Kilootje minder-coach: effectstudie
In de stuurgroep van dit project zetelden: Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid (Ellen De Smet), BrandNewDay (Leentje Vervoort, Claudia Put), Christelijke Mutualiteit (An Bogaerts, Rik Dessein, Griet Rummens, Michiel Callens, Anja Crommelinck), UGent (Lieven Annemans), VIGeZ (Veerle Stevens)
De effectstudie van de Kilootje minder-coach werd uitgevoerd door BrandNewDay© De studie betreffende de gezondheidseconomische analyse werd uitgevoerd door Lieven Annemans
INHOUDSTAFEL
INTRODUCTIE
1
METHODE
2
1.
Onderzoeksopzet en data-analyse
2
2.
Interventie: Kilootje minder-coach (KMC)
3
3.
Meetinstrument: Gezondheidsvragenlijst
4
4.
Deelnemers
5
RESULTATEN
11
1.
Wat is de benutting van de tools/onderdelen van de KMC?
11
2.
Wat is het effect van de KMC op korte termijn?
15
3.
Wat is het effect van de KMC op lange termijn?
20
4.
Heeft motivatie tot gedragsverandering een invloed op het effect van de coach? Heeft de benutting van de coach invloed op het effect van de coach? Hoe evalueren de gebruikers de KMC?
22
Heeft de evaluatie van de KMC door de gebruikers een invloed op het effect van de coach? Enkele additionele analyses
28
5. 6. 7. 8.
24 26
29
CONCLUSIE EN DISCUSSIE
30
LITERATUUROVERZICHT
35
BIJLAGEN
INTRODUCTIE De Gezondheidsenquête 2008 geeft aan dat de gemiddelde Vlaming te zwaar is (gemiddeld BMI van 25.3) (Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid, 2010). Ongeveer de helft (47.0%) van de volwassen Vlamingen kampt met overgewicht (33.0%; BMI tussen 25 en 30) of obesitas (14.0%, BMI > 30)1. Vergeleken met cijfers uit 1997 (overgewicht: 31.0%, obesitas: 9.6%), blijkt dat het aandeel van Vlamingen met gewichtsproblemen stijgt. Om het hoofd te bieden aan deze problematiek zette de Vlaamse Overheid een Actieplan op met als hoofddoel “Het realiseren van gezondheidswinst op bevolkingsniveau door een stijging van het aantal mensen dat voldoende fysiek actief is, evenwichtig eet en een gezond gewicht nastreeft” (Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, 2008a, p.6). De ambitie van het Actieplan ligt erin de Vlaamse bevolking aan te zetten tot voldoende beweging en fysieke activiteit en tot een evenwichtig voedingspatroon, en dit volgens de aanbevelingen van de actieve voedingsdriehoek (zie bijlage 1). Er is een duidelijke nood aan laagdrempelige en effectieve interventies om de doelstellingen uit het Actieplan te bereiken en gewichtsverlies en gedragsverandering te bekomen en te behouden. Online gewichtscontrole programma’s zijn wat dat betreft veelbelovend. Ze hebben het potentieel om heel wat mensen te bereiken, ze zijn permanent beschikbaar en ze zijn goedkoop in gebruik (Neve, Morgan, & Collins, 2010). Wetenschappelijk onderzoek suggereert dat online gewichtscontrole programma’s kunnen leiden tot gewichtsverlies (bv., Neve, Morgan, Jones, & Collins, 2010). In
januari
2009
lanceerde
de
Christelijke
Mutualiteit
de
Kilootje
minder-coach
(BrandNewDay, 2008), een online programma voor gewichtscontrole dat gratis ter beschikking staat van de Vlaamse bevolking. Onderstaand rapport beschrijft de resultaten van een effectstudie waarbij gewichts- en gedragsveranderingen over een periode van 6 maanden worden vergeleken tussen gebruikers van de Kilootje minder-coach en mensen die niets doen om hun gewicht te controleren (korte termijn-effectstudie). Vervolgens wordt gekeken of de veranderingen die de Kilootje minder-coach gebruikers op 6 maanden vertonen, kunnen worden bestendigd over een langere periode (12 maanden, lange termijn-effectstudie). Bijkomende onderzoeksvragen onderzoeken of het effect van de coach beïnvloed wordt door: de benutting van de verschillende onderdelen van de coach, de evaluatie van de coach en de motivatie tot gedragsverandering. Gedrag en motivatie worden gemeten met de Gezondheidsvragenlijst. De gezondheidseconomische analyse van de Kilootje minder-coach wordt later als addendum toegevoegd.
1 bron : http://www.wiv-isp.be/scripts92/broker.exe?_service=default&_program=phisweb.nutrstat08.sas
1
METHODE 1.
Onderzoeksopzet en data-analyse In dit rapport wordt een gecontroleerde interventiestudie (Figuur 1) beschreven waarbij
het korte termijneffect (6 maanden) van de Kilootje minder-coach (KMC) wordt getoetst door gewicht/BMI, eetgedrag, caloriecontrole en fysieke activiteit te vergelijken tussen mensen die de Kilootje minder-interventie volgden (KMC-groep) en mensen die niets deden om gewicht te verliezen (Controlegroep). Gewicht/BMI, eetgedrag, caloriecontrole en fysieke activiteit werden gemeten bij aanvang van de studie (t0) en na 6 maanden (t1). Om het lange termijneffect van de interventie te beschrijven, werd een subsample van de KMC-groep opnieuw bevraagd 12 maanden na de start van de interventie (t2). Figuur 1: Overzicht meetmomenten
okt 2009 Controlegroep <-- 1e meting -->
KMC: korte termijn effect-studie (6m) KMC: lange termijn effect-studie (12m)
1e meting
april 2010
okt 2010
1e meting
2e meting
<--2e meting --> 2e meting
3e meting
Concreet worden volgende onderzoeksvragen beantwoord:
•
Wat is de benutting van de verschillende tools/onderdelen van de KMC?
•
Wat is het korte termijn effect (6 maanden) van de KMC op gewicht/BMI, eetgedrag, caloriecontrole en fysieke activiteit? Wat is het korte termijn effect op levensstijl? Heeft de KMC een effect op het aantal mensen dat voldoet aan de Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen?
•
Wat is het lange termijn effect (12 maanden) van de KMC op gewicht/BMI, eetgedrag, caloriecontrole en fysieke activiteit? Wat is het lange termijn effect op levensstijl? Heeft de KMC een effect op het aantal mensen dat voldoet aan de Vlaamse Gezondheidsdoelstellingen?
•
Is benutting van de coach een predictor voor het effect van de coach (zowel op korte als op lange termijn)?
•
Is motivatie tot gedragsverandering een predictor voor het effect van de coach (zowel op korte als op lange termijn)?
•
Hoe evalueren de gebruikers de KMC?
•
Heeft de evaluatie van de KMC een invloed op het effect van de coach?
Een overzicht van de gebruikte statistische methodes wordt weergegeven in bijlage 2.
2
2.
Interventie: Kilootje minder-coach De online Kilootje minder-coach (KMC; BrandNewDay, 2008) heeft als doel mensen
aanzetten
tot
gedragsverandering
op
het
vlak
van
voeding,
lichaamsbeweging
en
caloriecontrole, met gewichtsverlies als resultaat. Gedragsverandering is geen alles-of-niets gegeven, maar een proces waarbij enerzijds het opbouwen en versterken van motivatie en anderzijds het plannen van actie van belang zijn. Om de motivatie op te bouwen en te versterken, wordt in de KMC gewerkt aan bewustwording, worden de kosten en de baten van gedrag geanalyseerd (met nadruk op de baten van positieve gedragsverandering), wordt er ingespeeld op verwachte hindernissen, en worden autonomie en intrinsieke motivatie gestimuleerd. Daarnaast wordt een actieplan opgesteld om van intentie tot gedragsverandering naar een daadwerkelijke actie over te gaan. Strategieën die hierbij gebruikt worden zijn oa. het opstellen van meetbare en haalbare (tussen)doelen, het concretiseren van de uitvoering en het belonen van gewenst gedrag. De KMC bevat verschillende tools en onderdelen. Na de registratie en het invullen van een vragenlijst over gezondheidsgedrag en motivatie krijgt de gebruiker feedback op maat. Hier wordt per domein (voeding, beweging en caloriecontrole) aangegeven wat de gebruiker goed doet en wat voor verbetering vatbaar is. Gebruikers van de KMC krijgen dagelijks e-mails met gepersonaliseerde tips. Ze kunnen een dagboek invullen om zo een overzicht te krijgen van hun patroon met betrekking tot voeding, caloriecontrole en beweging. Op basis van het dagboek worden maandelijkse overzichten opgemaakt die de gebruiker meer inzicht geven in wat is verbeterd en wat nog beter kan. De KMC bevat ook een forum waarop alle geregistreerde gebruikers zelf berichten kunnen plaatsen en/of berichten van andere gebruikers kunnen lezen. Dit element draagt bij tot het community-gevoel en geeft de gebruikers de kans om elkaar ondersteuning te bieden en ervaringen uit te wisselen. Naast de interventies, beschikt de KMC ook over een interactief platform waarbij via e-mail vragen aan een expert kunnen gesteld worden. Tenslotte beschikt de online coach over een digitale bibliotheek met meer informatie over thema’s rond voeding, caloriecontrole, beweging. Een belangrijk aspect van de KMC ligt bij de tailoring component van de interventie. Tailoring verwijst naar het personaliseren van informatie en gedragsveranderingstechnieken, gebaseerd op een individueel assessment en gericht op individueel bepaalde doelen (Rimer & Kreuter, 2006). Uit onderzoek blijkt dat interventies op maat (tailored interventions) resulteren in sterkere verbeteringen in eetgedrag en fysieke activiteit (Lustria, Cortesa, Noar, & Glueckauf, 2009; de Vries, Kremers, Smeets, Brug, & Eijmael, 2008). De KMC past het tailoring principe toe in verschillende onderdelen. Zowel in de feedback van de gezondheidsvragenlijst als in de e-mail tips wordt de gebruiker persoonlijk aangesproken. Men krijgt bovendien gepersonaliseerde feedback op basis van de gezondheidsvragenlijst en maandelijkse feedback op maat in het maandrapport op basis van de dagboekgegevens.
3
3.
Meetinstrument: Gezondheidsvragenlijst De Gezondheidsvragenlijst (zie bijlage 3) is een online vragenlijst die bestaat uit 38 vragen
en die peilt naar gedrag en motivatie met betrekking tot voeding, beweging en caloriecontrole. De vragenlijst werd door de interventiegroep (KMC-gebruikers) ingevuld bij de registratie op de coach, en na 6 maanden (korte termijn effectstudie). Een subgroep vulde de vragenlijst ook na 12 maanden in (lange termijn effectstudie). De controlegroep vulde de vragenlijst twee keer in (op 0 en 6 maanden).
De vragenlijst bestaat uit 6 delen: •
•
•
•
•
•
voeding_gedrag: 11 items die peilen naar voedingsgewoonten (wat heb je gisteren/vorige week gegeten?) (cf. gezondheidsaanbevelingen WHO + actieve voedingsdriehoek ViGez) voeding_motivatie: 7 items die worden gescoord op een 7-puntsschaal, en peilen naar het belang dat iemand hecht aan gezonde voeding, hoe gemotiveerd hij of zij is om gezond te eten en in welke mate hij of zij zichzelf in staat voelt om gezond te eten (selfefficacy). beweging_gedrag: 3 items die peilen naar het aantal dagen per week dat iemand beweegt (cardio, kracht, stretch). Bijkomend wordt gepeild naar het aantal minuten matige en intense cardiobeweging, en naar of het volledige lichaam wordt betrokken bij kracht- en stretchbewegingen. (cf. American College of Sports Medicine + WHO + actieve voedingsdriehoek ViGez) beweging_motivatie: 7 items die worden gescoord op een 7-puntsschaal, en peilen naar het belang dat iemand hecht aan voldoende beweging, hoe gemotiveerd hij of zij is om voldoende te bewegen en in welke mate hij of zij zichzelf in staat voelt om voldoende te bewegen (self-efficacy) caloriecontrole_gedrag: 1 vraag waarbij via een 7-puntschaal moet worden aangegeven hoe goed het lukt om gewicht te controleren door calorie-inname te beperken + 2 items peilen naar gewicht en lengte, op basis daarvan wordt de BMI berekend, en kunnen deelnemers onderverdeeld worden in verschillende BMI-klassen. caloriecontrole_motivatie: 3 items die worden gescoord op een 7-puntsschaal, en peilen naar het belang dat iemand hecht aan gewichtscontrole en naar motivatie en selfefficacy met betrekking tot gewichtscontrole.
Voor de drie gedrags- en de drie motivatieschalen wordt telkens een index berekend (range 0-100). De gedragsindex voor voeding (voeding_gedrag) is gebaseerd op de consumptie van zuivel, groenten, fruit, vet, vlees, vis, graanproducten en aardappelen, volgranen, snoep, (niet alcoholische) drank en op het nemen van een gezond en evenwichtig ontbijt. Een hogere score op
voeding_gedrag
betekent
een
gezonder
eetpatroon
(i.c.
voldoen
aan
meer
voedingsaanbevelingen). De gedragsindex voor caloriecontrole (caloriecontrole_gedrag) wordt berekend aan de hand van BMI en de mate waarin het controleren van caloriecontrole lukt. Een hogere score op caloriecontrole_gedrag betekent een combinatie van een gezond BMI en een goede controle over de calorie-inname. De gedragsindex voor beweging (beweging_gedrag) heeft te maken met cardio-beweging, krachtbeweging en stretchbeweging. Een hogere score op beweging_gedrag betekent meer fysieke activiteit. Het gemiddelde van de 3 gedragsindices is een maat voor een algemene gedragsindex (levensstijl_gedrag). De motivatie-indices voor de drie domeinen van voeding, beweging en caloriecontrole zijn
4
een composietscore voor: het belang iemand hecht aan het domein, zelf-effectiviteit (selfefficacy) en motivatie om gedrag te verbeteren (voeding_motivatie, caloriecontrole_motivatie, beweging_motivatie). Het gemiddelde van de 3 motivatie-indices is een maat voor een algemene motivatie-index (levenstijl_motivatie). Uit een psychometrische analyse van de Gezondheidsvragenlijst (Vervoort, 2010) in een groep van mensen uit de Vlaamse bevolking (n=28124) blijkt dat de interne betrouwbaarheid van de gedragsschalen eerder laag is: Cronbach’s alfa is .57 en .45 voor resp. de voedings- en voor de bewegingsschaal. De samenhang tussen de afzonderlijke items is dus eerder laag. Item-totaal correlaties zijn voor de voedings-gedragschaal enkel voldoende voor fruit, ontbijt, groente en volgranen. Bij de schaal van bewegingsgedrag halen de item-totaal correlaties net niet de drempel van .30. Deze lage betrouwbaarheid hoeft niet per definitie problematisch te zijn: de verschillende gedragingen dragen elk apart bij tot een betere gezondheid, maar een deelnemer doet misschien niet alles van de bevraagde gedragingen. De interne betrouwbaarheid van de motivatieschalen is zeer goed tot excellent. Cronbach’s alfa voor de gewichtscontrole motivatie schaal is .72. De voeding- en bewegingsschalen hebben een Cronbach’s alfa van resp. .86 en .91. De item-totaal correlatie van het self-efficacy-item van de caloriecontrole lijst is het laagst, maar ligt
met
.41
nog
altijd
ruim boven
de
drempel
van
.30.
De
schaalscores
van
de
Gezondheidsvragenlijst hebben een uitstekende test-hertest betrouwbaarheid.
4.
Deelnemers
a. Gebruikers van de Kilootje minder-coach In de periode tussen het openstellen van de KMC in januari 2009 en eind april 2010 (dit is het einde van de inclusieperiode van het korte termijn effect-onderzoek) hebben zich 58853 gebruikers geregistreerd: 10676 mannen (18.1%) en 48177 vrouwen (81.9%). Hun gemiddelde leeftijd is 42 jaar (SD=13). De oudste gebruiker is 90, de jongste 9. Aangezien de Kilootje minder-coach enkel bedoeld is voor gebruikers ouder dan 18 jaar en de criteria op het gebied van BMI-classificatie verschillend zijn voor jongeren en volwassenen, wordt verder in dit rapport geen rekening gehouden met gebruikers jonger dan 18 jaar (n=838). Aangezien de BMI-criteria ook anders zijn voor mensen ouder dan 80 jaar, werden ook gebruikers ouder dan 80 jaar (n=50) voor de verdere analyses uit de groep verwijderd. 57965 KMC-gebruikers waren tussen 18 en 80 jaar oud (Tabel 1). Iets minder dan 1 op 5 (18.2%) van deze mensen is een man. Vrouwelijke KMC-gebruikers zijn gemiddeld 6 jaar jonger dan mannelijke KMC-gebruikers (F(1,57964)=1965.86, p<.001). Het opleidingsniveau en de werksituatie van de KMC-gebruikers verschillen tussen mannen en vrouwen (χ2(2)=46.88 en χ2(7)=2567.62 respectievelijk, beide p-waarden <.001). Zo zijn de vrouwelijke gebruikers vaker hoger opgeleid dan de mannelijke gebruikers. Er zijn relatief gezien meer vrouwelijke werknemers, huisvrouwen of studentes dan mannelijke, en er zijn relatief gezien meer mannelijke zelfstandigen en gepensioneerden dan vrouwelijke.
5
Tabel 1. Sociodemografische gegevens voor alle KMC-gebruikers tussen 18 en 80 jaar, en apart voor mannen en vrouwen.
aantal leeftijd opleidingsniveau lagere school middelbare school hoger onderwijs werksituatie werknemer zelfstandige werkzoekend arbeidsongeschikt huisvrouw-/man gepensioneerd student anders
alle gebruikers tussen 18 en 80 jaar
mannen
vrouwen
57965 M=43, SD=13 0 3.6% 34.8% 61.6%
10564 (18.2%) M=48, SD=13 0 4.4% 36.5% 59.0%
47401 (81.8%) M=42, SD=12 0 3.4% 34.4% 62.1%
geslachtsverschil
F(1,57964)=1965.86, p<.001
χ2(2)=46.88, p<.001
χ2(7)=2567.62, p<.001
60.5% 6.8% 3.3% 2.4% 6.5% 9.6% 4.3% 6.6%
58.0% 9.8% 2.2% 2.5% 0.3% 19.7% 1.8% 5.7%
61.1% 6.1% 3.5% 2.4% 7.8% 7.3% 4.9% 6.8%
b. KMC-deelnemers aan de korte termijn-effectstudie (KMC-groep) (6 maanden: t0 t1) In de periode oktober 2009 tot en met april 2010 (=de inclusieperiode van het korte termijn effectonderzoek) registreerden zich 8061 gebruikers tussen 18 en 80 jaar op de coach. Voor een uitgebreide beschrijving van deze groep wordt verwezen naar bijlage 5. Deze 8061 KMCgebruikers werden 6 maanden na hun registratie uitgenodigd om deel te nemen aan de wetenschappelijke studie over het effect van de KMC (korte termijn-effectstudie). Zij kregen een email met link naar een online vragenlijst. Die online vragenlijst bevatte opnieuw de Gezondheidsvragenlijst zoals die bij registratie op de KMC werd ingevuld (zie bijlage 3), en een vragenlijst over de evaluatie van de KMC (zie bijlage 4). De online vragenlijst werd 550 keer ingevuld. Na exclusie van deelnemers die niet konden gekoppeld worden met KMC-registratiegegevens2, bleven 498 KMC-gebruikers (6.2%) over voor de korte termijn-effectstudie (Tabel 2). In deze groep zitten 98 mannen (19.7%) en 400 vrouwen (80.3%). De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 47 jaar (SD=13). Vrouwelijke deelnemers aan de korte termijn-effectstudie zijn gemiddeld 8 jaar jonger dan mannelijke KMC-gebruikers, F(1,497)=28.90, p<.001. Bijna de helft van de deelnemers (46.0%) is tussen de 35 en 55 jaar, iets meer dan 3 op 10 (34.3%) is ouder dan 55 jaar en ongeveer 1 op 5 (19.7%) is jonger dan 35 jaar. Op het tijdstip van registratie op de KMC is het gemiddelde gewicht van de KMC-deelnemers aan de korte termijn-effectstudie 77.95 kg (SD=16.23). De mannen wegen gemiddeld 17.55 kg meer dan vrouwen,
F(1,497)=112.81,
p<.001.
Mannen
en
gewichtscategorie waarin ze vallen bij registratie,
vrouwen
χ2(3)=17.93,
verschillen
wat
betreft
de
p<.001. Er zijn meer mannen dan
2 Koppeling tussen KMC-deelnemers (t0) en deelnemers aan de effectstudie (t1) gebeurde op e-mailadres en geboortedatum. Mensen uit de effectstudie (t1) die niet gekoppeld konden worden aan gegevens uit de KMC-datafile (t0), werden geëxcludeerd. Wanneer deelnemers uit de effectstudie de Gezondheidsvragenlijst en evaluatievragenlijst (t1) meer dan 1x invulden, werd enkel de eerste deelname weerhouden. Na exclusie op basis van deze voorwaarden, bleven 500 KMC-deelnemers in de effectstudie.
6
vrouwen die last hebben van overgewicht of obesitas, terwijl er bij vrouwen meer mensen met een normaal gewicht deelnemen aan de KMC (Tabel 3). Bijna de helft van de Vlamingen (47.0%) heeft een BMI hoger dan 253, bij de KMC-gebruikers is dat meer dan 2 op 3 (69.1%). De KMC-gebruikers hebben dus relatief gezien meer last van overgewicht/obesitas dan de Vlamingen (χ2(1)=100.28, p<.001). Het opleidingsniveau in deze sample verschilt niet tussen mannen en vrouwen, χ2(2)=0.58, p=.75, maar er is wel een verschil in hun werksituatie, χ2(7)=353.33, p<.001. Er zijn meer vrouwelijke werknemers, huisvrouwen of studentes dan mannelijke, en er zijn meer mannelijke zelfstandigen en gepensioneerden dan vrouwelijke (Tabel 2). In vergelijking met de Vlaamse bevolking, zijn er bij deze sample minder mensen die hoogstens een basisschooldiploma (4.6% in deze sample, 18.3% in Vlaanderen) of een middelbare school diploma (38.6% in deze sample, 55.7% in Vlaanderen) behaalden. De mensen in deze sample hebben vaker een diploma hoger onderwijs (56.8% in deze sample, 25.8% in Vlaanderen4) en zijn significant hoger opgeleid dan de Vlaamse bevolking (χ2(2)=229.31, p<.001).
Tabel 2. Sociodemografische gegevens voor de KMC-gebruikers die geïncludeerd werden in de korte termijn-effectstudie. deelnemers geslachtsverschil mannen vrouwen korte termijn-effectstudie
aantal
498
98 (19.7%)
400 (80.3%)
leeftijd
M=47, SD=13
M=54, SD=13
M=46, SD=13
F(1,497)=28.90, p<.001
18 – 80 jaar M=77.95, SD = 16.23 46 – 167 kg
24 – 80 jaar M=92.05, SD = 15.47 58 – 167 kg
18 – 80 jaar M=74.50, SD = 14.46 46 – 156 kg
F(1,497)=112.81, p<.001
4.6% 38.6% 56.8%
4.1% 41.8% 54.1%
4.8% 37.8% 57.5%
51.8%
45.9%
53.2%
leeftijdsrange gewicht in kg gewichtsrange opleidingsniveau lagere school middelbare school hoger onderwijs
χ2(2)=0.58, p=.75
werksituatie
χ2(7)=353.33, p<.001
werknemer zelfstandige
6.2%
4.1%
6.8%
werkzoekend
5.2%
7.1%
4.8%
arbeidsongeschikt
5.0%
5.1%
5.0%
huisvrouw-/man
7.6%
0.0%
9.5%
gepensioneerd
17.1%
33.7%
13.0%
student
2.4%
0.0%
3.0%
anders
4.6%
4.1%
4.8%
3 bron: http://www4.vlaanderen.be/dar/svr/Cijfers/Exceltabellen/gezondheid/Ziektepreventie/Overgewicht.xls 4
bron: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/index.jsp
7
Tabel 3. Verdeling over de gewichtscategorieën
ondergewicht (BMI kleiner of gelijk aan 18.5)
normaal gewicht (BMI groter dan 18.5, kleiner of gelijk aan 25)
overgewicht (BMI groter dan 25, kleiner of gelijk aan 30)
obesitas (BMI groter dan 30)
KMC-gebruikers
mannen
vrouwen
(n=498)
(n=98)
(n=400)
0.4%
0.0%
0.5%
30.5%
13.4%
34.7%
44.0%
52.6%
42.0%
25.1%
34.0%
22.9%
geslachtsverschil
χ2(3)=17.93, p<.001
6.2% van de KMC-gebruikers die werden uitgenodigd voor de korte termijn-effectstudie, namen effectief deel aan het onderzoek. In vergelijking met de totale groep van KMC-gebruikers die zich registreerden tussen oktober 2009 en april 2010 (n=8061), zijn de deelnemers aan de korte termijn-effectstudie (n=498) gemiddeld 5 jaar ouder (Mdiff=5.05), hebben ze een beter voedingspatroon (Mdiff=4.01), zijn ze meer gemotiveerd om gezond te eten (Mdiff=12.54), bewegen ze meer (Mdiff=4.11), hebben ze een gezondere levensstijl (Mdiff=9.83), en zijn ze meer gemotiveerd om hun levensstijl te verbeteren (Mdiff=31.74). Ze verschillen niet wat betreft hun gewicht, Mdiff=0.03, en BMI bij registratie (Mdiff=0.31), of wat betreft hun caloriecontrole (Mdiff=0.87), de motivatie om hun gewicht te controleren (Mdiff=1.37) of wat betreft de motivatie om voldoende te bewegen (Mdiff=1.34) (Tabel 4).
Tabel 4. Vergelijking tussen de KMC-gebruikers die registreerden tussen okt 2009 en april 2010 (n=8061) en de deelnemers aan de korte termijn-effectstudie (n=498) groepsverschil n=8061 n=498 leeftijd
42.41
(13.04)
47.46
(13.32)
F(1,8557)=8.38, p<.001
gewicht
77.92
(14.94)
77.95
(16.23)
F(1,8557)=0.04, p=.97
BMI
27.39
(4.64)
27.70
(5.03)
F(1,8557)=1.44, p=.15
voeding_gedrag
26.53
(13.83)
30.54
(13.62)
F(1,8557)=6.28, p<.001
voeding_motivatie
60.81
(15.17)
73.35
(14.92)
F(1,8557)=17.92, p<.001
caloriecontrole_gedrag
46.17
(22.55)
47.04
(22.06)
F(1,8557)=0.84, p=.40
caloriecontrole _motivatie
72.15
(16.91)
73.50
(16.87)
F(1,8557)=1.73, p=.08
beweging_gedrag
45.75
(32.98)
49.86
(32.00)
F(1,8557)=2.70, p=.01
beweging_motivatie
62.33
(19.30)
63.67
(18.74)
F(1,8557)=1.51, p=.13
levensstijl_gedrag
39.48
(13.12)
49.31
(19.95)
F(1,8557)=15.64, p<.001
levensstijl_motivatie
38.43
(14.44)
70.17
(13.04)
F(1,8557)=47.86, p<.001
opmerking: de beide groepen verschillen op de vetgedrukte variabelen
c. KMC-deelnemers aan de lange termijn-effectstudie (KMC groep) (12 maanden: t0 t1 t2) De gebruikers die zich registreerden in de periode oktober - november 2009 (n=1721) kregen 12 maanden na registratie opnieuw een uitnodiging om de Gezondheidsvragenlijst in te vullen. De gegevens van deze mensen werden gebruikt om het lange termijneffect van de KMC te
8
onderzoeken (effectstudie lange termijn)5. De online vragenlijst werd 59 keer ingevuld. Na exclusie van deelnemers die niet konden gekoppeld worden met KMC-registratiegegevens, bleven 56 KMC-gebruikers (3.3%) over voor de lange termijn effectstudie. In deze groep zitten 14 mannen (25.0%) en 42 vrouwen (75.0%). De gemiddelde leeftijd van de deelnemers is 50 jaar (SD=13). Bijna de helft (48.2%) van de deelnemers is tussen 35 en 55 jaar, bijna 4 op 10 (39.3%) is ouder dan 55 jaar, en iets meer dan 1 op 10 (12.5%) is tussen 18 en 35 jaar. Er is geen significant leeftijdsverschil tussen mannelijke en vrouwelijke deelnemers aan de lange termijn-effectstudie (F(1,55)=0.58, p=.45). Op het tijdstip van registratie op de KMC is het gemiddelde gewicht van de KMCdeelnemers aan de lange termijn-effectstudie 78.73 kg (SD=15.95). De mannen wegen gemiddeld 25.34 kg meer dan vrouwen (F(1,55)=50.23, p<.001). Het opleidingsniveau (χ2(2)=0.13, p=.9) en de werksituatie (χ2(7)=6.76, p=.46) in deze sample verschilt niet significant tussen mannen en vrouwen. Verschillende beroepscategorieën zijn echter niet vertegenwoordigd bij de mannelijke deelnemers (Tabel 5).
Tabel 5. Sociodemografische gegevens voor de KMC-gebruikers die deelnamen aan de lange termijn effect-studie. deelnemers geslachtsverschil mannen vrouwen lange termijn-effectstudie
aantal leeftijd leeftijdsrange gewicht in kg gewichtsrange opleidingsniveau lagere school middelbare school hoger onderwijs werksituatie werknemer zelfstandige
56
14 (25.0%)
42 (75.0%)
M=50, SD=13 21 – 80 jaar M=78.73, SD = 15.95 57 – 130 kg
M=53, SD=15 27 – 56 jaar M=97.73, SD = 14.66 80 – 130 kg
M=49, SD=13 21 – 80 jaar M=72.39, SD = 10.42 57 – 96 kg
8.9% 44.6% 46.4%
7.1% 42.9% 50.0%
9.5% 45.2% 45.2%
53.6%
50.0%
54.8%
7.1%
0.0%
9.5%
F(1,55)=0.58, p=.45 F(1,55)=50.23, p<.001
χ2(2)=0.13, p=.94
χ2(7)=6.76, p=.46
werkzoekend
8.9%
21.4%
4.8%
arbeidsongeschikt
3.6%
0.0%
4.8%
huisvrouw-/man
16.1%
0.0%
4.8%
gepensioneerd
17.1%
21.4%
14.3%
student
1.8%
0.0%
2.4%
anders
5.4%
7.1%
4.8%
3.3% van de KMC-gebruikers die werden uitgenodigd voor de lange termijn-effectstudie namen effectief deel aan het onderzoek. De deelnemers aan de lange termijn-effectstudie verschilden enkel met betrekking tot hun levensstijl van de deelnemers aan de korte termijn studie: de lange termijn-sample had een slechtere levensstijl dan de korte termijn-sample (Mdiff=-7.88) (Tabel 6).
5 voor de lange termijneffectstudie werd geen controlegroep gerecruteerd, doel van de lange termijneffectstudie was te zien of de resultaten behaald door het volgen van de coach (op 6 maanden) kunnen behouden blijven
9
Tabel 6. Vergelijking tussen de deelnemers aan de korte termijn-effectstudie (n=498) en de deelnemers aan de lange termijn-effectstudie (n=56) n=56 groepsverschil n=498 leeftijd
47.46
(13.32)
50.29
(13.54)
F(1,552)=1.50, p=.13
gewicht
77.95
(16.23)
78.73
(15.95)
F(1,552)=0.34, p=.73
BMI
27.70
(5.03)
27.42
(4.11)
F(1,552)=0.40, p=.69
voeding_gedrag
30.54
(13.62)
27.52
(11.90)
F(1,552)=1.59, p=.11
voeding_motivatie
73.35
(14.92)
72.01
(16.33)
F(1,552)=0.63, p=.53
caloriecontrole_gedrag
47.04
(22.06)
43.82
(21.36)
F(1,552)=1.04, p=.30
caloriecontrole _motivatie
73.50
(16.87)
75.67
(13.15)
F(1,552)=0.03, p=.35
beweging_gedrag
49.86
(32.00)
52.93
(29.14)
F(1,552)=0.69, p=.49
beweging_motivatie
63.67
(18.74)
61.84
(17.90)
F(1,552)=0.70, p=.49
levensstijl_gedrag
49.31
(19.95)
41.43
(13.45)
F(1,552)=-2.97, p=.003
levensstijl_motivatie
70.17
(13.04)
69.84
(12.33)
F(1,552)=0.18, p=.86
opmerking: de beide groepen verschillen op de vetgedrukte variabelen
d. CON-deelnemers aan de korte termijn-effectstudie (CON-groep) (6 maanden: t0 t1) Deelnemers voor de controlegroep van de korte termijn-effectstudie werden geworven via een mailing aan CM-leden, met een uitnodiging om deel te nemen aan een onderzoek over gezondheid. In de mailing werd verwezen naar een link naar een online vragenlijst. Die online vragenlijst bevatte de Gezondheidsvragenlijst die ook door de KMC-deelnemers werd ingevuld (beschrijving Gezondheidsvragenlijst, zie Meetinstrument). Uiteindelijk werd de vragenlijst door 26506
mensen
ingevuld.
De
sociodemografische
gegevens
van
deze
personen
wordt
weergegeven in bijlage 6. Al deze mensen werden 6 maanden later opnieuw gevraagd om dezelfde vragenlijst nog een keer in te vullen. 8711 mensen reageerden op deze oproep. Respondenten die niet gekoppeld konden worden aan respondenten die gereageerd hadden op de eerste mailing werden geëxcludeerd. Ook mensen die aangaven op een of andere manier aan hun gewicht te hebben gewerkt in de afgelopen 6 maanden (Kilootje minder-coach, Weight Watchers, Infraligne, obesitaskliniek, operatie, medicijnen, …) werden geëxcludeerd. Uit de 5766 deelnemers die na exclusie overbleven werden randomgewijs deelnemers geselecteerd die op leeftijd, geslacht en opleidingsniveau gematched konden worden aan de 498 KMC-gebruikers uit de korte termijn studie (CON-groep, Tabel 7). Er is geen verschil tussen de KMC-groep en de CON-groep wat betreft geslachtsverdeling, leeftijd, opleidingsniveau en werksituatie, maar de KMC-groep is significant zwaarder dan de CON-groep (F(1,995)=15.87 p<.001).
10
Tabel 7. Sociodemografische gegevens voor de deelnemers uit de controle-groep van de korte termijn effect-studie, vergeleken met de KMC-groep van de korte termijn effect-studie. aantal leeftijd leeftijdsrange gewicht in kg gewichtsrange opleidingsniveau lagere school middelbare school hoger onderwijs werksituatie werknemer
CON-groep korte termijn-effectstudie
KMC-groep korte termijn-effectstudie
498 M=47, SD=13 19 – 80 jaar M=73.83, SD = 16.43 43 – 148 kg
498 M=47, SD=13 18-80 jaar M=77.95, SD=16.23 46-167 kg
4.6% 38.6% 56.8%
4.6% 38.6% 56.8%
59.0%
51.8% 6.2%
vergelijking met de KMC-groep
F(1,995)=0.22, p=64 F(1,995)=15.87 p<.001 KMC-groep is gemiddeld 4.12 kg zwaarder dan CON-groep χ2(2)=0.00, p=1.00
χ2(7)=13.83, p=.05
zelfstandige
5.0%
werkzoekend
6.0%
5.2%
arbeidsongeschikt
5.2%
5.0%
huisvrouw-/man
4.6%
7.6%
gepensioneerd
14.3%
17.1%
student
0.6%
2.4%
anders
5.2%
4.9%
gewichtsclassificatie ondergewicht
0.4%
0.4%
χ2(3)=27.73, p=.05
normaal gewicht
46.2%
30.5%
overgewicht
31.1%
44.0%
obesitas
22.3%
25.1%
RESULTATEN 1.
Wat is de benutting van de tools/onderdelen van de KMC? In deze onderzoeksvraag wordt de benutting van volgende zaken onderzocht: dagelijkse e-
mails met gepersonaliseerde tips, het dagboek en het forum. Voor de benutting van deze KMCtools wordt gekeken naar de gegevens van de deelnemers aan de korte termijn-effectstudie van de KMC (n=498). De benuttingsdata van 6 maanden na registratie op de coach (dus op t1) worden gebruikt.
Aantal logins Het aantal keer dat een KMC-gebruiker inlogde op de coach vormt de basis voor de indeling van de gebruikers in gebruikerstypes6. • • •
Receptieve gebruikers worden gedefinieerd als KMC-gebruikers die maximaal 2 keer inlogden, Actieve Gebruikers zijn KMC-gebruikers die 3 tot 8 keer inlogden, Zeer Actieve Gebruikers logden minstens 9 keer in.
6 Het gebruikerstype wordt gedefinieerd aan de hand van frequentieverdelingen van aantal logins uit eerder intern, niet gepubliceerd onderzoek bij gebruikers van de KMC (BrandNewDay, 2009).20% van de gebruikers logt slechts 1x in, 20% logt 2x in: receptieve gebruikers. 20% logt 3, 4 of 5x in, 10% logt 6, 7 of 8x in: actieve gebruikers. 10% logt 9 tot 15x in, 20% logt minstens 16x in:zeer actieve gebruikers.
11
Gemiddeld logden KMC-gebruikers 22 keer in (SD=34, range 1 - 279, Mediaan=8). De gemiddelde KMC-gebruiker is dus een Zeer Actieve Gebruiker. Tabel 8 geeft de verdeling van de KMCgebruikers over de verschillende gebruikerstypes, tabel 9 de frequentieverdeling van het aantal logins voor de verschillende gebruikerstypes.
Tabel 8. Verdeling over de gebruikerstypes Gebruikerstype definitie
aantal
percentage
134
26.8%
Receptieve Gebruikers
maximum 2 keer ingelogd
Actieve Gebruikers
3 tot en met 8 keer ingelogd
131
26.2%
Zeer Actieve Gebruikers
minstens 9 keer ingelogd
235
47.0%
Tabel 9. Frequentieverdeling van het aantal logins per gebruikerstype Gebruikerstype aantal logins percentage 1 64.2% Receptieve Gebruikers Actieve Gebruikers
Zeer Actieve Gebruikers
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-279
35.8% 22.9% 19.1% 19.1% 16.8% 9.2% 13.0% 5.1% 5.1% 3.0% 4.3% 2.1% 5.1% 2.6% 10.2% 13.6% 9.0% 9.0% 9.0% 3.5% 6.0% 1.8% 3.0% 8.2%
Activatie van de tips en aantal tips ontvangen Alle deelnemers kregen dagelijkse e-mail tips, tenzij zij deze functionaliteit actief uitschakelden. Bijna 9 op 10 KMC-gebruikers (n=447, 89.4%) activeerden het ontvangen van de tips. Gemiddeld7 ontvingen zij 82 tips (SD=34, range 3-189, Mediaan=71). Er zijn 3 tipreeksen: 1 voor voeding, 1 voor beweging en 1 voor caloriecontrole. De reeks voor voeding bevat 68 dagelijkse emailtips, die voor beweging 65, die voor caloriecontrole 72. Ongeveer de helft van de deelnemers ontving dus minstens 1 volledige tipreeks (Tabel 10). Het aantal tips dat de gebruikers toegestuurd kregen, verschilt voor de 3 gebruikerstypes (F(2,414.84)=86.32, p<.001). Receptieve Gebruikers ontvingen significant minder tips dan mensen
De verdere beschrijving van de tips houdt enkel rekening met gebruikers die de tips geactiveerd hebben. Gebruikers die het ontvangen van de tips hebben gedeactiveerd, worden niet mee opgenomen in deze analyses.
7
12
die vaker inloggen op de KMC, t(283.77)=8.68, en Actieve Gebruikers ontvangen significant minder tips dan Zeer Actieve Gebruikers, t(355.47)=9.08, beide p-waarden < .001 (Tabel 11).
Tabel 10. Frequentieverdeling van het aantal ontvangen tips aantal tips ontvangen percentage 3-9
1.3%
10-19
1.0%
20-37
0.8%
41-49
8.6%
51-59
1.0%
61-69
36.4%
70-79
21.6%
80-89
2.5%
90-99
2.4%
100-109
3.8%
111-119
3.7%
120-129
3.2%
130-139
4.4%
140-148
1.7%
151-157
2.4%
160-169
2.2%
171-178
1.0%
184-189
0.6%
Tabel 11. Verdeling van het aantal ontvangen tips over de gebruikerstypes (gemiddelde, standaarddeviatie, en range) Gebruikerstype n M (SD) range Receptieve Gebruikers
82
63.54
(13.02)
3-93
Actieve Gebruikers
130
67.88
(18.58)
4-144
Zeer Actieve Gebruikers
235
95.57
(39.50)
4-189
Helmert contrasts: Receptieve Gebruikers vs. Actieve + Zeer Actieve Gebruikers: t(283.77)= 8.68, p<.001 Actieve vs Zeer Actieve Gebruikers: t(355.47)=9.08, p<.001.
Invullen van het dagboek Meer dan 3 op 5 KMC-gebruikers (n=314, 62.8%) vulden minstens 1 keer het dagboek in (range: 0-597). Gemiddeld8 werd het dagboek 70 keer ingevuld (SD=104, range 1-597, Mediaan=23) (Tabel 12). Het dagboekgebruik verschilt voor de 3 gebruikerstypes (F(2,224.74)=144.00, p<.001). Receptieve Gebruikers vulden het dagboek minder vaak in dan de Actieve en Zeer Actieve Gebruikers, t(228.01)=12.84, en de Actieve Gebruikers vulden het dagboek minder vaak in dan de Zeer Actieve Gebruikers, t(224.92)=11.94, beide p-waarden <.001 (Tabel 13). De verdere beschrijving van het dagboekgebruik houdt enkel rekening met gebruikers die het dagboek minstens 1x invulden. Gebruikers die het dagboek niet invulden, worden niet mee opgenomen in deze analyses.
8
13
Tabel 12. Frequentieverdeling van het aantal keer dat het dagboek werd ingevuld aantal keren dagboek ingevuld percentage 1-9
38.2%
11-19
9.0%
20-29
4.3%
30-39
5.0%
40-48
4.6%
50-59
3.6%
60-69
3.0%
70-78
2.8%
82-88
1.2%
90-97
2.4%
100-149
11.2%
158-199
4.5%
200-297
3.9%
305-397
0.9%
400-481
2.7%
502-597
1.2%
Tabel 13. Verdeling van het dagboekgebruik over de gebruikerstypes Gebruikerstype n M (SD) range Receptieve Gebruikers
12
1.75
(1.13)
1-4
Actieve Gebruikers
80
5.39
(6.43)
1-34
Zeer Actieve Gebruikers
222
96.52
(113.27)
1-597
Helmert contrasts: Receptieve Gebruikers vs. Actieve + Zeer Actieve Gebruikers: t(228.01)= 12.84, p<.001 Actieve vs Zeer Actieve Gebruikers: t(224.92)=11.94, p<.001.
Activiteiten op het forum Ongeveer 1 op 3 KMC-gebruikers (n=156, 31.2%) was actief op het forum door ofwel zelf een bericht te schrijven, ofwel berichten van anderen te lezen. Gebruikers9 die zelf berichten op het forum plaatsten, plaatsten gemiddeld 8 berichten (SD=3, range 1-368, Mediaan=2). Gebruikers die enkel berichten van anderen lazen, lazen gemiddeld 8 berichten (SD=53, range 1-246, Mediaan=2). Er waren twee KMC-gebruikers die veel actiever waren op het forum dan de anderen (tabel 15): zij lazen 290 en 368 berichten en plaatsten er zelf respectievelijk 189 en 246, terwijl de andere gebruikers maximum 56 berichten lazen en 25 berichten plaatsten. Omdat deze twee gebruikers het gemiddelde aantal gelezen en geplaatste berichten zo sterk vertekenen, werden de verdere analyses gedaan na exclusie van de data van deze twee KMC-gebruikers. Het gemiddeld aantal
De verdere beschrijving van de activiteiten op het forum houdt enkel rekening met gebruikers die minstens 1x iets op het forum hebben gedaan (lezen of zelf posten). Gebruikers die het forum niet bezochten, worden niet mee opgenomen in deze analyses. 9
14
gelezen berichten zonder deze twee KMC-gebruikers is 3 (SD=7, range 0-56, Mediaan=1), het gemiddelde aantal geposte berichten is 1 (SD=4, range 0-25, Mediaan=0). De activiteit op het forum verschilt niet voor de 3 gebruikerstypes: F(2,151)=0.96, p=.39 voor het aantal gelezen berichten, F(2,151)=0.70, p=.50 voor het aantal geplaatste berichten (Tabel 14).
Tabel 14. Verdeling van forumactiviteit over de gebruikerstypes gelezen berichten Gebruikerstype
n
geplaatste berichten
M
(SD)
range
M
(SD)
range
Receptieve Gebruikers
4
1
(1)
1-2
0
(0.0)
0
Actieve Gebruikers
20
1
(1)
1-7
0
(1)
0-2
Zeer Actieve Gebruikers
130
3
(7)
0-56
1
(4)
0-25
geen significante groepsverschillen
Tabel 15. Frequentieverdeling van het aantal gelezen en geplaatste boodschappen aantal berichten gelezen percentage aantal berichten gepost percentage 0 5.2% 0 80.5% 1 47.4% 1 7.8% 2 23.4% 2 4.5% 3 7.8% 3 0.6% 4 4.5% 4 1.3% 5 1.9% 5 1.3% 6 1.9% 6 0.6% 7 2.6% 11-14 1.2% 9 0.6% 22-25 1.9% 11-18 1.2% 24-27 1.8% 42 0.6% 56 0.6%
2. Wat is het effect van de Kilootje minder-coach op korte termijn (6 maanden)?
a. Effect op gewicht en BMI (korte termijn) tabel 16 Gewicht: De gewichtsverandering van t0 naar t1 is anders in de KMC-groep dan in de CONgroep, wat blijkt uit het significant interactie-effect (IE) tussen groep en meetmoment (F(1,990)=26.41, p<.001). Terwijl mensen uit de controlegroep in een periode van 6 maanden gemiddeld 1.03 kg zwaarder werden, SE=0.34, t(990)=3.03, p=.003, vielen gebruikers van de Kilootje minder-coach gemiddeld 1.46 kg af (SE=0.34, t(990)=4.29, p<.001). Bij de t0-meting was het gemiddelde gewicht van de KMC-groep significant hoger dan dat van de CON-groep (Mdiff=4.10, SE=1.04, t(990)=3.94, p<.001). Bij de t1-meting was dit groepsverschil verdwenen (Mdiff=-1.61, SE=1.10, t(990)=1.46, p=.14). BMI: Dit significante interactie-effect (IE) tussen groep en meetmoment wordt ook teruggevonden in de BMI-verandering (F(1,987)=29.87, p<.001). In de CON-groep steeg de gemiddelde BMI met 0.37 punten (SE=0.12, t(987)=3.08, p=.002), terwijl de BMI in de KMC-groep
15
daalde met 0.57 punten (SE=0.12, t(987)=4.75, p<.001). Bij de t0-meting was de gemiddelde BMI van de KMC-groep significant hoger dan die van de CON-groep (Mdiff=1.49, SE=0.33, t(990)=4.51, p<.001). Bij de t1-meting was dit groepsverschil verdwenen (Mdiff=-0.56, SE=0.35, t(990)=1.60, p=.11).
Tabel 16. Gewicht en BMI op t0 en t1 (na 6 maanden), apart voor de KMC en de CON-groep t0 t1 t1-t0
gewicht
BMI
M
(SD)
M
(SD)
Mdiff
p
CON
73.82
(16.48)
74.85
(16.36)
1.03
t(990)=3.03, p=.003
KMC
77.92
(16.23)
76.46
(16.17)
-1.46
t(990)=4.29, p<.001
CON
26.20
(5.23)
26.56
(55.95)
0.37
t(987)=3.08, p=.002
KMC
27.69
(5.03)
27.13
(5.12)
-0.57
t(987)=4.75, p<.001
significant IE groep x meetmoment: gewicht: F(1,990)=26.41, BMI: F(1.987)=29.87, beide p-waarden <.001
b. Effect op eetgedrag, caloriecontrole, en beweging (korte termijn) tabel 17 Eetgedrag: Wat betreft eetgedrag, is er een significant interactie-effect (IE) tussen groep en meetmoment (F(1,994)=42.46, p<.001). Bij de t0-meting had de CON-groep een beter voedingspatroon dan de KMC-groep (Mdiff=-21.12, SE=0.98, t(994)=21.55, p<.001). Bij de t1-meting was het omgekeerd, en had de KMC-groep een beter voedingspatroon dan de CON-groep (Mdiff=9.46, SE=1.08, t(994)=8.76, p<.001). Het voedingspatroon van de CON-groep was niet veranderd (Mdiff=0.22, SE=0.73, t(994)=0.30, p=0.77), terwijl dat van de KMC-groep significant verbeterd was (Mdiff=30.80, SE=0.73, t(994)=42.19, p<.001). Caloriecontrole: Ook wat betreft caloriecontrole, is er een significant interactie-effect (IE) tussen groep en meetmoment (F(1,994)=31.24, p<.001). Bij de t0-meting hadden de mensen uit de KMC-groep een minder goede controle over hun calorie-inname dan de mensen uit de CONgroep (Mdiff=-6.96, SE=1.58, t(994)=4.41 p<.001). Bij de t1-meting was dat verschil verdwenen (Mdiff=0.55, SE=1.61, t(994)=0.34, p=.73). De controle over calorie-inname verbeterde in de KMCgroep (Mdiff=5.67, SE=0.82, t(994)=6.91, p<.001), maar veranderde niet in de CON-groep (Mdiff=0.84, SE=0.82, t(994)=1.02, p=.31). Beweging: Ook wat betreft (cardio-, kracht- en stretch-) beweging, is er een significant interactie-effect (IE) tussen groep en meetmoment (F(1,994)=55.57, p<.001). Bij de t0-meting bewogen deelnemers in de KMC-gebruikers al meer dan deelnemers in de CON-group (Mdiff = 16.04, SE=2.03, t(994)=7.09, p<.001). De gedragsverandering van t0 naar t1 met betrekking tot beweging is anders in de KMC-groep dan in de CON-groep. Terwijl mensen uit de CON-groep in een periode van 6 maanden minder gaan bewegen (Mdiff=-6.47, SE=1.43, t(994)=4.52 p<.001), verbeterde het bewegingspatroon van de Kilootje minder-coach gebruikers (Mdiff=8.56, SE=1.43, t(994)=5.99, p<.001).
16
Tabel 17. Gedrag mbt. voeding, caloriecontrole en beweging op t0 en t1, apart voor de KMC en de CON-groep t0 t1 t1-t0 M voeding
caloriecont role beweging
(SD)
M
(SD)
Mdiff
p t(944)=0.30, p=.77
CON
51.66
(17.13)
51.88
(17.60)
0.22
KMC
30.54
(13.62)
61.34
(16.59)
30.80
t(944)=42.19, p<.001
CON
52.99
(27.38)
52.16
(26.92)
-0.84
t(944)=1.02, p=.31
KMC
47.04
(22.06)
52.70
(23.66)
5.67
t(944)=6.91, p<.001
CON
33.82
(31.96)
27.35
(30.93)
-6.47
t(944)=4.52, p<.001
KMC
49.82
(32.00)
58.42
(31.15)
8.56
t(944)=5.99, p<.001
significant IE groep x meetmoment: voeding: F(1,994)=42.46, caloriecontrole: F(1,994)=31.24, beweging: F(1,994)=55.57, alle p-waarden<.001
c. Effect op levensstijl (gemiddelde van drie gedragsind.) (korte termijn) tabel 18 Er is wat betreft levensstijl, een significant interactie-effect (IE) tussen groep en meetmoment (F(1,994)=31.24, p<.001). Bij de t0-meting had de CON-groep een gezondere levensstijl dan de KMC-groep (Mdiff=-6.11, SE=1.35, t(944)=4.53, p<.001). Bij de t1-meting was het omgekeerd, en had de KMC-groep een gezondere levensstijl dan de CON-groep (Mdiff=-18.68, SE=1.35, t(944)=13.84, p<.001). De levensstijl van de CON-groep was niet veranderd (Mdiff=-2.79, SE=0.96, t(994)=2.91, p=0.31), terwijl die van de KMC-groep significant verbeterd was (Mdiff=22.00, SE=0.96, t(994)=22.92, p<.001).
Tabel 18. Levensstijl op t0 en t1, apart voor de KMC en de CON-groep t0 t1 M
(SD)
M
(SD)
t1-t0 M
p
CON
55.42
(22.58)
52.63
(21.92)
-2.79
t(994)=2.91, p=0.31
KMC
49.31
(19.95)
71.31
(22.92)
22.00
t(994)=22.92, p<.001
d. Effect op afzonderlijke gedragingen (het al dan niet voldoen aan de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse Overheid) (korte termijn) tabel 19, 20, 21 Voor de inhoudelijke invulling van de verschillende gezondheidsdoelstellingen wordt verwezen naar bijlage 1. Zuivel: Bij de t0-meting voldeden evenveel deelnemers in de KMC-groep als in de CONgroep aan de gezondheidsdoelstellingen omtrent de consumptie van zuivel (χ2(1)=4.18, p=.49). Hoewel bij de t1-meting het percentage in de KMC-groep was gestegen terwijl het in de CONgroep was gedaald (Wald χ2(1)=4.18, p=.04), was er op t1 ook geen verschil tussen beide groepen (χ2(1)=2.76, p=.12).
17
Groenten: Bij de t0-meting voldeden minder deelnemers in de KMC-groep aan de gezondheidsdoelstellingen omtrent de consumptie van groenten dan in de CON-groep (χ2(1)=74.26, p<.001). Dankzij de sterke stijging in de KMC-groep en de lichte daling in de CONgroep (Wald χ2(1)=105.93, p<.001), voldeden bij de t1-meting meer deelnemers in de KMC-groep dan in de CON-groep (χ2(1)=29.65, p<.001). Fruit: Bij de t0-meting voldeden minder deelnemers in de KMC-groep, aan de gezondheidsdoelstellingen omtrent de consumptie van fruit dan in de CON-groep (χ2(1)=146.90, p<.001). De stijging was sterker in de KMC-groep dan in de CON-groep (Wald χ2(1)=193.16, p<.001). Daardoor voldeden bij de t1-meting meer deelnemers in de KMC-groep dan in de CON-groep (χ2(1)=24.72, p<.001). Granen: Bij de t0-meting voldeden minder deelnemers in de KMC-groep aan de gezondheidsdoelstellingen omtrent de consumptie van graanproducten dan in de CON-groep (χ2(1)=125.12, p<.001). De stijging was sterker in de KMC-groep dan in de CON-groep (Wald
χ2(1)=105.47, p<.001), waardoor het verschil tussen beide groepen bij de t1-meting verdwenen was (χ2(1)=0.90, p=.30). Snoepen: Bij de t0-meting voldeden minder deelnemers in de KMC-groep aan de gezondheidsdoelstellingen omtrent snoepen dan in de CON-groep (χ2 (1)=14.06, p<.001). De stijging was sterker in de KMC-groep dan in de CON-groep, Wald χ2(1)=34.24, p<.001. Daardoor voldeden bij de t1-meting meer deelnemers in de KMC-groep dan in de CON-groep (χ2(1)=9.47, p=.003). (Niet-alcoholische) Drank: Bij de t0-meting waren er evenveel deelnemers in de KMC-groep dan in de CON-groep die voldoende dronken (χ2(1)=0.52, p=.51). Dankzij de sterke stijging in de KMC-groep en de lichte daling in de CON-groep (Wald χ2(1)=14.01, p<.001), waren er bij de t1meting meer deelnemers in de KMC-groep die voldeden aan de richtlijn (χ2(1)=11<,59, p<.001).
Tabel 19. Percentage deelnemers dat voldoet aan de Vlaamse gezondheidsdoelstelling, per groep en per meetmoment. t0 t1 IE groep x meetmoment zuivel
groenten
fruit
graan
snoep
drank
CON
12.2%
10.2%
KMC
10.8%
13.7%
CON
24.7%
20.1%
KMC
5.2%
35.5%
CON
43.0%
47.6%
KMC
9.2%
63.3%
CON
43.6%
47.2%
KMC
11.8%
50.2%
CON
59.6%
57.8%
KMC
47.8%
67.3%
CON
38.8%
36.5%
KMC
36.5%
47.2%
Wald χ2(1)=4.18, p=.04 Wald χ2(1)=105.93, p<.001
Wald χ2 (1)=193.16, p<.001
Wald χ2 (1)=105.47, p<.001
Wald χ2(1)=34.24, p<.001
Wald χ2(1)=14.01, p<.001
18
Cardiobeweging (tabel 20 en 21): Wat betreft matig intensieve cardiobeweging, is er een significant hoofdeffect (HE) van groep (F(1,985)=79,07). Zowel op t0 als op t1, geven KMCdeelnemers aan dat ze meer minuten per week matig intensief bewegen dan CON-deelnemers. Op t0 doen KMC-deelnemers iets meer dan twee uur per week aan matig intensieve cardiobeweging, terwijl CON-deelnemers minder dan een uur per week actief zijn (Mdiff=69,09, SE=9.72, t(985)=7.11, p<.001). De matig intensieve cardio-activiteit verandert niet tussen t0 en t1: er was geen hoofdeffect (HE) van meetmoment (F(1,985)=0.08, p=.78), en geen interactie van meetmoment en groep (F(1,985)=1.55, p=.21). Hetzelfde patroon wordt gevonden bij intensieve cardio-activiteit. Uit het significant hoofdeffect van groep (F(1,983)=118,99, p<.001) blijkt dat deelnemers uit de KMC-groep aangeven dat ze meer minuten per week aan intensieve cardiobeweging doen dan de CONgroep.
KMC-deelnemers bewegen meer dan 45 min. langer dan CON-groep,
zowel op t0
(Mdiff=47.29, SE=5.06, t(983)=9.36, p<.001) als op t1 (Mdiff=52.18, SE=5.48, t(983)=9.21, p<.001). De intensieve cardio-activiteit verandert niet tussen t0 en t1: er was geen hoofdeffect van meetmoment (F(1,983)=0.40, p=.53) en geen interactie van meetmoment en groep (F(1,985)=0.85, p=.36). Tabel 20. Aantal minuten matig intensieve en intensieve cardioactiviteit op t0 en t1, apart voor de KMC en de CON-groep t0 t1 M (SD) M (SD) CON 54.64 (96,57) 43.52 (89,64) matig intensieve KMC 123.73 (192.51) 130.80 (217.42) CON 16.82 (53.18) 15.52 (62.17) intensieve KMC 63.58 (98.44) 67.70 (104.25) geen significant IE groep x meetmoment, matig intensief: F(1.985)=1.55, p=.21; intensief: F(1.985)=0.85, p=.36
Tabel 21. Percentage deelnemers dat een bepaald aantal uren aan matig intensieve en intensieve cardiobeweging doet op t0 en t1, apart voor de KMC en de CON-groep matig intensieve cardio intensieve cardio groep
CON
KMC
aantal uren
t0
t1
t0
t1
0
33.5%
44.8%
77.3%
80.1%
minder dan 1
45.4%
38.5%
15.7%
14.4%
1 tot 2
11.0%
8.2%
4.6%
3.3%
2 tot 3
28.0%
3.1%
1.8%
0.6%
3 tot 4
28.0%
2.0%
0.0%
0.6%
4 tot 5
1.4%
0.8%
0.0%
0.2%
meer dan 5
3.0%
1.6%
0.6%
0.8%
0
17.3%
10.6%
44.4%
37.1%
minder dan 1
28.9%
37.3%
23.7%
33.1%
1 tot 2
22.7%
23.7%
16.9%
16.1%
2 tot 3
13.7%
11.0%
6.0%
4.2%
3 tot 4
6.4%
6.8%
4.0%
3.2%
4 tot 5
5.2%
4.8%
1.8%
3.0%
meer dan 5
5.8%
5.6%
3.2%
3.2%
19
3. Wat is het effect van de Kilootje minder-coach op lange termijn? In deze analyses werd geen controlegroep opgenomen.
a. Effect op gewicht en BMI (lange termijn) tabel 22 Gewicht: Het hoofdeffect (HE) van meetmoment geeft aan dat de gebruikers van de Kilootje minder-coach gewicht verliezen (F(1.73, 95.20)=10.41, p<.001). In de periode tussen hun registratie op de coach en de meting na 6 maanden, verliezen ze gemiddeld 1.03 kg (F(1,55)=9.14, p=.004). In de volgende zes maanden, verliezen ze nog eens 1.03 kg (F(1,55)=4.01, p=.05), maar dit verschil is net niet significant. BMI: Ook BMI daalt (F(1.56, 6.26)=5.98, p=.007), al gebeurt deze daling vooral tijdens de eerste zes maanden (M=-0.37, F(1,55)=10.68, p=.002). Tussen de t1- en t2-meting blijft het BMI nagenoeg constant (M=-0.21, F(1,55)=1.23, p=.272 ). Tabel 22. Gewicht en BMI op de drie meetmomenten t0
t1
t2
HE van meetmoment
M
(SD)
M
(SD)
M
(SD)
gewicht
78.73
(15.95)
77.70
(16.23)
76.67
(14.77)
F(1.73, 95.20)=10.41, p<.001
BMI
27.42
(4.11)
27.05
(4.12)
26.84
(4.02)
F(1.56, 6.26)=5.98, p=.007
Repeated contrasts: gewicht: t0 vs t1: F(1,55)=9.14, p=.004 ; t1 vs t2 : F(1.55)=4.01, p=.05 BMI : t0 vs t1: F(1,55)=10.68, p=.002 ; t1 vs t2 : F(1.55)=1.23, p=.27
b. Effect op eetgedrag, beweging en caloriecontrole (lange termijn) tabel 23 Eetgedrag: Het hoofdeffect (HE) van meetmoment toont dat gebruikers van de Kilootje minder-coach een beter eetpatroon krijgen (F(1.64, 90.44)=150.24, p<.001). De sterke verbetering in de eerste zes maanden (M=32.01, F(1,55)=460.93, p<.001), wordt niet verder gezet in de volgende zes maanden (M=-1.41, F(1,55)= 0.39, p=.54), maar het eetpatroon blijft bij de t2meting na een jaar wel beter dan bij de t0-meting bij registratie (M=30.60, F(1,55)=162.89, p<.001). Caloriecontrole: Gebruikers van de Kilootje minder-coach krijgen ook meer controle over hun calorie-inname (F(1.59, 87.53)=7.09, p=.003). De sterke verbetering in de eerste zes maanden (M=6.10, F(1,55)=16.17, p<.001), wordt niet verder gezet in de volgende zes maanden (M=1.88, F(1,55)= 0.59, p=.44), maar de caloriecontrole blijft bij de t2-meting wel beter dan bij de t0meting (M=30.60, F(1,55)=9.8, p=.003). Beweging: Deze subsample van gebruikers van de Kilootje minder-coach gaan meer bewegen (cardio-, kracht- en stretchbeweging) (F(1.59, 87.53)=3.92 p=.03). De sterke verbetering in de eerste zes maanden (M=11.35, F(1,55)=16.10, p<.001), wordt niet verder gezet in
de
volgende
zes
maanden
(M=-6.50,
F(1,55)=
1.85,
p=.18).
In
tegendeel,
het
bewegingspatroon valt bij de t2-meting terug tot hetzelfde niveau als bij de t0-meting (M=4.85, F(1,55)= 1.26, p=.27).
20
Tabel 23. Gedrag mbt. voeding, caloriecontrole en beweging op de drie meetmomenten t0 t1 t2 HE van meetmoment M
(SD)
M
(SD)
M
(SD)
voeding
27.52
(11.90)
59.53
(13.65)
58.12
(16.65)
F(1.64, 90.44)=150.24, p<.001
caloriecontrole
43.82
(21.36)
49.92
(23.09)
51.80
(23.27)
F(1.59, 87.53)=7.09 p=.003
beweging
52.83
(29.14)
64.28
(25.96)
57.78
(30.77)
F(1.59, 87.53)=3.92 p=.03
Repeated contrasts: voeding: t0 vs t1: F(1,55)=460.93, p<.001; t1 vs t2 : F(1.55)=0.39, p=.54 caloriecontroIe : t0 vs t1: F(1,55)=16.17, p<.001 ; t1 vs t2 : F(1.55)=0.59, p=.44 beweging= t0 vs t1: F(1,55)=16.10, p<.001 ; t1 vs t2 : F(1.55)=1.85, p=.18
c. Effect op levensstijl (lange termijn) Het hoofdeffect van meetmoment toont dat gebruikers van de KMC een betere levensstijl krijgen (F(1.42, 78.10)=51.99, p<.001). De sterke verbetering in de eerste zes maanden (Mdiff=16.49, F(1,55)=240.25, p<.001), wordt niet verder gezet in de volgende zes maanden (Mdiff=-2.01, F(1,55)= 0.95, p=.33), maar de levensstijl blijft bij de t2-meting wel beter dan bij de t0-meting (M=14.48, F(1,55)=53.08, p<.001).
d. Effect op afzonderlijke gedragingen (het al dan niet voldoen aan de gezondheidsdoelstellingen van de Vlaamse Overheid) (lange termijn) tabel 24 Voeding: Het percentage Kilootje Minder Gebruikers dat voldoet aan de Vlaamse gezondheidsdoelstellingen inzake zuivel (Wald χ2(1)=1.22, p=.27), en drank (Wald χ2(1)=2.91, p=.09), verandert niet tijdens de 12 maanden KMC. Het percentage dat voldoet aan de doelstellingen inzake fruitconsumptie (Wald χ2(1)=33.00) en snoep (Wald χ2(1)=3.83, beide p-waarden <.001), stijgt wel de eerste zes maanden, maar daalt later weer. Het percentage dat voldoet aan de doelstellingen inzake de consumptie van groenten (Wald χ2(1)=13.07) en granen (Wald
χ2(1)=16.86, beide p-waarden <.001), blijft stijgen gedurende de 12 maanden.
Tabel 24. Percentage KMC-deelnemers dat voldoet aan de Vlaamse gezondheidsdoelstelling per meetmoment. t0 t1 t2 HE van meetmoment zuivel
5.4%
7.1%
10.7%
Wald χ2(1)=1.22, p=.27
groenten
1.8%
17.9%
26.8%
Wald χ2(1)=13.07, p<.001
fruit
7.1%
83.9%
60.7%
Wald χ2(1)=33.00, p<.001
graan
12.5%
26.8%
50%
Wald χ2(1)=18.86, p<.001
snoep
41.1%
83.9%
58.9%
Wald χ2(1)=3.83, p<.001
drank
23.2%
37.5%
28.6%
Wald χ2(1)=2.91, p=.09
21
Cardiobeweging: Er is geen significant hoofdeffect van meetmoment, dus KMC-gebruikers gaan niet meer minuten bewegen (tabel 25), dat geldt zowel voor matig intensieve cardiobeweging, F(1.19, 65.22)=.80, p=.39 als voor intensieve cardio beweging, F(1.38, 74.25)=.18, p=.75.
Tabel 25. Aantal minuten cardiobeweging per week op de drie meetmomenten t0 matig intensieve intensieve
t1
t2
HE van meetmoment
124.64
(107.11)
171.43
(257.47)
221.43
(671.55)
F(1.19;65.22)=0.80, p=.39
65.45
(107.11)
61.05
(94.95)
58.82
(131.29)
F(1.38, 74.25)=0.18, p=.75
4. Heeft motivatie tot gedragsverandering een invloed op het effect van de coach? Het al dan niet gevolgd hebben van de KMC is een belangrijke predictor voor gewichts- en gedragsverandering. Nu willen we nagaan of motivatie bovenop groep nog bijdraagt aan het effect. Dit doen we door eerst groep (model 1), dan groep en motivatie (model 2), en dan groep, motivatie en de interactie tussen groep en motivatie (model 3) in te voeren als predictoren in een hiërarchische regressie-analyse10.
Korte termijn Gewicht en BMI: Enkel groep is een predictor voor gewichts- en BMI-verandering (gewichtsverlies en BMI-daling in de KMC-groep, gewichtstoename en BMI-stijging in de CONgroep). De algemene motivatie die mensen hebben om hun levensstijl te veranderen, draagt niet extra bij tot gewichtsverandering (Tabel 26) of tot BMI-verandering (Tabel 27).
Tabel 26. Regressietabel voor gewichtsverandering voorspeld door groep en levensstijl motivatiescore change statistics model R R2 R2adj R2 change F change sig F change 1 .16 .03 .03 .03 F(1,990)=26.41 p<.001 2 .17 .03 .03 .00 F(1,989)=1.27 p=.26 3 .17 .03 .03 .00 F(1,988)=0.004 p=.95
Tabel 27. Regressietabel voor BMI-verandering voorspeld door groep en levensstijl motivatiescore change statistics model R R2 R2adj R2 change F change sig F change 1 .17 .03 .03 .03 F(1,987)=29.78 p<.001 2 .18 .03 .03 .00 F(1,986)=1.32 p=.25 3 .18 .03 .03 .00 F(1,985)=0.35 p=.55
10 als maat voor motivatie wordt hier enkel de score op het motivatie-item gebruikt, niet de motiviatie-index die ook rekening houdt met self-efficacy: score tussen 0 en 6, hoe hoger, hoe meer gemotiveerd tot gezond gedrag
22
Eetgedrag: Enkel groep is een predictor voor verandering in eetgedrag op korte termijn (gedragsverbetering in de KMC-groep, geen verandering in de CON-groep). De motivatie die mensen hebben om hun eetgedrag te veranderen, draagt niet extra bij tot gedragsverandering (Tabel 28).
Tabel 28. Regressietabel voor verandering in eetgedrag voorspeld door groep en motivatie in verband met eetgedrag change statistics model R R2 R2adj R2 change F change sig F change 1 .68 .47 .47 .47 F(1,994)=871.34 p<.001 2 .68 .47 .47 .00 F(1,993)=0.82 p=.37 3 .68 .47 .47 .00 F(1,992)=0.38 p=.54
Caloriecontrole: De gedragsverandering in caloriecontrole wordt niet alleen voorspeld door groep (gedragsverbetering in de KMC-groep, geen gedragsverandering in de CON-groep), maar ook door de motivatie die mensen hebben om hun caloriecontrole te veranderen. Motivatie met betrekking tot caloriecontrole heeft echter een negatief effect op de gedragsverandering: hoe sterker mensen gemotiveerd zijn, hoe minder hun gedrag verandert op korte termijn. Dit effect van motivatie doet zich op dezelfde manier voor in de KMC-groep en de CON-groep (Tabel 29).
Tabel 29. Regressietabel voor verandering in caloriecontrole voorspeld door groep en motivatie in verband met caloriecontrole change statistics model R R2 R2adj R2 change F change sig F change 1 .18 .03 .03 .03 F(1,994)=31.24 p<.001 2 .21 .04 .04 .01 F(1,993)=11.16 p<.001 3 .21 .04 .04 .00 F(1,992)=0.40 p=.53 gedragsverandering caloriecontrole = -0.93 + (6.60)groep + (-1.44)motivatie
Beweging: De gedragsverandering in fysieke activiteit (cardio-, stretch- en rekbeweging) wordt niet alleen voorspeld door groep (meer beweging in de KMC-groep, minder beweging in de CON-groep), maar ook door de motivatie die mensen hebben om meer te gaan bewegen. Motivatie
met
betrekking
tot
beweging
heeft
echter
een
negatief
effect
op
de
gedragsverandering: hoe sterker mensen gemotiveerd zijn, hoe minder hun gedrag verandert op korte termijn. Dit effect van motivatie doet zich op dezelfde manier voor in de KMC-groep en de CON-groep (Tabel 30).
Tabel 30. Regressietabel voor verandering in fysieke activiteit voorspeld door groep en motivatie in verband met beweging change statistics model R R2 R2adj R2 change F change sig F change 1 .23 .05 .05 .05 F(1,994)=55.57 p<.001 2 .25 .06 .06 .01 F(1,993)=10.06 p=.002 3 .25 .06 .06 .00 F(1,992)=0.88 p=.35 gedragsverandering beweging = -8.19 + (16.76)groep + (-2.40)motivatie
23
Levensstijl: De verandering in levensstijl wordt niet alleen voorspeld door groep (verbetering in de KMC-groep, geen verandering in de CON-groep), maar ook door de motivatie die mensen hebben om hun levensstijl te veranderen. Motivatie heeft echter een negatief effect op de gedragsverandering: hoe sterker mensen gemotiveerd zijn, hoe minder hun gedrag verandert op korte termijn. Dit effect van motivatie doet zich op dezelfde manier voor in de KMC-groep en de CON-groep (Tabel 31). Tabel 31. Regressietabel voor verandering in levensstijl voorspeld door groep en levensstijlmotivatie change statistics model R R2 R2adj R2 change F change sig F change 1 .50 .25 .25 .25 F(1,994)=336.17 p<.001 2 .51 .26 .25 .00 F(1,993)=4.16 p=.04 3 .51 .26 .26 .00 F(1,992)=2.95 p=.09 gedragsverandering levensstijl = -3.09 + (25.09)groep + (-1.34)motivatie
Lange termijn Voor geen enkele parameter worden de veranderingen over lange termijn (12 maanden) voorspeld door de motivatie die mensen hebben om die bepaalde parameter te veranderen (Tabel 32).
Tabel 32. Regressietabel voor gewichtsverlies en BMI-verandering voorspeld door motivatie levensstijl change statistics R R2 R2adj R2 change F change sig F change gewicht .16 .02 .01 .02 F(1,54)=1.32 p=.26 BMI .25 .06 .04 .06 F(1,56)=3.42 p=.07 eetgedrag .02 .00 .00 .00 F(1,54)=0.01 p=.90 caloriecontr .21 .04 .03 .04 F(1,54)=2.41 p=.13 beweging .06 .00 .00 .00 F(1,54)=0.19 p=.66 levensstijl .20 .04 .02 .04 F(1,54)=2.16 p=.15
5. Heeft de benutting van de coach invloed op het effect van de coach? Deelnemers aan de korte termijn-effectstudie van de KMC (n=498) werden ingedeeld in 6 verschillende gebruikersgroepen: aan de hand van hun gebruikerstype (op basis van inlogfrequentie) en aan de hand van dagboekgebruik (al dan niet minstens 1 keer het dagboek hebben ingevuld) (Tabel 33). Deze groepen worden gebruikt om na te gaan wat de invloed is van de benutting van de coach op het effect van de coach. Tabel 33. Gebruikersgroepen gebruikstype dagboek Receptieve gebruikers Actieve gebruikers Zeer actieve gebruikers
ja nee ja nee ja nee
n 12 Receptieve Gebruikers die het dagboek invulden 122 Receptieve Gebruikers die het dagboek niet invulden 80 Actieve Gebruikers die het dagboek invulden 51 Actieve Gebruikers die het dagboek niet invulden 222 Zeer Actieve Gebruikers die het dagboek invulden 13 Zeer Actieve Gebruikers die het dagboek niet invulden
24
Gewicht: Deelnemers aan de KMC verliezen gewicht (significant HE van meetmoment (F(1,491)=6.59, p=.01)). Dit gewichtsverlies hangt niet af van het gebruikerstype (geen significant IE tussen meetmoment en gebruikerstype (F(1,491)=0.56, p=.57) of het al dan niet invullen van het dagboek (geen significant IE tussen meetmoment en dagboekgebruik F(1,491)=0.06, p=.82; geen significante drie-wegsinteractie (F(2,491)=0.34, p=.71). BMI: De verandering in BMI is voor de KMC-groep alleen niet significant (geen HE van meetmoment, F(1,491)=2.45, p=.12), en er zijn ook geen significante interacties (meetmoment x gebruikerstype: F(1,491)=0.36, p=.70, meetmoment x dagboekgebruik: F(1,491)=0.14, p=.71, driewegsinteractie: F(2,491)=0.15, p=.86). Eetgedrag: Deelnemers aan de KMC krijgen een beter voedingspatroon (significant HE van meetmoment, F(1,492)=515.43, p<.001). De tweewegsinteracties zijn niet significant (meetmoment x gebruikerstype: F(1,492)=0.45, p=.64, meetmoment x dagboekgebruik: F(1,492)=2.00, p=.16). De driewegsinteractie is wel significant (F(2,492)=4.13, p=.02). Het invullen van het dagboek maakt geen verschil in de score op t1 voor de Receptieve en de Actieve Gebruikers, maar wel voor de Zeer Actieve Gebruikers. Zeer Actieve Gebruikers die het dagboek invullen, krijgen een beter eetgedrag dan Zeer Actieve Gebruikers die het dagboek niet invullen (F(1,492)=4.27, p=.04). Caloriecontrole: Deelnemers aan de KMC krijgen meer controle over hun calorie-inname (significant HE van meetmoment, F(1,492)=5.90, p=.02). De tweewegsinteracties zijn niet significant (meetmoment
x
gebruikerstype:
F(1,492)=1.86,
p=.16,
meetmoment
x
dagboekgebruik:
F(1,492)=1.74, p=.19). De driewegsinteractie is wel significant, F(2,492)=5.16, p=.01. Receptieve en de Actieve Gebruikers die hun dagboek niet invullen, krijgen meer controle over hun calorieinname. Als ze het dagboek wel invullen, is er geen verandering. Bij de Zeer Actieve Gebruikers is het omgekeerd. Zeer Actieve Gebruikers die het dagboek invullen, krijgen een betere caloriecontrole, vullen ze het niet in, dan verandert hun caloriecontrole niet. Beweging: De fysieke activiteit (cardio-, stretch- en rekbeweging) van KMC-gebruikers verandert niet (geen significant HE van meetmoment, F(1,492)=2.29, p=.13). Er zijn geen significante interactie-effect (IE)en (meetmoment x gebruikerstype: F(1,491)=0.57, p=.57, meetmoment x dagboekgebruik: F(1,491)=2.85, p=.09, driewegsinteractie: F(2,491)=1.81, p=.16). Levensstijl: Deelnemers aan de KMC krijgen een betere levensstijl (significant HE van meetmoment, F(1,492)=104.27, p<.001). De tweewegsinteracties zijn niet significant (meetmoment x gebruikerstype: F(1,492)=1.56, p=.21, meetmoment x dagboekgebruik: F(1,492)=4.96, p=.02). De driewegsinteractie is wel significant (F(2,492)=6.15, p=.001). Het invullen van het dagboek maakt geen verschil in de score op t1 voor de Receptieve en de Actieve Gebruikers, maar wel voor de Zeer Actieve Gebruikers. Zeer Actieve Gebruikers die het dagboek invullen, krijgen een betere levensstijl dan Zeer Actieve Gebruikers die het dagboek niet invullen (F(1,492)=4.27, p=.04).
25
6.
Hoe evalueren de gebruikers de Kilootje minder-coach? De KMC-deelnemers aan de korte termijn-effectstudie van de KMC (n=498) kregen ook een
vragenlijst die peilt naar hoe ze de KMC evalueren (bijlage 4). Het overgrote deel van de KMC-gebruikers die de evaluatie-vragenlijst invulden vonden de KMC nuttig (83.4%), gemakkelijk in gebruik (71.0%), aantrekkelijk (64.4%) en leerrijk (78.6%)( (Tabel 34). Tabel 34. Algemene evaluatie van de Kilootje Minder Coach In welke mate gaat u akkoord met volgende uitspraak? Ik vind de Kilootje Minder Coach … helemaal niet akkoord
niet akkoord
eerder niet akkoord
geen mening
eerder akkoord
akkoord
helemaal akkoord
nuttig
1.0%
0.8%
2.4%
12.4%
31.6%
35.0%
16.8%
gemakkelijk in gebruik
1.6%
2.8%
8.0%
16.6%
25.2%
31.4%
14.41%
aantrekkelijk
1.0%
2.8%
7.8%
24.0%
26.6%
26.2%
11.6%
leerrijk
1.0%
2.0%
1.6%
16.8%
30.0%
29.8%
18.8%
De KMC bestaat uit 3 programma’s: voeding, beweging en calorie controle. Meer dan drie op vier deelnemers (77.6%) gaven aan het voedingsprogramma te hebben gebruikt. Meer dan twee op drie deelnemers gaven aan het bewegingsprogramma (70.0%) en het calorie controle programma (73.9%) te hebben gebruikt. Meer dan 7 op 10 van de mensen die een programma gebruikten, waren daar tevreden over (voeding: 74.7%, beweging: 71.6%, calorie controle: 73.3%). Minder dan 1 op 10 geeft aan eerder tot erg ontevreden te zijn over de gebruikte programma’s (voeding: 5.8%, beweging: 8.7%, calorie controle: 7.9%). Ook de opsplitsing in de 3 programma’s werd positief geëvalueerd (55.9%) (Tabel 35).
Tabel 35. Tevredenheid over de verschillende programma’s. In welke mate bent u tevreden over de volgende Kilootje Minder Coach programma’s? erg ontevreden
ontevreden
eerder ontevreden
geen mening
eerder tevreden
tevreden
erg tevreden
voeding
0.5%
1.3%
4.0%
20.1%
26.7%
32.1%
15.2%
beweging
1.5%
2.4%
4.1%
20.4%
27.8%
29.6%
14.2%
calorie controle opsplitsing programma’s
0.8%
2.2%
4.8%
18.8%
28.9%
28.1%
16.%
1.9%
5.6%
9.3%
27.3%
20.5%
23.3%
12.1%
Deelnemers gaven aan dat ze de meeste onderdelen van de KMC hadden gebruikt (Tabel 36). Vragen aan de Expert (60.1%) en het Forum (59.6%) werden, naar eigen zeggen, door 6 op 10 van de KMC-gebruikers gebruikt. Opvallend is ook dat 6.6% van de KMC-gebruikers aangeeft de Gezondheidsvragenlijst (die verplicht dient ingevuld te worden) niet te hebben gebruikt.
26
Tabel 36. Percentage deelnemers dat aangeeft een KMC-onderdeel te gebruiken. programma-onderdeel
percentage
Gezondheidsvragenlijst
93.4%
Wolk
82.6%
Feedback Gezondheidsvragenlijst
87.4%
Dagelijkse e-mailtips
94.7%
Maandrapporten
80.9%
Dagboek en Overzichten
78.9%
Vragen aan de Expert
60.1%
Forum
59.6%
Bibliotheek
73.9%
De deelnemers geven aan dat ze tevreden zijn over de KMC-onderdelen die ze hebben gebruikt (Tabel 37). De Gezondheidsvragenlijst (80.5%) en de dagelijkse e-mailtips (80.4%) werden door de meeste deelnemers positief beoordeeld.
Tabel 37. Tevredenheid over de verschillende KMC-onderdelen In welke mate bent u tevreden over de volgende onderdelen van de Kilootje Minder Coach? erg ontevreden
ontevreden
eerder ontevreden
geen mening
eerder tevreden
tevreden
erg tevreden
GezondheidsVr
0.5%
1.0%
4.1%
13.9%
24.9%
40.0%
15.6%
Wolk
2.4%
4.1%
6.8%
29.5%
20.9%
26.8%
9.4%
Feedback GezondheidsVr
1.6%
2.2%
6.3%
25.1%
25.1%
26.2%
13.6%
E-mailtips
1.4%
2.1%
4.4%
10.9%
22.5%
28.8%
29.1%
Maandrapporten
2.2%
2.8%
6.3%
19.14%
21.0%
28.2%
20.4%
Dagboek en overzichten Vragen aan de Expert
3.3%
3.6%
7.2%
23.8%
18.9%
27.4%
16.0%
3.2%
2.3%
3.2%
37.1%
20.8%
20.8%
12.7%
Forum
3.4%
3.8%
6.4%
39.3%
17.1%
19.2%
10.7%
Bibliotheek
1.4%
2.7%
2.7%
20.3%
21.6%
31.1%
20.3%
Volgens de KMC-gebruikers werd vooral hun eetgedrag beïnvloed (60.7%) door de KMC (Tabel 38).
Tabel 38. Percentage deelnemers dat invloed op gedrag aangeeft. Hoeveel invloed heeft de Kilootje Minder Coach gehad op …? heel weinig
weinig
een beetje
veel
heel veel
eetgedrag
15.0%
19.4%
38.8%
21.8%
5.0%
gewichtscontrole
17.8%
21.0%
38.4%
18.6%
4.2%
bewegingspatroon
22.0%
23.8%
33.8%
16.4%
4.0%
27
7. Heeft de evaluatie van de Kilootje minder-coach een invloed op het effect van de coach? De gebruikers kunnen, wat betreft hun tevredenheid over de coach, ingedeeld worden in 4 groepen: tevreden, geen mening, niet tevreden, niet gebruikt. Wat betreft de invloed die de KMC volgens hen heeft gehad, kunnen ze worden ingedeeld in 3 groepen: veel invloed, geen mening, geen invloed. Gewicht: Deelnemers in deze subsample (n=485) verliezen gewicht, significant HE van meetmoment (F(1,485)=14.34, p<.001). Dit gewichtsverlies hangt niet af van de tevredenheid, geen significant IE tussen meetmoment en tevredenheid (F(3,485)=0.41, p=.75) of de gepercipieerde invloed, geen significant IE tussen meetmoment en invloed, (F(2,485)=2.60, p=.08); geen significante driewegsinteractie (F(5,485)=0.45, p=.81). BMI: In deze subsample is er een daling van het BMI, significante HE van meetmoment (F(1,481)=9.82, p=.002). Deze daling is niet gerelateerd aan de tevredenheid van de deelnemers, geen significante IE tussen meetmoment en tevredenheid (F(3,481)=0.33, p=.81), maar wel aan de gepercipieerde invloed, significante interactie meetmoment x invloed (F(2,481)=3.65, p=.03). Enkel bij deelnemers die aangeven dat de KMC veel invloed heeft gehad, is de verandering in BMI significant (F(1,481)=11.21, p=.001). De driewegsinteractie is niet significant (F(5.481)=0.29, p=.92). Eetgedrag: Deelnemers in deze subsample krijgen een beter voedingspatroon, significant HE van meetmoment (F(1,486)=373.34, p<.001). Dit effect wordt niet beïnvloed door de tevredenheid en de
gepercipieerde invloed, geen
significante interacties meetmoment x tevreden:
F(3,486)=1.13, p=.34, meetmoment x invloed: F(2,486)=2.51, p=.08, meetmoment x tevreden x invloed: F(5.486)=0.98, p=.43. Caloriecontrole: In deze subsample verandert caloriecontrole niet, geen significant HE van meetmoment (F(1,486)=1.28, p=.26). Er zijn ook geen significante interacties, meetmoment x tevreden: F(3,486)=2.23, p=.08, meetmoment x invloed: F(2,486)=0.82, p=.44, meetmoment x tevreden x invloed: F(5.486)=1.71, p=.43. Beweging: De fysieke activiteit (cardio-, stretch- en rekbeweging) van deze subsample verandert niet, geen significant HE van meetmoment (F(1,486)=3.61, p=.06). Er zijn geen significante interactie-effecten, meetmoment x tevreden: F(3,486)=1.65, p=.18, meetmoment x invloed: F(2,486)=1.41, p=.25, meetmoment x tevreden x invloed: F(5.486)=1.44, p=.21. Levensstijl: Deelnemers in deze subsample krijgen een betere levensstijl, significant HE van meetmoment (F(1,486)=77.64, p<.001). Dit effect hangt af van de tevredenheid van de deelnemers, significant IE meetmoment x tevredenheid: F(3,486)=3.13, p=.03. Mensen die aangeven niet tevreden te zijn, vertonen geen verbetering in levensstijl, F(1.486)=0.22, p=.64, de anderen wel. De andere interacties zijn niet significant, (meetmoment x invloed: F(2.486)=2.28, p=.10; meetmoment x tevreden x invloed, F(5.486)=1.82, p=.21.
28
8. Enkele additionele analyses Post-hoc werden enkele bijkomende analyses uitgevoerd die toetsen of het interventieeffect gemodereerd wordt door •
geslacht en/of leeftijd
•
opleidingsniveau
•
beroepsgroep
•
BMI bij eerste meting
De resultaten van deze analyses worden weergegeven in bijlage 7. Uit de additionele analyses blijkt dat het effect van de KMC niet werd beïnvloed door geslacht, leeftijd, opleidingsniveau en beroepscategorie van de deelnemers. Het gewichtsverlies of de veranderingen in eetgedrag, fysieke activiteit en levensstijl waren ook niet afhankelijk van de begin-BMI van de deelnemers. Het interventie-effect van de coach op caloriecontrole was wel verschillend deelnemers uit de verschillende BMI-categorieën. De caloriecontrole van mensen met ondergewicht of normaal gewicht die deelnamen aan de KMC veranderde niet, terwijl mensen met overgewicht of obesitas na het volgen van de KMC wel een betere caloriecontrole kregen.
29
CONCLUSIE EN DISCUSSIE Gebruikers In de periode januari 2009 (opstarten KMC) – april 2010, registreerden zich 58853 gebruikers op de Kilootje minder-coach. Het aandeel van KMC-deelnemers met een BMI hoger dan 25 (minstens overgewicht) is groter dan dat in de Vlaamse bevolking, wat erop wijst dat de KMC erin slaagt om zijn doelgroep (mensen met overgewicht of obesitas) te bereiken. Net zoals bij andere online gezondheidsinterventies (bv. Spittaels, & de Bourdeaudhuij, 2007; Van ’t Riet, Crutzen, de Vries, 2010), waren er bij de KMC-gebruikers meer vrouwen dan mannen, en meer hoger opgeleiden dan deelnemers met een lager diploma. Mannen en lager opgeleiden blijken ook in dit onderzoek moeilijk bereikbaar. De gemiddelde leeftijd van de KMC gebruikers was 42 jaar. Deelnemers aan de korte termijn effect-studie waren gemiddeld 47 jaar, die aan de lange termijn effect-studie gemiddeld 50 jaar. Zulk een vrij hoge leeftijden worden vaker gezien bij deelnemers van online gewichtcoaches (bv. Binks & van Mierlo, 2010). Op basis van het huidige onderzoek kunnen
geen
uitspraken
gedaan
worden
over
leeftijdsgerelateerde
vatbaarheid
voor
gedragsinterventies. Wel kan gesteld worden dat gezondheid en gezondheidsproblemen gerelateerd aan gewicht waarschijnlijk vooral leven bij deze leeftijdsgroepen, omdat pas op iets latere leeftijd eventuele gezondheidsproblemen opduiken. De relatief hoge leeftijd van de KMCgebruikers is daarom niet echt verwonderlijk.
Effectstudie 498 KMC-gebruikers (KMC-groep) namen deel aan de korte termijn effect-studie (6 maanden). Zij werden vergeleken met een controlegroep (CON-groep) van mensen die aangaven niets te doen om hun gewicht te controleren en die werden gerecruteerd onder CMleden. Uit een vergelijking van de KMC-groep met alle gebruikers van de KMC die werden uitgenodigd voor de korte termijn-effectstudie bleek dat de mensen die effectief deelnamen aan het onderzoek ouder waren, bij het begin van de studie reeds een beter eetpatroon hadden, meer bewogen en een betere levensstijl hadden. Bovendien waren de mensen die deelnamen sterker gemotiveerd om hun eetpatroon en hun levensstijl te veranderen. Wat betreft hun gewicht/BMI, hun caloriecontrole en de motivatie om hun caloriecontrole en hun fysieke activiteit te verbeteren, waren de mensen die effectief deelnamen aan de korte termijn-effectstudie wel representatief voor alle KMC-gebruikers die werden uitgenodigd. Alle mensen die waren uitgenodigd voor de korte termijn-effectstudie, werden ook uitgenodigd voor de lange termijneffectstudie (12 maanden).
De 56 mensen die effectief deelnamen aan de lange termijn-
effectstudie hadden een significant slechtere levensstijl dan de deelnemers aan de korte termijneffectstudie, maar verschilden niet van die groep op de andere gedrags- en motivatie-indexen. De KMC-gebruikers, die bij aanvang van de studie gemiddeld meer wogen dan de mensen uit de CON-groep, verloren tijdens het volgen van de KMC gemiddeld bijna 1.5 kg, terwijl de mensen in de CON-groep tijdens een half jaar gemiddeld iets meer dan 1 kg zwaarder werden. Na
30
het volgen van de KMC, was er geen verschil in gewicht/BMI meer tussen de KMC-groep en de CON-groep. Uit de lange termijn effect-studie bleek dat het gewichtsverlies voornamelijk bereikt werd tijdens de eerste 6 maanden, maar de winst bleef ook na 1 jaar behouden. In de CON-groep veranderde er gedurende 6 maanden niets aan het eetpatroon of de caloriecontrole, terwijl de KMC-gebruikers gezonder gingen eten en hun calorie-inname beter gingen controleren. Zo steeg in de KMC-groep de consumptie van zuivelproducten, granen, en groenten en fruit, terwijl het aantal tussendoortjes daalde. Het aantal mensen in de KMC-groep dat voldoende dronk (niet-alcoholisch) steeg. De gedragsverandering met betrekking tot voeding en caloriecontrole die de KMC-groep behaalde, bleef behouden. Er was tijdens de eerste zes maanden een hele grote verbetering in het eetpatroon, en ook na een jaar bleef het eetgedrag van de KMC-deelnemers beter dan bij aanvang van de interventie. De consumptie van groenten en granen bleef bovendien ook na een half jaar nog verbeteren. Bij andere voedingsgedragingen werd geen significante gedragsverandering meer vastgesteld na de eerste initiële verbetering op 6 maanden. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de power van de studie (te weinig proefpersonen om eventuele kleine effecten te detecteren) of met eventuele plafondeffecten (misschien kunnen mensen gewoon niet beter). De KMC is echter duidelijk in staat om gedragspatronen met betrekking tot voeding blijvend te veranderen. KMC-gebruikers gingen tijdens het volgen van de KMC meer bewegen (cardio-, stretch- en krachtbeweging), terwijl de fysieke activiteit van de CON-groep verslechterde in de periode van 6 maanden. Het initiële verschil in beweging tussen beide groepen werd daardoor nog groter. De stijging in fysieke activiteit in de KMC-groep, is grotendeels gebaseerd op meer rek- en krachtbeweging, want het aantal
minuten (matige of intensieve) cardiobeweging steeg niet.
Fysieke activiteit viel na een jaar echter terug op hetzelfde niveau als bij de registratie op de KMC. Het waarom van dit differentiële lange termijn effect op voeding en beweging is nog onduidelijk, maar uit de literatuur blijkt dat het moeilijk is om met online interventies alleen blijvende gedragsverandering op het gebied van fysieke activiteit te bewerkstelligen (bv. Vandelanotte, Spathonis, Eakin, & Owen, 2007). Alle gedragsveranderingen in de KMC-groep maakten dat hun levensstijl (combinatie eetgedrag, caloriecontrole en bewegingsgedrag) significant verbeterde, wat niet het geval was in de CON-groep. Een jaar na het begin van de KMC was de levensstijl van KMC-gebruikers nog steeds significant verbeterd in vergelijking met hun levensstijl bij het registreren op de KMC. Uit de additionele analyses bleek dat het effect van de Kilootje Minder Coach niet werd beïnvloed door geslacht, leeftijd of opleidingsniveau van de deelnemers. Dit suggereert dat de KMC in staat is om bij zowel mannen als vrouwen gewichtsverlies en positieve gedragsverandering tot stand te brengen, en dit bij verschillende leeftijdsgroepen en bij mensen van verschillende opleidingsniveaus en
beroepsklassen. Het gewichtsverlies of de veranderingen in eetgedrag,
fysieke activiteit en levensstijl waren ook niet afhankelijk van de begin-BMI van de deelnemers. Het interventie-effect van de coach op caloriecontrole was wel verschillend deelnemers uit de verschillende BMI-categorieën. De caloriecontrole van mensen met ondergewicht of normaal
31
gewicht die deelnamen aan de KMC
veranderde niet, terwijl mensen met overgewicht of
obesitas na het volgen van de KMC wel een betere caloriecontrole kregen. Dit suggereert dat, wat betreft de variabele caloriecontrole (waarvan BMI een onderdeel is), de KMC vooral effect heeft bij de mensen die het meest risico lopen (nl. de mensen met gewichtsproblemen).
Gebruik en evaluatie van de Kilootje minder-coach Ongeveer de helft van de gebruikers logde minstens 9 keer zelf actief in op de KMC. Mensen die zelf minder actief waren op de coach (minder vaak inlogden), werden toch nog bij de interventie betrokken door de dagelijkse e-mailtips die ze ontvingen gedurende minstens 2 maanden. Het dagboek, dat input biedt voor tailored interventiecomponenten zoals de overzichten en het maandelijks verslag, werd door heel wat gebruikers ingevuld. Het forum, dat inspeelt op het community gevoel en sociale steun, werd minder vaak gebruikt. Deze vaststellingen komen overeen met wat ook in ander onderzoek wordt gevonden (bv. Brinks & van Mierlo, 2010): gebruikers van online interventies maken niet optimaal actief gebruik van de verschillende tools die beschikbaar zijn. Tools die als het ware ‘automatisch’ tot de gebruiker komen (i.c. de dagelijkse e-mail tips) werden wel door de meeste mensen gebruikt. Het gewichtsverlies of de BMI-verandering en de fysieke activiteit (cardio-, rek- en stretchbeweging) was niet afhankelijk van de actieve benutting van de Kilootje Minder website. Het invullen van het dagboek (en de daarbij horende overzichten en maandrapporten) had wel een positieve invloed op het effect van de KMC op gedragsveranderingen met betrekking tot eetpatroon en caloriecontrole, maar enkel voor de Zeer Actieve Gebruikers. Deze bevinding is consistent met resultaten uit eerder onderzoek (bv., Cussler et al., 2008; Funk et al., 2010) en suggereert dat de actief te gebruiken tools van de KMC het meest effectief zijn als mensen frequent zelf naar de online coach surfen. De Kilootje minder-coach werd door de deelnemers zeer positief beoordeeld. De meeste gebruikers vonden de coach heel nuttig, gemakkelijk in gebruik, aantrekkelijk en leerrijk. De deelnemers waren in gelijke mate tevreden over de verschillende programma’s (voeding, caloriecontrole en beweging). Ze waren het meest tevreden over de Gezondheidsvragenlijst en de dagelijkse e-mailtips. Deelnemers geven aan dat vooral hun eetgedrag veranderd is door het volgen van de coach. De tevredenheid van de deelnemers over de coach was grotendeels onafhankelijk van het effect van de coach. Enkel deelnemers die geen verandering in hun levensstijl doormaakten, gaven aan niet tevreden te zijn over de coach. Uit onderzoek blijkt dat de tevredenheid
van
gebruikers
over
de
online
interventie
(een
positieve
affectieve
gebruikerservaring) bepaalt of bezoekers de website blijven bezoeken en actief gebruiken (bv., Van ’t Riet et al. 2010).
Motivatie De veranderingen in het eetpatroon hingen niet af van de motivatie die mensen hadden om gezond(er) te eten. Motivatie had wel een invloed op de gedragsveranderingen met
32
betrekking tot caloriecontrole en fysieke activiteit. Deze invloed was echter omgekeerd aan wat zou kunnen verwacht worden. Het is namelijk zo dat hoe sterker iemand gemotiveerd was om zijn of haar calorie-inname te controleren en (meer) te bewegen, hoe minder gedragsverandering er was op korte termijn. Veranderingen op lange termijn werden niet beïnvloed door motivatie. Eerdere onderzoeken naar het effect van motivatie op gebruik en effect van online interventies rapporteren tegenstrijdige resultaten. Sommige studies beschrijven hoe de motivatie tot gezond leven een positieve invloed heeft op het aantal bezoeken dat mensen brengen aan een online interventie (bv. Van ’t Riet et al., 1010), terwijl andere studies aangeven dat een positieve ingesteldheid ten aanzien van gezond leven net het omgekeerde effect heeft (bv. Glasgow et al., 2007; Robroek, Brouwer, Lindeboom, Oenema, & Burdorf, 2010). Verder onderzoek naar de invloed van motivatie op gebruik en effect van online interventies is dan ook nodig.
Evaluatie van dit onderzoek Eerder waren er al onderzoeken naar de effecten van online interventies in Vlaamse bedrijven (bv. Spittaels, De Bourdeaudhuij, Brug, & Vandelanotte, 2007) of in het kader van wetenschappelijk onderzoek (bv. Spittaels, De Bourdeaudhuij, & Vandelanotte, 2007), maar het huidige onderzoek is de eerste gecontroleerde studie naar de effecten van een online gewichtsprogramma dat gratis ter beschikking staat van alle Vlamingen. Hoewel er in de huidige studie geen sprake is van randomsgewijze indeling van deelnemers in de interventie- vs. de controlegroep, ligt de sterkte van de huidige studie in het feit dat de gebruikers zich vrijwillig registreerden bij een vrij toegankelijke website, en dat ze niet gebonden waren aan een stringent studieprotocol. Deze ‘real life setting’ draagt enorm bij tot de ecologische validiteit van onze bevindingen. Nadeel van deze aanpak is echter dat heel wat KMC-gebruikers niet deelnamen aan de effectstudie (drop out). Hoewel de deelnemers aan de studies voor een aantal aspecten niet verschilden van de totale gebruikersgroep (bv. gewicht, gedrag caloriecontrole, motivatie voor beweging, …), waren zij wat betreft andere aspecten (bv. leeftijd, gedrag voeding, gedrag beweging, …) niet representatief voor de totale groep KMC-gebruikers. De resultaten van de KMC moeten dan ook geëvalueerd worden met de nuancering dat de deelnemers aan de effectstudie initieel meer gemotiveerd waren tot gedragsverandering en beter gedrag vertoonden dan de KMC-gebruikers die niet deelnamen aan de effectstudie (self-selection bias). De deelnemers in de CON-groep werden op leeftijd, opleidingsniveau en geslacht gematched aan de KMC-groep. Er waren echter initiële groepsverschillen wat betreft gewicht/BMI en gedrag, waardoor extra aandacht moet besteed worden aan de nauwkeurige interpretatie van de effecten van de KMC. Het gemiddelde gewicht/BMI bij aanvang van de studie was lager in de CON-groep dan in de KMC-groep. Na 6 maanden was dit groepsverschil verdwenen, door het gewichtsverlies in de KMC-groep en de gewichtstoename in de CON-groep. Ook wat betreft voeding en caloriecontrole verdween het initiële verschil tussen de groepen omdat in de KMC-groep het gedrag verbeterde, terwijl er in de CON-groep geen gedragsverandering was. Wat betreft beweging was er een initieel voordeel voor de KMC-groep: zij bewogen al van bij het begin meer
33
dan de mensen uit de CON-groep, en terwijl de fysieke activiteit in de KMC-groep toenam, nam die in de CON-groep nog af.
Beleidsaanbevelingen Online interventies blijken ook voor de Vlaamse bevolking een veelbelovende manier om via gedragsverandering aan gewichtsverlies en gewichtscontrole te werken. Het ter beschikking stellen van gratis online interventies op maat kan dan ook een goede manier zijn om op een laagdrempelige, betaalbare manier een groot deel van de bevolking te bereiken. Mensen die risico lopen (i.c. mensen met overgewicht en obesitas) vinden hun weg naar de online interventies. Toch wordt ook een groot deel van de bevolking moeilijker bereikt, met name mannen en laaggeschoolden. Dit blijkt ook zo bij andere interventies die vanuit Gezondheidspromotie opgestart werden. Het dient dan ook aanbeveling om extra aandacht aan deze groepen te besteden bij communicatiecampagnes en wervingsstrategieën, des te meer omdat het effect van de KMC ook bij hen vastgesteld is. Online interventies kunnen op korte termijn positieve effecten hebben op eetgedrag, caloriecontrole, fysieke activiteit en levensstijl. Ook op lange termijn zijn er positieve evoluties wat betreft eetgedrag, caloriecontrole en levensstijl. Lange termijnveranderingen wat betreft fysieke activiteit lijken moeilijker te bereiken met online interventies alleen. Toch heeft het zin het aspect beweging te integreren in een online gewichtsprogramma, omwille van de gecombineerde effecten van voedings- en bewegingsinterventies op de levensstijl van de gebruikers.
34
LITERATUUROVERZICHT Binks, M., & Van Mierlo, T. (2010). Utilization Patterns and User Characteristics of an Ad Libitum Internet Weight Loss Program, Journal of Medical Internet Research, 12, e9. BrandNewDay (2008). De Kilootje minder-coach. BrandNewDay (2009). Voorlopige resultaten van de Kilootje minder-coach. Ongepubliceerd intern document BrandNewDay. Cussler, E.C., Teixeira, P.J., Going, S.B., Houtkooper, L.B., Metcalfe, L.L., Blew, R.M., et al. (2008). Maintenance of weight loss in overweight middle-aged women through the Internet. Obesity, 16, 1052-1060. Funk, K.L., Stevens, V.J., Appel, L.J., Bauck, A.,Brantley, P.J., Champagne, C.M. et al. (2010). Journal of Medical Internet Research, 12, e29. Glasgow, R.E., Nelson, C.C., Kearney, K.A., Reid, R., Ritzwoller, D.P., Strecher, V.J. et al. (2007). Reach, engagement, and retention in an internet-based weight loss program in a multi-site randomized controlled trial, Journal of Medical Internet Research, 9, e11. Neve, M.J., Morgan, P.J., & Collins, C.E. (2010). Participant characteristics and reach of a commercial webbased weight loss program. Nutrition & Dietetics, 67, 267–274. Neve, M.J., Morgan, P.J., Jones, P.E. & Collins, C.E. (2010). Evaluation of a commercial web-based weight loss and weight loss maintenance program in overweight and obese adults: a randomized controlled trial. BMC Public Health, 10, 669; Published online 2010 November 3. doi:10.1186/1471-2458-10-669. Robroek, S.J.W., Brouwer, W., Lindeboom, D., Oenema, A., & Burdorf, A. (2010). Demographic, Behavioral, and Psychosocial Correlates of Using the Website Component of a Worksite Physical Activity and Healthy Nutrition Promotion Program: A Longitudinal Study. Journal of Medical Internet Research, 12, e44. Spittaels, H., & de Bourdeaudhuij, I. (2007). Who participaties in a computer-tailored physical activity program delivered through the internet? The International Journal of Behavioral Nutrition and Physical activity, 4, e39. Spittaels, H., De Bourdeaudhuij, I., Brug, J., Vandelanotte, C. (2007) Effectiveness of an online computer-tailored activity intervention in a real-life setting. Health Education Research, 22, 385-396. Spittaels, H., De Bourdeaudhuij, I., Vandelanotte, C. (2007) Evaluation of a website-delivered computer-tailored intervention for increasing physical activity in the general population. Preventive Medicine, 44, 209-217. Vandelanotte, C., Spathonis, K.M., Eakin, E.G., & Owen, N. (2007). Website-delivered physical acitivity interventions: a review of the literature. American Journal of Preventive Medicine, 33, 54-64. Van 't Riet, J., Crutzen, R., & De Vries, H. (2010). Investigating Predictors of Visiting, Using, and Revisiting an Online Health-Communication Program: A Longitudinal Study. Journal of Medical Internet Research, 12, e37. Vervoort, L. (2010). Psychometrische kenmerken en normering van de Gezondheidsvragenlijst. Ongepubliceerd intern document BrandNewDay. Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. (2008a). Vlaams Actieplan Voeding en Beweging 2009-2015. Gedownload van http://www.zorg-en-gezondheid.be/Beleid/Gezondheidsdoelstellingen/Vlaamsactieplan-voeding-en-beweging-2009---2015/ Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. (2008b). Gezondheidsconferentie (2008). http://www.gezondheidsconferentie.be/uploadedFiles/subsite02/actieplan_versie_22sep08.pdf Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (2010). Gezondheidsenquête, België 2008. Rapport I: Gezondheidstoestand. Belangrijkste resultaten. (depotnummer: D/2010/2505/08). Gedownload van http://www.iph.fgov.be/epidemio/epinl/CROSPNL/HISNL/his08nl/SUMMARY_WEB_NL.pdf.
35