1 of 8 Trefpunt Vlaardingen Cursus: ‘Schermen in 10 lessen’ Les 1: Vrijdag 3 oktober: wapen floret Introductie van de drie wapens: Floret, Sabel en Degen. In deze volgorde zullen deze wapens ook in de cursus worden behandeld. Een korte opwarming wordt op muziek gegeven om m.n. de bovenbeenspieren op gereed te maken voor de komende acties. Voor de opwarming wordt het groeten aangeleerd en hoe de punt van het wapen naar beneden te houden bij het opzetten van het masker. In de opwarming wordt gereageerd op de passen voorwaarts en achterwaarts van de maître. Ook wordt de uitval ingeoefend. Te benoemen: pas voorwaarts, pas achterwaarts, halve pas voorwaarts en achterwaarts en de uitval. Belangrijk is dat de beenactie de armactie ondersteund. Dus: eerst de zich strekkende arm waarna de beweging voorwaarts met een uitval een verrassende lengte geeft. De opwarming eindigt met balans: De floret wordt in balans op de punt geplaatst en in het trage moment voordat de floret valt wordt het been er overheen gezwaaid en de floret weer gepakt voordat deze op de grond ligt. Ook wordt deze op de voorvoet gezet om te balanceren. Floret: weegt niet meer dan 500 gram. Is een steekwapen en gehouden aan conventies oftewel een gevechtsgang. Net als in het verkeer waar rechts voorrang heeft heeft bij dit wapen de aanval de voorrang. De aanval wordt bepaald door de zich strekkende, gewapende arm waarbij het wapen met de punt het geldig trefvlak voortdurend bedreigt. De aanval wordt dus gemaakt met de zich strekkende arm. Dit wordt geoefend in de lijnen 4, 6, 7 en 8 waarbij de aanvaller zijn hardop lijnen benoemd en degene die getroffen wordt zijn vlakken waarin hij wordt geraakt. Dezelfde aanval oefening wordt gedaan met de uitval. Aandacht voor: een uitval is niet per definitie een aanval. De aanval wordt immers bepaald door de zich strekkende gewapende arm. Wering 4: Vanuit handhouding 6 wordt een wering 4 gemaakt. Op uitvals-afstand wordt de aanval ingezet om te kunnen raken. Deze ‘parade’ 4 wordt gecorrigeerd. Na deze parade mag een terug steek oftewel een ‘riposte’ worden gemaakt. Een riposte is een aanval na de wering. Dit wordt ingeoefend waarna we partij gaan schermen met beoordeling wie de treffer maakt die voldoet aan het recht van de aanval. De schermers wisselen van tegenstander om te wennen aan het feit dat iedereen een eigen manier van schermen ontwikkeld.
2 of 8 Trefpunt Vlaardingen Cursus: ‘Schermen in 10 lessen’ Les 2: Vrijdag 10 oktober: Wapen floret Groeten Mededelingen-cirkel: Korte evaluatie les 1: Opwarming: Beenoefeningen: eerst traag en dan snel met ‘lijnen tikken’. Uitleg over de verschillende grepen: Frans, Revolver, Orthopedisch (Gardière) Voortgaande schermbewegingen: Herhaling les 1 en als extra pas voorwaarts - uitval en de sprong-pas voorwaarts en achterwaarts ‘Sentiment du fer’: Het ijzer als voelspriet met wel of geen reactie. Bij reactie: onderdoor en bij geen reactie rechtdoor. Idem in beweging met pasjes voorwaarts en achterwaarts. De steek ‘En Cavant’ (om een hoekje) en wat hiertegen te doen. Het moment van de wering. Afsluitend partijen schermen met wisseling van tegenstander.
3 of 8 Les 3: vrijdag 17 oktober. Deze les zal gegeven worden door Mady Hogenboom van het Trefpunt tezamen met Ynet van Veen van zaal Zaïr. Begeleiding: Krijn Sta, Margriet van Kranenburg en Fred Tirion. Bedoeling: Het afsluiten van de kennismaking met floret. (volgende keer sabel) Mededeling: Volgende week is het Herfstvakantie en geen schermen! Les 4 is dan op vrijdag 31 oktober! Op 31 oktober gaan we over op de sabel. Wapen floret Opwarming met oefeningen: Benodigdheden: Handschoen. Werken in tweetallen. 1. In stelling: De handschoen wordt met een boogje toegeworpen en gevangen met gestrekte arm. Probeer in stelling te blijven, strek de arm om te vangen. Bij iets te kort wordt een pasje voorwaarts gemaakt. 2. De uitval: In stelling met de handschoen gevouwen onder de voorvoet. Door de uitval met een licht ‘schopje’ te maken met het voorste been schiet de handschoen naar de mede schermer die deze weer terug ‘schopt’ met de uitval. 3. De handschoen wordt achter de rug gehouden en als verassing soms rechts, soms links zichtbaar gemaakt waarop de uitval om de handschoen even de raken. 4. Idem: Nu wordt de handschoen iets te kort geworpen en moet er een uitval worden gemaakt om de handschoen te vangen. 5. Als laatste wordt de handschoen hoog gehouden en op ‘ja!’ laat je de handschoen los en wordt deze door de medeschermer met uitval gevangen. (Kind eventueel op de bank) Handschoen aan: Pasjes voorwaarts, achterwaarts en uitval. Werken in tweetallen. 1. Een heeft de leiding en de ander volgt. Rustig tempo beginnen met veel aandacht voor techniek. Voel waar diegene die de leiding heeft naar toe gaat. +wissel 2. Idem alleen nu kan de druk van de hand plots worden weggenomen waardoor een uitval noodzakelijk is. (techniek van de uitval) +wissel 3. Idem maar bij pas(sen) voorwaarts van de leiding is bij het wegvallen van de druk alleen een uitval nodig maar bij het achteruitgaan een pas voorwaarts uitval van de volger. +wissel. Met volledige uitrusting: Herhaling van de weringen 4, 6, 7, 8 en 3. We vallen rustig op techniek uit naar de vier vlakken. Als extra steken we, van buiten af, door de wering 6 heen. De enig passende wering is hier 3 (kom naar de schouder, kling meer naar verticaal) Deze oefening dient enerzijds om natuurlijk een treffer te kunnen maken maar anderzijds laat deze oefening zien dat bij een wering, waarbij de tegenstander het aanvallende ijzer tegemoet komt, zichzelf bloot geeft. Een wering maak je bij het vlak wat beschermd moet worden en dat vlak is bij jou zelf en niet ergens vooruit! Voortgezette oefening: Als extra wordt de schijnsteek - steek gemaakt met een onderdoor in de lijnen 4 - 6. Dus de aanvaller maakt een schijnsteek die net echt lijkt zodat de tegenstander gaat weren waarop ‘enfinale’ onderdoor wordt gegaan en getroffen. Als toevoeging wordt gegeven dat dit ook in de riposte mogelijk is. Verteld wordt dat als ik van richting verander tijdens de aanval steek ik indirect en als ik rechtdoor ga steek ik direct. Voer ik de beweging uit in één tempo dat heet deze actie enkelvoudig. (Ik kan in de uitval onderdoor gaan met mijn wapen). Gebruik is meerdere tempi, bijvoorbeeld schijnsteek met pasje en onderdoor met de uitval dan heet de beweging samengesteld. Hiermee zijn dus vier combinaties mogelijk in tempo: 1. enkelvoudig direct (aanval, riposte of contra-riposte) 2. enkelvoudig indirect (aanval, riposte of contra-riposte) 3. samengesteld direct (aanval, riposte of contra-riposte) 4. samengesteld indirect (aanval, riposte of contra-riposte) Partij schermen met doordraaien Afsluiting.
4 of 8 Les 4: vrijdag 31 oktober. Deze les staat in het teken van de verschillen tussen floret en sabel. Begeleiding: Margriet van Kranenburg, Ellen Bonefaas, Krijn Sta en Fred Tirion. Bedoeling: Partij schermen met sabel. Volgende les 5: parade 2, de arret en tactiek. Opwarming: 1. Rondgang: Oefeningen in omloopbaan 2. Cirkel trekken: We houden elkaars handen vast om de middencirkel. Binnen de cirkel mag niet worden aangeraakt maar we proberen anderen er wel in te trekken. Bij het aanraken heb je -1 punt. Alle punten worden geteld. Diegene die het minst in de min staat, wint. (Aandachtspunt: niet te wild!) Met complete uitrusting: Pasjes voorwaarts, achterwaarts en uitval. Werken in tweetallen. 1. Wapen (handhouding nu nagels naar onder!) punt in de handschoen van de tegenstander. Deze staat met de arm zijwaarts, heeft de leiding en de ander volgt. Rustig tempo beginnen met veel aandacht voor techniek. Voel waar diegene die de leiding heeft naar toe gaat. +wissel 2. Idem alleen nu kan de druk van de hand plots worden weggenomen waardoor een uitval noodzakelijk is. (techniek van de uitval) +wissel 3. Idem maar bij pas(sen) voorwaarts van de leiding is bij het wegvallen van de druk alleen een uitval nodig maar bij het achteruitgaan een pas voorwaarts uitval van de volger. +wissel. 4. Idem met de punt op de buik van de tegenstander. Basis handelingen en techniek: Dit was een oefening met steek. Op sabel hebben we, behalve de buik nog 3 trefvlakken welke eigenlijk alleen met een houw zijn te bereiken en ook de buik kan -behalve met een steek- ook met een houw worden getroffen. Deze trefvlakken zijn de arm, kop, buik en flank Dit is nieuw! We gaan leren hoe te treffen met een houw. Voor de snelheid van bewegen is hier het doigté oftewel het ‘vingerspel’ van essentieel belang en we oefenen dit met houw naar de o.-arm, b.-arm, schouder, wang, kop, wang (andere zijde), schouder, buik en met de vingers blijft de gewapende arm gestrekt op de plaats met een omhaal naar de flank. Deze technieken zijn niet eenvoudig omdat steeds rekening gehouden moet worden met het ‘scherp’ van het wapen. Dit scherp zit een de kant van de beugel van de kom en de duim zit altijd op de rug van de sabel-kling. Steeds moet het wapen dus in de vingers worden gedraaid om met het scherp te treffen. Steeds haaks op het trefvlak. De greep zit dan ook tussen duim en wijsvinger om het wapen te kunnen draaien en voor een slag trekt de pink met ring en middelvinger het wapen a.h.w. om. Weringen: De weringen worden genomen vanuit de ‘stelling-positie’. Hierbij staat de kling diagonaal voor het lichaam schuin naar voren. Vanuit deze stelling kunnen we onze lijnen verdedigen. Er zijn drie lijnen: Kop, buik en flank. We verdedigen onze flank met parade 3, de buik met parade 4 en de kop met parade 5. De aanval en het recht-van-de-aanval: Wie als eerste begint met het strekken van de arm heeft de aanval. Het recht van de aanval blijft behouden als de aanval 1. niet wordt geweerd 2. eindigt in een treffer voordat de voorste voet op de grond staat 3. er sprake is van één schermtempo Het recht van de aanval wordt verloren als de aanval 1. wordt geweerd 2. niet eindigt in een treffer (officieel staat dan de voorste voet op de grond) 3. er sprake is van meerdere schermtempi Hierna gaan we partij schermen ook onder geleide van de begeleiders waarna afsluiting44.
5 of 8 Les 5 vrijdag 7 november: Begeleiding: Margriet van Kranenburg, Ellen Bonefaas, Krijn Sta en Fred Tirion. Bedoeling: Partij schermen met sabel. Onderwerpen: - parade 2 - arrêt - tactiek. Opwarming: Beenoefeningen Spel: Frisbee: Benodigdheden: 2 frisbees. Vier aan vier tegenover elkaar maar tegenover de een staat een persoon van de andere partij. De frisbee moet dus kriskras gegooid worden heen en uiteindelijk weer terug bij diegene die begon. De frisbee die het eerst terug is, die partij heeft gewonnen. Herhaling van de aanval en het recht-van-de-aanval: Wie als eerste begint met het strekken van de arm heeft de aanval. Herhaling van steken, slagen en weringen. Het recht van de aanval blijft behouden als de aanval 1. niet wordt geweerd 2. eindigt in een treffer voordat de voorste voet op de grond staat 3. er sprake is van één schermtempo Het recht van de aanval wordt verloren als de aanval 1. wordt geweerd 2. niet eindigt in een treffer (officieel staat dan de voorste voet op de grond) 3. er sprake is van meerdere schermtempi Oefeningen in 2 - tallen: 1. Doigté 2. Steek en parade 2 (Eventueel ontwijking van de parade) 3. Als de aanval door de tegenstander een feit is maak dan terrein -afstand en stop op jouw moment. De aanval kan dan moeilijk uitkomen en bovendien sta je helemaal klaar voor de parade riposte. Dit oefenen we door tegenover elkaar te staan, de een valt aan en de ander zet af met het voorste been om sneller naar achteren te gaan. Maak daarbij de laatste stap groot en maak je klein. Neem een handhouding aan maar dat mag ook zijn dat je het wapen op de grond houdt totdat de aanval-finale wordt ingezet. Deze is dan b.v. met een parade 5 goed te weren, waarna riposte. Wordt de aanval niet voltooid neem dan zelf direct het initiatief. De schermers gaan hierbij steeds dwars over de zaal snel naar voor en naar achter. Mechanisch partij schermen.
6 of 8 Les 6 vrijdag 14 november: Begeleiding: Margriet van Kranenburg, Ellen Bonefaas, Krijn Sta en Fred Tirion. Bedoeling: Partij schermen met sabel. Onderwerpen: - herhaling aanvallen en parades - arrêt - tactiek Opwarming: Touwtje en touw Spel: Trefbal Oefeningen: Doigté Riposte zonder ‘parade’ Arrêt par opposition Actie op aanval in gesloten lijn Arrêt met sprong achterwaarts Steek -aanval tussen wapen en masker (eventueel met slag ruggescherp.) Mechanisch partij schermen met wisseling
Les 7 vrijdag 21 november: Begeleiding: Margriet van Kranenburg, Ellen Bonefaas, Krijn Sta en Fred Tirion. Bedoeling: Partij schermen met degen. Onderwerpen: - Het leren strekken van de arm, een vervolg. - De onderscheppende steek - Arrêt par opposition Opwarming: Met wapen. Tweetallen: Wapenpunt (handhouding: duim op de groef van het wapen, dus boven!) in de handschoen van de tegenstander. Deze staat met gestrekte arm zijwaarts, heeft de leiding en de ander volgt. Rustig tempo beginnen met veel aandacht voor techniek. Voel waar diegene die de leiding heeft naar toe gaat. +wissel. Ervaar de druk van het wapen met gestrekte arm. Partij schermen: Raken zonder geraakt te worden of gewoon ‘ruim’ de eerste zijn die raakt. Ruim is ca 0,3 seconden.
7 of 8 Les 8 vrijdag 28 november: Begeleiding: Margriet van Kranenburg, Ellen Bonefaas, Krijn Sta en Fred Tirion. Bedoeling: Partij schermen met degen. Onderwerpen: - Het leren strekken van de arm, een vervolg. - De onderscheppende steek - Arrêt par opposition Opwarming: Rondgang onderbroken met diverse schermoefeningen. Precieze plaats en moment van steken: 1. Steekafstand: op de schouder / sleutelbeen c.q. ‘kuiltje’ naar een zijde van de zaal en wissel. Om dit gemakkelijk te maken wordt er een viltje geplakt om op te richten. 2. Uitvals-afstand: Bij het voorwaarts gaan maakt de tegenstander een voorwaartse beweging met de hand nog laag waarop uitval op het kuiltje 3. Strekken: Op de voorwaartse beweging van de tegenstander wordt de punt in het kuiltje geplaatst en laat de schermer zich a.h.w. achterwaarts drukken 4. Relatie met floret t.a.v. de weringen alleen nu spersteken 5. Liever tegenaanval met arrêt en spersteken dan direct de aanval. 6. Nogmaals de onderscheppende steek: het wapen van de tegenstander oplichten met kring-6 waarbij deze ‘kring’ niet volledig hoeft te zijn. Door de punt onder het wapen te plaatsen, te lichten en vervolgens te geleiden tijdens het oplichten met de punt van tegenstander bij de kom = Sterk op zwak. 7. Steek met remise: Elleboog - schouder (kuiltje). Eveneens viltje in de elleboog plooi. Partij schermen: Aangeven als je geraakt wordt met een steek (slag telt niet). Nèt raken is OK. Afstanden goed inschatten en het ‘lezen’ van de tegenstander
8 of 8 Les 9 vrijdag 11 december: Begeleiding: Ellen Bonefaas, Krijn Sta en Fred Tirion. Bedoeling: Partij schermen met degen. De leer van de voorbereidingen: Geldt voor alle wapens. Wat is een voorbereiding? Antw.: Een voorbereiding is iedere handeling welke voorafgaat aan de aanval. 1. Met een schijn: In de uitvoering van de schijn-steek of schijn-aanval moet deze ook nèt echt lijken, zodanig dat de tegenstander gaat reageren. 2. Met een uitnodiging (invite): Hier wordt de mogelijkheid geboden tot het plaatsen van een aanval met een treffer. Dit kan omdat de wijze waarop dit gebeurd bekend is en er tegenmaatregelen ‘klaar staan’ zoals bijvoorbeeld een aanval op de voorbereiding, een lijnsluitende steek of houw bij sabel, etc. 3. Met de kling: Denk hierbij aan ‘slag-ijzer’ zoals de slag-steek of slag-coupé en het nemen van het ijzer. Deze les is mechanisch schermen in gebruik en oefeningen van de verschillende voorbereidingen en het kunnen doorzien van voorbereidingen oftewel het beter kunnen ‘lezen’ van de tegenstander. Onderwerpen vervolg van: - Het leren strekken van de arm, een vervolg. M.n. de ontspannen schouder met bewegen. - De onderscheppende steek: Is het liften van de kling van de tegenstander met ‘kring 6’ - Arrêt par opposition: Is het stoppen van de tegenstander met een blokkerende steek - De tegen-aanval: Is een aanval op een aanval. Meestal a.g.v. onbedoeld gelijktijdig tempo maar kan in degenschermen juist de bedoeling hebben tot een double als je toch voor staat. Opwarming: Circuit-Training met 2-tallen 1. 2. 3. 4. 5.
Bal buiten houden, steken met strekken is 1 punt, uitval 5, pas vw uitval 10 Electronic Fencing Target met strekken is 1 punt, uitval 5, pas vw uitval 10 Balance board: parade riposte is 2 punten, arrêt is 10 Spring over de kling: Elke sprong 1 punt, er op springen is -10! Ballen steken: steken met strekken is 1 punt, uitval 5, pas vw uitval 10
Eindoefening voor iedereen in 2 tallen is de zit onder de kling. Partij schermen: Aangeven als je geraakt wordt met een steek (slag telt niet). Nèt raken is OK. Afstanden goed inschatten en het ‘lezen’ van de tegenstander