Jaarverslag 2009 en 2010 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ en IOAW
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 2 van 14
INHOUDSOPGAVE
Inhoudsopgave
3
1. Inleiding 1.1 Begripsomschrijving re-integratie 1.2 Wettelijk kader re-integratie 1.3 Gemeentelijk kader re-integratie
4 4 4 5
2. Re-integratieverordening WWB
6
3. Beleidsregels Re-integratieverordening WWB
7
4. Wet investeren in jongeren
8
5. Nota ‘Voor elke niet werkende gaat een deur open’
9
6. Basisinformatie uitvoering re-integratiebeleid
10
7. Uitvoering re-integratiebeleid
11
8. Re-integratie specifieke doelgroepen 8.1 Alleenstaande ouders 8.2 Personen van allochtone afkomst 8.3 Werknemers in de gesubsidieerde arbeid 8.4 Nuggers en Anw-ers 8.5 Zorgtrajecten 8.6 Resultaten 2009 en 2010
12 12 12 12 12 12 13
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 3 van 14
1. INLEIDING
De gemeente Dinkelland heeft onder andere tot taak om personen uit de doelgroepen van de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet investeren in jongeren (WIJ), de IOAW1 en de IOAZ2 te ondersteunen bij de re-integratie naar de reguliere arbeidsmarkt. De gemeente hecht grote waarde aan een effectief en klantgericht re-integratiebeleid. In deze evaluatienota wordt op hoofdlijnen verslag gedaan van de resultaten van de gemeentelijke reintegratieactiviteiten over het jaar 2009 voor wat betreft de WWB, de WIJ, de IOAW en de IOAZ. 1.1 Begripsomschrijving re-integratie Op het terrein van ‘re-integratie’ zijn verschillende termen gangbaar. Onder de WWB wordt ‘re-integratie’ omschreven als: het geheel van activiteiten dat leidt tot arbeidsinschakeling. Onder ‘arbeidsinschakeling’ wordt verstaan: het verrichten van algemeen geaccepteerde arbeid. ‘Algemeen geaccepteerde arbeid’ is arbeid die volgens de heersende maatschappelijke normen wordt aanvaard. ‘Niet geaccepteerde arbeid’ is arbeid die niet aan deze heersende maatschappelijke normen voldoet, zoals mensen- en drugshandel en (illegale) prostitutie. Voor elke uitkeringsgerechtigde die niet volledig is ontheven van de arbeidsverplichtingen, wordt een reintegratietraject opgesteld. De uiteindelijke doelstelling hiervan is duurzame uitstroom naar reguliere arbeid. Een re-integratietraject wordt vastgelegd in een trajectplan. Van ‘duurzame uitstroom naar reguliere arbeid’ wordt gesproken als de uitkeringsgerechtigde ten minste zes maanden onafhankelijk is van een WWB-, IOAW- of IOAZ-uitkering door inkomsten uit werk. Bij uitkeringsgerechtigden die vanwege gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid voor een beperkt aantal uur de arbeidsverplichtingen opgelegd gekregen hebben, wordt van duurzame uitstroom gesproken als zij minstens zes maanden gedurende het aantal opgelegde uren regulier werken. Het trajectplan kan inhouden dat de klant zelf bepaalde activiteiten moet verrichten en/of dat de gemeente een re-integratievoorziening beschikbaar stelt. Re-integratievoorzieningen worden over het algemeen ingekocht bij re-integratiebedrijven. Door het trajectplan wordt de inzet van de verschillende voorzieningen gestructureerd. 1.2 Wettelijk kader re-integratie Ingevolge artikel 7, lid 1, onder a van de WWB is het college van burgemeester en wethouders verantwoordelijk voor het bieden van ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen, welke noodzakelijk worden geacht en op arbeidsinschakeling gericht zijn. Deze ondersteuning geldt ten aanzien van personen die algemene bijstand ontvangen, niet uitkeringgerechtigden (‘nuggers’) en personen die een uitkering ingevolge de Algemene nabestaandenwet ontvangen. In artikel 8, lid 1, onder a van de WWB is bepaald dat de gemeenteraad bij verordening regels stelt met betrekking tot het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling. Het gestelde in artikel 7, lid 1, onder a van de WWB en in de daarop berustende bepalingen wordt geacht mede betrekking te hebben op uitkeringsgerechtigden op grond van de IOAW en IOAZ. Ingevolge artikel 11, lid 1 van de WIJ is het college van burgemeester en wethouders (in het kader van re-integratie) verantwoordelijk voor het doen van een werkleeraanbod.
1 2
de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers. de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 4 van 14
Bij acceptatie van dit aanbod door de jongere - danwel bij het niet kunnen aanbieden van een werkleeraanbod aan de jongere - is het college van burgemeester en wethouders, ingevolge artikel 11, lid 2 van de WIJ, tevens verantwoordelijk voor het verstrekken van een inkomensvoorziening aan de jongere. Bij de uitvoering van het eerste lid werkt het college van burgemeester en wethouders, op grond van het bepaalde in het derde lid van artikel 11 van de WIJ, samen met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (i.c. het Werkplein). In artikel 12, lid 1, onder a en d van de WIJ is bepaald dat de gemeenteraad (in relatie tot re-integratie) bij verordening regels stelt met betrekking tot: a. de inhoud van een werkleeraanbod (sub a); en b. de wijze waarop jongeren, of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van de WIJ (sub d), waarbij tevens – in artikel 12, lid 2 - is bepaald dat daarbij in ieder geval betrokken wordt de wijze waarop: • periodiek overleg wordt gevoerd met de jongeren of hun vertegenwoordigers; • de jongeren of hun vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden; • de jongeren of hun vertegenwoordigers worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
1.3 Gemeentelijk kader re-integratie De basis voor het huidige, gemeentelijke beleid op het terrein van re-integratie vormt de nota ‘Voor elke niet werkende gaat een deur open’ van 21 juni 2007 en de op grond hiervan: a. op 18 september 2007 door de gemeenteraad vastgestelde ‘Re-integratieverordening WWB’; b. de op 10 juli 2007 door het college van burgemeester en wethouders vastgestelde ‘Beleidsregels Reintegratieverordening WWB’. Zowel de verordening als de beleidsregels zijn per 1 oktober 2007 in werking getreden. De belangrijkste verschillen van deze verordening en beleidsregels ten opzichte van de tot 1 oktober 2007 geldende verordening en beleidsregels waren: a. een vereenvoudiging van de wijze van verstrekking van de loonkostensubsidies; b. de introductie van: • het werken volgens het ‘Work First’ principe (op basis van de nota ‘Voor elke niet werkende gaat een deur open’); • de mogelijkheid tot ‘werken met behoud van uitkering’; • een ‘persoonsgebonden re-integratiebudget’; • een ‘no-riskpolis’ en premiekorting.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 5 van 14
2. RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB
Op grond van de begripsbepalingen zoals vastgelegd in van de Re-integratieverordening WWB (hierna ‘verordening’) is geregeld, dat deze verordening betrekking heeft op uitkeringsgerechtigden in het kader van de WWB, de IOAW en de IOAZ. Daarnaast is in de verordening bepaald dat ondersteuning bij de arbeidsinschakeling en, voorzover dat noodzakelijk geacht wordt, een voorziening, gericht op die arbeidsinschakeling, wordt geboden aan: • uitkeringsgerechtigden tot 65 jaar; • niet-uitkeringsgerechtigden als bedoeld in artikel 6 van de Wet werk en bijstand (hierna ‘WWB’); • personen als bedoeld in artikel 7 van de WWB met een nabestaanden- of halfwezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet. Krachtens de verordening zijn de volgende voorzieningen in de vorm van een re-integratietraject voor de doelgroep mogelijk: • werk met behoud van uitkering (stage of vrijwilligerswerk tot maximaal tweemaal drie maanden); • loonkostensubsidie (als opstap naar regulier werk tot maximaal drie jaar); • detacheringsbaan (gericht op het opdoen van werkervaring voor de duur van maximaal één jaar); • participatiebaan (bij een grote tot zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt voor maximaal vier jaar); • persoonsgebonden re-integratiebudget (een persoonsgeboden budget met een subsidieplafond); Op grond van de verordening kunnen voorts de volgende specifieke voorzieningen aan de doelgroep worden aangeboden, als onderdeel van een traject: • sociale activering: het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten als voorbereiding op een traject gericht op werk of gericht op het voorkomen van sociaal isolement; • scholing: het opdoen van kennis en vaardigheden (competenties) met als doel het vergroten van de kansen op werk; • duale trajecten: gecombineerd leren en werken, waardoor het tekort aan scholing en werkervaring wordt aangepakt. De verordening biedt voorts de mogelijkheid te verstrekken: • een deeltijdpremie aan uitkeringsgerechtigden die geheel of gedeeltelijk zijn ontheven van de arbeidsverplichting en (naar vermogen) reguliere arbeid in deeltijd verrichten; • een stimuleringspremie aan personen die met goed gevolg een (deel)traject hebben afgesloten; • een vergoeding voor kosten die in het kader van deelname aan een traject worden gemaakt, waaronder begrepen reiskosten, kosten voor kinderopvang, kosten voor middelen ten behoeve van scholing en representatiekosten (kapper- en kledingkosten), tenzij voor deze kosten van een voorliggende voorziening gebruik kan worden gemaakt). In de verordening is opgenomen dat, ten behoeve van de doelgroep, het instrument no-riskpolis, als bedoeld in artikel 29b van de Ziektewet en het instrument premiekorting, als bedoeld in artikel 49 van de Wet financiering sociale verzekeringen kan worden ingezet. Het moet hierbij gaan om personen: • met een structurele functionele beperking; • van wie voldoende aannemelijk is dat zij, tengevolge van ziekte of gebrek, geen functie met een werktijd van meer dan 65% van een reguliere voltijd functie met een werktijd van 40 uur per week kunnen vervullen,; • die al twee jaar onder verantwoordelijkheid van de gemeente vallen; • die twee jaar onafgebroken als werkzoekende bij UWV Werkbedrijf staan ingeschreven.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 6 van 14
3. BELEIDSREGELS RE-INTEGRATIEVERORDENING WWB
De diverse bepalingen in de verordening zoals op pagina 6 vermeld, zijn nader uitgewerkt in de Beleidsregels Re-integratieverordening WWB (hierna ‘beleidsregels’). In de beleidsregels is met betrekking tot de in de verordening opgenomen mogelijkheden om personen te kunnen laten re-integreren onder meer het volgende geregeld. Bij werk met behoud van uitkering (stage of vrijwilligerswerk) wordt in een schriftelijke overeenkomst met de werkgever tenminste het doel van de stage of van het vrijwilligerswerk, de duur en de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt vastgelegd; Bij loonkostensubsidies is de loonwaarde: • bij werkgevers in de private sector minimaal 50% en bedraagt de loonkostensubsidie in deze situatie maximaal 50% van 120% van het wettelijk minimumloon, te verhogen met 25% werkgeverslasten; • bij werkgevers in de publieke sector minimaal 20% is en bedraagt de loonkostensubsidie in deze situatie maximaal 80% van 120% van het wettelijk minimumloon, te verhogen met 25% werkgeverslasten; Bij detacheringsbanen is de hoogte van de vergoeding c.q. subsidie zodanig, dat de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed. Bij participatiebanen vindt plaatsing bij een instelling of maatschappelijke organisatie plaats, waarbij sprake dient te zijn van additioneel werk en de werkgever voor die plaatsing gehouden is per kalenderjaar een bijdrage/inleenvergoeding van minimaal € 1.500 te betalen. Bij persoonsgebonden re-integratiebudgetten dient de persoon het budget te gebruiken voor een voorziening zoals vermeld in de verordening en daaraan deel te nemen, waarbij de hoogte van het budget maximaal € 5.000 bedraagt en een dergelijk budget in een periode van 24 maanden éénmaal wordt verstrekt. Bij een deeltijdpremie: • bedraagt de hoogte van de premie 25% van de inkomsten uit arbeid (met als maximum de hoogte van de langdurigheidstoeslag waarop de persoon recht zou kunnen doen gelden); • wordt in een periode van 12 maanden de premie éénmaal verstrekt; • behoudt de persoon bij ongewijzigde omstandigheden gedurende deze periode het recht op (aanvullende) uitkering; • ontstaat het recht op deze premie eerst na 6 maanden ononderbroken reguliere arbeid van de betrokken persoon. Bij een stimuleringspremie bedraagt de premie 50, 100, 150 of 200 euro (bij een trajectduur van respectievelijk 3, 6, 9 of 12 maanden), waarbij de premie betaalbaar wordt gesteld na het met goed gevolg afronden van een traject en een aanvang is genomen met een vervolgtraject. In de beleidsregels is, gelijkluidend aan de formulering in de verordening, een hardheidsclausule opgenomen op grond waarvan in individuele situaties en bij een onbillijkheid van overwegende aard een van de beleidsregels en de verordening afwijkend besluit kan worden genomen.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 7 van 14
4. WET INVESTEREN IN JONGEREN
Per 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (hierna ‘WIJ’) in werking getreden. Met de WIJ is een ‘paradigmawisseling’ in denken en doen voor wat betreft het recht kunnen doen gelden op uitkering beoogd: daar waar in de WWB het uitgangspunt ‘een uitkering, mits’ is, is dat in de WIJ omgedraaid en geldt het uitgangspunt ‘geen uitkering, tenzij’. De doelstelling van de WIJ is om jongeren te laten werken of leren, of een combinatie van beide. Hiermee wordt een duurzame en substantiële arbeidsparticipatie van jongeren bevorderd en verhoogd. De WIJ richt zich op jongeren van 18 tot 27 jaar. De WIJ staat ook open voor een bepaalde groep jongeren van 16 en 17 jaar. Het grootste deel van deze groep jongeren gaat naar school of werkt, maar er is een deel van de jongeren dat niet meedoet aan de samenleving en aan de zijlijn staat. De WIJ richt zich juist op deze jongeren. De WIJ beoogt deze jongeren te activeren en de bijstandsafhankelijkheid tegen te gaan. Daarbij is volgens de wetgever arbeidsparticipatie van zeer groot belang. Arbeidsparticipatie beschermt jongeren tegen sociale problemen zoals armoede, sociale uitsluiting, criminaliteit en integratieproblemen. De WIJ verplicht de gemeenten om te investeren in de arbeidsinschakeling van alle jongeren, ook bij een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt. De gemeentelijke investering dient gericht te zijn op zowel ‘het laatste zetje’ dat de jongere nodig heeft naar reguliere arbeid, als op een langdurig traject als dat nodig is om een grote afstand tot de arbeidsmarkt te overbruggen. Om dit te bereiken moeten gemeenten jongeren in beginsel een werkleeraanbod doen. Het werkleeraanbod is bestemd voor jongeren in de leeftijd van 16 tot 27 jaar. Afgeleide van het werkleeraanbod is een inkomensvoorziening voor jongeren van 18 tot 27 jaar als de jongere onvoldoende inkomsten heeft. Een inkomensvoorziening is alleen gegarandeerd in de situatie dat een werkleeraanbod: • nog niet kan worden gedaan; • onvoldoende inkomsten genereert; • geen optie is wegens in de persoon van de jongere gelegen of niet verwijtbare omstandigheden. De samenhang tussen het werkleeraanbod enerzijds en de inkomensvoorziening anderzijds is een bepalend element in de WIJ. Aanvaardt de jongere het werkleeraanbod en is het inkomen ontoereikend, dan bestaat in beginsel recht op een (aanvullende) inkomensvoorziening. Deze inkomensvoorziening volgt in grote lijnen de WWB voor wat betreft de voorwaarden die aan het recht zijn verbonden en de normering die geldt voor de hoogte van deze voorziening. Met de inwerkingtreding van de WIJ is de WWB voor wat betreft de algemene bijstand in beginsel afgesloten voor jongeren tot 27 jaar. Daartoe is de WWB op een aantal onderdelen aangepast. Hierop zijn drie uitzonderingen van toepassing: 1. Aan zelfstandigen van 18 jaar of ouder kan algemene bijstand worden verleend onder toepassing van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004). Hiertoe worden de jongerennormen van de WIJ van toepassing verklaard op de bijstandsverlening op grond van het Bbz 2004. 2. Een jongere kan een beroep doen op artikel 16 van de WWB in (zeer) bijzondere gevallen. Dit artikel regelt dat personen die geen recht op bijstand hebben, wel bijstand kunnen ontvangen indien er, gelet op alle omstandigheden, sprake is van zeer dringende redenen. 3. Op grond van het overgangsrecht (artikel 86 WIJ) blijft de WWB van toepassing op jongeren die op 30 september 2009 algemene bijstand ontvingen, totdat de algemene bijstand wordt beëindigd, maar uiterlijk tot 1 juli 2010.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 8 van 14
5. NOTA ‘VOOR ELKE NIET WERKENDE GAAT EEN DEUR OPEN’
In de nota ‘Voor elke niet werkende gaat een deur open’ (hierna ‘nota’), zoals deze in 2007 is vastgesteld en in 2009 en 2010 nog geldend, is de visie van de gemeente Dinkelland op re-integratie als volgt omschreven. Bij re-integratie is het bieden van maatwerk een belangrijk uitgangspunt. De wegen naar reguliere arbeid kunnen zeer verschillend per klant zijn, evenals de duur van het traject. Veel klanten hebben een grotere afstand tot regulier werk en zullen er dus wat langer over doen om er te komen. Het bieden van maatwerk zorgt ervoor dat de weg naar regulier werk in ieder geval in een zeker perspectief wordt geplaatst. Bij de nadere invulling van de trajecten vervult de gemeente een regierol. De feitelijke uitvoering van het traject wordt deels uitbesteed aan re-integratiebedrijven, scholingsinstituten en dergelijke. Deze diensten worden veelal ingekocht. Ook van de mogelijkheid om persoonsgebonden integratiebudgetten te verstrekken wordt vanaf 1 oktober 2007 of later gebruik gemaakt. In de praktijk zullen sommige klanten één of, vaker nog, meerdere stappen overslaan, afhankelijk van de afstand tot de arbeidsmarkt. De meeste klanten zullen bijvoorbeeld geen gebruik maken van arbeid met een loonkostensubsidie, maar kunnen via een ander activeringstraject of scholing uitstromen naar regulier werk. Daarbij kunnen de gemeentelijke accountmanager en de klant samen gaan ‘shoppen’, teneinde het meest effectieve traject in te zetten (de ‘marktkraam’). De marktkraam is ook toegankelijk voor klanten die gebruik maken van een ander instrument, indien dit noodzakelijk is om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Een belangrijke schakel voor een succesvolle terugkeer op de arbeidsmarkt van de klant is de gemeentelijke accountmanager. Deze medewerker geeft sturing en inhoud aan het proces van re-integratie. Onder regie van de accountmanager zal de klant inzicht moeten krijgen in zijn eigen vaardigheden en competenties om een re-integratietraject te kunnen starten. Vanuit een goede diagnose dient de accountmanager het re-integratietraject vorm te geven. Het efficiënt en effectief inzetten van de voorzieningen moet leiden tot een grotere uitstroomkans voor de klant. De gemeente Dinkelland wil dat re-integratie, zowel voor de klant maar ook voor de medewerker, geen vrijblijvende zaak is. Methodisch aanpakken van het ‘probleem’ laat voor beide partijen nagenoeg geen ruimte voor ontsnappen. De klant krijgt op een juiste en goede manier een passend aanbod, waarbij maatwerk geboden kan worden, met als inzet het aanbieden van “Work First” trajecten. Het zo snel mogelijk toeleiden naar werk, welk werk dan ook, blijkt de sleutel tot succes waar het gaat om uitstroom uit de uitkering. De methodiek die de gemeente vanaf 1 oktober 2007 heeft ingezet, is sterk gerlateerd aan het begrip Work First. In de nota is, met betrekking tot het kunnen monitoren van deze visie, het volgende geformuleerd. ‘Meten is weten’. Om inzicht te verkrijgen in de rollen van de succesfactoren in relatie met de mate van uitstroom naar werk is het van grootste belang dat er gemeten wordt. Door gebruik te maken van de bestaande automatiseringssystemen en het op juiste wijze vullen van de schermen, levert de benodigde managementgegevens. Deze kunnen worden gebruikt van analyses en sturing op het proces. Belangrijk is om voldoende gegevens vast te leggen om te komen tot een juiste en volledige effectmeting betreffende de doelmatigheid en doeltreffend van de inzet van Work First. In de volgende hoofdstukken vindt de nadere uitwerking hiervan plaats.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 9 van 14
6. BASISINFORMATIE UITVOERING RE-INTEGRATIEBELEID
Wat de werkloosheid in de gemeente Dinkelland betreft is, over een langere periode van jaren, sprake van historisch lage werkloosheidscijfers en -percentages, afgezet tegen het aantal inwoners van de gemeente. Sinds jaar en dag heeft de gemeente Dinkelland de laagste werkloosheidscijfers van heel Twente. Het aantal werkloze jongeren en WWB-, WIJ-, IOAW- en IOAZ-uitkeringsgerechtigden in 2009 en in 2010 staat in onderstaande tabel.
Aantal klanten onderverdeeld naar inkomensvoorziening Per 31-12-2009
Per 31-12-2010
24-03-2011
Aantal WWB
89
101
102
Aantal WIJ
1
6
6
Aantal IOAW
18
17
17
Aantal IOAZ
1
1
1
In behandeling (nog niet bekend welke inkomensvoorziening)
0
0
12
109
125
138
Totaal
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 10 van 14
7. UITVOERING RE-INTEGRATIEBELEID
Maatwerk is het leidend beginsel bij de uitvoering van het beleid. De re-integratietrajecten worden afgestemd op de (re-integratie)mogelijkheden enerzijds en de behoefte, kennis en (sociale) vaardigheden van de cliënt anderzijds. Uit de werkloosheids- en uitkeringsoverzichten op pagina 10 kan worden opgemaakt dat de economische recessie waarvan in 2009 sprake was geen noemenswaardige invloed heeft gehad op het uitkeringsbestand van jongeren en van de IOAW en IOAZ. Het WWB-uitkeringsbestand is echter in 2009 van 71 uitkeringsgerechtigden in januari 2009 gestaag opgelopen tot 77 in de maand augustus 2009 en vervolgens verder opgelopen tot 89 uitkeringsgerechtigden in de maand december 2009. Redenen hiervan zijn dat de economische recessie op de langere termijn geleid heeft tot een toename van tijdelijke arbeidscontracten, meer overheveling van WW-uitkeringsrechtigden naar de WWB en een ernstige stagnatie van de werkzaamheden bij onder meer de bouwsector en daaraan verwante bedrijven. Voorts kan gesteld worden dat met name de verminderde vraag op de arbeidsmarkt als gevolg van de ingrijpende economische crisis in 2009 zowel een negatief effect heeft gehad op het voorkomen van instroom in de bijstand (de invulling van de poortwachtersfunctie), als de mogelijkheden, al dan niet op basis van een re-integratietraject, tot uitstroom uit de bijstand. Onderdeel van het re-integratiebeleid vormt de opstelling van ‘klantprofielen’, op grond waarvan per client, met toepassing van een module, relevante eigenschappen, kenmerken en mogelijkheden tot reintegratie inzichtelijk worden gemaakt. Afhankelijk van het klantenprofiel vindt verwijzing naar het Werkplein te Oldenzaal plaats of vindt op andere wijze bemiddeling of verwijzing plaats, gericht op re-integratie of uitstroom uit de uitkering. Uitgangspunt hierbij is, dat alleen aan die personen een volledige uitkering wordt verstrekt die daar ook werkelijk recht op hebben. Personen die op grond van het opgestelde klantprofiel daartoe in staat kunnen worden geacht dienen zich, naar vermogen, in te spannen tot het vinden van (deeltijd)arbeid en/of deel te nemen aan een re-integratietraject. In dit kader zijn afspraken gemaakt en contacten gelegd met re-integratiebedrijven en is voorts voor het jaar 2009 onder meer met de Stichting Kringloopbedrijf De Beurs te Oldenzaal een overeenkomst afgesloten, inhoudende dat dit bedrijf op het terrein van re-integratie zich ten behoeve van de uitkeringsgerechtigden van de gemeente Dinkelland inzet op het bieden van dagbesteding, sociale activering en arbeidstraining en dat deze activiteiten zoveel mogelijk in de winkel van het kringloopbedrijf te Denekamp worden aangeboden. Ingaande 2009 is, tezamen met de gemeenten Losser en Oldenzaal en het UWV Werkbedrijf en vanuit de ‘éénloketgedachte’, een start gemaakt om te komen tot meer afstemming tussen vraag en aanbod, een betere integrale dienstverlening en een snellere en adequatere ondersteuning en begeleiding op het Werkplein te Oldenzaal voor de niet werkende werkzoekenden in deze regio in het algemeen en de uitkeringsgerechtigden van de drie deelnemende gemeenten in het bijzonder. Deze samenwerking heeft ertoe geleid dat inmiddels wekelijks een accountmanager van de gemeente Dinkelland zitting houdt op het Werkplein te Oldenzaal en aanvragen om een bijstands- of andere uitkering danwel een inkomensvoorziening in het kader van de WIJ aldaar in eerste instantie afdoet, onder gebruikmaking van de faciliteiten en de verwijsmogelijkheden die het Werkplein biedt.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 11 van 14
8. RE-INTEGRATIE SPECIFIEKE DOELGROEPEN
8.1 Alleenstaande ouders Gebleken is dat de zorg voor kinderen voor veel alleenstaande ouders een belemmering is op weg naar werk. De vraag is of dit op objectieve gronden wel vast staat. Het is vaak de angst dat de zorg voor kinderen bij werkaanvaarding vermindert, die alleenstaande ouders weerhoudt om zich actief op de arbeidsmarkt op te stellen. De gemeente kan de alleenstaande ouders tegemoet komen door te zorgen voor flankerend beleid, waardoor deze doelgroep in staat gesteld wordt om aan re-integratieactiviteiten mee te doen of werk te aanvaarden. Een goed stelsel van kinderopvang is een voorbeeld van adequaat flankerend beleid. Hierin wordt in de gemeente Dinkelland voorzien doordat bij plaatselijke kinderopvangcentra kinderopvangmogelijkheden zijn afgestemd bij aanvaarding van (deeltijd)werk door alleenstaande ouders. 8.2 Personen van allochtone afkomst Een aanzienlijk deel van het uitkeringsbestand in de gemeente Dinkelland bestaat uit personen van allochtone afkomst. Cultuurverschillen en/of onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal vormen voor deze doelgroep belemmeringen bij de uitstroom naar reguliere arbeid. In verband hiermee zijn ook in 2009 specifieke voorzieningen voor deze doelgroep ingezet, zoals taalcursussen en duale trajecten (een combinatie van taalscholing én beroepsgericht onderwijs). Waar sprake was van inburgeringsplichtigen werden op werk georiënteerde inburgeringstrajecten aangeboden. 8.3 Werknemers in de gesubsidieerde arbeid Vanuit de voormalige Melkert- en WIW-banen hebben meerdere personen in de gemeente Dinkelland een gesubsidieerde baan. Het gaat hierbij om (WWB-)uitkeringsgerechtigden die zonder deze gesubsidieerde arbeid niet of nauwelijks arbeid zouden verrichten, op grond van persoonlijke omstandigheden dan wel de afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. In het kader van de participatiegedachte is een gesubsidieerde baan zinvol. Het geeft de personen een gevoel van eigenwaarde. Daarnaast wordt er maatschappelijk nuttig werk verricht, dat anders was blijven liggen. Gesubsidieerde arbeid is echter wel een duur instrument, waar verhoudingsgewijs veel re-integratiegelden mee gemoeid zijn. Met het oog hierop en in het licht van de in acht te nemen bezuinigingen op gemeentelijk niveau zal in 2011 nader onderzoek worden gedaan (en per gesubsidieerde baan een nader besluit worden genomen) over de wijze van voortgang per 2012 van de gesubsidieerde arbeid. 8.4 Nuggers en Anw-ers Ook voor niet-uitkeringsgerechtigden (Nuggers) en personen die een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) ontvangen, heeft de gemeente op grond van de WWB een reintegratieplicht. Ten aanzien hiervan is sprake van een terughoudend beleid om reden dat de voor reintegratie beschikbare middelen zoveel mogelijk voor de uitkeringsgerechtigden uit het eigen uitkeringenbestand worden ingezet en aangewend. 8.5 Zorgtrajecten Een deel van de uitkeringsgerechtigden heeft een zorgbehoefte. De zorg moet erop gericht zijn om belemmeringen richting de arbeidsmarkt weg te werken of te verminderen. Het traject kan voorafgaande aan een ander traject ingezet worden, maar ook parallel aan een traject tot arbeidsactivering of toeleiding ingezet worden. De zorg kan op velerlei gebied verleend worden bijvoorbeeld op het terrein van schuldhulpverlening, verslavingszorg, psychische hulp etc. Een relatief groot deel van de personen die in een zorgtraject zitten, heeft te kampen met een multiproblematiek, zoals verslaving, psychiatrische problematiek en schulden. Een verklaring hiervoor is, dat deze personen vaak langdurig in de bijstand zitten.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 12 van 14
8.6
Resultaten 2009 en 2010
Het aantal klanten dat is ingestroomd in de uitkering. 2009
2010
Aantal WWB
43
28
Aantal WIJ
1
8
Aantal IOAW
7
2
51
38
Totaal
Enkele conclusies n.a.v. bovenstaande informatie
De instroom is in 2010 ten opzichte van 2009 met 13 klanten afgenomen. Dit is een daling van 25,49% ten opzichte van 2009. Deze daling is onder andere het gevolg van het per maart 2010 laten uitvoeren van de inkomensintake door onze eigen medewerkers (daarvoor werd dit gedaan door de medewerkers van het Werkplein). Ook heeft het ontwikkeld en uitgevoerd plan met betrekking tot handhaving hieraan bijgedragen (strenger aan de poort). Ondanks de daling in 2010 t.o.v. 2009 valt op dat de instroom van het aantal jongeren (WIJ) juist in 2010 is toegenomen ten opzichte van 2009. Dat is ook te verklaren omdat de Wet WIJ op 1 juli 2009 inwerking is getreden en vanwege de overgangssituatie alle jongeren pas vanaf 1 juli 2010 zijn overgezet van de WWB naar de WIJ.
Onderstaande tabel geeft weer hoeveel cliënten er zijn uitgestroomd uit de WIJ en de WWB.
Aantal klanten dat is uitgestroomd uit de uitkering 2009
2010
Aantal WWB
11 naar werk
5 naar werk 11 anderszins
Aantal WIJ
0 naar werk
0 naar werk 2 anderszins 18
Totaal
11
Conclusie n.a.v. bovenstaande informatie
Zowel t.a.v. de WWB-doelgroep als de WIJ-doelgroep is in 2010 vaker uitstroom uit de uitkering gerealiseerd met een andere reden dan werk. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld handhaving en verhuizing naar een andere gemeente.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 13 van 14
Onderstaande tabel geeft weer hoeveel cliënten er van de gemeente Dinkelland een traject aangeboden hebben gekregen om de te reïntegreren danwel te participeren.
Aantal ingezette re-integratietrajecten
Aantal ingezette re-integartietrajecten
2009
2010
43
42
Conclusie n.a.v. bovenstaande cijfers Het aantal re-integratietrajecten dat wordt ingezet blijft laag. In 2010 bedroeg het klanten gemiddeld 95 terwijl er maar voor 43 klanten een re-integratietraject is ingezet. Dit heeft vooral te maken met het feit dat een groot deel van het W-deel van het participatiebudget besteed wordt aan het subsidiëren van de “oude” ID en WIW-banen.
Jaarverslag 2009 Uitvoering re-integratie WWB, WIJ, IOAW, IOAZ - Concept
Pagina 14 van 14