INFO-SFAN
NUMMER 23
FEBRUARI 1973
Maandblad voor Science-Fiction en Fantastiek. Informatief orgaan van "SFAN" vereniging voor Science-Fiction en fantastiek. Lidgeld-abonnement : 250 F
Steunabonnement :500 F
Gezinsabonnement
Losse nummers
: 350 F
: 35 F
I N H O U D S T A F E L Bij een afscheid Over Sfanquiz nr. 1 Tussen nu en morgen Nieuwe boeken uit de States Over "Dodo-Bird"
R.Smets R.Smets D. De Raeve E. Bertin S. Joukes
p. p. p. p. p.
DIDUS INEPTUS, DODO-BIRD
ROBERT SMETS
p. 10
Boekbesprekingen Vrouwen van Iachartis en ... PAMELA BULMER S. Joukes Arsenaal S. Joukes A. GOEZU illustreert JEAN RAY E. Brandaan SF-films op de B.R.T. R.Smets Silent Running R.Smets
p. p. p. p. p. p.
2 3 4 6 9 27 33 36 38 40 41
Behoudens wanneer anders wordt vermeldt, behoort het copyright aan de auteur. OPGELET !!! : Abonnementen, lidgelden en ledenadministratie : ROBERT SMETS, Italïelei, 84 te 2000 ANTWERPEN te storten op : GENERALE BANKMAATSCHAPPIJ N.V. te ANTWERPEN (PCR. 214) voor rekening nr. 220-0961338-07 van SFAN - ANTWERPEN Verantwoordelijke uitgever en redaktieadres : SIMON JOUKES, Haantjeslei 14 te 2000 ANTWERPEN Een kruisje in nevenstaand vakje betekent dat uw lidgeld uitgeput is, gelieve 250 F te storten op bovenstaande bankrekening.
Wie aandachtig onze titelpagina heeft gelezen - en wie zal nu zeggen dat hij dit niet doet - heeft ongetwijfeld verbaasd opgekeken en bij zichzelf de onsterfelijke woorden herhaald : "Hoe zit dat nou ?" Want daar zal hij enkele kleinere wijzigingen hebben opgemerkt doch vooral een vertrouwde naam en een vertrouwd adres hebben gemist. Inderdaad zijn in de "inner circle" van ons aller allerdierbaarste vereniging nogmaals enige verschuivingen opgetreden, zoals dit in het voorjaar gebruikelijk is. Wij kunnen de belangrijkste wijzigingen wel samenvatten in het uittreden, uit het bestuur, doch natuurlijk niet als lid en sympatisant, van twee personen, die elk op hun manier hebben bijgedragen deze vereniging te doen uitgroeien tot wat zij nu geworden is. Ik noem Paul Torfs en Jan Jansen. Men moet, denk ik, wel een bijzonder onopmerkzaam lid zijn om niet te hebben opgemerkt welke enorme hoeveelheid werk - en extra-werk - het organiseren van het clubleven en het publiceren van een welgevuld maandblad als het onzeonvermijdelijk met zich meebrengt. Vooral dan wanneer alles nog eens dient te gebeuren na een reeds welgevulde dagtaak en vaak naast andere belangrijke persoonlijke aktiviteiten. Jan Jansen heeft zijn fotografie en zijn taak bij de Schotense Fotoclub en werd onlangs, naast grootvader van het Belgische fandom ook letterlijk en niet enkel letterkundig met een kleinkind bedacht. Iemand zei me dat hij een nieuwe fanzine plant, waarmee hij Julien Raasveld naar de kroon wil steken, en dat de wereld in zou gaan onder de naam Bom-P.A.P.A." Paul is-ondermeer !- een meer dan begaafd klassiek gitarist en hoopt zich hierin ook verder te kunnen specialiseren. Jan steunde ons sinds nagenoeg twee jaar met zijn persoonlijke ervaring en droeg in belangrijke mate bij tot het regelmatig verschijnen van ons blad, waarvan hij ook persoonlijk de lay-out en de rubriekhoofden verzorgde. Om in het kort te zeggen wat Paul's rol in onze vereniging gedurende vier jaar is geweest, zouden we zowat drie à vier bijzondere nummers dienen te doen verschijnen. Met "Toekomst Een" was hij de voorloper van ons blad en in meer dan één opzicht de wegbereider, die ook binnen het kader van de vereniging, vanaf het eerste uur op de bres stond en insprong waar anderen vielen. Haast drie jaar verzorgde hij nagenoeg alleen het aftrekken van alle stencils, het bijeenbrengen ervan, het lijmen en verzenden van alle nummers van Info-Sfan, terwijl hij daarnaast vaak ook nog grote gedeelten van den teksten zelf op stencil bracht. Slechts de laatste tien à twaalf maanden, naar ik meen, kwam hier meer hulp opdagen. Bovendien verzorgde hij natuurlijk (maar wat dit "natuurlijk" inhoudt besef je pas wanneer je jezelf er enigszins tracht in te werken) de leden-administratie, het sekretariaat en de boekhouding van de vereniging, en ook dit op een 100 % snelle en efficiënte manier. Ik meen dat we gerust mogen stellen — en hier zal iedereen denk ik me bijtreden - dat Paul niet enkel Sfan heeft gemaakt, maar ook dat hij in zekere zin Sfan is geweest. Soms wordt dit teveel voor één persoon en verlangt deze dan ook enige rust.
Laten we Paul liever zelf aan het woord, in één van de te schaarse ogenblikken waarop hij, op zijn eigen typische manier, stoom afblies : "Rechtzetting (schreef hij in zijn "Melkmarktse Meldingen") Berichten als zou P. Torfs, better known as the Silent Slave of Sfan, naast vijf dagen per week werken, postzegels verzamelen, gitaar spelen, tennissen, lezen, borduren, diplomacy game, geluidsjagen, slapen, tee en koffie slurpen, toespraken houden en slapen, ook nog een aardig stukje vrijen, worden hiermede ten stelligste tegengesproken. Ik ben ook niet van beton, verklaarde hij. Opmerkelijk genoeg liet hij in deze "job-description" dan nog alles weg wat ik hierboven kom uiteen te zetten. Wel, anderen zullen zijn werk voortzetten en ik denk dat het beste, wat zij hierbij kunnen beloven, is van het verder te doen, zoals Paul het En we gunnen hem de tijd om zich verder in alle voormelde aktiviteiten te bekwamen (en zelfs om die aktiviteiten aante vatten, waartoe hij werkelijk de tijd niet had ...!) En Jan's nieuwe hobby, nu ja, afwachten, man ! O ===oooOoOooo=== O
"Een Sfan-quiz, leuk idee ..." dachten wij zo. En in gedachten zagen wij onze brievenbus bedolven onder leuke en typische antwoorden van minstens twee-derde van onze leden. Wel, dierbaren, niet één van U heeft de pen ter hand genomen enz. om ons zijn oplossing op onze eerste quiz te zenden. Of beter, toch één antwoord kwam binnen en wel in de vorm van een afschrift van twee pagina's in hoofdletters, welke door een waarschijnlijk bijzonder "high" Noord-Nederlander, met name J.v.d.Goor uit Amsterdam werden gericht aan éné Aidiële Ivok te Renkum. Ik citeer de de eerste lijnen : "DE VRAAG WELKE ER GELANCEERD WORDT IS PLANEET VOORTPLANTENDE UNIVERSIALIBID ? BEN JE HIER VOOR VERKEER, WAAR MOET JE KOMEN ? DE WAARHEDEN ZELF WEET HIJ IS ALLEEN WEERKEER, WAAR HIJ MET WELKE IN WANNE ER IS, waardoor hij alleen de tijd als deur neemt welke open is, als waarheden, omdat heden de hoogste machtiging is van zich als bekrachtigende rechtvaardig heden ....... etc. Nou Thijs, ... Mogelijkheid 1 : De quiz was te eenvoudig en ieder achtte het beneden zijn waardigheid hierop te reageren. Mogelijkheid 2 : De quiz was te moeilijk en niemand kon met enige redelijke oplossing voor de dag komen (Eenvoudig een beledigende veronderstelling) Mogelijkheid 3 : De quiz kwam ongelegen, gelet op Kerstdagen en eindejaarsvrolijkheden en niemand vond de tijd en toen ie de tijd vond was ie-t-alweer vergeten. Mogelijkheid 4 : Gewoon niemand leest Info-Sfan, dus ook dit niet. Bepaald Pre-Sokratiaans, als je ‘t mij vraagt) BESLUIT
: Nou geef ik ook lekker de oplossing niet en krijgen de lieve lezeertjes juist geteld één maand de tijd om zich verder te beraden. Vervolgt op pagina 8.
ROBOTS Niet minder dan een hondertal ondernemingen zijn momenteel ernstig bezig met het ontwerpen en uittesten van "robots". Zo is er de Noorse firma "Trallfa Nils Underhang“ die een kunstmens fabriceert welke zich zowal tot een volwaardige vlambooglasser als tot een stijlvolle butler zou kunnen ontpoppen. De Japanse regering zal vijf miljard Belgische frank besteden aan een achtjarig project waarvan het programma uitsluitend zou bestaan uit vorsingswerk in cybernetica. "Hitachi Japan" wil ook haar mannetje staan en heeft haar mannetje al in elkaar geknutseld. Een computer zorgt voor de sturing van dit éénogig Hitachi-schepsel‚ dat naar het heet, minder milieuverontreinigend is dan de mens ... Natuurlijk wordt er ook in de USA druk geëxperimenteerd. "Unimation" streeft naar een verkoopcijfer van 5000 stuks voor 1975. Wij mogen aannemen dat voornoemde firma wel flinke concurrenten zal hebben met minstens even grote verkoopverwachtingen en dito belangen. Het ziet er dan ook naar uit dat de wetgevers aardig wat werk te wachten staat. Zullen arbeidsongevallen veroorzaakt door robots kunnen beschouwd worden als normale ongevallen ? Hoe zullen de syndicaten reageren ? Wat voor leuke belastingsperspectieven zullen de regeringen er in zien ? Om nog maar te zwijgen van "wat ?" als de robots om emancipatie vragen. ELEKTRONISCHE DRUGS Voor liefhebbers verkoopt men in Californië toestellen waarmee ze hun brein kunnen beluisteren. De fabrikanten garanderen een echte trance die evenwel minder schadelijk zou zijn voor de gezondheid dan het gebruik van drugs. Het instrument zou een slordige tweeduizend Belgische frank kosten en slechts weinig stroom verbruiken. Het heeft hetzelfde werkingsprincipe als een elektro-encefalograaf. De hersen impulsen worden in gehoorssignalen omgezet en door middel van een koptelefoon ten gehore gebracht. Geperfectioneerde en, uiteraard ook duurdere uitvoeringen kunnen geleverd worden met een televisiescherm waarmee de geluidsgolven ook met het oog kunnen worden gevolgd. Of er een handleiding met "Hoe de geluidsgolven interpreteren" bijgeleverd wordt, werd niet vermeld. Wellicht een taktvolle beslissing van de fabrikanten. BALOMETER Geleerden van de Academie van Wetenschappen van de Oukraïe zijn er in geslaagd een uiterst gevoelig aparaat te vervaardigen. De uitvinding wordt "balometer" genoemd en het instrument kan op een afstand van meer dan 10.000 km de temperatuur van een lucifersvlammetje meten ... Om een supergeleiding van de noodzakelijke gevoelige elementen te be-
reiken, hebben de Russische wetenschapslui voor een koude van -268°C gezorgd. De perspektieven die dit apparaat biedt zijn veelvuldig. De warmte van de sterren en de Melkweg kan er mee gemeten worden, een precieze temperatuurskaart van het menselijk lichaam kan er mee aangelegd worden, enz. EN DE WETENSCHAP VORDERT Een dagblad kondigt aan : "Wie was niet verrast een mus te zien baden in zand en stof ?" Een Amerikaans psychiater van de Michigan Universiteit besloot na een reeks proefnemingen dat vogels stofbaden nemen om zich van parasieten te ontdoen. Duizenden jaren geleden wist de minst geleerde boer dit al en voorzag dan ook een badplaatsje voor zijn kippen. Het moge een troost weze dat een Amerikaans geleerde en een Belgische krant tot eenzelfde kennis gekomen zijn. O ===oooOoOooo=== O
Verschillende lezers vroegen ons om een nieuwe Sfan—quiz. dan maar, zij hebben er zelf om gevraagd.
Nu, vooruit
Het bewoonbaar maken van een vreemde planeet stelt zijn problemen : steeds heb je af te rekenen met oude wetten en taboes. De drie domen op CeeCee Dertien dienen elk s te worden voorzien van water, electriciteit en telefoonverbindingen en nu zegt het plaatselijke politiereglement dat geen van de leidingen elkaar mag kruisen.
De leidingen stel je voor met een rechte, gebogen of rondlopende lijn tussen de bovenstaande en de onderstaande vierkantjes, en hoewel je het hele geval tweedimensionaal dient te houden, mag je gerust langs alle kanten rond en tussendoor gaan. Elk vakje krijgt dus drie in(of uit—) gaande lijnen. Inzenden voor aan Robert Smets Italiëlei, 84 2000 ANTWERPEN
Vinden we zelf de oplossings‚ dan volgt deze in een volgend nummer. Win een gratis verhoging van al uw water-, elektriciteits- en telefoonno— ta's. Zend vandaag nog in ! O ===oooOoOooo=== O
VERMILLION SANDS
J.G. Ballard (Berckley pb, 1971, 192 blz., 75 ¢.
Uiteindelijk heeft een uitgever het initiatief genomen om al Ballard's Vermillion Sands-verhalen samen te brengen uit zijn bundels en diverse magazine-publikaties. De meeste werden geschreven vóór hij met taalen vormgeving begon te experimenteren, en zijn dan ook top-klasse Ballard; boeiende verhalen met originele ideeën en geschreven in een vaak dichterlijke maar niettemin gekontrolleerde stijl. Vermillion Sands is een woestijnstad, een degenererende vergaderplaats voor de zéér rijken, de kunstenaars en would-be artiesten, de mislukkelingen, de excentrieken, en de zwakzinnigen. Voor éénmaal geeft de tekst op de backcover een idee van de waarheid : "een elegante nachtmerrie van verval, het portret van een toekomstig Gommorha, waar een Nero een automatische viool zou spelen". Psychoses, haat, begeerte, liefde, en een vreemde onwezenlijke schoonheid hangen als een waas over Vermillion Sands, waar outer en inner space zich met elkaar vermengen, en waar de geesteslandschappen van de inwoners vaak reëeler zijn dan de "werkelijkheid". Hier zijn ideëen zoals niemand ze ooit tevoren gebruikte in de SF : de elektronische zingende bloemen, de machines voor mechanische poëzie, de groeiende beeldhouwwerken, de beeldenhouwers die de wolken zelf bewerken in zweeftoestellen, de levende kledingsstukken die zich aanpassen aan de breinschema's van nun dragers, de psycho-gevoelige huizen, krankzinnig en dodelijk ... alle weerspiegelen zij de dualiteit van de menselijke geest, die van het zeer mooie en tedere paart aan de lugubere waandenkbeelden van het onderbewustzijn. Deze verhalen gaan van het oude "Prima Belladona" van 1956 tot "Say Goodbye to the Wind" van 1970, over "The Thousand Dreams of Stellavista", "Cry Hope, Cry Fury !", "The Screen Game" en andere. Acht verhalen in totaal, en door de aard van hun selectie beslist Ballard's beste bundel. DAMNATION ALLEY
Roger Zelazny (Berckley pb, 1970, 157 blz., 75 ¢.
"Alley" is een van Zelazny's op zich zelf staande romans, dus buiten zijn zevendelige mythen-SF cyclus. In feite brengt "Alley" twee stokoude SF-thema's samen : "na de bom" en "odyssee". Los Angeles en Boston zijn de twee enige intact gebleven steden, nu dertig jaar na de laatste nucleaire oorlog, van elkaar afgezonderd door "Damnation Alley", een wildernis-woestijn bevolkt door diverse griezels zoals reuze-spinnen, reuze-vleermuizen, reuze-gorilla's en dies meer. Ook luchtverkeer is uitgesloten, want de oorlog heeft een aanhoudende abnormale reeks stormwinden veroorzaakt die op enkele honderden meter hoogte rondom de aarde cirkelen. In feite géén logische reden voor die winden, tenzij om een verklaring te geven voor de manier waarop Tanner zijn odyssee moet volbrengen. Boston's bevolking sterft namelijk vlug aan een onbekende ziekte, waartegen men in L.A. een geneesmiddel heeft. Hell Tanner, een klassieke anti-held - je kent het type, alleen geïnteresseerd in zijn eigen huid, maar toch met een goed hart - en laatste overlevende van een gang Hell's Angels, krijgt amnestie voor al zijn misdaden, als hij het anti-serum naar Boston krijgt. Het gros van de roman is dan Hell's reis door het inferno van Damnation Alley, waar hij links en rechts vrienden en vijanden maakt,op zijn eentje drie groepen Wild Angels - samen een tweehonderdtal man - uitroeit, naast een reeks andere beproevingen die hij krijgt te doorstaan. Het lijkt allemaal een
beetje teveel aan de haren getrokken, maar de roman heeft een dusdanige vaart dat men niet bij de ongerijmdheden blijft stilstaan, en dat is de redding van "Damnation Alley". Zelfs een viertal hoofdstukken psychologische ontleding van tweedehands personages en poëtisch-symbolische dromen willen we op de koop toe nemen. Quasi inhoud niet op Zelazny's normale peil, maar niettemin een zeer genietbaar boek. THE WARLORD OF THE AIR
Michael Moorcock (Ace SF Special, 1971, 187 blz., Dit boek is precies wat de ondertitel "a scientific romance" aanduidt 75 ¢. : het soort SF dat werd geschreven kort na de eeuwwisseling, gestimuleerd door het succes van Well's romans. Het feit dat het precies werd geschreven door één van de grootste verdedigers van de "new-wave SF" maakt het nog meer tot een curiosum. Het boek werd zogenaamd geschreven in 1903 en verhaalt hoe een officier van het Britse leger tijdens een rebellenraid in India wordt gedrogeerd en tijdens een aardschok onder een tempel wordt bedolven. Hij ontwaakt in het jaar 1973, zoals een auteur uit 1903 het zich kan hebben voorgesteld. De ons bekende wereldoorlogen vonden nooit plaats, Amerika, Engeland en Rusland zijn de leidende wereldmachten die parasiteren op het zweet en het bloed van hun kolonies en bufferstaatjes. Enorme metropolen zijn verspreid over een wereld waar bestuurbare halfmetalen luchtballons het gehaald hebben op de ons bekende vliegtuigen en treinen. Aanvankelijk lijkt het een echt Utopia, maar ons hoofdpersonage krijgt ras ook de keerzijde van de medaille te zien, en sluit zich aan bij het leger van de "Warlord of the Air", een Chinese rebel, in de strijd voor de vrijheid. "Warlord" is een moeilijk boek om te commentariëren : enerzijds is het een genoegen om weer eens de échte "sense of wonder" te ervaren, dat zo treurig zeldzaam is in de moderne SF : nooit wordt verklaard hoe die officier die kloof van zeventig jaar uiteindelijk kon overbruggen en het interesseert ons trouwens niet : de wonderen van deze parallelwereld en de opzettelijke indruk van "antiek" geven het boek een speciale charme; anderzijds beginnen de politieke en sociale opinies die eveneens recht uit 1903 stammen, ons al vlug op de zenuwen te werken, en de houding van de officier is zo oprecht "zwart-wit" dat men soms de neiging krijgt hem een schop onder de broek te geven zodat hij uiteindelijk op zou merken wat de lezer al ettelijke bladzijden lang heeft beseft. Liefhebbers van "scientific romances" zullen er van watertanden; ik durf het niettemin moeilijk aanbevelen voor lezers die met moderne SF zijn opgegroeid. Niettemin een zeer interessant experiment, zowel voor de lezer als voor auteur zelf, die weer eens blijk geeft van zijn enorme diversiteit. Theodore Sturgeon (Berckley, pb, 224 blz., 1971, 75 ¢. Na een jarenlange stilte, is hij terug, de grote Sturgeon. In zijn inleiding verklaart hij zelf hoe deze verhalen door de "stille" jaren groeiden, als het ware rijpten vooraleer hij ze neerschreef. De bundel wordt voorgesteld als "SF" maar Sturgeon's verklaart terecht dat enkel een vijftal "SF" of zuivere "fantasy" zijn. Sturgeon's eigen favoriete verhaal; "To here and the easel", een lange novelle die oorspronkelijk verscheen in 1954 is naar mijn mening precies het zwakste verhaal : het is een allegorische geestesverwisseling:vermenging tussen een schilder die niet meer kan schilderen, en een ridder, gevangen in een magisch kasteel, en wiens reddend zwaard gestolen is. De schilder springt heen en weer tussen tussen deze twee persoonlijkheden, en maakt de meest fantastische avonturen mee. Het is allemaal wat té fantastisch naar mijn smaak. Dit is verre van waar betreffende de andere verhalen : hier hebben we de échte Sturgeon terug met zijn grondige inzicht in de menselijke geest en persoonlijkheid. STURGEON IS ALIVE AND WELL
Liefde en identiteit, de uitwisseling en op elkaar-inwerking van menselijke emoties, het gebrek aan wérkelijk inzicht en begrip voor elkaar, dit zijn de terugkerende thema's. Hier is "Slow sculpture" dat niet voor niets de Nebula kreeg, en "Crate" over een groep kinderen, die schipbreuk leden op een jungle-planeet. Hier is ook de typisch-Sturgeoniaanse uitvinder die het mensdom op zijn manier wil verbeteren in "Brownshoes", en de man die van "niets" "iets" maakte in "It was nothingreally". Mensen begrijpen elkaar nooit volledig, zegt Sturgeon, zelfs niet door liefde, of wat zij liefde noemen, en dit gebrek aan wederzijds inzicht vormt de plot van "It's you !", evenals van "The girl who knew wat they meant", dat op zijn manier een griezelverhaal is, niet door hetgeen gebeurt maar door het inzicht in de menselijke psychologie. Grotendeels een bundel mainstream verhalen, maar dat zal liefhebbers van Sturgeon beslist niet afschrikken. Absoluut aanbevolen. A CHOICE OF GODS
Clifford D. Simak (G.P. Putnam's Sons, New York, 1972, $ 4.95, 190 blz., Omslagtekening door Michael Hinge.
Hoewel we Simak's recente romans, zoals "The Goblin Reservation" en "Out of their Minds" wel graag lazen, zijn we toch blij te constateren dat hij zich opnieuw op de zuivere SF-paden begeeft, ditmaal zonder kabouters, vuurspuwende draken en gestaarte demonen. A CHOICE OF GODS ("Een keuze van goden") verplaatst ons enkele duizenden jaren in de toekomst van de aarde, wanneer bijna àlle mensen, acht biljoen menselijke wezens op onverklaarbare manier verdwenen zijn, gewoonweg plots WEG. Industrie en maatschappij zijn ineengestort, maar in de plaats daarvan hebben zij die nog op aarde vertoeven het gebruik van hun ESP-gaven ontdekt, en kunnen zij zich teleporteren in de ruimte. Het gevolg is dat de aarde praktisch gans ledig is, bijna iedereen is naar de sterren. Overgebleven zijn : een oude familie blanken, laatste overblijfsel van de beschaving, met hun huisrobots; een indianenstam die de voorouderlijke levenswijze weer aangenomen heeft; de "wilde" robots die hun eigen gang gaan bij het bouwen van een vreemdsoortig contraptie, een super-brein dat ze "Project" dopen; en enkele robots die zich in een vervallen klooster teruggetrokken hebben en daar het probleem van god en religie proberen op te lossen. Deze vreemdsoortige maatschappij leeft in evenwicht : iedereen gaat zo'n beetje zijn eigen gang, totdat twee factoren de balans verstoren : een reiziger komt terug uit de ruimte met ontstellend nieuws. In het hart van de galaxis is hij in aanraking gekomen met een onaardse entiteit, "Principle", die zover boven de mens staat, als de mens boven de microbe. Ten tweede heeft hij de "verdwenen" aardmensen teruggevonden, en deze hebben hun eigen technologische beschaving weer opgebouwd en zijn nu op de terugweg om de aarde weer in bezit te nemen, niet bepaald naar de zin van zij die er op dat ogenblik vertoeven. Al de elementen die Simak 's werk zo sympatiek maken zijn aanwezig : de terugkeer tot de natuur, het verwerpen van de absolute technologie, het begrip voor onaardse levensvormen en het respect voor leven, ongeacht de vorm waarin het zich vertoont. Niettemin is het boek niet afgewerkt, de problemen worden naar voren gebracht maar niet opgelost. Dit zal waarschijnlijk gebeuren in het aangekondigde boek "Project and Principle". Niettemin zeer leesbaar op zichzelf. O ===oooOoOooo=== O VERVOLG VAN PAGINA 3 : Zoniet wordt onze quiz alweer afgeschreven en onder verlies geboekt met de verwijzing : "Goed bedoeld, 200 x géén reaktie". Of beter, 199 x (Excuseer, J.v.d.G.!) Horen wij de schrijfmachines dan toch ratelen ?) Goed zo !
Simon JOUKES De uiteindelijke bekroning van het verhaal DODO-BIRD van Robert Smets, was geen moeilijke beslissing voor de Jury van de Westrijd voor het korte SF-verhaal 1971. Ze werd overigens met eenparigheid van stemmen der vijf juryleden genomen. Dit is Science Fiction van het beste gehalte : hoewel het gegeven beslist niet origineel kan worden genoemd, werd de bewerking ervan geplaatst in een goed-doordachte en haarzuiver overkomende maatschappijkritiek. Dit resulteert in een pessimistische visie met wrange bijsmaak die af en toe, als het zonlicht door dreigende onweerswolken, getemperd wordt door de bevestiging van bepaalde menselijke waarden. Het is geen gemakkelijk verhaal : je moet het meer dan eens lezen om de rijke thematiek ervan te proeven maar dan laat het je niet onberoerd : kreten in de woestijn doen vaak pathetische gevoelens opborrelen. Op zichzelf misschien goedkoop. Maar niet als de existentiële zinloosheid wordt blootgelegd, op een pijnlijk rationele manier, door middel van - ik kom er nog op terug - irrationele schrijfmethoden. DODO-BIRD, de klinisch-koele, ongenschijnlijk cynische observator, maar met warmvoelende hart (ook alweer zo klassiek als het maar kan) is de stille getuige van de ineenstorting van een homo sapiens die tot een volkomen fictie is geworden in een wereld die hem op alle punten 'overklast'. Dus triomferende competitie en afbraak van subjectieve waardeschalen : Plato's uitverkooop, Jezus op de vuilnisbelt (autowrakken en plastic wegwerpflessen); kortom, de titel van het verhaal, Bilbo's 'Rode Boek van Westmark' uit Tolkien's 'The Hobbit' parafraserend, zou even goed kunnen zijn : 'Daarheen en niet weer terug'... Robert Smets heeft de verworvenheden van de New Wave-tendens sluitend geïntegreerd in zijn verhaal : schijnbaar gewaagde gedachtensprongen, abrupte tijdsovergangen, beschrijving van werkelijke omgeving om zieletoestanden uit te drukken, anti-dialogen die de kern van de zaak niet aanraken en daardoor een uitzonderlijk reliëf krijgen, of, eerder nog, volkomen tegenstrijdige monologen waardoor de vervreemding van de mens dik in de verf wordt gezet; tenslotte, tussenteksten die inderdaad niets met het verhaal te maken hebben, maar de wereld van DODOBIRD als een zinloze en anti-menselijke maatschappij aan de kaak stellen. DODO-BIRD is 'un constat de faillite', komend van een introverte, machteloze mens die volkomen beseft dat de Geest niet meer opgewassen is tegen Materie en die misschien nog het diepst gebukt gaat onder het weten dat hijzelf, alle nobele en hoogstaande bedoelingen tenspijt, niet de explosieve rauwe animaliteit op kan wekken om verandering te bewerkstelligen. Achter de puntige ironie, ligt een bodemloze poel wanhoop en zelfverachting. Tot daar ... Uiteraard is dit verhaal van een nog debuterende auteur niet vrij te pleiten van schoonheidsfoutjes : sommige methoden lijken iets te gewild, de demonstratie is soms te duidelijk, de beheersing van de taal wilde wel eens ontsporen. Niettemin een vrij gaaf werk, wat ons de gelegenheid geeft met het bekende afgezaagde cliché te besluiten : veelbelovend, op voorwaarde dat de schaaf gehanteerd wordt. ---===ooOoo===---
Op een morgen in mei wordt het Mary—Jane te machtig. Rusteloos schudt ze haar blonde haar‚ wiegt wazig—verward over en weer en fixeert afwezig een onbepaald punt van de nieuwe Tri—Dim set,die de living tot leven heeft gewekt. (Semi plein-air, met geconditioneerde achtergrond) Dan zegt ze, plots en energiek : "Ik wil een kind !" Op een iets te nadrukkelijke fond van groen‚ groen gras stormen opgewonden van alle zijden kinderen de kamer in, druk zwaaiend met enorme pakken KELLOG'S FLAKES en fraaie multi-color-posters. George Washington. Abe Lincoln. Wladimir Oulianow. "HISTORISCHE FIGUREN ! EEN NIEUW IDEE VAN KELLOG'S FLAKES ! NIEUW ! NIEUW ! NIEUW !" juicht Johnny Warren, 31, presentator, "BIJ ELKE GIANT PACKING KELLOG's, HUMPTY's CRACKERS, FLAVOR CHIPS ...!" Doch Mary-Jane gunt hem nauwelijks een blik. "Ik wil een kind !" Even aandacht nu. "Ik weet het beslist zeker", zegt ze‚ "Wij wachten nu al twee jaar ... waarom nog langer wachten ? Louise heeft een baby, en Lucy‚ schatten van kinderen ... Waarom zouden wij dan niet ... ?" "Kinderen zijn lief, en ze brengen een gezin veel dichter bij elkaar !" voegt ze er iets ontevreden aan toe. HELGROENE FLASH. "DE OPENING VAN DE KARL-MARX-FOUNDATION, COLUMBUS, OHIO — GEBRACHT DOOR COCA—COLA INTERNATIONAL ... THANS DRIE WEKEN NA ZIJN AMBTSOPNEMING VERKLAART DE PRESIDENT :... "En zelfs Rose—Mary heeft haar baby", zegt ze ironisch‚ met een duidelijke zinspeling, "Nochtans jullie beiden ..." Een stellingname dringt zich stilaan op. "... HET ONVERWOESTBAAR OPTIMISNE VAN DEZE NATIE‚ HAAR REALISME EN HAAR ONVERVALST GELOOF IN VOORSPOED EN VOORUITGANG ..." "Wij hebben ruim voldoende credit bij de bank. Trouwens de kosten zijn niet zó hoog ... Niet een van die officiële klinieken, maar die van I.T.T. bijvoorbeeld. Bijna geen papieren en heel redelijk. Drie à vier maanden, langer niet ..." "... EN DEMOCRATIE : DE OPLOSSING VAN KUNSTMATIGE CONTRADICTIES EN HET AFNEMEN VAN EEN STERIELE OPPOSITIE. DEZE VRIJHEID WAARVOOR ..." "Bla, bla‚ bla", zegt Mary—Jane, "Vervelende politiek, net of er geen andere zender is !" KLIK. "... EEN KOELE DRINK ..." KLIK " ... PRESENTEERT REYNOLDS HEROINE HAAR MIDDAG-SHOW VANDAAG RECHTSTREEKS UIT ... KATHMANDOU !!!" "Ik heb berekend dat morgen juist ..."
En bij deze laatste woorden begeeft je in de loop van de laatste maanden geleidelijk verzwakte weerstand nu geheel. "Akkoord. Akkoord". APPLAUS BIJ HET SIGNAAL.
De volgende dag, als overigens een viertal dagen per week, heb je beiden vrij. Een kort bezoek wordt voorzien aan Sergio Moretti, 32, kunstenaar en vroegere verloofde van Mary-Jane (nou ja...), daarna ontbijt in Arkady's coffeeshop en dan, nog voor de grote drukte, op weg naar de kliniek, die een dertigtal kilometer buiten de stad gelegen is. Doch eerst enkele aankopen, in de shops op het dakterras. Een klassiek twee-stuks pak ondermeer, voor jou, voor de gelegenheid. "Iets keurigs" zegt Mary-Jane, "liefst donkerblauw". Vroege bezoekers wandelen voorbij. Vanop een hoogte van 107 meter heb je, vanop het terras, en voorzover je daar nog enige belangstelling voor hebt, een onvergetelijk zicht op de baai en op de Boston-skyline, kleurig onder de reusachtige redame. LET
PANAM
TAKE
YOU
INTO
SPACE
.
Rood en wit in de optrekkende ochtendnevel. B A N K B A N K
O F O F
A M E R I C A . A M E R I C A .
IILLLLIINNOOIISS G GE EN NE ER RA AL L
EERROOTTIICCSS..
L LI IF FE E
A AN ND D
F FI IR RE E
I IN NS SU UR RA AN NC CE E. .
Verder noordwaarts, als een monument van kultuur, een tachtig meter hoge peanut met een hoge hoed en een grote brede glimlach. Vooral bij de toeristen erg in trek. Zowat een mijl buiten de kust, vormt het torengebouw waar je woont één van de schakels van een circulair gebouwde reeks van vijftien flat-enkantoor-centra, die onderling als een ring verbonden zijn op één-derde en twee-derde van de hoogte, en, verder, op het hoogste niveau, door een aaneenschakeling van terrassen, tuinen en sportterreinen. Onder de Polaroïd koepels baden de kleurrijke shops en de exotische plantengroei van de patio's in een goudgeel licht. Bij mist en overtrokken weer of te midden van lage wolken, geeft kunstlicht de intimiteit van een regenachtige dag. Drugstore en supermarket, onvermijdelijk, eethuisjes en Gallup-automaten. Voor de stand van een reisbureau, waarvan de kantoren zich op een lagere verdieping bevinden, volgen kinderen, lachend, onverschillig, een filmvoorstelling over de Peruaanse Andes. Een immobiliën-makelaar schikt folders over luxueuze villa's in Baja California, in een decor van rode rotsen, agaven en aloë. Rode, gele en blauwe zitjes bij een cafetaria. Verderop, in het gedeelte van de ring dat naar het volgende wooncomplex leidt, een druk bezocht zwembassin, tennis- en badminton-courts. En, niet te vergeten, de art-gallery, vlak bij de ultra-violet-corner, waar Sergio Moretti de laatste hand legt aan zijn nieuwste schepping. "Medeplichtigheid", verklaart hij, "Het heet Medeplichtigheid". Een overgrote cola-fles, van het type dat thans nog op elke plage aanspoelt en dat zelfs uit de Filippijnentrog werd opgediept, iets archaisch, omgevormd tot een binnenhuisfontein, die vrolijk verdunde rode verf spuit.
Tegen de wand een meterslange, smetteloos witte canvas, met hier en daar een naam. Je komt dichter bij en leest : SAN DOMINGO. LITTLE ROCK. PLAYA GIRON. MARTIN LUTHER KING. "Wat is de bedoeling ?"vraag je, niet begrijpend. "Bloed", zegt Sergio, een veeg verf op het voorhoofd, "je dompelt je hand, of je beide handen, naargelang, hier, in de fontein, en dan druk je ze af op het canvas. De verf verwijdert gemakkelijk, met een beetje zeep". "Hé !" zegt Mary-Jane, "da's leuk !" En enthousiast plaatst ze een prachtige afdruk naast "MY LAI", gaat enkele stappen achteruit, bekeurt haar werk en voegt er zorgvuldig nog een viertal afdrukken aan toe. "Besteld door I.B.M." lacht Moretti, "voor hun grote inkomhall. Een verklaring van inkeer en rechtschapenheid. "Kijk, ook wij zijn progressief ... Al diende ik met de opschriften wel voor een honderd jaar te stoppen. Niet te recent, alsjeblieft. En voor een behoorlijk bedrag. Nu, een zuiver geweten heeft geen prijs". Mary-Jane veegt zich de handen. "En", zeg je, "nog andere plannen ?" "Een vier-en-twintig uren film over de beweging van een thermometer, voor het WARHOL MEMORIAL INSTITUTE ..." "Spijtig" zegt Mary-Jane, "daarin kan je me dan werkelijk weer geen hoofdrol aanbieden, neem ik aan ?" "Helaas, nee", grinnikt Sergio, "maar alleszins bedankt voor de inhuldiging van de medeplichtigheid aan "Medeplichtigheid". Een warme handdruk. Licht bewogen neemt ze de hand terug : "We moeten voort", fluistert ze mysterieus, "het is vandaag een grote dag !" "Wat dan, wat dan wel ?" "Kan ik je niet vertellen", lacht ze, "want dan wordt jij medeplichtig, "en dat gaat nu juist nogal moeilijk, zie je. Niet ?" "Inderdaad" zeg je, "laten we niet in herhaling vallen, Mary-Jane ..." "Drie keer raden ...", roept Sergio je na. "Lieve jongen", zegt ze, "maar ik heb honger als een, eh ..." "Een toekomstige moeder ?" "Lach jij maar, straks zing je wel een toontje lager". "Zo, zo. En waar blijf je met mijn zelfrespekt ?" "Tja, wie zou jouw krachttoeren nu in twijfel willen trekken ...?" "Weet je dat elk van jouw aanmerkingen mijn ego zowat een halfuur restauratiewerken kost ?" "Restauratie", zegt ze, "Iaten we het daarbij houden". En daar blijft het voorlopig bij. Nu, voor een haastig hapje kun je best bij Arkady terecht, zodoende stap je, steeds volgens het programma binnen in diens "Coffee-bar and Curiosity-shop". Een wat stoffige man, mager, vergrijsd in de beweging, ironisch, filosoof, met veelal een meewarige grijns, doch soms ook weer een wild, onberekenbaar vuur in de ogen. Volgt het dagelijks ritueel van pas echt ontwaken, ontbijten, ontdekken van een nieuwe dag, weer nieuwe feiten en sceptische beschouwingen over en weer. Mary-Jane, steeds wat vreemd, afwijzend, bijna vijandig tegenover de man, als tegenover ideeën, snuffelt, met haar te hete koffie in de hand ergens achterop tussen tijdschriften en curiosa, oude boeken, films en
antiek. Oude affiches, een opname van Lennon en Mc.Cartney op Deutsche Gramophon, vergeelde underground-prints. Op één ervan ondervraagt een man van de pers een industrieel, met op de achtergrond een groep arbeiders aan wat toen continu-produktie heette. Het inmiddels klassiek geworden gesprek, waarbij eerst aan het licht komt dat de loonslaven voor vijftig dollar produceren en daarvoor twintig dollar loon ontvangen. "Dus als ik goed begrijp, betalen zij je 30 dollar, opdat jij hen zou vertellen harder te werken ?" merkt de journalist naief op. "Maar de machines zijn mijn eigendom" barst de roodaanlopende industrieel uit, "en de nieuwe plant, en als ik de boel sluit ..." "En waarmee betaal je die nieuwe plant" vraagt het mannetje, "met die 30 ...?" "Man, ben je gek ?" roept de bedrijfsleider, en legt hem vlug de hand op de mond, "wil je dat ZIJ ons horen ?" "Niet slecht", zeg je, "maar overbekend". "Ik denk dat ik iets voor je heb" zegt Arkady. "Die copie van Boorman's 'Leo the Last'?" "Nog niet. Maar toch interessant : een met de hand geschilderd opschrift dat werd meegedragen in een manifestatie bij het einde der zestiger jaren". "Man, hoe doe je het ? Laat eens kijken !" " P I G S
A R E
U N C L E A N "
"Prachtig," zeg je, "prachtig." "Hoe kom je eraan ?" "Veertig dollar betaald" spot Arkady, "nalatenschap van een rijke dokter die het had van zijn studententijd. " "En laat je het me voor ... ?" "Wat is dit?" roept Mary-Jane tezelfdertijd, van achter in de shop, met een opgezette vogel in de hand. Inderdaad een rare vogel. Iets komisch, als een kalkoen, log gebouwd, met een zwaar achterlijf, een grote kromme bek, bespottelijk kleine vleugeltjes en een goedaardige, bijna ontroerende glazen blik. "Ha, een dodo-vogel" zegt Arkady, "Weinig bekend. Didus ineptus, dodo, naar een Hollands woord voor "Lui". Een van de vele slachtoffers van de kolonisatie. Hij kwam enkel voor op de eilanden ten Oosten van Afrika, Mauritius, nog enkele andere misschien. Hij had het hele eiland voor zich, zonder natuurlijke vijanden, maar hij was te zwaar om snel te lopen, laat staan te vliegen. Een gemakkelijke prooi voor de honden van de Nederlanders, die als eersten voet aan wal zetten. En zo stierf hij uit in de zeventiende eeuw en kennen we hem nog enkel van stukken bek en poten, die zich hier en daar in Europese musea bevinden, en van tekeningen uit die tijd." "Maar als de dodo om en bij 1700 is uitgestorven" zegt Mary-Jane, "en d'r enkel maar kop en poten van over zijn, hoe kun je hier dan een volledig opgezet exemplaar hebben en verkopen ? Tenminste als hij echt is ..?" "Nee maar ! Natuurlijk is hij echt. Niet volmaakt, dat is het feit, maar tenslotte weet niemand met zekerheid hoe hij er werkelijk uitzag, echt, in detail, bedoel ik, kleinigheden dan ..." "Toch begrijp ik het niet" houdt Mary-Jane hardnekkig aan, "Hij bestaat niet meer, er zijn er geen meer over, en toch is deze echt. Hoe kan dat nu ?" "Gemakkelijk te verklaren" lacht Arkady, "er bestaan een tiental exemplaren van, meestal in natuurkundige verzamelingen, maar van recente makelij, als je wil. Zowat honderd veertig jaar geleden slaagden de eerste bio-chemische
syntheses : nucleïnezuren, desoxyribose, proteïnen, later genen en volledige chromosomen ..." "De bijtjes en de bloemen. Dat leerde ik van toen ik nog zó klein was." Haar hand op kniehoogte. "Anders waren er nu geen babies." "Moment ! Babies zijn er altijd geweest, en konden er nu nog zijn ..." "Natuurlijk, maar op de oude manier ... Ik bedoel, pijnlijk en ..." Zoeken naar het juiste woord. Aarzelend : "vies". "Een onpraktische vermenging van erotiek en biologie, wil je zeggen. Of omgekeerd." "Niet alleen dat. Zonder enige controle, overal en veel te veel, en onontwikkeld : je kon ze toch nooit de beste zorgen waarborgen. De I.T.T.-kliniek ..." "Ja, ja, dat weten we. Dat betwisten we niet," kom je snel tussenbeide. "Feit is," zegt Arkady, "dat we zonder chromosomale techniek nooit de semi-artificiële geboorte hadden kunnen uitwerken, die we nu kennen. We nemen een eicel, een uiterst korte behandeling, we nemen sperma, dan bevruchting onder ideale laboratorium-omstandigheden, de baby in de bokaal in een zorgvuldig bestudeerd milieu, groei en aflevering, franco thuis ..." "Spot DAAR niet mee !" "...maar al wat erbij te kijken komt aan behandeling en verbetering en speciale zorgen was vroeger niet mogelijk." "Maar wat heeft dat nu allemaal met de dodo te zien ?" "Wel, één van de proeven, die voor de hand lagen, van het ogenblik waarop het mogelijk werd genen kunstmatig samen te stellen, was het her-maken van dieren die sinds lang uitgestorven waren. De dodo bijvoorbeeld. Een voor de hand liggend proefkonijn, om het zo uit te drukken. Een wetenschappelijk spelletje, in zekere zin ..." En deze vogel ...?" "Een van de eerste, jong gestorven, na enkele maanden reeds." "Dan was alles natuurlijk nog niet op punt ?" "Technisch wel. Uiterlijk, als je wil. Het is een echte dodo. Maar er is meer dan alleen maar het uitzicht. Het zal nog wel enige tijd duren vooraleer men er in slaagt juist die genen te creëeren, of te wijzigen, die het instinct van het dier regelen. Je kunt een bestaande soort, met een bepaalde levenswijze, zodanig veranderen dat de jongen het uitzicht krijgen van een dodo, of van een paraplu, als het moet. Of zelfs van nul vertrekken, zoals hier. Maar dat is niet het probleem. Je kunt elke vogel voeden met wormen en insekten en zo, maar de diepere levensdrang, het bewustzijn van de soort ...?" Het is min of meer hetzelfde met de mens : met een zekere inspanning kun je iemand vinden die als twee druppels water gelijkt op keizer Hadrianus, of op Albinoni. Of maken, desnoods. Maar daarom heeft hij niet de politieke blik of de muzikale begaafdheid en schrijft hij geen nieuw "Adagio", ook al zou je trachten hem dezelfde psychologische achtergrond mee te geven." "We moeten er ons bij neerleggen," zeg je, "nog even geduld vóór we een tyrannosaurus aantreffen in de discoteek , of sabeltandtijgers in de nationale parken". "Een mammoet op poedelformaat, voor tweehonderd blauwe zegels ... Arme dieren, ik vraag me soms af waarom ze er niet op gesteld waren deze tijd te beleven ?" "De anti-commerciële reactie van de intellectueel spruit in hoge mate voort uit een onvermogen zich aan te passen aan de eisen van een technologische tijd, terwijl het door socialiserende experimenten meer dan afdoende bewezen is dat het niet volstaat een einde te stellen aan
de kapitalistische produktie-vormen om de arbeider het initiatief en de creatieve voldoening terug te schenken, die in de loop der eeuwen verloren is gegaan," citeert Arkady spottenderwijze. "Dat volstaat zo stilaan wel," zeg je. "Mammoets zijn toch lief,"zegt Mary-Jane vertederd, "ze hebben lange haren, warm en zacht. En die dodo kijkt zo droevig ..." Een goed verstaander ... "OOk iets spottend, dunkt me ..." "Wat is ook weer je registratienummer ?"vraag je Arkady, "voor de cheque, als je begrijpt wat ik bedoel ?"
Verder op weg nu naar de kliniek. De dodo-vogel heeft een ereplaats gekregen in je living, en, terug in de lift, heeft Mary-Jane besloten hem te bedelen met een troetelnaam. "Dodo-bird" vind ik nog het beste" zegt ze. Dat is dus beslist. Voor snelle verbindingen met bepaalde punten in de stad zijn er natuurlijk de heli-lijnen, of de kleinere privé-taxi's, die je in minder dan drie minuten van de landingsplaats midden op de terrassen tot op het dak van een van de grote city-buildings brengen. Voor de iets langere afstanden, of voor verplaatsingen buiten de stad, neem je echter beter de onderzees-ondergrondse metro-speedway, een realisatie die pas onlangs klaarkwam en die het overigens onmogelijk geworden verkeer binnen een zone van veertig mijl vanuit het centrum van Boston grotendeels heeft vervangen. In elk van de stations, die je om de 100 à 150 meter aantreft, wachten luxueze wagens voor elk van de hoofdrichtingen. Het verschil merk je aan de kleur. Geheel elektronisch geregeld, vertrekt het rijtuig na een bepaald signaal, om via een ingewikkeld complex van sporen en zijbanen geleidelijk snelheid te winnen en aan te sluiten bij een van de voortdurend passerende convooien. Zodra de verbinding tot stand gekomen is - een kwestie van sekonden - waarschuwen weer andere signalen en een automatisch omroepsysteem je van de mogelijkheid tot doorgang tot de andere voertuigen, van het geschikste moment om op de ingeslagen richting nogmaals te verwisselen of van de volgende stilstand. Wagens sluiten voortdurend voor en achter bij aan, andere wijken uit om een zijspoor te kiezen of uiteindelijk tot een halte te komen. Op korte afstanden, bijna zoiets als bewegend voetpad. Een enorme drukte, alleszins. De publicitaire news-reel in het compartiment vestigt de aandacht op een emotief bracelet, dat naargelang je stemming verkleurt, en op een nieuw type ontbijttafel, met ingebouwde viewer voor micro-film dagbladen. "Maandag, of dinsdag, in Sydney gezien" zegt Mary-Jane, "met Roger." "Roger ? Zijn jullie opnieuw ...?" "Enkel die namiddag." "Oh" Een hoge mate van tolerantie kenmerkt deze eeuw. Geruisloos schuif je door de heuvels, die zich langzaam herstellen van het schendende auto-baan verkeer van vóór de ecologische crisis, langs villa-wijken en administratieve centra. Dan, midden een immens groen park, de I.T.T.-kliniek. Statig rijst de ingang voor je op, op het einde van een prachtige laan met lage kandelaars-sparren en kortgeknipt gras.
Eén enkel dienstbord, met de zestalige vaststelling : I.T.T. E E N
B E T E K E N D
B E T E R E
V E R T R O U W E N
T O E K O M S T
V O O R
U W
K I N D
Met een korte zijdelingse blik overtuigt Mary-Jane zich van je houding. Waardig stap je binnen. Nu, de soberheid is louter uitwendig. Eens in de receptiehall lacht een rozige baby je tegen en stellen uitstalramen alle nevenbedrijven voor, van baby-voeding en weg-werpkleding voor de allerkleinsten, over speeltuig allerhande en vakantieverblijven voor de groteren, tot anti-conceptionele middelen voor de acht à tienjarigen. Een hostess in doorkijk-kleding met een bolle roze-rode rokje overhandigt brochures en - steeds waardig - sla je de weg in van formulieren en ambtenarij. De brochure, die je haast van buiten kent, na de aanhoudende gratispubliciteit van Mary-Jane, werp je nonchalant onder een rustbank in de lange gang. Echter een nutteloze voorzorg, want een fotocel rapporteert het gebeurde onmiddellijk aan een hogere instantie, die je met koele elektronische stem tot de orde roept. "Klanten worden verzocht geen papieren op de grond te willen werpen." En moederlijk : "Geeft U er zich rekenschap van wat er zou gebeuren indien andere personen net als U zouden handelen ?" De vooruitgang staat niet stil. "Kijk", zeg je, "het is net daarom dat andere personen dit niet hoeven te doen. Dat heb je knap opgemerkt." De machine zwijgt abrupt en schijnt in stilte deze onverbiddelijke logica te verwerken, doch er volgt een vernietigende blik van de toekomstige moeder. "OK. OK." Je bukt je, raapt de brochure op, strijkt ze glad en laat ze in je zak verdwijnen. "Wij danken U voor uw medewerking", zegt de installatie, plots terug op adem gekomen. Wel, waardig, geen scheldwoord. Ieder zijn ogenblik van triomf. Weer iets verder - alles is hier decorum - loodst een nieuwe juffrouw, blauw-groen ditmaal, of is het turkoois ? - je met een alleraardigste glimlach in een aparte wachtzaal. Knus ingericht voor twee personen en geluidsdicht gesloten, dat merk je je zo. "Deze computer zal U alle gewenste inlichtingen verstrekken," straalt ze plichtsgetrouw, "U kent er toch de werking van ? De groene knop indrukken en de vragen duidelijk articuleren ..." "Maar wij zijn op de hoogte ..." tracht Mary-Jane de procedure te ontlopen. "De vraagbaak kan U op verschillende gebieden van dienst zijn," vervolgt de dame met zachte aandrang, "ze is eveneens op de hoogte van huwelijksproblematiek, en U moet toch enige tijd wachten. Wij zullen U waarschuwen, wanneer U aan de beurt is. Ik wens U veel geluk." "Dank U wel" zeg je, waardig, terwijl je even rond kijkt. Mary-Jane van haar kant heeft zich gelaten en zonder de voorlichtingsmachine een blik te gunnen, in een van de zetels genesteld en beoordeelt haar voorkomen aan de hand van de daartoe vereiste instrumenten. Dan richt je een wellustige blik op de machine en formuleer je een vraag, al was het maar om de tijd te doden. "Zoudt U ons enkele technische mogelijkheden kunnen uiteenzetten, tus-
sen personen ..." "Kunt U preciseren, a.u.b.; duidelijk articuleren, als ik U vragen mag." "Eh, drie of vier per-so-nen," zeg je, "waar-van tel-kens twee van hetzelf-de ..." Te laat valt je te binnen dat dit misschien niet de precisie is, die ... Ook de herhaling van de hoger reeds besproken koele blik van Mary-Jane komt je herinneren aan de on-waar-dig-heid van de opgegeven cijfers. "Het interesseerde me juist te weten hoeveel hij er kan verwerken," verklaar je, bij wijze van excuus, vaag bewust van het ontoereikende van deze toelichting. Maar reeds vat de machine haar uitleg aan. In een eerste stadium werkte dit type met vaste, vooraf door mensen geregistreerde woorden en zinnen, zoals nu nog in kleinere metro's en luchthavens. Latere modellen hadden reeds hun eigen mechanische stem : uiteraard een gebroken taaltje zonder veel klemtonen. Ook hieraan werd vanzelfsprekend spoedig verholpen en het is bepaald moeilijk om, op dit ogenblik, onderscheid te maken tussen menselijke en artificiële wartaal. Toch ligt de emotie enigszins verschillend, wat bijzonder opvalt bij de gewillige, grondige en nuchtere uiteenzetting van deze installatie : de suspens ontbreekt en de toon is ongewoon vlak voor het onderwerp. (Behalve dan voor de publiciteit die af en toe wordt tussengeschoven.) Na verloop van tijd heeft het bepaald iets pikants. "Het lijkt wel of hij kookles geeft," zegt Mary-Jane, niet helemaal onbewogen, gevoelig gemaakt door bepaalde, preciese details. Ondeugend, kort daarop. Haar boze bui is wel vergeten. Dan schuift ze zachtjes dichterbij. Intiem, die wachtkamertjes. Misschien wel bestudeerd ? "Hoe zeg je "waardig" in het vrouwelijk, vraagje, onschuldig. "Doe niet onnozel," zegt ze, "je had ook al die uitleg niet nodig." "Recyclage," zeg je. Doch er wordt op de deur geklopt. "Wilt u me volgen a.u.b. ?" "OK. OK." Daarop volgt dan, ongewild, een ideologisch tussenspel. Administratie. Als aanleiding dan. "Registratie-kaarten ?" Een spelletje vraag en antwoord. "Woonplaats nog steeds juist ? Seaside II, 107 D ?" Bevestiging van Mary-Jane. "Beroep ?" "Toeristische experte," zegt ze droog. Meteen komt er leven in de ambtenarij. "Hé, geen tip voor de vrije dagen?" "Duiken. De koraalbanken van de Rode Zee, onvergetelijk op deze tijd van het jaar." "Maar de armoede van die streken maakt me misselijk ..." Onzin. Alles is relatief. Trouwens er is heel wat vooruitgang geboekt : bijzonder fijne hotels, langs de kust, kilometers van de grote steden, met een eigen air-port en zwembaden en een eigen inlands dorp. Enkel natuur en komfort en ontspanning. Zo hoor je Mary-Jane ook eens beroepshalve aan het werk. "Ik zal erover nadenken," belooft hij, "mijn vrouw is eerder sportief." "Seaside, nogmaals, hetzelfde,"antwoord je, op een hernieuwde vraag. Kortaf. "O ja."
"Futuroloog," voeg je er aarzelend aan toe. De reactie komt zoals je ze had voorzien. Sinds de meteorologie een honderd procent exacte wetenschap is geworden, draagt de futurologie het kruis van de vroegere weersvoorspellersgrappen. Ook hier geen uitzondering. Is het nu de opwinding van daarnet, of gewoon een instinctieve reactie ? "Man, ik ben geen profeet," snauw je nijdig. "Ik werk, net als jij, vier, vijf, zes uur per dag. Ik tracht me de toekomst in te beelden. Toekomstige problemen met aangepaste, rationele oplossingen. Peilingen, studie, extrapoleren. Een globale visie op alle aspekten van de maatschappij. Dialektisch denken." Maar hij is verre van overtuigd. Waarom kan het je ook schelen ? "Ik bedoel" zegt hij pedant, "dat jouw oplossingen oplossingen zijn uit de 21e eeuw, voor mensen uit de twee-en-twintigste en wie weet voor hoeveel later nog. Vanuit jouw optiek. Futurologen bestendigen het verleden." Een paradox waar hij lang heeft op gebroed, dat is wel duidelijk. Kalmte. "En dat is toch niet de bedoeling, neem ik aan ?" Veel meer heb je anders al niet nodig. "Nee, IK geloof in de vrijheid, in de vrije spontane ontwikkeling, in de vrijheid voor de volgende generaties. In het oplossen van de problemen, wanneer ze zich stellen, in de vrije vooruitgang ..."" "Geloven," wind je je op, "geloof en wetenschap, het lijkt wel een credo ! Vrijheid ! Wiens vrijheid ? Ben je vrij ? De vrijheid om op elkaars kop te trappen ! Hoeveel heb jij hier te beslissen, zeg ? Je bent zelfs niet vrij in je eigen zetel hier en dan ga je mij spreken over de volgende generaties ! Wie controleert de wetenschap en de ontwikkeling, zoals jij dat noemt ?" Voordragend : "Het is te allen tijde de politiek van de maatschappij geweest te investeren in de meest verscheidene bedrijfstakken ..." Niet meer te stoppen : "En dan jouw precieuze democratie, niet ? Een Ja of een Nee, om de vier jaren : aan wie ? Aangaande wat ? Gemanipuleerd, mijnheer !" Niet dat hij het daarbij laat. "Toch hebben we het heel wat beter dan ..." Je vuist op het marmer. "Man, begrijp je dan niet dat dit niets te zien heeft met links of rechts ? De hele zaak zit gewoon verkeerd. Waarvoor werk je ? Jouw inspanning wordt te gelde gemaakt, in een complex van macht en eigenbelang, en jouw ontspanning wordt je min of meer voorgeschreven en opnieuw te gelde gemaakt, en je geluk wordt je gedicteerd en je behoeften en zelfs de behoeften die je nog niet voelt. Je tijd en je vrije tijd en je verwachtingen en binnenkort misschien je toekomst ook ! Vooruitgang ? Wiens vooruitgang dan wel ? Die van I.T.T. ? Of die van de honderden mijoenen die van honger creperen ? Welke vooruitgang ? Door wie ? Voor wie ? Het duurt misschien niet eens zo lang meer voor ze ook de vooruitgang als een kous over je hoofd zullen trekken !" Plots geef je je er rekenschap van dat een tiental blikken op jou gevestigd zijn. Een dienstoverste komt reeds naderbij. "Ik doe niet aan politiek," verklaart de man, "en daarmee basta." "Natuurlijk, vrijheid voor de ignoramus. Vrijheid voor een dode ziel". "Een dode ziel ?" "Nicolai Gogol. Een Rus."
"Dacht ik wel." Kalmte. Terzake. Verveeld schuift hij zijn zetel vooruit. "Ongehuwd ?" "Wat dacht je ?" "Dit is dus uw eerste baby ?" "Als U zo goed wilt zijn." "Dat stelt ons dus vrij van de geboorte-regelings-formaliteiten. U is er van op de hoogte dat de huwelijksprocedure verplichtend wordt gesteld bij een eerste geboorte ?" "Uiteraard." "Ja," komt Mary-Jane tussenbeide, "weet U, hij is soms opvliegend, maar ..." "Er wordt hier niemand verontschuldigd, " zeg je kort. "Verkiest u een religieuze ceremonie . De meeste klanten geven hier de voorkeur aan. Het geeft de gebeurtenis een plechtig cachet. Wij hebben hier twee dominees in dienst, die op de hoogte zijn van de verschillende riten : Rooms, Israëlitisch, Gereformeerd ... De Orthodoxe ritus is wel het meest indrukwekkend en wordt ook het meest gevraagd. Als ik U suggereren mag ..." De bodem van de fles. Mary-Jane. Ook dat heb je dan toegegeven. "Het supplement is miniem. Dan wacht U links voor de plechtigheid, en daarna wordt U geroepen voor de medische Check-up, terwijl ik uw papieren doorgeef." "OK. OK." "Mag ik dan nu uw credit-cards ?"
Ja, wat valt hierover te vertellen ? Father Mackenzie (ergens zegt die naam je iets ...) heeft een uitgesproken Iers accent, al is dit naar men zegt eerder zeldzaam voor een dominee, en een mild en melancholisch voorkomen, en hij verbindt je in de echt in zijn kleine kapel tussen de grote kantoren, terwijl verpleegsters in uniform de glazen deur voorbijlopen. Dit alles in een decor van roze-rood fluweel, rode roosjes, indirekte verlichting en Napolitaanse muziek. "Che belle cosa, una giornata al sole ! L'aria è serena ..." Je houdt een kaars in de hand en hij plaatst je beurtelings een kroon op het hoofd - het was toch Orthodox ? Jawel - en je wisselt ringen uit en al bij al hou je van Mary-Jane en valt de ceremonie wel mee. Na de afloop zucht de Father haast onmerkbaar. "Hoe beviel het U ?" vraagt hij, "voor de meeste mensen is dit een eerste kontakt met de religie ..." "Fijn," zegt Mary-Jane. "Mijn man was enigszins opgewonden van de formaliteiten - hij had daarjuist een woordenwisseling met ééh van de bedienden ..." "Getracht iets duidelijk te maken in verband met de noodzaak tot een planetaire organisatie van behoeften en mogelijkheden," zeg je, "buiten alle theoriën om. Niet dat ..." "Lastig soms," beaamt hij, "ik weet het. Een zekere spanning. Daarom houd ik deze plechtigheid kort. Vroeger was dit een enorm druk gedoe, weet u, met familie-leden en vrienden... Het gebeurt nog wel eens, in hogere kringen, maar ik houd er niet van. Hier, ik weet niet of U er iets van overhoudt ... ik tracht het zo te
doen dat je er toch iets aan hebt, een beetje sfeer, een herinnering misschien ..." Hij aarzelt. "Als ik me de opmerking veroorloven mag," zeg je, "had ik me dit wel enigszins anders voorgesteld, iemand, ik bedoel, met godsdienstige strekking ..." "Ach. Ik ben zelf niet gelovig. Dat wordt van ons ook niet meer verlangd. Men kan toch niet eisen dat je in zoiets een definitief standpunt inneemt. De wereld verandert voortdurend, de gedachte meest van al. Tegenstrijdige principes hebben een plaats gevonden in onze samenleving. De president citeert Karl Marx ... Niet zonder bijbedoeling overigens ... "Sociale filosofie verkoopt heel vlot," merk je op. "... het opnemen van vreemde ideeën, een teken van vitaliteit of een aanduiding van decadentie ? Van overtuiging tot overtuiging, hoe kun je hopen de waarheid te vatten, of zelfs maar één waarheid te vatten ? Na enkele duizenden jaren beschaving - laten we niet overdrijven na enkele duizenden jaren geschiedenis ? Er blijft hier en daar een vast element ... bevorderen van het individuele waardigheid, van het individueel en collectief geluk ... maar wat is geluk ? Wat is het voor U, wat is het voor mij ? Vooruitgang ? Wat is vooruitgang ?" Hij rangschikt zijn kaarsen, met ietwat overdreven zorg. "Eigenaardig," zeg je, "hoe dit onderwerp vandaag blijft opduiken. Ik vraag me af ..." "... de wereld veranderen ?"vraagt hij zichzelf, "Een voorbeeld stellen, en nu en dan de mogelijkheid om een principe door te drukken, of te laten kennen. Einstein, me dunkt. De wereldgeschiedenis blijft een som van individuele antwoorden op individuele gewetensvragen..." "Een typische religieuze stellingname, komt me voor," zeg je, "van de individuele beloning in het hiernamaals tot de individuele gewetensvraag ..." "Weet ik" zucht Father Mackenzie, "Verder zoeken. Een verder zoeken binnen dit beroep ..." "Een leervergunning" zegt Mary-Jane. "Blij met U kennis gemaakt te hebben ..." "De uitgang is daar, en dan gaat U rechtdoor ..." "Hoogste tijd voor enige aktie," meent ook je nieuwe echtgenote, "komen we nu voor een baby of om aan maatschappij-kritiek te doen ?" En aktie komt er nu voldoende. Eerst een grondig geneeskundig onderzoek. Alkohol en drug-gehalte in het bloed. I.Q.-testen en reflexen en reakties, analyse van de bloedgroep en van de karakteristieken binnen de groep, vingerafdrukken (?), gezichtsscherpte en noem maar op. Dan verder: Afdeling C (Caucasian ?), Gang 6, LAB.D. "Gang zeven ?" "Nee, zes !" "Ah, zes." LAB.D. Een joviale vrouwelijke dokter, met name Gay-Lapin. "Wenst U beiden aanwezig te blijven tijdens de behandeling ?" Mary-Jane knijpt je hand, en, niet zonder een trekje om de mond, zeg je "Ja". De hele zaak stemt je onwennig. Niet direkt de behandeling die je beiden ondergaat : die is pijnloos, en zelfs, uiteraard, een ogenblik genoeglijk. Een eerder genant gedoe, dat wel, en ergens hindert het je, je hiervan weer een scherpe, accurate herinnering te binnen te roepen.
Het heeft je zeker nooit ontbroken aan intense belangstelling voor het andere geslacht, en je hebt natuurlijk nooit nagelaten elke gelegenheid te grijpen om de mogelijkheden uit te diepen die bepaalde bijzonderheden en occasionele verschillen nu eenmaal bieden. Zelfs met een ijver, die sommigen te nadrukkelijk plachten te noemen. Toch hebben, eigenaardig genoeg, biologische feiten, in hun koude, klinische realiteit je steeds onaangenaam gestemd. De technische kant van de zaak ? Een ingeboren afkeer, de primitieve gevoelens van de stam wellicht, zijn eeuwenoude taboes tegenover zwangerschap, geboorte, ongesteldheden allerhande ? Onbehagen, en toch, aan de andere kant, een overdreven bekommernis. Met de mens, die de natuur ondergaat, of die als een objekt wordt gezien. "Man, hou je toch recht !" Even schrik je uit je mijmering op, verrast door een onverwachte, harde klap tussen de schouderbladen, waarmee de dokter je aanzet een flinkere houding aan te nemen. "Dat is toch het minste wat we kunnen vragen", glundert ze. Omdat je op dat ogenblik wordt behandeld in de stimulo-receptor, en, mede omdat je op hetzelfde moment een snel onderdrukt gegrinnik van Mary-Jane waarneemt, besef je plots dat je waarschijnlijk het zoveelste slachtoffer bent geworden van DE klassieke grap van de afdeling. Daarom werp je een dubieuze blik op de dokter. "Intellektuelen ..." zucht ze, dubbelzinnig. Bah, en nogmaals bah. Geen uitroepteken waardig. O, wat haat je extroverte mensen. "De mens als een ding, een mechaniek ... Manipulaties." denk je even later, wanneer Mary-Jane zich klaar maakt om de behandeling te ondergaan, uitgestrekt, de knieën reeds licht gespreid. En brutaal sluit je de ogen, getroffen door een overweldigend gevoel van machteloze revolte. Onwillekeurig schiet je terug een beeld te binnen, verborgen, al die jaren verdrongen, maar misschien aan de basis van je opstandigheid tegen alle vormen van gezag. Je eerste liefde - hoe was ook weer haar naam ? - en een middag, een zonnige middag als deze. Je eerste liefde, jong en zuiver (idioot woord), en het benauwde verhaal van een doktersonderzoek. Verplicht. Een dokter, luisterend, onder haar nog onvaste borsten, naar haar hevig kloppend hart. Verplicht. En verder, gretige, behaarde hahden ... Verplicht ? Een herinnering, als in een koortsaanval. Al weet je beter, nu. Hoe heb je haar aan je hart gedrukt, getroost nooit meer bemind als vroeger ... Een ding. Dit was dan wel het lastigste gedeelte. Verrast kijkt Mary-Jane je aan, bij het verlaten van het laboratorium, omdat je haar als met een golf van tederheid omringt. "Ik heb niets gevoeld," zegt ze, bijna verontschuldigend. Dan, niet onaangenaam getroffen, en terwijl je steeds blijft zwijgen, drukt ze even de lippen in je hals. "Ik wens u beiden veel geluk met de baby, en ik hoop dat alles zich mag realiseren, wat U voor hem had gedroomd.
Wij zullen U verder op de hoogte houden en binnen een tweetal weken zullen wij U kunnen zeggen of het een jongen of een meisje wordt. Als U dan even kontakt met me opneemt. Binnenkort kunnen we ook dat vooraf bepalen. En verder, ja, veertien à zestien weken. Juist kunnen we dat nu niet zeggen, het hangt af van de ontwikkeling. U krijgt dan wel verder alle gegevens en instructies en U kunt vanzelfsprekend genieten van al onze post-natale zorgen. Mevrouw, Mijnheer ..." (Zeg: "Zo, dat is dan in orde. U heeft de beste keuze gedaan" Wens de klant geluk met het afgesloten kontrakt, onderhoud hem verder over zijn hobby's en zijn liefhebberijen. Wijs hem terloops op de andere diensten van de maatschappij ...) "Goede middag, dokter ..."
De zestien weken worden er tenslotte twee-en-twintig en wanneer baby uiteindelijk afgehaald kan worden, is hier heel wat verbittering aan voorafgegaan. En dan heb je nog alle moeite van de wereld om huisbezoekers en telefonische reclame en vertegenwoordigers en makelaars af te schudden en polissen en spaarkontrakten te weigeren. Een ware overrompeling. En dan blijf je tenslotte alleen met je baby en volgen er heerlijke maanden, waarin je opnieuw, met hem, de wereld ontdekt en in een ogenblik van verdwazing je jeugd bestendigd voelt. Baby wordt rondgetoond en alom bewonderd en Mary-Jane woont regelmatig de traditionele meet-en-weeg séances bij en vult zorgvuldig en geduldig het zeem-zoete boekdeel in, dat met de baby werd afgeleverd en waarin alle kapitale gebeurtenissen van zijn jonge bestaan kunnen genoteerd worden. MIJN NAAM IS ...
(in gekrulde lettertjes)
MIJN LIEVE OUDERS NOEMEN MIJ ... IK LACHTE VOOR HET EERST NAAR MIJN LIEVE MAMA OP ... MIJN EERSTE WOORDJE WAS ... Wel, wel ... En zo, op een avond, ben je weer alleen, heb je geen zin in Tri-Dim en grinnik je naar Dodo-bird en verstrooi je de lengte van de uren met je kollektie oude dokumenten, met lektuur en dromerij. Je neemt heel even "Madame Bovary" ter hand, aarzelt bij Voltaire en opteert, tenslotte voor een nieuwe uitgave van Robespierre's toespraken in de Conventie. "Les vices et la vertu font les destins de la terre ..." Na een tiental bladzijden laat je het boek en neem je terug je toevlucht tot acid, waarmee je de laatste maanden haast ongemerkt gebroken had. En meteen een hoge dosis. Freak-out! Ijl dwalend door de woning praat je uitvoerig voor de levensgrote spiegel en bekijk je jezelf en breng je je hoofd zo dicht bij het glas dat je na een zekere tijd jezelf meent te ontwaren achter de vertrouwde illusie.
En je ontleedt jezelf, als een buitenstaander, een minutenlange beangstigende ervaring, geheel anders dan het gladde, geliefde spiegelbeeld, elke porie, elke plooi van je huid-zijn huid- zijn huiverende, starende ogen-die grijs-groene massa weefsels ... Ondergang, vriend Diderot. Ondergang, vriend Robespierre ... Huilend vlucht je voor jezelf, buiten, weg, zoekend naar een mens. Uren, dagen lijkt het wel ... Het meisje in de drugstore lijkt op elk meisje dat je ooit hebt gekend en op elke vrouw ook weer die je ooit hoopt te kennen. Wisselende kleuren, als de muziek die je overspoelt, en die je vergeefs tracht te onthouden. Wanneer alles weer even kalmer wordt, merk je haar lange mauve jurk, met losse knoopjes aan de borst-irreël bleek en tenger onder haar lange blonde haren en helder en zuiver - met die oneindig diepe liefdevolle ogen, net iets vochtig ... En je kent haar sinds jaren, eeuwen, van het Quattrocento en Filippo Lippi ... En even, heel even, raak je met de tippen van je vingers, van heel ver, haar aangezicht, als een blinde, een ogenblik heel geconcentreerd in dit gevoel ... En het meisje houdt van je en samen ren je in een enorme zaal met duizenden loketten, golvende heuvels, honderd-en~vier hoog, en door het golvende, hoge gras ... En lacht ze naar je en val je uitgeput onder een boom naast haar ... En drukt ze je hoofd tegen haar zachte borst ... Lady Madonna ! En het meisje is zwanger en je begrijpt dit niet - hoe kan dit nog en traag maak je de knoopjes los in het schemerdonker en raak je haar opnieuw en volg je met de lippen haar haast doorzichtige blanke huid, van hoog in de hals, bij enkele losse haartjes achter het oor tot bij het roze-bruine knopje dat haar rechterborst bekroont. "Raak me ..." fluistert ze, onverwacht hard, "niemand voelt me nog, mijn lichaam wordt onecht - ze kijken en wenden zich af - terug naar veel nieuwers en echters in het duister van hun kamers -". "De dagelijkse beeldenstroom" zeg je, "een vloed van louter visuele genoegens en louter visuele gruwel, een geschenkendoos, ieders eigen kleine ondeugd, het harde sadisme in cassette ... Niets is nog echt, de gebouwen niet, het water niet - je bekijkt de Triomfbogen van de keizers, of een zonsondergang in Centraal-Afrika, maar je hebt het allemaal al beter en echter gezien vooraf ... Misschien voelt één enkele ruïne nog echt aan, en, hier en nu, de warmte van jouw lichaam ..." "Een ruïne op zijn manier ... ik wilde bewijzen dat ik echt was, begrijp je me ? Misschien begrijp jij me wel ? Ook jij tracht je buiten te houden, buiten ..." Een stortvloed van ideeën spoelt je door het hoofd. Jezelf bekijken, van heel hoog en heel ver, om te begrijpen, om de anderen te verstaan Loskomen van verlangens, maar wat baat het je ? Vergeten dat je ooit jonger was dan nu, een dag ... Iets doen ... maar de verburgerlijking die als een rotte, bruine, dorre, schrale vlek om zich heen grijpt-bezit en verdoving ..." "Zijn we nog echt ?" "Uitgehold en leeg," zegt ze, "we hebben, maar we zijn niet meer ..." "Bewustmaking," besef je plots in alle duidelijkheid, "realiseren welk een afgrond er ligt tussen ..."
Maar weer ben je uit en weg en je besluit je verdere leven lang bij haar te blijven en de beelden worden weer verwarder en in de inham van de rivier, achter een lage heuvel, draag je haar ongeboren baby in je arm, verwachtend hem tot leven te brengen, te verwarmen, maar niets gebeurt, en om je heen schreien andere kinderen reeds, en iets later blijkt haar baby dood, verstikt in je omarming, nooit geademd zelfs, en je bent vreselijk geschoktVerder, langs de wenteltrap onder het grote plein, vertonen op elk niveau acrobaten hun nummers, en trampoline, en jongleurs ... En heel achteraan, heel onderaan, oefent een eindeloos kleine jongen zijn kunsten in een tennisschoen, verliest de weg, draait zich om en springt opnieuw en mist opnieuw en weent ... En je gaat hevig te keer tegen de ouders, tegen dit onwaardig werken van een minderjarig kind, doch hopeloos tracht je hen tot je standpunt te bewegen en met een woedende kreet versnijdt de vader het kind en versnippert hij de jongen in de lucht ... En je sterft, in de wind op het plein, en op het dak van een supermarket, in de zon, met de waarheid als een verscheurd papier in de hand, die je achter je rug verborgen houdt ... En dan weer aanbiedt aan wie haar ook maar aanvaarden wil ... Wat valt er te verhalen over een individu, midden miljoenen die naamloos ten onder gaan ? Dan weer, op een lang terras, verzamel je reuzegrote voorhistorische schelpen en schaaldieren in een grot, een aanpalende straat, en ben je gelukkig en spoelt het zilte water in en uit langs onzichtbare spleten en kloven uit de zee in de schemering van de warme ruimte ... Maar plots verzinken je vingers in het weke vlees van een dier vluchten krabben over het grijze zand en verbreekt het meisje huilend je geschenk en de stilte en word je gewekt door haar hartverscheurend geklaag in de morgenen roep je er een dokter bij - slijkerig duister water - een pseudo-hartaanval "Wat heb je genomen," vraagt de dokter, "wat heb je genomen ?" "Niets, niets, ik weet het niet niets,niets" - de schelp sluit, een droom versmelt "Het gebeurt wel meer ..." - en wordt het blanke lichaam bedekt en weggevoerd en verscheuren sirenes de klaarte van het eerste licht -
"...Politiek," zeg je Arkady, later op de dag, wanneer je weer tot jezelf bent gekomen, "definieert men als de kunst der mogelijkheden. Juist ? Dus mogen we, zonder vermoedens van ondankbaarheid, stellen dat wat werkelijk telt niet is wat we hebben, maar wat we zouden kunnen hebben of zouden moeten hebben ... Juist ?" "Ga je dat aan de President vertellen ?" "Nee, ik denk het niet. Later misschien ?" ...
Thuis voel je dat er iets in de lucht hangt. Mary-Jane aarzelt vooralsnog tussen onbegrip en verontwaardiging. Niet die geschiedenis. "Herinner jij je Baby's intelligentie-quotiënt ?" "145" zeg je, "volgens de laatste testen. Met een marge van vijf, hoger of lager. Waarom ? Is dat het maandelijks bulletin van I.T.T. dat je daar leest ?" "Een van die informatieve blaadjes die ze ons blijven toezenden." Haar toon steeg geleidelijk. "Wist jij iets af van "selective I.Q.-improvement-research" ?" Nog begrijp je niet helemaal. "Wat bedoel je ? Je weet net als ik dat het helaas niet de gewoonte van grote bedrijven is de futurologische diensten bij hun geheime projekten te betrekken ..." "Luister even naar wat hier wordt gezegd : "Studies en proefnemingen, die door I.T.T. werden gefinancierd, hebben onlangs geleid tot beslissende resultaten inzake de verwezenlijking van een verhoging van het I.Q. van kinderen in het pre-natale stadium tot 190 à 230. Men kan nu reeds vooropstellen dat deze cijfers, binnen afzienbare tijd, als een gegarandeerd minimum zullen kunnen worden gewaarborgd ..." "Maar daar had ik niets, maar dan ook niets van vernomen. lekt toch wel links of rechts iets uit, maar ..."
Gewoonlijk
"Hoewel de bevoegde directie thans reeds tot publicatie van dit opzienbarend succes heeft besloten, dient evenwel aangestipt dat, gelet op de uiterst gecompliceerde bio-technische achtergronden van de ontwikkelde behandelingsmethode, de hieraan verbonden kosten nog geruime tijd prohibitief zullen blijken te zijn. Niettemin kan worden voorzien dat zekere financiële marges zich in de nabije toekomst zullen stabili seren, zodat op dat ogenblik tot een herziening van de kostprijsfaktoren kan worden overgegaan en ook deze I.T.T.-exclusiviteit courant aan het breedste publiek ten dienste zal kunnen worden gesteld ..." Slechts langzaam dringt het nieuws, in al zijn aspekten, tot je door. Vooralsnog prohibitief ? Als de eerste dure Tri-Dim installaties ? Exclusiviteit ? Een kwestie van geld en ...? Waarom anders nu al dit discreet bericht ? Een mutatie, een gewijzigd wereldbeeld, in commerciële termen ? Babies, jaarlijks, in nieuwe reeksen, nieuwe modellen ...? Beter, duurder, gereserveerd voor ... ? "Hadden wij dit geweten ..." stamel je, haast ongelovig, "maar dat betekent..." "Ja, wat betekent het ?", barst Mary-Jane nu uit, tot het uiterste gespannen en de hysterie nabij, "wat betekent het, voor Baby, en voor ons ? Voorbij en uit en vergeten met ons ? Afgeschreven ? Voorbij en uit voor Baby, voorbijgestreefd, verachterd, verouderd, van bij zijn eerste jaar ? Minderwaardig in vergelijking met die ..., veroordeeld, omwille van..." Dan spuwt ze al haar misprijzen en verachting en haat in één woord : "...financiële marges ???"
"De toekomst zelf hou je niet tegen" zeg je, "maar de manier waarop..." "Is ons kind dan voor zijn verdere leven een idioot ?" huilt Mary-Jane, " EEN I D I O O T ? ? ? " Onverbiddelijk dringt het nu tot je door. "Maar waar hebben we dan fout ?" snikt ze, smekend, overwonnen, gebroken, als in een kreet van pijn. "Ja, waar zijn we fout ?" vraag en verbeter je, machinaal. Het kind ... Tegenstrijdige gevoelens. Opstand en twijfel. Waar sta je nu nog ? Maar misschien put hij dan ooit juist in deze minderwaardigheid de kracht om het hoofd te verheffen ... Waar sta je nog, met je ideeën ? ... een omwenteling in te leiden, vastberaden, verwondering en vreugde .. ... als den nieuwe Spartacus ... En je bombastische epiek ? ... tot ieders geluk, en ieders bekwaamheid te begrijpen en te vatten waarin zijn waar geluk wel ligt ... ... die grote avond, die stralende morgen, waarin ieder zal ontwaken, mens, dichter, bouwer, schepper ?
Zo is er dus geen blije of grootse einde aan dit naieve verhaal van Mary-Jane. Iemand lacht nochtans. Weer treft je, terloops, genoeglijk smalend, die spottende blik van Dodo-bird.
KLEINE SCIENCE-FICTION OMNIBUS 3 Samengesteld door Aart C. Prins.
Bruna SF-16, 1972, 382 blz., 18 verh.
Bij een dergelijke keuze - sommige verhalen bereiken de novellelengte kunnen we bezwaarlijk nog van een "kleine" omnibus spreken ! Opnieuw is Prins er in geslaagd een rijke en gevarieerde keuze te maken, zowel naar thema als naar auteurs. Enkele der meest opmerkelijke verhalen : NewYork In Eén Dag !, een geleide tour voor Afrikanen door de ruïnes van Amerika (HET VERLOREN CONTINENT, van Norman Spinrad), een onvergetelijk en doordringend verhaal; een nabije toekomst waarin de meningsverschillen tussen jong en oud het aspect van een dodelijke guerilla-oorlog aangenomen hebben (WAPENSTILSTANDSDAG, Clifford Simak); een verre planeet waarop genetisch gewijzigde micromensen voor hun voortbestaan moeten strijden tegen ééncellige waterdieren (ONDERWATERWERELD,James Blish); een ruimteverkenner gevangen door vijandige aliens en die door zijn verstand aan executie poogt te ontsnappen (ADEMPAUZE, Eric Frank Russell); een sombere - en helaas zéér goed mogelijke - vizie op de komende tien jaar, indien we voortgaan zoals we nu bezig zijn onze aarde kapot te maken (ECO-CATASTROFE !, Paul Ehrlich). De keuze van enkele andere verhalen daarentegen verwondert ons wel, Robert Bloch's PLANEET VAN DE ANGST, een stupied en onwaarschijnlijk verhaaltje over een expeditie op een "groene" planeet vol griezels, dat duidelijk geschreven werd om een vlugge cent te verdienen (het dateert uit een pulpmagazine van 1943); een allegorisch zoeken naar de zin van van het Leven, gedaan door een galactisch energieschepsel van Ross Rocklynne, in HET DUISTER TEGEMOET (1940), wel leesbaar, maar alles is zo ongeloofwaardig en zo Super Groots; en een sentimenteel-fantastisch fantasietje van Conrad Richter, DR. HANREY'S TWEEDE KANS, over een man die even naar zijn verleden kan terugkeren, zou misschien wel gepast hebben als een der zwakke afleveringen van de latere reeks van "Twilight Zone" maar is hier erg out-of-place. Edmond Hamilton's IN DE WERELDSCHEMERING, is ook een ouwetje van l936, maar bezit een enorm doordringende poëtische atmosfeer van wanhoop en nakende doem. Verder nog uitstekende verhalen van J.F. Bone, Clifford Simak, Carol Emshwiller, Arthur C. Clarke, Richard Matheson, Henry Slesar, Thomas N. Scortia, Lester del Rey, en héél speciaal Catherine L. Moore's SHAMBLEAU, haar eerste gepubliceerde verhaal dat dadelijk haar naam befaamd maakte, een unieke mengeling van het avontuur-SF thema met een originele variant op de vampier. Net zoals zijn voorgangers, en terdege aanbevolen bundel. E.C. BERTIN Net zoals de vorige bundels is ook deze weer machtig interessant, vooral dan voor de lezer die het Engels niet machtig is en het van vertalingen moet hebben. Een, wel zeer gewettigd, verwijt dat men antologieën van deze aard kan toesturen is dat dat ze zeer moeilijk in evenwicht te houden zijn. D.w.z. dat de kwaliteit van de verhalen soms sterk varieert. Samensteller Aart C. Prins is er echter in geslaagd alleen maar goede
verhalen te brengen, met enkele uitschietertjes naar de top. Dat mag wel eens in de bloemetjes gezet worden, vind ik. Kleine SF Omnibus bevat werk van de volgende auteurs : James Blish, Robert Bloch, J.F. Bone, Arthur C. Clarke, Paul Ehrlich, Carol Emshwiller, Edmond Hamilton, Richard Matheson, Catherine L. Moore, Lester del Rey, Conrad Richter, Ross Rocklynne, Eric Frank Russel, Thomas N. Scortia, Clifford D. Simak, Henry Slesar, Norman Spinrad. J.C. RAASVELD SCHADUWEN OP DE STERREN
Peter Kolosimo
Baarn, Hollandia, 1971, 301 blz., 44 foto's. taald door J. Wagener-Schilperoort.
"Ombre sulle stelle" ver-
Speculatief werk over ruimtevaart, leven (met een hoofdstuk over antimaterie en tijdreizen) en U.F.O.'s. De veelvuldige verwijzingen naar R. Charroux maken het niet geloofwaardig. Het boek bevat waarschijnlijk meer referenties naar SF dan naar wetenschappelijk werk. Iemand die veel SF leest zal er niet van op kijken. Ik beken dat ik het boek "diagonaal" gelezen heb. In de biblioteek beschikbaar. B.J.S. EEN ROOS VOOR DE PREDIKER
Roger Zelazny
Prisma 1544, 1972, 160 blz., 44 F, 7 verhalen, vertaald door F. Oomes. We hadden reeds de gelegenheid de kwaliteit te beklemtonen van de meer recente Prisma-SF-uitgaven. Zo verschenen nu ondermeer, kort na elkaar, twee belangrijke werken van Roger Zelazny, nl. "Heer van het licht", oorspr. "Lord of Light", en een selectie van kortere verhalen, waaronder "Een roos voor de Prediker" ("A Rose for Ecclesiastes") en "De Poorten van zijn aanschijn, de toortsen van zijn muil" ("The Doors of his Face, the Lamps of his Mouth"). Eerstgenoemd verhaal werd door de SFWA bij de beste SF-verhalen gerekend, welke vóór einde 1964 verschenen (S.F. Hall of Fame) en het tweede behaalde een Nebula voor 1965. Vier andere verhalen, "Een muzeumstuk", "Dodenberg", "De Dagen van de Storm" en "Een Roes van Razernij" ronden de bundel af. Met uitzondering misschien van het kortere slotverhaal hebben wij hier telkens te maken met de strijd van een enkeling tegen elementen, die sterker bleken dan de doorsnee-aardling aankan. Een reusachtige Leviosaurus, op Venus, een bergtop van meer dan 60 km hoogte, op Dehsel, of een cataclysmale tropische storm, op Tierra del Cygnus. Ergens heeft het dikwijls iets van de he-man en de magazine-produktie, maar Zelazny is een te groot schrijver, en een te groot kunstenaar, om hierin telkens geen aantal belangrijke bijkomende thema's te verwerken, waaronder meestal ook de verhouding van de eenzaat tegenover zijn omgeving. Een kunstenaar ook door zijn meesterlijke beheersing van taal en stijl, soms iets archaïserend, vaak bijzonder lyrisch. Dit maakt wel dat veel van zijn werk uiterst moeilijk te vertalen is, en soms wel even wennen vraagt. Alle lof evenwel voor de weergaye van F. Oomes. Een persoonlijke voorkeur gaat uit naar het titelverhaal waarin een dichter wordt gekonfronteerd met minder fysische, dan wel filosofische quasionoverkomelijkheden, bij een vrouwelijke Martiaanse priesterkaste, en zowel zichzelf als zijn gastvrouwen tot gedeeltelijk gewijzigde inzichten brengt, meer bepaald in verband met een vorm van fatalisme. Ongetwijfeld van het beste van Zelazny's werk, met een bijzonder gelukkige dosering van introspectie, lyriek, en superbe verhaalkunst. Typerend is wel dat de hoofdfiguur van dit verhaal juist een ouder wordende dichter is.
Een kleine bemerking nog bij deze (en andere) Prisma-uitgaven : waarom geen vermelding van oorspronkelijke titel, jaar van publikatie, enz. ? Een enigszins storend schoonheidsfoutje, waaraan gemakkelijk kan worden verholpen, niet ? E.C. BERTIN KOUDE OORLOG IN DE ACHTERTUIN Elsevier, 1972, pb, 159 blz. door Jan Smit.
Lindsay Gutteridge "Cold War in a Country Garden" vertaald
Matthew Dilke wordt geminiaturiseerd tot 5 mm hoogte, slaat zich door de rimboe van de wrede insektenwereld en voert daarna een mislukte spionage-opdracht uit. Op de laatste bladzijde strengelen de vingers van de Held en zijn zwarte Heldin zich in elkaar ... Deze vlot leesbare, als science-fiction-thriller aangekondigde roman, is doorsnee-ontspanningsvoer. Het gegeven is interessant maar er werd onhandig gebruik van gemaakt : de verschrikkingen waarmee onze Held te kampen heeft zijn vrij tam en de auteur gaat niet op in wat werkelijk boeiend zou zijn geweest : de strijd om de heerschappij tussen Mieren en Mensen. En waarom moet de spionage-opdracht weer eens worden uitgevoerd bij bloeddorstige en wrede Oosteuropeanen, in dit geval Bulgaren. Kortom, je mist niets als je het boek op zij laat liggen. SIMON JOUKES ONTSNAPPING UIT NERGENS
Robert Terny
Vlaamse Filmpjes nr. 1007, 32 blz., 6 F. Een vliegtuig stort neer en reporter Serge Beaulieu komt plots voor een reeks geheimzinnige dreigingen te staan. Spannende fantasie voor jeugdige lezers van 8 tot 12 jaar. Ons geacht lid, de heer Robert Terny, geniet ten andere een zeer goeie reputatie als jeugdschrijver. Laat uw kinderen ook eens met hem kennismaken. J.C. RAASVELD DE PLASTIC-VRETER / MUTANT 59
Kit Pedler & Gerry Davis
Zwart Beertje nr. 1500, 318 blz., 50 F. (Mutant 59/The plastic eater) Dat het plotse uitvallen van elektriciteit nare gevolgen kan hebben voor de industrie, de communicatiemedia, de verkeersregeling, kortom voor het hele moderne wereldje, kunnen we ons best voorstellen. Wij maakten er wellicht op school zelfs een opstelletje over. Een praktisch voorbeeld vond enkele jaren geleden plaats toen in Noord Amerika ganse gebieden, ingevolge een technisch defect, het zonder elektriciteit moesten stellen. Kid Pedler & Gerry Davis schetsten echter in voornoemd boek met vlotte pen wat er kan gebeuren wanneer plastic-stoffen, ingevolge een noodlottig (subtiel uitgedacht) samenspel van feiten, hun gunsige eigenschappen verliezen. De titel van het boek verklapt ons het thema. Maar om over de weergave ervan te kunnen oordelen dienen we 318 pagina's te lezen. Hoewel misschien wat veel om één idee uit te spinnen, leest het geheel erg vlot. Dat de idee-verwerking op een doordachte wijze gebeurde maakt sommige goedkoop geschreven passages terug goed en draagt bij tot de genietbaarheid van dit werk. En tussen haakjes, een best verfilmbare Mutant 59 ... Voor iedereen leesbaar en zal in de smaak van vele essef-lezers vallen. DANIËL DE RAEVE
JEAN RAY, OF DE POËZIE VAN DE ANGST, gevolgd door JEAN RAY TEL QUE JE L AI CONNU Roger d'Exsteyl Art Center, Gent, 1972, Papercovered edition, 79 blz., 200 F. Roger d'Exsteyl is onze lezers wel ruim voldoende bekend, zowel door zijn bundels griezel- en SF-verhalen "Steekspel met schimmen" en "Souper met vleermuizen" (terwijl een nieuwe bundel "De Keerzijde van de Spiegel" persklaar schijnt) als door zijn mysterie-romans, hoorspelen en filmscenario's, waarvan "6, Rue du Calvaire" nu wel het meest bekende zal blijken. Boezemvriend van Jean Ray sedert zijn jeugd is hij wel de geschikte man om diens werk te belichten. Dit boek beslaat twee toespraken gegeven ter gelegenheid van Jean Ray's 75e verjaardag in 1963, en op een herinneringsavond aan Jean Ray in 1967. Het eerste en langste deel is een fascinerende kijk in het universum van Jean Ray's globale werk, via zijn meest vermaarde verhalen, een blik op zijn thematiek, personages, sfeerschepping en zijn eigen opinies naarmate deze in zijn werk naar voren kwamen, aangevuld met talrijke illustrerende citaten uit zijn verhalen. Het tweede deel bevat een reeks anecdotes (in het Frans) en biografische gegevens over Jean Ray, die eens te meer de vreemdsoortige veelzijdigheid aantonen van deze omstreden figuur, de onmogelijkheid om hem tot één type mens te specifiëren. Het boek is géén groots opgevatte biografie van Jean Ray, of een diepgaande analyse van zijn verzameld oeuvre, eerder is het een fijn opgestelde inleiding tot de fascinerende verhalen van deze mysterieuze man, waarin d'Exsteyl ons op zijn typisch klare manier voortdurend een voorproefje geeft van hetgeen te vinden is in J.R.'s werk, om dan weer over te stappen op een volgende punt. Wie nog niet familiair is met het werk van J.R. kàn niet anders dan geboeid worden, en zal onvermijdelijk interesse daarin krijgen, het boek is een échte uitnodiging om J.R. ter hand te nemen, en kenners die J.R. reeds verslonden hebben, maken nu met genoegen kennis met een beknopt maar niettemin tamelijk volledig en duidelijk gesteld overzicht van de hoogtepunten daarvan. De prijs mag wat hoog lijken voor een kort boek, maar wij willen vermelden dat het hier om een bibliofiele uitgave gaat van slechts 210 exemplaren, waarvan slechts 200 genummerde en gesigneerde in de handel gekomen zijn. Het zware en duidelijke lettertype, het licht korrelige kwaliteitspapier maken dit een aantrekkelijk boek. Een brievenopener om bladzijden open te snijden krijgt men er echter niet bij. Absoluut aanbevolen ! Verkrijgbaar bij de uitgever, Art Center, P.V.B.A., Penitentenstraat 14, 9000 Gent; postchequerekening 961.208. 220 F, verzendingskosten inbegrepen. O ===oooOoOooo=== O
Ik ben geneigd het verschijnen van een vertaling van "SOLARIS" bij Prisma haast een evenement te noemen : een aanduiding temeer van de gunstige kentering welke in SF-publicaties in Nederland is ingetreden en een pluspunt voor alle lezers, die enkel de Nederlandse taal machtig zijn en nog steeds enkele van de belangrijke SF-werken dienen te ontberen. En ik aarzel evenmin te zeggen dat wie slechts één SF-boek per jaar zou lezen, voor 1973 al niet verder hoeft te kijken. Meteen hebben we, meen ik, hier te maken met de eerste vertaling van een Oost-Europees auteur in een van de pocket-reeksen. STANISLAS LEM is Pool en heeft reeds een dertigtal werken op zijn naam, waaronder ook wetenschappelijke uitgaven. Vertalingen in nagenoeg alle Oost-Europese talen, maar ook ih het Frans, Duits, Engels en het Japans, wat voor een schrijver uit een toch enigszins beperkt taalgebied bepaald een referentie is. Ik wil hier niet ingaan op het grote verschil tussen Oost-Europese SF en Westerse, wat ons immers veel te ver zou voeren. Laat het volstaan hier te releveren dat Westerse SF meer en meer mee-evolueert met diverse literaire (en ook wel modieuze) ontwikkelingen en dat het "wetenschappelijke" element hierdoor meer en meer op de achtergrond is geraakt, mede door een zeker scepticisme t.o.v. wetenschap en techniek, of beter door een zekere kritische houding t.o.v. bepaalde bindingen van wetenschap en techniek. Oost-Europese SF voelt daarentegen nog meer "klassiek" aan; een vaststelling die, mutatis mutandis, inzake alle kunst-takken kan worden gedaan. SF meer in het bijzonder is meer op de exploratie ge-axeerd gebleven en heeft ook meer in de meeste gevallen de behoefte gehouden haar extra-polaties stevig te funderen en te rechtvaardigen. SOLARIS is een klassiek opgebouwd werk, dat zelfs in vertaling de magistrale letterkundige eigenschappen van zijn auteur doet aanvoelen, en dat van een stevige wetenschappelijke basis opgaat tot een zeldzaam diepzinnige reflexie omtrent het lot van de mens, achter de exploratie, en omtrent het wezen van de mensheid zelf in het kader van al wat haar in de kosmos ongetwijfeld steeds zal blijven te boven gaan. Aanleiding is het kontakt met buiten-aardse levensvormen, gezien als het belangrijkste wat ruimte-exploratie ons in het vooruitzicht kan stellen. De planeet Solaris kent een gecompliceerde loop omheen resp; een rode en een blauwe zon en bestaat nagenoeg geheel uit een immense oceaan, die na verloop van tijd als één grote levende entiteit wordt herkend. Deze oceaan vormt (of drukt zich uit bij middel van) zg. mimoïde constructies, die de meest fantastische vormen aannemen en een vluchtig karakter hebben. En, in de loop van de zowat honderd jaar welke verliepen sinds hun ontdekking gaven deze aanleiding tot het ontstaan van uitgebreide catalogi, even zoveel hypothesen en theoriën en zelfs tot een soort erzatz-religie bij wetenschapsmensen. Kontakt kon, ondanks de meest uitgebreide technische hulpmiddelen, niet worden gelegd, of althans niet als dusdanig worden herkend.
Kelvin, de hoofdfiguur, die als psycholoog een drietal onderzoekers komt bijstaan, op een ogenblik waarop nogmaals een poging tot kommunikatie werd ondernomen, kent de hele solaristiek, als wetenschapsman, maar zal hierbij, als mens, op een hoogst direkte en dramatische manier betrokken geraken. Hij treft het station in uiterste verwarring aan ingevolge zg. "bezoek". De oceaan heeft namelijk bepaalde personen waaraan in het onderbewuste van de onderzoekers diepe herinneringen bestaan, herschapen, en nu is een diepe herinnering niet noodzakelijk een aangename, onschuldige herinnering. Een kwelling ? Een (onhandig) geschenk ? Een test ? Een vorm van kommunicatie of eenvoudig een vingeroefening ? Wat is kontakt en hoe maak je kontakt en wat verwacht je precies van kontakt. Misschien slechts een weerspiegeling van jezelf, zegt een van Lem's personnages. Voor Kelvin is het de weerspiegeling van een be-eindigde, verdrongen doch opnieuw opluikende liefde-haat verhouding, en de technische oplossing van het probleem betekent voor hem slechts de inzet van een "volhardend geloof in een nieuw onmenselijk wonder". SOLARIS is, niet enkel volgensmijn persoonlijke mening, een van de vier à vijf beste SF-romans welke tot hiertoe werden geschreven, en naar ik meen het beste werk dat aan de ruimte en haar onderzoek werd gewijd. Maar "ruimte" staat hier voor elk objekt van wetenschappelijk onderzoek, en de "liefde" van Kelvin voor haast al onze hoop en als onze verlangens. Voegen we hier nog aan toe dat de presentatie van dit werk bij Prisma een buitengewone reussite uitmaakt en dat een van de prachtigste "inhoudelijke" covers welke mij bekend is, deze uitgave siert. O ===oooOoooOooo=== O
O OO ===OoO=== OO O
In vorig nummer van Info-Sfan, besprak R. Smets het boek "Vrouwen van Iachartis" van F. Visser. Uit zijn vrij emotionele beoordeling bleek één zaak zeer duidelijk : de criticus vond het boek maar niets ! Dat is natuurlijk zijn goed recht, zelfs afgezien van de vraag of het boek in kwestie al dan niet kwaliteiten heeft. De criticus heeft hier zijn persoonlijk, subjectief (dit betekent precies wat er staat en is dus geenszins pejoratief bedoeld, want op zichzelf is "objectieve" kritiek onmogelijk) oordeel gegeven, waaruit we kunnen afleiden dat hij geen plezier heeft beleefd aan het lezen van dit boek. Tot daar kunnen we R. Smets zeker volgen : per slot van rekening heeft iedereen, in functie van culturele bagage, sociale omgeving, genoten opvoeding, persoonlijk temperament, enzovoorts, zijn eigen voorkeur. Wanneer een bepaald boek buiten de eigen normatiek van de lezer treedt, is er veel kans dat een "afstotingsverschijnsel" plaatsvindt. Ik geloof niet dat het erg is, en meen zelfs dat het tot op zekere hoogte normaal is. Het is dus ook niet verwerpelijk, dat een criticus op dezelfde manier te werk gaat (hij is ook een lezer, tenslotte !), maar ik geloof wel dat hier enkele kanttekeningen bij kunnen worden geplaatst. Aanleiding tot de volgende opmerkingen, was het herkauwen van een artikel van PAMELA BULMER in het tijdschrift VECTOR Nr. 59 ("SF Criticism in Theory and Practice", blz. 36-48), een interessante bijdrage waarin het hoe en waarom van de SF-kritiek uitstekend uit de doeken wordt gedaan, ook al hoeft men het niet noodzakelijkerwijze altijd met de schrijfster eens te zijn. R. Smets schrijft in feite : ik houd niet van "Vrouwen van Iachartis" om die en die reden. Goed. Echter, weet de lezer van zijn beoordeling, welke elementen R. Smets ertoe gebracht hebben gebracht zijn mening op die manier, en niet op een andere, weer te geven ? Weet de lezer wie R. Smets is, zijn persoonlijkheid, zijn vorming, zijn smaak, zijn wereldvisie, zijn blik op de literatuur en meer speciaal, op Essef ? Het antwoord is ontkennend : bijgevolg is de waarde van de beoordeling zeer relatief, en uitsluitend toepasselijk op R. Smets zelf, alsmede op de enkele personen die eventueel volgens hetzelfde "netwerk" redeneren. Ook deze vaststelling houdt geen kritiek in op de wijze waarop R. Smets dit boek heeft beoordeeld, en evenmin op zijn persoon of levensfilosofie. Deze constatatie betekent echter dat talrijke kritieken (en zeker niet alleen Essefkritiek) het primaire doel van een kritiek voorbij steken.
Wat zijn nu de "doelen" of "redenen" van een boekrecensie ? Er kunnen er veel worden opgesomd maar de volgende drie zijn zeer belangrijk : 1. het totstandbrengen van een dialoog (constructief of destructief) tussen auteur of criticus, welke voor beide partijen nuttig is : bijvoorbeeld dat de auteur op bepaalde fouten wordt gewezen welke hij in zijn volgend werk zou kunnen vermijden, of bijvoorbeeld dat de criticus met zijn neus in bepaalde facetten wordt gedrukt. 2. het opstellen van een reeks criteria of normen die het de uitgever mogelijk moeten maken een betere selectie van het te publiceren werk door te voeren. 3. het verschaffen van uitleg aan de lezer, het overdragen van enthousiasme, waardoor het leesgenot van de koper van het boek wordt verhoogd. Wanneer we ons beperken tot punt 1., zien we dat F. Visser weinig van R. Smet's kritiek zal onthouden, behalve dan dat de criticus, ik herhaal het, zijn boek niet heeft geapprecieerd. Men kan zich afvragen of dit voldoende is ... Het zou interessant zijn geweest, de motivering van R. Smets te kennen ... evenals trouwens de motivering van F. Visser voor het schrijven van dit boek. Op dit laatste punt kunnen we gemakkelijk antwoorden : de reden van bestaan van elk literair werk ligt besloten in de tekst. Bij het aandachtig lezen van een goede tekst van een goed auteur, is deze motivatie steeds duidelijk. Een boekrecensie mag niet uitsluitend bestaan uit de intuïtieve, persoonlijke gevoelsuiting van de criticus : er moeten noodzakelijkerwijze bepaalde normen worden gehanteerd, ook al zijn de grenzen van die criteria uiterst moeilijk, zoniet onmogelijk te trekken, met andere woorden, kritiek moet altijd op iets fundamenteels gebaseerd zijn. Zoniet is het misschien een zeer interessante ontboezeming. maar geen kritiek. Ik noem hier enkele van de normen op, die in ogenschouw kunnen worden genomen bij het recenseren van een boek : 1. De leesbaarheid dit is het plezier, de vlotheid waarmee je een boek leest, omdat het je boeit, omdat het je aanspreekt. Dit "plezier" kan van verschillende aard zijn : filosofisch aangelegde lezers zullen plezier beleven aan de intellectuele aanpak van problemen, aan de manier waarop hun brein aan het werk wordt gezet. Er zijn lezers die een emotioneel plezier ervaren, als hun gevoelens worden gestreeld of gepijnigd; anderen nog, beleven doodeenvoudig plezier aan de ontspanning bij het lezen, aan het beleven van het avontuur, aan escapisme. Uiteraard kunnen die verschillende vormen van "plezier" gecombineerd in een boek voorkomen. 2. De taal het is een waarheid als een koe : een boek moet goed geschreven zijn (=zonder fouten !) en een "goede stijl" vertonen. Een goede stijl, populair gezegd : "hoe de waar verpakt wordt", is natuurlijk uiterst moeilijk te omschrijven, maar bestaat onder meer uit de volgende, op elkaar inwerkende begrippen : de "eerlijkheid" van de auteur, dus dat hij zichzelf is en geen andere schrijvers na-aapt, de "klaarheid"van de taal, dus dat de bedoeling van de schrijver duidelijk overkomt, dat hij niet verkeerd kan worden begrepen, de "vloeiendheid", dus door een goed gebruik van de mogelijkheden van het taaleigen, van de grammatica, de "frisheid" en de "levendigheid", dus het verantwoorde en "nieuwe" gebruik van het uitgebreide arsenaal dat de taal ons biedt : bijvoorbeeld metaforen, connotaties, enz. Hieraan kan worden toegevoegd dat "stijlbloempjes" best kunnen worden vermeden, dat obscure symboliek niet tot een werk bijdraagt en dat cliché-uitdruk-
kingen uitsluitend op hun plaats zijn in gewild pasticherende bijdragen. 3. De inhoud het mag hier herhaald worden : een boek moet iets mededelen aan de lezer, iets zeggen; wat weer niet betekent dat dit steeds een "verhaal" zou moeten zijn ... 4. De betekenis ieder boek moet iets betekenen, dit wil zeggen, dat de auteur zijn lezer iets moet voorschotelen; dit kan een "boodschap" zijn, maar dit hoeft natuurlijk niet. 5. De structuur een werk kan steeds worden vergeleken met een monument : het bestaat uit verschillende onderdelen; sommige kunnen ontbreken, sommige kunnen een speciaal accent krijgen, enz., maar meestal zal de auteur niet zonder de volgende punten kunnen : een "plot", een "twist" of een "pointe", de dosering van "spanning" en "ontspanning", d.w.z., het "tempo" van het boe, de "interne logica", namelijk dat een boek steeds geloofwaardig in se moet zijn, en last but not least, de "inventiviteit" : het nieuwe wat een boek vaak zo aantrekkelijk maakt. Wanneer bovenstaande minimumvereisten bij het recenseren van een boek in overweging worden genomen, zullen bepaalde zaken opvallen : A. de enorme hoeveelheid kaf in het koren. B. de mediocriteit van veel geroemde meesterwerken. C. de aanwezigheid van kwaliteiten in wat vaak als minder goede boeken wordt bestempeld (ik bedoel hiermee dat een mislukt boek op bepaalde punten zeer goed kan zijn). D. de mogelijkheid om de kritiek zoveel mogelijk te scheiden van uiterst persoonlijke "meningen" welke het gevolg zijn van de persoonlijkheid, het temperament en de culturele background van de criticus. E. de mogelijkheid van de auteur om vóór publicatie aan zelfkritiek te doen, enz. F. zeer belangrijk : de mogelijkheid om een werk te beoordelen volgens de zelf aangelegde normen van de schrijver. Immers, men kan nu eenmaal geen "juvenile" van Heinlein op dezelfde manier beoordelen als "1984" van Orwell. Wanneer de bedoeling van de Auteur duidelijk is (en dat moet, als het een goed boek betreft !) dan geschiedt de appreciatie gewoon volgens de interne logica van de tekst zelf. Na deze bedenkingen vraagt u zich misschien af, wat dan het oordeel is van schrijver dezes over "Vrouwen van Iachartis". Wel, ik dacht dat het een uitstekende oefening zou zijn voor de lezers van dit artikel om het boek in kwestie te lezen en te beoordelen volgens bovenstaande opmerkingen. Misschien staat u wel versteld ! Uw reacties hierop worden graag ingewacht bij de redactie .. O OO ===OOoOO=== OO O
Sedert de integratie van Terra in de Federatie der Werelden, en de daaruit voortvloeiende aanwending van de voornaamste eigenschap der Aardlingen, namelijk hun tomeloze aggressiviteit, voor het handhaven van recht en orde in het raam van de Intergalactische Vredesmacht ... De zeurderige, belerende stem op het verhoog, ebde weg. Vaag merkte aspirant Siegmar Frots nog de kleurige Tri-diagrammen op de wand, welke plots de plaats ruimden voor de technische steekkaart van de extra platte XM-12. Terwijl bewonderend gemompel bezit nam van het immense briefinglokaal, dartelde zijn geest naar de Donderheide, de warme zon op het ven, de statige wolkenkaravaan boven de paarsblauwe vlakte, met de wind door de jeneverbessen en door haar wilde lokken. Sieglinde. Bij volksdekreet van 7 januari 2143 worden voortaan op Terra slechts krijgsnamen aanvaard. Artikel 2 : voorkeur voor namen uit oud-germaanse heldensagen. Maar Alexander mocht je ook nog heten. Schrale troost. Sieglinde. De grutto riep toen haar lichaam voor het eerst onder hem hijgde. Romantiek. Je bent een stommeling. De Agas van Makhx hadden het voor eens en altijd uitgemaakt. De Aardling is een killer. En natuurlijk hadden ze gelijk. Zoals altijd. Vreemd dat de Mens het zelf niet besefte. VREDE BRENGEN IN DE MELKWEG. HOOGST VERERENDE OPDRACHT VAN DE FEDERATIE. WAAKHONDEN VAN DE GALACTISCHE BESCHAVINGEN. Hersenspoeling, anders niet. ... Voor het eerst met succes toegepast op die nijdige wezens met Dantesk DeLirium op de Urnedge-planeet. Door het ontbladeringsmiddel werden de gifgroene vuurspuwertjes duidelijk zichtbaar en konden met de eerste "vogelpikbommen" onschadelijk worden gemaakt. De zwoegende tepels van Sieglinde raakten even op de achtergrond van zijn gedachten. Een slachting was het wel geweest. Het bloed sijpelde door duizenden microwondjes uit hun pietluttige lijfjes. Net vergietjes. Toch ook komisch, enigszins. En effectvol. Maar niet zo grandioos als de elektronische netten. Op het ultieme ogenblik bleken de aanpasbare mazen een micromillimeter te nauw om er doorheen te glippen. Je vel werd er gewoon afgestript. De naakte waarheid. Of wat er van overbleef. De goede oude tijd : je ware romantiek van anderhalve eeuw geleden. Nu was het allemaal gesofistikeerder. Het zat hem allemaal vers in het geheugen : de computer had hem pas eergisteren nog getest. Eerst werd napalm, dat temperaturen teweegbrengt van om en bij de 1000° graden Celsius , vervangen door wit magnesium (2000 tot 3000° graden Celsius), daarna door zuiver magnesium (3000° graden Celsius). Dit brengt absoluut ongeneesbare wonden teweeg. En magnesium is tegenwoordig een goedkope grondstof. Interessanter waren dle paternosters van kleine bommen met holle lading. Die drongen door wanden van 1 meter dikte zodat er in de huizen een temperatuur van drieduizend graden ontstond. Nee, veel bleef er niet meer over. De experts hadden trouwens al lang de moeite opgegeven om nog iets anders dan een globale schaderaming door te seinen. Dergelijke middelen waren intiemer dan de zware "margrietenmaaiers of BLU 82/B voor de schoonmaak van objecten ter groote van een
voetbalveld of legerkampen. En zonder nucleaire vervuiling ! Vooruitgang. Waarom voel ik me zo onzeker. Sieglinde. Ze had hem wel niet vierkant uitgelachen toen hij per ongeluk het woordje "natuur" had uitgesproken. Maar stoeien was er niet meer bij geweest. Stommeling. Denk om je toekomst. Zonder officiersbrevet kom je nooit van deze pokkenplaneet af. Ook al voel je je als een aapje zonder trui in de kou. Gepatenteerde smeerlappen, dat zijn het : met hun "verbeterde persoonsmijnen", zoals die "spin" zo groot als een pingpong-balletje, waaruit tien nylondraden van zo'n acht meter lengte tevoorschijn komen zodra de bom de grond raakt. Zodra een voet op een draad trapt, vliegt hij de lucht in. Een weldaad. ... De extra platte XM-12 wordt gekamoefleerd in zakdoeken, in vergane bladeren, en zo meer. Siegmar's gedachten waren er nu weer helemaal bij. Bij de ontploffing worden de ledematen afgerukt; ook kunnen er bijtende middelen in de wonden worden geprojecteerd. Het zakwapen van deze decade. Op de projectiewand verscheen een typische demonstratie met de Vuurstorm. De bedoeling was als volgt : intensieve bombardementen op een uitgestrekt woudgebied waardoor reusachtige vuurhaarden ontstaan. De zuurstof wordt in dergelijke massale hoeveelheden verbruikt dat winden van 150 km en meer per uur onstaan om het tekort aan te vullen. Geen levend wezen kan dit doorstaan op minder dan 200 meter van dergelijke vuurorkanen. Apocalyps. Uiteraard alleen op planeten met zuurstof. Chloor- en ammoniaplaneten worden anders behandeld. Het resultaat is eender. Het organiseren van bijvoorbeeld zondvloeden op planetaire schaal zodat de rebellerende beschaving letterlijk wordt weggespoeld, is slechts een peulschilletje. Was het verbazingwekkend dat praktisch uitsluitend Duitsers sinds ongeveer een eeuw de hoogste functies uitoefenden. Er waren per slot van rekening antecedenten. Hitler, of hoe was de naam ook weer. Een genie, ongetwijfeld. Persoonlijk gingen zijn gedachten meer uit naar stafwerk. De afstandsbesturing van "Vuurbijtjes" bijvoorbeeld, voor het speurwerk via radio, radar, infrarood en dergelijke, tactische opdrachten, om de tuin leiden van de vijand, ook voor opnamen en zelfs bombardementen op afstand, op "sentimentele" doelen als ziekenhuizen, dijken, kerken, enz. Leuk dat die "Vuurbijtjes" met hun aktieradius van 1000 km niet door de radar konden worden opgemerkt. Je kom ze gemakkelijk rechtstreekse Tri-D opnamen van het front laten maken en dan van de andere kant van de planeet de nodige maatregelen treffen. Je voelde je net als in de bioscoop als je zo van op afstand bommen kon laten vallen, zonder gezien te zijn. Hoog technisch was het allemaal. Dat wel. En toch ... Al honderd jaar stond het militaire speurwerk praktisch stil. Je zou haast zeggen dat al dat spul verouderd is. Per slot van rekening werden die tuigen toch al regelmatig gebruikt door die Amerikanen of iets dergelijks, tijdens hun fameuze oorlog in Vietnam. Stommeling .... O ===oooOoOooo=== O
Op donderdag 11 januari vond de vernissage plaats van het aan Jean Ray gewijde grafisch werk van de jonge artiest A. Goezu, in Galerij "Zwarte Panter" te Antwerpen - een oord wat talrijke leden van SFAN niet onbekend is. Het is zeker niet de eerste maal dat kunstenaars in de ban zijn geraakt van het magische universum van onze grootste fantastische schrijver en het zal ook wel niet de laatste keer zijn... Derhalve trokken wij naar deze vernissage met wat gemeenlijk "gemengde gevoelens" worden genoemd : is het talent van de illustrator niet "op niveau", dan wordt onze zelf opgebouwde droomwereld ontluisterd; stijgt het kunnen van de artiest echter boven het model uit, dan wordt het een nieuwe wereld in ons geschapen, welke weliswaar uiterst waardevol is, maar de noodzakelijke binding tussen tekst en beeld verbreekt ... Op vernissages plegen inleidingen te worden gehouden over het werk van de tentoongestelde artiest. Dit was hier vreemd genoeg niet het geval. De op de uitnodiging als "auteur" vermelde heer D. DeLaet bracht ons een keurige biografische opsomming van de verschillende "carrières" van Jean Ray, van zijn bezigheden als schrijver van "Ancienne Belgique"-revues tot zijn experimenten als stripscenarist. Als zodanig wel interessant. Van Goezu wist hij te vertellen dat deze, evenals eerder Clément, Redon, Demoen en anderen, Jean Ray's oeuvre uitstekend wist te illustreren. Een opmerking van Dhr. De Laat wekt toch wel enige verwondering, hij beweerde namelijk dat het dagblad "De Dag" waarvoor Jean Ray schreef, vóór de oorlog het best gemaakte Belgische dagblad was. Aangezien hier blijkbaar niet de technische presentatie mee wordt bedoeld, moet dit slaan op de kwaliteit van de gepubliceerde artikelen. Wel, we zijn zo vrij deze bewering in twijfel te trekken : hoewel deze krant zeker niet van kwaliteiten gespeend was, bracht "La Libre Belgique" (om maar één andere Belgische krant te noemen) in die tijd zeker deugdelijker artikelen, ook al betekent dit niet dat we achter de toenmalige ideologie van dit blad kunnen staan. De tentoonstelling werd hierna officieel geopend door de heer J. Van Herpen, die eigenlijk ook geen analyse trachtte te brengen van Goezu's werk. Aangezien ik niet competent ben op het door A. Goezu bestreken gebied, beperk ik mij tot enkele algemene opmerkingen, in verband met zijn tentoonstelling. Ten eerste, de grafische vormgeving van het aangeboden boek is vorstelijk en komt volledig tot zijn recht : zowel het gekozen papier, als de opmerkelijke kartonnen huls, de door Goezu getekende "lettrines" voor de beginletters van elke alinea (het Plantijnmuseum heeft hem er een volledig alfabet van besteld), de letter (Times, corps 18), de lay-out, enz. getuigen van gedegen vakmanschap. Ongetwijfeld is dit werk een sieraad in de boekenkast van de bibliofiel ook al is de prijs vrij fors (9.500,-F) De door Goezu gekozen tekst van Jean Ray werd bij mijn weten (maar ik ben geen specialist terzake !) nooit in een bundel of anthologie opgenomen en verscheen indertijd - in 1948 voor zover ik mij herinner - in een aflevering van De Spectator. Het is een typisch Ray-Flanders-verhaal, met zeelui, haaien, en die bevreemdende, onwerkelijke atmosfeer, als van omfloerste stappen in de mist. Voor dit uitstekende verhaal
maakte Goezu een reeks etsen op vrij klein formaat, waarin hij rechtstreeks bij het verhaal aansluit en de thematiek van Jean Ray belicht. Van deze etsen kan ik herhalen wat ik eerder in verband met de vormgeving heb gezegd : ze getuigen van vakmanschap. Ongetwijfeld kan Goezu etsen, wat op zichzelf uitstekend is ! Echter, hoewel zijn werk de tekst niet "verraadt", kan ik toch niet van een meesterlijk oeuvre spreken : het is eerlijk en deugdelijk maar slaagt er niet in mij "behind the mirror" te toveren. Waarschijnlijk mist Goezu nog een tikkeltje rijpheid, hij is per slot van rekening vrij jong en zoekt nog enigszins zijn weg. In ieder geval heeft hij het aangedurfd een moeilijk thema aan te vatten en behoorlijk te behandelen. Dit is alleszins de moeite waard zodat ik u een bezoek aan deze tentoonstelling, voor zover ze bij het verschijnen van dit nummer nog niet voorbij is, beslist kan aanbevelen. Een allerlaatste bedenking : de échte illustrator van Jean Ray moet nog gevonden worden ... O ===oooOoOooo=== O
Voor de verwoede verzamelaars worden enkele opmerkelijke zaken aangeboden : 1. J.R.R. TOLKIEN maandkalender 1973, met prachtige illustraties van de auteur + kaart van Midden-Aarde; prijs 250 F, verzendingskosten inbegrepen; leveringstermijn : 1 maand. 2. REFERENCE GUlDE TO FANTASTIC FILMS door Walt Lee, 20.000 trefwoorden, 50 landen, 75 jaar SF & F-films + horrorfilms, in 3 volumes. Prijs bij inschrijving : 1050 F, verzendingskosten inbegrepen. Het eerste deel is reeds verkrijgbaar tegen de prijs van 450 F. Een uiterst volledig naslagwerk ! Leveringstermijn : ongeveer 6 weken. 3. 6 RUIMTE-POSTERS (formaat 43 x 56 Prachtig als wandversiering, maar de posters is : "ruimtevaart gaat elke poster illustreert een facet ringstermijn : ongeveer 6 weken.
cm) door Hugo-winnaar Kelly FREAS. ook als geschenk. Het thema van ons allen aan". Prachtige kleuren; van FREAS' geniale talent. LevePrijs van de set van 6 : 400 F.
4. THE ASTOUNDING FIFTIES, 84 tekeningen op het formaat 22 x 28, in een portefeuille, éénzijdig bedrukt op lichtblauw papier, spiraalbinding waardoor elke bladzijde gemakkelijk uit het geheel kan worden gehaald zonder de portefeuille te beschadigen; tekeningen uit Astounding Science Fiction van de vijftiger jaren, alle door Kelly FREAS, Hugowinnaar. Beperkte genummerde en gesigneerde uitgave. Leveringstermijn : ongeveer 6 weken. Prijs 600 F. 5. TRIBBLES, een must voor "Star Trek"-fans !!! 3 formaten (klein, medium, groot) in twee uitvoeringen : '1 set "soft russet" : 610 F, 1 set "shaggy gray" : 750 F. Volledige set van 10 kleine tribbles, 3 medium en 1 grote tribble : 1400 F ("soft russet") of 1850 F ("shaggy gray"). Verzendingskosten inbegrepen. leveringstermijn: ± 6 weken. 6. STAR TREK CONCORDANCE, nog must voor "Star Trekkers" ! 84 bladzijden met résumés van alle afleveringen, cast, scriptschrijvers, data, kruisreferenties en illustraties. Prijs, verzendingskosten inbegrepen : 250 F. Leveringstermijn: ongeveer 6 weken. Bestellingen via PCR 452947 van S. JOUKES, Haantjeslei 14, B-2000 ANTWERPEN. Over deze bestellingen wordt geen correspondentie gevoerd aangezien de prijscalculatie dit niet toestaat : uw stortingsbewijs geldt gewoon als bewijs van betaling.
WATCH IT WATCH IT WATCH IT WATCH IT WATCH IT ............. Een der eerste SFAN-initiatieven was een contactname met de BRT, waarbij een dokumentaire inleiding in de vorm van een reeks interviews en een SF-filmretrospectieve werden voorgesteld. Ongetwijfeld vernam U inmiddels dat door deze zender werd gestart met een reeks "films uit de toekomst", waarin, op 12.2, alsinzet, de winnaar te Triëst 1972 werd vertoond, nl. "Silent Running". Een initiatief, waarmede we uiteraard gelukkig zijn. Waar we evenwel minder enthousiast over waren - en dit mogen we ook zeggen, nietwaar ? - was het inleidende programma"SF in de film" van vrijdag, 9 februari. En dit ondanks de aanwezigheid op ons scherm van Simon Joukes, zodat U ziet dat wij een streng objectieve lijn willen aanhouden. Nee, wat ons in dit programma minder beviel was het tweeslachtige van het hele opzet. Nu weten we toevallig uit goede bron dat in eerste instantie werd gepland de goede gemeente een tijdlang aan het denken te brengen door het interfereren van een vreemd beeld tijdens enkele goedgevolgde programma's, daarop de spanning iets op te drijven en dat van signalen van buiten-aardse oorsprong te gewagen, met als sluitstuk en ontknoping van voornoemd inleidend programma. Wat bleef hiervan over ? Een onopgemerkt verzoek "of iemand van de kijkers de film "Singing in the Rain" (als ik me goed herinner) op video had opgenomen. Omdat nu net daarin ... etc. Dan, vrijdag, om half tien of iets later, de mededeling dat bedoeld signaal van een andere beschaving afkomstig zou zijn. Ondanks de aanwezigheid van Jan Bauwens als "Apollo-nist", denk ik niet dat één kijker één ogenblik ernstig heeft geloofd dat dergelijk sensationeel nieuws zonder meer naar de late vrijdag-avond wordt verschoven, zonder dat hiervan vooraf ook maar iets uitlekt en zo meer. Kom nou. En naar goede BRT-gewoonte getrouw diende de omroepster van dienst voor de jongsten onder ons toch achteraf nog maar eens te verklaren dat het allemaal maar een grapje was, nogmaals, enz. enz. Oogjes dicht en wat is het ook weer. Bleef een gesprek in verband met kontakten met buiten-aardse beschavingen, dat te Triëst werd opgenomen, in juli ll. - d.w.z. wat overbleef na 7 maanden en wegknippen van zowat 95 % van het gesprek - langere uittreksels van een intervieuw met John Brunner, waarin bepaald zinnige dingen werden gezegd, en fragmenten uit "The Day the World stood still" en "2001". Voorzover ik me herinner werden de deelnemers aan het gesprek, noch John Brunner, aan de kijkers voorgesteld, zodat nu waarschijnlijk tientallen mensen rondlopen met het idee dat éne Simon Joukes als medewerker fungeert bij een Zwitsers damesblad. Waarheidsgetrouw geef ik hierbij toe dat de Eurocon-deelnemers met hun goedbedoelde grapje hier gedeeltelijk mede-verantwoordelijkheid dragen. Zij hoorden toch beter te weten, vooral waar het om humor gaat, niet ? Blijft dat zelfs de vrijdagavond-kijkers steeds niet weten wat SF dan wèl is. Een ernstig documentair programma, en waarom niet in het kader van de film-reeks, zou hier heel wat kunnen rechtzetten. Aan kandidaat-medewerkers is er heus geen gebrek !
Op BRT.-Nederl. zagen we op maandag 12.02 de inzet van een SF-filmreeks en dit meteen met de winnaar van het SF-filmfestival te Triëst in 1972. Het betreft hier een film die werd verwezenlijkt door Douglas Trumbull, de man die instond voor de bijzondere effecten bij Kubrick's "2001" en deze regisseur verhaalt ons hoe, naar het einde toe van deze eeuw fauna en flora op aarde zijn verdwenen en specimen voorlopig werden ondergebracht in enorme koepels in de ruimte. Wanneer van de aarde het bevel komt ook deze koepels te vernietigen en de "commerciële vloot op te gaan zoeken", komt een van de biologen, Freeman Lowell, hiertegen in opstand. De rol van Lowell wordt briljant geïnterpreteerd door een nagenoeg onbekend acteur, nl. Bruce Dern. Een tijdlang zwerft hij met een gedeelte van zijn ruimteschip en met een drietal robotjes als enig gezelschap omheen Saturnus, verloren gewaand door de rest van de vloot. "Silent Running" is, terloops gezegd, een marineterm voor het zich stilhouden van een duikboot bij de zeebodem. Wanneer hij tenslotte terug wordt opgemerkt ("gered") door de anderen, zal hij zijn koepel, met zijn heuvels en bossen, als een fles in zee verder de ruimte inzenden, nadat een van de robotjes werd opgeleid om verder voor plant en dier zorg te dragen, en zichzelf met zijn kabine vernietigen. Ruimtelijke effecten herinneren aan Trumbull's werk voor "2001" : het immense ruimteschip tegen de achtergrond van het heelal, de zacht wegglijdende bewegingen van de beboste koepels en een sensationele doortocht door de ringen van Saturnus. Verder ook de lange gangen binnen het schip, met zijn ontelbare gadgets. Maar opmerkelijkst zijn hier de "drones", de kleine robotjes, die zo bijzonder menselijk aandoen - heel anders dan HAL bij Kubrick - en de zacht humoristische behandeling van de verhouding tot deze kereltjes. Kleinere bemerkingen bij details van het gegeven wegen absoluut niet op tegen deze meerdere prachtige passages. Ik denk bv. aan de begrafenis van Lowell's medewerker, die bij een gevecht de dood vond, een gelegenheid waarbij Lowell meent enkele woorden te moeten zeggen, met twee drones als enige toehoorders. Of aan het gesprek van Lowell met de vlootcommandant, waarbij hij weigert zelfmoord te plegen, en waarbij, in deze korte weigering heel de boodschap van de film overkomt : nl. de weigering zelfmoord te plegen door de natuur te vernietigen. Of nog, aan die onvergetelijke slotscene, waarbij het laatst overblijvende robotje ijverig zijn planten verzorgt met een gietertje in de hand. Hierop, als boodschap voor de eventuele vinder, enkele spelende kinderen tussen de bloemen. Een bijzonder geslaagde film, van de hand van een regisseur met een grote bezorgdheid en een uitzonderlijk humaan en poëtisch talent. O ===oooOoOooo=== O
SOLARIS
STANISLAW LEM P1556 49 F Science-Fiction van een OostEuropees auteur.
OPERATIE CHAOS
POUL ANDERSON P1547 57 F Magie-satanisme-occultisme.
JACK VAN DE SCHADUWEN
ROGER ZELAZNY P1565 49 F Meesterdief Jack verrijst.
OPROER DES GEESTESKINDEREN
CLIFFORD D. SIMAK P1552 49 F Een nieuwe fase in de evolutie.
HET KABOUTERRESERVAAT
CLIFFORD D. SIMAK P1552 49 F Prof. Peter Maxwell in een wereld vol vreemde gedrochten.
SCIENCE-FICTION VERHALEN Nr. 5 DE TIJDMACHINE DE OPSTAND DER EENHANDIGEN MIJN LIEF LIGT DIEP GEVROREN FAHRENHEIT 451+ WEG MET DE WERELD EEN SPELLETJE IMPERIUM DR. BLUTHGELD, HET LEVEN NA DE BOM VLUCHT NAAR VENUS VLUCHT IN VISIOENEN KIND VAN DE RUIMTE DE TECHNICOLOR TIJDMACHINE VERTREK VAN AANKOMST DE BARST IN DE HEMEL DEMOCRATEN 2100 DE SHING BEGOOCHELING DE GROENE SPINNEN KWAMEN MORGEN DOLFIJNEN ZIJN BETERE MENSEN DE LANDING VAN HET RUIMTESCHIP BRUGGEHOOFD OP AARDE KZANOL, DE RUIMTEPIRAAT IMPACHT 18 DE MENSENMAKERS DES DUIVELS HET WEERWOLF-PRINCIPE SF-VERHALEN SF-VERHALEN Nr. 6 INVASIE UIT DE RUIMTE CHOCKEY, RUIMTEVERKENNER DE TRIFFIDS KOMEN DE GETEKENDEN NOEM ME MAAR CONRAD HEER VAN HET LICHT EEN ROOS VOOR DE PREDIKER
Lloyd Biggle Jr. Lloyd Biggle Jr. Lloyd Biggle Jr. A. Bodelsen Ray Bradbury John Brunner Stuart J. Byrne Philip K. Dick Philip K. Dick Philip K. Dick G. Friedberg Harry Harrison Harry Harrison John Hartridge Robert Heinlein Ursula K. LeGuin John Lymington Robert Merle Pohl & Kornbluth Raphael Lafferty Larry Niven William F. Nolan C. Rayner James H. Schmitz Clifford D. Simak Theodore Sturgeon Theodore Sturgeon John Wyndham John Wyndham John Wyndham John Wyndham Roger Zelazny Roger Zelazny Roger Zelazny
P1208 P1298 P1394 P1531 P1509 P1512 P1468 P1382 P1472 P1517 P1436 P1381 P1498 P1519 P1524 P1529 P1408 P1455 P1397 P1490 P1461 P1374 P1464 P1477 P1441 P1432 P1482 P1221 P1391 P1430 P1484 P1412 P1537 P1544
32 F 42 F 42 F 49 F 49 F 49 F 44 F 42 F 44 F 49 F 42 F 42 F 44 F 49 F 57 F 49 F 42 F 66 F 42 F 44 F 46 F 32 F 76 F 44 F 42 F 46 F 46 F 42 F 42 F 46 F 44 F 42 F 66 F 44 F