Inspectierapport
Het (B)engeltje (KDV) Amentstraat 6c 6039RA STRAMPROY Registratienummer 151191797
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Limburg-Noord Weert 11-08-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 11-11-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................5 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................5 Personeel en groepen....................................................................................................7 Veiligheid en gezondheid ...............................................................................................9 Ouderrecht................................................................................................................ 11 Inspectie-items.............................................................................................................. 13 Gegevens voorziening..................................................................................................... 18 Gegevens toezicht.......................................................................................................... 18 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 19
2 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Deze beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kinderdagverblijf en de inspectiegeschiedenis, volgen de belangrijkste bevindingen. Deze worden elders in het rapport per hoofdstuk verder uitgewerkt. Feiten over kinderdagverblijf (KDV) Het (B)engeltje. KDV Het (B)engeltje is een particulier kinderopvangaanbieder in de gemeente Weert. Op dezelfde locatie wordt sinds september 2015 eveneens voor- en naschoolse opvang geboden, er zijn 9 kindplaatsen. Het kinderdagverblijf is geopend op maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 19.00 uur. Er zijn twee verticale groepen; De Batraven en De Bengels met kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. De houder biedt dagelijks tussen 09.00 en 11.00 een peuterprogramma aan voor kinderen in de leeftijd 2 tot 4 jaar. De kinderen van de dagopvang nemen hier automatisch aan deel. KDV Het (B)engeltje is met 32 kindplaatsen opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang. Inspectiegeschiedenis: 09-04-2013: jaarlijks onderzoek; tekortkomingen: risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (niet tijdig uitgevoerd), buitenruimte (niet-passend ingericht), pedagogisch plan (omschrijving achterwacht regeling ontbreekt), klachten (jaarverslagen klachtencommissie en oudercommissie te laat opgestuurd); 05-06-2013: aanwijzingsbrief gemeente Weert met mogelijkheid tot oplossen van de tekortkomingen binnen gesteld termijn; 16-07-2013: brief gemeente Weert beëindiging handhaving; tekortkomingen zijn opgelost binnen het gestelde termijn; 16-07-2014: jaarlijks onderzoek; tekortkomingen: verklaring omtrent gedrag (verlopen), klachten (jaarverslagen te laat), meldcode (geen juiste versie); 27-11-2014: nader onderzoek; tekortkomingen zijn niet volledig opgelost. Hoofdstuk klachten moet opnieuw beoordeeld worden. 03-12-2014: brief gemeente Weert niet handhaven: hoofdstuk klachten moet bij het eerstvolgend jaarlijks onderzoek opnieuw beoordeeld worden. Bevindingen op hoofdlijn: Op dinsdag 11 augustus 2015 heeft er een onaangekondigde inspectie plaatsgevonden. Op dat moment waren er twee beroepskrachten en 8 kinderen aanwezig. Er heerst een open en ontspannen sfeer. De beroepskrachten tonen zich betrokken en er is een goede interactie tussen de beroepskrachten en de kinderen. Op grond van de huidige inspectie is geconstateerd dat er niet volledig wordt voldaan aan de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Er zijn tekortkomingen geconstateerd in de volgende onderdelen: Personeel en Groepen, Veiligheid en Gezondheid en Ouderrecht. Voor verdere toelichting zie daarvoor de inhoud van het rapport en onderstaand advies aan College van B&W.
3 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. Verklaring omtrent gedrag: Handhaven conform handhavingsbeleid; ieder persoon werkzaam bij de onderneming van de houder dient in het bezit te zijn van een geldig verklaring omtrent gedrag. Momenteel voert de poetsvrouw werkzaamheden in het kindcentrum uit zonder een VOG overlegd te hebben. Veiligheid en Gezondheid: Handhaven conform handhavingsbeleid; de risico-inventarisatie Veiligheid en Gezondheid dient de meest actuele situatie te beschrijven van alle ruimten in het kinderdagverblijf, inclusief de inventarisatie van de buitenbedjes. Klachten: Handhaven, hierbij rekening houdend met verzachtende omstandigheden: het openbaar klachtenverslag oudercommissie 2014 dient te worden opgesteld. Echter kan aan de voorwaarde om dit verslag vóór 01 juni 2015 naar de GGD te sturen nooit meer worden voldaan. Het advies is dan ook om het onderdeel klachten in het jaar 2016 opnieuw mee te nemen in het toezicht.
4 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld:
emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden.
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het Veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0 - 4 jaar (2015). Pedagogische praktijk Er vindt een observatiemoment plaats na de middagpauze van de beroepskrachten. Deze middag zijn er 8 kinderen aanwezig en hun vaste beroepskrachten. De kinderen spelen rustig in de groepsruimte van de Batraven (ruimte gelegen tussen hal entree en groepsruimte van de Bengels). Een aantal kinderen slaapt nog, waarvan één kind in het buitenbed, de anderen in de inpandige slaapruimte. De kinderen die slapen worden gecheckt door een beroepskracht, als reminder gaat er om de 15 minuten een 'wekker' af. Eerst is er vrij spel, daarna gaan de kinderen verven aan de tafel. De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan De beroepskrachten weten in grote lijnen wat er over de vier pedagogische basisdoelen in het beleidsplan staat. Ze handelen volgens de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan. De beroepskrachten bespreken hun ervaringen met de houder tijdens het teamoverleg. Indien nodig wordt het beleidsplan aangepast. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De beroepskrachten communiceren veel met de kinderen. Er wordt benoemd wat ze gaan doen. Een kind dat net wakker is geworden en nog niet meteen wil aansluiten wordt gevraagd of ze nog even bij de beroepskracht wil zitten. Het kind kruipt op schoot en wordt geknuffeld. Vervolgens gaat het kind tevreden spelen. De beroepskrachten maken complimentjes en reageren op een warme manier naar de kinderen. De meeste kinderen zijn rustig en ontspannen. Er is een gezellige sfeer. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. Er is een goede interactie tussen de beroepskrachten en de individuele kinderen. Er is aandacht voor een kind dat niet mee wil doen met verven, het kind mag iets anders gaan doen. De beroepskracht gaat een boekje voorlezen. De andere kinderen mogen zich met het verven 'uitleven' en ontdekken spelenderwijs dat verven met de vingers ook heel leuk is. Op het moment dat een kind gaat proeven of de verf ook lekker is, grijpt de beroepskracht in en legt uit dat dat toch niet de bedoeling is. De kinderen hebben plezier. Er wordt tussen het verven door ook gecorrigeerd met het vasthouden van het penseel: "kijk als je je handje zo houdt, dan kun je mooie lijntjes trekken." De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De kinderen zijn deel van de groep. De kinderen worden geholpen in de ontwikkeling van sociale vaardigheden; leren delen, naar elkaar luisteren, wachten, helpen. Er is veel initiatief voor samenspel, als het nodig is grijpen ze in als kinderen niet mee mogen doen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen en naar elkaar. Ze zijn zich bewust van hun voorbeeldrol en geven zelf het goede voorbeeld in hun spreken en handelen. 5 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Conclusie Op basis hiervan is geconstateerd, dat de pedagogische praktijk voldoet. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Interview anderen (beroepskracht 2x) Observaties (11-08-2015) Pedagogisch beleidsplan (Kinderopvang Het Bengeltje, versie september 2015)
6 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Personeel en groepen Binnen dit hoofdstuk zijn de medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag (VOG). Daarnaast is de beroepskracht-kindratio en de opvang in stamgroepen beoordeeld. Verklaring omtrent het gedrag Tijdens het onderzoek zijn de VOG’s van 2 pedagogisch medewerkers en een stagiaire beoordeeld. De VOG’s voldoen aan de wettelijke voorwaarden. Tijdens het gesprek met de houder is naar voren gekomen dat er eveneens een poetshulp voor KDV Het Bengeltje werkzaam is, zij is echter niet in het bezit van een VOG. De houder heeft aangegeven dat voor deze persoon een VOG wordt aangevraagd. Conclusie: Er is een persoon werkzaam bij de onderneming die níet in het bezit is van een geldig VOG. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Tijdens het onderzoek zijn de diploma's van beroepskrachten ingezien. Conclusie: De diploma's voldoen aan de eisen zoals in de cao kinderdagopvang is opgenomen. Opvang in groepen Het kinderdagverblijf heeft een tweetal verticale groepen: De Batraven en de Bengels, beide voor de leeftijdsgroep 0 - 4 jaar. De verticale groepen bij het Bengeltje tellen maximaal 16 kindplaatsen. Om flexibiliteit te kunnen bieden wordt de volgende verdeling gehanteerd: 11 kindplaatsen per groep worden ingedeeld met kinderen die op vaste dagen komen, de overige 5 kindplaatsen per groep zijn flexibele plaatsen. In de hal hangt een overzicht van de werktijden van de pedagogische medewerksters. Ook kunnen de ouders hierop zien welke kinderen er die dag aanwezig zijn en bij welke groep ze horen. Ieder kind maakt gedurende een week van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik, ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten. Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. Hiervoor is door de houder een formulier opgesteld, welk ondertekend wordt door de ouders.
7 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Beroepskracht-kindratio Op grond van de bezettingslijsten en de personeelroosters is geconcludeerd dat er steeds voldoende personeel op de groepen aanwezig is. Het aantal kindplaatsen wordt niet overschreden en de breng- en haaltijden worden consequent genoteerd. Indien er wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio, dan gebeurt dit conform de drieuursregeling. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Achterwachtregeling De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Interview anderen (beroepskracht 2x) Observaties (11-08-2015) Verklaringen omtrent het gedrag (beroepskrachten 8x , vrijwilliger 1x, houder 1x.) Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (week 30, 31, 32) Presentielijsten (week 30, 31, 32) Personeelsrooster (week 30, 31, 32)
8 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Veiligheid en gezondheid Binnen dit onderdeel zijn de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid gecontroleerd op inhoud en volledigheid. Onder andere is gekeken naar de datum van inventarisatie en of de inhoud de actuele situatie betreft. Ook is gekeken naar de meldcode kindermishandeling, met name naar de kennis van de beroepskracht met betrekking tot het toepassen van de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid opgesteld, deze is uitgevoerd in april 2014. De houder heeft diverse protocollen opgesteld, waaronder een protocol 'Veilig slapen en wiegendoodpreventie'. In het kinderdagverblijf wordt ook gebruik gemaakt van buitenbedjes. Hiervan is een wel beschrijving terug te vinden op de website, echter is het gebruik van de buitenbedjes níet opgenomen in de inventarisatie en zijn de eventuele risico`s en bijhorende maatregelen niet inzichtelijk gemaakt. Conclusie: De risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid betreft niet de actuele situatie. Het plan van aanpak is door het ontbreken van de opname van de buitenbedjes niet compleet.
Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. Per mail heeft de houder de meest recente versie (juli 2013) aangeleverd; deze was op moment van inspectie niet voorhanden. Tijdens de vorige inspectie is eveneens opgemerkt dat de oude versie wordt gebruikt. De houder is toen in de gelegenheid gesteld (overleg en overreding) een juiste versie van de meldcode kindermishandeling (versie 1 juli 2013) te updaten. Aandachtspunt: De meldcode die de houder op de website heeft geplaatst is een verouderde versie; versie december 2011 in plaats van juli 2013. 9 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
De nieuwe versie is fundamenteel veranderd door de invoering van de meldplicht! De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. Dit blijkt uit een gesprek met een beroepskracht. De meldcode kindermishandeling is een terugkerend onderwerp tijdens het teamoverleg. Conclusie: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. Het is belangrijk deze up-to-date te houden, zowel op de website als in het kindcentrum zelf. Vierogenprincipe
Bij KDV Het (B)engeltje wordt gewerkt met het open-deuren-beleid. Hierdoor kunnen medewerksters van beide groepen elkaar zien en horen. Op het momenten dat er maar 1 pedagogisch medewerkster op de groep aanwezig is, wordt het vierogenprincipe in stand gehouden door de aanwezigheid van de houder. Indien de houder niet aanwezig kan zijn wordt een andere volwassene ingeschakeld. Het gebouw is voorzien van veel ramen. Hierdoor is de mogelijkheid aanwezig om ten alle tijden vanuit de groepsruimte, de verschoonruimte/toiletruimte en slaapkamer in te kijken. Ook de afscheiding tussen beide groepsruimten en de hal is transparant. Uitstapjes worden gedaan in een omgeving waar voldoende sociale controle aanwezig is van andere mensen (zoals supermarkt, bakker, openbare speeltuin). Uitstapjes vinden in principe plaats met minimaal 2 volwassenen. Dit kunnen 2 pedagogisch medewerksters zijn, een pedagogisch medewerkster en een stagiaire of een pedagogisch medewerkster en een andere volwassene. Indien bij een uitstapje/activiteit buitenshuis een beroepskracht op locatie alleen achterblijft, dan neemt zij met de kinderen plaats in de groepsruimte van de Batraven. Door de transparantie van de hal kan er altijd onverwachts toezicht plaatsvinden. Tijdens de pauzetijd van de beroepskrachten geldt de afspraak dat er altijd minimaal 2 volwassenen in het pand aanwezig zijn.
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Interview anderen (beroepskracht 2x) Observaties (11-08-2015) Risico-inventarisatie veiligheid (april 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (april 2014) Actieplan veiligheid (april 2014) Actieplan gezondheid (april 2014) Ongevallenregistratie Huisregels/groepsregels Meldcode kindermishandeling (versie juli 2013 Brancheorganisatie kinderopvang) Pedagogisch beleidsplan (Kinderopvang Het Bengeltje, versie september 2015)
10 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Ouderrecht Binnen dit onderdeel is beoordeeld hoe de houder de ouders en oudercommissie betrekt en informeert inzake het beleid. Tevens is gekeken naar de klachtenprocedure van het kindercentrum. Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid door middel van:
het intakegesprek; de breng- en haalmomenten; jaarlijkse ouderbijeenkomsten; via de website; een nieuwsbrief; informatie op locatie;
De houder heeft het meest recente inspectierapport op de website geplaatst. Eveneens ligt er een afschrift op locatie (groepsklapper). Oudercommissie Kinderopvang Het Bengeltje heeft een actieve oudercommissie, bestaande uit 5 leden. In het kinderdagverblijf hangt een overzicht met de namen van de zittende oudercommissieleden en hun mailadres. De houder informeert de leden tijdig en stelt de oudercommissie in de gelegenheid om advies uit te brengen over voorgenomen besluiten. De houder is minstens 1x per kwartaal bij een oudercommissievergadering aanwezig om vragen te beantwoorden en zaken toe te lichten. Daarnaast vergadert de commissie zo vaak zij dit onderling nodig achten. Het openbaar jaarverslag Klachten 2014 van ouders is met de oudercommissie besproken Het jaarverslag Oudercommissie (jaar 2014) ontbreekt echter. Zie de toelichting bij het onderdeel 'Klachten' verderop in de rapportage. Daarnaast is de oudercommissie gevraagd advies uit te brengen over onder andere:
het voornemen om op locatie buitenschoolse opvang aan te bieden; wijzigingen in het pedagogisch beleidsplan.
Conclusie: De toezichthouder constateert dat de oudercommissie haar taken redelijkerwijs kan uitvoeren. Voor zover bekend heeft de houder niet afgeweken van een gevraagd advies van de oudercommissie. Klachten Het openbaar jaarverslag Klachten 2014 van ouders wordt door de kinderopvangorganisatie het (B)engeltje opgesteld. Hiermee worden ouders geïnformeerd over eventuele klachten over de kinderopvang die door een externe klachtencommissie in behandeling zijn genomen. In het jaar 2014 zijn er geen klachten ingediend. Het klachtenverslag van ouders is op 5 januari 2015 bij de GGD binnengekomen. Conclusie: Het openbaar klachtenverslag ouders is volgens voorwaarden opgesteld en tijdig naar de GGD gestuurd.
11 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
De oudercommissie dient eveneens een openbaar klachtenverslag op te stellen. Dit is een ander verslag dan het klachtenverslag van ouders. Het klachtenverslag oudercommissie dient voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar naar de GGD worden gestuurd. Conclusie: Er wordt niet voldaan aan de voorwaarden die gelden voor het klachtenverslag oudercommissie. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan.
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (houder) Interview anderen (beroepskracht 2x) Reglement oudercommissie Informatiemateriaal voor ouders Website (www.hetbengeltje.nl) Klachtenregeling Jaarverslag Wet klachtrecht cliënten zorgsector (2014)
12 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a en 7 lid 1 sub h Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
13 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 4, 5 en 6 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7, 8 en 12 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
14 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 11 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk)
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
15 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ouderrecht Informatie De houder informeert de ouders over het te voeren beleid. (art 1.54 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats. (art 1.54 lid 2 en 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Oudercommissie De houder heeft een oudercommissie ingesteld. (art 1.58 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. (art 1.60 lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft. (art 1.60 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet. (art 1.60 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Klachten De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
16 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
(art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 1.60a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
17 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: Het (B)engeltje : 32 : Nee
Gegevens houder Naam houder KvK nummer
: SMG Nelissen-Henkens : 52379221
Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Weert : Postbus 950 : 6000AZ WEERT
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
GGD Limburg-Noord Postbus 1150 5900BD VENLO 088-1191200 A. de Graaf
11-08-2015 27-10-2015 10-11-2015 11-11-2015 11-11-2015 11-11-2015
: 18-11-2015
18 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze inspectierapport KDV Beste lezer, Naar aanleiding van uw rapport kan ik u melden dat de punten welke nog niet volledig waren op de volgende wijze zijn opgelost: - VOG poetshulp Deze verklaring is aangevraagd en wordt aan de personeelsadministratie toegevoegd. - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid We zijn inmiddels al begonnen met de inventarisaties voor 2016. De lijsten worden allen nagelopen en alle nieuwe risico’s worden toegevoegd. D.d. 10-11-2015 is ook de inspecteur van de werkwijze en het beoogde tijdspad op de hoogte gebracht. Ook de oudercommissie is op de hoogte van de werkwijze in de aanpassing van deze lijsten. Zodra compleet zullen ze ook aan hun weer worden aangeboden ter goedkeuring. - klachtenjaarverslag oudercommissie 2014 De oudercommissie is op de hoogte gebracht van het ontbreken hiervan. Voor 1 december 2015 ontvang ik het door hun opgestelde verslag. Er zijn over het jaar 2014 geen schriftelijk ingediende klachten binnengekomen. Tevens is de oudercommissie al op de hoogte gebracht van de wijziging in de klachtenregeling d.d. 1-1-2016. En de wijzigingen die dit binnen Kinderopvang Het (B)engeltje teweeg zal brengen. Ook het vervallen van het indienen van een verslag indien er geen schriftelijke klachten zijn binnen gekomen m.i.v. over het jaar 2016 is al bij hun bekend gemaakt. Verder ben ik erg tevreden over de wijze waarop de praktijk over is gekomen op de inspecteur. Zelf ben ik van mening dat het team het beleid heel goed in de praktijk weet te brengen en dat ze heel zorgzaam en liefdevol met de kinderen omgaan. Dat dit dan tijdens een inspectie ook zo ervaren wordt door de inspecteur doet mij als houder goed en maakt ook dat ik oprecht trots ben op mijn team en mijn organisatie. Met vriendelijke groet, Simone Nelissen – Henkens Eigenaresse Kinderopvang Het (B)engeltje Kinderdagverblijf – Peuteropvang – BSO
19 van 19 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 11-08-2015 Het (B)engeltje te STRAMPROY