Informatieboekje
Groep 5
Rekenen: Methode Pluspunt: In groep 5 onderscheiden we de volgende leerlijnen:
- getalbegrip - basisvaardigheden - hoofdrekenen - meten - meetkunde
-Getalbegrip: betrekking op de getallen van 0 tot 1000. - Kennis van de telrij. - Inzicht in de opbouw van de telrij. - Analyseren en samenstellen van getallen. -Basisvaardigheden: - Optellen en aftrekken tot en met 100. - Vermenigvuldigen en delen tot en met 100. (getallenlijn, splitsen, met een rond getal, langs een rond getal, aanpak van tafels). -Hoofdrekenen: - Optel- en aftrekstrategieën tot en met 1000. - Vermenigvuldig- en deelstrategieën tot en met 1000. -Meten: - Lengte, millimeter, centimeter, meter. - Omtrek en oppervlakte. - Inhoud. - Gewicht, kilogram en gram. - Tijd en tijdsduur. - Geld -Meetkunde: - Patronen en mozaïeken. - Spiegelen en symmetrie. - Blokkenbouwsels en hun plattegrond. - Schaduwen van vlakke figuren.
Lezen: Methode Estafette: De methode heeft 24 basislessen voor het niveau M5 (eerste helft schooljaar) en 24 lessen voor het niveau E5 (2e helft schooljaar). Per week worden 3 basislessen gegeven en 1 toepassingsles. De leerlingen hebben leesboeken, werkboeken (2 bladen per basisles) en voor de hele vlotte lezers zijn er de Estafettelopers. Verder zijn er de boekjes Vloeiend en Vlot met woordlijsten en teksten om te oefenen. In de methode wordt onderscheid gemaakt tussen risicolezers (krijgen verlengde instructie en meer begeleiding), methodevolgers (krijgen basisinstructie en daarna zelfstandig) en snelle lezers (zelfstandig in speciaal werkboek “Estafetteloper”)
1
De bedoeling van Estafettelezen is het aanleren van technische vaardigheden (correct, vlot en vloeiend lezen) en het leesplezier bevorderen.
Alle aspecten van lezen komen aan bod:
- technisch lezen - begrijpend lezen - leesbevordering - informatie verwerven
Taal: Methode Taalactief: Taalspel en Woordspel. Taalspel: taalbeheersing - luisteren - spreken - stellen taalbeschouwing - spelen met woorden - spelen met zinnen - taalschat - betekenis van woorden en zinnen - spreekwoorden - alfabet en woordenboek - deel en geheel - oorzaak en gevolg Er is één taalboek per leerjaar met 10 thema's. We werken 3 weken aan een thema. Voor en na de taaltoets zijn er veel mogelijkheden om te differentiëren. Daarvoor gebruiken we o.a. het taalboek extra. Woordspel: spelling. Dit loopt tegelijk met taalspel, ook 3 weken, en hier komen de woordpakketten aan bod. De woorden worden op school geoefend m.b.v. structureren op spellingscategorieën, computerprogramma, signaaldictee, bakkaarten. De woorden worden getoetst middels een signaal- en een controledictee. Ook hier biedt de methode voldoende gelegenheid tot differentiatie.
Woordenschat: Woordenschatuitbreiding is ook opgenomen in onze nieuwe taalmethode. Na 2 thema's volgt een toets.
Begrijpend lezen: Methode tekstverwerken. De methode Tekst verwerken stelt iedere les één leerdoel centraal. Dat zorgt –samen met de leerzame vragen- voor optimale duidelijkheid voor leerling en leerkracht. De methode bestaat uit leesteksten en in een werkboekje maken de kinderen de verwerking. De methode leert de kinderen bestuderend lezen en reikt hen lees strategieën aan die de kinderen helpt bij het begrijpend lezen.
2
Methode Nieuwsbegrip. Eén keer in de week krijgen de kinderen teksten, opdrachten en een filmpje aan de hand van de actualiteit. Deze worden op het niveau van de groep aangeboden. De tekst met bijbehorende opdrachten wordt op diverse manieren ingezet. Het werken met nieuwsbegrip heeft als doel om meer plezier te krijgen in het begrijpend lezen en het technisch lezen te bevorderen.
Schrijven: Methode: Pennenstreken. Herhaling van hoofdletters en schrijfoefeningen m.b.v. letterkaart. De kinderen hebben 2 werkboekjes, deel a en b. Ze schrijven met potlood. Bij schrijven is het van belang dat de kinderen een juiste schrijfhouding aannemen en de juiste schrijfrichting hanteren voor de letters. Dit is van belang voor het aan elkaar koppelen van de letters in het aan elkaar schrift.
Wereldoriëntatie:
Aardrijkskunde Methode: Wereldzaken. De methode wereldzaken heeft 5 hoofdstukken. Elk hoofdstuk bestaat uit 4 lessen (8 weken) en begint met een centrale vraag. De 4e les is een samenvatting en toets. De kinderen volgen de instructie vanaf het digibord en hebben een werkboek en na ieder hoofdstuk volgt een toets (toetsboekje). We houden ons bezig met de woonwijk, steden en dorpen, het werk, water en op vakantie. Daarnaast wordt er in groep 5 een begin gemaakt met kaartvaardigheid. De kaart van Nederland komt aan bod met de provincies en de provinciehoofdsteden. Natuur methode: Natuurzaken. Natuuronderwijs gaat over de levende natuur en de niet levende natuur bijv. een thermometer, het weer. De methode natuurzaken heeft 5 hoofdstukken. Elk hoofdstuk bestaat net als wereldzaken uit 4 lessen ( 8 weken ) en begint met een centrale vraag. De 4e les is een samenvatting en toets. De kinderen volgen de instructie vanaf het digibord en hebben een werkboek en na ieder hoofdstuk volgt een toets (toetsboekje). We houden ons bezig met de levende en niet levende natuur, het lichaam, eten, aarde en bescherming. Groep 5 volgt ook het schooltv programma: Nieuws uit de natuur. De programma’s zijn zeer actueel en heel leerzaam. We combineren de onderwerpen van de uitzendingen met de methode natuurzaken. Geschiedenis methode: Tijdzaken. De methode tijdzaken neemt de kinderen mee terug in de tijd. De methode tijdzaken heeft ook 5 hoofdstukken. Elk hoofdstuk bestaat net als wereldzaken en natuurzaken uit 4 lessen ( 8 weken ) en
3
begint met een centrale vraag. De 4e les is een samenvatting en toets. De kinderen volgen de instructie vanaf het digibord en hebben een werkboek en na ieder hoofdstuk volgt een toets (toetsboekje). We houden ons bezig met de jagers en boeren, de Grieken en Romeinen, Monniken en Ridders, Steden en Staten, Ontdekkers en Hervormers. De kinderen kunnen de toetsen van wereldzaken, natuurzaken en tijdzaken voorbereiden middels een samenvatting.
Sociale-emotionele vorming:
Kinderen en hun sociale talenten. De bedoeling van de methode is dat de kinderen leren in bepaalde situaties op een goede manier sociaal en emotioneel te reageren b.v. elkaar complimentjes geven, je aan de afspraken houden, iemand helpen tijdens de les. De methode behandelt de volgende gedragscategorieën: 1. Ervaringen delen 2. Aardig doen 3. Samen spelen en werken 4. Een taak uitvoeren 5. Jezelf presenteren 6. Een keuze maken 7. Opkomen voor jezelf 8. Omgaan met ruzie Bij elke categorie horen bordkaarten die centraal in de klas worden gehangen. Twee keer per jaar wordt per leerling de SCOL (= Sociale Competentie Observatielijst) ingevuld door de leerkracht.
Gymnastiek: De kinderen hebben 2x per week gymnastiek in de gymzaal, namelijk op de dinsdagochtend en vrijdagmiddag. Op de woensdagochtend krijgen de kinderen een materialenles en op de donderdagmiddag een spelles. . Tijdens deze gymlessen komen de volgende beweging thema’s aan bod: balanceren, springen, klimmen, zwaaien, mikken, jongleren, duikelen, hardlopen en bewegen op muziek. Tijdens de spellessen gaat het om: tikspelen, doelspelen, spelactiviteiten waarbij het gaat om mikken, jongleren en stoeispelen.
*Kleding en schoenen Shirt met korte broek, of een gympakje. Verder gewone gymschoenen (geen zwarte zolen). Turn- of balletschoentjes zijn minder geschikt i.v.m. de grip. Het is ook pijnlijk als hier iemand op gaat staan.
4
* Hygiëne Misschien overbodig om te laten weten: de gymkleding dient gewassen te worden. Ook is het van belang dat kinderen niet gymmen in de kleding die ze in de klas dragen (dus ook geen hemd onder het gymshirt). Het komt nogal eens voor dat kinderen de hele dag in een bezweet gymshirt in de klas zitten.
Muziek: De kinderen krijgen één keer per week muziekles. Het is belangrijk dat ze plezier hebben in het zingen. Ze leren verschillende liedjes zonder begeleiding, maar ook liedjes met begeleiding van cd of keyboard of andere instrumentjes. We gebruiken de methode ”Moet je doen”, soms wordt er via het digibord een liedje aangeleerd m.b.v. Bennie Vreden en liedjes uit het boek “Ëigenwijs”. Tevens leren de kinderen een ritme klappen en ontwikkelen ze een maatgevoel. Juffrouw Yvonne van CKE komt op dinsdag muziekles geven, dit zal een lessencyclus zijn, verdeeld over onderbouw en bovenbouw.
Handvaardigheid: Eén keer per week is er een handvaardigheidles. Ideeën halen we van internet, uit boeken en uit de methode: “Moet je doen”. Er worden verschillende materialen gebruikt en verschillende technieken toegepast.
Tekenen: Eén keer per week tekenles. Ideeën halen we van internet, uit “Moet je doen” en andere boeken. Er worden verschillende materialen gebruikt. De leerlingen werken op losse tekenblaadjes en in een tekenschrift. Hierop worden zowel de tekenopdrachten als vrije tekeningen gemaakt.
Verkeer: Methode : Klaar-over; Géén leerlingenboek, maar wel een werkboek en kopieerbladen. Kinderen leren regels en borden in het verkeer op hun niveau.
5
ICT: De kinderen werken eenmaal per twee weken ongeveer een uur aan een computer. Hierbij hanteren we het programma Basisbits. Vooral de basisvaardigheden van omgaan met een computer worden aangeleerd. Verder werken we in "Word" en "Paint" en mogen de kinderen af en toe het internet op. Verder oefenen wij ook met de Software van diverse methoden, zoals Pluspunt, Ambrasoft etc.
Weektaak: Vier keer per week werken de kinderen een half uur zelfstandig aan een weektaak. In de weektaak zitten taken die aangepast zijn. Er zijn taken voor de hulp, basis en plusgroep. De kinderen bepalen zelf de volgorde van de opdrachten, soms moeten ze het werk ook zelf nakijken en soms doen ze opdrachten in 2-tallen of met een groepje. De taken zijn heel verschillend, er zijn methode gebonden taken, taken buiten de methode en meer creatievere opdrachten. De leerkracht heeft zijn handen vrij tijdens de weektaak en kan dan met kinderen werken die nog extra begeleiding nodig hebben bij verschillende vakken, zoals taal, spelling, lezen en rekenen. Deze geplande leerhulp staat op het rooster.
Spreekbeurten: In groep 5 beginnen we met spreekbeurten. Er is een rooster met de data en onderwerpen van de spreekbeurt. De leerlingen krijgen een blad met tips voor de spreekbeurt mee naar huis. Alles wordt goed doorgesproken met de leerlingen. In groep 5 mag de spreekbeurt over een (huis)dier gaan. Kinderen kunnen altijd de steun van de leerkracht krijgen.
Boekbespreking:
De leerlingen krijgen een blad met vragen m.b.t. het boek wat ze gelezen hebben. Het gaat o.a. over: wie is de schrijver, tekenaar (illustrator), wat vond je van het boek. De antwoorden op deze vragen kunnen ze gebruiken voor de boekbespreking. Ook moeten ze een stukje voorlezen uit het boek. Er hangt een rooster in de klas met de data en wie er dan aan de beurt is.. Alles wordt goed doorgesproken met de leerlingen. Kinderen kunnen altijd de steun van de leerkracht krijgen.
6
Regels:
De kinderen in groep 5 komen in de ochtend zelfstandig naar binnen bij de ingang naast groep 6. De ouders nemen dus op het schoolplein afscheid. Belangrijke informatie kan altijd op een briefje worden meegegeven of worden gemaild naar de leerkracht. Na schooltijd zijn ouders altijd vrij om naar binnen te komen. Er is altijd ruimte om een afspraak te maken met de leerkracht. Verjaardagen: er wordt gezongen in de klas en de jarige job mag trakteren. Dit gebeurt bij voorkeur voor de kleine pauze, om 10:00 uur. De ouders zijn hierbij niet aanwezig. Graag even aan de leerkracht laten weten wanneer u de traktatie meegeeft. Uitnodigingen voor kinderfeestjes mogen niet op school worden uitgedeeld. Voor kinderen die (vaak) geen uitnodiging krijgen is dit niet prettig en zelfs frustrerend. Kleine pauze: fruit, brood en/of wat te drinken. Dit wordt in de klas gegeten, zodat de kinderen buiten de tijd hebben om te spelen.
Heeft u nog vragen? Ik beantwoord ze graag.
Kim van Gerwen Leerkracht groep 5
7