necrotiserende enterocolitis) • ondersteunt een optimale ontwikkeling van het zenuwstelsel en de hersenen • minder kans op suikerziekte (diabetes mellitus) in de jeugd • minder kans op overgewicht. Borstvoeding geven De eerste keer aanleggen Na de geboorte wordt uw baby afgedroogd en bloot op uw blote bovenlichaam gelegd. Met een mutsje op en een warme deken over zich heen zal de baby niet afkoelen. Samen kunnen jullie uitrusten van de bevalling. Vaak gaat een baby zelf op zoek naar de tepel. Direct na de geboorte heeft uw baby sterke zoek-, hap-, zuig- en slikreflexen. Het is daarom goed uw baby na de geboorte direct, het liefst binnen een uur, aan te leggen. Natuurlijk moeten u en uw baby hiertoe wel in staat zijn. De verpleegkundige zal u hierbij helpen, zodat u dit rustig, ontspannen en in een gemakkelijke houding kunt doen. Vaak aanleggen is belangrijk voor het goed op gang brengen en houden van de borstvoeding, omdat veel vraag het aanbod stimuleert. Aanleggen Tips om goed aan te leggen: • neem uw baby dicht tegen u aan, baby’s buik tegen uw buik; • baby’s lichaam en hoofd zijn één lijn (niet in elkaar gedoken); • zorg dat de tepel tegenover de neus/bovenlip ligt
3
Diaconessenhuis Leiden • • • • •
breng de baby naar uw borst, niet de borst naar de baby; streel met de tepel de lip van de baby, zodat hij zijn mond verder open doet; leg de baby aan als hij zijn mondje wijd open heeft en zo de tepelhof (gedeeltelijk) kan omsluiten; het kind maakt eerst korte ritmische zuigbewegingen later wat langere teugen. Deze worden afgewisseld door regelmatige pauzes waarbij tegelijkertijd een klokkend geluid hoorbaar kan zijn; als de baby de borst niet goed pakt, haal hem er dan af en begin opnieuw.
Hoe ziet u dat het goed gaat? De baby drinkt goed aan de borst als hij: • met wijd opengesperde mond aan de borst ligt; • voldoende van de onderkant van de borst in de mond heeft; • bolle wangen heeft • de tong over de onderkaak, onder de tepelhof heeft; • de lippen naar buiten gekruld heeft; • de kin tegen de borst heeft, waardoor de neusgaten vrij zijn; • de borst zo vasthoudt dat deze niet op en neer beweegt; Is de baby tevreden en heeft hij voldoende natte luiers, dan kunt u ervan uit gaan dat u voldoende moedermelk hebt. Pasgeboren baby’s hebben de eerste dag één natte luier, de tweede dag twee tot drie natte luiers, de derde dag vier tot vijf natte luiers. Zo opklimmend tot hij elke voeding een flinke natte luier heeft. Wanneer de baby goed plast, zal hij dus ook voldoende drinken. De ontlasting (meconium) is de eerste dagen zwartgroen van kleur. De speciale moedermelk in de eerste dagen, het colostrum, zorgt ervoor dat de meconium snel wordt afgevoerd. Daardoor heeft de baby minder kans op geel zien. Daarna volgt een zachte soms dunne ontlasting die van kleur kan variëren van groen tot geel. In het begin poept de baby vijf tot zes keer per dag. Na een maand kan de ontlasting een keer per week zijn. De moedermelk komt dan precies tegemoet aan de behoefte van de baby. Gewicht De eerste dagen na de bevalling vallen alle baby’s af. Dat is een normaal verschijnsel. Na ongeveer twee weken zijn de meeste kinderen weer terug op het geboortegewicht. Toeschietreflex Het toeschietreflex zorgt ervoor dat de voeding uit de borsten komt. Sommige vrouwen voelen hierbij een kortdurende stekende pijn of een tinteling, anderen voelen niets. Het toeschieten van de melk kunt u stimuleren door de baby dichtbij u te nemen en te voeden, of door te kolven in een rustige, ontspannen omgeving met aangename temperatuur. Vraag gerust om privacy als u dat prettig vindt. Voldoende rust nemen is ook van belang. Pijn van hechtingen of naweeën kan het toeschieten van de melk bemoeilijken. Pijnstillers kunnen deze pijn verlichten. Het gebruik van een
4
Diaconessenhuis Leiden enkele paracetamol is niet schadelijk voor de baby. Goede melkproductie Neem vooral alle rust voor het voeden. Als de baby voedingssignalen laat zien (smakken, handjes sabbelen) laat hem dan niet wachten. Stel zo mogelijk andere handelingen even uit. Het beste is om uw baby aan beide borsten te laten drinken. Laat hem zo lang als hij wil aan de eerste borst drinken en daarna zolang als hij wil aan de tweede borst. De volgende voeding begint u met de borst waaruit de baby het laatst heeft gedronken. Het is niet nodig tijdschema’s aan te houden, de baby laat zelf los als hij genoeg heeft. Gewoonlijk heeft een baby binnen een half uur voldoende gedronken. Blijft de baby erg lang zuigen dan is hij waarschijnlijk niet goed aangelegd. Vraag dan om hulp. De melkproductie wordt het beste afgestemd op de vraag van de baby als u inspeelt op de behoefte van de baby. Houding U kunt zelf het beste beoordelen in welke houding u prettig kunt voeden. Er zijn verschillende houdingen mogelijk. Liggend op de zij Ga zo ontspannen mogelijk op uw zij liggen, trek het hoofdkussen stevig onder uw hoofd en uw schouder. Eventueel legt u ook nog een kussen in uw rug en tussen uw benen. Uw onderste arm ligt om de baby heen of onder uw hoofd en hoofdkussen. Leg uw baby met de beentjes dicht tegen u aan. Baby’s buik tegen uw buik. Maakt uw baby zoek- en hapbewegingen, dan brengt u hem met uw andere hand zachtjes naar uw borst toe. Met een opgerolde handdoek of een molton in zijn rug blijft hij goed op zijn zij liggen. Zittende houding (Madonnahouding) Hierbij gaat u ontspannen, maar wel goed rechtop zitten. Bij voorkeur in een stoel met armleuning en goed passende beenmaat. Zo kunt u de baby met uw arm ondersteunen. Een kussen op schoot of half op de leuning geeft uw arm ondersteuning. Uw baby ligt met zijn buik tegen uw buik. Het hoofdje ligt in de kromming van uw arm. Zo voorkomt u dat de baby gaat ‘hangen’ en de tepel uit zijn mond glijdt of uw tepels beschadigt. Zittend met de baby onder de arm (bakerhouding) In deze houding legt u uw baby op een groot kussen naast u, zijn beentjes onder uw arm door.
5
Diaconessenhuis Leiden De buik van uw baby ligt tegen de zijkant van uw onderlichaam. U ondersteunt zijn hoofdje en rug met uw onderarm. Het neusje ligt ter hoogte van de tepel. Zodra de baby gaat happen brengt u zijn mondje dicht naar uw borst toe. Deze houding is vooral geschikt voor vrouwen met zware borsten of vlakke tepels, baby’s die moeilijk drinken, bij stuwing, een tweeling, tepelkloven en na een keizersnee. Liggend op de rug Bij heftig toeschieten van de melk en te grote melkproductie kan eventueel liggend op de rug de voeding wat rustiger verlopen. U gaat ontspannen liggen met kussens onder uw hoofd en eventueel schouders. U legt uw baby op zijn buikje op uw buik of op een kussen naast u. Met uw hand ondersteunt u het voorhoofd van uw baby, zodat zijn neus niet in de borst zakt. Hoe vaak voeden? Een goede start is van groot belang. Door uw baby vaak aan te leggen komt de borstvoeding goed op gang. De eerste twee à drie dagen minimaal zeven, bij voorkeur tien tot twaalf keer. De eerste dagen huilt een baby niet altijd als hij gevoed wil worden. Let daarom ook goed op zijn zoek- en hapreflex. Zodra de borstvoeding goed op gang is gekomen, kunt u gaan voeden op verzoek. Na ongeveer twee weken drinken baby’s geleidelijk minder lang, maar niet altijd minder vaak. Minimaal voedt u zes keer per etmaal. Zolang uw baby minder dan vijf kilogram weegt, mag u maar één keer per 24 uur een pauze van zes uur tussen de voedingen hebben. Geeft u alleen borstvoeding, dan is nachtvoeding normaal en zelfs goed voor de in standhouding van de borstvoeding. Voedt u helemaal op verzoek, dan krijgt uw baby na een tijdje een voorspelbaar dagritme. Gewoonlijk willen baby’s ‘s morgens minder voedingen en later op de dag juist meer. Extra vitamines In de eerste uren na de geboorte wordt aan alle baby’s één mg vitamine K gegeven. Borstgevoede baby’s hebben daarna ook nog de eerste drie maanden dagelijks vitamine K nodig. Daarnaast geeft u vanaf twee weken dagelijks vitamine D. Dit is zonder recept te koop. Het is te verkrijgen op olie- en waterbasis. Voor zieke kinderen is de waterbasis beter, omdat deze bij verslikken minder schade aanricht. U kunt beter vitamine D zonder de toevoeging vitamine A kopen, omdat te veel vitamine A schadelijk is. Bijvoeden Gezonde baby’s met een goed geboortegewicht hebben in principe geen bijvoeding nodig. Bijvoeden verstoort het vraag- en aanbod principe en daarmee de melkproductie. Daarom is het raadzaam alleen bij te voeden als het echt nodig is. Dit noemen we een medische indicatie. Zieke baby’s
6
Diaconessenhuis Leiden hebben vaak wel bijvoeding nodig. Afgekolfde moedermelk heeft de voorkeur. Toch moet soms vanwege medische redenen worden bijgevoed met kunstmatige zuigelingenvoeding. Op de kraamafdeling wordt bijgevoed d.m.v. vingervoeden. Op de kinderafdeling wordt bijgevoed met een fles. De verpleegkundige kan u hierover meer vertellen. Regeldagen De baby kan zogenoemde ‘regeldagen’ hebben waarop hij het totale voedingsschema omgooit. Dit gebeurt meestal rond tien tot veertien dagen, rond zes weken en rond drie maanden. De baby huilt vaker en is onrustig. De baby groeit en heeft behoefte aan meer melk. Door op deze dagen vaker te voeden, zo’n acht à tien voedingen is normaal, wordt meer melk aangemaakt, afgestemd op de grotere behoefte van de baby. Na één, twee of soms meer dagen is alles weer ‘geregeld’. Verzorging van de borsten U kunt uw borsten gewoon eenmaal per dag wassen met water zonder zeep. Het gebruik van zeep verstoort namelijk de natuurlijke weerstand van de huid. Ter ondersteuning van de zwaarder wordende borsten kunt u een goed passende niet knellende voedings-bh gaan dragen. Komt er tussen de voedingen door melk uit de borsten, gebruik dan katoenen zoogkompressen zonder plastic laagje. Verschoon ze regelmatig. Bij pijnlijke tepels kunt u een druppeltje moedermelk op de tepel uitsmeren en aan de lucht laten drogen. Sommige vrouwen vinden het fijn om gezuiverde lanolinezalf te gebruiken. Deze hoeft niet te worden verwijderd voor het voeden. Leefgewoonten van de moeder Gezond eten en drinken tijdens het geven van borstvoeding is belangrijk. Het Voedingscentrum adviseert normale voeding volgens de voedingsschijf met als extra: een glas melk of plak kaas, een sneetje brood, een aardappel en 0,5 liter vocht. Voor de rest wordt de extra energie die nodig is om borstvoeding te geven, al tijdens de zwangerschap opgeslagen. Wel wordt geadviseerd extra vitamine D per dag te gebruiken volgens voorschrift van de arts. Sommige baby’s reageren op bepaalde voedingsmiddelen. Er wordt wel eens gezegd dat u bepaalde voedingsmiddelen zoals prei, uien en kool niet mag eten. Dit is achterhaald; variatie is heel belangrijk. Door uw baby te observeren, komt u vanzelf achter of uw baby er gevoelig voor is of niet. Als u begint met borstvoeding geven is het een goede gewoonte om een extra glas vocht te drinken bij elke voeding. Later kunt u gewoon naar behoefte gaan drinken. Wat kunt u beter niet doen • Alcohol drinken. Alcohol komt in moedermelk terecht. Wilt u toch wat drinken, neem dan niet meer dan één glas bier of wijn. • Veel cafeïne gebruiken. Dit maakt baby’s prikkelbaar. Cafeïne zit in koffie, maar ook in thee, chocolade en cola; • Roken. Nicotine schaadt de gezondheid van moeder en kind en verhoogt
7
Diaconessenhuis Leiden
• •
bovendien de kans op wiegendood; Verdovende middelen gebruiken; Medicijnen gebruiken zonder overleg met de arts of verloskundige. Een enkele paracetamol mag u wel zonder overleg innemen.
Stuwing In de eerste dagen na de bevalling treedt vaak stuwing in de borsten op. Dit kan als pijnlijk worden ervaren. Stuwing verdwijnt weer na enkele dagen. Vaak aanleggen en warmte, warme doeken of een warme douche, vermindert het enigszins. Sommige vrouwen vinden het prettig om de borsten na de voeding te koelen. Dreigende borstontsteking De borst is pijnlijk bij aanraken en heeft een rode plek die niet verdwijnt na het voeden. Als rode, harde plekken niet meer verdwijnen na de voeding, dan dreigt een borstontsteking. Het is raadzaam om dan: • veel rust te nemen; • vaker te voeden; • voeden in een houding waarbij de kin van uw baby naar de pijnlijke plek wijst; • voorzichtig de harde plekken masseren, als de baby drinkt • de borsten altijd warm te houden. Borstontsteking Heeft u naast bovengenoemde klachten ook nog hoge koorts, een grieperig, rillerig gevoel, hoofdpijn en spierpijn, dan heeft u waarschijnlijk een borstontsteking. Behandel de borstontsteking met warmte, rust en vaak voeden. Waarschuw de huisarts als de klachten na 24 uur niet verminderen. Tepelkloven Tepelkloven kunnen ontstaan als de baby niet goed is aangelegd. Verkeerd zuigen veroorzaakt dan een kloofje, een wondje of een blaar. Doet het voeden pijn, leg dan opnieuw goed aan. Probeer ook eens in andere houdingen te voeden. Begin met de minst pijnlijke kant. Laat de baby de tepel goed in de mond nemen. Vraag om hulp bij het aanleggen. Na de voeding kunt u wat melk op de tepels wrijven en dit goed laten indrogen en eventueel dun insmeren met gezuiverde lanoline. Spruw Spruw is een schimmelinfectie die op de tepel of in de borst problemen kan geven. Bij de baby kan dit te zien zijn in zijn mondje of op zijn billen. Hoe is spruw te herkennen? Bij de baby: - witte plekjes in de mond en/of op de tong; - onrustig drinken, steeds loslaten en huilen; - luieruitslag Bij de moeder:
8
Diaconessenhuis Leiden - pijnlijke tepels: een brandend en jeukerig gevoel - stekende pijn in de borst tijdens en na het voeden. Spruw moet altijd behandeld worden. Zowel bij de moeder als de baby. Dit doet u met speciale zalf en/of gel, die u op recept van de huisarts krijgt. Nadat de verschijnselen verdwenen zijn, moet u nog zeker twee weken doorgaan met gebruik van deze zalf om herbesmetting te voorkomen. Daarnaast is het belangrijk om voor het voeden goed de handen te wassen. Vers afgekolfde moedermelk mag u aan de baby geven. Bij het invriezen van moedermelk wordt de schimmel niet gedood, daarom kunt u die melk beter niet gebruiken om herbesmetting tegen te gaan. Andere problemen Ondanks alle goede adviezen kunnen zich naast genoemde ook nog andere problemen voordoen, zoals bijvoorbeeld vlakke tepels, darmkrampjes, voedselovergevoeligheid of -allergie of achterblijvende groei van de baby. In het ziekenhuis kunt daarover advies vragen aan de verpleegkundigen. Thuis kunt u advies inwinnen bij uw verloskundige, kraamverzorgende, wijkverpleegkundige, de lactatiekundige of een van de patiëntenverenigingen (zie ook het kopje ‘nuttige adressen’). Specifieke groepen Voor sommige baby’s wordt borstvoeding vaak ten onrechte ontraden. Met goede begeleiding van de verpleegkundige, de lactatiekundige en eventueel de prelogopedist kan aan bijna alle baby’s borstvoeding worden gegeven. Tweelingen In de beginperiode kunt u het beste de baby’s één voor één voeden, om het aanleggen te leren en de borstvoeding op gang te brengen. Daarna kunnen beide baby’s tegelijk worden aangelegd. Laat per voeding de baby’s wisselen van borst. Als de voeding goed op gang is gekomen, kunt u de kinderen ook per dag laten wisselen van borst. Verschillende houdingen zijn mogelijk:
Te vroeg geboren baby’s Juist voor te vroeg geboren baby’s is borstvoeding van groot belang. De samenstelling van de borstvoeding is ook op deze baby’s al geheel
9
Diaconessenhuis Leiden afgestemd. Borstvoeding is voor de baby niet vermoeiender dan flesvoeding. Volgens onderstaand stappenplan went uw baby langzaam aan borstvoeding. Stap 1: het ‘kangoeroeën’. De baby ligt bloot tegen de blote huid van de moeder of vader. Stap 2: ‘snuffelen’. de baby gaat op zoek naar de tepel. Stap 3: de baby ruikt de voeding en maakt zuigbewegingen Stap 4: laat de baby wat moedermelk proeven door wat melk uit de borst te masseren. Stap 5: de baby is steeds vaker wakker en wil gaan zuigen. Stap 6: de baby oefent aan de borst . Stap 7: de baby drinkt 1 maal per dag aan de borst. Stap 8: de baby drinkt meerdere malen effectiever aan de borst. Stap 9: de baby drinkt alles zelf met minimaal 7-8 voedingen. Te vroeg geboren of zieke baby’s krijgen hun bijvoeding met de fles. Na een keizersnede Na een keizersnede zullen wij de baby zo snel mogelijk bloot op uw borst leggen en u helpen met het aanleggen van de baby. Ondanks een goede pijnbestrijding kan het moeilijk zijn een fijne houding te vinden. In sommige gevallen is de bakerhouding prettig. Syndroom van Down Een baby met het syndroom van Down drinkt vaak minder krachtig door de lage spiertonus. De lactatiekundige en verpleegkundige kunnen u leren goed aan te leggen. Het is van belang deze baby op tijd te voeden en wakker te maken tijdens de voeding. Hij vraagt namelijk meestal niet uit zichzelf en valt eerder in slaap tijdens het voeden. Schisis Heeft uw kind een lipspleet of een lipkaakspleet dan kunt u borstvoeding geven. Na elke borst laat u uw baby boeren in verband met het aanzuigen van lucht. Uw kind kan stoppen met drinken als een boer dwarszit. Heeft uw baby ook een spleet in het gehemelte dan wordt het moeilijker. De lactatiekundige of de logopedist kunnen u adviseren hoe borstvoeding toch mogelijk is. Als drinken aan de borst niet gaat kunt u natuurlijk wel afkolven. Kolven Soms kunt u, bijvoorbeeld door ziekte of ziekenhuisopname van uzelf of van uw baby, tijdelijk geen borstvoeding geven of is uw baby niet in staat zelf uit de borst te drinken. U kunt dan de borstvoeding op gang brengen of houden door te kolven. U kunt over kolven een folder vragen aan de verpleegkundige.
10
Diaconessenhuis Leiden Borstvoeding en werken In de Nederlandse Arbeidstijdenwet (artikel 4:8) wordt geregeld dat een moeder, mits ze haar werkgever tijdig op de hoogte stelt, haar werk mag onderbreken voor het geven van borstvoeding of om moedermelk af te kolven gedurende de eerste negen maanden na de bevalling. Dit mag zo vaak en zo lang als nodig is, maar in totaal niet meer dan een kwart van de arbeidstijd innemen. De werkgever is verplicht een ‘geschikte’ ruimte ter beschikking te stellen. Deze moet voldoende privacy bieden. Nuttige Adressen Vrijwilligersorganisaties
Vereniging Borstvoeding Natuurlijk – Leiden U kunt gebruik maken van de telefonische informatiedienst. Via dit nummer worden namen en telefoonnummers van contactpersonen doorgegeven die u vervolgens kunt bellen. Landelijk nummer: 0343 – 57 66 26 Internet: www.borstvoedingnatuurlijk.nl Er worden informatiebijeenkomsten gegeven. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Annelies Danton 071 – 522 39 06 of
[email protected] of Hiske Kemme 071 – 522 47 51 of
[email protected]
La Leche League – Oegstgeest LLL beschikt over een landelijk telefoonnummer. Via dit nummer worden namen en telefoonnummers van contactpersonen doorgegeven die u vervolgens kunt bellen. Landelijke nummer: 0111 – 41 31 89. www.lalecheleague.nl In Oegstgeest worden informatiebijeenkomsten gegeven. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Manuela Berends 071 – 513 62 96 of
[email protected]
Cursus borstvoeding
Lactatiekundige praktijk Leiden Individuele cursus op aanvraag. Voor meer informatie: 071 – 528 11 96 of www.lactatiekundigepraktijkleiden.com
Lactatiekundige praktijk Bollenstreek Borstvoedingscursus wordt 6 keer per jaar gegeven. Voor meer informatie: 0252 – 21 78 54 of www.borstvoedingbollenstreek.nl
Kraamzorg de Waarden
11
Diaconessenhuis Leiden Borstvoedingscursus voor zwangeren. Voor meer informatie: www.kraamzorgdewaarden.nl Medela verhuuradressen
Welzorg/Thuiszorgwinkel Van Houtenstraat 7 2221 BB Katwijk Tel. 071 – 409 17 01
Thuiszorgwinkel Katwijk Steenbakkerstraat 1d 2222 AT Katwijk Tel. 0800 - 2887766 (gratis) www.vegro.info
Thuiszorgwinkel Leiden Van Vollenhovenkade 75 2313 GG Leiden Tel. 071 - 5121894 www.vegro.info
Lactatiekundigenpraktijk Leiden Vondellaan 35 Ae 2332 AA Leiden Tel. 071 - 5281196 www.lactatiekundigepraktijkleiden.com
Thuiszorgwinkel Lisse Vennestraat 13 2161 LE Lisse Tel. 0800 - 2887766 (gratis) www.vegro.info
Zorgwinkel Valent Rijnsburg Anjelierenstraat 6 2231 GT Rijnsburg Tel. 0800 - 2887766 www.vergro.info
Thuiszorgwinkel Sassenheim Hoofdstraat 82 2171 AV Sassenheim Tel. 0800 - 2887766 (gratis) www.vegro.info
Apotheek Sassenheim Hoofdstraat 190 2171 BM Sassenheim Tel. 0252 - 210169
12
Diaconessenhuis Leiden
Tot slot Wanneer er tijdens opname vragen heeft over borstvoeding, dan kunt hulp inroepen van Mirjam Pot, de lactatiekundige van het Diaconessenhuis. Zij is werkzaam op dinsdag, donderdag en vrijdag en bereikbaar op telefoonnummer 071 - 517 89 80 Informatie uit deze folder is, met toestemming, overgenomen van het Tweesteden ziekenhuis.
Maatschap Gynaecologie Telefoonnummer: 071 - 517 83 51 0109/5015541/DIA917
13