KUNST & LITERATUUR
John McCrae’s In Flanders Fields Een dood, een gedicht, een traditie Patrick MEURIS
H
et gedicht In Flanders Fields van de Canadese legerarts John McCrae blijft tot op vandaag een van de meest gedenkwaardige oorlogsgedichten ooit geschreven, zeker in de Engelstalige wereld. Maar wat staat er nu precies in en wat betekenen de woorden? In dit artikel, gebaseerd op een internetartikel van Rob Ruggenberg, verklaren we de moeilijkste passages en tonen hoe McCrae een concrete persoonlijke ervaring verwerkte tot een universele bespiegeling over de zin en onzin van oorlog voeren.
Het gedicht Dit is het gedicht in John McCrae’s handschrift:
de Gavergids 2007 / 2
13
Dit is een letterlijke vertaling, zij aan zij met het origineel: In Flanders Fields
In de velden van Vlaanderen
In Flanders fields the poppies blow Between the crosses, row on row, That mark our place; and in the sky The larks, still bravely singing, fly Scarce heard amid the guns below.
In de velden van Vlaanderen waaien de klaprozen Tussen de kruisen, rij aan rij, Die onze plaats aanduiden; en aan de hemel vliegen de leeuweriken, nog steeds moedig zingend, amper gehoord tussen de kanonnen eronder.
We are the Dead. Short days ago We lived, felt dawn, saw sunset glow, Loved, and were loved, and now we lie In Flanders fields.
Wij zijn de Doden. Enkele dagen geleden Leefden we, voelden de dauw, zagen de zonsondergang gloeien, Hadden lief en waren geliefd, en nu liggen we In de velden van Vlaanderen.
Take up our quarrel with the foe: To you from failing hands we throw The torch; be yours to hold it high. If ye break faith with us who die We shall not sleep, though poppies grow In Flanders fields.
Neem onze strijd met de vijand op: Naar jullie, uit verzwakkende handen, gooien we De toorts; aan jullie om haar hoog te houden. Als gij het vertrouwen schendt met ons die sterven Zullen we niet slapen, hoewel klaprozen groeien In de velden van Vlaanderen.
Het gedicht, oorspronkelijk getiteld We shall not sleep (‘We zullen niet slapen’) raakte maar bij toeval gepubliceerd. McCrae was niet tevreden met het resultaat en gooide het weg, maar zijn overste Luitenant kolonel Edward Morrison ging het terug halen en zond het naar kranten in Engeland. The Spectator in Londen weigerde het maar het weekblad Punch publiceerde het op 8 december 1915. In korte tijd werd het overgenomen door andere kranten en raakte verspreid over de hele Engelstalige wereld. Vandaag de dag wordt het nog steeds gepubliceerd, voorgedragen op herdenkingsdiensten en aangeleerd op Amerikaanse, Britse en Australische scholen.
De dood van Lt. Alexis Helmer Het gedicht is ontstaan uit een heel concrete en persoonlijke gebeurtenis die John McCrae overkwam tijdens zijn verblijf aan het front in Ieper (zie vorig artikel). Hoewel McCrae al jaren lang dokter was geweest en gediend had in de bloedige Boerenoorlog in ZuidAfrika kon hij maar niet gewoon geraken aan het leed, het geschreeuw en het bloedvergieten in Vlaanderen. Eén dood raakte hem bijzonder. Een jonge, 23-jarige vriend, luitenant Alexis Helmer van Ottawa, werd gedood door een granaatinslag op 2 mei 1915. Zijn stoffelijke resten lagen verspreid over de hele omgeving. Soldaten verzamelden ze en staken ze in zandzakjes. Ze werden op een legerdeken gelegd, dat werd dichtgemaakt met veiligheidsspelden. De begrafenis, op een snel groeiende begraafplaats genaamd Essex Farm, net naast McCrae's hulppost, werd uitgesteld tot de late avond. McCrae leidde de begrafenisdienst, bij afwezigheid van de kapelaan.
de Gavergids 2007 / 2
14
In een brief aan zijn moeder die dag schreef John McCrae: Sunday, May 2nd, 1915. Heavy gunfire again this morning. Lieut. H---- was killed at the guns. His diary's last words were, "It has quieted a little and I shall try to get a good sleep." I said the Committal Service over him, as well as I could from memory. A soldier's death! Batteries again registering barrages or barriers of fire at set ranges. At 3 the Germans attacked, preceded by gas clouds. Fighting went on for an hour and a half, during which their guns hammered heavily with some loss to us. The French lines are very uneasy, and we are correspondingly anxious. The infantry fire was very heavy, and we fired incessantly, keeping on into the night. Despite the heavy fire I got asleep at 12, and slept until daylight which comes at 3.
Nederlandse vertaling: zondag, 2 mei 1915. Zwaar kanongeschut opnieuw vanmorgen. Luitenant H---- werd gedood bij de kanonnen. De laatste woorden in zijn dagboek waren: “Het is iets rustiger geworden en ik zal proberen eens goed te slapen.” Ik sprak de rouwdienst uit voor hem, zo goed als ik me kon herinneren. Een soldatendood! Batterijen vuurden opnieuw salvo’s af op vaste afstanden. Om 3 uur vielen de Duitsers aan, voorafgegaan door gaswolken. Het vechten ging anderhalf uur door. De hele tijd hamerden hun kanonnen zwaar, met wat verliezen aan onze kant. De Franse linies zijn zeer onstabiel, en wij zijn vanzelfsprekend ongerust. Het infanteriegeschut was zeer zwaar, en wij vuurden onophoudelijk, en bleven dat doen tot ‘s nachts. Ondanks het zware vuurgeschut viel ik om 12 uur in slaap, en sliep tot aan het ochtendgloren, dat komt om 3 uur.
Canadese hulppost
De volgende avond, zittend op de achterste trede van een ambulance die geparkeerd stond vlakbij de hulppost naast het IJzerkanaal, een paar honderden meter ten noorden van Ieper, luchtte John McCrae zijn hart door een gedicht te schrijven. Waar hij zat, hoorde hij de leeuweriken zingen en kon hij de wilde klaprozen zien die bloeiden langs de grachten en op de graven voor hem. Hij spendeerde 20 minuten van zijn kostbare rusttijd om de vijftien versregels in een notitieboek neer te pennen. Cyril Allinson, een tweeëntwintig jaar oude sergeant-majoor, bracht de post die dag toen hij McCrae opmerkte. De majoor keek op toen Allinson hem naderde en ging dan verder met schrijven terwijl de sergeant-majoor in stilte bleef wachten. Toen McCrae klaar was, vijf minuten later, nam hij zijn post aan en gaf, zonder een woord te zeggen, zijn notitieblok aan de jonge onderofficier. Allinson was ontroerd door wat hij las: de Gavergids 2007 / 2
15
The poem was an exact description of the scene in front of us both. He used the word blow in that line because the poppies actually were being blown that morning by a gentle east wind. It never occurred to me at that time that it would ever be published.
Nederlandse vertaling: Het gedicht was een exacte beschrijving van de scène voor ons beiden. Hij gebruikte het woord ‘waaien’ in die regel omdat de klaprozen die ochtend daadwerkelijk heen en weer geblazen werden door een zachte oostenwind. Het kwam nooit in me op dat moment dat het ooit zou gepubliceerd worden.
Luitenant kolonel Edward Morrison, McCrae’s overste, beschreef de scène als volgt: This poem was literally born of fire and blood during the hottest phase of the second battle of Ypres. My headquarters were in a trench on the top of the bank of the Ypres Canal, and John had his dressing station in a hole dug in the foot of the bank. During periods in the battle men who were shot actually rolled down the bank into his dressing station. Along from us a few hundred yards was the headquarters of a regiment, and many times during the sixteen days of battle, he and I watched them burying their dead whenever there was a lull. Thus the crosses, row on row, grew into a good-sized cemetery. Just as he describes, we often heard in the mornings the larks singing high in the air, between the crash of the shell and the reports of the guns in the battery just beside us.
Nederlandse vertaling: Dit gedicht werd letterlijk geboren uit vuur en bloed tijdens de heetste fase van de tweede slag van Ieper. Mijn hoofdkwartier was in een loopgraaf bovenaan de oever van het Ieperkanaal, en John had zijn hulppost in een gat gegraven aan de voet van de oever. Bij momenten tijdens de strijd rolden mannen die neergeschoten waren werkelijk van de oever naar beneden in zijn hulppost. Een paar honderd yard van ons vandaan was het hoofdkwartier van een regiment, en verscheidene keren tijdens de zestien dagen strijd zagen hij en ik dat ze hun doden begroeven telkens er een pauze was. Op die manier groeiden de kruisen, rij aan rij, aan tot een behoorlijk grote begraafplaats. Precies zoals hij beschrijft, hoorden we ’s morgens de leeuweriken zingen hoog in de lucht tussen de inslag van een granaat en het antwoord van de kanonnen in de batterij vlak naast ons.
de Essex Farm begraafplaats tijdens de oorlog
de Gavergids 2007 / 2
16
Poppies In het gedicht gebruikt John McCrae het beeld van de poppy (‘klaproos’) in verschillende betekenissen. In de eerste twee strofen onderstreept hij er het contrast mee tussen de dood en vernieling enerzijds en de levenskracht en schoonheid van de natuur anderzijds. De onverstoorbare, bijna onverschillige leeuweriken en klaprozen tonen ook schrijnend hoe zinloos het offer van zoveel levens is: de wereld draait gewoon verder, alsof ‘hun dood tot niets heeft geteld’ (cf. Willem Vermandere, Duizend Soldaten). De rode bloemen staan ook symbool voor het enorme bloedbad dat zich voltrok op de Vlaamse velden. Wilde klaprozen bloeien waar andere planten moeite hebben om te overleven of ontworteld zijn, op losse omwoelde aarde, en die was er in overvloed op de slagvelden van het Westerse Front. In mei 1915, toen McCrae het gedicht schreef, bloeiden de rode klaprozen rondom hem zoals nooit tevoren, alsof ze gedijden op het bloed van de gesneuvelden. Tenslotte staat de klaproos ook bekend als symbool voor de slaap. De laatste regel “We shall not sleep, though poppies grow / In Flanders fields” (‘We zullen niet slapen, hoewel klaprozen groeien / in de velden van Vlaanderen’) verwijst hiernaar. De Papaver somniferum, die familie is van onze klaproos (Papaver rhoeas) wordt gebruikt om opium te produceren, waarvan morfine wordt gemaakt. Deze krachtige pijnstiller werd in de eerste wereldoorlog vaak gebruikt om gewonde soldaten te verdoven of te doen slapen. In de laatste strofe voorspellen de Doden, bijna dreigend, dat zelfs morfine hun geesten niet tot rust zal kunnen brengen. Het gedicht van John McCrae lag aan de basis van de traditie, in de Engelstalige landen, om de oorlogslachtoffers te herdenken met klaprozen, bijvoorbeeld rond 11 november (de Europese dag van de Wapenstilstand) en 30 mei (de Amerikaanse Memorial Day), of het hele jaar door aan oorlogmonumenten (zoals de Menenpoort in Ieper) en op militaire begraafplaatsen, zoals op Flanders Field in Waregem.
Grote klaproos (Papaver rhoeas)
de Gavergids 2007 / 2
Slaapbol (Papaver somniferum)
17
Oorlogsgedicht Hoewel In Flanders Fields ontstond uit de verschrikkingen van de Grote Oorlog is het verrassend genoeg geen anti-oorlogsgedicht. De eerste strofes mogen dan wel gelijkenissen vertonen met bijvoorbeeld het lied Duizend Soldaten van Willem Vermandere (zie achteraan dit artikel), in de laatste strofe verandert de toon helemaal. Het gedicht begint met het contrast tussen de schoonheid van de natuur en de verschrikking van de oorlog, en tussen het jonge leven en de zinloze dood, maar eindigt met een oproep om het oorlogsvuur brandende te houden (“to you from failing hands we pass the torch / be yours to hold it high”) en de strijd met de vijand verder te zetten (“take up our quarrel with the foe”). De aanspreking is plechtig, met het Bijbelse ‘ye’ in de plaats van het neutrale ‘you’ (“if ye break faith” / ‘als gij ons vertrouwen schendt’), alsof de ‘Doden’ een plechtige eed zweren dat ze zullen blijven rondspoken als de oorlog niet verdergezet, en gewonnen wordt. John McCrae was duidelijk geen tegenstander van oorlog. Hij vond dat “Wars should go on, until all the wrongs of the Earth are righted.” (‘oorlogen moeten blijven doorgaan, tot al het slechte op de wereld recht is gezet’). McCrae is hierin gewoon een vertegenwoordiger van de Noord-Amerikaanse, en meer in het algemeen Angelsaksische visie dat een oorlog die gevochten wordt voor een goede zaak een goede oorlog is. Kijk maar naar de adelaar in het Amerikaanse wapenschild (o.a. te zien op de toegangspoort van de Amerikaanse begraafplaats van Waregem): maretak in de rechterpoot, als symbool van de vrede maar een bos pijlen in de linkerpoot, als teken dat men bereid is die vrede desnoods met geweld te verdedigen of tot stand te brengen. In Vlaanderen en in de meeste andere West-Europese landen zijn we er ondertussen van overtuigd geraakt dat een oorlog altijd de slechtste keuze is en alleen maar verliezers kent. Door de dubbele boodschap werd McCrae’s gedicht vaak misbruikt voor propagandadoeleinden, zoals in de onderstaande affiche, een oproep van het Canadese ministerie van defensie voor het kopen van oorlogsobligaties.
rouwende soldaat in een veld klaprozen
de Gavergids 2007 / 2
18
Tot slot nog twee recente literaire vertalingen van John McCrae’s gedicht. Aan de lezer om te oordelen welke van de twee het best de geest van het origineel weergeeft.
In Vlaanderens velden Herwig Verleyen (1994)
In Vlaanderens velden bloeien de klaprozen tussen de kruizen [sic], rij aan rij, die onze plaats aanwijzen. En aan de hemel blijven de leeuweriken vliegen en dapper kwelen, tussen 't geschut beneden nauwelijks te horen. Wij zijn de Doden. Enkele dagen geleden nog leefden we, voelden de ochtendstond, zagen de gloed van de avondzon, beminden en werden bemind en nu liggen wij, gevelden, In Vlaanderens velden Zet onze strijd met de vijand verder. Met falende handen reiken wij u over de toorts. Aan u haar hoog te dragen. Doet gij dit niet, dan zullen wij in deze aarde geen rust kennen, ondanks de klaprozen In Vlaanderens velden.
In Vlaamse velden Tom Lanoye (2000)
In Vlaamse velden klappen rozen open Tussen witte kruisjes, rij op rij, Die onze plaats hier merken, wijl in 't zwerk De leeuweriken fluitend werken, onverhoord Verstomd door het gebulder op de grond. Wij zijn de doden. Zo-even leefden wij. Wij dronken dauw. De zon zagen wij zakken. Wij kusten en werden gekust. Nu rusten wij In Vlaamse velden voor de Vlaamse kust. Toe: trekt gij ons krakeel aan met de vijand. Aan u passeren wij, met zwakke hand, de fakkel. Houd hem hoog. Weest gij de helden. Laat de doden Die wij zijn niet stikken of wij vinden slaap noch Vrede - ook al klappen zoveel rozen open In zovele Vlaamse velden.
de Gavergids 2007 / 2
19
Bronnen
Rob Ruggenberg, ‘The making of In Flanders Fields', www.greatwar.nl http://nl.wikipedia.org/wiki/in_flanders_fields Willem Vermandere, ‘Duizend soldaten’, liedtekst, op: Altijd iemands vader, altijd iemands kind (CD), Universal, 2006.
Duizend soldaten Als je van ze leven in de Westhoek passeert deur regen en noorderwinden keert omme den tijd als j'alhier passeert Den oorlog ga j'hier were vinden Ja 't is den oorlog dat j’hier were vindt En 't graf van duizend soldaten Altijd iemands vader, altijd iemands kind Nu doodstil en godverlaten Dat de bomen nu maar zwijgen En dat 't gras niets verteld En de wind moet ook maar niet zingen Dat julder’n dood tot niets hé geteld Dat waren al te schrik'lijke dingen zeg 't gaat al goed, d’er is welvaart in 't land en de vrede ligt vast in de wetten we maken wel wapens maar met veel meer verstand maar just om den oorlog te beletten en grote raketten, atoom in den top we meugen toch experimenteren we mikken wel ne keer naar mekaar zijne kop maar just om ons ’t amuseren als je van ze leven in de Westhoek passeert deur regen en noorderwinden keert omme den tijd als g' alhier passeert den oorlog ga j' hier were vinden ja 't is den oorlog da j’hier were vindt en 't graf van duizend soldaten altijd iemands vader, altijd iemands kind duizend en duizend soldaten en nog duizend en nog duizend soldaten en nog duizend en nog duizend soldaten …
de Gavergids 2007 / 2
20