Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 501 CONTROLE-INFORMATIE – AANVULLENDE BESCHOUWINGEN VOOR SPECIFIEKE ASPECTEN INHOUDSOPGAVE _________________________________________________________________________ Paragrafen
Inleiding ................................................................................................................ 1-3 Het fysiek bijwonen van voorraadopnames .......................................................... 4-18
Dit gedeelte (paragrafen 19-30) is vervallen en werd vervangen door ISA........... 505
Het verzoeken om inlichtingen met betrekking tot rechtszaken en claims ........... 31-37
Waardering en toelichting van beleggingen op lange termijn ............................... 38-41
Gesegmenteerde informatie ................................................................................... 42-45
Internationale Controlestandaard (International Standaard on Auditing, ISA) 402 “Controleinformatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten” dient te worden gelezen in de context van het “Voorwoord tot de internationale standaarden voor kwaliteitsbeheersing, controle-, assurance-opdrachten en verwante diensten” waarin het toepassen en de autoriteit van de ISA’s worden bepaald.
501
NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 1/10
Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
Inleiding 1. Deze internationale Controlestandaard (International Standard on Auditing, ISA) heeft ten doel grondbeginselen en essentiële werkzaamheden vast te stellen en aanwijzingen te geven met betrekking tot de inhoud van ISA 500 "Controle-informatie", ten aanzien van bepaalde specifieke rekeningsaldi en andere in de financiële overzichten opgenomen toelichtingen.
2. De toepassing van de in deze ISA opgenomen grondbeginselen, essentiële werkzaamheden en aanwijzingen zal een hulpmiddel zijn voor de auditor bij het verkrijgen van controle-informatie met betrekking tot specifieke rekeningsaldi en in de financiële overzichten opgenomen toelichtingen.
3. Deze ISA omvat de volgende hoofdstukken: DEEL A:
Het fysiek bijwonen van voorraadopnames
DEEL B:
Vervangen door ISA 505 – Deel B werd geschrapt
DEEL C:
Het verzoeken om inlichtingen aangaande rechtszaken en claims
DEEL D:
Waardering van beleggingen op lange termijn en toelichtingen daarop
DEEL E:
Gesegmenteerde informatie
Deel A : Het fysiek bijwonen van voorraadopnames
4. De leiding stelt in het algemeen procedures op om de voorraad minimaal één keer per jaar op te nemen om als basis te dienen voor het opstellen van de financiële overzichten of om te kunnen vaststellen dat het permanente voorraadsysteem betrouwbaar is.
5. Als de voorraad van materieel belang is voor de financiële overzichten, dient de auditor voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen aangaande het bestaan en de toestand van de voorraad door het fysiek bijwonen van de voorraadopnames, tenzij dit vanuit praktisch oogpunt niet haalbaar is. De fysieke aanwezigheid van de auditor kan worden gerekend tot de systeemgerichte dan wel tot de gegevensgerichte controles met betrekking tot de voorraden, afhankelijk van de risico-inschatting en de geplande benadering van de auditor. Dit fysiek bijwonen van de voorraadopnames stelt de auditor in staat de voorraden te inspecteren, vast te stellen dat overeenkomstig de procedures van de leiding met betrekking tot het vastleggen en controleren van de telresultaten wordt 501
NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 2/10
Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
gehandeld en controle-informatie te verkrijgen aangaande de betrouwbaarheid van de procedures van de leiding.
6. Indien hij omwille van onvoorziene omstandigheden niet in staat is de voorraadopname op de geplande datum fysiek bij te wonen, dient de auditor bepaalde voorraadopnames uit te voeren of te observeren op een andere datum en, zo nodig, controlewerkzaamheden uit te voeren op de vooraadbewegingen die zich tussen deze data hebben voorgedaan.
7. Als het bijwonen van de voorraadopname vanuit praktisch oogpunt niet haalbaar is op grond van factoren zoals de aard en locatie van de voorraad, dient de auditor te overwegen of andere werkzaamheden voldoende en geschikte controle-informatie betreffende het bestaan en de toestand van de voorraad kunnen verschaffen, zodat kan worden geconcludeerd dat de auditor in zijn controleverklaring geen verwijzing naar een beperking in de uitvoering van de controle behoeft te maken. Zo is het mogelijk dat bijvoorbeeld documentatie aangaande de verkoop van bepaalde voorraadgoederen, die verkregen of aangekocht waren vóór de datum van de voorraadopname, voldoende en geschikte controle-informatie verschaft.
8. Bij de planning van het fysiek bijwonen van de voorraadopname of alternatieve werkzaamheden bepaalt de auditor:
-
De risico's van een afwijking van materieel belang in verband met voorraden.
-
De aard van de interne beheersing met betrekking tot de voorraden.
-
De vraag of naar verwachting adequate procedures zijn opgesteld en goede instructies zullen worden uitgevaardigd ten behoeve van de voorraadopnames.
501
-
Het tijdstip van de opname.
-
De locaties waar voorraden zijn opgeslagen.
-
Of gebruik moet worden gemaakt van de werkzaamheden van een andere deskundige. NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 3/10
Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
9. Als de hoeveelheden moeten worden vastgesteld door een voorraadopname en de auditor daarbij fysiek aanwezig is, of wanneer de entiteit een voorraadsysteem permanent toepast en de auditor één of meerdere keren per jaar bij een voorraadopname fysiek aanwezig is, observeert hij in het algemeen de procedures met betrekking tot het opnemen en verricht hij controletellingen.
10. Indien de entiteit de aanwezige hoeveelheden vaststelt door middel van schattingen, zoals bij een voorraad ruwe steenkool, moet de auditor genoegen nemen met de redelijkheid van deze schatting .
11. Als de voorraad is verspreid over verschillende locaties, bepaalt de auditor op welke locaties zijn aanwezigheid bij de voorraadopnames noodzakelijk is, rekening houdend met. het materieel belang van de voorraden en met de inschatting van het risico van een afwijking van materieel belang op de verschillende locaties.
12. De auditor verkrijgt kennis van de instructies van de leiding met betrekking tot:
(a) het toepassen van de interne beheersingsactiviteiten, bijvoorbeeld het verzamelen van de gebruikte opnamelijsten, het vastleggen van niet gebruikte opnamelijsten en de procedures voor telling en hertelling;
(b) het nauwkeurig aangeven van de uitvoeringsstadia van het onderhanden werk, traag roterende, verouderde of beschadigde voorraadeenheden en voorraden die eigendom zijn van een derde, bijvoorbeeld goederen in consignatie;
(c) de opzet van geschikte procedures met betrekking tot het transport van voorraadgoederen tussen de verschillende locaties en de verzending en ontvangst van voorraadgoederen vóór en na de afgrenzingsdatum.
13. Om controle-informatie te verkrijgen dat de door de leiding opgezette interne beheersingsactiviteiten op adequate wijze worden uitgevoerd, observeert de auditor de door de personeelsleden uitgevoerde procedures en voert hij controletellingen uit. Bij het verrichten van controletellingen controleert de auditor zowel de volledigheid als de absolute 501
NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 4/10
Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
juistheid van de opnamelijsten door de overeenstemming te maken tussen de goederen die vanuit deze opnamelijsten zijn geselecteerd en de effectief getelde goederen, en vice versa. De auditor bepaalt het aantal opnamelijsten waarvan een kopie moet worden bewaard met het oog op vergelijking en aansluitende controlewerkzaamheden.
14. De auditor onderzoekt tevens de afgrenzingsprocedures, waaronder de detailgegevens met betrekking tot voorraadmutaties vlak vóór, tijdens en na de telling zodat de verwerking van deze mutaties op een later tijdstip kan worden gecontroleerd.
15. Om praktische redenen kan de voorraadopname op een andere datum dan de einddatum van de verslagperiode worden uitgevoerd. Dit is in het algemeen slechts acceptabel voor de auditor indien de entiteit interne beheersingsmaatregelen met betrekking tot voorraadmutaties heeft opgezet en ingevoerd. In dit geval stelt de auditor door het uitvoeren van geschikte controlewerkzaamheden vast of voorraadmutaties tussen de datum van voorraadopname en de einddatum van de verslagperiode op correcte wijze zijn geboekt.
16. Als de entiteit een permanent voorraadsysteem toepast, dat wordt gebruikt om het saldo van de post voorraden aan het einde van de periode vast te stellen, stelt de auditor door toepassing van aanvullende werkzaamheden vast of de redenen voor belangrijke verschillen tussen de opnameresultaten en de permanent bijgehouden voorraadoverzichten worden uiteengezet en of de voorraadoverzichten op juiste wijze zijn gecorrigeerd.
17. De auditor voert controleprocedures uit om na te gaan of het definitief voorraadoverzicht een weergave is van de uitgevoerde voorraadopnames.
18. Als voorraadgoederen bewaard en beheerd worden door een derde verkrijgt de auditor in het algemeen een rechtstreekse bevestiging van die derde met betrekking tot de aantallen en de toestand van de voorraadgoederen die ten behoeve van de entiteit worden gehouden. Afhankelijk van het materieel belang daarvan neemt de auditor tevens de volgende aspecten in overweging:
-
501
De integriteit en onafhankelijkheid van de derde.
NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 5/10
Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
-
De noodzaak dat hij of een door hem ingeschakelde andere auditor bij de voorraadopname aanwezig is.
-
De noodzaak dat een rapportering van een andere auditor wordt verkregen met betrekking tot het adequaat zijn van de interne beheersing, die bij de derde van toepassing is om te garanderen dat de voorraden op correcte wijze worden geteld en op adequate wijze worden beveiligd.
-
De noodzaak dat hij documentatie inspecteert met betrekking tot voorraadgoederen die door derden worden gehouden, bijvoorbeeld opslagbewijzen, dan wel dat hij een bevestiging verkrijgt van anderen wanneer dergelijke goederen in onderpand zijn gegeven.
Deel B: Vervangen door ISA 505 - (de paragrafen 19-30 zijn vervallen).
Deel C: Het verzoeken om inlichtingen met betrekking tot rechtszaken en claims
31. Rechtszaken en claims waarbij een entiteit betrokken is, kunnen van materieel belang zijn voor de financiële overzichten, en daarom kan het noodzakelijk zijn deze in de financiële overzichten te vermelden en/of hiervoor een voorziening te verwerken.
32. De auditor dient controlewerkzaamheden uit te voeren teneinde alle rechtszaken en claims waarbij de entiteit betrokken is en die kunnen leiden tot een afwijking van materieel belang in de financiële overzichten te onderkennen. Dergelijke werkzaamheden omvatten:
-
Het inwinnen van inlichtingen bij de leiding, alsmede het verkrijgen van bevestigingen.
-
Het onderzoeken van de notulen van de vergaderingen van het toezichthoudend orgaan en de correspondentie met de juridisch adviseurs van de entiteit.
-
501
Het onderzoeken van de rekening juridische kosten.
NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 6/10
Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
-
Het gebruikmaken van alle verkregen informatie aangaande de bedrijfsactiviteiten van de entiteit, waaronder begrepen informatie verkregen uit besprekingen met de interne juridische afdeling van de entiteit.
33. Als de auditor een risico van een afwijking van materieel belang in verband met rechtszaken of claims inschat of als de auditor een vermoeden heeft dat rechtszaken of claims zouden kunnen bestaan, dient hij rechtstreeks contact op te nemen met de juridisch adviseur van de entiteit. Een dergelijk contact is een hulpmiddel om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen ter beantwoording van de vragen of er rechtszaken en claims die mogelijk van materieel belang zijn, bekend zijn en of de schattingen van de leiding van de entiteit met betrekking tot de financiële gevolgen daarvan, waaronder de kosten, betrouwbaar zijn. Als de auditor bepaalt dat het risico van een afwijking van materieel belang een significant risico is, gaat hij de opzet van de daarmee verband houdende interne beheersingsmaatregelen van de entiteit na, en stelt vast dat deze zijn geïmplementeerd. De paragrafen 108 tot en met 114 van ISA 315 "Kennis van de entiteit en haar omgeving en het inschatten van het risico van een afwijking van materieel belang" geven verdere aanwijzingen over het onderkennen van significante risico's.
34. In de brief die dient te worden opgesteld door de leiding en verzonden door de auditor, wordt de juridisch adviseur verzocht om informatie rechtstreeks te communiceren aan de auditor. Als het onwaarschijnlijk wordt geacht dat de juridisch adviseur zal reageren op een algemeen verzoek om inlichtingen, geeft de brief gewoonlijk in het bijzonder aan:
-
Een lijst van rechtszaken en claims.
-
De inschatting van de leiding betreffende de uitkomst van de rechtszaak of claim en de door de leiding gemaakte schatting van de financiële gevolgen daarvan, waaronder de daarmee verband houdende kosten.
-
Een verzoek aan de juridisch adviseur om de redelijkheid van de inschattingen van de leiding betreffende de uitkomst van de rechtszaak of de claim te bevestigen en om de auditor nader te informeren indien de lijst door de juridisch adviseur als onvolledig of absoluut onjuist wordt beschouwd.
501
NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 7/10
Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
35. De auditor onderzoekt de stand van zaken van de juridische kwesties tot en met de datum van de controleverklaring. In sommige gevallen kan het noodzakelijk zijn dat de auditor geactualiseerde informatie van de juridisch adviseur verkrijgt.
36. Onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld als de auditor bepaalt dat de kwestie een significant risico inhoudt, als de kwestie zeer ingewikkeld is of als er verschil van mening tussen de leiding en de juridisch adviseur bestaat, kan het voor de auditor noodzakelijk zijn om de juridisch adviseur te ontmoeten teneinde de waarschijnlijke uitkomst van rechtszaken of claims te bespreken. Deze besprekingen vinden plaats met toestemming van de leiding en bij voorkeur in aanwezigheid van een persoon die de leiding vertegenwoordigt.
37. Indien de leiding weigert de auditor de toestemming te geven om met de juridisch adviseurs van de entiteit te communiceren, dan vormt dit een beperking in de uitvoering van de controle en dient dit gewoonlijk te leiden tot een oordeel met voorbehoud of een oordeelonthouding. Als de juridisch adviseur weigert op passende wijze te reageren en de auditor niet in staat is voldoende en geschikte controle-inforamtie te verkijgen door het uitvoeren van alternatieve controlewerkzaamheden, bepaalt hij of er een beperking in de uitvoering van de controle bestaat, wat kan leiden tot een oordeel met voorbehoud of een oordeelonthouding.
Deel D : Waardering van beleggingen op lange termijn en toelichtingen daarop
38. Als beleggingen op lange termijn van materieel belang zijn voor de financiële overzichten, dient de auditor voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrekking tot de waardering daarvan en de toelichtingen daarop in de financiële overzichten.
39. Controlewerkzaamheden met betrekking tot beleggingen op lange termijn omvatten in het algemeen het verkrijgen van controle-informatie met betrekking tot de vraag of de entiteit in staat is de beleggingen op lange termijn in portefeuille te blijven houden, het bespreken met de leiding van de entiteit of de entiteit de investering in portefeuille blijft houden als langetermijninvestering en het verkrijgen van schriftelijke bevestigingen hiervan.
501
NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 8/10
Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
40. Andere controlewerkzaamheden omvatten in het algemeen het onderzoeken van op de belegging betrekking hebbende financiële overzichten en andere informatie, zoals marktnoteringen die een indicatie geven van de waarde, alsook het vergelijken van die waarde-indicaties met de boekwaarde van de beleggingen op de datum van de controleverklaring.
41. Indien deze waarde-indicaties de boekwaarde niet overschrijden, overweegt de auditor of een afschrijving noodzakelijk is. Indien er onzekerheid bestaat dat de boekwaarde opnieuw zal worden bereikt, bepaalt de auditor of passende correcties en/of toelichtingen in de financiële overzichten zijn opgenomen.
Deel E: Gesegmenteerde informatie
42. Als gesegmenteerde informatie van materieel belang is voor de financiële overzichten, dient de auditor voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen met betrekking tot de presentatie hiervan en de in de financiële overzichten opgenomen toelichtingen daarop, in overeenstemming met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving.
43. De auditor vergelijkt gesegmenteerde informatie met de financiële overzichten als geheel. Het is in het algemeen niet vereist dat de auditor de controlewerkzaamheden uitvoert die noodzakelijk zouden zijn indien een controleverklaring aangaande de gesegmenteerde informatie op zich werd uitgebracht. De term ‘materieel belang’ omvat echter zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten en in de werkzaamheden van de auditor komt dit tot uiting.
44. De controlewerkzaamheden met betrekking tot gesegmenteerde informatie bestaan in het algemeen uit cijferanalyse en andere controlewerkzaamheden die in functie van de omstandigheden als noodzakelijk worden beschouwd.
45. De auditor bespreekt met de leiding de methoden die zijn gebruikt om de gesegmenteerde informatie op te stellen, bepaalt of deze methoden in overeenstemming zijn met het van toepassing zijnde stelsel inzake financiële verslaggeving en voert controlewerkzaamheden uit op de toepassing van deze methoden. De auditor beoordeelt de verkopen, overdrachten en 501
NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 9/10
Controle-informatie - Aanvullende beschouwingen voor specifieke aspecten
lasten van en naar de segmenten, de eliminatie van bedragen tussen bedrijfsssegmenten, de vergelijking met budgetten en andere resultaatverwachtingen, bijvoorbeeld de operationele winst van een segment uitgedrukt in een percentage van de verkopen, en de toerekening van activa en kosten aan de segmenten, alsmede consistentie in relatie tot vorige perioden en het adequaat zijn van de in de financiële overzichten opgenomen toelichtingen met betrekking tot geconstateerde inconsistenties.
501
NIVRA-IBR/HV-DSCH-RK/acs/Versie 29 juni 2006 © Originele tekst: IFAC; vertaling: NIVRA-IBR
p. 10/10