Informatieboekje groep 8 OBS ROELOF VAN WIENESSE
Schooljaar 2015 / 2016
Geachte ouder(s) / verzorger(s), In dit informatieboekje kunt u lezen over de verschillende vakken in groep 8 en over hoe het één en ander in zijn werk gaat! De leerkrachten voor deze groep zijn Carmen Archidona en Linda Beerepoot.
Algemeen: In de eerste 2 weken zijn we veel bezig geweest met de vreedzame school om weer een goede basis met elkaar te leggen. Zo hebben we gezamenlijk besproken hoe wij het graag willen hebben in de groep. Ook besteden wij aandacht aan vertrouwen- en samenwerkingspelletjes. In de gymzaal gaan we ook aan de slag met de samenwerkingsopdrachten. In groep 8 wordt verwacht dat de kinderen steeds zelfstandiger aan het werk gaan. De kinderen krijgen vaak van te voren al instructies voor de lessen taal en spelling, die zij daarna tijdens weektaaktijd zelfstandig af moeten maken. De afgelopen dagen hebben we gesprekken gehad over het inplannen en uitvoeren van de opdrachten. De kinderen vinden hier steeds meer hun draai in. Zonodig krijgen zij hier wat meer begeleiding in. Door kleinere stapjes (bv per dag) te nemen wordt het wat overzichtelijker. In de klas wordt er gewerkt volgens een rooster. Hierop staat onder meer vermeld hoeveel tijd er aan een bepaald vak gewerkt wordt. Het tijdstip wordt ook vermeld. Ook werken we af en toe aan projecten. Hierdoor verandert het rooster weleens en komen de vakgebieden op een andere manier aan de orde. Voor een aantal vakken / onderdelen staat de dag wel vast: - Maandag: nieuwe weektaak - Dinsdag: gym, huiswerk - Woensdag: - Donderdag: gymnastiek, muziek - Vrijdag: weektaakcontrole
1
Nu volgt verder wat gedetailleerde informatie per vak
Lezen
Als na een toetsing blijkt dat leerlingen nog niet het gewenste leesniveau ( E7 ) hebben gehaald, dit is altijd al voor groep 8 geconstateerd, wordt daar remedial aandacht aan besteed, afhankelijk van de beschikbare r.t.-tijd. Regelmatig worden stilleesboeken uit de bibliotheek geruild of verlengd. Voor de start van het Vernieuwd Niveau Lezen zijn alle leesboeken gescreend op niveau en geschiktheid. Iedere morgen starten we de dag met 20 minuten lezen en we eindigen regelmatig met korte boekpromoties/activiteiten van zo’n 5 minuten. In totaal zijn er 12 niveaus, waarvan 1 t/m 9 nagenoeg overeenkomen met de AVI-niveaus. Voor de oudere leerlingen zijn er nog 3 extra niveaus aan toegevoegd, vnl. gebaseerd op leesbeleving. In principe zijn de niveaus 11 en 12 gereserveerd voor de groepen 7 en 8. Regelmatig wordt er geëvalueerd om te zien of een leerling aan een hoger niveau toe is. Kinderen houden zelf een lijst bij van de gelezen boeken. Voor het oefenen van de DMT toets (woordjes lezen in 3x 1 minuut) die 2 keer per jaar bij de kinderen wordt afgenomen gebruiken we het computerprogramma ‘Flitsen’. Samen met een goede lezer zitten de kinderen elke ochtend 1 minuut achter de computer. De sterke lezer klikt op de muis en er verschijnt een woord. Als dit goed wordt gelezen klikt diegene weer naar het volgende woord tot de minuut voorbij is. Alles wordt geregistreerd, maar de kinderen moeten het programma wel serieus gebruiken. Met de DMT toets zullen we zien wat het effect hiervan is.
Rekenen
ALLES TELT is onze rekenmethode voor groep 3 t/m 8. In groep 1/2 gebruiken ze Alles Telt als bronnenboek binnen de thema’s, die door het jaar heen aan bod komen. Met Alles telt doen alle leerlingen mee aan de groepsinstructie. Daarna kan elke leerling de verwerking op zijn eigen niveau doen: de (zeer) zwakke rekenaar, de meer- en hoogbegaafde en de taalzwakke rekenaar.
2
Vrijwel geen enkele klas bestaat uit leerlingen die allemaal even goed zijn in rekenen. De één krijgt de stof maar moeilijk onder de knie, terwijl de ander er fluitend door heen gaat. Rekening houden met deze niveauverschillen is daarom een belangrijk uitgangspunt van Alles telt. De differentiatie is overzichtelijk voor de kinderen, want de moeilijkheid per opgave is systematisch opgebouwd en herkenbaar aangeduid. Er zijn plusschriften voor zeer goede rekenaars (groep 3 t/m 8) en maatschriften voor zwakke rekenaars (groep 3 t/m 8). Verder staan er in de handleiding taaltips om b.v. rekenbegrippen duidelijk te maken. Alles Telt legt specifiek de aandacht op het automatiseren van de basisvaardigheden, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Dit doen de leerlingen door veel te oefenen op de computer en met de unieke kwismeester. Na het reguliere dagelijkse rekenwerk bieden we op verschillende niveaus rekenopdrachten aan. Deze staan onderaan elke bladzijde van lesboek en/of werkschrift duidelijk aangegeven. Hoe ziet een week Alles Telt er uit?? De instructie gaat altijd over één of twee rekenkundige onderwerpen. Na een instructie-dag is er altijd een zelfstandige les, waarin kinderen kunnen laten zien dat ze de instructie hebben opgepakt. Elke vijfde les is altijd een herhalen en oefenen les van de vier voorgaande lessen. Na de 25ste les is er een toets. We merken aan de kinderen en de leerkrachten dat er met veel plezier en betrokkenheid gewerkt wordt met Alles Telt. Alles telt in groep 8 In de tweede helft van groep 7 zijn de meeste onderwerpen afgerond. In groep 8 wordt deze stof nog eens herhaald en uitgediept. De onderwerpen zijn sterk met elkaar verstrengeld. Zo worden bijvoorbeeld in een les waarin de nadruk ligt op meten ook procenten en breuken meegenomen. De kinderen oefenen ook regelmatig met toepassingsopgaven. Deze opgaven hebben dezelfde vorm als de opgave van de Cito-toets. In groep 8 worden breuken zoveel mogelijk in reële contexten toegepast, vooral de samenhang tussen breuken, kommagetallen, procenten en verhoudingen. Bij meten gaan de kinderen verder met schaal en het omrekenen naar een andere maat. Een nieuw onderwerp is het berekenen van de omtrek van cirkels en de middellijn. Bij meetkunde leren de kinderen wat een bol is en wat coördinaten zijn. Kortom er wordt ook in groep 8 veel gerekend!
3
Taal
We werken met de methode TAAL IN BEELD. Taal in beeld is een compacte taalmethode die uitgaat van realistisch taalonderwijs. Samen met SPELLING IN BEELD staat de methode voor compleet taal- en spellingonderwijs. In Taal in beeld komen de volgende onderdelen aan bod: schrijven, spreken/luisteren, taalbeschouwing en woordenschatontwikkeling. De taalopdrachten spreken zeer tot de verbeelding van leerlingen, dat motiveert. De leerlingen gaan aan de slag met alledaagse en herkenbare taal uit de wereld om hen heen. Ze doen dit niet alleen in de basislessen, maar ook tijdens de herhalings- of plustaken. De eerste drie weken van ieder blok bestaan uit de basislessen. Aan het begin van de vierde week is er een toetstaak. Hiermee wordt nagegaan of de leerlingen de doelen van het blok hebben bereikt. Is dit niet het geval, dan krijgen ze in de vierde week een aantal herhalingstaken aangeboden. De andere leerlingen gaan in deze week aan de slag met plustaken. In het taalboek worden alle lesfases voor het kind zichtbaar gemaakt. Als de kinderen zelfstandig aan het werk gaan met een taalles, zijn de lesfasen: op verkenning (inleiding), uitleg (kern) en aan de slag, duidelijk met tabbladen opgenomen. Elke les sluit af met het tabblad: terugkijken, een korte terugblik op de activiteit. Deze afsluiting wordt niet alleen gebruikt voor een inhoudelijke terugblik, maar ook voor een persoonlijke terugblik. Vond je het makkelijk/moeilijk, vond je het leuk/niet leuk. In groep 5 t/m 8 krijgen de kinderen ook elke jaar 100 spreekwoorden aangeboden uit de methode ‘Bij wijzen van spreken.’
Nieuwsbegrip XL/begrijpend lezen
Naast het technisch (AVI ) lezen wordt het begrijpend lezen steeds belangrijker. Dit gebeurt vaak bij de informatieverwerking zoals aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek. Met Nieuwsbegrip XL worden de volgende 5 strategieën aangeleerd: 1. 2. 3. 4. 5.
Voorspellen Ophelderen van onduidelijkheden Samenvatten Vragen stellen Relaties/verwijswoorden
Elke week komt er een nieuwe informatieve tekst uit met bijhorende opdrachten. De teksten zijn gericht op een onderwerp uit de actualiteit. 4
Aan de teksten zijn leesbegrip- en woordenschatoefeningen gekoppeld, met als doel leerlingen strategisch te laten lezen. Het NOS Jeugdjournaal maakt iedere maandag een filmpje dat inhoudelijk aansluit op de teksten van Nieuwsbegrip. Hiermee worden de teksten ondersteund en oefenen de leerlingen met kijk- en luisteropdrachten aan de hand van een stappenplan luisteren en kijken. Eén keer per jaar wordt er een CITO - begrijpend leestoets afgenomen. Naast de begrijpend leeslessen van Nieuwsbegrip, is er ook Nieuwsrekenen. Dat zijn wekelijkse rekenopgaven aan de hand van hetzelfde onderwerp als de begrijpend leeslessen. Het Nieuwsrekenen is realistisch oefenmateriaal voor het rekenen met contexten. Leerlingen oefenen daarmee op een motiverende manier hun functionele rekenvaardigheid. De contextopgaven van Nieuwsrekenen zijn een goede voorbereiding op de Cito-toets, want de meeste Cito-opgaven zijn, net als die van Nieuwsrekenen, ook toepassingstaken.
Schrijven Ook groep 8 schrijven in een schrijfschrift. We werken met de vernieuwde versie van ‘Schrijven in de basisschool’ Eenmaal per week werken ze hierin, meestal voorafgegaan door klassikale instructie. De leerlingen worden per les geattendeerd waar ze die week vooral op moeten letten, dat geldt ook voor hun schrijfhouding! Na elke les worden de leerlingen gevraagd kritisch te zijn op hun eigen werk. Ze moeten dan letters onderstrepen die goed op het voorbeeld lijken.
Verkeer Dit vak valt onder " sociale redzaamheid". We werken met de methode van de Vereniging tot Veilig Verkeer Nederland: De Jeugdverkeerskrant. Deze verschijnt 8 keer per jaar. Voorop staat echter altijd het eigen gedrag in het verkeer. Ieder jaar doet groep 8 mee aan het landelijke ( = theoretische ) en het regionale (= praktische) verkeersexamen. 5
Aardrijkskunde We werken met de methode MEANDER. Meander is een praktijkgerichte methode, die op een boeiende manier laat zien dat aardrijkskunde overal in het dagelijks leven om ons heen is. Het boek en het werkschrift bevatten levensechte foto’s, prachtige illustraties en spannende verhalen. In groep 5 en 6 worden de kinderen meegenomen door Nederland. In groep 7 trekken ze Europa in en in groep 8 reizen ze door de rest van de wereld. Meander maakt nieuwsgierig naar natuur, cultuur en landschap. Direct om je heen of verder van huis. De reis door de wereld vindt plaats aan de hand van tien thema’s. De vijf hoofdthema’s uit groep 5 worden herhaald en verdiept in groep 7. En datzelfde gebeurt met de andere vijf hoofdthema’s in groep 6 en 8. Meander volgt de meest recente Cito-lijst (najaar 2008) en biedt bij elk thema topografie aan. Soms krijgen de leerlingen een topografie toets. De oefenstof krijgen ze dan mee naar huis als huiswerk.
Geschiedenis De methode die we voor geschiedenis gebruiken heet; SPEURTOCHT. De geschiedenis is ingedeeld in 10 perioden: Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v Chr.), Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v. – 500 n. Chr.), Tijd van monniken en ridders (500 – 1000), Tijd van steden en staten (1000 – 1500), Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 – 1600), Tijd van regenten en vorsten (1600 – 1700), Tijd van pruiken en revoluties (1700 – 1800), Tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900), Tijd van de wereldoorlogen (1900 – 1950) en Tijd van televisie en de computer (vanaf 1950). Afwisselend krijgen de kinderen verhaal-, kijk-, toets- en computerlessen. In groep 5 starten de leerlingen met de tijdvakken. In vijf hoofdstukken behandelen ze vijf tijdvakken (t/m ontdekkers en hervormers). Groep 6 gaat verder met regenten en vorsten t/m computers. Zo behandelen kinderen in groep 5 en 6 de tien tijdvakken in tien hoofdstukken, ieder bestaand uit zes lessen. Deze eerste chronologische doorloop van de tijdvakken is vooral gericht op de sociale geschiedenis, de beeldvorming over leven, wonen en werken in verschillende tijden. Zowel in groep 7 als in groep 8 behandelen leerlingen alle tien de tijdvakken. In groep 7 leren kinderen wie een bepaalde periode belangrijke historische figuren zijn en welke centrale gebeurtenissen in bepaalde tijden plaatsvonden. Zo is er aandacht voor Willem van Oranje en de Beeldenstorm. In groep 8 staan politieke en staatkundige aspecten centraal. In
6
deze groep leren de kinderen bijvoorbeeld over de invloed van het Romeinse Rijk. De vijf hoofdstukken behandelen in zes lessen steeds twee tijdvakken. Zo komen alle tien tijdvakken in een jaar aan bod. Na elk hoofdstuk maken de kinderen een toets. Ze krijgen een week van tevoren een blad mee om te leren. Het resultaat hiervan èn de beoordeling van de verzorging van het werkboek worden gebruikt voor het rapport.
Biologie Voor biologie gebruiken we de natuur- en techniekmethode Naut. In Naut bekijken we de alledaagse wereld om ons heen en leren we hoe bijzonder die is! Het komt uit dezelfde serie als Meander, de methode die we voor aardrijkskunde gebruiken. Voor meer informatie of het inkijken van de methode kunt u de volgende site bezoeken! http://www.malmberg.nl/bao/methodes/Naut/index.aspx
Engels We werken met de Engelse methode ‘Take it easy dit is een volledige digibord methode. De co-teachers, muziekclips en korte films met Engelse acteurs maken de lessen Engels voor groep 7/8 een beleving voor leerlingen én leerkrachten. Al het visuele materiaal is origineel en speciaal. In alle videoclips en films is de voertaal Engels… van het begin tot het einde van iedere les. Door herhaling van gesproken tekst, liedjes, karaoke en spel worden de leerlingen spontaan betrokken in het zelf spreken van Engels. Met Take it easy wordt alle taal aangeboden in een zinvolle context wat ten goede komt aan de spontane taalverwerving. dyslectische leerlingen worden extra ondersteund. Alle opdrachten worden zowel visueel als auditief aangeboden, ook de oefeningen uit het werkboek. Zelfs de toets wordt auditief aangeboden, waarbij de leerkracht de antwoorden beoordeelt. Groep 7 en 8 hebben wekelijks een Engelse les met Take it easy. Lenny (Lisa Wade van Klokhuis) en Regis (Ruben Dingemans van SchoolTV) zijn de gezichten van Take it easy. Deze digiteachers 7
zijn native speakers en presenteren via het digibord de lessen vol enthousiasme aan de leerlingen. In perfect Engels presenteren zij de lessen en vertellen zij wat de leerlingen gaan doen.
Extra hulp / Remedial Teaching Onder schooltijd proberen we zoveel mogelijk kinderen de extra hulp te bieden die zij nodig hebben. Soms is dit niet voldoende en kan het zijn dat we ze opgeven om in aanmerking voor de R.T. te komen op de dinsdag /de woensdag. Hier krijgt u dan bericht over. Soms krijgen ze daarvoor werk mee naar huis. De ouders worden hierover ingelicht. De tijdsduur hangt af van de hardnekkigheid van de problematiek.
Huiswerk Groep 8 krijgt hier regelmatig mee te maken. Zij hebben hiervoor een speciale huiswerkmap meegenomen. Elke dinsdag gaat er nieuw huiswerk mee en wordt het andere huiswerk nagekeken. De kinderen hebben allemaal een agenda. We leren de kinderen daarmee zelfstandig plannen van - en verwerken van opdrachten. Een enkele keer zal aan ouders/ verzorgers gevraagd kunnen worden thuis extra te lezen of tafels te oefenen als de leerkracht daar aanleiding toe vindt. De leerkracht zal daarover dan contact opnemen met de ouders/verzorgers. Als u thuis met uw kind(eren) wilt oefenen, dan kunt u oefenen met Ambrasoft (via school aan te schaffen) of kijken op www.huiswerkweb.nl , www.rekenweb.nl , www.teleac.nl en zo zijn er een heleboel mogelijkheden. Weet u dat uit onderzoek blijkt dat met een kwartier lezen per dag de woordenschat aanzienlijk wordt vergroot, wat weer essentieel is voor een goede taal- en leesontwikkeling! Alle kinderen kunnen gratis boeken lenen uit de bibliotheek. Misschien kunt u samen met uw kind op dinsdagmiddag eens de bibliotheek bezoeken. Leerlingen van onze school die in de biebclub zitten lenen dan de boeken uit! Vanaf groep 6 krijgen de kinderen min of meer regelmatig huiswerk mee om zich voor te bereiden op proefwerken, spreekbeurten, boekbesprekingen of dictees.
8
Zelfstandig werken Steeds meer wordt er van de leerlingen verwacht dat ze zelfstandig kunnen werken, keuzes leren maken, hun tijd goed leren indelen e.d. Op maandag krijgen ze een nieuwe weektaak op papier. De weektaak wordt op eigen niveau aangeboden. Het is de bedoeling dat ze binnen de gestelde (week) tijd de taken af hebben. Bijna elke dag wordt hiervoor tijd ingeruimd. De zelfstandig werkuren geven ons de gelegenheid om extra aandacht te schenken aan leerlingen die daarvoor in aanmerking komen. Is het werk op vrijdag niet af, dan moeten ze blijven om het af te maken. Tenzij er een geldige reden is waarom ze het niet af hebben gekregen. Als een leerling niet kan blijven vanwege andere buitenschoolse verplichtingen dan zal er met de leerling een ander moment worden afgesproken.
Gymnastiek Van alle leerlingen wordt verwacht dat ze gymkleding dragen en gymschoenen zonder zwarte zool! De gymlessen zijn verdeeld in een toestel- en een spelles. Op dinsdag is de spelles en op donderdag bij de vakleerkracht de toestelles. Bij de gymles komen de meeste toestellen systematisch aan bod. De spellessen zijn zo opgebouwd, dat zoveel mogelijk leerlingen tegelijk actief bezig zijn. Ook worden er (bal)technieken geoefend, die later in sport en spel in praktijk gebracht moeten worden. De kinderen werken in homogene groepen. Aan het begin van het jaar nemen we een test bij de kinderen af en aan de hand daarvan worden ze verdeeld in 3 of 4 groepen. Op deze manier zitten de kinderen met hetzelfde niveau in een groep, zodat de kinderen actiever mee doen. Ieder jaar doen we mee aan het Venhuizer schoolvoetbal- en het volleybaltoernooi. Ook de schoolzwemwedstrijden en de scholierenveldloop zijn een vast onderdeel van het “sportprogramma”.
9
Handvaardigheid Op school volgen we geen speciale methode voor dit vak. In de klas zelf werken de kinderen aan handvaardigheidopdrachten ( niet altijd op hetzelfde tijdstip) We hebben ook elk jaar een aantal knutselcircuits maar dit ligt aan het aantal hulpouders. Vanaf groep 5 worden voor deze middag de leerlingen verdeeld in groepjes van rond de tien kinderen. De kinderen hebben van tevoren een keus kunnen maken uit verschillende technieken. We proberen de keus zo gevarieerd mogelijk te houden; zo werken we veel met papier en karton, kosteloos materiaal, klei en wol, maar er wordt ook gefiguurzaagd. Er wordt drie lessen van een uur aan de opdrachten gewerkt, daarna wordt er gewisseld.
Tekenen Er wordt zowel aandacht besteed aan het ontwikkelen van de fantasie als het “verwerken van de werkelijkheid”. Er worden verschillende technieken aangeboden, er wordt met ecoline, OostIndische inkt, pastelkrijt, verf en wasco gewerkt.
Werkstuk en spreekbeurt De leerlingen wordt geleerd op verschillende manieren informatie op te zoeken en te gebruiken voor het maken van werkstukken en een spreekbeurt. Hiervoor kan ook het internet geraadpleegd worden. De school is in het bezit van informatieboekjes over allerlei onderwerpen. De kinderen maken twee werkstukken. Het blad ‘voorbereiding’ van het werkstuk maken ze op school, dit doen ze de eerste weken tijdens taaktijd. Pas als de ‘voorbereiding’ is goedgekeurd door de juf, mogen de kinderen thuis aan de slag met het werkstuk .De kinderen krijgen een format mee met wat de eisen zijn van een werkstuk voor groep 8. Vrijdag 18 december moet het eerste werkstuk worden ingeleverd. Is het werkstuk niet volledig af of is het niet op tijd ingeleverd, dan is het een onvoldoende. In groep 5 krijgen de kinderen ‘Word for kids’. Dit is een computer programma waarin de kinderen uitleg krijgen over hoe je word het beste kunt gebruiken. In groep 6 krijgen ze ‘Powerpoint for kids’. En in groep 8 ‘Excel for kids.’
10
Boekbespreking, krantenkring en spreekbeurt Iedere leerling is één keer per jaar aan de beurt om een boekbespreking, een krantenkring en een spreekbeurt te houden. Krantenkring (10 min.) 1x Voor de krantenkring bereid je 5 artikelen voor. Je moet kunnen vertellen waarom je voor deze krantenartikelen hebt gekozen. Je vertelt in de kring waar de krantenartikelen over gaan. Bij elk krantenartikel bedenk je een vraag voor de klas. De beoordeling doen we met de klas, we letten daarbij op: Vertellen tempo + toon Soort vragen Moeilijkheid krantenartikel Spreekbeurt (10-15 min.) 1x Kies een onderwerp uit waar je graag meer over wilt weten of waar je misschien al veel over kunt vertellen. Denk daarbij aan hobby’s, dieren, vakanties e.d. Tijdens je spreekbeurt moet je, je onderwerpkeuze kunnen motiveren. Je moet voldoende kunnen vertellen over je onderwerp en vragen aan de klas kunnen stellen en beantwoorden. Voor de beoordeling letten we op de volgende dingen: Presentatie: - uit het hoofd - geen moeilijke woorden/boekentaal Inhoud: - goede opbouw - vertelt bijzondere wetenswaardigheden Gebruik van - voorwerpen materialen - digibord - muziek/cd-speler Boekbespreking (10 min.) 1x Voor de boekbespreking kies je zelf een boek uit waar je de klas iets meer over wilt vertellen. Bij de boekbespreking moeten de volgende onderwerpen aan bod komen: - welk boek titel/schrijver/uitgeverij - vertel waarom je voor dit boek hebt gekozen. (wat was er zo leuk, spannend,…..) - geef een korte beschrijving van het boek (samenvatting) - lees een stukje voor
11
Bij de beoordeling letten we op: Weet veel van het boek Geeft een korte samenvatting van het verhaal uit het hoofd Voorlezen tempo + toon.
Kieskast Dit is een open kast met allerlei aantrekkelijke leermiddelen van allerlei vakgebieden erin. Drie keer in de week is er een groepje kinderen die met de kieskast aan de gang gaan. Zo komt elke leerling iedere week minstens een half uur aan de beurt. Met de kieskast kunnen ze zelfstandig aan het werk/spelen, wat ons weer de gelegenheid geeft om extra instructie aan andere leerlingen te geven. Het doel van de kieskast is de kinderen te leren kiezen ( en wel zo dat alle vakgebieden in de zoveel tijd gekozen zijn ), zelfstandig en zelfinstruerend aan de gang leren gaan, probleemoplossend aan het werk gaan, ontdekkend leren en goed leren samen werken. Maar ook om ontspannend en op een leuke, andere manier met de vakgebieden in aanraking te komen, en hier natuurlijk weer van te leren!
Sociale redzaamheid Afgelopen 4 jaar hebben we in de hele school gewerkt met de vreedzame school. Met de vreedzame school willen we: De kinderen leren op een andere manier met conflicten om te gaan. De kinderen meer verantwoordelijk maken. Een positieve omgang met elkaar. De klas en de school tot een democratische gemeenschap maken, waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt. In een schooljaar behandelen we 4 blokken die elk een ander thema hebben. Ongeveer één keer per week krijgen de kinderen een les en de rest van de week wordt wat we die les besproken/geleerd hebben toegepast. Voor meer informatie kun je de volgende site bezoeken: http://www.devreedzameschool.nl/
12
Toetsing Behalve de de CITO-toetsen in januari maakt groep 8 23 september de NIO toets van de OBD. De resultaten van deze toetsen worden gebruikt om een zo goed mogelijke keuze te kunnen maken voor een School voor Voort Gezet Onderwijs. Ook de resultaten van de CITO-schooltoetsen ( volgens het leerlingvolgsysteem) worden hierbij meegenomen. Informatieavond NIO voortgezet onderwijs vindt 16 september om 19.30 uur plaats!
Musical Eerst moeten we hier altijd vele weken hard voor oefenen, maar dan kamt het einde van de basisschool toch echt in zicht. Groep 8 wordt dan afgesloten met de musical.
KAMP GROEP 8!!!! Hier kijken wij én groep 8 altijd erg naar uit. Het kamp is altijd ontzettend gezellig en hoort echt bij het laatste jaar, net als de musical. We gaan naar Texel voor 5 dagen en 4 nachten. We gaan op kamp van maandag 09 mei t/m vrijdag 13 mei.
Ik nodig u bij deze uit om woensdag 23 september om 19.00 uur een kijkje bij ons te komen nemen!!!
13