INFORMATICA TWEEDE GRAAD ASO-KSO-TSO ALLE STUDIERICHTINGEN BEHALVE TSO HANDEL, TSO HANDEL-TALEN EN TSO TOERISME EERSTE EN TWEEDE LEERJAAR
LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS September 2007 LICAP – BRUSSEL D/2007/0279/046 ISBN: 978-90-6858-765-4
INFORMATICA tweede graad aso-kso-tso Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme eerste leerjaar – 1 uur/week tweede leerjaar – 1 uur/week tweede graad tso Grafische communicatie eerste leerjaar – 2 uur/week tweede leerjaar – 2 uur/week
INHOUD 1
OVERZICHTSTABEL VAN DE LEERPLANONDERDELEN..............................................................5
2
INLEIDING ...........................................................................................................................................6
3
ALGEMENE DOELSTELLINGEN .......................................................................................................7
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
KENNISMAKING MET COMPUTERS EN NETWERKEN ..................................................................8 Beginsituatie.........................................................................................................................................8 Gegevens, gegevensverwerking, informatie ........................................................................................8 Het computersysteem ..........................................................................................................................8 Randapparaten.....................................................................................................................................9 Netwerken ............................................................................................................................................9 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen ................................................................9
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
INZICHTELIJK WERKEN MET SOFTWAREPAKKETTEN .............................................................11 Beginsituatie.......................................................................................................................................11 Vaardigheden en attitudes bij het gebruik van software ....................................................................11 Systeemsoftware................................................................................................................................12 Toepassingssoftware .........................................................................................................................13 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen ..............................................................16
6 6.1 6.2 6.3
ONTWERPEN EN BESCHRIJVEN VAN OPLOSSINGEN ...............................................................18 Beginsituatie.......................................................................................................................................18 Leerplandoelstellingen en leerinhouden ............................................................................................18 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen ..............................................................19
7 7.1 7.2 7.3
MAATSCHAPPELIJK-ETHISCHE ASPECTEN ...............................................................................20 Beginsituatie.......................................................................................................................................20 Leerplandoelstellingen en leerinhouden ............................................................................................20 Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen ..............................................................21
8
EVALUATIE .......................................................................................................................................22
9 9.1 9.2 9.3
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN ..............................................................................................23 Software .............................................................................................................................................23 Apparatuur..........................................................................................................................................23 Infrastructurele vereisten....................................................................................................................23
10
BIBLIOGRAFIE..................................................................................................................................24
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
3 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
1
OVERZICHTSTABEL VAN DE LEERPLANONDERDELEN
OVERZICHTSTABEL VAN DE LEERPLANONDERDELEN Kennismaking met computers en netwerken Inzichtelijk werken met softwarepakketten:
aso
Mogelijke lestijden tso Grafische communicatie
tso Grafische communicatie
tso
kso
Mogelijke lestijden
Verplicht
Verplicht
Verplicht
4
6
Verplicht
Verplicht
Verplicht
(*)
(*)
Verplicht
Verplicht
Verplicht
3
6
•
sleutelvaardigheden en -attitudes
•
systeemsoftware
•
toepassingssoftware:
o
Tekstverwerking
Verplicht
Verplicht
Verplicht
8
16
o
Rekenblad
Verplicht
Verplicht
Facultatief
9
14
o
Gegevensbeheer: Begrippenkader
Verplicht
Verplicht
Verplicht
4
4
Facultatief
Facultatief
Facultatief
8
16
Verplicht
Verplicht
Verplicht
2
8
Communicatie met de buitenwereld
Verplicht
Verplicht
Verplicht
2
6
Een oplossing ontwerpen en beschrijven met een eenvoudige, actuele ontwikkelomgeving.
Verplicht
Facultatief
Facultatief
8
16
Maatschappelijk-ethische aspecten
Verplicht
Verplicht
Verplicht
2
4
o
o
Gegevensbeheer Inzichtelijk werken met een pakket voor gegevensbeheer Presentaties
(*) Dit leerplanonderdeel dient geïntegreerd behandeld te worden en aan bod te komen bij alle softwarepakketten waarmee gewerkt wordt.
1.1
Richtlijnen
De uren in de tabel hierboven geven een mogelijke minimum tijdsbesteding aan voor de verschillende leerplanonderdelen. In heel wat studierichtingen verdient het “Inzichtelijk werken met een pakket voor gegevensbeheer” zeker haar plaats. In sommige tso studierichtingen bijvoorbeeld Industriële wetenschappen, wordt sterk aangeraden om het leerplanonderdeel "Een oplossing ontwerpen en beschrijven met een eenvoudige, actuele ontwikkelomgeving" te behandelen. In studierichtingen waar facultatieve leerplanonderdelen niet behandeld worden, ontstaat vrije ruimte die kan aangewend worden voor de uitdieping van één of meer van de bovenstaande leerplanonderdelen of kan gebruikt worden voor het aanbrengen van andere actuele toepassingen die binnen de studierichting verantwoord zijn. De keuzes die gemaakt worden, worden bepaald door de vakwerkgroep van de school. AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
5 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
2
INLEIDING
Het onderhavige leerplan wordt vanaf 1 september 2007 progressief ingevoerd in alle studierichtingen van de 2de graad aso-kso-tso (alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme) en vervangt het leerplan AV Informatica (D/2003/0279/028) van maart 2003. Vaardigheden en attitudes Omwille van de zeer snelle evolutie van de informatica heeft het vanzelfsprekend geen enkele zin bij de leerlingen vaardigheden na te streven die sterk tijdsgebonden zijn. Als ze eenmaal afgestudeerd zijn en zich op de arbeidsmarkt begeven, worden ze geconfronteerd met totaal nieuwe situaties. Het kan daarom niet voldoende worden beklemtoond dat kennis, vaardigheden en attitudes nagestreefd moeten worden die zo weinig mogelijk tijds- of pakketgebonden zijn. Veel belangrijker zijn kennis, vaardigheden en attitudes die transfereerbaar zijn naar andere situaties en contexten, en die generatief zijn, namelijk in zich het vermogen dragen om in nieuwe situaties nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes te ontwikkelen. Volgorde van de leerplanonderdelen Het leerplan Informatica is een graadleerplan. De leerplandoelstellingen en -inhouden zijn dus niet gebonden aan een bepaald leerjaar. Ook de volgorde waarin de leerplandoelstellingen en -inhouden in het leerplan voorgesteld worden, houdt niet in dat ze in die volgorde behandeld moeten worden. Het lerarenteam legt deze volgorde gezamenlijk vast op basis van de concrete situatie op school. Het is zeer belangrijk dat met het oog op coördinatie de nodige afspraken worden gemaakt voor de beide leerjaren. Pc’s bij leerlingen thuis Volgens de resultaten van de ICT-enquête van de FOD Economie van 2006, (Statistische bijlage bij het persbericht over pc- en Internetgebruik en de digitale kloof, http://www.statbel.fgov.be) beschikte in Vlaanderen van de huishoudens met kinderen: 83 % over een pc en 80 % over een internetaansluiting (73 % breedbandverbinding). Eén vijfde van de Vlaamse gezinnen met kinderen blijkt dus thuis niet over een pc met internetverbinding te beschikken. Bovendien blijkt nog altijd de aanwezigheid en het gebruik van een pc en internet sterk te correleren met de inkomensklasse van het gezin en het opleidingsniveau. Vanzelfsprekend zijn deze gegevens voortdurend in evolutie en zal de situatie steeds gunstiger worden. Toch impliceert de maatschappelijke opdracht van de school nog steeds dat ze leerlingen die thuis geen toegang hebben tot een pc, de gelegenheid biedt buiten de lesuren voldoende praktijkervaring op te doen op een pc. Daartoe dienen een voldoende aantal pc’s in de computerklassen ook buiten de lesuren gedurende een voldoende lange periode toegankelijk te zijn. De voorkennis van de leerlingen die thuis wel toegang hebben tot een pc, beperkt zich vaak tot separate, utilitaire kennis en tot het domein van communicatie. Zelden is deze kennis goed gestructureerd tot een functioneel, samenhangend en geordend geheel. In die gevallen dient de leraar bijzondere aandacht te besteden aan het structureren van deze kennis tot een inzichtelijk geheel. Enkele praktische afspraken met betrekking tot de leerplantekst Het leerplan is opgebouwd uit raamdoelstellingen die telkens verfijnd worden in een aantal concrete leerplandoelstellingen. De behandeling van de raamdoelstellingen is verplicht. De leerplandoelstellingen (en inhouden) zijn als houvast bij die raamdoelstellingen geformuleerd. Bij het realiseren van de raamdoelstellingen kan de leerkracht zich laten leiden door de concrete doelstellingen die de raamdoelstellingen verder verfijnen, maar hij/zij kan ook zelfgekozen concrete doelstellingen gebruiken, zolang hij de raamdoelstellingen maar effectief realiseert. Het is niet de bedoeling om deze leerplandoelstellingen en inhouden als een afvinklijst te gebruiken. Bij de leerplandoelstellingen (linkerkolom) verwijst de omschrijving 'spontaan' naar een attitude. Zo slaat bijvoorbeeld de leerplandoelstelling 'Gebruik maken van de beschikbare hulpmiddelen' op een vaardigheid, terwijl de leerplandoelstelling 'Spontaan gebruik maken van de beschikbare hulpmiddelen' zowel naar een vaardigheid als naar een attitude verwijst. De leerplancommissie Greet Vanderbiesen (voorzitter), Geert David, Hilde De Gezelle, Danny Devriendt, Lieve Smeulders, Hervé Wellens, An Willems E-mail:
[email protected]
6 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
3
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
In het leerplan van de 2de graad wordt sterk de nadruk gelegd op het verwerven van kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes die niet tijds- of pakketgebonden zijn, maar die wel overdraagbaar zijn naar andere systemen en contexten. De sleutelvaardigheden en -attitudes die in dit hoofdstuk opgesomd worden hebben betrekking hierop. De leerlingen 3.1
verwerven een functioneel inzicht in de computer als gegevensverwerkend systeem en als component van een netwerk;
3.2
verwerven elementaire domeinspecifieke kennis uit de wereld van de ICT/informatica;
3.3
verwerven door praktijkervaring elementaire vaardigheid in het gebruik van de computer, de systeemsoftware en enkele belangrijke toepassingsprogramma’s;
3.4
ontwikkelen hun probleemoplossend denken door oplossingen te ontwerpen en te beschrijven, om gestelde problemen op te lossen;
3.5
analyseren op gestructureerde wijze problemen en formuleren een oplossing. Dit houdt in: • ongeacht de eenvoud of de complexiteit van een probleem, een analyse maken van het probleem en vooraleer over te gaan tot de realisatie van een oplossing, minimaal voor zichzelf het principe van een oplossing formuleren. “Eerst denken, dan doen”; • zelfredzaamheid en zelfreflectie (metacognitie) ontwikkelen teneinde zelfstandig oplossingen te realiseren; • doorzettingsvermogen ontwikkelen bij het zoeken naar en realiseren van een oplossing; • een kritische instelling ontwikkelen t.a.v. de resultaten van bepaalde bewerkingen, deze controleren en zo nodig corrigeren.
3.6
zien het belang in van zelfstandig werken en levenslang leren, en verwerven vaardigheden om met behulp van ICT/informatica autonoom te werken;
3.7
brengen aandacht op voor de maatschappelijk-ethische implicaties van computertoepassingen en oordelen genuanceerd over de mogelijkheden en de beperkingen van de ICT;
3.8
ontwikkelen attitudes zoals doorzettingsvermogen, zelfredzaamheid, zin voor efficiëntie, zelfreflectie, open ingesteldheid ten opzichte van veranderingen ... teneinde in de toekomst ook in minder vertrouwde situaties problemen met een redelijke kans op succes aan te pakken;
3.9
maken spontaan gebruik van de beschikbare hulpmiddelen.
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
7 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
4
KENNISMAKING MET COMPUTERS EN NETWERKEN
4.1
Beginsituatie
In de eerste graad hebben de leerlingen via het raamplan Informatie- en communicatietechnologie reeds een aantal doelstellingen verworven: Hoofdstuk 1: Kennismaking met de computerconfiguratie • Gegevensverwerking • Verwerking door de computer • Opslag door een computer • Invoer en uitvoer door een computer • Communicatie en netwerken • Een computersysteem gebruiken Hoofdstuk 7: Ergonomie In de tweede graad dient men voort te bouwen op deze voorkennis.
4.2
Gegevens, gegevensverwerking, informatie
Raamdoelstelling 1: Inzicht hebben in de verschillende fasen van het gegevensverwerkend proces. De voordelen van een geautomatiseerde gegevensverwerking kennen. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4.2.1
Het verband inzien tussen gegevens, gegevensverwerking en informatie.
Gegevens, gegevensverwerking en informatie
4.2.2
De noodzaak inzien van het gebruik van een gestandaardiseerde codetabel.
Onder meer ASCII-code, Unicode
4.3
Het computersysteem
Raamdoelstelling 2: De functie en samenhang tussen hardware en software binnen het computersysteem toelichten in de context van het gegevensverwerkend proces. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4.3.1
Weten dat er verschillende soorten computers bestaan en de belangrijkste kenmerken ervan omschrijven.
Bijvoorbeeld pc, laptop, pda
4.3.2
De begrippen computersysteem, hardware en software omschrijven en hun onderling verband toelichten.
Computersysteem, hardware, software
4.3.3
Het verschil tussen systeemsoftware en toepassingssoftware kennen en illustreren met voorbeelden.
Systeemsoftware, toepassingssoftware
4.3.4
De belangrijkste componenten van een computersysteem situeren in het gegevensverwerkend proces.
Systeemeenheid, geheugeneenheden, invoereenheden, uitvoereenheden
4.3.5
De functionele samenhang tussen de belangrijkste componenten van de systeemeenheid omschrijven en in een schema voorstellen.
Centrale verwerkingseenheid (processor), intern geheugen, invoereenheid, uitvoereenheid
8 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
4.3.6
Enkele belangrijke componenten in het inwendige van een pc aanwijzen.
Onder meer moederbord, processor, intern geheugen, voeding, opslagmedia, uitbreidingskaarten
4.3.7
Het onderscheid kennen tussen verschillende soorten geheugens en weten voor welke toepassingen ze in aanmerking komen.
Intern en extern geheugen Vluchtige en niet-vluchtige geheugens, RAM, ROM
4.3.8
Computersystemen vergelijken op basis van enkele belangrijke kenmerken.
Processortype, klokfrequentie, capaciteit van werkgeheugen en van harde schijf
4.4
Randapparaten
Raamdoelstelling 3: De functie en de belangrijke karakteristieken van gangbare in- en uitvoerapparaten omschrijven en toelichten. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4.4.1
Het begrip randapparatuur toelichten. Van de belangrijkste randapparaten de functie en het gebruik kennen.
Bijvoorbeeld toetsenbord, muis, beeldscherm, harde schijf, cd-eenheid, dvd-eenheid, printer, scanner, multimedia-componenten, ...
4.4.2
Van de belangrijkste en actuele opslagmedia de praktische aanwendingsmogelijkheden vergelijken.
Onder meer capaciteit, vluchtigheid, herschrijfbaarheid, snelheid
4.5
Netwerken
Raamdoelstelling 4: Algemene begrippen in verband met computernetwerken toelichten. De voordelen en risico's van het werken met computernetwerken omschrijven. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
4.5.1
Enkele voordelen en enkele risico’s noemen van het verbinden van pc’s in een netwerk.
Netwerken: voordelen en risico's
4.5.2
Het onderscheid kennen tussen lokale en wereldwijde netwerken.
Lokale en wereldwijde netwerken
4.5.3
De begrippen server en werkstation omschrijven.
Server. Werkstation
4.5.4
De verschillende componenten van een thuisnetwerk omschrijven en hun functie toelichten.
Modem, router, netwerkkaart, bekabeling, draadloze verbinding
4.6
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
4.1
De leerinhouden met betrekking tot computers en netwerken vormen geen doel op zich, maar dienen steeds gezien te worden in relatie tot het gebruik dat de leerlingen ervan zullen maken. De klemtoon ligt dus op functionele kennis en niet op encyclopedische kennis.
4.2
Het leerplanonderdeel "Kennismaking met computers en netwerken" wordt waar mogelijk geïntegreerd met andere leerplanonderdelen, zodat bijvoorbeeld bij de behandeling van de software voldoende de band gelegd kan worden met aspecten van de hardware.
4.3
Het is noodzakelijk de leerstof concreet te behandelen met behulp van de computer. Bij de bespreking van de bouw van de computer en de randapparatuur is de aanwezigheid van deze computerapparatuur onontbeerlijk. Het gebruik van multimediaal didactisch materiaal is sterk aanbevolen. Ook op diverse websites op het Internet kunnen de leerlingen veel nuttige, actuele informatie vinden. Het verdient aanbeveling dat de leerlingen zich niet beperken tot het vergaren van informatie, maar met de aldus vergaarde informatie effectief omgaan.
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
9 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
4.4
Het leren lezen van advertenties en folders waarin computerapparatuur te koop aangeboden wordt, kan bijdragen tot de motivatie. Toch mag dit niet leiden tot het uitbenen van technische details.
4.5
Het is belangrijk dat gewerkt wordt met actuele gegevens en informatie. Het is niet de bedoeling om de leerlingen te confronteren met verouderde technieken en hardware.
10 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
5
INZICHTELIJK WERKEN MET SOFTWAREPAKKETTEN
5.1
Beginsituatie
In de eerste graad hebben de leerlingen via het raamplan Informatie- en communicatietechnologie reeds een aantal doelstellingen verworven: Hoofdstuk 2: Sleutelattitudes bij het werken met software Hoofdstuk 4: Het besturingssysteem • Organisatie van de harde schijf • Omgaan met programma’s • Omgaan met gegevensbestanden Hoofdstuk 5: Tekstverwerking • • • •
Elementaire tekstverwerking Invoer van tekst Opmaak van tekst en figuren Afdrukken van tekst
Hoofdstuk 6: Het Internet • Surfen op het Internet • E-mail In de tweede graad dient men voort te bouwen op deze voorkennis. Allicht zullen sommige leerlingen thuis reeds met softwarepakketten gewerkt hebben. Vaak beperkt de voorkennis van deze leerlingen zich tot vingervlugheid met één of meer van die pakketten. De leraar moet er dan ook op toezien dat ze de juiste vaardigheden verwerven en de juiste attitudes ontwikkelen (zie punt 5.2). Zo nodig moeten slechte gewoontes worden afgeleerd.
5.2
Vaardigheden en attitudes bij het gebruik van software
Raamdoelstelling 5: De belangrijkste vaardigheden en attitudes verwerven die relevant zijn bij het werken met software. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.2.1
Spontaan, vlot en efficiënt gebruik maken van de beschikbare hulpmiddelen en documentatiebronnen voor het oplossen van problemen.
Bijvoorbeeld contextuele hulp, wizard, snelmenu, helpfunctie, leerboek, eigen notities
5.2.2
Zich in bekende en minder bekende situaties binnen een softwarepakket oriënteren aan de hand van schermaanduidingen.
Statusbalk, meldingen, foutmeldingen
5.2.3
Aandacht besteden aan leesbaarheid, aan uniforme, esthetisch verantwoorde en doeltreffende vormgeving en aan normering.
Vormgeving BIN-norm NBN Z01-002
5.2.4
Inzicht hebben in de functionaliteit van softwarepakketten en een verantwoorde keuze maken uit de beschikbare software voor het efficiënt realiseren van de oplossing van een gegeven probleem.
Functionaliteit van softwarepakketten: tekstverwerking, rekenblad, gegevensbeheer, presentatie ...
5.2.5
Gegevens overbrengen van de ene toepassing naar de andere.
Onder meer: kopiëren, knippen en plakken
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
11 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
5.3
Systeemsoftware
Raamdoelstelling 6: Doel en functie van een besturingssysteem en zijn centrale rol binnen de werking van een computer toelichten. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.3.1
De belangrijkste taken van een besturingssysteem kennen, zijn centrale rol correct inschatten.
Besturingssysteem: opstarten, schijf- en bestandsbeheer, beheer randapparaten, gebruikersinterface
5.3.2
Het belang van systeeminstellingen inzien en eenvoudige systeeminstellingen doorvoeren.
Bijvoorbeeld
5.3.3
Van een gegeven computersysteem de belangrijkste kenmerken vaststellen.
• systeemdatum of -tijd aanpassen • schermbeveiliging instellen • beeldschermresolutie aanpassen • landinstellingen • beveiligingscentrum Type en versie van processor en van besturingssysteem, capaciteit van werkgeheugen en van harde schijf
Raamdoelstelling 7: Vlot en efficiënt de gebruikersinterface van een besturingssysteem gebruiken. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.3.4
De belangrijkste componenten van de gebruikersinterface kennen en gebruiken.
Bijvoorbeeld startmenu, snelkoppeling, bureaublad, pictogrammen, taakbalk
5.3.5
Een snelkoppeling aanmaken.
Snelkoppeling
Raamdoelstelling 8: Inzichtelijk en gestructureerd werken met bestanden, mappen en opslagmedia. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.3.6
Het belang van een goede organisatie van een gegevensdrager inzien.
Mapstructuur, mappen aanmaken
5.3.7
Elementaire bewerkingen met mappen en bestanden uitvoeren.
Selecteren, kopiëren, verplaatsen, hernoemen en verwijderen
5.3.8
Bestandsaanduidingen interpreteren.
Bestandsnaam, bestandsextensie, bestandseigenschappen, bestandspictogram Verband bestandsextensie en toepassing
5.3.9
Een gewist bestand of map terugzetten. Een bestand of map definitief verwijderen.
Prullenbak
5.3.10 Bestanden zoeken.
12 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
Bestand zoeken Een bestandenlijst sorteren volgens bepaalde criteria
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
5.4
Toepassingssoftware
5.4.1
Tekstverwerking
Raamdoelstelling 9: Inzichtelijk en efficiënt de belangrijke mogelijkheden van een tekstverwerker toepassen in realistische voorbeelden. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.4.1.1 Inzicht hebben in het splitsen of samenhouden van tekstentiteiten.
Onder meer vaste spatie, regeleinde, paginaeinde
5.4.1.2 Belangrijke opmaakkenmerken kunnen situeren op het niveau van teken-, alinea- en paginaopmaak.
Opmaakniveaus: teken, alinea, pagina
5.4.1.3 Belangrijke opmaakkenmerken op het niveau van teken-, alinea- en paginaopmaak inzichtelijk, vlot en efficiënt toepassen.
Onder meer opsommingen, tabulaties, kop- en voetteksten
5.4.1.4 Weten wat het nut is van een stijl/opmaakprofiel en een bestaande stijl/opmaakprofielen doordacht gebruiken.
Stijl/opmaakprofiel
5.4.1.5 Aanpassingen doorvoeren aan een stijl/opmaakprofiel.
Stijl/opmaakprofielen aanpassen
5.4.1.6 Het nut inzien van modeldocumenten en een bestaand modeldocument hanteren.
Modeldocument
5.4.1.7 Het zoeken en vervangen van tekstfragmenten efficiënt hanteren om een document bij te werken. Zich bewust zijn van de risico’s verbonden aan automatisch zoeken en vervangen.
Zoeken en vervangen (manueel en automatisch)
5.4.1.8 Tabellen creëren en elementaire bewerkingen er op uitvoeren. Tabellen gebruiken om gegevens voor te stellen of voor het positioneren van tekstentiteiten.
Tabellen
5.4.1.9 Documenten correct gespeld afleveren.
Spellingcontrole
5.4.1.10 Illustraties positioneren, opmaken en aanpassen binnen een document.
Onder meer tekstomloop Bijvoorbeeld figuur, foto, grafiek
5.4.2
Rekenblad
Raamdoelstelling 10: Inzichtelijk en efficiënt de belangrijke mogelijkheden van een rekenblad toepassen in realistische voorbeelden. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.4.2.1 De belangrijkste structuurelementen van een rekenblad kennen en hanteren.
Werkmap, werkblad, rij, kolom, cel
5.4.2.2 Structuurelementen vlot en efficiënt selecteren, kopiëren, verplaatsen, invoegen en verwijderen.
Selecteren, kopiëren, verplaatsen, invoegen en verwijderen
5.4.2.3 Verschillende gegevenstypes herkennen en efficiënt invoeren en wijzigen.
Getal, tekst, datum
5.4.2.4 Een formule opstellen, efficiënt invoeren en kopiëren.
Bereik, formules en operatoren, relatieve en absolute celverwijzing, vulgreep
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
13 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
5.4.2.5 Enkele belangrijke standaardfuncties kennen en gebruiken.
Onder meer som, gemiddelde, maximum, minimum, aantal, als
5.4.2.6 Cellen automatisch vullen met een reeks waarden.
Automatisch vullen (vulgreep)
5.4.2.7 Verschillende notatievormen toepassen op een cel of een groep cellen.
Getalnotatie
5.4.2.8 Het onderscheid toelichten tussen de inhoud van een cel en het weergegeven resultaat.
Inhoud versus weergave
5.4.2.9 Een aantal rijen sorteren in oplopende of aflopende volgorde.
Sorteren
5.4.2.10 De belangrijkste structuurelementen functioneel opmaken.
Opmaak
5.4.2.11 De paginaopmaak instellen en wijzigen.
Koptekst, voettekst, paginanummer
5.4.2.12 Het nut omschrijven van grafische voorstellingen bij het analyseren en interpreteren van gegevens en enkele voorbeelden geven.
Analyse van een grafische voorstelling
5.4.2.13 Een grafische voorstelling maken van (een deel van) een werkblad. Voor een bepaalde dataset de meest geschikte grafische voorstelling kiezen.
Enkele soorten grafische voorstellingen, bijvoorbeeld staafdiagram, cirkeldiagram, lijndiagram Opmaak van de grafische voorstelling
5.4.3
Gegevensbeheer - Begrippenkader
Raamdoelstelling 11: Inzicht hebben in het concept van een eenvoudige databank. Doelgericht zoeken in een databank. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.4.3.1 De belangrijkste structuurelementen van een databank kennen en hun functie omschrijven.
Databank, relatie, tabel, formulier, rapport, query
5.4.3.2 Het begrip tabel en de belangrijkste structuurelementen ervan omschrijven en hanteren.
Tabel, record (rij), veld (kolom)
5.4.3.3 Een tabel ontwerpen voor een eenvoudige, welomschreven probleemstelling. Een bestaande tabel aanpassen.
Tabelontwerp, primaire sleutel
5.4.3.4 De belangrijkste gegevenstypes kennen en gebruiken.
Bijvoorbeeld tekst, getal, datum, logisch
5.4.3.5 Enkele eigenschappen van velden kennen, interpreteren en aanpassen.
Bijvoorbeeld: veldlengte, standaardwaarden
5.4.3.6 Gegevens opzoeken op basis van een bepaalde voorwaarde.
Zoeken
14 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
5.4.4
Gegevensbeheer - Inzichtelijk werken met gegevensbeheer
Raamdoelstelling 12: Inzichtelijk en efficiënt de belangrijkste mogelijkheden van een pakket voor gegevensbeheer toepassen in realistische voorbeelden. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.4.4.1 Op basis van een gegeven informatiebehoefte een gegevensbank bevragen en de gegevens rangschikken.
Filter Selectiequery Logische operatoren
5.4.4.2 De functie van een formulier toelichten. Een bestaand formulier gebruiken..
Formulier
5.4.4.3 Een nieuw formulier ontwerpen. Een bestaand formulier aanpassen.
Formulierontwerp
5.4.4.4 De functie van een rapport toelichten. Een bestaand rapport gebruiken.
Rapport
5.4.4.5 Een nieuw rapport ontwerpen. Een bestaand rapport aanpassen.
Rapportontwerp
5.4.4.6 Relaties tussen twee of meer tabellen begrijpen en aan de hand van een eenvoudig, gegeven voorbeeld toelichten. Het begrip relationele databank toelichten.
Relaties, relationele databank
5.4.5
Presentaties
Raamdoelstelling 13: Inzichtelijk en efficiënt de belangrijkste mogelijkheden van een presentatieprogramma toepassen in realistische voorbeelden. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.4.5.1 Ontwerpsjablonen gebruiken en aanpassen.
Ontwerpsjablonen
5.4.5.2 Het nut van diamodellen inzien. Diamodellen gebruiken voor het voorstellen van gegevens.
Diamodellen
5.4.5.3 De objecten van het diamodel opmaken en aanpassen.
Bijvoorbeeld lettertype, achtergrond, opsommingtekens, kop- en voettekst
5.4.5.4 In een bestaande presentatie dia's tussenvoegen, verwijderen, verplaatsen en kopiëren.
Tussenvoegen, verwijderen, verplaatsen en kopiëren
5.4.5.5 Objecten invoegen.
Bijvoorbeeld afbeelding, tabel, grafische vormen, hyperlink
5.4.5.6 De presentatie op verschillende wijzen afdrukken.
Hand-outs
5.4.5.7 Een presentatie geven in functie van de doelstellingen en het doelpubliek.
Presenteren, doorlopende overgangen, animaties
5.4.5.8 Vuistregels hanteren met betrekking tot het maken van een goede presentatie.
Bijvoorbeeld lettertype en lettergrootte, aantal woorden per regel en per scherm, diaovergangen, animatie-effecten
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
presentatie,
dia-
15 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
5.4.6
Communicatie met de buitenwereld
Raamdoelstelling 14: Vlot en efficiënt informatie zoeken op Internet. Kritisch omgaan met de gevonden informatie. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.4.6.1 Het begrip Internet en enkele actuele mogelijkheden ervan toelichten.
Bijvoorbeeld ELO, wiki, blog, RSS, …
5.4.6.2 De functie van een provider toelichten. Enkele voorbeelden van Internetdiensten beschrijven.
Provider Bijvoorbeeld www, e-mail, ftp, chat, …
5.4.6.3 Efficiënt en doelgericht zoeken op het Internet.
Uitgebreide zoekfuncties
5.4.6.4 Gevonden informatie kritisch beoordelen en selecteren op bruikbaarheid.
Informatie kritisch beoordelen
5.4.6.5 Een (deel van) een webpagina afdrukken, opslaan of in een ander document inlassen.
Tekst, afbeeldingen Afdrukken, kopiëren, plakken
Raamdoelstelling 15: Vlot, efficiënt en correct communiceren via het Internet. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
5.4.6.6 Berichten met bijlagen verzenden, ontvangen en verwerken.
Bijlagen
5.4.6.7 Weten hoe een e-mailadresboek wordt samengesteld en actueel gehouden.
E-mailadresboek
5.5
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
5.5.1
Sleutelvaardigheden en attitudes
5.5.1.1 De sleutelvaardigheden en attitudes opgesomd onder punt 5.2 zijn fundamenteel. Ze dienen te worden nagestreefd tijdens elke les betreffende software. 5.5.1.2 Bij het werken met de gebruikersinterface moet efficiëntie worden nagestreefd; dit kan bijvoorbeeld gebeuren door in elke situatie te opteren voor de handigste interactievorm (bijvoorbeeld muisbeweging, snelmenu, pictogram, knop, menu, sneltoets ...). 5.5.1.3 Het is voldoende dat de leerlingen één courante werkwijze kennen en hanteren voor het uitvoeren van de handelingen.
5.5.2
Systeemsoftware
5.5.2.1 Vele vaardigheden die verworven worden bij het werken met systeemsoftware, kunnen zonder meer worden overgedragen naar het werken met toepassingssoftware. De leraar moet deze transfer uitdrukkelijk nastreven.
5.5.3
Toepassingssoftware
5.5.3.1 Tekstverwerking is meer dan het invoeren van tekens en het manipuleren van toetsen. Een goede beheersing van een tekstverwerkingspakket vergt heel wat inzicht. Precies dat inzicht moet het voorwerp zijn van inoefening en evaluatie. Gezien de beperkte klaviervaardigheid van de leerlingen verdient het aanbeveling te zoeken naar oefeningen die met een minimum aan in te tikken tekst een maximum aan kennis en vaardigheden vergen.
16 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
5.5.3.2 Bij het utilitaire gebruik in de eerste graad ligt het accent in tekstverwerking vaak sterk op het uitvoeren van procedures met het oog op direct resultaat. In de tweede graad moeten de leerinhouden veel sterker gekaderd worden vanuit het concept. De technische structuur van het document en de scheiding van opmaak en inhoud zijn hier uitgangspunten. 5.5.3.3 Het is didactisch gezien zeer waardevol om het efficiënt, correct en taakgericht toepassen van de aangeleerde technieken in realistische voorbeelden te realiseren in samenwerking met andere vakken en/of aansluitend bij de leefwereld van de leerlingen. Het realistisch werken met tekstverwerking kan bijvoorbeeld ingeoefend worden via opdrachten in het kader van andere vakken (verslagen, boekbesprekingen, opdrachten ...). Het realistisch werken met een rekenblad kan bijvoorbeeld ingeoefend worden via opdrachten in het kader van vakken zoals economie, wiskunde of wetenschappen. Het realistisch werken met een presentatiepakket kan bijvoorbeeld ingeoefend worden via spreekbeurten. Internettoepassingen komen in aanmerking voor veel vakken. Vanzelfsprekend impliceert dit een intense samenwerking tussen de betrokken leerkrachten. De werkzaamheden van de leerlingen kunnen dan zowel binnen het vak Informatica als binnen het andere vak geëvalueerd worden. 5.5.3.4 Het probleemoplossend werken met software wordt niet bevorderd door de leerlingen kant-en-klare oplossingen te laten invoeren. De leerlingen moeten zelf een analyse maken van (meestal eenvoudige) problemen en uitzoeken op welke manier de oplossing gerealiseerd moet worden. 5.5.3.5 De transfer van de aangeleerde vaardigheden van de ene toepassing naar de andere en van het ene softwarepakket naar het andere moet expliciet worden nagestreefd. 5.5.3.6 Het is belangrijk dat iedereen het begrippenkader van databanken kent. Via een bestaande relationele databank kunnen deze concepten aangebracht worden. Het zoeken van gegevens in een databank kan gebeuren via een pakket voor gegevensbeheer maar even goed via databanken op het Internet.
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
17 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
6
ONTWERPEN EN BESCHRIJVEN VAN OPLOSSINGEN
6.1
Beginsituatie
In de eerste graad hebben de leerlingen via het raamplan Informatie- en communicatietechnologie geen vaardigheden met betrekking tot het ontwerpen en beschrijven van oplossingen verworven. Sommige leerlingen zijn wellicht zeer bedreven pc-gebruikers, bijvoorbeeld via de computer thuis, maar zelden hanteren ze systematisch een bepaalde methode bij het oplossen van een probleem en het beschrijven van de oplossing. De leraar dient er daarom op toe te zien dat ook deze leerlingen de juiste methodes en attitudes verwerven en zo nodig slechte gewoontes afleren.
6.2
Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Raamdoelstelling 16: De fasen die doorlopen moeten worden bij het oplossen van een probleem opnoemen, omschrijven en doorlopen bij de oplossing van een probleem. LEERPLANDOELSTELLINGEN 6.2.1
LEERINHOUDEN
Bij de oplossing van een probleem systematisch een aantal stappen doorlopen: •
Voor een gegeven eenvoudig probleem een nauwkeurige probleemdefinitie formuleren.
Beschikbare gegevens, uit te voeren verwerking, gewenste resultaten
•
Een gegeven probleemstelling analyseren en een oplossing bedenken.
Probleemanalyse
•
De oplossing (eventueel schematisch) beschrijven (op papier, mondeling ...).
•
De oplossing invoeren in de computer en testen aan de hand van enkele testgegevens.
Bijvoorbeeld in eigen woorden, met een schets of met behulp van pseudocode, een boomstructuur of een structogram
•
Fouten in de oplossing opsporen en de oplossing bijsturen. Daarbij een kritische instelling ontwikkelen t.a.v. gegevens en oplossingen, deze controleren en zo nodig corrigeren.
Bijvoorbeeld verkeerde analyse, verkeerde invoer in het pakket, verkeerde testgegevens
6.2.2
Begrippen in verband met het beschrijven van algoritmen herkennen en hanteren in concrete situaties.
Algoritme, deelalgoritme
6.2.3
De drie controlestructuren kennen, gebruiken en voorstellen, bijvoorbeeld onder grafische vorm.
Controlestructuren. Opeenvolging (sequentie), keuze (selectie), begrensde en voorwaardelijke herhaling (iteratie)
Raamdoelstelling 17: Het implementeren van de uitgewerkte oplossing in een eenvoudige, actuele ontwikkelomgeving. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.2.4
Ontwikkelomgeving Editor Debugger
De mogelijkheden van de ontwikkelomgeving gebruiken om de oplossing te implementeren, te testen en te verbeteren.
18 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
6.3
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
6.1
Het is de bedoeling dat de leerlingen problemen systematisch leren oplossen. Bij het ontwerpen en beschrijven van oplossingen is het gebruik van grafische voorstellingen wenselijk.
6.2
De probleemoplossende vaardigheden van de leerling worden niet aangescherpt door voorgekauwde probleemstellingen en oplossingen te presenteren. Aanvankelijk is de voorbeeldfunctie van de leraar van groot belang. De leerlingen moeten de wijze waarop de leraar systematisch problemen oplost, leren nabootsen. De leraar kan dit bevorderen door als het ware ‘luidop na te denken’. De leerlingen moeten oplossingen gaandeweg zien ontstaan en hieraan meer en meer actief participeren. Hun zelfwerkzaamheid is van groot belang en moet voortdurend groeien.
6.3
De oefeningen moeten systematisch uitgebouwd worden van relatief eenvoudig tot steeds moeilijker. De leraar moet elke leerling voor uitdagingen durven stellen en hem of haar daarbij gaandeweg begeleiden. Het is niet zozeer de kwantiteit van de oefeningen die telt, wel het feit dat de leerling ze zelf opgelost heeft.
6.4
De leerlingen kunnen veel leren uit hun fouten, indien de leraar daar gepast op inspeelt. Zo zullen de leerlingen niet gemakkelijk geneigd zijn veel energie en tijd te steken in de probleemstelling en de probleemanalyse. Geconfronteerd met fouten, moet de leraar hen er op wijzen hoe bepaalde fouten vermeden kunnen worden door de probleemanalyse voldoende grondig aan te pakken.
6.5
Het dient te worden beklemtoond dat niet zozeer het product (namelijk de ontworpen oplossing), maar wel het proces (de werkwijze van de leerlingen tijdens het zoeken naar een oplossing) van belang is.
6.6
Voor het implementeren van oplossingen met behulp van een ontwikkelomgeving kiezen we voor een actuele ontwikkelomgeving. Er mag gekozen worden voor een actuele contextvrije ontwikkelomgeving of een actuele ontwikkelomgeving met objecten.
6.7
Men moet er op toezien dat het leren programmeren een middel blijft (namelijk om te leren problemen systematisch op te lossen), en dat dit zeker geen doel op zich wordt. De nadruk moet liggen op transfereerbare vaardigheden.
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
19 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
7
MAATSCHAPPELIJK-ETHISCHE ASPECTEN
7.1
Beginsituatie
In de eerste graad zijn de leerlingen via het raamplan Informatie- en communicatietechnologie in zeer beperkte mate in contact gekomen met attitudes met betrekking tot maatschappelijk-ethische aspecten van ICT. Gezien hun leeftijd hebben de leerlingen meestal een beperkte belangstelling voor maatschappelijk-ethische problemen. Toch is het wenselijk hen geleidelijk aan gevoelig te maken voor dergelijke problematieken, ook binnen de informatica. Dit gebeurt bij voorkeur aan de hand van concrete situaties die verband houden met de leerinhouden, met de actualiteit of met de leefwereld van de leerlingen.
7.2
Leerplandoelstellingen en leerinhouden
Raamdoelstelling 18: ICT kunnen en willen hanteren op een veilige, weerbare en ethisch correcte wijze. LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
7.2.1
Alert zijn voor het feit dat ontwikkelingen binnen ICT een maatschappelijk-ethische dimensie kunnen inhouden.
Maatschappelijk-ethische aspecten van ICT
7.2.2
Bij de verwerking van persoonsgegevens respect opbrengen voor de persoonlijke levenssfeer. Een kritische reflex ontwikkelen ten aanzien van de verzameling en het gebruik van persoonsgegevens door derden.
Persoonlijke levenssfeer
7.2.3
Veiligheid, omzichtigheid en weerbaarheid beogen bij het communiceren via internet.
Voorzichtig zijn bij het doorgeven van persoonsgegevens Binnengekomen informatie kritisch beoordelen
7.2.4
Elementaire omgangsregels respecteren bij het communiceren via het internet.
Netiquette
7.2.5
Een correcte houding ontwikkelen ten aanzien van de auteursrechtelijke aspecten van software en van digitaal tekst-, beeld-, video- en geluidsmateriaal.
Auteursrechtelijke aspecten, onder meer op het internet
7.2.6
Bewust streven naar maatschappelijk-ethisch correct handelen inzake informaticaproblematieken in de eigen leefwereld.
Bijvoorbeeld inzake virusverspreiding, illegaal binnendringen in gegevensbanken, inzage in persoonsgegevens, cyberpesten, spam
7.2.7
Alert zijn voor de milieueffecten van computergebruik en spontaan voorzorgsmaatregelen nemen.
Bijvoorbeeld beperking papier- en inkt- of tonerverbruik, afdrukvoorbeeld op het scherm, energiebesparende functies van apparaten, recycleren van pc’s, printers en toners
7.2.8
Bereidheid ontwikkelen om op eigen initiatief levenslang bij te leren en op de hoogte te blijven van nieuwe ontwikkelingen.
Levenslang leren
7.2.9
De gevolgen kennen van het binnendringen van virussen en spam in een computersysteem, een preventieve houding ontwikkelen ten aanzien van de verspreiding van virussen en weten hoe gepast te reageren op een virus en spam.
Virussen, hoax, worm, spam, ...
20 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
7.3
Pedagogisch-didactische wenken en didactische middelen
7.1
De leraar verweeft deze leerplandoelstellingen met de overige leerplandoelstellingen, bijvoorbeeld naar aanleiding van het actualiteitsgebeuren.
7.2
In de tweede graad zijn de leerlingen te jong om 'grote' maatschappelijke problemen in hun geheel te bevatten. Men zal meer succes boeken met het aanbrengen van een ethische invalshoek bij kleine, compacte probleemstellingen. Geschikte gelegenheden doen zich vaak voor naar aanleiding van krantenartikels over actuele gebeurtenissen of evoluties.
7.3
Bij de introductie van een nieuwe technologie in de maatschappij kan de leraar de leerlingen leren op een rationele manier de voordelen af te wegen tegen de nadelige effecten ervan en zich zo een evenwichtig oordeel te vormen.
)
Leerplannen van het VVKSO zijn het werk van leerplancommissies, waarin begeleiders, leraren en eventueel externe deskundigen samenwerken. Op het voorliggende leerplan kunt u als leraar ook reageren en uw opmerkingen, zowel positief als negatief, aan de leerplancommissie meedelen via e-mail (
[email protected]) of per brief (Dienst Leerplannen VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel). Vergeet niet te vermelden over welk leerplan u schrijft: vak, studierichting, graad, licapnummer.
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
21 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
8
EVALUATIE
8.1
Men dient het evalueren van encyclopedische kennis zoveel mogelijk te vermijden. Het overdreven gebruik van cognitieve reproductievragen moet derhalve vermeden worden. Het is de bedoeling van zoveel mogelijk praktijkgerichte vragen/oefeningen te geven waarin inzichten en competenties worden geëvalueerd.
8.2
De leerlingen moeten zoveel mogelijk gelegenheid krijgen praktijkervaring op te bouwen. Hun vorderingen bij de ontwikkeling van deze vaardigheden en attitudes kunnen via permanente evaluatie of gespreide observatie vastgesteld worden. Daarnaast zijn praktische testen over grotere leerstofgehelen belangrijk om na te gaan in hoeverre de leerlingen de verschillende leerplandoelstellingen als een samenhangend geheel verworven hebben.
8.3
Permanente evaluatie houdt niet in dat elke les moet resulteren in een beoordeling. Verschillende evaluatiemethoden kunnen en mogen door elkaar gebruikt worden.
8.4
Bij permanente evaluatie dient de leraar vooraf aan de leerlingen mee te delen op welke vaardigheden en attitudes ze geëvalueerd zullen worden.
8.5
Procesevaluatie primeert op productevaluatie. Daarom beperkt men zich niet tot het verbeteren en beoordelen van het eindresultaat. De wijze waarop de oefeningen aangeboden worden en de evaluatie gericht is, moet het mogelijk maken het inzichtelijk werken zo optimaal mogelijk te beoordelen. Belangrijk is in elk geval dat niet enkel het resultaat meetelt, maar vooral de manier waarop het resultaat bereikt werd.
8.6
Om de leerlingen op een aanvaardbare wijze door één leraar effectief te begeleiden bij het gebruik van systeem- of toepassingssoftware of bij het probleemoplossend werken, hen te stimuleren tot zelfwerkzaamheid, hen permanent te evalueren en een goede veiligheidssituatie te garanderen moet de school absoluut streven naar een situatie waarbij niet meer dan 20 pc’s gelijktijdig in gebruik zijn.
8.7
Het leerplan schrijft bij het taakgericht werken met softwarepakketten voor dat de leerlingen moeten leren spontaan gebruik te maken van beschikbare documentatiebronnen (ingebouwde hulp, BINvoorschriften, leerboek, eigen notities). Hieruit volgt dat deze documentatiebronnen ook bij de evaluatie beschikbaar mogen zijn voor de leerlingen.
8.8
Tot de leerlingendocumenten die bewaard moeten worden met het oog op een schooldoorlichting door de onderwijsinspectie behoren ook de werkstukken die een leerling op een gegevensdrager of binnen een ELO realiseert. Concreet betekent dit dat van alle regelmatige leerlingen alle werkstukken (op papier of in digitale vorm) bewaard moeten worden die (mede) de basis gevormd hebben voor de studiebekrachtiging en dat van 3 regelmatige leerlingen naar keuze per leerjaar en per structuuronderdeel álle werkstukken bewaard moeten worden. De bewaringsduur van de werkstukken is beperkt tot het lopend schooljaar en het vorig schooljaar. Vanzelfsprekend dient de school er eveneens voor te zorgen dat de bewaarde werkstukken achteraf nog gelezen kunnen worden, ook indien de school overgestapt is op andere computersystemen, gegevensdragers of softwarepakketten.
22 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
9
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
9.1
Software
9.1
Het leerplan legt geen specifieke softwarepakketten op. De gebruikte softwarepakketten moeten toereikend zijn om de leerplandoelstellingen en -inhouden te realiseren, ze moeten voldoende actueel zijn en bij voorkeur overeenstemmen met de algemeen gangbare software. De keuze voor bepaalde pakketten wordt gemaakt in onderling overleg binnen het lerarenteam, met inbegrip van de leraren verantwoordelijk voor de integratie van de informatica binnen andere vakken in de eerste, de tweede en de derde graad.
9.2
Voor het leerplanonderdeel “Een oplossing ontwerpen en beschrijven met behulp van een ontwikkelomgeving” (hoofdstuk 6) dient men een geschikte, didactisch verantwoorde en actuele ontwikkelomgeving te gebruiken.
9.2
Apparatuur
9.3
De computerklas moet uitgerust zijn met een voldoende aantal computers die geschikt zijn voor de gebruikte software en die bij voorkeur aangesloten zijn op een servergestuurd netwerk. De te behandelen randapparatuur dient aanwezig te zijn. Tevens dienen de leerlingen toegang te hebben tot printerfaciliteiten met een aanvaardbare snelheid.
9.4
Om de leerlingen op een aanvaardbare wijze door één leraar effectief te begeleiden bij het gebruik van systeem- of toepassingssoftware of bij het probleemoplossend werken, hen te stimuleren tot zelfwerkzaamheid, hen permanent te evalueren en een goede veiligheidssituatie te garanderen moet de school absoluut streven naar een situatie waarbij niet meer dan 20 pc’s gelijktijdig in gebruik zijn.
9.5
Voor alle leerplanonderdelen waarbij aan de computer praktijkervaring met software nagestreefd wordt (hoofdstukken 5 en 6), neemt per pc slechts één leerling plaats. Voor het bereiken van de raamplandoelstellingen is het absoluut af te raden dat meer dan één leerling per pc plaatsneemt.
9.6
De aanwezigheid van een projectiesysteem voor computerbeelden of van een softwarematig systeem voor het doorgeven van schermbeelden wordt zeer sterk aanbevolen.
9.7
De wettelijke ergonomische vereisten voor het werken met computers worden beschreven in het KB van 27 augustus 1993 betreffende Het werken met beeldschermapparatuur (BS van 7 september 1993) en in de Vijfde Bijzondere Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen (90/270/EEG d.d. 29 mei 1990).
9.3
Infrastructurele vereisten
9.8
Alle computers in de computerklas moeten tijdens de informaticales tegelijkertijd toegang kunnen krijgen tot een performante Internetaansluiting.
9.9
In het klaslokaal moet in voldoende ruimte voorzien worden voor de leerlingen om in de analyse- en ontwerpfase op papier en met documentatie te werken, en voor de leraar om zich vlot tussen de werktafels te bewegen.
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme
23 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
10
BIBLIOGRAFIE
In de handel zijn talloze werken over computers, computertoepassingen, software e.d. te verkrijgen. Deze werken zijn vaak in het Nederlands en van goede kwaliteit. Aangezien een literatuurlijst informatica zeer snel veroudert, worden hier geen concrete boeken vermeld. Voor software kan men zowel terugvallen op de oorspronkelijke handleidingen bij de pakketten als op handboeken, beginnerscursussen en naslagwerken die door derden worden geproduceerd. Toch geldt hier een waarschuwing. Deze boeken zijn geschreven met het oog op het (meestal zeer grondig) aanleren van een softwarepakket. Het leerplan heeft echter andere doelstellingen, namelijk het leren probleemoplossend en taakgericht werken met softwarepakketten. Bij het hanteren van de documentatie dient de leraar voor dit onderscheid op zijn hoede te zijn. Op de websites van het VVKSO (http://www.vvkso.be/ en http://software.vvkso.be) en van de diocesane begeleidingsdiensten vindt men uitgebreide informatie over didactische aspecten van het vak Informatica en de toepassing ervan binnen andere vakken.
24 2de graad aso-kso-tso D/2007/0279/046
AV Informatica Alle studierichtingen behalve Handel, Handel-talen, Toerisme