Huiselijk geweld & kindermishandeling in West Brabant Verslag van de drie regiobijeenkomsten
Willemijn van Kalmthout MSc BMC
Oosterhout Breda Bergen op Zoom
11 juni 2012 18 juni 2012 19 juni 2012
Aanpak Huiselijk geweld & kindermishandeling in West Brabant I.
De huidige praktijk
Het algemene beeld dat naar voren komt tijdens de bijeenkomsten is dat de aanpak `huiselijk geweld en kindermishandeling’ in West-Brabant de afgelopen jaren verbeterd is, maar dat er nog een slag gemaakt kan worden en verdere ontwikkeling en borging van verbeteringen op verschillende gebieden noodzakelijk is. Voorlichting en preventie Wat gaat goed? In de bijeenkomsten wordt aangegeven dat kindermishandeling als onderwerp steeds meer op de agenda komt en uit de taboe sfeer komt. De voortvarendheid in de regio wordt hierin als belangrijke bijdrage gezien. Ook is er meer bekendheid over het effect van huiselijk geweld op kinderen. Organisaties geven aan geïnvesteerd te hebben in preventie door kindermishandeling bespreekbaar te maken. Wat kan nog beter? Voorlichting is volgens de aanwezigen echter nog altijd een punt van aandacht. Mensen moeten worden toegerust om kindermishandeling bespreekbaar te maken en zo het onderwerp uit de taboesfeer te halen. Benadrukt wordt dat uit de taboesfeer halen niet betekent dat het geaccepteerd wordt, maar dat het bespreekbaar wordt gemaakt. Vroegsignalering en de meldcode Wat gaat goed? Over de meldcode is men over het algemeen positief, maar het melden verdient nog zeker aandacht. Indruk bestaat dat professionals alerter worden op huiselijk geweld en kindermishandeling. Inzet van schoolmaatschappelijk werk in het basisonderwijs wordt als positief punt genoemd. Schoolmaatschappelijk werk kan vroeg signaleren en de vaardigheidstrainingen en weerbaarheidtrainingen die worden gegeven werpen hun vruchten af voor leerlingen. In Bergen op Zoom wordt genoemd dat het SIP (signalering-interventiepreventie) overleg in ziekenhuizen in de regio bijdraagt aan vroegsignalering. De politie is positief over hun handelen in geval van een crisis, maar geeft aan dat zij moet proberen meer naar de voorkant te komen en eerder signalen op te pikken. Wat kan nog beter? Er wordt een kanttekening geplaatst bij de meldcode. De meldcode wordt als waardevol gezien, maar men vindt het van belang dat richtlijnen en protocollen niet te strikt zijn. Voorkomen moet worden dat we doorschieten en alles onder een vergrootglas gaan leggen. De houding van de professional wordt hierin als cruciaal ervaren. Ook wordt ten aanzien van de meldcode aangegeven dat deze ook in vrijwillige hulpinstanties geïmplementeerd moet worden. Een ander verbeterpunt dat genoemd wordt is de terugkoppeling na een melding.
1
Het AMK geeft aan dat zij van bepaalde beroepsgroepen minder vaak meldingen krijgen dan van andere beroepsgroepen.1 Ook is er een verschil in alertheid op aanwezigheid van kinderen in een gezin. Vanuit de GGZ wordt aangegeven dat cliënten zich bij de GGZ vaak met andere problematiek aanmelden en dat vaak later blijkt dat er sprake is van huiselijk geweld. Het is van belang dat ook in de reguliere hulpverlening waar de hulpverleningsvraag geen betrekking heeft op geweld toch altijd wordt gevraagd naar aanwezigheid van geweld in het gezin. Het is van belang om de gevoeligheid voor signalen van huiselijk geweld te vergroten onder alle beroepsgroepen die met gezinnen en kinderen te maken hebben. Scholen kunnen alert zijn op pestgedrag, zowel de pesters als kinderen die gepest worden dienen aandacht te krijgen. Er wordt aangegeven dat er meer aandacht moet zijn voor preventie en vroegsignalering. Huiselijk geweld duurt gemiddeld 8 jaar voordat het bekend wordt bij justitie of hulpverlening instanties. Dit moet worden teruggebracht, huiselijk geweld moet door voorlichting en training eerder gesignaleerd worden. Ook door trainingen in andere sectoren, bijvoorbeeld vrijwilligers in sportclubs. Belangrijk wordt gevonden dat de trainingen ook worden herhaald en onderhouden. Analyseren, beoordelen en interveniëren Wat gaat goed? Invoering van het huisverbod wordt als positieve ontwikkeling gezien. Ook wordt positief gesproken over de veiligheidshuizen. Genoemd worden de duidelijke regie en verantwoordelijkheden, casemanagement, heldere stappencode, korte lijnen en uitwisseling van informatie tussen zorg- en strafpartners. Men is positief over de dagelijkse briefing Huiselijk geweld, de wekelijkse hulpverleningsoverleggen en de terugkoppeling en rappel afspraken. Signs of Safety aanpak is een succes in de regio. Er wordt positief gesproken over de opleidingen in Signs of Safety en de verspreiding van deze aanpak, waardoor steeds meer mensen in de regio volgens deze aanpak werken. Er onstaat hierdoor één visie voor WestBrabant wat bijdraagt aan een goede overdracht. Signs of Safety draagt ook bij aan ontwikkeling van een gezamenlijke taal waardoor een betere communicatie tussen professionals ontstaat. Tijdens de bijeenkomsten wordt veel gesproken over het belang van systeemgericht werken en aandacht voor zowel slachtoffer als pleger. Als positief punt wordt genoemd dat er door effectieve dadercursussen ook aandacht is voor hulpverlening aan daders naast de hulpverlening aan slachtoffers. Een recente ontwikkeling is het plan om interventieteams op te zetten om in gezinnen met forse problematiek de cirkel van geweld te doorbreken. Dit gebeurt door samenwerking tussen instellingen, een directe aanpak en inzet van creatieve interventiemethoden. Wat kan nog beter? Eigen kracht wordt als belangrijk uitgangspunt van handelen gezien. Het is van belang om als professional niet de verantwoordelijkheid van ouders weg te nemen. Instellingen dienen te 1
Het is zinvol dat gemeenten in West-Brabant weten vanuit welke beroepsgroepen gemeld wordt. Deze informatie is beschikbaar voor gemeenten.
2
waken voor het overnemen van de verantwoordelijkheid, het gezin en het netwerk moeten gestimuleerd worden om regie te behouden. Een dilemma waar men in de praktijk mee te maken heeft betreft de spanning tussen veiligheid en vertrouwen. Het interventieteam komt direct in actie om eerst de veiligheid te creëren en daarna wordt hulpverlening opgestart. Samenwerking en afstemming Wat gaat goed? Zoals eerder genoemd is men positief over de samenwerking binnen de veiligheidshuizen en over het brede draagvlak voor de Signs of Safety aanpak. Er is meer samenwerking tussen professionals, men weet elkaar beter te vinden en er is meer afstemming. Een positieve ontwikkeling in de regio vindt men dat in ieder ziekenhuis een aandachtsfunctionaris voor huiselijk geweld en kindermishandeling is aangewezen. Wat kan nog beter? Hoewel de samenwerking verbeterd is, wordt aangegeven dat samenwerking en afstemming tussen ketenpartners blijvend aandacht verdient. De samenwerking kan nog beter, met name wanneer het multiprobleem gezinnen betreft. Het Steunpunt Huiselijk Geweld stelt voor om in iedere organisatie een aandachtsfunctionaris aan te wijzen om de aanpak op de langere termijn te waarborgen. De verbinding tussen de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), steunpunt huiselijk geweld en veiligheidshuizen moet beter; afstemming over taken en verantwoordelijkheden en zorgvuldige terugkoppeling is van belang. Het moet duidelijk zijn wat op lokaal niveau en wat op regionaal niveau wordt geregeld. De afstemming tussen straftraject en zorgtraject wordt ook als verbeterpunt genoemd. Men ervaart dat het strafrecht vaak achterloopt op het zorgtraject, wat in de praktijk voor conflicterende doelstellingen en aanpak kan leiden. Het driehoeksoverleg zou hierin een rol moeten spelen Hoewel aangegeven wordt dat de definities over het algemeen helder zijn en er steeds meer een gemeenschappelijke taal ontstaat, lijkt er geen overeenstemming over het gebruik van de termen huiselijk geweld en kindermishandeling. Voorgesteld wordt dat huiselijk geweld als paraplubegrip op abstract niveau gebruikt wordt en dat kindermishandeling, ouderenmishandeling etc. als concrete vormen hieronder vallen. Een ander voorstel is spreken over ‘geweld in afhankelijkheidsrelaties’. Hier wordt echter als kanttekening geplaatst dat kindermishandeling expliciet benoemd moet worden, om aandacht voor kinderen en hun speciale positie te blijven genereren. Hoewel geen consensus over begripsbepaling, zijn de aanwezigen het eens over het belang om duidelijk en concreet te benoemen waar men over spreekt. Ook over de begrippen slachtoffer en dader bestaan soms nog verschillende opvattingen. In de praktijk ervaart men hierdoor soms visieverschillen ten aanzien van de aanpak tussen hulpverleningsorganisaties. Tijdens een van de bijeenkomsten wordt gesproken over de “Mythe van het samenwerken”, benadrukt wordt dat het niet zozeer gaat om het verbeteren van de samenwerking, maar om het creëren van verbinding en samenhang. Daar waar het nodig is moet men samenwerken
3
maar belangrijker is verbinding en samenhang en duidelijke regie zodat er geen rolverwarring ontstaat. Professionalisering In verschillende beroepsvelden is meer aandacht voor professionalisering onder andere door het volgen van trainingen. Professionalisering blijft volgens de aanwezigen een belangrijk thema is en verdient blijvend aandacht. Men is positief over de trainingen op het gebied van vroegsignalering, maar de trainingen hebben geen vervolg gekregen zoals door de gemeente was toegezegd. Genoemd wordt dat het binnen veel beroepsgroepen niet zozeer ontbreekt aan kennis maar aan communicatieve vaardigheden. De attitude van de professional is van groot belang en de vaardigheden om huiselijk geweld en kindermishandeling bespreekbaar te maken en in gezamenlijkheid verder te komen met een gezin. Tijdens de bijeenkomsten is stilgestaan bij de handelingsverlegenheid en terughoudendheid onder professionals en omstanders om te melden. Angst voor het verstoren van de relatie met het gezin en dilemma’s op het gebied van privacy lijken in veel gevallen ten grondslag te liggen aan de terughoudendheid bij professionals om verantwoordelijkheid op te pakken en te melden. Het idee leeft dat melden oordelend is waardoor sommige professionals door hun beroepsmatige relatie met het gezin moeite hebben met het melden van signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Aangegeven wordt dat melden geen doel op zich moet zijn. In eerste instantie moeten de zorgen besproken worden met de ouders/het gezin. Wanneer vrijwillige hulpverlening niet van de grond komt, moet tot een melding worden overgegaan. Er worden verschillende ideeën ingebracht op het gebied van professionalisering, met name over het bespreekbaar maken van kindermishandeling en nemen van verantwoordelijkheid hierin. Zo wordt genoemd dat verloskundigen trainingen moeten krijgen hoe zij kindermishandeling bespreekbaar kunnen maken in gezinnen. Zij vormen een belangrijke groep omdat zij aanstaande moeders in een zeer vroeg stadium zien en achter de voordeur van gezinnen komen. Voorgesteld wordt om in iedere regio een expertisecentrum te openen om bij te dragen aan professionalisering op gebied van preventie, uitwisseling van expertise en samenwerking. Een recente ontwikkeling die nog meer aandacht verdient is de inzet van sociale media bij huiselijk geweld. Er zijn tal van mogelijkheden op dit gebied en tijdens de bijeenkomsten wordt aangegeven dat de eerste ontwikkelingen in gang zijn gezet, zoals een APP Domestic violence. Informatieuitwisseling en privacy Op het gebied van informatieuitwisseling worden knelpunten ervaren met het meldingssysteem “zorg voor jeugd”. Het is vaak niet duidelijk welke professionals en instanties betrokken zijn bij een gezin en wie de regie heeft waardoor soms teveel mensen tegelijkertijd betrokken zijn in een gezin. Een onderwerp dat tijdens de bijeenkomsten ter sprake komt is de wetgeving en afspraken rondom privacy. Er zijn positieve geluiden dat de doelstellingen over het algemeen duidelijk zijn bij het verkrijgen van informatie en dat de kaders van privacy duidelijk zijn. Er zijn
4
echter ook andere geluiden dat informatieuitwisseling tussen ketenpartners regelmatig moeizaam verloopt. Er is geen integrale wetgeving, waardoor vaak sprake is van conflicterende wetgeving op het gebied van informatieuitwisseling. Opgemerkt wordt dat moet worden gewaakt dat professionals niet doorslaan door te strenge regelgeving waardoor informatieuitwisseling wordt tegengehouden. Er wordt gesproken over de dilemma’s die professionals hebben vanuit hun beroepsgeheim. Een aantal beroepsgroepen heeft te maken met beroepsgeheim en de professionals geven aan te worden afgerekend wanneer zij dit doorbreken. Er wordt aangegeven dat er op dit gebied al een versoepeling en verschuiving gaande is waar het gaat om kwetsbare cliënten. Gedacht wordt dat deze verschuiving ook zal plaatsvinden op het terrein van huiselijk geweld en kindermishandeling. Voor kinderen komt wellicht meldplicht in plaats van meldrecht. Er wordt besproken dat je je als organisatie of professional niet meer kan verschuilen achter privacy, omdat zorg boven privacy moet gaan. Om dit te waarborgen is goede registratie van belang. Gemeenten Diverse aanwezigen vanuit de gemeenten geven aan dat Huiselijk geweld en kindermishandeling vaker op de agenda zouden moeten komen. Het beeld is nu dat er sprake moet zijn van een incident wil het op de agenda komen. Hoewel het thema leeft zou het politiek bestuurlijk volgens de gemeente nog meer aandacht mogen krijgen. Er zijn al stappen gezet, maar het mag binnen alle afdelingen binnen de gemeenten meer op de voorgrond komen. Ouderenmishandeling wordt apart genoemd als thema dat nog meer aandacht verdient in het beleid van gemeenten en betrokken instellingen. De communicatie vanuit de Centrumgemeente Breda over deskundigheidsbevordering en verantwoordelijkheden wordt als verbeterpunt genoemd. Verwacht wordt dat de centrumgemeente duidelijkheid geeft over verantwoordelijkheden en regie (bij instelling of bij gemeenten). Daarnaast vindt men dat de centrumgemeente een rol moet hebben in deskundigheidsbevordering. De Centrumgemeente geeft aan trainingen te willen aanbieden, maar hiermee willen stimuleren dat instellingen vervolgens zelf doorpakken op dit gebied. Er wordt genoemd dat het veld van deskundigheidsbevordering op dit terrein een versnipperd veld is. Er is behoefte aan duidelijkheid over de rol van de Centrumgemeente, gemeenten en instellingen ten aanzien van deskundigheidsbevordering. De rol die gemeenten moeten vervullen op gebied van kwaliteitsborging is volgens aanwezigen dat een gemeente kan ingrijpen door met een organisaties in gesprek te gaan, niet zozeer door kwaliteitseisen te stellen. Overige verbeterpunten De capaciteit van crisisopvangplaatsen voor slachtoffers en plegers wordt als een knelpunt ervaren. Er is veel hulp voor slachtoffers, maar er is een tekort aan opvang, terwijl opvang nodig is om veiligheid te waarborgen.
5
II. Thema’s voor het beleidskader Naast succes en verbeterpunten is tijdens de bijeenkomsten gevraagd naar thema’s die aandacht dienen te krijgen in het nieuwe beleidskader. Een groot deel van de genoemde thema’s heeft betrekking op professionalisering, samenwerking en methodiek/benadering. Andere onderwerpen die zijn genoemd hebben betrekking op voorlichting en preventie, vroegsignalering, consultatie, nazorg en de rol van de (centrum)gemeenten. Zie voor alle genoemde thema’s het overzicht in de bijlage. Voorlichting, preventie en vroegsignalering Er moet binnen het beleidskader aandacht zijn voor voorlichting en preventie om taboes rondom kindermishandeling te doorbreken en vroegsignalering te bevorderen. Voorlichting over huiselijk geweld en kindermishandeling dient breed in de samenleving plaats te vinden, bijvoorbeeld door landelijke campagnes. Er moet meer bekendheid zijn over signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling en het moet duidelijk zijn waar men terecht kan wanneer er signalen worden gezien. Voorlichting dient ook duidelijk te maken waar we het bij huiselijk geweld en kindermishandeling over hebben en wie de daders en slachtoffers zijn. Training en scholing in het signaleren en bespreekbaar maken van huiselijk geweld wordt genoemd als middel om bewustwording en vroegsignalering te bereiken. Consultatie verdient aandacht zodat professionals en burgers weten waar zij voor informatie en expertise terecht kunnen. Genoemd worden één loket voor meldingen van huiselijk geweld en kindermishandeling, een regionaal preventie en behandelcentrum en de consultatiefunctie van het Steunpunt Huiselijk Geweld en het Advies- en meldpunt Kindermishandeling. Methodiek/Benadering Signs of Safety en systeemgericht werken zijn veel genoemde thema’s voor het beleidskader. Signs of Safety wordt binnen de regio breed gedragen als aanpak voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook is er veel aandacht voor een systemische manier van werken. Het uitgangspunt voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling dient “één gezin, één aanpak” te zijn. Hulpverlening moet plaatsvinden in het gezin en vanuit het perspectief van ouders en kinderen. Een groep die apart vermeld wordt en waar hulverlening nog voor moet worden afgestemd is de LVG doelgroep. Samenwerking Aandacht is er voor het bevorderen en versterken van samenwerking in regie, melden, aanpak, preventie en wetgeving rondom huiselijk geweld en kindermishandeling. Samenwerking tussen gemeenten, tussen instellingen onderling en tussen gemeenten en instellingen. Samenwerking tussen instellingen moet verder geïntensiveerd worden. Belangrijk hierbij is het doorbreken van het organisatie-denken. Belangrijk thema rondom samenwerking is privacy en uitwisseling van informatie. Het moet duidelijk zijn voor iedereen waar welke informatie en diensten worden geleverd en waar de verantwoordelijkheden liggen. Belangrijke ontwikkeling is het veiligheidshuis, de samenhang tussen Steunpunt huiselijk geweld, veiligheidshuizen en Centra voor Jeugd en Gezin (CJG)
6
kan nog wel verbeterd worden. Het is van belang dat er een goede afstemming is tussen het CJG en het veiligheidshuis. Onderscheid wordt gemaakt tussen samenwerking op regionaal en op lokaal niveau. Regionaal kan samenwerking vorm krijgen door expertise en kennis te delen, bijvoorbeeld door middel van een regionaal preventie en behandelcentrum. Lokaal moet er kleur worden gegeven aan de inhoud, de hulpverlening moet lokaal en dicht bij de gezinnen georganiseerd worden. Het aanwijzen van een aandachtsfunctionaris binnen iedere organisatie kan bijdragen aan betere samenwerking, Overlegmomenten zijn van belang, wel wordt voorgesteld diverse overlegvormen en structuren te bundelen. Er moet duidelijk zijn wie de regie heeft in individuele casuïstiek en er moet een goede koppeling zijn van informatiestromen zodat risicofactoren eerder aangepakt kunnen worden. Tot slot wordt over samenwerking gezegd dat de mythe van het samenwerken getransformeerd moet worden naar de effectiviteit van samenhang tussen organisaties. Professionalisering Er is al veel bereikt op het gebied van professionalisering, maar volgens de aanwezigen verdient dit thema ook in het nieuwe beleidskader een plaats omdat het continu onderhoud vraagt. Professionalisering gaat dan om verder ontwikkelen van specifieke communicatieve vaardigheden, trainingen gericht op de attitude van de professional en het verminderen van de handelingsverlegenheid wanneer signalen van kindermishandeling worden gezien. Ook wordt hier genoemd dat professionals de grenzen moeten opzoeken binnen de kaders die privacy wetgeving schept. Hierover wordt gezegd tijdens de bijeenkomsten: “Beter dat een professional risico neemt dan dat een kind iedere dag risico loopt.” Welk protocol ook van kracht is, als je als professional in het belang van het kind handelt en dit goed registreert, kun je het bijna niet fout doen. Visie Veel genoemde thema’s voor het beleidskader hebben te maken met visie op huiselijk geweld en kindermishandeling. Onderscheid dient gemaakt te worden tussen verschillende vormen van huiselijk geweld zoals kindermishandeling en ouderenmishandeling. Kindermishandeling en huiselijk geweld zijn thema’s die volgens de aanwezigen in Oosterhout geen onderwerp moeten zijn voor partijpolitiek. Gepleit wordt om deze onderwerpen te ontdoen van politiek en aan deskundigen terug te geven. Belangrijk is dat er duidelijkheid is voor iedereen welke instanties er bestaan die een taak hebben in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling en wat iedere instantie precies doet. Er moet een duidelijke visie op preventie van huiselijk geweld ontwikkeld worden en er wordt gevraagd om duidelijke doelstellingen op te stellen waar we over 5 jaar moeten en willen staan. Tot slot wordt benadrukt dat prioriteiten zichtbaar moeten worden gemaakt op ieder niveau en dat prioriteiten stellen ook betekent dat er keuzes moeten worden gemaakt en andere zaken dan dus ook een lagere prioriteit moeten krijgen.
7
Nazorg Nazorg moet minder vrijblijvend zijn. Van belang om langdurig te monitoren en nazorg te bieden in gezinnen waar sprake is (geweest) van huiselijk geweld en kindermishandeling. Het waarborgen van nazorg is van belang voor het beleidskader, omdat het effect en de noodzaak van nazorg niet altijd op korte termijn zichtbaar zijn, maar op de lange termijn wel noodzakelijk omdat de effecten van huiselijk geweld en kindermishandeling nog jaren kunnen voortduren. Gemeenten Aangegeven wordt dat de rol van de gemeenten door het beleidskader helder moet zijn. Gemeente dient duidelijk de regierol te nemen en partners bij elkaar te brengen. Het wordt van belang geacht dat er snel geschakeld kan worden tussen centrumgemeente en gemeenten. De Centrumgemeente is verantwoordelijk voor de instandhouding van het Steunpunt Huiselijk Geweld. Niet iedere kleinere gemeente kan en moet expertise hebben op dit terrein. Aangegeven wordt dat decentralisatie zich moet beperken, het is beter om de expertise centraal te houden om uitwisseling plaats te laten vinden. De structuur van een expertise centrum moet volgen op inhoudelijke doelstellingen. Het is van belang binnen iedere gemeente het thema op de agenda te blijven zetten (ook wanneer huiselijk geweld binnen een gemeente relatief minder vaak voorkomt dient het toch continu aandacht te krijgen).
8
III. Input van de deskundigen Alle professionals die met kinderen en gezinnen te maken hebben moeten worden betrokken bij de aanpak van kindermishandeling, maar de betrokkenheid is afhankelijk van hun rol. Een leerkracht moet bijvoorbeeld kunnen signaleren, maar hoeft geen hulpverlening te bieden. Hierin zijn nog veel stappen te maken volgens Ton Veldkamp. Een systeemaanpak is volgens hem noodzakelijk omdat problemen opgelost moeten worden waar ze zijn ontstaan. Behandeling moet zich richten op herstel van verstoorde relaties. De systeembenadering gaat uit van nemen van eigen verantwoordelijkheid, het is essentieel voor het kind om te zien dat de pleger verantwoordelijkheid neemt voor het gedrag. De cirkel van geweld, overdracht van generatie op generatie kan alleen worden doorbroken door middel van een systemische aanpak. Ton Veldkamp benadrukt dat zorgen om een kind/gezin kenbaar gemaakt moeten worden. “Er wordt veel over mensen gesproken in plaats van met mensen. Zorgen worden te vaak opgestapeld voordat er actie wordt ondernomen. Door te wachten en op te stapelen wordt actie ondernemen moeilijker. Dit moet je juist voorkomen door bij minimale zorgen al het gesprek met het gezin aan te gaan. Benut hiervoor het gouden moment in een gesprek met ouders, stel vragen over de aanwezigheid van kinderen. Mensen zijn vaak opgelucht als de zorgen bespreekbaar worden gemaakt.” Ton Veldkamp noemt twee ervaringen uit het buitenland. Children act in Engeland, in 1990 wet ingevoerd in Engeland om risicofactoren terug te dringen, gaat uit van een brede aanpak. Verband tussen slechte economische omstandigheden en kindermishandeling. In Zweden is gebruik van geweld in de opvoeding verboden. Om dit doel te bereiken wordt iedereen geleerd hoe op te voeden zonder geweld. Hierdoor is kindermishandeling gedaald met 80 %. Ook Sietske Dijkstra geeft aan dat we van het buitenland kunnen leren, met name op het gebied van preventie kan Nederland leren van de programma’s die zijn ontwikkeld in Australië, de VS en Canada. Sietske Dijkstra is ook van mening dat systeemgericht werken noodzakelijk is. Er is nu nog teveel fragmentatie, er moet meer gezocht worden naar verbinding. De bewustwording van de aard en ernst van huiselijk geweld is gegroeid in de samenleving, bij professionals en in de politiek. Er hoeft niet meer bewezen te worden dat geweld ernstig is. Deze bewustwording schept ook een kader voor grotere vragen. In het beleidskader ging het met name om infrastructuur en het melden zelf en minder op de inhoud van de aanpak (hoe werken professionals). Naast het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal moet er ook aandacht zijn voor het ontwikkelen van een gemeenschappelijk handelingsrepertoire. Zij ziet transorganisatorische samenwerking als vorm van samenwerking in de toekomst, niet binnen de huidige kaders blijven maar het organisatiedenken doorbreken. Justitie en zorg is nog te vaak afgescheiden van elkaar, op dit terrein valt nog veel te winnen. Burgerkracht is van belang, maar vervangt geen professionele hulpverlening. De hulpverleners zelf zijn het belangrijkste instrument. Contact en relatie met de cliënt blijkt het meeste verschil te maken. Sietske Dijkstra benoemt de waarde van Taciete kennis, verborgen kennis (schatten) die iedere professional in zijn handelen laat zien.
9
Paut Kromkamp geeft aan positief te zijn over overlegmomenten en informatieuitwisseling, maar zij plaatst als kanttekening dat er in de tijd van overleg geen hulpverlening wordt geboden. “Het is belangrijk om alert te blijven of overleg zonder het gezin helpend is voor het gezin waar het om gaat. Belangrijk dat er niet alleen over het gezin wordt gesproken, maar dat er ook voldoende met het gezin wordt gepraat. Wanneer de ouders betrokken worden in het overleg, is ook dilemma van privacy niet meer aan de orde.” Verder stelt zij de misvatting aan de orde dat met behandeling veiligheid wordt gecreëerd. Zij benadrukt dat voor behandeling tijd nodig is en dat veiligheid direct moet worden gewaarborgd. Systeemaanpak is noodzakelijk omdat er nooit één slachtoffer in het gezin is, het hele gezin (soms ook inclusief dader) is slachtoffer. Systeemaanpak is niet alleen het hele gezin betrekken, maar betekent ook de problematiek breder bekijken. Er is altijd meer aan de hand in een gezin waar geweld plaatsvindt. Het is belangrijk om dit goed in kaart te brengen voordat specifieke programma’s worden ingezet. Paut Kromkamp benoemt de waarde van eigen kracht. Doordat de aandacht voor eigen kracht en de bezuinigingen samenvallen lijkt sturen op eigen kracht een bezuinigingsmaatregel terwijl het zo zeker niet bedoeld is. Eigen kracht vraagt aan de voorkant misschien wel meer investering en pas in een later stadium betaalt het zich terug. Door de decentralisaties krijgen gemeenten kansen om verbanden tussen verschillende domeinen te leggen en bijvoorbeeld aanpak huiselijk geweld te koppelen aan de wet werken naar vermogen. Hierdoor kan een integrale aanpak ontstaan. Signs of Safety is sterk uitgebreid. Paut Kromkamp spreekt over een SOS project voor zwangere vrouwen waar sprake was van multiproblematiek. Tijdens de zwangerschap werd het netwerk betrokken en werd een veiligheidsplan ontwikkeld, waardoor opname op sociale indicatie van deze vrouwen na de bevalling tot nul was gereduceerd. Zij brengt de aanpak Signalen van welzijn onder de aandacht. Dit is afgeleid van Signs of Safety en richt zich op situaties waarin wel grote zorgen zijn, maar waar niet direct de veiligheid in het geding is. De aanpak biedt een gespreksmodel voor CJG en WMO om in gesprek te gaan met gezinnen en aan te spreken op eigen kracht. Deze aanpak past binnen welzijn nieuwe stijl. Voor gemeenten kan deze aanpak interessant zijn, kan een kanteling in gang zetten waardoor de aandacht meer naar voren wordt gehaald en aanpak zich meer richt op preventie.
10
Bijlagen Thema’s voor het beleidskader Voorlichting en preventie
Meer aandacht voor preventie: waar hebben we het over, wie zijn de daders/slachtoffers Voorlichting en preventie Voorlichting, thema KM en HG breder binnen de samenleving onder de aandacht brengen, ook dmv landelijke campagne Taboe doorbreken zodat vrijwilligers en omgeving sneller handelen bij signalen Bekendheid waar men terecht kan wanneer signalen van HGW gezien worden Aandacht voor voorlichting Voorlichting doelgroep, professionals en vrijwilligers Promoten burgerplicht, burgerbelang om te melden, geweld bespreekbaar te maken Maatschappelijke (on)bekendheid: Burgers, vrijwilligers erkennen het bestaan onvoldoende Consultatie functie SHG en AMK Waar kunnen individuen terecht voor overleg, AMK is ook overleg en niet direct melding I loket voor meldingen zodat voor iedereen duidelijk is waar zij terecht kan
Vroegsignalering
Vroegsignalering Vroegsignalering, trainingen en voorlichting Kennisdeling en vroegsignalering Scholing in het signaleren van HG en KM Bewustwording, vroegsignalering, bespreekbaar maken
Methodiek/Benadering
Ook aandacht voor geestelijke mishandeling, kindermishandeling dringt heel diep door Behandeling volgens signs of safety Positie van het kind vraagt extra aandacht Een gezin, een aanpak Organiseren zorg/ondersteuning vanuit perspectief ouders en kinderen Verbinding beleidskader met jeugdzorg Aanpak HG bestendigen, hulp bij complexe problemen beleggen bij select gezelschap hulpverleners Verdieping en vervolmaking van de aanpak tot nu toe Aandacht voor signs of safety, risicofactoren goed wegzetten Vind elkaar middels Signs of Safety en benut mogelijkheid traumaverwerking Hulpverlening afstemmen op LVG doelgroep Een kind, een gezin, een hulpverlener, gezinscoaching Safety kids en veiligheidsplannen voor diverse situaties maken: zwanger, werkloos, financiële problemen, drugs en HG Signs of Safety Systeembenadering/ Systeemgericht werken bij huiselijk geweld/ Hulpverlenen door het systeem rond het gezin Versterking van dader/slachtoffer in gedragsverandering
Samenwerking
Samenwerking/ Ketenzorg / Ketensamenwerking Samenwerking instellingen intensiveren Analyseren, beoordelen en opvolgen: richten op kleinschaligheid en bundeling van diverse overlegvormen en structuren Meldcode als startpunt om onderwerp overal op de agenda te krijgen Aandachtsfunctionarissen binnen organisaties/preventie Aandachtsfunctionarissen in iedere organisatie (consultatie) Privacy/informatie delen: tussen instanties en overleggen (CJG/MASS/Veiligheidshuis etc)
11
Samenwerking (vervolg)
Werken aan gezamenlijke verantwoordelijkheid Versterking Samenwerking in de keten: continueren en uitbouwen Vanuit expertise effectieve samenwerking Samenwerking: we lopen aan tegen geheimhoudingsplicht van bijv. Politie/ggz/huisarts SMW heeft veel expertise, hoe gebruiken we dit? Casusregie en de ontwikkeling van het interventieteam en het veiligheidshuis Samenwerking kan nog beter, wordt nog vaak belemmerd door privacy Bevorder en versterk de samenwerking in regie, melden, aanpak, preventie, wetgeving Doorbreken organisatie-denken De mythe van het samenwerken transformeren naar de effectiviteit van samenhang “Wie heeft de regie” in individuele casuïstiek? Verbeteren samenhang SHG, Veiligheidshuis en CJG Op tijd vanuit CJG (e.a.) de basis opschalen naar veiligheidshuis en op tijd weer terug Koppeling informatiestromen zodat risicofactoren eerder aangepakt kunnen worden Instellen aandachtsfunctionaris Kleinschalige aanpak, expertise regionaal, niet per gemeente Regionaal preventie en behandelcentrum
Professionalisering
Scholing medewerkers instelling Verdieping en uitbreiding van trainingen Signaleren en professionaliseren Communicatieve vaardigheden professionals en burgers Professionalisering, training Scholing: ouders, professionals en sociale omgeving Attitude professionals: confronteren en taalgebruik Trainen communicatievaardigheden om handelingsverlegenheid te laten verdwijnen Scholing/training professionals op vaardigheden Verbinding via training en coaching, eenheid van taal en jezelf als professional en instelling de vraag blijven stellen hoe we in gesprek kunnen zijn met het gezin in plaats van spreken over hen. Inzetten trainers op werkvloer, in gang zetten van kennisoverdracht
Visie
Duidelijkheid voor cliënten/patiënten, geen wirwar instanties Ontschotten. SHG/AMK/Ouderenmishandeling Maak onderscheid in soorten HG, speciale aandacht kindermishandeling Het werk teruggeven aan deskundigen en ontdoen van politiek Doel nastreven, waar moeten/willen we over 5 jaar staan? Visie op preventie van huiselijk geweld ontwikkelen Prioriteiten zichtbaar maken op elk niveau, prioriteiten stellen betekent keuzes maken en sturen. Dit betekent dat andere zaken een lagere prioriteit moeten krijgen.
Nazorg
Nazorg minder vrijblijvend Langdurig monitoren/nazorg Nazorg in het gezin
12
Gemeenten
Van regionale verbanden/samenwerking naar lokale uitvering/aandacht voor gezinnen Regievoering gemeente, bestuurlijke betrokkenheid Wat hebben de gemeenten nodig om de thema’s KM en HG goed weg te zetten? Rol/bevoegdheden van gemeenten, aandacht voor meldcode Als gemeente duidelijk de regierol nemen en partners bij elkaar brengen (vanuit een gemeente aangegeven)
Bijdrage
Organisatie
Snel aanbieden van een intake mbt behandeling van bijvoorbeeld verslaving.
Novadic-Kentron
De generalistische benadering van het AMW inzetten in de keten en borgen en uitdragen.
Surplus Welzijn
Het thema en cursussen aankaarten in onze contacten met eerstelijns zorgverleners en mensen met elkaar in verbinding brengen.
Robuust
- Meedenken over hulpverlening aan LVGdoelgroep en medewerkers daarin scholen. - Beschikbaar stellen specifieke expertise en participeren in netwerk.
MEE
- Samenwerking zoeken en afstemmen met ketenpartners om de cliënt betere zorg te bieden. - Therapie daders
DOK
Kennisoverdracht en trainingen op de werkvloer intern voorleggen.
SMO
Toetsingskader (M&S) toepassen
IMW
Vrijwilligers Sensoor trainen om geweld bespreekbaar te maken.
Sensoor
Als gemeente duidelijk de regierol innemen, partners bij elkaar brengen.
Gemeente Moerdijk
Uitbreiden verbindingen jeugdgezondheidszorg met vindplaatsen ter preventie van schade bij kind.
Thuiszorg West-Brabant
13
Faciliterende rol
Gemeente
Voorlichting en opleiding organiseren voor vrijwilligers.
BWI
- Kritisch blijven kijken naar werkwijzen en effect en durven aanpassen indien nodig. - Samenwerking opzoeken en afstemmen. - Actueel houden van het thema.
Inzetten op voorlichting vrijwilligersorganisaties
Gemeente Steenbergen
- Kritisch blijven kijken naar werkwijzen en effect en durven aanpassen indien nodig. - Samenwerking opzoeken en afstemmen. - Actueel houden van het thema.
Signs of Safety, het spreken van dezelfde taal.
Aanspreken van hulpverleners mbt melden.
LPA
Adviseren hoe met ouders (met psychiatrische problematiek) in gesprek te gaan.
GGZ
Willen graag convenant partner worden
Amphia Ziekenhuis, MEE, Thuiszorg
14
Deelnemers 11 juni Oosterhout Voornaam Anne-Marie Hans Matthijs Yvon Constance Ad Rian Marieke
Achternaam Blaakman Ekstein Gardeniers van Gastel Hanselaar Hessels van Houwelingen IJkema
Debbie Rob Maaike Ria Piet Hans Jantine Th. Jaap
Maas Ouborg Overdam Pluk Slaats Schoenmakers Spithoven van der Zanden Zonneveld
Organisatie GGZ Westelijk Noord-Brabant Politie MW-Brabant Gemeente Werkendam Amphia Ziekenhuis Gemeente Oosterhout Gemeente Oosterhout Amphia Ziekenhuis Gemeente Oosterhout Steunpunt Huiselijk Geweld West-Brabant Politie MW-Brabant MEE Brabant Noord Gemeente Etten-Leur Trema Bureau jeugdzorg NB Stichting Robuust (Zee-bra) Groen Links Gemeente Drimmelen
Deelnemers 18 juni Breda Voornaam Thierry
Achternaam Aartsen
Jeroen Michael
Berkhout Bijl
Millie Doke Myriam Emile Jacobien Gerard Bernard Gerard Marloes Maddy V.L.J. Ro Anja Ank
Broers Deiman Dekkers Dijkstra van de Garde van Etten Geerts van Gestel Geven van Hemel Huijgens Kartodirdjo de Klerk Koershuis
Winfred Gineke Liesbeth Jackie
Kuijpers Kuin van der Lee Lemstra
Debbie
Maas
Bikky Renske Peter
van Montfort Nuijten Rovers
Organisatie Gemeente Breda Instituut voor Maatschappelijk Welzijn Novadic Kentron Instituut voor Maatschappelijk Welzijn Het Driespan/Koraalgroep SBO Westerhage Gemeente Aalburg het DOK Sensoor Brabant SMO Breda gemeente Breda Safegroup Gemeente Breda Gemeente Woensdrecht Veiligheidshuis Breda MEE West-Brabant Juzt Politie regio Midden en WestBrabant Gemeente Breda Gemeente Breda Surplus Welzijn Steunpunt Huiselijk Geweld West-Brabant Raad voor de Kinderbescherming (Breda) Gemeente Moerdijk GGZ Breburg
15
Sandra Hans Aleid Jantine Ad Karin Jeanne Patricia Sjors Kees Berthy
Samson Schoenmakers Sperma Weiland Spithoven Taks Tesink Teuwsen Velkers Willemse Wit van de Wouw
SMO Breda eo Bureau jeugdzorg NB Reclassering Nederland Stichting Robuust (Zee-bra) WIJ Breda het DOK Gemeente Breda Novadic Kentron SBO de Leye Gemeente Etten-Leur MEE West-Brabant
Deelnemers 19 juni Bergen op Zoom Voornaam Nicole Suzanne Ilse Sjuul C.J.M. Anita Eeuwoud Debbie Hilde Frank Corry Rob Ellen Lian Hans Ilse Wendy Margot Jan Joost
Achternaam Bas Breedveld Dietvorst van Gastel van Geel Haarselhorst van den Heuvel Maas Martens van den Mortel van Nijnatten Paludanus Peerbolte Raams Schoenmakers Stecher Veeke Wentink de Werd van der Zande
Organisatie St. PSZ Roosendaal Gemeente Rucphen Gemeente Bergen op Zoom Traverse Gemeente Steenbergen Gemeente Woensdrecht Gemeente Roosendaal SHG West-Brabant CDA / Traverse MEE West-Brabant Gemeente Roosendaal VraagKracht Thuiszorg West-Brabant MEE West-Brabant Bureau jeugdzorg NB BWI Woensdrecht Gemeente Steenbergen SWO Bergen op Zoom Safegroup Bureau jeugdzorg NB
16
Links met informatie over Huiselijk Geweld en Kindermishandeling op aanraden van Sietske Dijkstra, lector Avans Hogeschool
Website www.avans.nl en dan doorklikken naar ExpertiseCentrum Veiligheid. (
[email protected])
Symposium over kinderen en jongeren die zijn blootgesteld aan geweld en hun mogelijkheden tot herstel (15 juni 2012 Utrecht): http://www.socialeinnovatie.onderzoek.hu.nl/Data/AgendaItems/Conferentie%20C hildren%20and%20youngsters%20exposed%20to%20violence.aspx
Verslag bijeenkomst Brussel. Preventie en beproefde programma’s http://www.avans.nl/avm/Lectoraat/Expertisecentrum_Veiligheid/120228%20Child ren%20as%20Hidden%20Victims%20of%20Domestic%20Violence%20and%20Abuse %20in%20Europe.pdf
Interview mmv Marion Henneman met Turnell in september 2011 http://www.avans.nl/avm/Lectoraat/Expertisecentrum_Veiligheid/110912%20Expa nsion%20of%20Signs%20of%20Safety%20interview%20Turnell.pdf
Boek ‘Verborgen Schatten’ http://www.swpbook.com/1473
17