PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE01 -
KIEZEN VOOR EFFICIËNTE ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN EN EFFICIËNTE VERLICHTING Het elektrisch energieverbruik beperken van verlichtings- en huishoudtoestellen
PRINCIPES BENADERING Het eerste wat ons te binnen schiet wanneer men over energie in een gebouw spreekt, is het energieverbruik voor verwarming, ventilatie en warmwaterproductie van het gebouw. Om echter volstrekt logisch te zijn moet men in een duurzame architectonische benadering, zoekend naar energiebesparingen, de lijn doortrekken en eveneens het verbruik van de elektrische uitrustingen en verlichtingstoestellen in aanmerking nemen. Van de elektrische uitrustingen behandelen wij in deze fiche hoofdzakelijk de elektrische huishoudtoestellen, hoewel men ook moet proberen om geen elektriciteit te gebruiken voor het sanitair warm water (zie fiche ENE20 - De productie van sanitair warm water verbeteren). Daarnaast moeten we rekening houden met het energieverbruik van de ventilatoren die de luchtkwaliteit regelen (zie fiche ENE23 - Opteren voor een energie-efficiënt luchtverversingssysteem). Om te onderscheiden tussen de verlichtingstoestellen, kijken we vooral naar de keuze van de lampen, want dat is de hamvraag voor de particulier. Meer algemene principes betreffende het ontwerp van een verlichtingsinstallatie, het beheer ervan (dimschakelaars, naderingsdetectoren enz.) of verlichtingsnormen blijven even terzijde. Die laatste begrippen zijn pertinenter als het gaat om kantoren. Voor meer informatie daarover verwijzen we de lezer naar: o Energie+ (www.energieplus-lesite.be), sectie Equipement > Eclairage, uitgegeven door het Waalse Gewest o Guide PME - Guide de conception des bâtiments en Zones d’Activités Économiques dans le cadre du développement durable. Fiche Energie 19. Deze gids komt eind 2010 online op de portal rond energie van het Waalse Gewest (www.energie.wallonie.be) DOELSTELLINGEN
Minimaal: o
o
Voor de verlichting: verkies natuurlijk licht (zie hierover fiche CSS06 – Zorgen voor zoveel mogelijk natuurlijk licht in de lokalen), kies efficiënte verlichtingstoestellen uitgerust met spaarlampen. Voor de elektrische huishoudtoestellen: kies efficiënte toestellen, baseer u hiervoor op hun energielabel, vermijd onnodig energieverbruik door een goed beheer (doe bij het buitengaan het licht uit, laat de koelkast niet openstaan, enz.) en laat televisies, dvd-spelers enz. niet in slaapstand. BLZ. 1 VAN 8 – KIEZEN VOOR EFFICIËNTE ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN EN EFFICIËNTE VERLICHTING – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE01 -
Aangeraden: o o
Vermijd het gebruik van bepaalde toestellen zoals wasdrogers, die niet altijd noodzakelijk zijn, Trek voor toestellen zoals laptops, die met een transformator zijn uitgerust, de stekker uit het stopcontact wanneer ze uitgeschakeld zijn. Vanwege de verliezen van de transformator blijven ze namelijk energie verbruiken, zelfs als ze uit staan.
ELEMENTEN VOOR EEN DUURZAME KEUZE TECHNISCHE ASPECTEN > Hoe herkent men een efficiënt elektrisch huishoudtoestel? Als gevolg van verschillende Europese richtlijnen, werd voor de belangrijkste elektrische huishoudtoestellen het energielabel ingevoerd.
Het energielabel bestaat aldus voor : o koelkasten, diepvriezers en combinaties ervan (Richtlijn 94/2/EG) o wasmachines (Richtlijn 95/12/EG), droogtrommels (Richtlijn 95/13/EG) en was-droogcombinaties (Richtlijn 96/60/EG) o vaatwassers (Richtlijn 97/17/EG) o elektrische ovens (Richtlijn 2002/40/EG) o lampen voor huishoudelijk gebruik (Richtlijn 98/11/EG) o airconditioners (Richtlijn 2002/31/EG) De energie-efficiëntie wordt met een dubbele letter/kleurcode aangeduid, gaande van A/groen tot G/rood. De meest energie-efficiënte toestellen zijn A/groen gelabeld en de minst efficiënte G/rood. Let wel dat deze classificatie slechts nuttig is wanneer men toestellen van dezelfde categorie vergelijkt. Voor een grotere nauwkeurigheid vermeldt het label een becijferde waarde, die relevanter is bij een objectieve vergelijking tussen toestellen onderling.
Het hierboven afgebeelde basislabel kan afhankelijk van het type van toestel eventueel verschillen. Voor koelkasten bijvoorbeeld bestaan ook de klassen A+ en A++. > Welk energieverbruik voor de lampen? In deze toch beknopte gids kunnen we niet uitleggen wat de werking is van elk lamptype. Wel kijken we uitvoerig naar de milieugebonden aspecten. De werkingsprincipes zijn onder meer te vinden in de infofiche ELEC01, beschikbaar op de website van Leefmilieu Brussel (zoeken via het documentatiecentrum). Ook voor lampen bestaat er dus een energieclassificatie, die vergelijkbaar is met de hierboven voorgestelde classificatie. Het verbruik van een lamp is afhankelijk van zijn vermogen en zijn type. Het energielabel vermeldt: o de energie-efficiëntieklasse (van A tot G), o de lichtstroom van de lamp, uitgedrukt in lumen (lichtuitstraling), o het door de lamp geabsorbeerd elektrisch vermogen in watt (elektriciteitsverbruik), o de gemiddelde levensduur in uren. BLZ. 2 VAN 8 – KIEZEN VOOR EFFICIËNTE ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN EN EFFICIËNTE VERLICHTING – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE01 -
Samengevat kan men zeggen dat een gloeilamp (de traditionele lamp) of een halogeenlamp 4 tot 8 maal meer energie verbruikt om dezelfde hoeveelheid licht op te wekken als een tl-buis of een spaarlamp. De gloeilamp zal geleidelijk van de markt verdwijnen, en wel o in 2009 voor de lampen van 100 W, o in 2010 voor die van 75 W, o in 2011 voor die van 60 W, o in 2012 voor die van 40 en 25 W. Noteren we ook dat de waarden die hier worden gegeven voor de leds (1,5 tot 4,5 W/100 lumen) slaan op de thans beschikbare prestaties, maar technologische verbeteringen zijn aan de gang. De technologische grens voor commerciële ledverlichting zou tegen 2025 komen te liggen op 0,6 tot 0,65 W/100 lumen in de warme kleuren, en dat is efficiënter dan de huidige spaarlampen, waarvan niet wordt verwacht dat nog sterke prestatieverbeteringen mogelijk zijn.
Voorbeeld van een traditioneel (elektromagnetisch) voorschakelapparaat links en van een elektronisch voorschakelapparaat rechts
> Hoe herkent men een efficiënt lichttoestel? Een efficiënt lichttoestel heeft voornamelijk drie kenmerken: o Het kan met energiezuinige lampen worden uitgerust (compacte fluorescentie- of tllampen). o Het oriënteert het licht op correcte wijze, eventueel door middel van een reflector en diffusor. o Zijn voorschakelapparaat is energiezuinig. Verkies in dit opzicht een elektronisch voorschakelapparaat, een traditioneel voorschakelapparaat verbruikt 20% meer. BLZ. 3 VAN 8 – KIEZEN VOOR EFFICIËNTE ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN EN EFFICIËNTE VERLICHTING – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE01 -
MILIEUASPECTEN > Aandeel van de uitrustingen in het energieverbruik De onderstaande grafiek beeldt de uitsplitsing af van het elektriciteitsverbruik in de Pleiadewoning, een "energiezuinig" huis in Louvain-la-Neuve. Hieruit blijkt het relatief aandeel van de verschillende uitrustingen. Het detail van deze studie kan worden geraadpleegd in "Les conclusions de Pleïade" (zie Bibliografie). De grafiek geeft aan dat de verwarming en de warmwaterproductie elektrisch gebeurt (posten "accu’s DS", "direct", "verw. pulsie" "generator" en "sww"), samen goed voor 54,9% van het totaalverbruik. De fiche "ENE14 – De beste manier zoeken om warmte te produceren" geeft aan dat dit vanuit energieoogpunt zeker niet de beste keuze is.
Accu’s DS: dalstroom-accumulatoren van de woonkamer, de eetkamer en het bureau; Verw. pulsie: voorverwarming van de blaaslucht van de luchtwisselaar. Direct: directe convectoren en thermospiegels. SWW: warm water voor de keuken en bijkeuken, en elektriciteitsverbruik van de gasgeiser. Verlichting: verlichtingstoestellen van de benedenverdieping, de bovenverdieping en de wintertuin, met uitzondering van de verlichtingstoestellen die op een stopcontact zijn aangesloten. Zware huishoudtoestellen: wasmachine, droogkast en vaatwasser. Wisselaar: luchtafzuiging en -pulsie. Kooktoestellen: kookplaat, oven en magnetron. Koelkasten: koelkast-diepvriezercombinatie van de keuken en koelkast-diepvriezercombinatie van de kelder. Afzuigkap: keukenafzuigkap. Vent. garage: ventilatiesysteem van de garage. Generator: gebruik van de luchtgenerator, hoofdzakelijk in zijn functie van luchtpulsie in de woonkamer Regeling van de installaties, telefonie en teledistributie inbegrepen. Slaapstand: verbruik van toestellen in slaapstand aangesloten op de stopcontacten (tv, hifi, radio, ...). Huishoudelijk gebruik: verlichtingstoestellen van de kelders en de tuin, alle stopcontacten
Het is opmerkelijk hoeveel de toestellen in slaapstand verbruiken. Bijvoorbeeld, een televisie in slaapstand verbruikt 8 tot 20 W per uur. Indien men slechts 3 uur per dag televisie kijkt, is het totaal jaarverbruik in slaapstand gelijk aan het totaal jaarverbruik in werking… Door de slaapstandfunctie niet te gebruiken, kan men het elektriciteitsverbruik van de televisie dus halveren. Overigens schat men dat de verlichting gemiddeld meetelt voor 15% tot 20% in de energiefactuur van een gezin, een post dus waarop besparingen potentieel de grootste... en de gemakkelijkste zijn. > Recyclage van oude toestellen? Wanneer een huishoudtoestel versleten is maar nog werkt, schenkt u het idealiter aan een onderneming uit de sociale economie. Sommige beschikken over het label "Solid’R". Dat BLZ. 4 VAN 8 – KIEZEN VOOR EFFICIËNTE ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN EN EFFICIËNTE VERLICHTING – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE01 -
waarborgt de ethische en solidaire criteria van hun activiteiten inzake verzameling, sortering en nuttige toepassing van gebruikte goederen (zie www.solid-r.be). Met toestellen die niet meer werken kunt u terecht in het containerpark of bij de verkoper waar u een nieuw toestel koopt. Zo kunt u er zeker van zijn dat het oude toestel "volgens de regels van goed vakmanschap" zal worden gedemonteerd en gerecycleerd. Nemen we nu de lampen in de verlichtingstoestellen. Traditionele gloeilampen en halogeenlampen mogen via de witte zak worden verwijderd, maar spaarlampen en tl-buizen ("neonlampen") bevatten kwik en horen dus bij het gevaarlijke afval thuis. Met dat afval kunt u terecht bij de specifieke inzamelpunten voor chemisch huishoudelijk afval (Groen Plekje, Mobiel Groen Plekje of in het containerpark). Zo kan dat afval namelijk tot 98% worden gerecycleerd. Voor de lijst van de Mobiele Groene Plekjes kunt u de website van Net Brussel raadplegen of bellen naar het nummer 0800/981 81. > Enig voorbehoud bij de leds De energieprestatie van een led is zeer bemoedigend, en je vindt meer en meer toestellen in de handel die met leds zijn uitgerust. Laten we echter niet uit het oog verliezen dat de prestatie én de levensduur van een led een stuk minder zijn in een verkeerd ontworpen verlichtingstoestel. Dat komt door de hoge temperaturen die kunnen ontstaan: o Los van het toestel zal een led na 1000 uur werking nog 95% van de oorspronkelijke prestatie halen. Diezelfde led zal in een half waterdicht verlichtingstoestel na dezelfde tijd nog slechts 87% van de oorspronkelijke prestatie leveren. o Men spreekt ook van een "normale" levensduur van 5000 uur, die hier echter kan zakken tot onder 3000 uur. In dit geval worden leds als vervanglamp zelfs afgeraden, want spaarlampen zijn hier meer aangewezen. Leds hebben dus speciaal voor die techniek ontworpen verlichtingstoestellen nodig, met een uitstekende ventilatie van de radiator achter de diode. In leds zitten overigens bijzondere metalen zoals gallium en indium. Dit zijn zeldzame grondstoffen (wat de tamelijk hoge kostprijs van de lampen verklaart), en kunnen bij winning gevaar opleveren (indium is schadelijk voor het hart, de lever en de nieren); ze worden bovendien ontgonnen in laakbare sociale omstandigheden. De grijze energie van leds is tevens hoger dan voor de andere lampen, vanwege het energieverbruik voor de fabricage van de halfgeleiders. Het Nederlandse studiebureau CE heeft echter een vergelijkende levenscyclusanalyse (LCA) gemaakt van drie lamptypes: LED, gloeilamp van 40 W en spaarlamp van 8 W, over een werkingsduur van 100.000 uur. De analyse houdt rekening met de diverse milieueffecten, van de ontginning van de grondstoffen tot de verwerking op het einde van de levensduur van de lampen. De studie toont aan dat de leds de betere lampen zijn, gevolgd door de spaarlampen. De klassieke gloeilampen volgen op afstand (Bron: Verlichting vergeleken, CE Delft, mei 2006 – www.ce.nl). ECONOMISCHE ASPECTEN > De kost van een energiezuinig huishoudtoestel De kost van een elektrisch huishoudtoestel is gedeeltelijk afhankelijk van zijn "energieklasse". Eerder dan de energie-efficiëntieklasse blindelings te vertrouwen, is het best de becijferde verbruikswaarden te vergelijken alvorens een keuze te maken. Het Réseau Eco-consommation geeft het volgende voorbeeld: een gemiddelde koelkast zonder vriesvak in klasse A, heeft een jaarlijks energieverbruik begrepen tussen 88 en 157 kWh, terwijl dit energieverbruik voor dezelfde koelkast in klasse B begrepen is tussen 168 en 215 kWh. Het verschil in energieverbruik tussen het minst energiezuinige toestel van klasse A (goed voor 157 kWh/jaar) en het meest energiezuinige toestel van klasse B (168 kWh/jaar) bedraagt slechts 11 kWh/jaar. Dit verschil is erg klein, in tegenstelling tot de prijs van beide toestellen, die gedeeltelijk door hun prestatieklasse wordt bepaald. Men moet dan de meerprijs tegen de effectieve besparing afwegen.
BLZ. 5 VAN 8 – KIEZEN VOOR EFFICIËNTE ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN EN EFFICIËNTE VERLICHTING – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE01 -
Merk op dat voor de keuze van energiezuinige toestellen energiepremies worden toegekend. Meer informatie bij Leefmilieu Brussel (premies voor koelkasten en diepvriezers A++ en droogkasten A / op gas). > De kost van spaarlampen Compacte ("energiezuinige") fluorescentielampen zijn bij hun aankoop duurder dan traditionele gloeilampen (ongeveer 4,50 €). Ze verbruiken echter 5 maal minder energie dan de traditionele gloeilampen en hebben eveneens een 12 keer langere levensduur indien van goede kwaliteit. In totaal kan een spaarlamp over zijn levensduur 100 € doen besparen. Een complete verlichting met leds blijft vandaag een dure zaak. Bij wijze van eenvoudige vergelijking, een ledspotje met een e14-lampvoet kan 15 tot 30 € kosten, terwijl de traditionele tegenhanger op minder dan 5 € komt. Met goedkopere ledlampen moet je bovendien oppassen, want de kwaliteit is niet altijd gegarandeerd. Uitgebreid vergelijken is dus aangewezen, niet alleen tussen prijzen en elektrische vermogens, maar ook tussen lichtsterktes, uitgedrukt in lumen. De lichtsterkte is de hoeveelheid licht die de lamp geeft en is dus een goede basis om vergelijkbare producten te onderscheiden. SOCIALE ASPECTEN Spaarlampen (net als de transformators van halogeenlampen) brengen elektromagnetische stralingen voort, de zgn. elektrosmog, en die is sterker dan bij gewone gloeilampen, door de elektronische ballasts die in de voeten van spaarlampen zitten. Op heden is niet bekend in hoeverre die stralingen schadelijk zijn voor de gezondheid. Op grond van het voorzorgsprincipe, is de aanbeveling dat men een afstand van 30 cm van de spaarlamp houdt. (Meer info: www.criirem.org, www.bbemg.ulg.ac.be, www.vito.be). Bovendien zit er kwik in spaarlampen en neonlampen. Nogmaals neemt u de nodige voorzorgen als die lampen breken: verlucht het lokaal door de vensters tenminste 15 minuten open te zetten, gebruik handschoenen om de scherven te ruimen en breng het afval in een plastic zak naar het inzamelpunt voor huishoudelijk chemisch afval.
IN DE PRAKTIJK De keuze van de uitrustingen en verlichtingstoestellen is hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid van de bewoner, vooral voor woningen. Toch kunnen sommige voorafgaande keuzes het energieverbruik ervan beïnvloeden. SCHETS o
Ontwikkel een strategie voor natuurlijke verlichting (zie fiche CSS06 – Zorgen voor zoveel mogelijk natuurlijk licht in de lokalen).
UITVOERINGSPROJECT, DOSSIER VOOR DE STEDENBOUWKUNDIGE VERGUNNING o o o o
Plaats aan de uitgang van het gebouw een algemene schakelaar om alle verlichtingscircuits uit te schakelen wanneer men "als laatste het gebouw verlaat". Denk aan een splitsing van het verlichtingscircuit: plaats voor elke doorgangszone of voor elke zone met verschillend kunstlicht, een aparte bediening van de verlichting. Denk aan dimmers om de lichtsterke te regelen volgens het aanwezige daglicht. Kies voor de gemeenschappelijke delen van woongebouwen verlichtingstoestellen met fluorescentielampen en elektronische voorschakelapparaten, bediend door een tijdschakelaar.
ONDERHOUD o o
Verkies meervoudige contactdozen uitgerust met een schakelaar om restverbruik van toestellen in slaapstand, transformatoren, enz. te vermijden. Veel kleine gewoontes kunnen de energie-efficiëntie van de uitrustingen bevorderen, bijvoorbeeld: reinig de lampen, doe bij het buitengaan van een lokaal het licht uit, plaats een koelkast niet dicht bij een warmtebron maar eerder op een koele plaats, BLZ. 6 VAN 8 – KIEZEN VOOR EFFICIËNTE ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN EN EFFICIËNTE VERLICHTING – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE01 -
o o o
was op een lage temperatuur, laat de was in de lucht drogen (indien dat mogelijk is zonder de woning te bevochtigen). Als een lamp aan vervanging toe is, geef dan de voorkeur aan spaarlampen boven leds, behalve als het toestel specifiek is ontworpen voor ledverlichting. Houd bij wijze van voorzorg een afstand van 30 cm bij gebruik van spaarlampen. Nog steeds bij wijze van voorzorg, als die lampen breken, verlucht het lokaal door de vensters tenminste 15 minuten open te zetten, gebruik handschoenen om de scherven te ruimen en breng het afval in een plastic zak naar het inzamelpunt voor huishoudelijk chemisch afval.
BLZ. 7 VAN 8 – KIEZEN VOOR EFFICIËNTE ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN EN EFFICIËNTE VERLICHTING – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE01 -
AANVULLENDE INFORMATIE ANDERE AANDACHTSPUNTEN Infofiches waarin de energie-efficiëntie van elektrische uitrustingen aan bod komt: o o o o
CSS06 - Zorgen voor zoveel mogelijk natuurlijk licht in de lokalen CSS12 - De binnenhuisverontreiniging beperken: de magnetische verontreiniging ENE20 - De productie van sanitair warm water verbeteren ENE23 - Opteren voor een energie-efficiënt luchtverversingsysteem
BIBLIOGRAFIE Bronnen: o Adviesgids Collectieve huisvesting - Duurzaam en energievriendelijk bouwen - voor de bouwheer, Leefmilieu Brussel, 2006 o Adviesgids Collectieve huisvesting - Duurzaam en energievriendelijk bouwen - voor de ontwerper, Leefmilieu Brussel, 2006 o L’étiquetage énergétique des appareils électroménagers, Fiche Conseil N° 097, Réseau Eco-consommation, maart 2004. o En savoir plus sur le stand-by, Réseau Eco-consommation, 2006. o Architecture et Climat, Les conclusions de Pleïade, UCL, 1993, online beschikbaar op www.climat.arch.ucl.ac.be o M. Bodart, A. De Herde, Guide d'aide à l'utilisation de l'éclairage artificiel en complément à l'éclairage naturel, pour un meilleur confort visuel et de substantielles économies d'énergie, Ministerie van het Waalse Gewest, DGTRE, Afdeling Energie, 1999, beschikbaar bij het Waalse Gewest. o Infofiche energie ELEC01, beschikbaar op de website van Leefmilieu Brussel (opzoeking via het documentatiecentrum). o Levenscyclusanalyse van verschillende lampen: Verlichting vergeleken, CE Delft, mei 2006 – www.ce.nl). o Prof. Georges ZISSIS, universiteit van Toulouse, Les nouvelles technologies pour l’éclairage, ibe-biv, 3 november 2009. Voor meer informatie: Energiebesparing door elektrische huishoudtoestellen wordt ruim toegelicht, onder meer door: o Leefmilieu Brussel: www.leefmilieubrussel.be, o Réseau Eco-consommation: www.ecoconso.be, o de website www.energievreters.be van de federale regering, o de website www.topten.be stelt de meest energie-efficiënte toestellen voor. Premies: o Meer informatie over de energiepremies voor gezinnen op: www.leefmilieubrussel.be.
BLZ. 8 VAN 8 – KIEZEN VOOR EFFICIËNTE ELEKTRISCHE UITRUSTINGEN EN EFFICIËNTE VERLICHTING – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE01 -