voorkant SRA.qxp
22-05-2007
09:33
Pagina 1
Het Noord-Zuid Project Negen Startnotities voor negen milieueffectrapportages
N.V. Nederlandse Gasunie
2
In de komende jaren wil Gasunie het 'Noord-Zuid Project' gaan realiseren. Dit is een groot project: het behelst de aanleg van enkele honderden kilometers aan ondergrondse leidingen voor het transport van aardgas. Voor het Noord-Zuid Project zijn vergunningen en aanpassingen van bestemmingsplannen nodig. Aan de besluitvorming hierover gaat uitgebreid onderzoek vooraf. Er komen acht zogenoemde milieueffectrapportages voor acht 'deeltrajecten' van het Noord-Zuid Project. De aftrap voor elk van deze milieueffectrapportages is een Startnotitie, en een hierop volgende inspraakronde. In de Startnotities doet Gasunie een voorstel voor de onderwerpen die in het onderzoek aan bod zullen komen. De Startnotities voor de acht milieueffectrapportages zijn stuk voor stuk toegesneden op de verschillende gebieden binnen Nederland, elk met hun eigen kenmerken en specifieke aandachtspunten. Maar er zijn natuurlijk ook veel overeenkomsten. Daarom hebben we deze algemene informatiekrant gemaakt. Die geeft u antwoord op vragen als: wat is het Noord-Zuid Project? Waarom is dit project nodig? Wat gaan we bekijken in de milieueffectrapportages? En waar kunt u terecht als u meer wilt weten? In de Nederlandse bodem bevindt zich een wijd vertakt netwerk van leidingen voor aardgastransport. In totaal gaat het om 12.000 kilometer aan ondergrondse leidingen. Gasunie is eigenaar en beheerder van dit netwerk. Via dit netwerk bedient Gasunie de grootverbruikers binnen Nederland: de industrie, de elektriciteitscentrales en de energiemaatschappijen. Op hun beurt leveren de energiemaatschappijen het aardgas aan de kleinere bedrijven en de Nederlandse huishouden
Het netwerk van de Gasunie is een cruciale schakel voor alle bedrijven en huishoudens in Nederland die dagelijks aardgas gebruiken. Want al het gas dat waar dan ook in Nederland geleverd wordt, is ergens onderweg tussen de bron en de gebruiker via het leidingennetwerk van Gasunie getransporteerd. Hetzelfde netwerk is ook een cruciale schakel voor West-Europa: een gasrotonde. Gasunie importeert namelijk aardgas vanuit het buitenland en exporteert aardgas naar onze buurlanden: Engeland, Duitsland, België en Frankrijk.
Acht Startnoties voor acht milieueffectrapportages
3
Waarom is het noodzakelijk het bestaande leidingennetwerk van Gasunie uit te breiden? Daar zijn verschillende redenen voor. Maar de kern van de zaak is als volgt: " In Nederland en in onze buurlanden neemt het aardgasgebruik in de komende jaren toe: voor de periode tot 2015 kunnen we uitgaan van een toename van ongeveer 1% per jaar. " Tegelijk neemt de productie van gasvelden binnen West-Europa in de komende jaren juist af: met zo'n 3 tot 6% per jaar in de periode tot 2015. " Als de vraag groter wordt en het eigen aanbod kleiner, dan is er maar één oplossing: meer aardgas importeren vanuit verder weg gelegen gebieden. Het gaat dan vooral om import (via pijpleidingen) van aardgas uit Rusland en Noorwegen, en om de import van vloeibaar gas (LNG) dat per schip wordt aangevoerd vanuit Afrika en het Midden-Oosten. In de komende jaren - zo kunnen we samenvatten - moet er eenvoudigweg meer gas-getransporteerd kunnen worden via het netwerk van Gasunie, zowel voor de Nederlandse markt als voor de afnemers in de ons omringende landen. Voor de toekomstige behoefte aan extra transportcapaciteit is het huidige netwerk echter te krap bemeten. Uitbreiding is daarom noodzakelijk. Het NoordZuid Project voorziet hierin.
Het Noord-Zuid Project in kort bestek Waar komt het Noord-Zuid Project concreet op neer? De kaart laat het zien. Noordoost-Nederland is het voorportaal. Daar komt straks Noors en Russisch gas binnen via nieuw aan te leggen leidingen vanuit het vlak over de grens gelegen Rysum (Duitsland) en vanuit Oude Statenzijl. Deze leidingen transporteren het gas naar het knooppunt Midwolda. Vanuit Midwolda wordt het gas verder getransporteerd: naar Ommen, Angerlo en Beuningen. Vanaf Beuningen vertakt het NoordZuid Project zich: " Het westelijke deel komt uiteindelijk uit in Zelzate (Zeeuws-Vlaanderen). Dit is het 'exitpunt' voor verdere doorvoer naar België en Engeland. " Het oostelijke deel voert naar Zuid-Limburg en heeft exitpunten bij 's Gravenvoeren (voor levering richting België en Frankrijk) en Bocholtz levering aan Duitsland). Bij Midwolda komt een nieuw compressorstation. Dat is een installatie die het gas op hoge druk brengt. Die hoge druk is nodig om het gas verder te kunnen transporteren. Zulke compressorstations zijn ook elders langs de route van het Noord-Zuid Project noodzakelijk: bij Wijngaarden (ZuidHolland) en in de Emma Polder (Zeeland). Het bestaande compressorstation bij Ravenstein (Noord-Brabant) wordt bovendien uitgebreid. Dat de invoer van Noors en Russisch gas via Rysum en Oude Statenzijl naar Midwolda gaat toenemen, staat inmiddels vast. Waarschijnlijke verdere uitbreidingen in de nabije toekomst betreffen een leiding voor Noors gas die in het Noord-Hollandse Julianadorp op Nederlands grondgebied komt, alsmede extra invoer van LNG via de Eemshaven en de Maasvlakte. Het Noord-Zuid Project houdt daarmee alvast rekening, want deze waarschijnlijke ontwikkelingen kunnen goed ingepast worden in de nieuwe infrastructuur die Gasunie wil gaan realiseren.
Bundeling De nieuwe leidingen van het Noord-Zuid Project komen bijna overal vlak langs leidingen te liggen die er nu al zijn. Dat wordt het 'bundelingsprincipe' genoemd. Nieuwe leidingen bundelen met bestaande is een belangrijk uitgangspunt in het beleid van de rijksoverheid. En niet voor niets. Er zijn namelijk stringente veiligheidsvoorschriften: bovenop en vlak naast aardgastransportleidingen mag in principe niet gebouwd worden. Beperkingen voor bouwplannen van de betrokken gemeenten worden voorkomen door de nieuwe leidingen van het Noord-Zuid Project met de reeds aanwezige leidingen te bundelen. Vanwege die bundeling is het voor het gehele project waarschijnlijk niet nodig om woningen en bedrijfspanden te slopen.
N.V. Nederlandse Gasunie
4
Hoe gaat de aanleg in z'n werk? De nieuwe leidingen worden 'in den droge' aangelegd. Dit komt neer op: (1) tijdelijk een werkstrook tot 60 meter breed afrasteren, (2) een sleuf graven van 2,75 tot 4 meter diep, (3) de delen van de pijp aan elkaar lassen en de leiding in de sleuf aanbrengen, en (4) de sleuf weer afdichten. Na afloop zit de leiding dan onder de grond en is er bovengronds niets meer van te zien of te horen. In het gebied dat het Noord-Zuid Project gaat bestrijken, zijn er echter ook tal van punten die een speciale aanlegtechniek vereisen. Denk hierbij aan kruisingen met wegen en met grote wateren (de grote rivieren, de Eems, de Westerschelde, het Dronter Meer). Denk ook aan de beschermde natuurgebieden die de nieuwe leidingen van het Noord-Zuid Project onvermijdelijk moeten doorkruisen. Voor elk van deze speciale aandachtspunten gaat Gasunie op zoek naar op maat gesneden oplossingen. Mogelijk bieden de standaardtechnieken uitkomst. Maar er zijn ook varianten zoals 'horizontaal gestuurde boringen' of 'persboringen'. Voor bijvoorbeeld de passage van de Eems en de Westerschelde worden ook nog andere technieken onderzocht, zoals leidingen laten afzinken in vooraf uitgebaggerde sleuven, en de aanleg van een tunnel met een tunnelboormachine.
Wat gaan we bekijken in de milieueffectrapportages? Voor grote projecten zoals het Noord-Zuid Project is de wettelijk voorgeschreven milieueffectrapportage een uitstekende methode om systematisch alternatieven en effecten te onderzoeken, en de samenleving bij de plannen te betrekken. Om praktische redenen heeft Gasunie er in dit geval voor gekozen het project op te splitsen in acht deeltrajecten (zie de toelichting bij de kaart). Elk deeltraject krijgt zijn eigen milieueffectrapportage. De Startnotities voor deze milieueffectrapportages zetten uiteen waarom de leidingen van het Noord-Zuid Project in het oosten van Nederland moeten komen. Ook gaat elke Startnotitie in op eventuele lokale varianten voor het tracé in het betreffende deeltraject.
Acht Startnoties voor acht milieueffectrapportages
5
Elke milieueffectrapportage gaat steeds zorgvuldig in kaart brengen welke aanlegtechniek op welke plek in aanmerking komt. Bij het onderzoeken van de effecten wordt bepaald in hoeverre de aanlegwerkzaamheden aanleiding geven tot tijdelijke hinder of verstoring en welke mogelijkheden er zijn deze hinder en verstoring te beperken. Het gaat hierbij onder meer om geluid, bodem en grondwater, landschap, archeologie en de tijdelijke effecten voor het bovengrondse ruimtegebruik. En voor wat de natuur betreft wordt gekeken naar de tijdelijke verstoring van soorten en de gebieden waar deze soorten voorkomen. Daarbij gaat speciale aandacht uit naar soorten en gebieden die beschermd zijn op grond van de Natuurbeschermingswet (de zogenoemde Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten) en de Flora- en faunawet. Op voorhand is duidelijk dat permanente effecten in de gebruiksfase - dus wanneer de aanlegwerkzaamheden zijn voltooid - zeer beperkt zullen blijven. Maar ook deze permanente effecten krijgen voldoende uitwerking om daarmee bij de besluitvorming rekening te kunnen houden.
De milieueffectrapporten De resultaten van elke milieueffectrapportage worden gebundeld in een milieueffectrapport, een MER. In totaal zullen er voor het Noord-Zuid Project acht MER's verschijnen. Elk MER komt ter inzage te liggen. Dan is er opnieuw een inspraakronde. Bovendien toetst de onafhankelijke Commissie voor de milieueffectrapportage of elk MER voldoende informatie bevat om het milieubelang volwaardig te kunnen meewegen bij de besluiten over de vergunningen en de bestemmingsplannen.
N.V. Nederlandse Gasunie
6
Besluiten Bij elk van de deeltrajecten zijn er verschillende soorten vergunningen nodig. Welke vergunningen precies vereist zijn, verschilt per deeltraject. Steevast zijn in elk geval vergunningen in het kader van de Wet beheer rijkswaterstaatswerken en de Grondwaterwet noodzakelijk. Verder is van belang dat alle betrokken gemeenten het deel van het project dat zich op hun grondgebied bevindt, inpassen in hun bestemmingsplannen. Bij de besluitvorming over de vergunningen en de bestemmingsplannen zijn verschillende overheidsinstanties betrokken. Het Bureau Energie Projecten (BEP) gaat bevorderen dat de betrokken overheidsinstanties hun besluiten onderling afstemmen. BEP heeft dus een coördinerende rol. BEP is een samenwerkingsverband van de ministeries van Economische Zaken, VROM en LNV.
Planning Per deeltraject is naar verwachting één tot twee jaar nodig om de milieueffectrapportage uit te voeren en de besluitvormingsprocedures te doorlopen. Hoe lang vervolgens de aanlegwerkzaamheden duren, verschilt per deeltraject. Wel geldt in zijn algemeenheid dat individuele grondeigenaren nooit langer dan één jaar hinder van aanlegwerkzaamheden zullen ondervinden. Uiteraard neemt Gasunie vooraf contact op met de grondeigenaren om afspraken over de uitvoering te maken. Eventuele schade door de werkzaamheden wordt passend gecompenseerd. Ook daarover worden vooraf afspraken gemaakt. Volgens de huidige planning zullen de eerste werkzaamheden voor het Noord-Zuid Project in 2008 beginnen. Het streven is de laatste werkzaamheden in 2012 af te ronden.
De kaart laat zien waar de nieuwe aardgastransportleidingen en de compressorstations komen. Het totale project is gesplitst in acht deeltrajecten. Voor elk deeltraject wordt een aparte milieueffectrapportage uitgevoerd. De acht deeltrajecten zijn: 1. Rysum (Duitsland)-Midwolda-Tripscompagnie en Oude Statenzijl-Midwolda, inclusief nieuw compressorstation bij Midwolda. 2. Midwolda-Ommen. 3. Ommen-Angerlo. 4. Angerlo-Beuningen. 5. Wijngaarden-Ossendreacht, inclusief nieuw compressorstation Wijngaarden. 6. Ossendrecht-Zelzate, inclusief nieuw compressorstation Emma Polder. 7. Beuningen-Odiliapeel, inclusief uitbreiding compressorstation Ravenstein. 8. Odiliapeel-Bocholtz (Duitsland)/ 's Gravenvoeren (België).
Wilt u meer weten? In de komende periode worden de acht Startnotities ter inzage gelegd (overigens niet tegelijk). De publicatie van elke Startnotitie luidt een inspraakronde in, die zes weken duurt. U kunt dan reageren met voorstellen voor het te verrichten onderzoek. Advertenties in lokale bladen zullen tijdig praktische informatie over de inspraak verschaffen: waar u de Startnotitie kunt inzien, hoe u kunt reageren, wat er gebeurt met uw reactie, enzovoort. Alle informatie over het Noord-Zuid Project (waaronder alle Startnotities) zal ook te vinden zijn op de website van het Bureau Energie Projecten: www.bureau-energieprojecten.nl.
Acht Startnoties voor acht milieueffectrapportages
7