1 / 32
Informatie Effectendienstverlening ABN AMRO MiFID – De Europese richtlijn betreffende Markten voor Financiële Instrumenten Product- en risicobeschrijving Informatie over het orderuitvoeringsbeleid van ABN AMRO Bank N.V. Belangenconflictenbeleid van ABN AMRO Bank N.V.
2 / 32
Inhoudstafel
Definities
3
MiFID – De Europese richtlijn betreffende Markten voor Financiële Instrumenten
15
Product- en risicobeschrijving
18
Informatie over het orderuitvoeringsbeleid van ABN AMRO Bank N.V.
28
Belangenconflictenbeleid van ABN AMRO Bank N.V.
31
3 / 32
1 Definities: a)
ABN AMRO: ABN AMRO Bank N.V., statutair gevestigd te Amsterdam, Gustav Mahlerlaan 10, 1082 PP Amsterdam, handelend via haar Belgisch bijkantoor met hoofdzetel te Roderveldlaan 5 b4, 2600 Berchem, ingeschreven in het Rechtspersonenregister te Antwerpen onder nummer BE 0819.210.332, dat op zijn beurt onder toezicht staat van de FSMA;
b)
Advies: het doen van gepersonaliseerde aanbevelingen aan de Cliënt, hetzij op diens verzoek hetzij op initiatief van ABN AMRO, met betrekking tot één of meer transacties die met Effecten verband houden;
c)
Beleggingskanaal: het kanaal waarmee de Cliënt met ABN AMRO communiceert, met name voor het doorgeven van orders, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen het via een adviseur (advieskanaal) of zelfstandig zonder adviseur (execution only) doorgeven van orders;
d)
Bestedingsruimte: het totaal van (i) het saldo op de Geldrekening, plus (ii) de eventuele overeengekomen kredietlimiet op de Geldrekening minus (iii) de dekking voor marginverplichtingen en reserveringen op de Geldrekening (bijvoorbeeld voor lopende effectenorders of reeds ingevoerde betaalopdrachten);
e)
Beurs: elk handelsplatform waarop via ABN AMRO kan worden gehandeld m.b.t. effectentransacties;
f)
FSMA: de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten, gevestigd te Congresstraat 12-14, 1000 Brussel;
g)
Cliënt: één of meer personen die met ABN AMRO een Overeenkomst hebben gesloten;
h)
Effecten: alle financiële instrumenten waarin de Cliënt via ABN AMRO kan beleggen;
i)
Effectendienstverlening: alle diensten die ABN AMRO aanbiedt en verleent met betrekking tot het verrichten of doen verrichten van effectentransacties in opdracht en voor rekening van de Cliënt (o.a. doch niet beperkt tot, inschrijving op uitgiften van effecten, inning van coupons en terugbetaalbare Effecten, conversie van converteerbare obligaties, regularisatie van effecten, ...);
j)
Effectenportefeuille: het totaal van de via ABN AMRO voor de Cliënt in bewaring gehouden Effecten;
k)
Effectenrekening: de rekening waarop de Effecten worden geadministreerd die de Cliënt verkrijgt als gevolg van effectentransacties of door gebeurtenissen op deze Effecten;
l)
Geldrekening: de door de Cliënt bij ABN AMRO aangehouden geldrekening ten laste of ten gunste waarvan effectentransacties worden verricht;
m)
Informatieblad: een document met belangrijke informatie voor de Cliënten bevattende de risico-omschrijvingen van de verschillende soorten Effecten;
n)
Overeenkomst: de met de Cliënt afgesloten overeenkomst waarop deze Voorwaarden Effectendienstverlening van toepassing zijn;
o)
Voorwaarden: deze Voorwaarden Effectendienstverlening van ABN AMRO, alsmede het Informatieblad en het Beleid ABN AMRO ten aanzien van orderuitvoering;
p)
Werkdag: elke dag waarop de kantoren van ABN AMRO voor het publiek geopend zijn.
4 / 32
2 Werkingssfeer 2.1
De Voorwaarden Effectendienstverlening zijn van toepassing op alle betrekkingen die voortvloeien uit de Effectendienstverlening tussen de Cliënt en de vestigingen van ABN AMRO in België, tenzij ze voor bepaalde onderdelen uitdrukkelijk terzijde worden gesteld door andere toepasselijke voorwaarden.
2.2
Naast de Voorwaarden Effectendienstverlening zijn de betrekkingen tussen de Cliënt en de vestigingen van ABN AMRO in België ook onderworpen aan de Algemene Bankvoorwaarden (en eventuele andere specifieke voorwaarden) van ABN AMRO voor zover van deze laatste niet wordt afgeweken door onderhavige Voorwaarden Effectendienstverlening.
3 Andere toepasselijke voorwaarden 3.1
Beleggingen in opties en dual currency deposits zijn eerst mogelijk na het sluiten van een afzonderlijke daarop betrekking hebbende overeenkomst die onder meer de voorwaarden bevat inzake zgn. marginverplichtingen.
3.2
Ook in andere gevallen kan ABN AMRO bepalen dat naast en in afwijking van deze Voorwaarden Effectendienstverlening andere voorwaarden dan wel bepalingen op de rechtsverhouding tussen ABN AMRO en de Cliënt van toepassing zijn, afhankelijk van het type Effectendienstverlening, het gekozen Beleggingskanaal of het type Effect.
3.3
Op aan- of verkooporders van Effecten zijn naast de voorwaarden die ABN AMRO daaraan stelt, tevens de toepasselijke Beursvoorschriften, voorwaarden en regels van toepassing.
4 Cliëntclassificatie 4.1
Een Cliënt wordt door ABN AMRO gecategoriseerd als niet-professionele belegger, professionele belegger of als in aanmerking komende tegenpartij. Deze classificatie is bepalend voor het beschermingsniveau waarop de Cliënt recht heeft.
4.2
ABN AMRO zal bij aanvang van de Effectendienstverlening aan de Cliënt een classificatie toekennen en hem hiervan in kennis stellen. Een Cliënt kan verzoeken om een andere classificatie dan hem oorspronkelijk is toegekend. ABN AMRO is niet verplicht een dergelijk verzoek te honoreren. Aan honorering van het verzoek kan ABN AMRO voorwaarden verbinden. Dergelijke wijziging van classificatie kan inhouden dat de Cliënt het voordeel verliest van bepaalde beschermingsmaatregelen waarvan hij anders wel zou genoten hebben.
4.3
De Cliënt is verplicht om alle informatie die kan leiden tot wijziging in zijn classificatie onmiddellijk en schriftelijk aan ABN AMRO te melden.
5 Beleggersprofiel 5.1
Afhankelijk van het type Effectendienstverlening en het gekozen Beleggingskanaal wint ABN AMRO bij de Cliënt informatie in over diens financiële positie, kennis, ervaring, beleggingsdoelstelling en risicobereidheid ten behoeve van de vaststelling en vastlegging van het beleggersprofiel van de Cliënt. De Cliënt verplicht zich om deze informatie volledig en voldoende gedetailleerd aan ABN AMRO te verstrekken bij het aangaan van de Overeenkomst.
5.2
De Cliënt verplicht zich om eventuele wijzigingen van in artikel 5.1 bedoelde informatie zo spoedig mogelijk schriftelijk of elektronisch aan ABN AMRO te melden. De Cliënt wordt geacht zich ervan bewust te zijn dat het onjuist of onvolledig verstrekken van deze informatie aan ABN AMRO ertoe kan leiden dat ABN AMRO haar Effectendienstverlening niet optimaal aan de Cliënt kan verlenen.
5 / 32
5.3
ABN AMRO mag zonder meer afgaan op de door de Cliënt mondeling dan wel schriftelijk verstrekte informatie met betrekking tot het beleggersprofiel. Zij zal niet gehouden zijn de aan haar verstrekte informatie op haar juistheid te controleren of gedurende de Effectendienstverlening aan de Cliënt op actuele ontwikkelingen te toetsen.
6 Execution only 6.1
Indien of voor zover de Cliënt voor zijn effectenorders gebruik maakt van directe kanalen, is er altijd sprake van execution only dienstverlening. Orders die via deze directe kanalen worden doorgegeven, worden geacht te zijn verricht op initiatief van de Cliënt en niet op Advies van ABN AMRO.
6.2
Teneinde ABN AMRO in de gelegenheid te stellen na te gaan of de dienst en een bepaald effectenorder dat wordt doorgegeven in een execution only relatie, passend is voor de Cliënt, is die gehouden ABN AMRO informatie te verschaffen over zijn kennis en ervaring met betrekking tot deze dienst en de betreffende Effecten, waarin via de execution only dienstverlening wordt belegd. De Cliënt wordt er nadrukkelijk op gewezen dat als ABN AMRO deze informatie niet of onvolledig ontvangt van de Cliënt, ABN AMRO niet in staat is te beoordelen of deze dienst en de betreffende Effecten voor de Cliënt passend zijn. ABN AMRO zal de passendheid op basis van kennis en ervaring van orders opgegeven via execution only niet beoordelen indien die betrekking hebben op (a) aandelen, die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of een met een gereglementeerde markt vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, (b) instrumenten die gewoonlijk op de geldmarkt worden verhandeld (dit zijn kortlopende schuldinstrumenten zoals deposito’s), (c) verhandelbare obligaties of andere schuldinstrumenten, voor zover het geen converteerbare obligaties of converteerbare schuldinstrumenten betreft en (d) rechten van deelneming in een instelling voor collectieve belegging in effecten (zgn. ICB’s) , en andere open-end beleggingsinstellingen of andere Effecten. De Cliënt is zich bewust van het feit dat ABN AMRO op geen enkele wijze zal waarschuwen voor de risico’s van deze beleggingen voor zijn specifieke Effectenportefeuille.
6.3
Anders dan het onder het tweede lid van dit artikel bepaalde, is ABN AMRO bij de uitvoering van de order via execution only dienstverlening niet gehouden om het order op enigerlei andere wijze te toetsen, waaronder begrepen de financiële positie of beleggingsdoelstelling van de Cliënt.
7 Adviesrelatie Alleen als met de Cliënt daarvoor een nadere schriftelijke overeenkomst is aangegaan, zal ABN AMRO Advies verstrekken aan de Cliënt.
8 Vermogensbeheer Alleen als met de Cliënt daarvoor een nadere schriftelijke overeenkomst is aangegaan, zal ABN AMRO de Effectenrekening van de Cliënt als vermogensbeheerder voor hem beheren.
9 Beleggersinformatie 9.1
Advies, algemene opinies en overige beleggersinformatie vormen nooit een garantie voor een bepaald beleggingsresultaat. Bovendien worden zij bepaald door de omstandigheden van het moment waarop zij zijn uitgebracht en zijn zij dus maar tijdelijk geldig.
9.2
Indien ABN AMRO bij het opstellen van Advies, algemene opinies en overige beleggersinformatie gebruik maakt van informatie van derden, is ABN AMRO niet aansprakelijk voor onjuistheid of onvolledigheid van dergelijke informatie.
6 / 32
9.3
De Cliënt bepaalt altijd zelf of hij gebruik maakt van het door ABN AMRO verstrekte Advies (in geval de overeenkomst bedoeld in artikel 8 is gesloten), algemene opinies en overige beleggersinformatie.
10 Risico’s en algemene aansprakelijkheid 10.1 In het Informatieblad worden de kenmerken van de verschillende soorten Effecten alsmede de daarbij behorende risico’s toegelicht. Voor omschrijvingen van kenmerken en risico’s van de specifieke Effecten wordt tevens verwezen naar de daarvoor opgestelde productbeschrijvingen en de informatie die op grond van de wet verplicht wordt gesteld, waaronder mede begrepen het eventuele desbetreffende (vereenvoudigd) prospectus en de financiële bijsluiter. 10.2 De uitvoering van effectenorders van de Cliënt en daarmee samenhangende afwikkeling door ABN AMRO geschieden altijd voor rekening en risico van de Cliënt, ook indien ABN AMRO hierbij in eigen naam contracteert. 10.3 Indien de Overeenkomst namens de Cliënt wordt afgesloten door meerdere (rechts)personen, is ieder van deze personen hoofdelijk jegens ABN AMRO aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen die voortvloeien uit de Effectendienstverlening. 10.4 ABN AMRO zal jegens de Cliënt aansprakelijk zijn in het geval van niet of niet juist uitvoeren van een door ABN AMRO correct ontvangen order, indien het niet of niet juist uitvoeren van het order te wijten is aan een aan ABN AMRO toe te rekenen tekortkoming. 10.5 ABN AMRO is niet aansprakelijk voor schade die de Cliënt ondervindt van maatregelen die van buitenaf worden opgelegd, zoals onder meer een wijziging in wet- of regelgeving, een aanwijzing van een toezichthouder of een voorschrift van een Beurs.
11 Einde dienstverlening ten aanzien van bepaalde Effecten en van bepaalde typen Effectendienstverlening 11.1 ABN AMRO kan op elk moment besluiten haar dienstverlening als tussenpersoon in de handel in Effecten aan een bepaalde Beurs dan wel in de handel in bepaalde (soorten) Effecten te beëindigen. Tevens kan ABN AMRO op elk moment besluiten bepaalde typen Effectendienstverlening te beëindigen. 11.2 ABN AMRO zal de Cliënt van een dergelijk besluit vooraf in kennis stellen zonder dat zij verplicht is de redenen ervan op te geven. Indien zij heeft besloten haar dienstverlening als tussenpersoon in de handel in Effecten aan een bepaalde Beurs dan wel in de handel in bepaalde (soorten) Effecten te beëindigen, zal ABN AMRO aan de Cliënt een termijn opgeven waarbinnen de betreffende Effecten naar een andere instelling overgeboekt of via haar verkocht kunnen worden. Deze termijn begint te lopen op de eerste Werkdag volgend op de dag waarop de brief waarmee de in kennis stelling plaatsvindt, is gedateerd en bedraagt minimaal tien Werkdagen. Na afloop van de opgegeven termijn is ABN AMRO gerechtigd om de (resterende) Effecten waaromtrent ABN AMRO haar dienstverlening eindigt, voor rekening van de Cliënt te verkopen en de opbrengst ervan bij te schrijven op de Geldrekening van de Cliënt zonder dat daarvoor een nadere aankondiging of nader overleg is vereist.
12 Opgeven van orders 12.1 Indien de Overeenkomst wordt aangegaan door meerdere (rechts)personen, is ieder van hen afzonderlijk gerechtigd tot het geven van orders aan ABN AMRO in het kader van de Effectendienstverlening. 12.2 Voordat de Cliënt een order opgeeft, is hij verplicht om zich van informatie te (laten) voorzien over het Effect waarin hij wenst te handelen, over de Beurs waar de handel plaatsvindt, over de handel in dat Effect zelf en voorzover van toepassing over de
7 / 32
achterliggende onderneming. 12.3 ABN AMRO kan aan bepaalde orders voorwaarden verbinden, zoals het door de Cliënt opgeven van een koers- en/of tijdslimiet. 12.4 Onverminderd artikel 9.c. en 13.c. van de Bankvoorwaarden is ABN AMRO gerechtigd telefonisch gegeven opdrachten te aanvaarden, in welk geval de Cliënt die opdrachten nog dezelfde dag schriftelijk zal bevestigen; de Cliënt draagt het risico verbonden aan het telefonisch doorgeven van opdrachten. ABN AMRO is gerechtigd telefoongesprekken met de Cliënt, met name die betreffende het geven van orders, op geluidsdragers vast te leggen. ABN AMRO is hiertoe in beginsel echter niet verplicht. ABN AMRO is niet verplicht de Cliënt er apart nogmaals van in kennis te stellen wanneer zij een telefoongesprek op een geluidsdrager vastlegt. 12.5 Indien de Cliënt wenst dat een order op een bepaalde datum ter uitvoering aan een Beurs wordt aangeboden, moet hij dit uitdrukkelijk met ABN AMRO overeenkomen. 12.6 De Cliënt zal er voor zorg dragen dat er vanaf het moment waarop hij een aankooporder opgeeft voldoende Bestedingsruimte is voor de integrale uitvoering van zijn order. 12.7 Wanneer een nog niet uitgevoerd order gewijzigd of bevestigd wordt, zonder dat uitdrukkelijk en ondubbelzinnig wordt vermeld dat het om een wijziging of bevestiging gaat, dan wordt dat order beschouwd als een nieuw order dat aan het eerste order zal worden gevoegd. 12.8 De Cliënt die een opdracht geeft, geeft tezelfdertijd toestemming aan ABN AMRO om zijn identiteit en andere hem betreffende informatie kenbaar te maken zowel aan de bevoegde marktautoriteit als aan andere controlerende instanties die erom verzoeken. 12.9. De Bank houdt steeds de Effecten aan en treedt voor de uitvoering van orders op als nominee, behoudens wanneer de Cliënt expliciet verzoekt om rechtstreeks in het deelnemersregister van de instelling van collectief beheer te worden ingeschreven. De Cliënt kan de Bank ten allen tijde verzoeken niet als nominee op te treden, maar om de Effecten rechtstreeks op zijn naam te laten inschrijven. De Cliënt heeft ook steeds het recht de Bank te verzoeken als nominee op te treden. De Bank heeft het recht kosten aan te rekenen voor de overschakeling van nominee naar rechtstreeks bezit van de Effecten en omgekeerd.
13 Het fiatteren van orders door ABN AMRO 13.1 ABN AMRO fiatteert een order, indien de bestedingsruimte van de Cliënt voldoende is voor de integrale uitvoering van het order. De Cliënt aanvaardt dat ter dekking van de uitvoering van een order ABN AMRO zijn rekening debiteert of Effecten uit zijn Effectenportefeuille overboekt ten belope van de door wettelijke, reglementaire en contractuele bepalingen opgelegde dekking. ABN AMRO kan desgevallend bijkomende zekerheden of aanvullende betaling vragen/eisen. 13.2 Indien de Bestedingsruimte de integrale uitvoering van de order niet toelaat, behoudt ABN AMRO zich het recht om het order niet door te geven aan de Beurs voor gedeeltelijke uitvoering. 13.3 Vanaf de fiattering van een order tot het moment waarop de daaruit voortvloeiende transactie tot stand is gekomen, heeft ABN AMRO het recht om in geval van een aankoop de Geldrekening van de Cliënt voor het totaal van het te verwachten verschuldigde bedrag te blokkeren, dan wel in geval van verkoop, de daarmee gemoeide Effecten, tot het moment van afwikkeling van de transactie. In geval van een aankoop wordt er, wanneer sprake is van effectenkrediet, bij het blokkeren van de Geldrekening ook rekening gehouden met de Effectendekkingswaarde alsmede de kredietlimiet die de uitvoering van het order met zich brengt.
8 / 32
13.4 ABN AMRO behoudt zich het recht voor verkooporders slechts uit te voeren na ontvangst van de betreffende Effecten. Betaalbare coupons mogen niet meer aan de Effecten gehecht zijn, nog niet betaalbaar gestelde coupons moeten eraan gehecht zijn. De Bank behoudt zich het recht voor over te gaan tot wederinkoop van Effecten waarvoor een verkooporder werd gegeven en niet tijdig werden geleverd of onregelmatig zijn; kosten en risico zijn ten laste van de Cliënt. ABN AMRO behoudt zich verder het recht voor slechts die orders uit te voeren waarvoor het haar materieel mogelijk is ze tijdig aan de correspondent door te geven. 13.5 Behoudens andersluidende tijdig ontvangen instructie en mits toereikende Bestedingsruimte, heeft ABN AMRO het recht om ambtshalve via debet van de Geldrekening van de Cliënt de opgevraagde (vol)stortingen te verrichten met betrekking tot Effecten van de Cliënt.
14 Orderuitvoering 14.1 ABN AMRO zal bij het uitvoeren van orders van de Cliënten met betrekking tot Effecten, alsmede het plaatsen en doorgeven van orders bij derden, handelen in overeenstemming met het orderuitvoeringsbeleid van ABN AMRO dat van toepassing is op de Overeenkomst. 14.2 Door ABN AMRO aan een Beurs ter uitvoering doorgegeven effectenorders, die door de Cliënt niet als dagorder zijn opgegeven, blijven, behoudens andersluidende instructies, geldig tot de laatste beursdag van de maand volgend op de maand waarin ze werden gegeven. 14.3 De Cliënt stemt er mee in dat ABN AMRO orders mag samenvoegen met die van andere cliënten, in welk geval orders niet direct aan de Beurs ter uitvoering worden aangeboden. ABN AMRO zal van deze bevoegdheid alleen gebruik maken indien het onwaarschijnlijk is dat de samenvoeging van orders nadelig uitvalt voor de Cliënt. Het kan even wel niet worden uitgesloten dat samenvoeging van orders in een specifiek geval in het nadeel van de Cliënt werkt. Indien ABN AMRO niet in staat is om samengevoegde orders volledig uit te voeren, dan worden de desbetreffende Effecten toegewezen naar rato van de omvang van de oorspronkelijke orders. Alle toewijzingen van orders door ABN AMRO zullen geschieden tegen de gemiddelde koers van het uitgevoerde gedeelte van het samengevoegde order.
15 Bevestigen van orders en uitvoeringen – verschil tussen order en de uitvoering ervan 15.1 Tenzij een order wordt uitgevoerd op dezelfde dag waarop dat bij de Beurs is aangeboden, krijgt de Cliënt over elke gefiatteerde order een orderbevestiging. 15.2 ABN AMRO zendt Cliënten, nadat de uitvoering van een order definitief is geworden volgens de betreffende Beurs(regel), in de meeste gevallen uiterlijk de eerste Werkdag na uitvoering van of indien ABN AMRO een bevestiging ontvangt van een derde partij, uiterlijk de eerste Werkdag na ontvangst van bevestiging van deze derde, schriftelijk dan wel elektronisch een bevestiging van de effectentransactie met informatie over de uitvoering en de hierdoor verschuldigde bedragen. Ingeval een order slechts middels verscheidene transacties kan worden uitgevoerd op één dag, dan bevat de bevestiging van de uitvoering van dit order in ieder geval het tijdstip van de laatste transactie. 15.3 Informatie over de uitvoering van een order en de hierdoor verschuldigde bedragen, voor zover die door ABN AMRO op andere wijze dan door middel van een bevestiging van de effectentransactie wordt verstrekt gedurende de periode beginnend direct vanaf het moment waarop het order door de Cliënt is opgegeven tot twee uur na het moment waarop de uitvoering volgens de betreffende beurs(regel) definitief is, is altijd onder voorbehoud. 15.4 Indien de Cliënt de inhoud van door ABN AMRO aan hem, hetzij langs papieren weg hetzij via elektronische kanalen, gezonden
9 / 32
periodieke overzichten, rekeningafschriften, orderbevestigingen of andere opgaven niet heeft betwist binnen één week nadat de opgaven hem redelijkerwijze geacht kunnen worden te hebben bereikt, wordt de Cliënt vermoed de inhoud ervan te hebben goedgekeurd.
16 Afwikkeling van transacties 16.1 ABN AMRO zal in verband met een uitgevoerd order de Effectenrekening van de Cliënt uitsluitend crediteren of debiteren met de aan- of verkochte Effecten tegen het gelijktijdig debiteren of crediteren van de Geldrekening van de Cliënt met het verschuldigde of het te ontvangen bedrag. 16.2 De levering van Effecten is afhankelijk van derden en van de op de betreffende Beurs geldende termijnen voor afwikkeling en kan enige tijd in beslag nemen; bijgevolg gaat ABN AMRO geen enkele verbintenis aan betreffende de leveringstermijn. Dit geldt zowel bij aankoop- als bij verkooptransacties. 16.3 Indien de Cliënt de materiële levering vraagt van Effecten, verbindt hij er zich toe de Effecten af te halen binnen de 3 maanden na het hem toegezonden bericht van beschikbaarstelling. Na het verstrijken van deze termijn kan de Bank voor rekening en op kosten van de Cliënt de Effecten bewaren in een op naam van de Cliënt bestaande Effectenportefeuille; indien de Cliënt geen dergelijke Effectenportefeuille heeft, kan ABN AMRO een Effectenportefeuille openen op naam van de Cliënt. Deze paragraaf is eveneens van toepassing op Effecten die door de Cliënt ingeleverd werden voor verkoop waarbij deze verkoop niet kon gerealiseerd worden; voormelde termijn van 3 maanden loopt vanaf het bericht dat de verkoop niet kon gerealiseerd worden.
17 Inschrijven op emissies Het bepaalde in de Voorwaarden Effectendienstverlening over aankoop van Effecten respectievelijk (de afwikkeling van) de orders in verband daarmee, is voorzover mogelijk van overeenkomstige toepassing op het inschrijven op emissies.
18 Verzet De Cliënt kan bij ABN AMRO het Bulletin der met verzet aangetekende Effecten inzien. De Cliënt draagt alle gevolgen die kunnen voortvloeien uit de deponering of verhandeling van met verzet aangetekende effecten of niet meer gangbare waarden of certificaten. De Cliënt is ertoe gehouden ABN AMRO op eerste verzoek alle schade die zij ingevolge enige verrichting in verband met zulke Effecten of waarden heeft geleden, te vergoeden. ABN AMRO heeft het recht de rekeningen van de Cliënt; zonder aanmaning, te debiteren voor het bedrag van de tegenwaarde en eventuele andere schade. Buitengerechtelijk verzet op aandelen wordt niet aanvaard.
19 Bewaring van Effecten 19.1 Bij het deponeren van effecten wordt aan de Cliënt een bewijs afgeleverd met de identificatie van de in bewaring gegeven effecten. 19.2 Behoudens andersluidende instructie, zijn de in open bewaargeving gedeponeerde Effecten onderworpen aan het stelsel van de vervangbaarheid conform het KB nr. 62 van 10 november 1967. De Bank is bijgevolg geen nummerverantwoording verschuldigd en dient slechts Effecten van gelijke soort en waarde te leveren. In het geval van uitloting zal ABN AMRO, handelend als een goed huisvader, de verdeling onder de deposanten van het betrokken financieel instrument bewerkstelligen. 19.3 De Cliënt dient ABN AMRO tijdig instructies te geven nopens de, met betrekking tot zijn in bewaring gegeven effecten, uit te voeren verrichtingen. Bij ontstentenis van dergelijke instructies voert ABN AMRO naar best vermogen en voor rekening van de
10 / 32
Cliënt de gebruikelijke verrichtingen uit, zoals afknippen van coupon, inning van dividenden, intresten, terugbetaalbare effecten en kapitaal of kapitaalaanwas van de gedeponeerde effecten; in dit geval kan ABN AMRO naderhand niet aansprakelijk worden gesteld voor laattijdige of niet-uitoefening van de aan de effecten verbonden rechten. ABN AMRO crediteert de Geldrekening met de te innen bedragen, onder afhouding van lasten en kosten, en waar van toepassing ook onder afhouding van de roerende voorheffing. De Cliënt kan andersluidende instructies geven aan ABN AMRO, die deze instructies slechts kan aanvaarden in zoverre zij volledig in overeenstemming zijn met de omzendbrieven van de FSMA ter zake. Creditering geschiedt onder voorbehoud van effectieve inning op de rekening; ingeval ABN AMRO naderhand de werkelijke uitbetaling niet bekomt, behoudt ze zich het recht voor de rekening van de Cliënt te debiteren met het door haar gecrediteerde bedrag, verhoogd met alle kosten en eventuele koersverschillen. ABN AMRO is niet aansprakelijk voor de afloop van in het buitenland verrichte inningen van coupons en terugbetaalbare effecten ten gevolge van gebeurlijke, huidige of toekomstige aldaar geldende beperkende maatregelen inzake deviezenhandel en kapitaaluitvoer. 19.4 Voor de bewaring van de aan ABN AMRO toevertrouwde effecten is een bewaarloon verschuldigd; de tarieflijst ligt ter inzage in elk kantoor van ABN AMRO en kan op aanvraag bekomen worden. Het bewaarloon, verhoogd met eventuele andere kosten en de eventuele belastingen en taksen, worden per kwartaal berekend en is verschuldigd op het einde van elk kwartaal. Ze worden noch geheel noch gedeeltelijk terugbetaald indien de effecten tijdens de loop van het jaar geheel of gedeeltelijk worden teruggenomen. 19.5 ABN AMRO heeft het recht de rekening van de Cliënt van rechtswege te debiteren met het bewaarloon. Indien een effectenbewaargeving op naam van meerdere personen geschiedt, is elk van die personen tegenover ABN AMRO voor het geheel van de bewaargevingskosten hoofdelijk verbonden. 19.6 Wanneer een bewaargeving van effecten geschiedt op naam van meerdere personen, kunnen enkel alle bewaargevers, gezamenlijk optredend, met betrekking tot die bewaargeving, onderrichtingen aan ABN AMRO geven, behoudens andersluidende instructie. 19.7 Wanneer een bewaargeving van effecten het voorwerp van een vruchtgebruik vormt, wordt dit depot zowel op naam van de naakte eigenaar, als van de vruchtgebruiker geopend. ABN AMRO behoudt zich het recht voor de uitvoering van verrichtingen betreffende een effectenbewaargeving, gesplitst in naakte eigendom en vruchtgebruik, afhankelijk te maken van het voorafgaand akkoord tussen of een gezamenlijke onderrichting van de naakte eigenaar en de vruchtgebruiker. Onder voorbehoud van het voorgaande wordt de rekening van de vruchtgebruiker gecrediteerd met de periodieke opbrengst van de in bewaring gegeven effecten (o.m. coupons, dividenden, interesten) en gedebiteerd met het bedrag van de bewaargevingskosten (o.m. het bewaarloon, het dossierrecht en de kosten van de briefwisseling). De vruchtgebruiker beschikt vrij over de hem toekomende bedragen. Eveneens onder voorbehoud van het voorgaande en van de rechten van de vruchtgebruiker wordt de rekening van de naakte eigenaar gecrediteerd met het kapitaal of de kapitaalaanwas van de in bewaring gegeven effecten (o.m. het bedrag van uitkeerbaar geworden effecten, loten, premies, uitkering van reserves of kapitaal) en gedebiteerd met het bedrag van de prijs van aankoop van nieuwe effecten, het makelaarsloon en/of de gebruikelijke kosten bij beursverrichtingen. 19.8 Indien ABN AMRO de in bewaring gegeven Effecten, anders dan ten gevolge van overmacht, verliest, staat ze enkel in voor hun vervanging door gelijkwaardige Effecten of voor de vergoeding van hun waarde, elke andere schadevergoeding uitgesloten zijnde.
20 Inschakeling van derden en bewaring van Effecten door derden 20.1 ABN AMRO is bevoegd in het kader van de Effectendienstverlening gebruik te maken van derden voor onder meer het in bewaring geven van Effecten en het verkrijgen van rechten ten aanzien van de Effecten door tussenkomst van derden. ABN AMRO zal in beginsel zorg dragen voor de keuze van derden en zij zal alleen aansprakelijk zijn voor tekortkomingen van derden indien zij bij de keuze van die derde niet de nodige zorgvuldigheid en waakzaamheid in acht heeft genomen.
11 / 32
20.2 ABN AMRO is ingeval Effecten van de Cliënten worden bewaard bij een derde partij niet aansprakelijk voor handelen of nalaten van deze derde partij of voor enige ander verlies of schade toegebracht aan de Effecten van de Cliënt, tenzij dit verlies of schade te wijten is aan schuld van ABN AMRO bij selectie van deze derde partij. De Cliënt is zich bewust van de mogelijkheid dat ingeval van niet-nakoming of faillissement van een derde partij, hij niet (al) zijn Effecten zal kunnen terugkrijgen. 20.3 Indien ABN AMRO Effecten in bewaring heeft gegeven bij een derde partij, kan deze derde partij de Effecten van de Cliënt aanhouden via een omnibusaccount waar Effecten van meerdere ABN AMRO Cliënten worden bewaard. Met een omnibusaccount wordt hier verstaan een verzamelrekening die wordt aangehouden bij een derde partij op naam van ABN AMRO. De Cliënt is zich bewust van de mogelijkheid dat ingeval van niet-nakoming of faillissement van een derde partij, of indien er tekorten ontstaan op een dergelijke omnibusaccount, hij niet (al) zijn Effecten zal kunnen terugkrijgen. 20.4 Het kan voorkomen dat het op grond van het nationale recht dat van toepassing is op een derde partij waar Effecten van Cliënten worden aangehouden, niet mogelijk is Effecten van Cliënten te onderscheiden van Effecten die deze derde partij voor zich zelf of voor ABN AMRO houdt. De Cliënt is zich ervan bewust dat ingeval van niet-nakoming of faillissement van die derde partij, of indien er tekorten zijn om alle aanspraken te kunnen voldoen, hij niet (al) zijn Effecten kan terugkrijgen. 20.5 De Cliënt is zich ervan bewust, dat indien Effecten of gelden worden bewaard door een derde partij in een staat buiten de Europese Economische Ruimte ingeval van niet-nakoming of faillissement van die derde partij zijn rechten verbonden aan deze Effecten of gelden kunnen verschillen ten opzichte van bewaring van Effecten in een staat binnen de Europese Economische Ruimte.
21 Werkzaamheden behorend tot administratie 21.1 Tot de aan de administratie verbonden werkzaamheden die door ABN AMRO worden uitgevoerd, voor zover ABN AMRO met deze administratie is belast, behoren onder andere, voor zover nodig en binnen de macht van ABN AMRO, het innen of ontvangen van rente, aflossingen en dividenden, het uitoefenen of te gelde maken claimrechten, het verkrijgen van nieuwe coupon- of dividendbladen, het verrichten van conversiehandelingen, het deponeren van Effecten voor vergaderingen alsmede het afdragen van de door ABN AMRO ontvangen bedragen (verminderd met eventuele kosten en na aftrek van eventueel verschuldigde belasting) aan de Cliënt. 21.2 Indien derden als bedoeld in artikel 20 zijn belast met de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden, laat dit onverlet de verplichting van ABN AMRO om de bedragen die zij van die derden ter zake van rente, aflossing, dividend of uit anderen hoofde ten behoeve van de Cliënt ontvangt, aan de Cliënt af te dragen. 21.3 ABN AMRO verzekert het beheer van Effecten die zijn opgevraagd, maar niet afgehaald, niet meer.
22 Instructies ten aanzien van de administratie 22.1 Voorzover in verband met de administratie van de Effectenportefeuille instructies van de Cliënt noodzakelijk zijn, geeft de Cliënt deze instructies altijd aan ABN AMRO ongeacht wie met de administratie belast is. 22.2 Behoudens het gestelde in het derde lid zal ABN AMRO de Cliënt op de hoogte houden van relevante gebeurtenissen die betrekking hebben op de Effecten in zijn Effectenportefeuille, zulks met uitsluiting van aandeelhoudersvergaderingen. Het voorgaande geldt alleen voor zover de gebeurtenissen zijn vermeld in door de uitgevende instelling van de Effecten gepubliceerde advertenties gericht aan de houders van de betreffende Effecten en deze advertenties gepubliceerd zijn in het blad dat daarvoor door de Beurs waar de Effecten worden verhandeld is voorgeschreven, respectievelijk bij gebreke daarvan, in het blad dat daarvoor normaliter wordt gebruikt.
12 / 32
22.3 Ten aanzien van Effecten die bewaard worden door de in artikel 20 bedoelde derden geldt het gestelde in het tweede lid slechts voor zover ABN AMRO ter zake door deze derde is geïnformeerd.
23 Tarieven en afrekening 23.1 De kosten en/of provisies die ABN AMRO aan de Cliënt in rekening brengt in verband met de Effectendienstverlening zijn terug te vinden in tarievenfolders van ABN AMRO. Tevens zijn de actuele tarieven altijd opvraagbaar bij ABN AMRO. 23.2 ABN AMRO behoudt zich het recht voor de in het eerste lid van dit artikel bedoelde kosten en provisies te allen tijde te wijzigen. Telkens wanneer de tarieven worden gewijzigd, zal ABN AMRO de Cliënt rechtstreeks een mededeling sturen waarin wordt aangegeven dat de tarieven gewijzigd worden. 23.3 ABN AMRO is gemachtigd alle bedragen, die zij van de Cliënt te vorderen heeft in verband met kosten, belastingen en/of provisies als hier bedoeld, van de Geldrekening van de Cliënt af te schrijven.
24 Additionele rapportageverplichtingen ABN AMRO verstrekt de Cliënt minimaal één keer per jaar een overzicht van de Effectenportefeuille, hetzij schriftelijk hetzij elektronisch.
25 Teruggave Materiële levering van Effecten gebeurt slechts voor zover toegelaten door de wetgeving. Opvragingen van Effecten dienen 3 Werkdagen vooraf aan ABN AMRO te worden medegedeeld. ABN AMRO moet de opgevraagde Effecten binnen een redelijke termijn teruggeven, onder voorbehoud evenwel van artikel 16 van de Algemene Bankvoorwaarden. Geen teruggave is verschuldigd in geval van overmacht.
26 Verificatie van trekkingslijsten Op verzoek van de Cliënt en tegen vergoeding gelast ABN AMRO zich met de verificatie van de trekkingen in verband met niet bij haar in bewaring gegeven Effecten. Dit gebeurt op grond van een lijst van voornoemde Effecten die de Cliënt haar op eigen verantwoordelijkheid bezorgd heeft. Indien de Cliënt de opdracht gaf tot verificatie van de trekking van Effecten, behoudt ABN AMRO zich het recht voor een verkooporder met betrekking tot die Effecten tot de volgende dag uit te stellen.
27 Belangenconflicten 27.1 ABN AMRO heeft maatregelen getroffen om een onafhankelijk optreden van het bedrijfsonderdeel dat de Effectendienstverlening verzorgt, te waarborgen. Op grond van deze maatregelen zal niet-openbare, koersgevoelige informatie welke mogelijkerwijs uit anderen hoofde binnen ABN AMRO bekend is, niet gebruikt worden bij de Effectendienstverlening aan de Cliënt. Indien een belangenconflict onvermijdelijk blijkt te zijn, zal ABN AMRO de Cliënt hiervan schriftelijk dan wel via elektronische kanalen op de hoogte stellen onder vermelding van de bijzonderheden die de Cliënt in staat moeten stellen met kennis van zaken een beslissing te nemen ten aanzien van de Effectendienstverlening in verband waarmee het belangenconflict zich voordoet. 27.2 In het kader van de door ABN AMRO verrichte Effectendienstverlening kan het voorkomen dat ABN AMRO vergoedingen of provisies betaalt aan, dan wel ontvangt van derden, of niet-geldelijke voordelen behaalt. De Cliënt zal geen aanspraak kunnen maken op de door ABN AMRO ontvangen vergoedingen van derden. Een samenvatting van de kenmerken van derge-
13 / 32
lijke regelingen zullen daar waar van toepassing door ABN AMRO worden verstrekt. Op een daartoe schriftelijk verzoek zal ABN AMRO de Cliënt nadere details verstrekken.
28 Toestemming Cliënt met elektronische informatieverschaffing 28.1 De Cliënt stemt er mee in dat ABN AMRO de Cliënt persoonlijke informatie, waaronder begrepen periodieke overzichten, rekeningafschriften, orderbevestigingen of andere persoonlijke opgaven in plaats van per postbestelling (in papieren vorm) op andere duurzame dragers, zoals elektronische kanalen Internet Bankieren, e-mail verzendt. De Cliënt verplicht zich minimaal eens in de week de langs een elektronisch kanaal ontvangen opgaven op te roepen, te bekijken en eventueel op te slaan. 28.2 De Cliënt stemt er mee in dat ABN AMRO niet persoonlijke tot de Cliënt gerichte informatie ter zake van haar Effectendienstverlening kan verstrekken via de website www.abnamro.be. ABN AMRO draagt er zorg voor dat de informatie actueel is en, zolang voor haar Cliënten van belang, op haar website toegankelijk blijft. 28.3 ABN AMRO zal van de bevoegdheid in de vorige leden alleen gebruik maken indien dit past in de context waarmee ABN AMRO met de Cliënt zaken doet. In afwijking van de voorgaande leden van dit artikel zal ABN AMRO genoemde informatie op verzoek van de Cliënt schriftelijk verstrekken indien de Cliënt geen regelmatige toegang heeft tot het internet of andere elektronische kanalen.
29 Strijd met dwingende voorschriften ABN AMRO is gemachtigd om ingenomen effectenposities namens de Cliënt te beëindigen indien het aanhouden hiervan strijdigheid met enig dwingend voorschrift zou opleveren.
30 Overboeken van Effecten naar een andere instelling 30.1 ABN AMRO zal pas een verzoek tot overboeking van Effecten naar een andere instelling honoreren nadat de Cliënt tegenover ABN AMRO aan alle verplichtingen uit de Effectendienstverlening heeft voldaan. Evenmin mag de Cliënt andere verplichtingen tegenover ABN AMRO hebben die zich hiertegen verzetten. 30.2 Indien de over te boeken Effecten opties of andere financiële instrumenten omvatten waaruit verplichtingen kunnen ontstaan, zal ABN AMRO bovendien de schriftelijke instemming met de overboeking van de andere instelling moeten hebben ontvangen. 30.3 Met betrekking tot Effecten waaromtrent het verzoek om over te boeken wel al is gegeven, maar waaromtrent de overboeking als zodanig naar de andere instelling nog niet is uitgevoerd, is het soms voor de Cliënt nog mogelijk gebruik te maken van de Effectendienstverlening. De Cliënt kan dan uitsluitend verkoop- of sluitingstransacties uitvoeren. 30.4 Het overboeken van Effecten, als bedoeld in lid 1 van dit artikel, mag niet uitgelegd worden als een kwijting door ABN AMRO aan de Cliënt.
31 Beëindiging van de Effectendienstverlening en verjaring 31.1 Dit artikel is ook van toepassing indien de gehele bankrelatie, waarvan deze Overeenkomst deel uitmaakt, wordt beëindigd op grond van een andere bepaling, zoals artikel 23 van de Algemene Voorwaarden van ABN AMRO. 31.2 Vanaf het moment van beëindiging van de Overeenkomst zullen door ABN AMRO reeds gefiatteerde orders van de Cliënt zo
14 / 32
veel mogelijk worden afgewikkeld. Nieuwe orders worden niet meer gefiatteerd, tenzij het verkoop- of sluitingsorders betreft. 31.3 Indien de Overeenkomst is beëindigd, zal de Cliënt binnen vier weken zijn Effecten naar een door hem aan te wijzen instelling moeten laten overboeken. Na deze periode heeft ABN AMRO het recht om de Effectenportefeuille van de Cliënt te liquideren en de opbrengsten ervan, na verrekening, bij te schrijven op zijn Geldrekening. 31.4 Indien het ABN AMRO blijkt dat de Cliënt niet bereikbaar is op het laatstelijk bij ABN AMRO bekende postadres, kan de bank de Effectendienstverlening na twee jaar met deze Cliënt beëindigen indien de Cliënt gedurende een jaar vanaf de dag waarop het ABN AMRO gebleken is dat de Cliënt niet meer bereikbaar is op dit adres niet door ABN AMRO kan worden getraceerd. De Effecten van deze Cliënt worden verkocht; de baten die hieruit voortvloeien, worden aangehouden en ter beschikking gehouden van de Cliënt bij ABN AMRO doch binnen de door de wet gestelde termijnen overgemaakt aan de Deposito- en Consignatiekas waar de Cliënt ze kan opeisen binnen een periode van dertig jaar.
32 Klachten en schadebeperkingsplicht Cliënt 32.1 Zonder afbreuk te doen aan de in deze Voorwaarden Effectendienstverlening vastgestelde termijnen binnen dewelke klachten moeten worden overgemaakt, is artikel 15 van de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing op klachten van de Cliënt. 32.2 Indien een geschil betrekking heeft op Effecten die nog deel uitmaken van de Effectenportefeuille, is de Cliënt verplicht zodra het geschil ontstaat, zijn eventuele schade te beperken door de betreffende Effecten te verkopen c.q. optieposities te sluiten of op enige andere daartoe aangewezen wijze zijn schade te beperken, ongeacht de definitieve uitkomst van het geschil en eventuele aansprakelijkheid van ABN AMRO.
15 / 32
MiFID De Europese richtlijn betreffende Markten voor Financiële Instrumenten
Wat houdt MiFID precies in? Sinds 1 november 2007 is de Europese Richtlijn MiFID van toepassing. Hoofddoel van de Richtlijn is te zorgen voor een volledig en geharmoniseerd regelgevend kader voor transacties van effecten binnen de Europese Unie, IJsland, Noorwegen en Liechtenstein. Zij heeft betrekking op een ruime waaier aan beleggingsdiensten en financiële instrumenten zoals aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en derivaten (o.a. opties). Onder de Richtlijn vallen alle ondernemingen die beleggingsdiensten of aan financiële instrumenten gerelateerde diensten leveren: banken, beursmakelaars en andere financiële bemiddelaars. Met het versterken van de doeltreffendheid en transparantie van de financiële markten schept de MiFID Richtlijn een nieuwe commerciële dynamiek, waarvan beleggers als eersten kunnen genieten. Op die manier biedt de Richtlijn beleggers meer bescherming dankzij: •
een beter evenwicht tussen de voorgestelde producten en diensten en hun risicoprofiel;
•
een optimale uitvoering van orders;
•
hogere normen voor het beheer van orders; en
•
nauwkeurige bepalingen over transparantie en het verstrekken van informatie.
Cliëntenclassificatie Om de cliënt te kennen en hem zo beter bij te staan en te informeren, zal er allereerst een classificatie gebeuren. Immers niet alle cliënten die handelen in financiële instrumenten beschikken over dezelfde kennis en ervaring met betrekking tot deze instrumenten en de daaraan verbonden risico’s. Elke cliënt heeft bijgevolg recht op een aangepast beschermingsniveau, afhankelijk van zijn classificatie. Op basis van criteria uit de Richtlijn zullen cliënten worden ingedeeld in de volgende categorieën, waarvan ze schriftelijk op de hoogte worden gebracht. In aanmerking komende tegenpartijen Dit zijn professionele cliënten die actief zijn in de financiële sector en die vanuit hun bedrijfsdoelstelling geacht worden te beschikken over de nodige deskundigheid rond het nemen van beleggingsbeslissingen. Omdat deze groep het laagste beschermingsniveau geniet, legt MiFID hier de minst strikte regels op wat betreft de zorgplicht en informatie. Professionele cliënten Deze cliënten beschikken over de nodige ervaring, kennis en deskundigheid om zelf beleggingsbeslissingen te nemen en de daaraan gekoppelde risico’s adequaat in te schatten en financieel te dragen. Het gaat hier vooral om grote ondernemingen die minstens aan twee van de drie volgende vereisten voldoen: •
balanstotaal van 20.000.000 EUR;
•
netto-omzet van 40.000.000 EUR; of
•
eigen vermogen van 2.000.000 EUR.
Niet-professionele cliënten Niet-professionele cliënten (particulieren of rechtspersonen) zijn alle cliënten die niet in aanmerking komen voor de twee vorige categorieën. Deze cliënten zullen door hun financiële instelling gepeild worden naar hun kennis en ervaring in verband met financiële instrumenten, hun financiële situatie en hun beleggingsdoelstellingen. Zij genieten dan ook het hoogste beschermingsniveau.
16 / 32
Verschillende niveaus van bescherming Niet-professionele cliënten kunnen rekenen op de hoogste graad van bescherming. Professionele cliënten en in aanmerking komende tegenpartijen zijn aan minder strikte regels onderworpen en genieten bijgevolg minder bescherming. Een cliënt kan vragen om in een andere categorie ingedeeld te worden dan deze bepaald door ABN AMRO Bank N.V. Wanneer dit een lagere bescherming van de klant tot gevolg heeft, kan ABN AMRO Bank N. V. beslissen niet op de vraag in te gaan. Alle cliënten worden individueel geïnformeerd over hun classificatie vooraleer enig akkoord over het verlenen van diensten wordt afgesloten.
Beleggingsprofiel De Richtlijn verplicht banken om bepaalde informatie te vragen aan cliënten bij het verstrekken van beleggingsdiensten. Deze informatie omvat o.a. kennis en ervaring met betrekking tot beleggingsproducten, maar ook voor bepaalde beleggingsdiensten zoals Adviserend Beheer en Vermogensbeheer, informatie betreffende de algemene beleggingsdoelstellingen en –horizon; en de financiële situatie van de cliënt. Voor Niet-professionele cliënten gebeurt dit via bepaling van het beleggersprofiel.
“Suitability” & “Appropriateness” De zorgplicht verschilt niet alleen volgens de classificatie waarin de cliënt wordt ingedeeld, maar ook volgens het type van geleverde dienst. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen Adviserend Beheer en Vermogensbeheer enerzijds (Suitability), en ontvangst en doorgifte van orders (Execution Only) anderzijds (Appropriateness). 1. Suitability of geschiktheid voor Adviserend Beheer en Vermogensbeheer Wanneer ABN AMRO Bank N.V. u gepersonaliseerde aanbevelingen geeft met het oog op een verrichting (aankoop, verkoop, intekening) mag zij enkel de voor u geschikte (of suitable) beleggingsproducten aanbevelen. En dit zowel voor aanbevelingen op uw verzoek of op initiatief van ABN AMRO Bank N.V. Om deze geschiktheid of Suitability te kunnen beoordelen houdt ABN AMRO Bank N.V. rekening met: (i)
uw beleggingsdoelstellingen en -horizon;
(ii)
uw financiële situatie of draagkracht; en
(iii)
uw kennis en ervaring met de voorgestelde belegging.
2. Appropriateness of passendheid voor ontvangst en doorgifte van orders (Execution Only) Bij de ontvangst en doorgifte van orders zal ABN AMRO Bank N.V. voor uitvoering van die orders aftoetsen of het betreffende product passend (of appropriate) is voor u, en dit enkel voor complexe1 beleggingsproducten. Dit betekent dat de bank nagaat of u kennis en ervaring hebt met het betreffende beleggingsproduct. 3. Waarschuwing ABN AMRO Bank N.V. vestigt uw aandacht op het feit dat er geen passendheid of appropriateness wordt getest bij het uitvoeren – of het ontvangen en doorgeven – van orders in niet-complexe2 beleggingsproducten. Bijgevolg geniet u niet van de bescherming die met deze test geassocieerd wordt.
Optimale uitvoering van orders Één van de basisprincipes van MiFID is “Best Execution” of de optimale uitvoering van orders. Dit betekent dat de financiële tussenpersoon alle redelijke stappen moet nemen om een optimale uitvoering van orders te verzekeren. Hierbij wordt rekening gehouden met factoren zoals de prijs, de kosten, de snelheid en waarschijnlijkheid van uitvoering en settlement, de omvang, de aard en alle andere relevante aspecten voor de uitvoering van een order. Welke criteria hierbij van doorslaggevend belang zijn, wordt bepaald in het orderuitvoeringsbeleid van ABN AMRO Bank N.V. Optimale uitvoering verzekert niet het beste resultaat maar wel het beste gebruik van middelen. Met ander woorden: de financiële instelling moet kunnen aantonen dat iedere uitgevoerde transactie in overeenstemming is met zijn uitvoeringsbeleid. Dit betekent Complexe beleggingsproducten zijn in het bijzonder: opties, futures, swaps, forward-rate-agreements en alle andere derivaten contracten, forwards en afgeleide producten voor de overdracht van kredietrisico, enz. 2 Niet-complexe beleggingsproducten zijn in het bijzonder: aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en geldmarktinstrumenten. 1
17 / 32
niet dat voor iedere individuele transactie steeds het best mogelijke resultaat moet worden bereikt. Indien de cliënt echter specifieke instructies geeft waardoor de financiële instelling verplicht is om af te wijken van haar orderuitvoering, dan zal de cliënt worden geïnformeerd dat de toepassing van het principe van optimale uitvoering niet gegarandeerd kan worden. De verplichting van optimale uitvoering is niet van toepassing op in aanmerking komende tegenpartijen.
Informatie aan cliënten MiFID benadrukt dat alle communicatie aan cliënten correct, duidelijk en niet-misleidend moet zijn en tijdig verstrekt moet worden. Communicatie moet eveneens aangepast worden zodat de cliënt de risico’s, de te verwachten kosten en de inkomsten van elke voorgestelde dienst of product kan beoordelen. ABN AMRO Bank N.V. blijft zijn cliënten informeren, ook na dienstverlening. De bank zal haar cliënten inlichten over de uitvoering van orders en de onderliggende transacties, over de waardering van de financiële instrumenten, en over het kapitaal dat door hen in bewaring is gegeven. Cliënten zullen volledig, en op regelmatige basis, geïnformeerd worden over de verleende producten en diensten. De Richtlijn voorziet specifieke regels voor deze rapportering, zowel voor de inhoud als de frequentie: •
cliënten moeten een uitvoeringsbevestiging ontvangen; en
•
cliënten zullen minstens één keer per jaar een overzicht van hun activa ontvangen, ongeacht het gekozen beheerstype.
De informatieplicht is doorgaans niet van toepassing voor in aanmerking komende tegenpartijen.
Hebt u vragen? Gelieve contact op te nemen met uw ABN AMRO contactpersoon, wij helpen u graag verder.
18 / 32
Product- en risicobeschrijving
De samenstelling van uw portefeuille moet passen bij uw persoonlijke situatie. Alvorens te starten met beleggen is het daarom van belang uzelf een aantal vragen te stellen, die ook (in de vragenlijst voor het vaststellen van het beleggersprofiel) door ABN AMRO aan u worden gesteld, bijvoorbeeld: - Hoeveel geld wil ik beleggen? Beleg alleen geld dat u niet direct nodig heeft voor uw levensonderhoud of direct noodzakelijke uitgaven. - Hoeveel risico kan ik lopen? Heeft u het geld bestemd voor een noodzakelijke uitgave in de toekomst? Heeft u het geld nodig om nu of in de toekomst in uw inkomen te voorzien? Dan zijn dit in ieder geval indicaties om het geld risicomijdend te beleggen. Daarbij geldt tevens dat hoe eerder u het geld nodig heeft, hoe minder risico u kunt nemen. Heeft u het geld nodig voor noodzakelijke uitgaven in de nabije toekomst, dan kunt u het geld beter op een spaarrekening zetten. - Hoeveel risico wil ik lopen? Dit is een vraag die u alleen zelf kunt beantwoorden. U dient zich wel te realiseren dat alle vormen van beleggen risico’s met zich kunnen meebrengen. Niet alleen bestaat de kans dat het rendement dat u verwacht lager of hoger uitpakt; er zijn beleggingen waarbij u de gehele inleg kunt verliezen of waaraan u zelfs schulden kan overhouden. Stel u vooraf goed op de hoogte van deze risico’s en neem geen risico’s die u niet kunt overzien. Begin dus als onervaren belegger niet direct met ingewikkelde beleggingsproducten of beleggingsconstructies. Realiseert u zich verder dat risico en rendement altijd aan elkaar gekoppeld zijn. Hoe groter de kans op een hoog rendement, hoe groter ook de kans op aanzienlijke verliezen. Staar u dus niet blind op resultaten uit het verleden; deze bieden géén garantie voor de toekomst. Een middel om de risico’s te beperken is om uw beleggingen te spreiden. Spreiding kan plaatsvinden over verschillende vermogenscategorieën. U kunt bijvoorbeeld beleggen in aandelen, obligaties, alternatieve investeringen onroerend goed en liquiditeiten. De vermogenscategorieën kunnen vervolgens worden gespreid over bedrijven, bedrijfstakken (sectorale spreiding), landen en valuta (geografische spreiding). Tot elk van deze vermogenscategorieën worden overigens ook producten gerekend die qua risico het meest overeenkomen met die categorie. Zo wordt een participatie in een aandelenbeleggingsfonds gerekend tot de vermogenscategorie ‘aandelen’ en kan een garantieproduct tot de vermogenscategorie ‘obligaties’ worden gerekend als de beleggingen die daardoor worden gedaan qua werking en risico overeenkomen met die vermogenscategorie. Van deze vermogenscategorieën zijn de beleggingsproducten die behoren tot de categorie aandelen het meest riskant. Naarmate u voorzichtiger wilt beleggen, verdient het aanbeveling om een kleiner deel van uw portefeuille in aandelen te beleggen. De minst risicovolle vorm van beleggen is een belegging in liquiditeiten. Beleggen in liquiditeiten kan door te investeren in een liquiditeitenfonds of door te sparen. Sparen valt echter buiten het kader van dit document. Hoe kleiner het belegbaar vermogen, hoe zwaarder de kosten van het beleggen op uw beleggingsresultaat drukken. Een goedkope manier om dan toch spreiding aan te brengen is om deel te nemen in een beleggingsfonds, waarin de hiervoor genoemde vermogenscategorieën zijn opgenomen. Door in een fonds deel te nemen, neemt u deel in de gespreide beleggingsportefeuille die door het fonds wordt aangehouden. Over het algemeen geldt dat u met een onvoldoende gespreide portefeuille een hoger risico loopt dan met een goed gespreide portefeuille.
1. De risico’s van beleggen De risico’s van beleggen en de specifieke producten waarin kan worden belegd, worden hieronder in zijn algemeenheid nader belicht.
19 / 32
Voor specifieke risico’s behorend bij een specifiek uitgegeven effect verwijzen wij u naar de bijbehorende beschikbare productinformatie zoals brochure en prospectus. Voor de risico’s van opties, futures en andere effecten die nog riskanter kunnen zijn dan die van aandelen, verwijzen wij tevens naar informatie die u verstrekt wordt bij het afsluiten van de hiervoor noodzakelijke aanvullende overeenkomsten en/of informatie die u verstrekt wordt bij het aangaan van specifieke transacties. U dient zich ervan bewust te zijn dat zich onvoorziene situaties kunnen voordoen, zoals een terroristische aanslag of een ingrijpende wetswijziging, en dat dit zelfs bij een laag risicoprofiel grote invloed kan hebben op het rendement van uw beleggingen. 1.1 Koersrisico Het koersrisico voor een belegger is het risico dat een instrument meer of minder waard wordt. Het risico op een bepaalde koersontwikkeling wordt niet alleen bepaald door de resultaten van het betreffende instrument, maar ook door het algehele marktsentiment. Het koersrisico dat een belegger op zijn beleggingsportefeuille loopt, wordt minder naar mate de belegger zijn investeringen spreidt over meerdere categorieën effecten en per categorie weer in meerdere, verschillende uitgevende instellingen. 1.2 Debiteuren- of kredietrisico De waarde van bepaalde effecten wordt in de eerste plaats bepaald door de verwachting over de vraag of een uitgevende instelling zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan nakomen. Dit risico speelt veelal bij obligaties. Hoe groter de kredietwaardigheid van een uitgevende instelling, hoe lager de rentevergoeding op het instrument zal zijn. Obligaties waarop ten opzichte van staatsleningen een zeer hoge rente wordt vergoed, worden high yield bonds of ook wel junkbonds genoemd. Bij dergelijke leningen is het debiteurenrisico voor een belegger relatief het grootst. Een creditrating kan een nuttige manier zijn om het debiteurenrisico te beoordelen. 1.3 Valutakoersrisico Voor alle producten (dus ook voor opties, futures, en andere effecten) geldt dat u, indien deze in een andere valuta dan de euro worden genoteerd, koersrisico van de betreffende valuta ten opzichte van de euro loopt. Deze valuta kan namelijk meer of minder waard worden ten opzichte van de euro. Ook bij aandelen speelt het valutarisico, maar vaak zit dit risico onzichtbaar verborgen in de koers van het aandeel. Bij aandelen wordt het valutarisico namelijk bepaald door de mate waarin een vennootschap zijn activiteiten heeft, respectievelijk zijn resultaten behaalt, in landen buiten de eurozone. 1.4 Marktrisico Dit is het risico dat samenhangt met de volatiliteit of beweeglijkheid van de totale markt. De markt is over het algemeen erg gevoelig voor sentimenten. 1.5 Renterisico Dit risico is het gevolg van bewegingen in de marktrente. Veranderingen in de rentevoet hebben een belangrijke invloed op zowel de koersen van aandelen als van obligaties. Het renterisico leidt dan ook tot een koersrisico. Bij aandelen heeft een stijging van de rente een negatieve invloed op de koersen omdat hierdoor de kostprijs van investeringen toeneemt. Ook bestaande obligaties worden minder aantrekkelijk als de rente stijgt. Hoe langer de nog resterende looptijd van een obligatie, hoe groter de koersdaling zal zijn. Zolang de obligaties niet worden verkocht verliest u niet direct geld, maar u mist wel de kans om extra geld te verdienen. Immers, u hebt gedurende een lange(re) periode recht op een bepaalde vaste rentevergoeding; stijgt de rente in die periode op de kapitaalmarkt, dan profiteert u daar niet van. Daar staat tegenover dat u in die periode ook geen nadeel ondervindt van een daling van de rente. Renterisico bestaat dus ook gedeeltelijk uit een herbeleggingrisico. 1.6 Overige risico’s Verder zijn er nog enkele andere risico’s mogelijk, zoals het liquiditeitsrisico (het risico van een geringe verhandelbaarheid), de politieke risico’s (overheidsmaatregelen die de belegger benadelen), het inflatierisico (het risico dat de koopkracht van de euro afneemt) en het herbeleggingrisico (het risico dat op het moment van aflossing er geen gelijkwaardige herbeleggingmogelijkheid is). Alle risico’s samen worden weerspiegeld in de koers van het betreffende instrument. De risico’s van de specifieke beleggingsproducten worden hieronder in hun algemeenheid nader belicht. Voor specifieke risico’s
20 / 32
behorend bij een specifiek uitgegeven effect verwijzen wij u naar de bijbehorende beschikbare productinformatie zoals brochure en prospectus. Voor de risico’s van derivaten zoals opties die nog riskanter kunnen zijn dan die van aandelen, verwijzen wij tevens naar informatie die u verstrekt wordt bij het afsluiten van de hiervoor noodzakelijke aanvullende overeenkomsten en/of informatie die u verstrekt wordt bij het aangaan van specifieke transacties. Bijkomende informatie over beleggingsinstrumenten en hun kenmerken kan u vinden op de website van Febelfin : www.febelfin.be/sites/default/files/files/beleggingsinstrumenten.pdf
2. Kenmerken en risico’s van aandelen Een aandeel is een bewijs van deelneming in het kapitaal van een vennootschap. Hieraan zijn in de regel ook stemrecht en een recht op dividend ofwel winstdeling verbonden. Als aandeelhouder bent u in feite voor een deel eigenaar van het bedrijf. De waarde van uw aandeel en de hoogte van de dividenduitkering zijn onder andere afhankelijk van de resultaten van het bedrijf en van het dividendbeleid van het bedrijf. Gaat het goed met een bedrijf dan deelt u mee in de winst door een hogere koers en/of het ontvangen van dividend. Gaat het slecht met een bedrijf en wordt geen of minder winst gemaakt, dan zal in het algemeen de koers van het aandeel dalen en zal geen of minder dividend worden uitgekeerd. Het uitkeren van dividend heeft invloed op de koers van het aandeel. De datum waarop het dividend uitgekeerd wordt, is de datum waarop het aandeel ex-dividend gaat. Meestal daalt de koers met een bedrag bijna gelijk aan de hoogte van het dividend. In extreme situaties, bijvoorbeeld in geval van faillissement kan de waarde van het aandeel zelfs teruglopen naar nul. Daarnaast kunnen aandelenkoersen sterk fluctueren door bijvoorbeeld te reageren op positieve of negatieve berichten, zowel over de macro-economische ontwikkelingen als over de onderneming zelf. Het risico kan bovendien per onderneming sterk verschillen. Aandelen kunnen in meerdere verschijningsvormen voorkomen en de risico’s kunnen hiervan onder meer afhankelijk zijn. Zo bestaan naast courante aandelen (aandelen die zijn genoteerd aan een officiële effectenbeurs en waarin een regelmatige handel bestaat) ook incourante aandelen. De handel in deze aandelen verloopt minder gemakkelijk, omdat er weinig of geen aanbod voor bestaat of niet dagelijks in wordt gehandeld. Een omvangrijke aan- of verkoop wordt direct vertaald in een oplopende of dalende koers. Bij de aan- of verkoop van dergelijke aandelen loopt u dus het risico dat u niet op het door u gewenste moment uw stukken kunt verhandelen. Soms kunnen ook courante aandelen door acute (economische) ontwikkelingen, bijvoorbeeld een bericht over frauduleuze praktijken, onverhandelbaar raken. Aandelen bieden kortom een onzeker rendement, terwijl u daarnaast de kans loopt uw inleg te verliezen. Aandelen kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën, zoals in regio’s, waaronder ontwikkelde markten en opkomende markten. De ontwikkelde markten worden gevormd door de landen met een goed ontwikkelde en stabiele economie. De opkomende markten worden gevormd door de landen met een economie die nog in ontwikkeling is en kennen daarom in het algemeen een hoger risico. Een ander onderscheid vormen de sectoren, waarbij een verschil bestaat in cyclische en niet-cyclische sectoren. Cyclische sectoren, zoals de basisindustrieën en duurzame consumptiegoederen, zijn relatief meer gevoelig voor economische ontwikkelingen dan niet-cyclische sectoren zoals gezondheidszorg, nutsbedrijven en farmacie. Dit heeft tot gevolg dat de laatste groep als minder risicovol gezien wordt.
3. Kenmerken en risico’s van obligaties Een obligatie is een schuldbekentenis die deel uitmaakt van een openbare geldlening door de overheid (staatsobligatie), een instelling of een onderneming (bedrijfsobligatie) en levert doorgaans een vaste jaarlijkse rente (coupon) op en terugbetaling van de hoofdsom aan het einde van de looptijd. Er bestaan bijzondere vormen van obligaties. Deze bijzondere vormen hebben betrekking op onder andere de wijze van rentebetaling, de wijze van aflossing, de wijze van uitgifte en bijzondere leningsvoorwaarden. Het rendement op de obligaties kan bijvoorbeeld (mede) afhankelijk worden gesteld van de geldende rentestand (een zogenoemde rente index obligatie) of van de winst van de instelling die de obligaties heeft uitgegeven (zoals winstdelende obligaties en inkomstenobligaties). Er bestaan ook obligaties waarop geen rente wordt uitbetaald (de zerobonds). Het rendement op deze obligaties wordt verkregen uit het verschil tussen de uitgiftekoers en de latere aflossingskoers. Daarnaast bestaan er perpetuele obligaties waarbij geen vooraf overeengekomen aflossingsdatum bekend is, maar aflossing alleen plaatsvindt als de uitgevende instelling dat wenst. Perpetuele obligaties worden ook wel eeuwigdurende obligaties genoemd. De rentevergoeding op perpetuele obligaties ligt doorgaans hoger dan op gewone obligaties, daar staat ook een hoger risico tegenover. Achtergestelde obligaties zijn obligaties waarbij in het geval van een faillissement van de uitgevende instelling pas uitbetaald wordt nadat alle andere schulden zijn voldaan. Het rente percentage is ook hier doorgaans hoger. Vaak zijn perpetuele obligaties achtergesteld. Als u in obligaties belegt, leent u in feite geld aan
21 / 32
een onderneming of instelling. Over de lening wordt over het algemeen een vooraf vastgesteld rentepercentage vergoed (coupon). Zowel ten aanzien van de lening als ten aanzien van de rente loopt u het risico dat de uitgevende onderneming of instantie in betalingsproblemen raakt en uiteindelijk niet zal kunnen (terug) betalen. Dit zogenoemde kredietrisico is vanzelfsprekend kleiner indien de uitgevende onderneming of instantie in betere financiële gezondheid verkeert, zoals in het algemeen bij staatsobligaties van WestEuropese overheden of bedrijven met een hoge rating (kredietbeoordeling). De koers van de obligatie, met name van belang indien u voor afloop van de lening de obligatie zou willen verzilveren of kopen, kan fluctueren en is onder meer afhankelijk van de ontwikkeling van de marktrente en de kredietwaardigheid van de uitgevende onderneming of (overheids)instelling (rating). Over het algemeen zullen de koersen van obligaties echter minder fluctueren dan die van aandelen. Obligaties bieden kortom een vooraf vastgesteld rendement en een relatief stabielere koers dan aandelen, zolang er geen betalingsproblemen zijn. Ontstaan deze problemen wél, dan kunt u ook bij obligaties niet zeker zijn van het rendement en uw inleg verliezen. Obligaties kunnen worden ingedeeld in verschillende categorieën, zoals overheid, bedrijfsobligaties en opkomende markten. Daarnaast worden bedrijfsobligaties gerangschikt naar bijbehorende creditrating van de uitgevende instelling van investment grade (vanaf een creditrating van Standard & Poors van AAA tot minimaal BBB) tot high yield. High yield obligaties zijn obligaties met een relatief lage rating van BB tot D. Deze obligaties kennen vanwege hun lage kredietwaardering en daarmee gepaard gaande hogere risico een relatief hoog rendement (= high yield). Dit hogere risico uit zich in een grotere kans dat de betaling van de rente en terugbetaling van de hoofdsom niet zal kunnen plaatsvinden. Bij obligaties is de rating dus van belang voor de inschatting van het risico. Hoe beter de rating hoe lager het risico voor een belegger die investeert in die obligatie, en hoe lager de rating hoe hoger het risico. Credit Rating Agency (Kredietbeoordelaar) en de Credit Rating (kredietstatus of kredietbeoordeling) Een onderneming die zich bezighoudt met de beoordeling van de kredietwaardigheid van landen, bedrijven en instellingen wordt een Credit Rating Agency genoemd. Bekende Credit Rating Agencies zijn Standard & Poors, Moody’s Investors Services en Fitch Ratings. Deze instellingen gebruiken letters en cijfers om een bepaalde kredietwaardigheid van een land, bedrijf of instelling aan te geven. De creditrating (de beoordeling) loopt van AAA tot en met D, waarbij AAA de allerhoogste kredietwaardigheid (dus het minste risico op het niet betalen van openstaande schulden met eigen middelen) betekent en D de laagste kredietwaardigheid (dus het hoogste risico). De Credit Rating Agency analyseert niet alleen de huidige kredietwaardigheid maar geeft ook een oordeel over de toekomstige kredietwaardigheid, waarin bijvoorbeeld factoren als de kwaliteit van het management en de ontwikkelingen binnen de bedrijfstak van de onderneming ook een rol spelen. Voor een overzicht van de gebruikte ratings zoals die bij de bank bekend zijn in juli 2012, zie onderstaand figuur. Credit Ratings Moody’s
Fitch
Standard & Poor’s
Definitie
Opmerking
Aaa
AAA
AAA
Hoogst mogelijke rating
‘Investment grade bonds’
Aa
AA
AA
Zeer hoge kwaliteit
A
A
A
Hoge kwaliteit
Baa
BBB
BBB
minimum ‘investment grade’
Ba
BB
BB
lage kwaliteit
‘Below investment grade’
B
B
B
zeer speculatief
(Junk Bonds)
Caa
CCC
CCC
groot risico
Ca
CC
CC
zeer slechte kwaliteit
C
C
C
in faillissement met kleine kans op herstel
I
D
D
definitief in faillissement
Bovenstaand schema is een hoofdindeling. Alle drie de agency’s kennen nog onderverdelingen en verfijningen, zoals AA- en BBB+ (Standard & Poor’s en Fitch) of Aa3 Baa1 (Moody’s). Ook zijn er aparte ratings voor de korte termijn.
22 / 32
4. Kenmerken en risico’s van converteerbare obligaties en reverse exchangeables Sommige producten hebben kenmerken van zowel aandelen als obligaties. U kunt bijvoorbeeld denken aan converteerbare obligaties en aan reverse exchangeables. Laat u zich bij deze hybride producten goed informeren over de specifieke werking en risico’s. De risico’s worden vaak ‘gecompenseerd’ door een relatief hoge rentevergoeding. De belegging zelf kan bijvoorbeeld door de conversie echter uiteindelijk minder winstgevend zijn. U mag er dan ook in elk geval nooit van uit gaan dat de werking en de risico’s van dergelijke producten gelijk zijn aan die van obligaties. Converteerbare obligaties kunnen onder bepaalde voorwaarden gedurende een bepaalde periode worden omgewisseld tegen aandelen in de onderneming die de obligatie heeft uitgegeven of tegen aandelen in een andere onderneming. Onder voorwaarden heeft de belegger de keuze tot conversie (omzetting) of betaling in contanten. De coupon is in de regel om deze reden iets lager dan een gewone obligatie. Een ‘reverse exchangeable’ (ook wel reverse convertible) is de Engelse term voor een ‘omgekeerde converteerbare obligatie’. Bij deze obligatie heeft niet de belegger het recht om op afloopdatum de obligatie in aandelen om te wisselen, maar is het aan de uitgevende (financiële) instelling om te beslissen of zij de nominale waarde van de obligatie uitbetaalt in contanten of in aandelen. Het risico voor de belegger bestaat hieruit dat als wordt afgelost met aandelen, die aandelen op dat moment een lagere waarde vertegenwoordigen dan de nominale waarde van de reverse exchangeable. Tegenover dit risico staat de relatief hoge coupon, die de belegger jaarlijks ontvangt. De risico’s van de converteerbare obligaties kunnen vergelijkbaar gesteld worden aan die van gewone bedrijfsobligaties. De risico’s van reverse exchangeable obligaties zijn vergelijkbaar met het beleggen in aandelen. Het verliezen van uw gehele belegging is ook in dit geval mogelijk.
5. Kenmerken en risico’s van onroerend goed Onroerend goed heeft over het algemeen een stabielere waarde dan een bedrijf. Risico’s blijven echter bestaan en hangen samen met de renteontwikkeling, de algemene economische ontwikkelingen en de politieke stabiliteit van het land waarin het onroerend goed gelegen is. Omdat rechtstreeks beleggen in onroerend goed veelal een groot belegbaar bedrag vergt, maken de meeste beleggers gebruik van de mogelijkheid te beleggen in een vastgoedfonds. Deze fondsen kunnen rechtstreeks beleggen in ‘stenen’ door bijvoorbeeld te investeren in projectontwikkeling, maar ook indirect door te investeren in bedrijven, die vastgoedprojecten tot stand brengen. Ook voor onroerend goed geldt in zijn algemeenheid dat het rendement onzeker is en dat u de kans loopt uw inleg te verliezen.
6. Kenmerken en risico’s van beleggingsfondsen In het algemeen kan een beleggingsfonds worden omschreven als een door de participanten bijeengebracht vermogen dat door een beheerder collectief wordt belegd in effecten. De beleggingen kunnen zich richten op bepaalde vermogenscategorieën zoals aandelen, obligaties, onroerend goed of een mix daarvan. Of op meerdere bedrijven, bedrijfstakken, maar bijvoorbeeld ook op grondstoffen of edelmetalen. Alle bovengenoemde risico’s van aandelen, obligaties en onroerend goed kunnen, afhankelijk van de samenstelling van de portefeuille van het beleggingsfonds, óók voor beleggingsfondsen gelden. In principe worden echter de risico’s van beleggen relatief kleiner door de spreiding van de beleggingen binnen het beleggingsfonds. Ook bij het beleggen in beleggingsfondsen dient u echter in de gaten te houden dat uw portefeuille zich niet eenzijdig op één sector van de markt of regio richt. Er is een onderverdeling te maken tussen beursgenoteerde beleggingsfondsen en fondsen zonder notering. Dit heeft vooral invloed op de verhandelbaarheid. Deelnemingen in beursgenoteerde fondsen kunnen via vrijwel alle banken gekocht worden, terwijl deelnemingen in niet-beursgenoteerde fondsen alleen bij het fonds zelf gekocht kunnen worden, wat ook gebeurt via uw bank (afhankelijk van de voorwaarden van het betreffende fonds kunnen aan- of verkooptransacties wel eens wat langer duren). Een andere onderverdeling is die tussen closed-end beleggingsfondsen en open-end beleggingsfondsen. Open-end beleggingsfondsen zijn beleggingsfondsen waarbij toe- en uittreding door de participanten onbeperkt en dus eenvoudig mogelijk is. Het aantal uitstaande deelnemingsrechten (participaties) is niet begrensd en hun waarde wordt in hoofdzaak bepaald door die van de in het fonds berustende activa ofwel de in het fonds aanwezige beleggingen. Closed-end beleggingsfondsen zijn beleggingsfondsen waarbij het aantal uitgereikte deelnemingsrechten wel vastligt. Tijdens de looptijd is in- en uittreden in de regel niet, of slechts onder voorwaarden mogelijk waardoor participaties in dit soort fondsen niet (gemakkelijk) verhandelbaar zijn. U loopt dus het risico dat u bij tegenvallende resultaten niet of niet op een door u gewenst moment uw beleggingen van de hand kunt doen.
23 / 32
7. Kenmerken en risico’s van liquiditeiten De minst risicovolle vorm van beleggen is een belegging in liquiditeiten. Het debiteurenrisico van de instelling waar u uw geld plaatst en het risico van de inflatie zijn hier de risico’s waarmee u het meest rekening dient te houden. Onder liquiditeiten worden verstaan spaarsaldi en direct opeisbare tegoeden, zoals het creditsaldo op uw geldrekening. Het rendement op deze gelden is meestal laag, maar u loopt geen koersrisico. Het is aan te raden om altijd een deel van uw vermogen liquide te houden. U verkleint daardoor het risico van uw totale portefeuille. Bovendien heeft u direct geld tot uw beschikking voor onverwachte uitgaven. Beleggen in liquiditeiten kan door te sparen of door te investeren in een liquiditeitenbeleggingsfonds, zie voor de kenmerken en risico’s hiervan paragraaf 6. Sparen valt echter buiten het kader van dit Informatieblad.
8. Kenmerken en risico’s van structured products Structured Products zijn het best te omschrijven als beleggingsproducten, die op een complexe wijze in één of meer vermogenscategorieën beleggen (in veel gevallen met behulp van een ingewikkelde optiestructuur). Juridisch gezien zijn het veelal (bedrijfs)obligaties, waarbij u een vordering op de uitgevende instelling verkrijgt. Echter qua werking en risico’s zijn ze meestal niet goed vergelijkbaar met (bedrijfs)obligaties. ABN AMRO biedt een variatie aan van structured products waarbij deze producten per categorie van elkaar verschillen door opbouw, risico’s en structuur. Een grove indeling kan gemaakt worden door een onderscheid te maken tussen Certificaten, Garantieproducten en High Yield producten. Binnen deze soorten zijn weer verschillende varianten denkbaar, waarbij de verschillende elementen van deze varianten met elkaar kunnen worden gecombineerd. Het is daarom van belang dat u bij elk product de bijbehorende productinformatie zoals brochure en prospectus zorgvuldig doorneemt en dat u zich vergewist van de specifieke risico’s behorend bij het desbetreffende product. Meer informatie over structured products kunt u vinden op www.abnamromarkets.nl. • Certificaten hebben betrekking op diverse onderliggende waarden, zoals een index, grondstof, valuta, regio of land. Een Certificaat volgt vaak lineair de koersontwikkeling van de onderliggende index of aandelen. De risico’s van een belegging in certificaten zijn te vergelijken met een belegging in de onderliggende waarde. Als de koers van de onderliggende waarde stijgt, stijgt de waarde van het certificaat vaak één-op-één. Het omgekeerde geldt bij een koersdaling. Echter, bij sommige certificaten volgt de koers van het certificaat niet één-op-één de koersbewegingen van de onderliggende waarde, bijvoorbeeld doordat er een valutacomponent in zit of binnen het certificaat vreemd vermogen wordt aangetrokken. Een belegging in een index door middel van een Certificaat is goed gespreid over sectoren. Over het algemeen kan dit daarom minder risicovol zijn dan een belegging door middel van een Certificaat in één sector. Certificaten hebben over het algemeen geen afloopdatum. • Garantieproducten zijn een serie producten waarmee u belegt in bijvoorbeeld een index, een specifieke sector of een selectie aandelen of aandelenindices, terwijl (een gedeelte van) de nominale inleg beschermd is doordat (veelal) de uitgevende instelling een garantie aan het eind van de looptijd afgeeft om de nominale inleg of een gedeelte daarvan terug te betalen. Beleggen in een garantieproduct betekent niet dat deze belegging geheel vrij is van risico. De garantiewaarde geldt alleen op einddatum. Bovendien kunt u afhankelijk van het soort garantieproduct kiezen voor volledige bescherming of gedeeltelijke bescherming. In geval van tussentijdse verkoop worden de stukken tegen de dan geldende koers verkocht, die mogelijk onder de garantiewaarde of de nominale waarde kan liggen waarvoor de stukken bij uitgifte zijn aangeschaft. Het rendement van deze belegging wordt onder meer afhankelijk gesteld van de onderliggende waarde en het garantieniveau. Afhankelijk van de ontwikkeling van de onderliggende waarde kan een jaarlijkse coupon (winstdeling) worden uitgekeerd. Bij enkele producten uit deze categorie worden rendementen vastgeklikt. Het rendement kan van jaar tot jaar verschillen. • (High) Yield producten zijn veelal beleggingsproducten waarbij eveneens wordt belegd in indices en aandelen maar waarbij extra rendement wordt nagestreefd door gebruik te maken van derivatenconstructies. In ruil voor dit extra rendement (‘High Yield’) accepteert u een bepaald risico. Deze producten kennen geen hoofdsomgarantie bij einde looptijd, maar in sommige gevallen wel een gestaffelde vorm van bescherming tegen koersdalingen van de onderliggende waarde. Hiermee bent u beschermd als de koersdalingen zich beperken tot binnen het beschermingsniveau. Dit laat echter onverlet dat u volledig koersrisico loopt over de hoofdsom. Zowel tijdens de looptijd als op de einddatum kan de koers van deze producten lager zijn dan de nominale waarde c.q. de uitgifteprijs.
24 / 32
Categorieën van High Yield producten zijn de zogenaamde Airbag certificaten, Double up certificaten en diverse Klik & Klaar notes.
9. Derivaten Derivaten zijn van financiële instrumenten afgeleide producten. Dit betekent dat de waarde van een derivaat afhankelijk is van de prijsontwikkeling van een ander financieel instrument, zoals een aandeel of index of een andere onderliggende waarde, zoals valuta of indices. Derivaten zijn verhandelbare rechten en plichten van koop of verkoop. Het leveren of afnemen van de onderliggende waarde is mogelijk door fysieke levering of door verrekening in contanten. De fysieke levering wordt doorgaans vervangen door een ‘cash settlement’, zoals bijvoorbeeld bij indexopties of indexfutures waarbij het leveren van de onderliggende waarde niet mogelijk of niet wenselijk is. Dit betekent dat het verschil tussen de uitoefenprijs en de afrekeningkoers tussen partijen wordt afgerekend en geen levering van de onderliggende waarde plaats heeft. Het uitoefenen van een optie dient overigens aan de beurs kenbaar te worden gemaakt, bij gebreke waarvan een afrekening en niet de levering van de onderliggende waarden zal volgen. Voorbeelden van derivaten zijn opties, futures en warrants. Beleggingen in derivaten brengen hoge risico’s met zich mee met name vanwege de onvoorspelbare waardeontwikkeling van het onderliggende financiële instrument en de hefboomwerking. Ze zijn daarom meer geschikt voor de ervaren belegger. Hoewel Turbo’s strikt genomen vallen onder de categorie structured products, heeft ABN AMRO ervoor gekozen om Turbo’s onder Derivaten te plaatsen, omdat de kenmerken en risico’s beter te vergelijken zijn met die van een derivaat. Hefboom De meeste derivaten worden gekenmerkt door een hefboomwerking. Dit geldt in ieder geval voor opties, futures en turbo’s. De mogelijke winst van dit soort transacties kan procentueel hoger zijn dan de mogelijke winst op de onderliggende waarde, omdat kan worden volstaan met een geringere investering, terwijl de winstkansen gelijk zijn. U heeft dus relatief meer voordeel van een beweging in de onderliggende waarde, dan wanneer u direct in de onderliggende waarde belegt. Tegenover de hoge winsten die kunnen worden bereikt door deze ‘hefboomwerking’ staan uiteraard ook grote verliezen, die onder omstandigheden zelfs meer kunnen bedragen dan de ingelegde investering. Voor een meer gedetailleerde beschrijving en rekenkundige voorbeelden van de hefboomwerking van de genoemde producten verwijzen wij u naar de desbetreffende productbrochures. Exposure Exposure geeft weer hoe uw portefeuille blootgesteld is aan veranderingen in de markt. De exposurewaarde doet dienst als een soort risicograadmeter om te kunnen beoordelen of uw portefeuille in lijn is met het bijbehorende risicoprofiel. De exposurewaarde is gelijk aan de economische waarde van de portefeuille plus of min de exposure die voortvloeit uit optie- en/of futureposities. Deze wordt voor de risicobeoordeling bijgeteld of afgetrokken als er respectievelijk geen of wel een relevante dekking aanwezig is in de portefeuille. Dekking kan aanwezig zijn in de vorm van de onderliggende waarde en/of optieposities met dezelfde onderliggende waarde. Voor een meer gedetailleerde beschrijving en rekenkundige voorbeelden van exposure verwijzen wij u naar de desbetreffende productbrochures. 9.1. Kenmerken en risico’s van opties Een optie is een gestandaardiseerd contract waarmee het recht wordt verkregen om gedurende een bepaalde periode (uitoefenperiode) een zeker aantal effecten te kopen (call) of te verkopen (put) tegen een vooraf vastgestelde koers (uitoefenprijs). Als u een optie schrijft, neemt u de verplichting op u om gedurende de uitoefenperiode een zeker aantal effecten af te nemen (put) of te leveren (call) tegen de uitoefenprijs. Indien u zich een positie heeft aangeschaft, spreekt men ook wel van een gekochte positie (long positie). Indien u een optie heeft geschreven, spreekt men ook wel van het hebben van een verkochte positie (short positie). Zolang de uitoefenperiode nog niet voorbij is, kunt u via de beurs altijd weer van uw (geschreven) opties af. U sluit de positie dan. Als u zich een recht heeft aangeschaft, hoeft u daarvan uiteraard geen gebruik te maken. Als u uw optie niet sluit, zal die aflopen aan het eind van de uitoefenperiode (expiratiedatum). Als u een plicht op u heeft genomen (schrijven), dan wordt de verplichting om al dan niet na te komen niet door u bepaald. De contractgrootte van een optie is meestal 100 aandelen. U betaalt als koper van een optie een premie, omdat u het recht koopt om een onderliggende waarde te kopen of te verkopen. De premie is aanzienlijk lager dan de koers van de onderliggende waarde. Hierdoor leidt een koersschommeling van de onderliggende waarde tot grotere winsten en verliezen voor de houder van een optie (hefboomwerking). Als schrijver van een optie heeft u geen zekerheid over de uitkomst, omdat u de verplichting aangaat om eventueel onderliggende waarden af te nemen of te leveren. Voor dit risico ontvangt u vooraf, bij het openen
25 / 32
van de positie, een premie. Opties worden uitgegeven door de beurs waarop ze verhandeld worden. Als u wilt handelen in opties is daarvoor een aanvullende overeenkomst nodig. Calloptie De koper van een calloptie heeft het recht om de onderliggende waarde te kopen. Het kopen van een calloptie doet u als u verwacht dat de onderliggende waarde, bijvoorbeeld een bepaald aandeel, zal stijgen. Omdat u het recht heeft in een bepaalde periode de stukken voor de vooraf vastgestelde (en naar uw verwachting dus lager dan de beurs) prijs te kopen, ziet u uw winst in het verschil tussen de vastgestelde uitoefenprijs en de beurskoers van het aandeel op het moment van uitoefenen. Het risico ligt besloten in het tegenovergestelde scenario dat zich zou kunnen voordoen waarbij de koers van het aandeel daalt en u bij uitoefening juist duurder uit bent. Als verkoper (‘schrijver’) van een calloptie gaat u uit van een waardedaling van de onderliggende waarde. Als de koper zijn recht tot afnemen wil uitoefenen, hebt u de plicht de onderliggende waarde te leveren tegen de overeengekomen uitoefenprijs. De koper doet dat in de regel alleen als die prijs gunstiger is dan de beurskoers. Hierin ligt uw risico besloten; als u de onderliggende waarde niet in uw bezit heeft, zult u de stukken alsnog op de beurs voor een hogere prijs moeten aanschaffen om ze vervolgens te kunnen leveren. Als schrijver van een call optie is uw verlies daarom (in theorie) onbeperkt. Putoptie De koper van een putoptie heeft het recht om de onderliggende stukken te verkopen. Het kopen van een putoptie doet u als u verwacht dat de onderliggende waarde zal dalen. U ziet uw winst in een hogere uitoefenprijs dan de toekomstige beurskoers van de onderliggende waarde. De verkoper (schrijver) van een putoptie heeft de plicht om bij uitoefening de onderliggende waarde af te nemen. Als schrijver van een putoptie gaat u ervan uit dat de overeengekomen uitoefenprijs goedkoper is dan de beurskoers, omdat u denkt dat de beurs gaat stijgen. Maar u stelt zich bloot aan het risico dat u de onderliggende waarde moet kopen tegen een uitoefenprijs die veel hoger is dan de actuele beurskoers. ‘Schrijven’ Het ‘schrijven’ van een optie betekent dus dat u als openingstransactie een optie verkoopt (opening sell) en daarmee de plicht heeft om de onderliggende waarde te leveren (in geval van een calloptie) of af te nemen (in geval van een putoptie) tegen de uitoefenprijs van de optie. Dit wordt in de praktijk ook wel ‘short gaan’ genoemd. Als vergoeding voor het lopen van dit risico ontvangt u als ‘schrijver’ een premie. Het schrijven van een calloptie, terwijl de onderliggende stukken niet in uw effectenportefeuille zijn opgenomen wordt ook wel ‘ongedekt schrijven’ genoemd. Een geschreven putoptie wordt altijd als ongedekt aangemerkt. Om de onderliggende waarde desgevraagd te kunnen afnemen respectievelijk te kunnen leveren (als deze al niet in de effectenportefeuille is opgenomen), dient een schrijver een zekerheid, de zogenoemde ‘margin’, op zijn effectenrekening aan te houden. Opties worden uitgegeven door de beurs waarop ze verhandeld worden. Als u wilt handelen in opties is daarvoor een aanvullende overeenkomst nodig. 9.2. Kenmerken en risico’s van turbo’s Een turbo (ook wel Turbo Certificaat) is een op de beurs genoteerd beleggingsproduct waarmee kan worden ingespeeld op een door u verwachte koersbeweging van verschillende onderliggende waarden zoals aandelen, indices, grondstoffen, obligaties en valuta. De naam ‘Turbo’ is een merknaam van ABN AMRO en veel Turbo’s worden dan ook uitgegeven door ABN AMRO. Vergelijkbare beleggingsproducten die door andere financiële instellingen worden uitgegeven kennen andere namen. Met een Turbo Long wordt ingespeeld op een stijging van de onderliggende waarde. Met een Turbo Short wordt ingespeeld op een daling. Kenmerkende elementen van de Turbo zijn het financieringsniveau en het ‘stop loss’-niveau. Elke Turbo heeft een financieringsniveau. U investeert slechts voor een deel in de waarde van de onderliggende waarde en de rest van de investering (het financieringsniveau) wordt door ABN AMRO gefinancierd. In het algemeen worden over dit niveau op dagbasis financieringskosten berekend, die afhankelijk zijn van de gebruikte rentevoet. Deze kosten worden dagelijks verrekend met het financieringsniveau waardoor het financieringsniveau iedere dag oploopt. Voor een Turbo Long moeten financieringskosten worden betaald en voor een Turbo Short ontvangt u financieringsopbrengsten. Het element van financiering zorgt onder meer voor de hefboomwerking. U investeert slechts in een deel van de onderliggende waarde, maar u ontvangt wel de volledige stijging of daling daarvan. Als gevolg hiervan is de rendementsontwikkeling van de Turbo, afhankelijk van de onderliggende waarde van de Turbo waarin u belegt, procentueel vele malen hoger als die van de onderliggende waarde. Een relatief kleine beweging van een onderliggende waarde resulteert dus in een relatief grotere bewe-
26 / 32
ging van de Turbo. De hefboom kan uw winst procentueel vergroten, maar ook uw verlies. Met andere woorden door de hefboom is een belegging in Turbo’s risicovoller dan een directe belegging in de onderliggende waarde. De ‘stop loss’ is een ingebouwd beschermingsniveau dat er automatisch voor zorgt dat uw verlies zich zal beperken tot (bijvoorbeeld) de inleg. Als de onderliggende waarde dit niveau bereikt of overschrijdt, zal de Turbo worden afgewikkeld en wordt de restwaarde indien aanwezig aan u terugbetaald. De ‘stop loss’ is ook een dynamisch element dat meestal maandelijks wordt aangepast op basis van het actuele financieringsniveau. Als u gaat beleggen in Turbo’s raden wij u aan de beschikbare productinformatie en prospectus door te lezen en u nader te laten informeren over de specifiek risico’s van beleggen in Turbo’s. 9.3. Kenmerken en risico’s van warrants Warrants zijn financiële instrumenten die de houder daarvan gedurende een bepaalde periode het recht geven om een onderliggende waarde te kopen (call warrants) of te verkopen (put warrants) tegen een van tevoren vastgestelde prijs. Warrants zijn daarmee op punten vergelijkbaar met opties maar worden uitgegeven door financiële ondernemingen, zoals banken of effectenhuizen in plaats van door een beurs. De contractspecificaties zijn bovendien in tegenstelling tot opties niet gestandaardiseerd, maar kunnen variëren. Warrants worden uitgeoefend tegenover de uitgever van de warrant. Deze onderliggende waarde kan bestaan uit (een mandje) aandelen, obligaties, valuta, goederen of een index. Het kopen en verkopen van warrants verloopt op dezelfde manier als van aandelen. Hiervoor is geen aanvullende overeenkomst nodig. Niettemin zijn de risico’s bij het beleggen in warrants veel groter dan de risico’s bij het beleggen in aandelen. Door de beperkte looptijd van de warrant kan het recht om de onderliggende waarde te kopen of te verkopen waardeloos aflopen waardoor de inleg (de prijs die u betaald heeft om de warrant te krijgen) geheel verloren gaat. Bovendien zal de prijs van een warrant veelal bij prijswijzigingen van de onderliggende waarde door de hefboomwerking procentueel gezien veel meer uitslaan dan de prijswijziging van de onderliggende waarde zelf, waardoor een prijsdaling van de onderliggende waarde verhoudingsgewijs ook een veel grotere prijsdaling van de waarde van de warrant met zich meebrengt. In tegenstelling tot opties kunt u zelf geen warrants schrijven.
10. Kenmerken en risico’s van hedge funds Een hedge fund of hefboomfonds is een beleggingsfonds waarbij de fondsbeheerder tracht een optimaal rendement te realiseren onafhankelijk van de richting van de markten. De nadruk ligt op het behalen van een absoluut rendement en niet zozeer op het beter presteren dan een index. Een van de verschillen tussen hefboomfondsen en klassieke beleggingsfondsen is dat hefboomfondsen gebruik maken van een breder scala aan instrumenten en handelstechnieken. Zo kunnen derivaten worden gebruikt ter bescherming van het rendement of kunnen aandelen worden verkocht om te profiteren van dalende aandelenkoersen, zonder dat deze aandelen in het bezit zijn van het hedge fund (short verkopen). Aangezien het selecteren van hefboomfondsen, die (veelal) niet als beleggingsfondsen onder toezicht staan, een behoorlijke inspanning vergt, beleggen particulieren vaak in hefboomfondsen via een ‘fund of hedge funds’. Deze funds of hedge funds beleggen zoveel mogelijk in succesvolle hedgefondsen en proberen de bestendigheid van het rendement te verbeteren door verschillende strategieën en beleggingswaarden te combineren. Het gebrek aan toezicht maakt de sector van de hefboomfondsen ondoorzichtig. Het zelf beleggen via (fund of) hefboomfondsen vereist een gedegen kennis van de strategie, hefboom en liquiditeitsrisico van de hefboomfondsen. Daarnaast is een goed begrip van complexe handels- en derivatenstrategieën van belang.
11. Kenmerken en risico’s van private equity Private Equity is een term die meestel verwijst naar investeringen (uit privaat vermogen) in ondernemingen die niet beursgenoteerd zijn. Dit soort beleggingen zijn niet zelden te karakteriseren als investeringen in (startende) ondernemingen die zich nog niet hebben bewezen in de markt. In dat verband wordt ook wel gesproken over durfkapitaal, maar Private Equity is ruimer dan dat. Tegenover de hoge risico’s, die met dit soort beleggingen gepaard gaan, bestaat bij winstgevendheid van de onderneming ook kans op zeer hoog rendement. Deze wijze van beleggen c.q. investeren geeft ook vaak recht op een aandelenbelang en daarmee zeggenschap over de (te voeren strategie van de) betreffende onderneming. Anderzijds kan ook worden belegd in ondernemingen die hun bestaansrecht al hebben verdiend en kapitaal zoeken om hun bedrijfsactiviteiten uit te bouwen. Beleggen in Private Equity is ook mogelijk via beleggingsfondsen. Uit de aard van beleggingen in Private Equity volgt ook dat deze beleggingen bijzonder illiquide zijn. Daarom dient u een lange beleggingshorizon (vaak meer dan 10 jaar) voor ogen te houden wanneer u overweegt om te beleggen in Private Equity. Zelfs indien de
27 / 32
mogelijkheid bestaat om tussentijds te verkopen, dient u ermee rekening te houden dat de prijs waaraan dit gebeurt niet op transparante wijze tot stand komt.
12. Kenmerken en risico’s van treasury producten Treasury producten zijn zogenoemde Over The Counter–transacties (OTC). Dit zijn transacties waarbij de bank tegenpartij is van de cliënt bij een overeenkomst waarbij de prestatie afhankelijk is van koersbewegingen van een onderliggende waarde. OTC–transacties, ook wel OTC –derivaten genoemd, worden niet via de beurs verhandeld. Doorgaans hebben zij betrekking op rente en/of valuta. Voorbeelden zijn valutatermijncontracten, valuta swaps, rentederivaten, Dual Currency Deposits. Maar er zijn ook OTC-derivaten met betrekking op grondstoffen, edelmetalen of indices. OTC-derivaten zijn oorspronkelijk bedoeld om verschillende soorten financiële risico’s af te dekken, wat ook wel ‘hedging’ wordt genoemd. Zij kunnen ook speculatief worden ingezet. Een OTC-derivaat is vaak niet verhandelbaar en omdat de contracten vaak voor grote bedragen en een lange looptijd worden aangegaan, kunnen de risico’s – mede afhankelijk van de onderliggende waarde – zeer groot zijn. Ook wanneer een contract wordt aangegaan voor hedging-doeleinden kan voortijdige beëindiging, in geval van een negatieve waarde van het contract, aanzienlijke kosten met zich meebrengen.
28 / 32
Informatie over het orderuitvoeringsbeleid van ABN AMRO Bank N.V.
1. Doel van dit beleid In dit beleidsdocument zijn de regelingen over onze orderuitvoering samengevat. Aan de hand van deze regels hebben wij redelijkerwijs alle stappen ondernomen om te kunnen voldoen aan onze verplichting om een optimaal resultaat te behalen wanneer wij in uw opdracht orders in financiële instrumenten uitvoeren, of voor uitvoering bij andere partijen plaatsen of aan andere partijen doorgeven. In dit beleidsdocument verwijzen wij naar onze verplichting om u een optimale orderuitvoering te bieden.
2. Wanneer en op wie is dit beleid van toepassing? Dit beleid is van toepassing wanneer wij in uw opdracht orders uitvoeren of wanneer wij orders ter uitvoering bij derden plaatsen of aan derden doorgeven. In dit beleid wordt geen onderscheid gemaakt tussen niet-professionele en professionele beleggers: het concept van optimale uitvoering is immers op vaste regels gebaseerd en wordt niet per transactie bepaald.
3. Factoren waarmee we rekening houden om een optimale uitvoering te realiseren Om te voldoen aan onze verplichting uw order optimaal uit te voeren, houden wij rekening met de volgende order uitvoeringsfactoren: •
prijs,
•
uitvoeringskosten,
•
snelheid van uitvoering,
•
waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling,
•
omvang van de order,
•
aard van de order (of het een bestensorder of een limietorder is, of een transactie waarover onderhandeld is),
•
de eventuele invloed die uw order, wanneer deze gepubliceerd wordt, op de marktprijs heeft,
•
eventuele andere overwegingen die van belang zijn bij de uitvoering van uw order.
In de meeste gevallen zal de combinatie van prijs en uitvoeringskosten het belangrijkste zijn. Dit geldt zowel voor professionele als niet-professionele klanten. Voor financiële instrumenten die op meerdere beursplaatsen worden verhandeld, hebben wij gekeken naar prijsvorming en transactiekosten over een langere periode. Op basis hiervan wordt voor deze financiële instrumenten de beste beursplaats vastgesteld voor een bepaalde periode, in principe één jaar. Er wordt dus niet per transactie gekeken, maar naar een gemiddeld verloop van prijsvorming en transactiekosten over de achterliggende periode. In tweede instantie wordt rekening gehouden met snelheid, waarschijnlijkheid van uitvoering/afwikkeling en omvang van de order. Wanneer u ons voor de uitvoering van een order specifieke instructies geeft die afwijken van ons beleid, dan zullen wij de order volgens uw instructies uitvoeren, tenzij wij u te kennen hebben gegeven aan uw verzoek niet te kunnen voldoen. Het uitvoeren van een order conform uw instructies kan evenwel betekenen dat wij niet overeenkomstig ons uitvoeringsbeleid kunnen handelen en niet de stappen kunnen doorlopen die wij hebben vastgesteld en ingevoerd om een optimale orderuitvoering te kunnen bieden.
4. Criteria van belang met betrekking tot orderuitvoering Gezien de vorm van dienstverlening die wij u bieden en het feit dat het concept van optimale uitvoering op vaste regels gebaseerd is, en niet per transactie wordt bepaald, houden wij op de volgende wijze rekening met onderstaande criteria: •
kenmerken van de plaats van uitvoering, (zie § 6 Plaatsen van uitvoering)
•
kenmerken van het order, (zie § 8 Orders die een bepaalde drempel overschrijden)
•
kenmerken van het financieel instrument (bijvoorbeeld aandelen of opties), (zie verder § 9 Product specifieke situaties).
29 / 32
5. De instrumenten waarop dit beleid betrekking heeft Dit beleid heeft betrekking op de volgende categorieën financiële instrumenten: • aandelen • vastrentende waarden (zoals obligaties) • beleggingsfondsen • derivaten (zoals opties en futures) • gestructureerde producten
6. Plaatsen van uitvoering Op basis van het bovenstaande hebben wij een aantal plaatsen van uitvoering geselecteerd die voldoen aan onze criteria om u in specifieke financiële instrumenten een optimale uitvoering te kunnen bieden. Niet alle plaatsen van uitvoering die een prijs voor het desbetreffende financiële instrument kunnen verstrekken, zijn opgenomen. Redenen voor de uitsluiting van deze plaatsen van uitvoering zijn: de kosten van de verbinding met deze plaatsen, of hogere kosten om namens u orders uit te voeren. Dit kan betekenen dat soms op een andere plaats van uitvoering een betere prijsnotering beschikbaar is, maar dat de totale kosten van uitvoering op die plaats in de meeste gevallen uiteindelijk tot een ongunstiger resultaat zal leiden dan op de door ons gekozen plaats van uitvoering. De plaatsen van uitvoering waar wij in beginsel bij de orderuitvoering in aanzienlijke mate gebruik van zullen maken, worden gepubliceerd op onze website www.abnamro.be en/of kunnen worden opgevraagd bij uw kantoor. We zullen de plaatsen van uitvoering geregeld evalueren op basis van deze criteria (met name wanneer er wezenlijke wijzigingen zijn waardoor mogelijk niet meer stelselmatig een optimale uitvoering kan worden gegarandeerd). Tenminste eenmaal per jaar vindt een volledige formele evaluatie plaats. Wanneer wij niet verantwoordelijk zijn voor de feitelijke uitvoering, maar in plaats daarvan orders ter uitvoering doorgeven aan derden, zullen wij erop toezien dat het uitvoeringsbeleid van de intermediair in overeenstemming is met ons beleid zoals uiteengezet in dit document. Voor het verkopen van aandelen is het uitgangspunt dat deze worden gedaan op de plaatsen van uitvoering waar oorspronkelijk is aangekocht.
7. Samenvoeging van orders Het algemene uitgangspunt is dat alle orders van klanten direct ter uitvoering worden aangeboden. Wanneer u met ons beleid akkoord gaat, geeft u ons toestemming om waar mogelijk uw orders samen te voegen met die van andere klanten om deze tegelijkertijd te verwerken of tegelijkertijd uit te voeren. Wij zullen dit alleen doen wanneer het onwaarschijnlijk is dat de samenvoeging van orders nadelig voor u uitvalt. Het kan evenwel niet worden uitgesloten dat samenvoegen van orders in een specifiek geval in uw nadeel werkt. Indien wij niet in staat zijn om samengevoegde orders volledig uit te voeren, dan worden de desbetreffende financiële instrumenten toegewezen naar rato van de omvang van de oorspronkelijke orders. Alle toewijzingen van orders door de bank zullen geschieden tegen dezelfde gemiddelde koers van het uitgevoerde gedeelte van de samengevoegde order.
8. Orders die een bepaalde drempel overschrijden Het komt voor dat klanten ‘grote’ orders voor uitvoering aanbieden. Groot betekent dat de omvang en/of waarde van de order een bepaalde grens overschrijdt. Deze drempel is afhankelijk van het financieel instrument, de beursplaats(en) en de marktomstandigheden. Vanwege deze afhankelijkheden ligt deze drempel niet vast. Hierin heeft de beleggingsadviseur een belangrijke rol. Grote orders zijn mogelijk marktverstorend en vaak zijn andere uitvoeringsfactoren dan prijs en kosten van belang voor een klant. Uw specifieke wensen worden per groot order met u afgesproken.
30 / 32
9. Product specifieke situaties • Beleggingsfondsen In de meeste beleggingsfondsen kan niet op ieder moment gedurende de openingstijden van een beursplaats worden gehandeld. Orders kunnen wel op een willekeurig tijdstip gedurende de openingstijden worden ingelegd. Een transactie vindt slechts plaats op 1 of soms meerdere tijdstippen gedurende de handelsdag. Voor deze beleggingsfondsen geldt dat uitsluitend de kosten van afwikkeling bepalend zijn voor de te hanteren plaats van uitvoering. Voor beleggingsfondsen waarin wel op ieder tijdstip gedurende de openingstijden gehandeld kan worden geldt dat de plaats van uitvoering wordt bepaald op basis van de reguliere criteria. • Minder liquide producten Wanneer u ons verzoekt om een order uit te voeren in een financieel instrument met een beperkte markt en/of beperkte liquiditeit en/of beperkte prijstransparantie, dan kunnen wij mogelijk geen concurrerende prijs bieden. Onder deze omstandigheden is het uw eigen verantwoordelijkheid om desgewenst bij een andere beleggingsonderneming een concurrerende prijs op te vragen. Wanneer u onze aangeboden prijs accepteert en ons instructies geeft om dienovereenkomstig een transactie aan te gaan, dan voldoen wij daarmee uit hoofde van dit beleid aan onze verplichtingen jegens u. Indien wij met u een transactie aangaan in een financieel instrument dat wij hebben gecreëerd of waarvoor wij de enige plaats van uitvoering zijn, dan zullen wij u, vooraf op verzoek, uitleggen hoe de u aangeboden prijs tot stand is gekomen.
10. Uitzonderlijke marktomstandigheden Dit beleid is niet van toepassing ten tijde van ernstige marktturbulentie en/of wanneer interne of externe systemen uitvallen. In dat geval wordt de tijdige uitvoering van orders, voor zover überhaupt mogelijk, de belangrijkste factor. Bij storingen in systemen zullen wij mogelijk niet in staat zijn om al onze geselecteerde plaatsen van uitvoering te bereiken. Mocht deze situatie zich voordoen, dan wordt u hiervan op de hoogte gesteld wanneer u een order plaatst.
11. Bewaking en wijzigingen We zullen de kwaliteit van onze uitvoeringsregelingen bewaken en we zullen de geselecteerde plaatsen van uitvoering regelmatig controleren. Eventuele wijzigingen worden direct doorgevoerd wanneer dat noodzakelijk is. U wordt ingelicht over eventuele essentiële wijzigingen in het beleid voordat deze in werking treden. Wijzigingen die niet essentieel zijn, worden op onze website geplaatst op het moment dat ze in werking treden. Voor zover de wijziging voorziet in een opname van een plaats van uitvoering buiten de gereglementeerde markt of een zogenaamde “Multilateral Trading Facility”, anders dan waarin het huidige beleid ten aanzien van de orderuitvoering voorziet, zal daar waar nodig op gepaste wijze uw toestemming worden gevraagd. We evalueren dit beleid in ieder geval jaarlijks om te waarborgen dat wij u een optimale orderuitvoering kunnen blijven bieden. Waarschuwing : Wanneer u voor de uitvoering van een order ons speciale instructies geeft die afwijken van ons beleid, dan zullen wij de order, volgens uw instructies uitvoeren, tenzij wij u te kennen hebben gegeven de order niet conform uw instructies te kunnen uitvoeren. Dit kan evenwel betekenen dat wij niet overeenkomstig ons uitvoeringsbeleid kunnen handelen en niet de stappen kunnen doorlopen die wij hebben vastgesteld en ingevoerd om een optimale orderuitvoering te kunnen bieden.
12. Nazorg We zullen op verzoek graag nader toelichten hoe bij een transactie die we voor u hebben uitgevoerd, ons beleid is nageleefd.
13. Instemming en toestemming Wanneer u ons een order verstrekt nadat deze informatie aan u is overlegd dan wel door u is ontvangen, stemt u in met ons orderuitvoeringsbeleid dat op u van toepassing is en bevestigt u dat u al het bovenstaande hebt gelezen en begrepen.
31 / 32
Belangenconflictenbeleid van ABN AMRO Bank N.V.
ABN AMRO is volgens de Markets in Financial Instruments Directive (“MiFID”) verplicht om effectieve organisatorische en administratieve regelingen te beschikken en uit te voeren, en alle redelijke stappen te ondernemen met als doel mogelijke belangenconflicten te identificeren, te beheren en te bewaken. Om aan deze verplichting te voldoen, stippelde ABN AMRO een beleid uit. Hieronder volgt een samenvatting van dit bewuste beleid, evenals de nodige informatie om de maatregelen te begrijpen die ABN AMRO genomen heeft om de belangen van haar cliënteel te beschermen.
ABN AMRO’s Belangenconflictenbeleid Met haar Belangenconflictenbeleid wil ABN AMRO: •
omstandigheden identificeren die aanleiding zouden kunnen geven tot belangenconflicten die mogelijk de belangen van de cliënt aanzienlijk schaden.
•
gepaste mechanismen en systemen implementeren om deze conflicten te beheren.
•
systemen aanhouden om te voorkomen dat de belangen van de cliënt door de geïdentificeerde conflicten reële schade ondervinden.
Wat is een “belangenconflict?” Volgens de MiFID-definitie is een belangenconflict een conflict dat in eender welk onderdeel van ABN AMRO’s dienstverlening ontstaat; bij cliëntenverrichtingen bijvoorbeeld, waaruit ABN AMRO (of een andere cliënt voor wie ABN AMRO handelt) voordeel zou kunnen halen, terwijl er terzelfder tijd misschien substantiële schade berokkend wordt aan een andere cliënt waar ABN AMRO een verplichting heeft aan die cliënt. Er kan een conflict ontstaan wanneer ABN AMRO (of iemand verbonden met ABN AMRO, inclusief een ABN AMRO partner): •
waarschijnlijk financiële winst boekt (of verlies vermijdt) ten koste van haar cliënt;
•
belang heeft in de resultaten van een aan haar cliënt verstrekte dienst, waarbij de belangen van ABN AMRO verschillend zijn van die van de cliënt;
•
financiële of andere incentives toekent en daarbij de belangen van een bepaalde cliënt boven die van een andere stelt;
•
dezelfde activiteiten uitvoert als een cliënt;
•
geld, goederen of diensten – buiten standaardvergoedingen en commissies – ontvangt van derden voor diensten aan cliënten;
ABN AMRO heeft een analyse gemaakt om belangenconflicten in haar dienstverlening te identificeren. Daarbij zijn adequate maatregelen genomen met betrekking tot het conflict in kwestie om de potentiële impact van deze conflicten op de cliënten te beheren, te bewaken en onder controle te houden. De geïdentificeerde conflicten zijn: •
conflicten tussen cliënten met concurrerende belangen;
•
conflicten tussen cliënten en ABN AMRO, waarbij hun respectievelijke belangen met betrekking tot bepaalde resultaten zouden kunnen verschillen;
•
conflicten tussen de persoonlijke belangen van ABN AMRO medewerkers en de daarvan afwijkende belangen van ABN AMRO of haar cliënten.
32 / 32
De maatregelen die ABN AMRO genomen heeft om de geïdentificeerde conflicten onder controle te houden, bevinden zich gewoonlijk in een van de volgende categorieën: Beleid en procedures: ABN AMRO heeft tal van interne beleidsnota’s en procedures om geïdentificeerde belangenconflicten te beheren. Deze beleidsnota’s en procedures zijn onderhevig aan onze gebruikelijke controle- en herzieningsprocedures. Informatiebarrières: ABN AMRO heeft procedures ingevoerd om de informatiestroom tussen afdelingen en entiteiten binnen ABN AMRO te controleren of te verhinderen. Meer bepaald betreft het gevallen waar de belangen van de cliënten van één afdeling of entiteit in conflict zouden kunnen komen met de belangen van cliënten van een andere ABN AMRO afdeling of entiteit, of met de belangen van ABN AMRO zelf. Aparte supervisie en functiescheiding: Indien toepasselijk heeft ABN AMRO aparte supervisie voorzien voor medewerkers die functies uitoefenen voor cliënten waarvan de belangen in conflict zouden kunnen treden, of waar de belangen van de cliënten en ABN AMRO in conflict zouden kunnen treden. Ook heeft ABN AMRO stappen ondernomen om simultane of sequentiële betrokkenheid van een relevante medewerker in aparte diensten of activiteiten te voorkomen, zeker indien die betrokkenheid het goede beheer van belangenconflicten nadelig zou kunnen beïnvloeden in die specifieke situatie. Mededeling: Als er geen middelen zijn om het conflict onder controle te houden of indien de in voege zijnde maatregelen – vanuit het standpunt van ABN AMRO – onvoldoende de belangen van de cliënten beschermen, zullen de belangenconflicten meegedeeld worden aan de cliënten. Dit moet de cliënt in staat stellen een geïnformeerde beslissing te nemen of hij/zij in die bepaalde situatie al dan niet verder via ABN AMRO wil werken. Weigering tot handelen: Wanneer ABN AMRO het onmogelijk acht het belangenconflict onder controle te houden mag ze weigeren voor een cliënt te handelen.
ABN AMRO Bank N.V., vennootschap naar Nederlands recht, met maatschappelijke zetel te 1082 PP Amsterdam, Gustav Mahlerlaan 10, KvK Amsterdam 34334259, met Belgisch bijkantoor te 2600 Berchem, Roderveldlaan 5 bus 4, BTW BE 0819 210 332, RPR Antwerpen, IBAN : BE72 9605 4053 2516, BIC ABNABE2AIPC.
november 2012- versie 001