Interview | door
Vera Mulder
Het planten van zaadjes
Bruggen bouwen tussen hypnotherapie en de reguliere geneeskunde Interview met Carla Frankenhuis
| door Vera Mulder
“Mijn passie is dat hypnose geïntegreerd wordt in de kindergeneeskunde”, zegt (psychosociaal) verpleegkundige en hypnotherapeut Carla Frankenhuis. Sinds 1990 heeft zij een praktijk voor coaching en hypnose, met als specialisatie medische hypnose. Ook werkt zij mee aan wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van hypnose bij kinderen met het prikkelbare darmsyndroom (PDS). Naar aanleiding van de onlangs gestarte Fantasia Studie, waarin twee behandelingen bij kinderen met chronische buikpijn met elkaar worden vergeleken, heb ik een gesprek met haar. Zij vertelt onder andere over de manier waarop zij zieke kinderen helpt om een gevoel van zelfvertrouwen en autonomie te hebben door hen zelfhypnose te leren. Verder praat zij met enthousiasme over de cursussen die zij samen met kinderarts Dr. Arine Vlieger en psychiater Kees Hoogduin geeft aan kindergeneeskundigen. Hen leert ze angst- en pijnreductietechnieken en hypnotische vaardigheden en taalgebruik onder andere ter ondersteuning voor kinderen tijdens pijnlijke medische ingrepen, in chronische ziekteprocessen en bij chronische pijn.
4
Zou jij iets over jezelf willen vertellen? Ik voel me een vitale vijftiger en ben een heel tevreden, gelukkig mens. Ik zit in een mooie fase van mijn leven: mijn kinderen zijn uit huis en zijn zelfstandige, leuke mensen geworden, ik woon sinds zeven jaar in Amsterdam en deel mijn leven met Eric. In mijn werk vervul ik mijn grote wens om een brug te slaan tussen hypnose en de reguliere geneeskunde. Wat is je achtergrond? Ik kom uit de verpleging. Lang geleden heb ik de A opleiding gedaan, in Amerika gewerkt en daar mijn B (psychiatrie) gehaald. En sinds 22 jaar ben ik bezig met hypnose.
IK WOONDE DESTIJDS MET MIJN GEZIN IN AMERIKA EN IK HAD EEN DUBBELE HERNIA MET ONGELOOFLIJK VEEL PIJN, WAARDOOR IK ’S NACHTS HEEL SLECHT SLIEP.
Hoe kwam je er toe om hypnose te gaan leren? Ik woonde destijds met mijn gezin in Amerika en ik had een dubbele hernia met ongelooflijk veel pijn, waardoor ik ’s nachts heel slecht sliep. In een winkel zag ik een cassettebandje liggen waarop stond: “Hypnosis in the Relieve of Pain”. Ik wist werkelijk niet wat het was, maar alles wat mij kon helpen, wilde ik doen. Dus ik ging vooral ’s nachts naar dat bandje luisteren en ik merkte dat ik kleine perioden sliep doordat de pijnbeleving naar de achtergrond verschoof. Later, toen die hernia’s verholpen waren, wilde ik daar meer van weten! Ik ging opleidingen in hypnose volgen, daarbij is pijn in mijn werk altijd een rode draad gebleven. Waar heb je opleidingen gevolgd? In Nederland heb ik via de Nederlandse Vereniging voor Hypnose (NvvH), bij de RINO de A-opleiding gedaan. Ik heb er binnen de NvvH voor gestreden dat ook niet-academici, zoals verpleegkundigen en maatschappelijk werkers, de opleiding mochten doen. Ook heb ik meer alternatieve hypnoseopleidingen gevolgd, onder andere van Nora Talma. Dan zaten we een week op de Veluwe. Het was apart om het verschil te zien tussen de methoden van de NvvH, waar
je uitgebreid en zorgvuldig alle technieken leerde en weinig persoonlijke dingen inbracht en de andere opleidingen waar veel ruimte was voor persoonlijke processen en waar veel werd gehuild. Ik vond dat een mooie combinatie. Daarna ben ik rustig aan een eigen praktijk gestart en daarnaast gaf ik trainingen bij de arbodienst. Als onderdeel van een burn-out cursus leerde ik mensen ontspannings- en hypnoseoefeningen. Ook heb ik lange tijd bij het Integraal Kankercentrum Amsterdam (IKA) gespreksgroepen geleid. De groepen bestonden uit volwassenen met kanker of uit hun partners en familieleden. Naast praten maakte ik altijd gebruik van een ontspanningsoefening, een visualisatie of een hypnoseoefening. Verder heb ik cursussen voor chronische pijnpatiënten gegeven bij de kruisvereniging in Heemstede. In die tijd werkte je dus vooral met volwassenen? In het begin wel, maar omdat ik in Amerika als kinderverpleegkundige had gewerkt, begon een kinderpsycholoog en tevens vriendin van mij kinderen naar mijn praktijk door te sturen, specifiek voor de hypnose. Dat vond ik ontzettend leuk. Ik kreeg contact met Professor Dr. Marc Benninga, kinder maag-darm-lever arts in het AMC. Hij had in Engeland Peter Whorwell, gastro-enteroloog in het Academisch ziekenhuis te Manchester, horen praten over hypnose bij volwassenen. Marc vroeg mij naar Manchester te gaan om een kijkje te nemen bij Whorwell. Achteraf bekende Marc mij dat hij zich niet kon voorstellen dat hypnose echt werkt. Vervolgens ben ik naar Manchester gegaan, waar ik aardig werd ontvangen en een dag mocht meelopen. Ze gebruiken daar een protocol voor volwassenen van twaalf sessies. Kreeg jij dat protocol mee? Ja, ik heb alles meegekregen. Dat was heel genereus. Op basis van dat proto5
Vervolg Interview | door
Vera Mulder
col ben ik met kinderen gaan werken. Twaalf sessies bleken echter veel te veel te zijn. Ik zag na drie sessies al een enorme vermindering van klachten, dus heb ik het protocol ingekort naar zes sessies, verspreid over een periode van ruim drie maanden. Wat vond je leuk aan het werken met kinderen? Ik merkte dat kinderen veel gemakkelijker zijn dan volwassenen. Als je aan kinderen vraagt: “Doe je ogen eens dicht. Waar zou je nu graag willen zijn?” zijn ze meteen al op een plek.
combinatie. Zij weet precies wat er is gedaan op wetenschappelijk gebied en ze weet veel van hypnose. Jij hebt ook meegewerkt aan het promotieonderzoek van Arine Vlieger niet? Ja, Marc Benninga heeft een onderzoek opgezet waarbij 25 kinderen met PDS zes keer naar de kinderarts gingen en 25 kinderen kwamen zes keer bij mij voor hypnotherapie. In 2009 is Arine aan de UVA gepromoveerd op het onderzoek. Ik was haar paranimf bij de promotie; dat vond ik ontzettend leuk en bijzonder. Nog even terug in de tijd: toen wij pas
waarop ze daar werkten. Leora Kutner, een kinderpsychologe, kwam over uit Canada. Ook vertelde gepensioneerd tandarts Ton Gudde over hypnotisch taalgebruik bij kinderen in de tandartspraktijk. Ik heb op het symposium een praatje gehouden over ons buikpijnonderzoek, dat nog maar net in gang was gezet. Ik vond het doodeng om voor zo’n grote zaal mensen te staan, maar heb het toch gedaan. Wat was het resultaat van het buikpijnonderzoek? 85% van de kinderen die hypnose hadden ondergaan, was uiteindelijk na een
“DOE JE OGEN EENS DICHT. WAAR ZOU JE NU GRAAG WILLEN ZIJN?” In Amerika heb ik vervolgens een opleiding kinderhypnose gevolgd, bestemd voor alle medische beroepsgroepen. Psychiater Eric Vermetten, met wie ik in het bestuur zat van de NvvH, was erg geïnteresseerd in hypnose voor kinderen en ook hij wilde het in Nederland ontwikkelen. In die tijd kreeg ik via Marc Benninga contact met Arine Vlieger, kinderarts in het Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Ook zij had in de Verenigde Staten cursussen (kinder)hypnose gevolgd. Zij ging steeds meer kinderen naar mij doorverwijzen en wij zijn gaan samenwerken. Wij geven nu ook gezamenlijk cursussen. We zitten op dezelfde golflengte en vullen elkaar fantastisch aan. Buiten dat zij een slimme dame is, heeft zij ook een empathische kant, IQ en EQ, een mooie 6
De gouden poort (uit: Fantasia van Geronimo Stilton)
De stem van het gras (uit: Fantasia van Geronimo Stilton)
gestart waren met dat buikpijnonderzoek, hebben we in het AMC een symposium “Hypnose in de kinderschoenen” georganiseerd. Dat was de eerste stap naar buiten. We wisten niet of er tien of honderd mensen zouden komen, maar de zaal zat vol met honderdvijftig mensen! Hugo Heymans, de inmiddels gepensioneerde hoogleraar kindergeneeskunde, was enorm enthousiast en heeft het symposium geopend. We hadden onder andere een van oorsprong Duitse kinderarts uitgenodigd, Stefan Friederichsdorf, die in Australië in een kinderhospice werkte en indrukwekkende video’s liet zien van de manier
jaar klachtenvrij. Van de kinderen die bij de kinderarts waren geweest, was dat slechts 25%. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift Gastroenterology. Is er ooit een vraag geweest van de Samenwerkende PDS-therapeuten om dat protocol voor kinderen te leren? Zij hebben immers ook het protocol voor volwassenen van Whorwell geleerd. Jawel, maar dat zijn geen therapeuten die ook met kinderen werken. Ik vind het vervelend als ik hoor dat sommigen uit deze groep ook kinderen behande-
len, want iedereen moet zich echt aan dat kinderprotocol houden, omdat het bewezen effectief is. Het is niet goed als we gaan knoeien en de één dit doet en de ander dat. Denk je niet dat PDS-therapeuten dat protocol kunnen leren? Jij hebt op een gegeven moment toch ook geleerd om met kinderen te werken? Ik ben natuurlijk kinderverpleegkundige en ik heb in Amerika die kinderopleiding gedaan.
Er zou een module over hypnotherapie voor kinderen moeten komen, die hypnotherapeuten aanvullend kunnen doen. Dat zou jij wel kunnen aanbieden. We moeten er maar eens over praten, maar ik ga het niet zelf ontwikkelen. Ik ben heel druk met cursussen en lesgeven. Mijn passie is dat hypnose geïntegreerd wordt in de kinderartsenpraktijk, in de kindergeneeskunde. Twintig jaar geleden was hypnose in Nederland overigens ook vrij hot in de ziekenhuizen, maar het is weer weggeëbd. Het werd gebruikt voor kinderen die allerlei
“BIJ KINDEREN MET ONBEGREPEN BUIKKLACHTEN, MOET JE GOED NAAR HET FAMILIESYSTEEM KIJKEN.” Wat vind jij dan een voorwaarde voor PDS-therapeuten die ook kinderen willen gaan behandelen? Dat ze in elk geval een medische achtergrond hebben. Gelukkig is medische basiskennis is nu ook verplicht gesteld door de NBVH. Verder vind ik dat je opgeleid moet zijn om met kinderen te werken. Een therapeut die met volwassenen werkt, kan niet zomaar met kinderen gaan werken. Het is echt een heel specifieke doelgroep. Je hebt ook met de ouders te maken. Bij kinderen met onbegrepen buikklachten, moet je goed naar het familiesysteem kijken. Wat zou je hypnotherapeuten die met kinderen willen werken dan specifiek aanraden om te doen? Een opleiding over het behandelen van kinderen en gezinnen, zodat ze meer achtergrond hebben.
operaties moesten ondergaan. Ik wil zoveel mogelijk mensen die met kinderen werken bereiken. Daarom geef ik ook veel cursussen voor verplegend personeel, kinderartsen, pedagogisch medewerkers, maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten en kinderpsychologen en -psychiaters in kinderziekenhuizen, bijvoorbeeld in het Sophia Kinderziekenhuis in Rotterdam, het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht en het Julianaziekenhuis in Den Haag. Wat is precies het toelatingscriterium voor deze cursussen? Het toelatingscriterium is dat je geschoold bent in het werken met kinderen. De meeste deelnemers weten nog niets van hypnose. We hebben ook weleens een hypnotherapeut als cursist, maar binnen de NvvH is de term hypnotherapeut erg omstreden, dat willen ze
niet. Ook bij de Amerikanen is hypnose iets wat je binnen je vak gebruikt. Dus je bent bijvoorbeeld kinderarts en je gebruikt hypnose als vaardigheid. Wat is er tegen zelfstandige hypnotherapeuten? Men vindt hypnose op zich geen therapie. Ik noem mezelf overigens wél hypnotherapeut. Zij zeggen: “Je bent therapeut en hypnose is één van de middelen die je gebruikt in je therapie. Je gebruikt het binnen je beroep als psycholoog, als verpleegkundige, als kinderarts.” Ze vinden dat je geen therapie kunt geven als je enkel een vierjarige opleiding tot hypnotherapeut hebt gevolgd. Ik ben het daar niet mee eens. Aan de andere kant… er wordt veel gerommeld. Er zijn zoveel opleidingen, het is echt wildgroei. Er is wel een kentering, de NBVH gaat opleidingen af om te controleren op kwaliteit. Maar jammer dat er momenteel geen cursus bestaat om hypnotherapeuten te scholen in het werken met kinderen. Ik vind het wel heel zinvol dat jullie artsen en verpleegkundigen, waar een kind al onder behandeling is, hypnotische vaardigheden leren. Ja, daar ben ik een soort ‘Jehova’s getuige’ in! Ik word zo blij van de verhalen van mijn cursisten. Ze vertellen hoe ze kinderen die erg ziek zijn en de meest ellendige dingen moeten ondergaan, met hypnose kunnen ondersteunen. Ik heb bijvoorbeeld in de VU twee dagen lesgegeven op de afdeling kinderoncologie. Behalve pedagogisch medewerkers zat daar zelfs de hoogleraar bij. Ik leerde ze bijvoorbeeld ‘de toverhandschoen’. Wanneer het kind binnenkomt in de behandelkamer en de pedagogisch medewerker zegt: “Ze heeft een roze toverhandschoen aan”, weet de behandelend arts precies wat daarmee wordt bedoeld en kan daarop doorgaan. Dat is fantastisch.
7
Vervolg Interview | door
Vera Mulder
Waar is die toverhandschoen precies voor? Dat is de ‘Magic Glove’. Je doet een denkbeeldige toverhandschoen om de hand van het kind en, waardoor het komt, weten we niet, het maakt de hand minder gevoelig. Als dan een infuus moet worden ingebracht, merkt het kind er veel minder van. Ik leer kinderen ook dat ze niet meer het woord “pijn” gebruiken. Ik zeg: “Merk maar eens wat je voelt, en je zult verbaasd zijn hoe snel dat gevoel kan veranderen”.
aan de VU heb ik een verhaal gehouden over hypnose bij kinderen met buikpijn. Ik heb de nadruk gelegd op taalgebruik, omdat juist beginnende kinderartsen moeten leren dat je met een bepaalde woordkeus al zoveel kan bereiken. Morgen ga ik weer kindertandartsen trainen. Al plant ik alleen maar een zaadje, zodat ze over hun taalgebruik gaan nadenken.
Het lijkt mij heel belangrijk dat jij kinderen leert uit hun machteloze positie te komen. Het heeft allemaal met autonomie te maken. Vooral in een ziekenhuissetting waar je overgeleverd bent aan de artsen en verpleegkundigen en het gevoel hebt dat je niets meer zelf kunt. Dan is zelfhypnose iets wat je altijd wél kunt.
Zijn alle kinderen die jij in je praktijk hebt ziek? Nee, er komen ook kinderen met bijvoorbeeld faalangst, bedplassen en angsten. Maar de meeste kinderen komen met onbegrepen klachten: buikpijn, hoofdpijn of vermoeidheid. Ze worden doorgaans verwezen door kinderartsen.
Het vergt ook van de artsen een andere houding, een bereidheid om die kinderen autonomie te geven. Maar kinderartsen zijn de leukste artsen! Ze zijn ook veel toegankelijker voor deze dingen dan andere artsen. Misschien een bepaalde persoonlijkheid? Veel artsen denken dat het extra tijd kost, als je hypnose gebruikt tijdens ingrepen, maar uiteindelijk is het tijdwinst. Als je met z’n allen een kind moet vasthouden en het raakt getraumatiseerd, heb je bij een volgende ingreep weer al die kracht en die drama’s nodig. In het Julianakinderziekenhuis zat een mannelijke anesthesie verpleegkundige in de groep. Hij had prachtige verhalen over wat hij allemaal deed om kinderen rustig onder narcose te laten gaan. Ook de samenwerking tussen verpleegkundigen en kinderartsen op de operatiekamer is sinds de cursus veel beter geworden. Ze gaan nu met elkaar in gesprek over wat de een zal doen als hij een kind naar de o.k. brengt en de ander als hij het kind weer gaat opvangen. Binnen de opleiding voor kinderartsen 8
Werk jij nu alleen nog met kinderen? Driekwart van mijn cliënten zijn kinderen. Ik behandel ze vanaf zes jaar.
Tom rijdt met een rijtuig door zijn darmen
Ik neem absoluut niemand met klachten die niet medisch onderzocht zijn. Hoe ga je om met je eigen gevoelens en je betrokkenheid bij het behandelen van zieke kinderen? Soms raken dingen mij heel erg. Ik heb gewerkt met een zestienjarige jongen met een ernstige huidaandoening. Totaal verminkt zat hij in een rolstoel, vreselijk. Ook behandelde ik een meisje van veertien met een hersentumor en een volwassen mevrouw van wie het dochtertje onder haar ogen onder een vrachtauto verongelukte. Met zulke dingen leren omgaan, is altijd een kunst in dit werk. Dan zijn die kinderen met buikpijn vrolijk, want zij komen er bijna altijd vanaf. Gelukkig heb ik een heel goede supervisor: een aardige, gepensioneerde psychiater met enorm veel ervaring. Eén keer in de vier weken ga
ik naar hem toe. Dat is voor mij geestelijke gezondheid. Ook skype ik met een Amerikaanse kinderpsycholoog en zit ik in twee internationale e-mailgroepen van therapeuten, dat is heel leerzaam en ondersteunend. Als je een vraag stelt over een cliënt, komen er van alle kanten hotshots en antwoorden. En mijn vriend is coach en een super uitlaatklep! Een soort personal coach. Dus je hebt je eigen ondersteuningsnetwerk gecreëerd. Ja. Ook ga ik af en toe naar een Amerikaans congres, van de American Association for Clinical Hypnosis en de Society for Clinical en Experimental Hypnosis. Dat is erg voedend. In oktober ben ik vijf dagen naar Engeland geweest voor een cursus van Michael Yapko. Hij is een expert op het gebied van hypnose. Heel inspirerend. We hebben een gevend vak, dus moet je soms lekker achterover zitten en gevoed worden. Hoe ga jij om met de ouders van kinderen die bij jou in de therapie zijn? Een belangrijk onderdeel van de therapie bij onbegrepen klachten is dat ouders stoppen met vragen: “Hoe gaat het, heb je pijn, kun je wel naar school?” Er mag niet meer over pijn worden gesproken. Dat geldt niet alleen voor de ouders en het kind, maar ook voor leerkrachten, opa’s en oma’s enzovoort. Hoe motiveer je dat? Dan vertel ik dat er wetenschappelijk onderzoek is gedaan, waarbij een groep kinderen in tweeën is gesplitst. Alle kinderen moesten snel veel water opdrinken. Daardoor kregen ze buikpijn. Zo’n onderzoek zou nu overigens niet meer gedaan mogen worden. De ene helft van de ouders moest vragen hoe het met hun kind was en of het nog buikpijn had. De andere helft mocht het niet over die klacht hebben, maar ging leuke dingen doen met hun kind. Het bleek dat de groep kinderen met empathische ouders veel langer last hielden van hun klach-
ten. We denken als ouders vaak dat we lief en regelmatig naar de pijn moeten vragen, maar daardoor wordt het kind steeds weer herinnerd aan de pijn. Een andere reden om niet over de klachten te praten, is dat er meer is dan ‘Jantje met de buikpijn’. Jantje kan misschien ook goed voetballen of pianospelen. Dus negeren van de pijn werkt beter. Ja, als ouder kun je je kind met onbegrepen klachten toch niet helpen. Het kind krijgt van mij een CD mee met oefeningen. Hij moet daar op vaste tijden mee oefenen en als hij buikpijn heeft, kan hij extra oefeningen doen. Dus als het kind bij mij is, hebben we het wél over zijn klachten. Hierdoor geef je het kind zijn eigen verantwoordelijkheid terug. In gezinnen waar veel ondergrondse problemen spelen, zie je soms dat iedereen zich richt op de klachten van het kind. Als die focus wegvalt, moet iedereen zijn eigen problemen gaan oplossen. Veel mensen met PDS voelen zich erg onbegrepen doordat artsen niets met hun klachten kunnen. Die vragen juist om aandacht als erkenning van hun klachten. Chronische pijnpatiënten vormen een pittig groepje. Ik zie heel extreme gevallen. Sommigen hebben zoveel angst en weerstand om weer mee te doen in de maatschappij, dat ze niet meer weten hoe een leven zonder klachten eruit zou kunnen zien. Pijn kan een enorme functie hebben. Bij kinderen zie ik vaak dat ze moeilijk kunnen praten over wat ze voelen en dat pijn dan een vorm van communicatie is geworden. Als je zegt dat ze er niet meer over mogen praten, moet er een andere communicatie komen. Haakt een deel daardoor af? Nee, ik heb nooit iemand gehad die om die reden afhaakte. Wel omdat hypnose ze niet aanspreekt of misschien omdat er geen klik is met mij. Maar het helpt wel dat ik zo langzamer-
hand als autoriteit wordt gezien. Als de arts doorverwijst en zegt dat hypnotherapie een bewezen effectieve methode is, dan is de belangrijkste suggestie al gegeven en dan hoef ik de bal alleen nog maar in te koppen. Welke klachten hebben de volwassenen die naar jouw praktijk komen? Natuurlijk veel chronische pijnklachten, maar ook begeleid ik bijvoorbeeld mensen in het oncologische traject en bij rouwverwerking. Of mensen met levensvragen bijvoorbeeld jonge vrouwen die alles moeten/willen kunnen en mensen met slaapproblemen of met stress gerelateerde klachten. Ik vind het heerlijk om naast de kinderen met volwassenen te werken. Soms zijn er teveel buikpijnklantjes. Ik denk dat (zelf)hypnose voor iedereen goed is. Op dit moment is Mindfulness heel populair. In de cursus van Michael Yapko in Engeland is dat uitgebreid aan bod gekomen. Hij heeft net het boek Mindfulness and Hypnosis geschreven, waarin hij mooi beschrijft hoe we de twee kunnen integreren. Wel irritant dat wij altijd hypnose moeten verdedigen en uitleggen dat we geen Rasta Rostelli’s zijn en dat de Mindfulness zo hartelijk ontvangen wordt. Ik gebruik 'Mindfulness based Hypnosis' steeds meer in mijn werk en ook voor mezelf. Ik heb een iPhone waar veel oefeningen op staan. Wat voor plannen heb je voor de toekomst? Heel veel lesgeven en meer 'Mindfulness based Hypnosis' integreren in de hypnose bij volwassenen en meewerken aan het nieuwe grote Fantasia onderzoek, opgezet door Mark Benninga en Arine Vlieger. Ik heb de hypnosescripts gemaakt en ingesproken. Kun je meer vertellen over dit onderzoek? Het is een door Zon-Mw1 gesubsidieerde Multi-center trial in negen Nederlandse 9
Vervolg Interview | door
Vera Mulder
CASUS (N.B. de naam van de cliënt is om reden van privacy veranderd.) Tom, 17 jaar, heeft al zes jaar last van buikpijn, obstipatie en vermoeidheid. Hij slaapt ongeveer drie uur per nacht. Hij is bij diverse (kinder)artsen geweest en is ter observatie in het ziekenhuis opgenomen. Hij krijgt de diagnose PDS (prikkelbare darm syndroom). Sinds een jaar gaat hij niet meer naar school. De laatste kinderarts in de rij is Arine Vlieger en zij verwijst hem naar mij voor hypnotherapie. Tom heeft tevens een aan autisme verwante stoornis waarvoor hij lange tijd uitgebreid begeleid is. Zijn ouders begeleiden hem met bewonderenswaardig veel geduld, aandacht en creativiteit. Tom is gek van computers en is er superhandig mee. Zoals bij iedere cliënt leer ik Tom als eerste de buikademhaling en bijbehorende gedachten om zichzelf tot rust te kunnen brengen. Vervolgens laat ik hem in trance naar zijn hersencomputer gaan en zich voorstellen dat hij de documenten en mappen doorzoekt om te kijken wat er in de prullenbak kan worden weggegooid. Ik vraag hem met een virusscanner de hersen-PC op te schonen en een speciale map voor gezondheid te maken. Hij maakt deze map groen en stopt er onder andere beweging in. Hij doet namelijk al een jaar niets meer aan sport en is acht kilo aangekomen. Ook maakt hij een speciale slaapmap en gebruikt een map om zijn gedachten te ordenen. Als huiswerk moet hij halve dagen naar school gaan en overdag - ook op school - regelmatig de ademhalingsoefening doen, een week lang geen televisie kijken na acht uur, rond tien uur in bed wat muziek luisteren en dan een oefening van de CD luisteren en zelfhypnose doen. Tijdens het tweede consult vertelt Tom dat hij het huiswerk heeft gedaan, nu vijf à zes uur ’s nachts slaapt en dat hij zich rustiger voelt. Hij heeft veel met de computermetafoor geoefend. Als ik hem vraag in trance naar een favoriete plek te gaan, vertelt hij bij de autismevereniging een koetsiersopleiding te hebben gevolgd en in gedachten rijdt hij nu met een koets met twee bruine paarden. Ik maak dankbaar gebruik van deze prachtige metafoor en zeg dat hij de teugels stevig in handen heeft, hij bepaalt waar hij naartoe rijdt, het tempo. Hij zit stevig op de bok en hoort het geluid van de paardenhoeven. Op mijn vraag of hij zich kan voorstellen dat hij met dit rijtuig door zijn darmen rijdt, maakt hij onmiddellijk enthousiast een beeld. Door met het rijtuig door de darmen te gaan, kan hij zelf zorgen dat het er weer goed gaat voelen. Tom is in totaal vijf keer geweest en slaapt nu goed, heeft weer energie, heeft vrijwel geen buikpijn meer en is inmiddels geslaagd voor het VMBO. Hij gebruikt zelfhypnose zodra hij merkt dat het nodig is.
ziekenhuizen, verspreid over het land. Doel van de studie is het vergelijken van de kosten en effectiviteit van individuele hypnotherapie in de behandeling van kinderen met functionele buikpijn of prikkelbaar darm syndroom met die van thuisbehandeling aan de hand van zelfhypnose oefeningen, die de kinderen kunnen doen aan de hand van een CD. Er zullen in totaal 260 kinderen meedoen. De kinderen die terecht komen in de groep die individuele hypnotherapie krijgt, zullen verwezen worden naar de hypnotherapeuten die nauw verbonden zijn aan deze negen ziekenhuizen. De kinderen die in de CD groep terecht komen, krijgen bezoek van een van onze research verpleegkundigen, die ouders en het kind de werking van de CD en het bijbehorende werkboek uitlegt. Bij beide groepen duurt de behandeling twaalf weken. De kinderen zullen tot een jaar na behandeling gevolgd worden om ook langetermijn effectiviteit van beide behandelingen met elkaar te kunnen vergelijken. 10
Wanneer is het onderzoek afgerond? Dat gaat wel een paar jaar duren. Ik heb net mijn eerste patiënten binnen. Ik moet uitkijken dat ik niet altijd aan het werk ben in mijn eenmansbedrijf, met financiën, nieuwe aanmeldingen, terugrapportage naar artsen en ook gaat er veel tijd zitten in lessen voorbereiden. Dus tussendoor wil ik genieten. Ik vind het de grootste kunst om in- en ontspanning in evenwicht te hebben.
1
Zorg Onderzoek Nederland en Medische Wetenschappen. Een organisatie ter verbetering van preventie, zorg en gezondheid door het stimuleren en financieren van onderzoek, ontwikkeling en implementatie.
Informatie over de praktijk van Carla Frankenhuis te Amsterdam en Aerdenhout: http://www.medischehypnose.nl Vera Mulder is afgestudeerd socioloog en
Informatie over het Fantasia Onderzoek: http://www.hypnosebijbuikpijn.nl/ fantasiaHypnose.html
maatschappelijk werker. Na het voltooien van de vierjarige opleiding tot hypnotherapeut bij Academie Hypnos volgde zij de opleiding tot psychosomatisch coach bij het Bijscholingsinstituut voor Therapeuten en de opleiding tot
Informatie over de Cure&Care cursussen: http://www.curecare.nl
mentaal emotieve trainer bij Stichting IMET. Zij werkt in een zelfstandige therapeutische praktijk in Amsterdam Noord.