Inhoud Woord vooraf 7 1 Hoe ga je om met verschillen? 9 2 Is talentontwikkeling bijbels? 15 3 Hoe spoor je talenten op? 21 4 Wat is je basishouding als coach? 27 5 Wat belemmert je talent in te zetten? 33 6 Onderzoek je eigen functioneren 39 7 Projectmatige coaching: wat wil iemand bereiken? 49 8 Coaching gericht op zelfsturing: hoe zet iemand zijn kwaliteiten effectief in? 57 9 Coaching gericht op identiteit: wanneer iemands zelfbeeld in het geding is 66 10 Coaching gericht op het grotere geheel: verbinding maken 74 11 Het coachen van spanningen 82 12 Het coachen van waarheden, normen en waarden 90 13 Wanneer coachen niet lukt 98 14 Het coachen van groepen 105 15 Het maken van vrijwilligersbeleid 112 Bijlage 1-12 120 Geraadpleegde literatuur 158 Over de auteur 160
Woord vooraf
Door alles heen geweven is de boodschap van de Bijbel, het woord van onze God. Dat is gezaghebbend en doorslaggevend, ook wanneer je (zoals ik in dit boek doe) gangbare, veelal seculiere coachingstheorieën toepast op het gemeenteleven. Het heeft mij in het schrijfproces verrast hoe naadloos enkele van deze theorieën aansloten op het inzetten van natuurlijke gaven in de kerk. Ik heb veel mis zien gaan in gemeentes, vooral op het gebied van communicatie. Waarom zouden we ons niet meer bezig houden met de vraag hoe we conflicten kunnen voorkomen, in plaats van te wachten tot het uit de hand loopt? Door gemeenteleden toe te rusten in coaching komt er meer zicht op de processen die spelen en kan voortijdig worden ingegrepen. En meer dan dat: coaching legt het accent op mogelijkheden in plaats van op onmogelijkheden, geeft inzicht in gaven en talenten, zet leerprocessen in werking, leidt tot zelfsturing en een toename van onderlinge verbondenheid. Ik heb me gericht op zowel professionele leidinggevenden als vrijwilligers die interesse hebben in coachen en coachend leidinggeven. Te denken valt aan predikanten, voorgangers, maar ook ambtsdragers, oudsten of andere vrijwilligers. Dit boek is zowel individueel te gebruiken als met een kleine groep (zo’n twee à drie personen). Het voordeel van groepsgebruik is dat je feedback krijgt bij de oefeningen die in het boek gegeven worden. In de bijlagen staan extra tips en vragen die je kunt gebruiken bij het voeren van coachingsgesprekken, evenals programma’s voor het organiseren van toerustingsavonden voor de gemeente,
7
Woord vooraf
Voor je ligt het handboek coaching, speciaal geschreven voor de gemeente van Christus. Een belangrijk uitgangspunt in dit boek is het ontwikkelen van natuurlijke gaven door middel van allerlei vormen van coaching. Leidinggeven aan gemeenteopbouw zie ik dan ook als ruimte bieden aan gaven die bijdragen aan de groei van de gemeente, waarvan Christus het hoofd is.
gericht op de ontwikkeling van persoonlijke gaven.
Handboek voor kerkelijke coaches
8
Bij het schrijven is de protestantse gemeente van Rhenen, waar ik lid van ben, voor mij een grote bron van inspiratie geweest. Ik heb hier de ruimte gekregen om coaching in de praktijk te brengen. Veel voorbeelden in dit boek zijn ontleend aan ervaringen die ik in deze gemeente heb opgedaan. Ik dank ook mijn gezin voor de ruimte en tijd die ik kreeg om te schrijven en de Here God die mij de gezondheid en inspiratie gaf. Hopelijk mag dit boek een bijdrage leveren aan de opbouw van zijn koninkrijk! Anne Pals
1
Hoe ga je om met verschillen?
Dit boek laat je zien hoe vruchtbaar de veelkleurigheid van een gemeente kan zijn. Dat is niet vanzelfsprekend. Je kunt onderlinge verschillen zien als een bedreiging. Is er nog wel echte eenheid? Begrijpen we elkaar nog wel? Lopen we niet heel hard allemaal een verkeerde kant op? Dit hoofdstuk laat zien dat diversiteit geen bedreiging hoeft te zijn, integendeel: ze kan de gemeente juist verrijken.
Hoe de bijbelkring weer op gang kwam De bijbelkring voorziet in een behoefte. De Bijbel gaat open en de gesprekken gaan over hoe het geloof concreet handen en voeten kan krijgen. De kringleden voelen zich verbonden met elkaar en met God. Er dient zich een nieuw lid aan, Frank. Fijn natuurlijk: hoe meer zielen, hoe meer vreugd! Hij bereidt de bijbelstudie goed voor en gaat grondig op de bijbeltekst in waarbij hij de achtergronden mee laat spreken. Maar de sfeer verandert tijdens de kring. Het gaat op een gegeven moment meer om tekstuitleg dan om God en elkaar ontmoeten. Jessica en Anton vinden dat je niet zo analytisch met de Bijbel om moet gaan. Voor hen gaat de kring over geloven in God en wat dat met je doet. Geert trekt liever lijnen naar de dagelijkse praktijk. Mathilde heeft allerlei associaties bij thema’s die tijdens de bijbelstudie naar boven komen. Frank heeft daar moeite mee en roept steeds terug naar de Bijbel en wat daar nu feitelijk staat.
9
Hoe ga je om met verschillen?
Henk komt in de kerkenraad en al snel merkt hij dat de onderlinge verschillen groter zijn dan hij aanvankelijk had gedacht. In het begin deinsde hij nog wel eens terug, wanneer men stevige uitspraken naar elkaar deed. Hij was bang dat het zou leiden tot verwijdering. Maar nu ziet hij er de zin van in: het verdiept de discussie. Tegen elkaar ‘schuren’ kan ook ‘glans’ geven.
Handboek voor kerkelijke coaches
10
Er dreigt een afstandelijke sfeer te ontstaan. Menno, de kringleider, trekt de stoute schoenen aan en stelt dit aan de orde. Hij maakt duidelijk wat hij waarneemt, maar zonder er een oordeel over te vellen. Ook vraagt hij naar wat iedereen nodig heeft. De verschillende verwachtingen komen in korte tijd boven tafel. Duidelijk is dat er vier behoeften zijn in de kring. Een analytische benadering, aandacht geven aan wat de tekst oproept, wat je bij het gedeelte beleeft en een praktische toepassing. Alle vier de manieren van omgaan met de Bijbel vullen elkaar juist aan. Met dit te benoemen, knapt de sfeer op. Kringleden leren weer meer van elkaar en de tevredenheid is weer terug. Wie kent niet zulke processen in groepen binnen de kerk waar juist de verschillen spanningen opleveren? Elke verandering, hoe klein ook, levert weerstand op. We houden niet van dingen die anders gaan dan we gewend zijn. Hoe kun je dit zó aan de orde stellen, dat deze veranderingen en verschillen (geestelijke) groei opleveren? In het voorbeeld was de leider niet sturend, maar coachend. Hij liet de deelnemers van de kring kijken naar wat er gebeurde en onder woorden brengen wat er aan persoonlijke behoeften leefde. Zo gingen de groepsleden inzien wat de ander beweegt en hoe ze elkaar kunnen versterken. Coachend leidinggeven is vooral even in de helikopter gaan zitten: kijken wat er gebeurt en hier zonder oordeel woorden aan geven. Zo ontdekken anderen zélf hoe het beter kan. Nieuwe inzichten en veranderingen zijn zo duurzamer, dan wanneer je krampachtig ingrijpt om te ontdekken wie gelijk heeft. Op deze manier leidinggeven, gaat uit van: ‘Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam’ (Efeziërs 4:16).
Hoe een kleurig proces begon Drie kerkenraden hebben een gezamenlijke avond met als thema ‘Kleurrijk communiceren in de gemeente’. De onderlinge communicatie loopt bij deze kerkenraden wel eens stroef en dat geeft spanningen. Sommige gesprekken verzanden in ergernissen, maar niemand weet hoe dat precies komt. Doel van deze avond is dat de deelnemers zich meer bewust zijn van de effecten van hun onderlinge wijze van communiceren. In tweetallen vertelt men elkaar iets over het werk in de gemeente waar hij of zij zich fijn bij voelt, waar men tot zijn recht komt. De
Bovenstaande bijeenkomst was het startpunt voor een langer traject in de gemeente om de communicatie te verbeteren en de diverse gaven in de gemeente meer de ruimte te geven. Het geven van een naam en een kleur aan de wijzen van communiceren, creëert bewustwording en die leidt op haar beurt tot verandering. Om deze verandering op langere termijn te borgen is het wel nodig elkaar er regelmatig op aan te spreken. Maar naast het elkaar een spiegel voorhouden, zorgt vooral de verbinding met bijbelse
11
Hoe ga je om met verschillen?
zaal gonst van kleine ‘feestjes’ van herkenning. Er ontstaat een plezierige sfeer. Vervolgens koppelt de coach vier kleuren aan vier manieren van werken en communiceren in de gemeente. Iedereen kiest een passende kleur, zoekt een gekleurde sticker uit en plakt deze bij zichzelf op. De ‘groenen’ zijn goede organisators die van orde houden, de ‘blauwen’ zijn de wat meer zakelijk ingestelde mensen die in veel gevallen ook verstand van cijfers hebben. De ‘gelen’ zijn de creatieve mensen die bruisen van ideeën. De ‘roden’ zijn de mensenmensen die goed mee kunnen leven met anderen en hebben vooral pastorale en diaconale kwaliteiten. Er ontstaat nu een kleurenpalet van verschillende kwaliteiten. Allemaal mensen met specifieke talenten die in de gemeente nodig zijn, maar die onderling ook wel eens spanningen kunnen opleveren. Nadat iedereen kleur bekend heeft, krijgen ze de opdracht iemand van dezelfde kleur op te zoeken. Vervolgens gaan ze aan de hand van een voorbeeld elkaar vertellen waarom ze voor die kleur gekozen hebben. Daarna voert iedereen een gesprek met iemand van een andere kleur, tot iedereen alle kleuren heeft gehad. Wat zijn de verschillen en op welk vlak zou men elkaar kunnen aanvullen in het werk in de kerk? Iemand vertelt dat de ene kleur allergisch kan reageren op een andere kleur. Veel instemmende reacties vanuit de zaal. Er ontstaat steeds meer duidelijkheid over de knelpunten van communicatie. Regelmatig klinkt het: ‘Oh, nu snap ik wat ik zo lastig vind en waar ik me soms zo aan erger.’ Vanuit de vier kleuren trekt de coach vervolgens lijnen naar de gaven die genoemd worden in de Bijbel. Er valt steeds meer op zijn plek. Deze oefening blijkt heel effectief. Tot op de dag van vandaag klinkt het in deze drie kerkenraden nog regelmatig: ‘Dat is echt een blauwe opmerking,’ of: ‘Jouw rode benadering is weer duidelijk, je kiest weer voor mensen in plaats voor regels.’ Onderlinge spanning krijgt een naam, en dat leidt tot relativering.
gegevens voor een geestelijke verdieping. Hoe we met elkaar omgaan in de gemeente is niet om het even.
Hoe de vierkleurenmethode werkt
Handboek voor kerkelijke coaches
12
Teamcoaches werken succesvol met deze kleuren. Ze gebruiken deze methode om binnen groepen in organisaties de communicatie te verhelderen en teamontwikkeling te stimuleren. Deze kleuren brengen de diversiteit binnen een team in kaart, wat de onderlinge band versterkt. Ook in de kerk kan het zo werken. De gemeente is als een caleidoscoop: kleuren die wisselend oplichten zonder een grijze brij te worden. Het gebruik van deze kleuren is maar een middel, zoals er zoveel manieren zijn om de onderlinge communicatie in groepen in kaart te brengen. Ze zijn heel herkenbaar en daarom kun je deze methode bijna overal inzetten. Mensen onthouden deze kleuren gemakkelijk en herkennen ze snel in de praktijk van het gemeenteleven. Door er met elkaar over te praten groeit het bewustzijn en het verlangen naar een betere communicatie. De vier kleuren hebben te maken met de functies van de linker- en van de rechterhersenhelft. De functies van de linkerhersenhelft zijn vooral gericht op feitelijke waarneming (blauw) en het ordelijke denken (groen). De functies van de rechterhersenhelft zijn vooral de verbeelding (geel) en de intuïtieve beleving (rood). Dit model is ontwikkeld door Hermann Brain. Hieronder staan de betekenissen van de vier kleuren met voorbeelden. Blauw Logische denkstijl: analyseert feiten, verwerkt getallen en is kritisch.
Geel Creatieve denkstijl: gebruikt verbeeldingskracht, denkt in grote lijnen, spuit enthousiast zijn ideeën.
Herman is de financieel-deskundige in de kerkenraad en legt de vinger bij de zere plek. Het aantal giften loopt terug en de prognose voor de toekomst is niet best. Dit kan betekenen dat de predikantsplaats op de tocht zal komen te staan.
De gemeenteavond over betrokkenheid vangt aan. Geertje begint enthousiast te vertellen over wat ze zelf heeft ontdekt over dit thema. Ze laat allerlei beelden zien en krijgt de gemeente met activerende werkvormen in beweging.
Aan het eind van de avond heeft Geertje te weinig tijd om nog bijbelse lijnen te trekken en de relevantie van de werkvormen duidelijk te maken voor de gemeente. Dit was voor verschillende gemeenteleden teleurstellend.
Groen Praktische denkstijl: denkt in planningen, organiseert de gegevens, maakt gedetailleerde overzichten.
Rood Emotionele denkstijl: benadert de omgeving interpersoonlijk, intuïtief en expressief.
Marjan heeft als penningmeester een plan bedacht voor de renovatie van het kerkgebouw. Vervang de kerkbanken door stoelen en er ontstaat een functionele ruimte. De ruimte kan dan ook verhuurd worden voor andere activiteiten, en dat brengt geld op. Een logisch, doordacht plan. Enkele gemeenteleden protesteren: de banken in de kerk waar ze hun leven lang op zitten, moeten ineens weg ter wille van activiteiten die niet eens met de kerk te maken hebben? Dat is toch al te bont. Allerlei sentimenten spelen op. Marjan snapt er weinig van. Ze houdt vast aan haar plan en verwijst naar eerdere besluiten die democratisch genomen zijn.
William is een pastorale ouderling en zoekt binnen de oudstenraad altijd de verbinding. Meningsverschillen trekt hij zich soms persoonlijk aan en hij is gericht op een goede sfeer. Gemeenteleden waarderen hem erg om zijn inlevingsvermogen en geestelijk inzicht. Kortom, een warme persoonlijkheid waar gemeenteleden van opknappen. Wanneer hij een stukje over pastoraat voor het beleidsplan moet schrijven, lukt het hem echter niet iets op papier te zetten. Pastoraat doe je met hart en ziel en dat is volgens hem niet in ‘koude taal’ weer te geven.
Verwerking yy Hierboven heb je de casus gelezen van de bijbelkring die een beetje vastliep. Vervolgens las je over de bijeenkomst met de vier kleuren en een toelichting van deze kleuren, die alle vier een bepaalde persoonlijkheid typeren. Welke kleur herken je bij de diverse leden van de bijbelkring uit de casus? yy Welke kleur past bij jou? yy Bovenstaande voorbeelden geven aan dat er aan de kleuren ook een schaduwkant zit waar je rekening mee moet houden. Welke schaduwkanten zijn dit per kleur? yy Wat is nodig om niet in de valkuil van deze schaduwkant te komen? yy Hoe kunnen gemeenleden elkaar hierbij helpen? Coachend leidinggeven is iets anders dan instructies geven of van
13
Hoe ga je om met verschillen?
Hij komt op een ander kerkenraadslid afstandelijk over. Deze vraagt hem of hij wel genoeg bidt en op God vertrouwt. Voor Herman staat echter vast: de feiten zijn onweerlegbaar, het beleid moet worden aangepast.
bovenaf met de woorden van God zwaaien. Het betekent vooral dat je gemeenteleden zelf laat ontdekken wat er speelt en hoe zij met elkaar dingen ten goede kunnen veranderen. Als we iets zelf in gaan zien, werken veranderingen beter door in het gemeenteleven en zijn ze duurzamer. In dit boek bespreken we natuurlijk meer methodes, maar het werken met ‘denkstijlen’ gekoppeld aan ‘kleuren’, is een handige tool. Veranderingen hebben taal, beelden en metaforen nodig.
Handboek voor kerkelijke coaches
14
Verwerking yy Geef enkele voorbeelden van coachend leidinggeven in je gemeente door predikanten, voorgangers, ambtsdragers of oudsten. yy Geef ook eens voorbeelden van leidinggeven van bovenaf, al dan niet bijbels gemotiveerd. yy Wat zijn de verschillen? yy Wanneer is welke vorm van leiderschap vooral nodig?