AFDEL I NG DER EL.EI(TRDTECHN I EJ< TE:CHNISCHE HOGESCHQOL EINDHOVEN Valkgr-Qep Meten en
R~Qelen
MEOICAL
SYSTEMS
PHILIPS OIVISION
Piagncstis~ne Systemen Best onder~fd. Science TOQlinQ
&
HET MODELLEREN VAN EEN RONTGEN-DOORLICHTREGELING. door H.C.G. Boons
Rapport van het afstudeer-wer-k uitgevoerd van 15 september- 1985 tot 1 juli 1986 in opdr-acht van pr-of F.J.Kylstr-a onder- leiding van ir- E. Sies (Philips MSD) en ir- H v/d Ven De afdeling der- elektr-otechniek van de Technische Eindhoven aanv88r-dt geen ver-antwoordelijkheid voor de stage- en afstudeerverslagen.
Hogeschool inhoud van
P~Q&
1
DOCUMENT : Samenvatting I Summary.
XDB042.05-2498
In dit rapport wordt de eerste poging beschreven om bij Philips Medical Systems te Best een rontgen-doorlichtregeling te modelleren. De rontgen-doorlichtregeling van het mobiele rontgenapparaat BV-25 is als voorbeeld genomen. Het model is beschreven met het simulatieprogramma PSI in het tijddomein. Een doorlichtregeling is een regeling die tijdens het doorlichten de rontgenbuis zo aanstuurt dat de beelden goed belicht zijn. Hiertoe wordt met een beeldversterker en vidicon-kamera een videobeeld gemaakt van het rontgenbeeld. Uit het videobeeld wordt een helderheidssignaal afgeleid. Dit signaal wordt teruggeleid naar de stuurgrootheden van de rontgenbuis, hoogspanning (kV) en buisstroom (mA). In dit rapport worden de kV-regeling, mA-regeling en videoregeling besproken van de BV-25. De voornaamste conclLlsie uit het onderzoek is dat het model met de werkel i j khei d overeen-'komt maar dat voor een Lli tgebrei dere ver'i·f i cat.i e meer ti jdre~nsies gemeten zouden moeten worden, onder andere van de losse onderdelen zoals de rontgenbuis en de vidicon. Over PSI valt op te merken dat de eerste versie voor de IBM PC gebruikt is en dat deze nog niet helemaal af is.
This report describes a first attempt to make a time-simulation model of aX-ray fluoroscopy controller. The controller of the Philips mobile X-ray generator BV-25 is used as an example. As timesimulation tool the program PSI is used. X-ray fluoroscopy control is used to automatically stabilize the image intensity on the video monitor under a wide range of fluoroscopy conditions. The X-ray image is converted into a videoimage by an Image Intensifier and vidicon-camera. A brightness-signal is derived from the video image. According to this brightness-signal the X-ray tube voltage (kV) and tube current (mA) are controlled. The main conclusion of the investigation is that the model can be verified. For a more extensive verification however more measurements should be performed on time domain behaviour, especially of seperate parts like the X-ray tube and vidicon camera. The used version of PSI was the first.version for the IBM PC and not yet fully complete.
Author
H.C.G.Boons
Date: 86-07-01
Page
2
V .
DOCUMENT :
XDB042.05-2498
Inhoudsopgave.
Samenvatting I Summary.
2
Inhoudsopgave.
3
Lijst van gebruikte symbolen.
4
Inleiding.
5
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
Rontgenstraling, -opwekking en -regeling. De eigenschappen van rontgenstraling. Het vormen van een rontgenbeeld. De opwekking van rontgenstraling. De stuurmogelijkheden van de rontgenbuis. Het gedrag van de rontgenbuis. De rontgengenerator van de BV-25. De rontgenregeling. Het verschil tussen opname en doorlichten; De mA-regeling. 1.9 Het verband tussen kV en rnA tijdens doorlichten; De ~::V/mA-curve. 1.10 De rontgenregeling van de BV-25. 1.11 Aannamen betreffende het model.
7 7 7 8 9
10 10 11
12 12 12 13
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
De kV-regeling van de BV-25. De werking van de kV-regeling. PSI-model van de kV-regeling. De verificatie van het kV-model. Enkele simulatie-resultaten. Conclusie naar aanleiding van het kV-model.
14 14 18 27 36 44
3 3.1 3.2
De De De De
45 46 51
~.~
4 4. 1
4.2 4.3 4.4
I I I
III IV V
mA-regeling van de BV-25. gloeistroomregeling. gloeidraad. bUisstroomregeling.
55
De videoketen van de BV-25. Beschrijving van de videoketen van de BV-25. Het met en van de rontgenbuisoverdracht. Het PSI-model van de videoketen. Simulatie van de totale regeling.
63 63 67 76 78
Conclusie.
79
Literatuurlijst.
80
Bijlagen. Inleiding PSI en PSI-modellen. Het PSI-model van de kV-regeling. Het PSI-model van de mA-regeling. Het PSI-model van de videoregeling. Programmapakket Direkt Signaal Bekijken.
Author
H.C.G.Boons
Date: 86-07-01
81 81 86 100 116 126
Page
DOCUMENT: Lijst van gebruikte symbolen.
Eenheid: A V
sec Hz rad grd uRis
XDB042.05-2498
Betekenis: ampere volt seconden Hertz = sec- 1 t-adialen graden micro Rontgen I seconden Eenheid: kV
PWRSMDV
Betekenis: hoogspanning over de buis primaire hoogspanning setpoint kV-regeling meetsignaal kV-regeling
mA ia ibpr if ip
buisstroom buisstroom primaire buisstroom gloeistroom primaire gloeistroom
mA A
VICA DOSER
Videosignaal
mV
s
frequentie
Signaal: kV Upr ~:::VC
Held~rheidssignaal
A A A
DOSE RATE
H.C.G.Boons
V
rad/sec
Voorvoegsels: R. . weerstand C.. condensator I capaciteit L.. spoel I zelfinductie U.. spanning V.. spanning I.. stroom A.. versterkingsfactor H.. versterkingsfactor f<> functie van de variabelen tussen haakjes
Author
V V V
Date: 86-07-01
Ohm Farad Henri V V A
?
Page
4
DOCUMENT:
XDB042.05-2498
Inleiding.
Bij 11edical Systems Division van Philips wordt medische apparatuur voor diagnostisch onderzoek en therapie gebouwd. Deze toestellen worden door medici gebruikt om van buitenaf in personen te kijken. Hiervoor gebruikt men hoofdzakelijk 3 principe's: 1) rontgenstralen (ook weI X-stralen genaamd), 2) ultra-geluid, 3) Kern-spin-resonantie. De rontgenapparatuur wordt al heel lang gebruikt. In deze apparatuur wordt een regeling gebruikt am de rontgendosis te beperken en toch goed belichte beelden te krijgen. In de huidige generatie toestellen werkt deze regeling goed. De ontwikkelaars van deze regeling werken veel empirisch met bode-plots van stationaire toestanden. Omdat de tendens naar steeds snellere regelingen neigt wordt echter oak het dynamische gedrag steeds belangrijker. •
?
Om deze tendens met de tendens naar Computer Ai ded eJ..t:t.?rte veren i gen heeft E.Sies (afdeling DSB voorontwikkeling) besloten een onderzoek naar de mogelijkheid van het modelleren van een rontgenregeling uit tE~. l.a. te.n voere... n. Di t . . ;(~nd. erzo/2f:: .. i ss/rs. a~%Lldee:,Y0Pdracht/door-.+-1."8.0000...!J.S stud~t y,,:-l.n de.,r~hni.~etie ,~escJJG61 ~~F'Idhoven/~ /de. . ~/~ode s~~emQ~ ~ ~5l~/ totaLlgLls:;l.t-S ~>~ ui t~'1'oerd 9pcre~ .~t;1.e'Qel e~n~an (?'.~ Sl~ .(Pb-i'll ps~:.- en ~_:-..v1d /Ven .~) . Het~ pro:rE!kt stand onder sUf,fErvls~ van F .l·.. yl stra
V t.,
;j/>l!I tJ1.,
mobiel Als model is de Philips BV-25 genomen. Dit is een rentgenapparaat met de volgende kenmerken: 1) Hoogspanningsbereik 40-100 kV opgewekt met een DC-converter. 2) Rontgenbuis met een vaste anode (twee foci van 0.6 mm 2 en 1.8 mm 2 ) opgesteld in een "tank" met daarin de hoogspanningstrafo en gelijkrichter. gekoppeld 3) Als detector een 6 inch beeldversterker via een fiber aan een Vidicon camerabuis. 4) Mobiel apparaat Yoor gebruik in EHBO, operatiekam~r enz. Zeals aIle rentgenapparaten kent de BV-25 twee namelijk opname en doorlichten.
bedrijfstoestanden,
Tijdens opname wordt gedurende een korte tijd (10 msec - 4 sec) een grate rontgendosis door de patient gestraald. Door de korte duur van de opname ten opzichte van de traagheid van de gloeidraad is het niet mogelijk de buisstroom van de rontgenbuis te regelen. Hierdoor is tijdens opname de buisstroom op een vaste waarde van 20 mA ingesteld. Het doorlichten heeft geen beperking in de tijdsduur (behalve als het apparaat te warm wordt) en wordt gebruikt am real-time beelden te bekijken. Hierbij wordt dan weI een veel lagere dosis gebruikt. Tijdens doorlichten wordt de buisstroom geregeld. Va or het model neem ik de doorlichtregeling van de BV-25 door. De regeling tijdens opname wordt in dit verslag amper besproken omdat die uit de regeling van doorlichten af te leiden is. Het verslag bestaat uit 4 hoofdstukken en een aantal bijlagen. In hoofdstuk 1 staat een korte beschrijving van rontgenstraling, hoe rontgenstraling opgewekt wordt en hoe men de rontgenbuis kan besturen. Dit is bedoeld als inleiding voor degene die geen ervaring Author: H.C.G.Boons
! Date:
86-07-01
!
Page : 5
DOCUMENT :
Inleiding.
XDB042.05-2498
met rontgenstraling en rontgenregelingen hebben. In hoodstuk 2, 3 en 4 wordt achtereenvolgens een beschrijving gegeven van de kV-, mA- en videoregeling. Hierin wordt een korte beschrijving van de werking aangevuld met wat modelresultaten en (aIleen kVregeling en totale regelinq) meetresultaten. Bijlage I beschrijft het simulatie-programma PSI en de afspraken die ik in de volqende bijlagen gebruikt heb om PSI-modellen aan te geven. In bijlagen II (behorende bij hfd 2), III (hfd 3) en IV (hfd4) staat het gehele PSI-model besproken. Dit deel is voornamelijk bedoeld voor degene die willen weten h~~het model precies is opgebouwd en voor degen die ~ het model wi~ebrutiken. Bijlage 5 geeft een korte beschrijving van de programma's DSBMEET en DSBCALC die speciaal voor de meting aan de rontgenbuis en detector (zie hfd4) zijn gemaakt.
Author
H.C.G.Boons
Date: 86-07-01
Page
6
V
DOCUMENT: Rontgenstraling, -opwekking en -regeling.
~
XDB042.05-2498
Rontgenstralen zijn ontdekt door Wilhelm Conrad Rontgen op 8 november 1895 in Wurtzburg, Duitsland. Dit zijn kortgolvige elektromagnetische stralen met een golflengte tussen de 40 pm en 8 pm.
De eigenschappen van rontgenstralen zijn: 1) doordringend vermogen 2) luminescentievermogen (fluoriserende schermen oplichten) 3) fotografische werking (film zwarten) 4) i oni seroende wer ki ng Een belangrijke eigenschap van rontgenstralen is het grote doordringend vermogen. Rontgenstralen kunnen door verschillende materialen dringen en er verzwakt uit komen. De verzwakking die optreedt is het gevolg van absorptie en verstrooiing. Absorptie treedt onder andere op als rontgenfotonen door het materiaal opgenomen worden en een elektron in een hogere energetische baan brengen. Verstrooiing onstaat doordat de straling van richting worden veranderd. De mate van absorptie en verstrooiing hangt van de energie van de straling (hardheid) en van het te passeren materiaal af. Deze straling is vanwege de ioniserende werking gevaarlijk voor levend weefsel. Rontgenstralen kunnen de groei belemmeren, het weefsel verwoesten en onstekingen verwekken. Daarom moet de stralingsbelasting zo laag mogelijk gehouden worden. Tegenwoordig worden vaak beeldversterkers gebruikt zodat een kleinere rontgendosis vol staat.
De beelden uit een rontgentoestel zijn geen reflektiebeelden zoals foto's maar transmissie-beelden. De straling moet door het objekt gaan om een beeld te vormen. Hierdoor onstaat een twee-dimensionale afbeelding van een drie-dimensionaal objekt waarbij de opeenvolgende punten in de stralengang als het ware geintegreerd zijn, zie fig 1.1. FOClJS (f'U'lT8IDJ)
OB.fKT
----H--H---1'-----lt----
SGfRl1 fIE~D
fig 1.1 Het vormen van een rontgenbeeld. De rontgenbeelden worden gevormd doordat verschillende weefsels en materialen een verschillende hoeveelheid rontgenstralen absorberen. Author: H.C.G.Boons
! Date:
86-07-01
Page : 7
DOCUMENT: Rontgenstraling, -opwekking en -regeling.! XDB042.05-2498 De door het materiaal verstrooide straling is voor het beeld nadelig (ruis) en wordt hierom zoveel mogelijk verwijderd (strooistraalroosters en diafragma). De resterende straling wordt op een scherm achter het objekt zichtbaar gemaakt. Dit kan een luminescentiescherm (doorlichtscherm) zijn dat oplicht zodra er rontgenstraling opvalt of sen fotografische plaat die als er rontgenstraling op valt gezwart \."mrdt. Veor het maken van een beeld is voldoende straling nodig die door het objekt heen kamt am het beeld een voldoende helderheid te geven. Men kan op twee manieren meer straling door het objekt heen krijgen: \)erhogen van de stralingsintensiteit. Door deze werkwijze krijgt het objekt, de patient, meer straling te verwerken met aIle gevolgen van dien. 2) Het kartgolviger maken van de straling. De straling heeft nu een grater doordringend vermogen (Men noemt dit hardere straling). Het effect is nu echter dat er minder intensiteitsverschil optreedt als gevolg van het passer en van diverse weefsels met verschillende absorptie. Het beeld biedt minder kontrast. In de praktijk heeft men richtlijnen ontwikkeld met betrekking op de hardheid en intensiteit van de straling op de beeldkwaliteit.
Voor de apwekking van de straling gebruikt men een rontgenbuis, zie fig 1.2. Dit is een vacuumbuis met twee elektroden er in. De negatieve elektrode heet kathode, de positieve anode. Door de kathode te verhitten vormt zich een negatieve elektronenwolk als gevolg van thermische emissie. Zodra men nu een positieve hoogspanning tussen anode en kathode aanbrengt zal deze walk zich versneld naar de anode bewegen. Op de anode aangekomen treffen de elektronen een klein oppervlak genaamd het focus of brandpunt. Door de hoge kinetische energie van de elektronen onstaan in het focus-materiaal allerlei wisselwerkingen tussen de atomen en de invallende elektronen zoals: REM-straling (dit geeft sen continu rontgenspectrum) elektronen in hogere schil brengen (lijnspectrum) warmteopwekking (dit zijn verliezen)
fig 1.2 Schema van de rontgenbuis. Author
H.C.G.Boons
Date: 86-07-01
Page
8
DOCUMENT: Rontgenstraling, -opwekking en -regeling.
~
XDB042.05-2498
Het rendement van deze opwekking is echter gering. Er wordt maar ongeveer 0.5 X van de aan de rontgenbuis toegevoerde elektrische energie in rontgenstraling omgezet. De anode wordt hierdoor erg warm en de buis zal bij te hoge belastingen defect raken. Doordat aIle elektronen de anode op het focus treffen bepaalt de grootte van het focusoppervlak de maximaal toegestane invallende energie. Een groter focus mag meer belast worden dan een klein. Een nadeel van een groot focus is echter dat het beeld onscherper wordt. Dit komt omdat ieder punt van het oppervlak als punt-straler is op te vatten. Bij een groter focus liggen de stralers verder uit elkaar waardoor geometrische onscherpte optreedt. Dit is verduidelijkt in fi.g 1.3. F
OF
og OO.fKT
=
DB
.
F
OF
0& _ _-++
----l...l..-----lL.-_
BEELD
fig 1.3 De geometrische onscherpte Og t.g.v. focusgrootte. Vanwege de onscherpte van een groot focus bouwt men in rantgenbuis meestal twee foci in. Een groot focus voor stralingsopbrengsten en een klein voor scherpe beelden. Elk is met elektronen te beschieten uit zijn eigen gloeidraad.
een hoge fOCLIS
De materiaaleigenschappen, grootte van het focus en de koeling van de anode bepalen het maximale vermogen van de buis.
Uit het voorgaande voIgt dat er twee belangrijke grootheden zijn de vorming van rontgenstraling bepalen. 1) De hoeveelheid elektronen dat het focus treft (=buisstroom). 2) De energie die de elektronen bezitten.
die
Het aantal elektronen dat het focus treft wordt bepaald door de temperatuur van de kathode. Deze wordt opgewekt met een gloeidraad. Door de stroom door deze draad te regelen kan men de temperatuur var- i eren. De energie die de elektronen bezitten wordt voornamelijk bepaald door 'de hoogspanning (DC) over de buis. Door deze spanning te verhogen worden de elektronen meer versneld en hebben ze bij het treffen van het focus meer energie. Hierdoor onstaat ook hardere straling. Een voorbeeld van bij diverse hoogspanningen (kV) opgewekte spectra staat in fig 1.4. r~uthor
H.C.G.Boons
Date: 86-07-01
Page
9
DOCUMENT
XDB042.05-2498
Rontgenstraling, -opwekking en -regeling.
fig 1.4 Opgewekte rontgenspectra bij verschillende kV
De
rontqenbuis is een verzadigde diode-buis. De stroom-spanningskarakteristiek staat in fig 1.5. In het werkgebied van de rontgenbuis (spanningen boven 40 kV) bewegen aIle geemiteerde elektronen zich van de kathode naar de anode. De rontgenbuis gedraagt zich dus vanaf de Anode-Kathode-klemmen gezien als een stroomput.
Vole. fig 1.5 De stroom-spanningskarakteristiek van een diode-buis. De theoretische overdracht X=f(mA,kV) met mA=buisstroom, kV=buisspanning heeft de volgende vorm:
x=
f(mA,kV)
=
c
rnA .
kVP waarbij p afhankelijk is van kV
Dverdracht
U?:·( ponent i eel)
overdracht weI
~~V
e:·( ponent i eel
l V
van gloeistroom naar buisstroom is ook niet lineair maar wordt in tegenstelling tot bovenstaande in de gegevens van de rontgenbuis vermeldt.
v
1;)(7? 2 i en een lineair verband met de buisstroom en v(-?r'band met de hoogspanning.
De
X=intensiteit,
een
~~
Van de rontgenbuis mag de looptijd van de elektronen (grootorde nsec) en effecten ten gevolge van de hoogspanningstrafo (msec) verwaarloosd worden ten opzichte van de gloeidraad (1/10 sec).
Sommige rontgengeneratoren (o.a. van de BV-25) ZlJn van het zogenaamde 'Tank'-model. Dit betekent dat het gehele hoogspanningsdeel (hoogspanningstrafo, gelijkrichter en rontgenbuis) geisoleerd in een afgeschermde behuizing wordt aangebracht. De hoogspanningswikkeling van de hoogspanningstrato is in twee delen gesplitst waartussen een aardpunt is aangebracht. Seide delen zijn van een gelijkrichter voorzien, zie fig 1.6. Dit houdt in dat aan de isolatie minder hoge eisen gesteld wordt omdat er ten opzichte van aarde hooguit de halve hoogspanning staat. Een verder voordeel van een 'Tank' is dat het compact is en geen lange hoogspanningskabels heeft. Hierdoor is de Author:
H.C.B.Boons
Date: 86'-07-01
~
Page
10
DOCUMENT: Rontgenstraling, -opwekking en -regeling.! XDB042.05-2498 paracitaire capaciteit op hoogspanningsniveau gering hetgeen de stuurmogelijkheden verbetert. De rontgenbuis 'licht' niet na zodra de hoogspanning afgeschakeld wordt.
(1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8)
I
I
~
kJ
-\~,
I
Hoogspanningstrafo "gelijkrichter I
=~ -- - - - - - F1~' \21
I
2. fig 1.6 'Tank'-model rontgenbuis, trafo en gelijkrichter. In de BV-25 en de meeste 'Tank'-modellen kan men de hoogspanning niet direkt meten. Men regelt hierom de spanning aan de primaire zijde van de hoogspanningstrafo van de buis. WeI kan men bij een 'tank'model de buisstroom meten. Hiervoor is tussen de beide delen van de hoogspanningsgelijkrichter een weerstand aangebracht. De spanning over deze weerstand is een maat voor de totale stroom die door de tJuis loopt.
Men maakt gebruik van rontgenregelingen om bij een zo laag mogelijke rontgendosis een goed beeld te verkrijgen. Een rontgenregeling bestaat uit een aantal blokken, zie fig 1.7.
RONTGENIlU I5
MA-REGELING
BEELDK~LITEITSKRITERIUM
fig 1.7 Het schema van een algemene rontgenregeling Centraal staat de rontgenbuis. De ingangen van de rontgenbuis, kV en mA, worden gestuurd uit de kV- en mA-regeling. De uitgang van de rontgenbuis is rontgenstraling gekarakteriseerd als intensiteit en kwaliteit (golflengte, hardheid). De rontgenstraling straalt door een objekt en komt verzwakt op de detector aan. Hier wordt het beeld gevormd. Uit het beeld ~ordt met behulp van een bepaald Author: H.C.G.Boons
! Date:
86-07-01
~
Page :
11
DOCUMENT :
Rontgel~<;tr- al
i ng, -opwek king en -r-egel i ng.!
XDB042. 05-2498
beeld een kwaliteitsoor-deel overhet naarde kwaliteitsoor-deel wor-dt nu ter-uggekoppeld van de kV- en mA-r-egeling.
beeldkwaliteits~r-iter-ium
gegev?n.
Dit
stuG~signalen
maat In de huidige systemen bestaat het kwaliteitsoor-deel uit een niet voorde helder-heid van het beeld. Het kontr-ast wor-dt (nog) gemeten. Hier-door bestaat het ter-ugkoppelsignaal uit slechts een signaal. We kunnen de r-ontgenbuis, objekt en detector- dus opvatten als een systeem met twee ingangssignalen kV en mA en ~~n uitgang: helder-heid.
De mA-r-egeling van de BV-25 bestaat uit twee delen, nameljk de gloeistr-oomr-egeling en de bui?str-oomr-egeling. De gloeistr-oomr-egeling t-egel t de 9 1 oei str-oom naar- ~ gewenste set poi nt.
V
De buisstr-oomr-egeling stelt de gloeistr-oom bij aan de hand van de buisstr-oom. Om de buisstr-oom te ver-gr-oten moet dus de hoeveelheid geemitteer-de elektr-onen ver-gr-oot wor-den door- de temper-atuur- van de kathode te ver-hogen. Vanwege de war-mtecapaciteit van de gloeidr-aad en kathode, de beper-kte ver-mogensafvoer- door- koeling en ver-mogenstoevoerdoorde gloeidr-aad is dit een vr-ij tr-age r-egeling, or-de 0.5 sec. Door-dat de buisstr-oom-r-egeling zo tr-aag is wor-dt gedur-ende opname's de gloeistr-oom op een vaste waar-de ingesteld zodat de buisstr-oom 20 mA bedr-aagt. De buisstr-oom Ib is door- een niet-lineair-e over-dr-acht f(If) gekoppeld aan de gloeistr-oom If.
Uit er-var-ing blijkt dat het niet zinvol is de mA en kV volledig onafhankelijk te bestur-en zoals vr-oegerin de tweeknopstechniek gebr-uikelijk was. Voorhet maken van goede beelden kan men een ver-band tussen kV en mA bepalen waar-bij de str-alingsbelasting van de patient en buisbelasting zo klein mogelijk is. Dit ver-band bevindt zich in het blok kV-mA-cur-ve. Dit is een niet-lineair-e ver-band met de volgende kar-akteristieken: voorlage kV een ger-inge toename van de buisstr-oom mAo Omdat de opgewekte str-aling toch maar- een ger-ing door-dr-ingend ver-mogen heeft moet de dosis laag zijn omdat ander-s de patient teveel str-aling absor-beer-t. - in het gebied tussen 50 en 70 kV is het door-dr-ingend ver-mogen goed en bevatten de plaatjes een goed kontr-ast. In dit deel wor-dt voor-namelijk de dosis ver-gr-oot door- de mA ster-k te laten stijgen. - voorhoger-e kV-waar-den is het door-dr-ingend ver-mogen er-g gr-oot maarver-vaagt het kontr-ast. Hier-door- en doorde buisbelastingskr-omme vindt hier- slechts een ger-inge toename of soms zelfs afname van de buisstr-oom plaats.
In de r-ontgenr-egeling van de BV-25 zijn de en/of tijddiskr-ete over-drachten aanwezig:
volgende
niet-lineair-e
de Contr-olled Rectifier- (uit de kV-r-egeling); Dit is een gestuur-de thyr-istor--br-uggelijkr-ichter- welke doorhet aansnijden van de netspanning en afvlakken de gelijkspanning Uprmaakt. Deze spanning wor-dt door- een power--inver-ter- als pr-imair-e Author- : H.C.G.Boons
~
Date: 86-07-01
! Page :
12
DOCUMENT: Rontgenstraling, -opwekking en -regeling.! XDB042.05-2498 wisselspanning aan de hoogspanningstrafo toegevoerd. de kV-mA-curve. de overdracht van gloeistroom naar buisstroom in de mA-regeling. - de rontgenbuis; Afhankelijk van gegenereerd.
kV
en
mA
wordt
een
continu
rontgenspectrum
het absorberend objekt; De absorptie en verstrooiing is afhankelijk van de hardheid van stralen.
de
de beeldversterker; De hardere rontgenstraling wordt meer versterkt als zachtere. de vidicon-camera. j Hierin wordt het beeld bemonster~en de spatiele functie van de tijd bepaald.
helderheid
als
het beeldkwaliteitskriterium; Van het videosignaal uit de vidicon wordt per beeld de piekhelderheid bepaald met behulp van een topdetector. Het is ook mogelijk om een RC-netwerk (stand AVERAGE) in de topdetector op te nemen zodat ruispieken weggefilterd worden.
Tijdens de modelvorming gebruik ik de volgende aannamen: - aIleen normale gebruikssituatie's; Dat wil zeggen dat aIle circuits goed werken en dat de alarmcircuits niet gemodelleerd zijn. aIle opamps zijn ideaal dwz geen ingangsstromen; hierdoor vervallen de offset-compensatie weerstanden. van aIle componenten zijn de nominale waarden genomen. aIle objekten homogeen met een looptijd van 0 sec.
Author
H.C.G.Boons
Date: 86-07-01
Page
yI
XDB042.05-2498
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
Bij de BV-25 wordt de hoogspanning gestuurd door de spanning op de primaire zijde van de hoogspanningstrafo te regelen. De setpoint van deze hoogspanning wordt aangegeven door het signaal KVC (KV Control). Deze beschrijft de volgende lineaire relatie: kV= 10000.KVC
met 4 V <= KVC <= 10 V.
Dit geeft de BV-25 voor het bereik van hoogspanningswerkgebied van 40 kV tot 100 kV.
KVC
[4
V,lO
een
VJ
De kV-regeling bestuurt een converter die uit de wisselspanning uit het net een gelijkspanning Ubprim vormt. Omdat de hoogspanningstrafo, net als aIle andere transformatoren, geen gelijkspanningen kan transformeren wordt de gelijkspanning door een chopper (Power Inverter) in wisselspanning omgezet. Deze omzetting gaat door de opbouw van de inverter zonder noemenswaardige tijdeffecten zoals uitslingeringen en dergelijke gepaard (frequentie 300 Hz). De Power-Inverter wordt in dit hoofdstuk verder niet besproken en in het model verwaarloosd~
De gelijkspanning Ubprim wordt gevormd uit de netspanning (220 V AC) door een transformator en de controlled rectifier. Het doel van de transformator is: 1) een galvanische scheiding met het net, 2) een hogere spanning waarbij nog halfgeleiderschakelingen CThyristoren, diode's enz.) te gebruiken zijn, 3) een lagere stroom dus minder netverliezen. De transformator mag in dit geval ideaal verondersteld worden. Ais in het vervolg van dit hoofdstuk over de netspanning gesproken wordt bedoel ik hier de omhooggetransformeerde netspanning mee (Vrms=594 V). De netweerstand (12 Ohm) is vanaf secundaire zijde van de trafo genomen, zie fig 2.1.
"Tank"
Controlled
Re~tltler
Power- Inverter
~-ray
10 Ontsteekhaek
. - ll2 tV
Elco-Dlscharge
fig 2.1 De Ubprim-actuator. De
Controlled rectifier is een thyristorbrug die
Author: H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
de
condensator Page
14
C
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
!
XDB042.05-2498
oplaadt. De snelheid waarmee en topspanning tot waar C opgeladen wordt is door de aansnijhoek te bepalen. De aansnijhoek is de fasehoek ten opzichte van de nuldoorgang van de sinus van de netspanning waarbij de thyristor onstoken wordt. Het laden van de condensator wordt door de smoorspoel L en netweerstand getemd. In de Power-Inverter wordt Ubprim gemeten als PWRSMDV (PoWeR SMooth DiVided). Deze waarde is 1/60 van Ubprim. Uit deze waarde en de setpoint KVC wordt de snijhoek bepaald. Het zal duidelijk zijn dat door de diode's in de controlled rectifier er geen stroom uit de C terug het net in kan vloeien. Hierdoor is het dus niet mogelijk om de C via de thyristoren te ontladen. Het ontladen van de C gebeurt door: 1) de veiligheidsweerstand Rs (10 kOhm) 2) stroom door de rontgenbuis 3) de ijzerverliezen van de hoogspanningstrafo (=0 ideaal) 4) de verliezen in de power-inverter (ideaal dus 0) ad 2) Door het stroombron-achtige gedrag van de rontgenbuis wordt de de hoogspanningstrafo buisstroom aan de primaire zijde van gekarakteriseerd als stroombron Ibprim. Omdat de rontgenintensiteit direct afhangt van de hoogspanning mag deze weinig rimpel hebben. Voor de rimpel op de spanning geldt: dV=dQ/C met dQ=totale lading die tussen twee laadpulsen is weggelekt. Om een lage rimpel dV over te houden moet C groot ZlJn. Hierdoor duurt het ontladen, zodra de spanning over de C grater is geworden als gewenst, veel te lang. Er is hiervoor een extra ontlaad-mogelijkheid aangebracht, genaamd Elco-Discharge. Dit is een weerstand Rd die door de schakelaar te sluiten parallel aan Rs te schakelen is.
De
Ubprim-actuator heeft dus twee ingreepmogelijkheden die goed de snelheidsregeling van een auto, gas en rem, overeenkomen.
met
De
regelaar die de Ubprim-actuator bestuurd zal uit de setpoint KVC en het gemeten signaal PWRSMDV twee stuursignalen moeten vormen namelijk aansnijhoek en Elco-Discharge. Deze signalen sluiten elkaar uit zoals men in een auto niet gelijktijdig remt en volgas geeft.
In de BV-25 wordt Elco-Discharge bekrachtigd als er gedurende 50 msec geen ontsteekpuls meer geweest is. De 50 msec (= 5 periode's) is een vertraging om niet te snel te gaan ontladen. Als de spanning Ubprim namelijk gelijk is aan de gewenste spanning treden geen ontsteekpulsen op totdat door de paracitaire ontlading deze spanning onder het gewenste niveau is gedaald. Als men al na een afwezige puIs zou gaan ontladen krijgt men een zeer onrustig systeem en oververhitte ontlaadweerstanden.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
15
XDB042.05-2498
De kV-regeling van de BV-25.
DOCUMENT
~. p~ O"~rp~t.
b
I
[l
fig 2.2 Het vormen van de ontsteekpulsen. De ontsteekpulsen voor de thyristoren worden gevormd uit een puls-breedte-modulator. In een comparator wordt een refentiespanning Vref die de 'fout' aangeeft tussen KVC en PWRSMDV vergeleken met een zaagtandspanning, zie fig 2.2. Deze zaagtand heeft een frequentie van 100 Hz en loopt synchroon aan de nuldoorgangen van de netspanning. De ma:dmale spanning van de zaagtand is 5j'olt en hierbij wordt de grootste aansnijhoek gekozen (=180 grd ofTJ rad). Hierbij treden geen ontsteekpulsen op. Vr-ef
wordt
gevormd
door
de regelaar uit
fig
2.3.
PliRSIlDV I-regelolar
KVC Vref Bi jdrolge afh. oastolndigheden
fig 2.3 De regelaar We zien een aftrekpunt waar uit de setpoint KVC en meetwaarde PWRSMDV een foutsignaal bepaald wordt. Uit dit foutsignaal wordt door een I-regelaar een regelsignaal gevormd. Dit regelsignaal vormt samen met een offsetspanning en een 'feedforward'-signaal het stuursignaal Vref voor de puls-breedte-modulator. Het valt op dat bij Vref ook een waarde aIleen afhankelijk van KVC geteld wordt. Dit is een soort feedforward. Zodra KVC veranderd wordt de verandering direkt naar Vref doorgekoppeld en in de C.R. verwerkt. De I-regelaar regelt dan op den duur de eindfout naar nul. Het resultaat van deze bewerking is dat het geheel sneller wordt. Voor het schema van de I-regelaar zie fig 2.4.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
16
v
XDB042.05-2498
De kV-regeling van de BV-25. - - ----I .- -
DOCUMENT
I I
C3
I I I
I R3
I L J
v2
RI
2 ~
t
R2
il
+
KVC
+i4
vi
1 "
Vuit +
v3
CI
-
I
fig 2.4 De r-regelaar Stel v2=PWRSMDV en v1=KVC dan geldt: i1+i2+i5=0
(2.01)
i1= v3/R2 en (v1-v3)/R1 = v3.sC1 + i1 i1 + v3.sC1 + v3/R1 =i1. (1 + R2.sC1 + R2/Rl> = v1/R1 i1 = v1/(R1 + R2 + R1.R2.sC1) -- v 1/ [ (R 1+R2) . (1 + s. t 4) J
(2. 02) met t4= R1.R2.C1/(R1+R2)
i2=-v2/R3
(2.03)
i5=Vuit/Z
(2.04)
met Z = C3//(R5 + (C2//R4»
z =
C3//
R5 +
R4/(1+sR4C2)
met t1=R4.C2, t2=R4.C3, t3=R5.C3 1/sC3. ( R5 + R4/ (l+s.tl>
Z
= -------------------------1/sC3 + R5 + R4/(1+s.t1)
( 1/sC3)
[ R5 + R4/ ( 1+s. t 1)
J
= --------------------------------(1/sC3) [1+sR5C3 + sR4C3/(1+s.t1)J [R5. (l+s.tl> + R4J/(1+s.tl> = ._----------------------------------
[(1+s.t3L (l+s.tl> + s.t2J/ (l+s.tl> R5+R4+ R5.s.t1
= -----------------------l+s. (t1+t2+t3)+s.s.t1.t.3 (R5+R4).
Z
Author
[1+ R5/
(R4-;'~5)
. s. t 1 J
= ------------------------------
(2.05)
1 + s. (t1 ...... 2+t3) + s2t1.t3
Y.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
17
DOCUl"lEIH : De kV-r-egel i ng van de BV-25. (2.02),
(2.03)
en
(2.04)
in
(2.01>
+
---------------- +
(Rl+R2) • (l+s. t4)
R
<" '-'
invullen lever-t:
Vuit
-v2
vi
XDB042.05-2498
z
=
0
(2.06 )
Het zal weI duidelijk ZlJn dat de ver-gelijking (2.06) met voor- Z de uitdr-ukking (2.05), amper- analytisch uit te r-ekenen is al hoewel dit nag lineairis. Zodr-a de excitatie niet meerhar-monisch is, bijvoor-beeld aangesneden sinussen uit de contr-alled r-ectifier-, is dit niet meer- analytisch te ber-ekenen. In dit geval moet er- een ander-e methode gezocht wor-den. Wij hebben gekozen vaar- tijddamein simulatie met PS I.
Voar- de madelvor-ming met PSI is de kV-r-egeling in de volgende stukken ver-deeld: 1) KVC-delay (=RC-netwer-k vaor- de I-r-egelaar-) 2) I-r-egelaar3) Vr-ef-optelpunt (uitgangsignaal totale r-egelaar-) 4) Afvlakmodel (=schakeling na cantr-olled r-ectifier-) 5) Contr-olled r-ectifier(fase aansnijding sinus) ) Puls-br-eedte-madulator(ontsteekpulsen Contr-olled Rectifier-) 6) Bestur-ing van Elco-Dischar-ge (50 msec ver-tr-aging met r-eset) Eer-st wor-dt nu de PSI-madellen 1,2 en 3 bespr-oken. Dit zijn modellen waar-in aIleen eenvoudige blokken zoals constanten (CON), opteller-s (ADD,SUB,SUM), ver-ster-ker-s (MUL,DIV) en integr-ator-en (INT) gebr-uikt wor-den (ook uitvoer-baar- op een analoge r-ekenmachine). Daar-na komen de modellen met ingewikkelder-e blakken (4,5 en 6). Voor- een beschr-ijving van het gebr-uik van PSI zie bijlage I. Een uitgebr-eider-e beschr-ijving van de PSI-modellen en de pr-ecieze opbouw van de PSI-files staat in bijlage II.
Aut.hor-
H.C.G.
Baons
Date: 86-07-01
Page
18
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
!
XDB042.05-2498
~~~~lL t~~=b~~g=QQQC1~~t=Eilt~ci~~CQ~C g~Q~~mQ t~~=Q~l~~L~
vl il= ----Rl+R2
1
1
------ =
ile .
(2.07>
------
1+s.t4
1+s.t4
In deze formule stelt ile de eindwaarde vl/(Rl+R2) van de variabele il voor. Deze overdracht kunnen we opschrijven als differentiaal vergel i j ki ng: il + s.t4.il
=
(2.08)
ile
il(t) + t4 . d il(t)/dt = ile Voor
de l/s-vorm delen we (2.08) door de hoogste macht van
s
(hi er
s) •
ills + t4.il
=
Als we il oplossen uit il
=
lis.
(2.09)
ile/s
[ile -
(2.09)
krijgen we de 'integraal'-vergelijking:
ilJ/t4
T
il(T)
=
J
Cile -
(2.10)
ilJ/t4 dt
-00
Dit resulteert in het volgende PSI-blokschema, fig 2.5:
fig 2.5 PSI-blokschema dat il(T) berekent.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
19
XDB042.05-2498
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
Vu 1
( 2 • (5)
i n i n
( 2 • (4) :
1 + s. (tl+t2+t3) + s2t1.t3 i5= ----------------------------- . Vuit (R5+R4). [1+ R5/(R4+R5) s.tl]
(2. 11>
Voer de volgende afkortingen in (R4+R5).i5 * Vina == tl+t2+t3 * b = t1. t3 * c = tl.R5/(R4+R5)
*
1 + a.s+ b.s 2 Vin= ------------- . Vuit [1+ c.s]
(2.12)
Dit wordt in D.V. vorm: '""\
Vin + c.s.Vin = Vuit + a.s.Vuit + b.sL.Vuit) Vin + c.dVin/dt = Vuit + a.dVuit/dt + b dLVuit/dt L '""\
In
'""\
(2.13)
'integraal '-vorm (delen door 52): (Vin/5 + c.Vin)/s :::: (Vuit/s + a.Vuit)/s + b.Vuit Vuit :::: l/b.
L
(Vin - Vuit)/s
+ c.Vin - a.vuii2Vs
(2.14)
v
Door de term 52 komen er nu twee integratoren in het model voor. Men kan nu ook de 5tate-varibelen Xl en X2 invoeren ziJnde de uitgangen van de integratoren: Xl :::: (X2 + c.Vin - a.Vuit)/s X2 Uit
(Vin - Vuit)/s
(2.14) volgt dan: Vuit :::: Xl/b
(2.15a)
T
Xl(T) ::::
J
(X2+c.Vin-a.Vuit) dt
(2. 15b)
-00
T
X2(T)::::
J
(Vin-Vuit) dt
(2. 15c)
-00
Vin:::: (R4+R5).i5
Author
H.C.G. Boons
(2.15d)
Date: 86-07-01
Page
20
DOCUMENT
De kV-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
's V....il:
fig 2.6 model I-regelaar. ~~~~~L ~c~f=gQt§lQ~Qt
iQ§
tgt~l§ C§g§l~~Cl~
Door nu de formule's (2.03) en (2.10) in formule (2.01) in te vullen vindt men een uitdrukking die i5 bepaald uit v1 en v2. Dit kan ook in modelvorm en weI door een optelblok te nemen met i1 en i2 als ingangen, zie fig 2.7. Op deze manier is een simulatie van formule (2.06) mogeliJk voor aIle soorten ingangssignalen v1 en v2 (dus ook n:iet-harmonische en discontinue) zonder de formule analytisch uit te werken.
fig 2.7 model om de regelaar te simuleren.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
21
XDB042.05-2498
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
Het afvlakmodel bestaat uit de schakeling, fig 2.8, die voIgt na de controlled rectifier. In dit model wordt de controlled rectifier als een spanningsbron Un met inwendige weerstand Rnet en ideale diode D1 voorgesteld. Deze schakeling wordt belast met een spoel L en een condensator C. De condensator wordt ontladen door een weerstand Rs en stroombron Ibprim (buisstroom primaire zijde hoogspanningstrafo). Een extra weerstand Rd is door middel van een schakelaar parallel aan Rs t(:? schakel en. Vak
vL
(1)
1
Vn
~ iC
D
Upr
-!-
iRd
Rd
C
llb
Pri8
Sd
fig 2.8 elektrisch schema van het afvlakmodel Op knooppunt 1 geldt de Kirchhof stroomvergelijking: (2.16)
iL=iC + iRs + iRd + Ibprim In Ius
(2) geldt de Kirchhof spanningsvergelijking: (2.17>
Vn= iL.Rnet + Vak + vL + Upr Hierbij geldt:
(2.18)
i FIs = Upr/Rs iRd - 0 -- Upr/Rd iC
-
,schakelaar Sd open ,schakelaar Sd dicht
(2.19) (2.20)
C.dUpr/dt
(2.21)
vL = L.diL/dt Voor de ideale diode gelden twee toestanden: iD = 0 :> 0
i D
,Vak
sper 'doorlaat'
(2.22)
De diode is een niet-lineair element. Het dwingt de stroom door de spoel naar nul zodra deze terug het net in zou gaan vloeien. Om dit in PSI te modelJeren gebruik ik een begrensde integrator INL. Dit blok begrenst iL op interval [0,+00). Door deze werkwijze is het niet nodig om een uitdrukking voor Vak te vinden. Het nadeel is weI dat nu vL zodra de diode spert niet bekend is. Ais de stroom door de begrenzing 'geknikt' wordt (niet differentieerbaar), vertoont vL een sprong (vL=L.diL/dt). Hierdoor mag aan vL in het model geen praktische betekenis gegeven worden.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
22
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25. iC
=
iL -
iRs -
iRd -
XDB042.05-2498 (2.23a)
ibprim
vL* = Vn - iL.Rnet - Upr (2.23b) ( vL* heeft aIleen als de diode geleidt de betekenis van vL anders vL+vAk.) iL(T)
=
T
J
(vL/L)dt
,
i L
.>=
(2.23c)
(I
-00
T
Upr(T) =
J
(2.23d)
(iC/C) dt
-00
Er zijn nu voldoende formule's am het model te kunnen maken.
fig 2.9 het afvlakmodel.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
23
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
! XDB042.05-2498
Het model van de controlled rectifier gaat uit van een puls-breedtemodulator (PBM) en een sinusgenerator. De PBM wordt net zoals in werkelijkheid gevormd door een referentiesignaal met een zaagtandvormig signaal (verder afgekort als 'zaagtand') te vergelijken. Om zeker te zijn dat de zaagtand en het sinussignaal synchroon lopen wordt het sinussignaal uit de zaagtand gevormd. De zaagtand wordt gevormd door een integrator (INR) een constante C (>0) te laten integreren en deze na iedere periodetijd T te resetten (d.i. gelijk aan 0 te maken). Door, voor de constante, C=l/T te nemen wordt een genormeerd bereik van 0 tot en met 1 verkregen. Het is nu vrij eenvoudig om de periodetijd te veranderen. Men hoeft aIleen C en T aan te passen. t z(t)=
mod T
J
(liT)
(2.24)
dt
o
De PBM wordt gevormd door de zaagtandspanning met de referentiespanning Vref te vergelijken net zoals het in werkelijkheid gebeurt. Hiervoor is een BNG-blok gebruikt. Dit blok geeft als uitgangssignaal 1 als de referentie kleiner is dan de zaagtand anders O. Om de PBM het juiste bereik te geven moet het referentiesignaal genormeerd worden [0,1]. Het voordeel van normering is het feit dat de PBM eenvoudig aan te passen is aan andere bereiken voor Vref. Er hoeft slechts een CON-blok (constante) veranderd te worden. p(t)=1 =0
Vref (t) <: z (t.) Vref(t) => z(t)
(2.25)
De 5i nusgenerator 1 evert de absol ute waarde.Jo_ (dubbel z i jdi g l;/ gelijkgerichte) van het sinussignaal als functie van~ijd. Om deze V waarde te maken wordt de zaagtand met pi vermenigvuldigd en door een sinus-blok (SIN) in de gewenste vorm omgezet. Door deze werkwijze leopt het sinussignaal altijd synchroon aan de zaagtand. s (t ) = : sin (w. t) : =s in (p i • z (t) )
,met w=2.pi/T
(2.26)
·+---L...---,j,,.----1--:':-~t
IIIN
fig 2.10 Model Netsynchronisatie, Author
H.C.G. Boons
Tijdsdiagrammen. :sin:-generator en PBM. Date: 86-07-01
Page
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
! XDB042.05-2498
De Controlled Rectifier wordt nu gevormd door een vermenigvuldiger (I"1UU waar het PBM-signaal p(t) (0 of 1 ) , het sinussignaal s(t) [0.1] en de topwaarde Vtop van de netspanning (CON) met elkaar vermenigvuldigd worden. De uitgang van de Controlled Rectifier is nu een in de tijd verlopende sinus met aansnijding afhankelijk van het referentiesignaal. (2.26)
Vn(t)=Vtop. :sin(w.t) :.p(t)
In fig 2.11 staat het model van de Controlled Rectifier getekend.
v
"'. It)
fig 2.11 model van de Controlled Rectifier. Het is in PSI oak mogelijk om een PWM-blok voor PBM te gebruiken. Dit is een blok dat ook een pulsbreedtemodulator voorstelt. Er zijn echter grote verschillen tussen de in werkelijkheid gebruikelijke pulsbreedte-modulatoren (met zaagtand) en het PSI-PWM-blok. Om de volgende reden is er geen gebruik gemaakt van het PWM-blok: 1) De periodetijd moet ingegeven worden met een timer-blok (TIM). Hierdoor is een eenvoudige synchronisatie met het sinussignaal niet mogelijk. Er komen meer dan 2 blokken waarin de periodetijd in staat. 2) Het PWM-blok bemonstert het referentiesignaal op de puIs uit de timer TIM (=nuldoorgang sinus). Een grillig verloop van het referentiesignaal tussen de nuldoorgangen wordt niet meegenomen. Dit doen PBM's opgebouwd met een zaagtandspanning weI. 3) Een zaagtand-PBM geeft, zodra het referentiesignaal buiten het bereik «0 of >1) komt, geen pulsen meer maar de eindwaarde, is altijd hoog of altiJd laag. Het PWM-blok. kan echter ook negatieve pulsen geven zodat het referentie-signaal begrensd moet worden op positieve waarden [0,+00>.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
25
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
De Elco-Discharge-schakelaar wordt gesloten zodra er gedurende 50 msec geen ontsteekpulsen voor de thyristoren van de Controlled Rectifier ZlJn geweest. In de BV-25 is deze tijdvertraging gerealiseerd door een teller pulsen van 10 msec te laten tellen. Zodra de 5de puIs geteld is wordt Elco-Discharge bekrachtigd. Iedere keer dat er echter een thyristor ontsteekpuls onstaat, wordt de teller gereset. In PSI is het moeilijk om zo'n teller te maken. Ook is het niet mogel i j k di t gedra.g met een RC-ti jd te real i seren wa~narbi j is ~esetten op een willekeur~ge tijd ook niet eenvou~~g• . Hier.oor maak lk gebrulk van de varlabele TIME en de mogellJkhel lermee te rekenen. TIME stelt de simulatietijd voor. Door een oude waarde van TIME in een Sample & Hold (SPL) op te slaan en te vergelijken met de huidige TIME kan een reset-bare tijdvertraging gemaakt worden. De tekening in fig 2.12 spreekt verder voor zich.
fig 2.12 vertraging voor Elco-Discharge.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
26
XDB042.05-2498
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
Het doel van de meting aan de controlled rectifier was het meten van enige stapresponsies. De reden hiervan is dat in PSI, het gebruikte (tijd)simulatie-programma, voornamelijk met stapresponsies als ingangsgrootheid gewerkt wordt. De ontwerpers van het vermogensdeel hebben zich bij metingen echter beperkt tot Bode-diagrammen en hebben geen inschakelverschijnsel gemeten. Hierdoor heb ik zelf metingen moeten uitvoeren.
+---------+ L +----+ 0----):: (-----:ACl PWR --UUUU--o------o------o---------------+----:1/60:--)0 ) : :( + + +----+ PWRSHDV )::( ) : : ( 594
220 Vac
)::( Vac )::(
):: (
I
_L
: \:
C
:/1 I
[J Rs[ J
I
Rd[]
(
PWRSI1
)
Ibprim
( ) 'r
[]
pwr -
0----) : : (-----: AC2 GND --------0------0------0---------------+ +---------+ thyristorbrug
afvlakcircuit
belasting
fig 2.13 controlled rectifier schematisch.
De metingen zijn uitgevoerd met een deel van een BV-25 namelijk de controlled rectifier met transformator, condensator en spoel, zie fig 2.13. Deze onderdelen zijn tijdelijk op een hardweefsel plaat gemonteerd. Voor het simuleren van de belasting gebruik ik een buissimulator. Dit is een stroombron-vormige belasting met de volgende kenmerken: rna:.: i mal e stroom 5 A DC rna:·: i mal e spanning 600 V DC minimale spanning 50 V DC rna:·: i maal continu vermogen 3 kW Het meetschema staat in fig 2.14:
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
27
DOCUMENT
XDB042.05-2498
De kV-regeling van de BV-25.
synchronisatie +---------------------------------------------+ +-------------+ :+
+-------+ PWRSM ---(11)-->: Buis5i ••
(V 1)
.-
Sl
••. PWRGND ----------: (V2) +-------+ Contr. Rect.
+-----+ Fl +--->:EXT +--->:8 +-----+ : blok:--+----} kvc pwrsmdvl----------------------------->:A gnd:-+ +- gnd-------gnd: +-:gnd +-----+ +-----+ +15 -15 +10: +-------------+ +: (: I I
:+ \)U2
(:)Ul
I I
+----+----+-+------+------------------------------+ aarde (los van net) Vi meet de spanning over de elco C van de controlled rectifier. V2 geeft het stuursignaal van de buissimulator aan. Fl genereert een blokgolf met een periodetijd die groter is dan de in- (± .3 sec) en uitschakeltijd (± 1.5 sec) van de controlled rectifier + regeling (Contr.Rect.). fig 2.14 de gebruikte meetopstelling. §~!!)
Vi V2 81 I 1 F1 U1 U2
Q!!)§!;bc!.jY!.!Jg
multi meter-
!!)~ct
F'hi 1 ips
:!;~12~
F'M 2412/02 ,, F'M 2412A ,, oscilloscoop F'h iii ps F'M 3234 current probe Tektroni :-: TEK AM 503 + F' 6303 oscilloscoop F'M 3218 F'hilips functie-gen. ,, F'M 5127 ,, voeding +10V F'E 1540 , , +15,-15V , , F'E 1542
!.!JY~!J~!JQ~
67404 67489 52292
51241 52450 63212 64609 64709
tabel 2.1 gebruikte apparatuur.
Voor aIle metingen geldt dat niet de 'hoogspanning' PWRSM (PoWeR SMooth) als scoopbeeld is afgebeeld maar PWRSMDV (PoWeR SMooth DiVided). Dit signaal is echter- evenr-edig met PWRSM of UPR (buisspanning aan PRimaire zijde van de hoogspanningstrafo) waardoor ik de met multimeter V1 gemeten waarde bij de assen van PWRSMDV heb geplaatst.Het meetpunt bevindt zich op paneel SE33 MP7, aarde MP8. Voor de eenvoud is PWRSMDV zo getekend dat de polariteit met PWRSM overeenstemt. De signalen PWRSM en UPR zijn praktisch aan elkaar gelijk. Het enige verschil is dat UPR (zie ook PSI-model) geen stroombegrenzer bevat. Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
28
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
!
XDB042.05-2498
AIle metingen heb ik gedaan bij een schakelend ingangssignaal KVC. De peri ode van dit blokvormige signaal heb ik zo gekozen dat het grater is dan de in- en uitschakelduur van Upr. Het voordeel is dat ik nu een periadiek signaal heb dat betrekkelijk eenvoudig op een geheugenscoop zichtbaar gemaakt kan worden. De volgende stappen 1) I
voor KVC zijn en omgekeerd en omgekeerd en omgekeerd
genomen: (allereerste inschakeling) (grootst mogelijke sprong) ( idem maar nu constant belastbaar)
Voor de meting was een stap van KVC = 4 tot 10 niet zinvol omdat val gens de ontwerpers C. de Goey en A. Dankers de stroom dan zo groat zou zijn dat de zekering zeker defect zou raken. Deze meting heb ik daarom niet uitgevoerd. De maximale stap in KVC die ik genomen heb was 6 Volt Cschakelen van 2 naar 8). De oscilloscoopbeelden zijn door middel van polaroidfoto's vastgelegd. Deze foto's laten zich echter slecht kopieren. Daarom heb ik de fato's overgetrokken op calque waardoor de lijnen iets meer of minder vloeiend kunnen verlopen als op de foto's het geval was. De gebruikte geheugenscoop (51) had een los raster waardoor het soms niet geheel recht bleef zitten. Hierdoor kan X-as van de signalen iets schuin lopen ipv horizontaal.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
29
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
1: Upr onbelast bij schakelende KVC. KVC blokgolf 0 en 4 Volt, 50% dutycycle, periode 5 sec. IBF'RIM: 0 A. Resultaat: fig 2.15 en 2.16. Bij deze meting schakelde KVC van 0 naar 4 Volt. Dit leverde voor UF'R een stap van 0 (tijdens meting 25 V vanwege restlading op elco) tot 125 Volt. Het geheel gaat onbelast. Gemeten zijn F'WRSMDV en KVC. Voor de resultaten zie fig 2.15. De bovenste kromme is KVC daaronder F'WRSMDV. De tijdbasis is 0.5 sec/diVa Opmerkelijk is het snelle inschakelen en langzame uitschakelen. Tijdens het opschakelen is een hapering zichtbaar op ongeveer de helft van de flank. Het opschakelen duurt ongeveer 0.3 sec en het afschakelen 1.5 sec.
~@tiQg
Fig 2.16 geeft een uitvergroting van het opschakelen zonder last.
De tijdschaal is 50 msec/div. Hierbij is duidelijk de 100Hz-rimpel (=10 msec =1/5 div) van de controlled rectifier te zien. Ook duidelijk is een hapering in het opschakelen. Dit resultaat komt door de aansturing met de aangesneden sinussen. Hierdoor wordt de elco 'pulserend' opgeladen waarbij de eerste lading het grootste effect op de uitgangsspanning heeft (zie simulatieresultaten).
+~
I
'V IlrV
KVC
J
'IV
lIS' V
Ii,,-
f)~
III'
0.5 sec/div fig 2.15) Upr onbelast bij schakelende KVC.
r-'
,. r.., ~" l/I~
1 V/div
r
~
r--- II
--.
50 msec/div fig 2.16 uitvergroting van het inschakelen uit fig 2.15.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
30
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
~~ting ~:
Upr belast bij schakelende KVC. KVC blokgolf 0 en 4 Volt, 50% dutycycle, periode 5 sec. IBPRIM: 1 A. Resultaat: fig 2.17. De zelfde meting als meting 1 maar nu met een stroom van ongeveer 1 ampere, fig 2.17. Zichtbaar is een rimpel (de dikke lijn en de dunne rij puntjes) als gevolg van de controlled rectifier. In vergelijking tot foto 1 en 2 wordt PWRSMDV nu weI 0 bij het uitschakelen. (Dit voIgt uit het feit dat de elco-discharge bij ± 25 V stopt te werken en verdere ontlading via de bleederweerstand van 10 kOhm moet verlopen. Door de belasting wordt de restlading nu snel afgevoerd.)
.
r
'k. ~
,"r
..... ..... . .. ....
o
• ......
•
\
0.5 sec/div fig 2.17 Upr belast bij schakelende KVC.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
31
DOCUMENT: De
kV-~egeling
van de BV-25.
XDB042.05-2498
De spanning uit de I-~egelaa~ (anbelast). KVC : blakgalf 0 en 4 Volt, 50X dutycycle, pe~iade 5 sec. IBPRIM: 0 A. Resultaat: fig 2.18. Fig 2.18 geeft het ve~laap van de spanning uit de ~egelaa~ aan gemeten ap punt MP9 (Cannecta~ Xl:14). Deze spanning is gemeten bij 0.5 V/div en met een 10:1-p~abe. De spanning va~iee~t van 2.4 div (=2.4*.5*10 =12 Volt vastlapen apamp A2B) tat een ~impel ~and o. In deze ~impel zien we een klein negatief piekje. Dit negatief piekje heeft echte~ geen effect ap de uitgangsspanning (zie meting 3c). ~g~iQg ~9:
De spanning uit de I-~egelaa~ (belast). KVC : blakgalf 0 en 4 Volt, 50X dutycycle, pe~iade 5 sec. IBPRIM: 1 A. Resultaat: fig 2.19. Fig 2.19 geeft nagenaeg hetzelfde ve~laap wee~ als dat van meting 3a, maa~ n I v en belasting van angevee~ 1 A. We zien dat het vlakke stuk ij fata 5ihie~ antb~eekt. De ~egelaa~ laapt niet mee~ vast daa~ de snel e on ad ing "i1~n r:;Ie el co vi a deb bel asti ng. IJ 0l(M.. A..z); /V "- Lth-t:/f. (UVl ~r:t~ ~§~iD9 ~~: De spanning V~ef bij een anbelast systeem. KVC : blakgalf 0 en 4 Volt, 50X dutycycle, pe~iade 5 sec. IBPRIM: 0 A. Resultaat: fig 2.18. Voa~ de invlaed van de ~egelaa~ ap het uiteindelijke stuu~signaal V~ef heb ik V~ef gemeten ( MP10 SE33 cannecta~ Xl:19). Dit signaal (fig 2.18 ande~aan) ziet e~ p~aktisch hetzelfde uit als de uitgang van de integ~ata~. Het g~aatste ve~schil is dat het signaal ve~schaven is daa~ taedaen van de feedfa~wa~d-bijd~age van KVC en de statianai~e te~men met -15 V. V~ef ligt ~and 5 Volt (=1 div * 0.5 V/div * 10) welk de tapwaa~de is van de zaagtand waa~uit de antsteekpulsen vaa~ de thy~ista~ gemaakt wa~den. Het ged~ag bij een 1 Abelasting was van saa~tgelijke va~m als fig 9 en is daa~am niet a'fged~ukt• ~g~iQg ~~:
AJt:.'t:"
ALltha~
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
32
v
DOCUMENT
De kV-regeling van de BV-25.
r
\0~
PWRSMDV 0
+ 11
l
~
-
o
,
t
1"'uitgang I-regelaar
0
... o
"..
..... Vref
XDB042.05-2498
......
sv
S~ l
o
0
0.5 sec/div fig 2.18 Vref + uitgang integrator bij een onbelast systeem.
PWRSMDV
"
o 1\
o
&
'\,
Lli tgang I-regelaar
oy
I\.
o
0.5 sec/div fig 2.19 uitgang integrator bij een belast systeem.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
33
DOCUMENT: De
kV-~egeling
van de BV-25.
! XDB042.05-2498
1: Up~ belast bij inschakelende KVC met g~ote stap. KVC blokgolf 0 en 6 Volt, 50% dutycycle, pe~iode 5 sec. IBPRIM: 1 A. Resultaat: fig 2.20. Bij een g~ote~e stap KVC van 0 tot 6 (PWR van 0 (eigenlijk ± 25 V) tot 175 volt ve~toonde het geheel een soo~tgelijk ve~loop als bij de kleine~e stap. Fig 2.20 laat KVC en PWRSMDV zien bij een belasting van 1 A. De tijdschaal is 50 msec/div. Op kanaal A PWRSMDV 0.1 V/div en 10:1 p~obe, kanaal B KVC 5 V/div geen p~obe.
~§iing
, •
! l
KVC
I
I(V~
~ Il"""
I
F'WF~SI"1DV
J
.J " -IIV
50 msec/div fig 2.20 uitgangspanning bij belast schakelen van KVC 0
Autho~
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
naa~
Page
6.
34
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
!
XDB042.05-2498
~: Het onbelast uitschakelen van KVC=8 naar 2 volt. KVC blokgolf 2 en 8 Volt, 50% dutycycle, periode 20 sec. IBPRIM: 0 A. Resultaat: fig 2.21. Bij de laatste metingen ben ik uitgegaan van een stap van KVC = 2 naar 8 Volt. (Upr 240 naar 58 Volt) blokgolf peri ode 20 sec duty e 50%. In fig 2.21 zijn weergegeven PWRSMDV, bovenste kramme, en KVC. De tijdschaal is 0.5 sec/div, Va 0.1 V/div 10:1 probe. pmerkelijk hierbij is de overshoot (in fei,te undershoot) van PWRSMDV. Er wordt te lang ontladen. Ik vermoedl dat dit veroorzaakt wardt door de vertraging door de regelaar en van KVC. Hierdoor r-eageert de actuator- te I aRt.. op. de actuel e setpoi nt en meetwaarde F.'WRSMDV. /). .1. ~t eli. ~""k4~ ~~tiD9
~ .
ole ,~.NvICU"~
2.
j
•
.
~
\, \,
"
sa
~
o o
z
S $CC
50 msec/div fig 2.21 Het onbelast uitschakelen van KVC=8 naar 2 volt.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
35
v
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
Om het PSI-model met de metingen te vergelijken heb ik de zelfde stappen met het PSI-model. doorlopen als bij de metingen. Verder heb ik, omdat de reden dat de undershoot optreedt nog niet duidelijk was, enkele simulatie's uitgevoerd waarbij het model niet meer geheel aan de werkelijkheid voldoet. Bij deze simulatie's is de KVC-delay en de feedforward gevarieerd. AIle berekeningen zijn uitgevoerd bij een integratie-interval (DT) van 0.1 msec (lE-4 sec). Bij deze tijd worden er lE-2/1E-4=100 punten per periode (100 Hz) berekend van de aangesneden (dubbelzijdig gelijkgerichte) sinus. Dit integratie-interval geeft goede resultaten bij een vrij lange rekentijd: + 700 sec rekentijd voor 1 sec simulatie. DT sec
: duur lsec : zichtbaar verschil : simulatie : tOY DT=lE-4 voor DTT=l s
-----+-----------+----------------------------------------
2E-4 lE-4 5E-4
370 sec 700 sec 1300 sec
opstarten, flank KVC, ontladen negatief n.v.t. geen
tabel 2.2 Invloed integratie-interval op resultaat. De potmeter R2 (KD:R2)
is voor het PSI-model ingesteld op 37 kOhm.
~~~~ll Bf~ilt~QQ~ ~ig~Q2£b~QQ§Q Y-~Q b~t E§l=mQQ~l t~Q QQ~i£bt~ Y-~Q Q~ ~~ct~liltb§iQ~
1) Het PSI-model kent geen vastlopen. De I-regelaar wordt niet geremd door een voedingsspanning maar kan 'onbeperkt' door integreren. De fout die hierdoor onstaat verlengt hooguit de responsietijd. Ook bevat het PSI-model geen dode zone zoals de controlled rectifier die heeft als de spanning over de elco rond de 25 Volt komt. In werkelijkheid stopt nu elco-discharge terwijl bij PSI dit door gaat zelfs als de elcospanning 0 is geworden (omdat elco-discharge pas na de eerst volgende ontsteekpuls uitgeschakeld wordt). Het afschakelen naar 0 V komt normaal aIleen voor bij het definitief uitschakelen. Tijdens werkzaamheden staat de bUisspanning op minstens 40 kV ingesteld. 2) In het PSI-model werd KVC niet door een blokgolf gestuurd maar door het onderstaande circuit. Hierbij vertoont KVC een flank van hO naar hl op t=O sec en een flank op t=tl sec van hl naar h2. De waarden hO, hl en h2 en tijd tl zijn in te stellen.
+------+
IN:KVC
TIME
+-----+ 0--->: BNG :----> +-----+
hO
-----+
hl h2
+--------------
tl
0 IN:KVC,BNG,hl,h2,tl hO = startwaarde KVC (DIC) hl = parameter pl IN:KVC h2 = parameter p2 IN:KVC tl - parameter p3 IN:KVC
[0 V,10 V,10 [0 V,10 ,tl > 0
[I)
tijd
>
VJ VJ VJ s
fig 2.22 Aansturing KVC in het PSI-model. Autror : H.C.G. Boons
! Date:
86-07-01
Page
36
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
!
XDB042.05-2498
De 3) De buissimulator is door onderstaand schema voorgesteld. buisstroom wordt gelijk aan i zodra de spanning over de belasting groter wordt dan 0 V. IN:INPR IN:IBPR,BNG,O,i,O i = parameter p2 IN:IBPR
+-----+
UPR
BNG :---)
0---):
[0 A,
lAJ
+-----+
fig 2.23 Instellen primaire buisstroom in het PSI-model.
1: UPR berekenen bij schakelen van 0 naar 4 hO = 0 hl = 4 V, h2 = 0 V, tl = .5 s i = 0 A en 1 A Resultaat: zie fig 2.24. Dit resultaat komt goed met de resultaten van fig 2.15 en 2.17 overeen. De reden dat de rij puntjes uit fig 2.17 niet in fig 2.24 zichtbaar is ligt aan PSI. PSI tekent 101 punten (PSI-manual version 6.1 bIz 31). Dit betekent dat de samples om de 0.5/100= 5 msec liggen. Dit is net in de helft van de periode. Hierdoor worden pieken soms weI en soms niet meegenomen. De 'hapering' tijdens het opstarten blijkt door het aansturen met sinussen te komen. Voor deze stap (zie KC:CRPWR in fig 2.24) zijn 2 grote aansnijdingen nodig. (Door de beperkte resolutie van PSI worden aIleen aansnijdingen getekend die meer als een halve periode bevatten.) §im~!~ti§
§im~!~ti~ ~:
hO hl i
Vref en I-regelaar
=0 = 4 V, h2 = 0 A en 1
= 0 V, tl
=
.5 s
A
Resultaat: zie fig 2.25. Hierbij moet rekening gehouden worden dat de fig 2.18 en 2.19 bij een ander referentie punt is genomen als fig 2.25. Het resultaat uit de meting en van PSI komen goed met elkaar overeen als we opmerking 1 van paragraaf 2.5.1 in ogenschouw nemen. Verder blijkt dat de tijden ook overeen komen zodat het dus niet erg is dat het PSI-model niet vastloopt. §im~!~ti§ ~:
onbelast schakelen van 8 naar 2 hO = 2 hl = 8 V, h2 = 2 V, tl = .5 s i
=
0 A
Resultaat: zie fig 2.26. Dit resultaat spreekt voor zich.
AJthor
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
37
DOCUMENT
De
kV-~egeling
XDB042.05-2498
van de BV-25.
• .,-
...
.;~
~
-
II:
I;l~
L.,....o
I--
--
. .-
~
- J.
..
1lI~ ,l!!
~
~g
~
(fig 2.17 Belast) .;
........
~
1I
~-=
!.iI I
(I
=]1
:il! ~
!-
!
-
iii
II
;S
lISI
""
~
~
"
-
.:s ;;
\ a
<:.
•
~
.><:
iiI
.... !!'
:eli
1;:-
~
-.....
I
]II!...
ii:-
~
·
I!-
i=.
1lI
li!" ;:-<1
1lI~.1l
U ,ii.iI ~I
"iill
I; •
~il! ~iII
JL.
l.U
Ql
I;l
::>-
II
~
~ \
~
'>c
\~ 1
~
.l.I
II
~
~
'7
~
~
'll 1.1.
r-
,·
COli
·
~
-,
~
3
Q. ~
'j
,
~ ~
/.
\
til r-"
e lO:
fig 2.24a) Onbelast 2.24b) Belast (lA) schakelen met KVC van 0 naar 4. ALlthQ~
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
38
DOCUMENT
De
kV-~egeling
~
XDB042.05-2498
1 ~
!
o
van de BV-25.
..,
0
o
,v 1 ~
-t-0
~
+
...
0
~ 0
(fig 2.18 Onbelast)
o
•
•
+
~
ii=";
;;
-.J
.,;
-. -'"
'",
~
.:;
.. -= .. .. ':':'I.I'J ~
"!
iii::>
:.
•
0
jQ!",
0:..,
,....
(fig 2.19 Belast)
> !! I!
.1::::
t
.
t
~~ ,e
'" ..;
.!.
... I
...
..
~l£I
'" i'
~
,,::>
1!!'4t
",lij
~~
";~119
~
~
~
~ I
~
~
=::i
.
~
I ~
,.
;
=~
\)
.., '"
il
.
E
!!!
0 ....
+
.
i:
Ii:
~
;;
:~
~ii
~
----..
•.
0'"
~~
"
fig 2.25a) Onbelast 2.25b) Belast (lA) Vref en uitgangsspanning I-~egelaar. boven: meetresultaat, onder: PSI-resultaat. Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
39
DOCUMENT
XDB042.05-2498
De kV-regeling van de BV-25.
•
i \
I
~
~
-
~
I
.
I
I
I
I,
I
j
\{,
t
I
t
"-~--'-I
I
!
I",
I
I
I 1
i
sl o
i
~
,
o
S ICC
j (fig 2.21 Onbelast)
JJJ:If"'--....,......-r----"'T--r--.---,r----.--...,....--=-~""'"""T-"""T'"-....,......-r__~-..,
KVC
-
I!J
ITZ.~
III' h
I~
tL1,.',... ...
0
A
ta . . . .
fig 2.26 Onbelast afschakelen van KVC 8 naar 2. boven: meetresultaat. onder: PSI-resultaat.
Author-
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
40
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
§im~!~~ig ~:
hO hl i
=0 = 4 V, = 1 A
XDB042.05-2498
varieren van de KVC-delay. h2
=
4 V, tl
=
0.5 s
Resultaat: fig 2.27 OorspronkeliJke waarde KD:Cl: 2u2 Uit fig 2.27 voIgt dat een vertraging noodzakelijk is (hoe kleiner Cl kleinere vertraging) am een overshoot (Oul curve) en daarmee een vertraging van het totale settling time tegen te gaan. De overshoot die optreedt blijkt tevens een undershoot ten gevolge te hebben waardoor de totale settling time vergroot wordt. Deze undershoot blijkt altijd op te treden als elco-discharge actief wordt. En dat is dus altijd wanneer er grate spanningsdalingen uitgevoerd moeten worden. Uit de simulatie-gegevens voIgt dat een kleinere vertraging mogelijk is en dat dat een kortere settling time oplevert. Bij deze korte settling time zal echter de stroom gedurende het inschakelen drastisch verhoogd worden omdat gedurende kortere tijd dezelfde hoeveelheid lading door de thyristoren getransporteerd moet worden. Een kleinere vertraging vereist hierom zwaardere en dus duurdere componenten.
II" £ A "II: -151
-15
•
fig 2.27 Variatie van de KVC-delay door KD:Cl.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
41
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25. §im~1~1i§ ~:
hO h1 i
=0 = 4 V, = 1 A
XDB042.05-2498
varieren van de feedfarward. h2
=
4 V, t1
=
0.5 s
Resultaat: fig 2.28 Oorsprankelijke waarde KO:RCON : 61k9 De feedfarward blijkt valgens fig 2.28 vaarnamelijk de grate van de uiteindelijke uitgangsspanning te bepalen. Vaar een kleine waarde van Reon (10k) treedt weer de over- en undershoot ap zoals in fig 2.27 .
.z
~fil::::0k _~
. ~~ ! ,ok. (;.'F
V~
,,*' 11D" I
IrO:RCON
"-/'
kvt nil: -lSI
o.r- ot
~A
-lSI
-IS
fig 2.28 Variatie van de feedforwardbijdrage van KVC door f:::D: RCON.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
42
DOCUMENT: De kV-regeling van de BV-25.
9: de undershoot bij afschakelen KVC. hO = 4 h1 = 3 V, h2 = 3 V, t1 = 0.5 s i = 0 en 1 A Resultaat: fig 2.29 In fig 2.29 zijn 2 curven getekend. De eerste voor onbelaste Upr en de tweede voor belaste (1A). Het is duidelijk dat in het onbelaste geval de uitgangsspanning amper daalt door de bleederweerstand Rs van 10k. Hierdoor moet hier na 50 msec via elco-discharge de spanning verminderd worden. Bij het belaste geval hoeft dit niet omdat de belasting de spanning snel genoeg laat dalen. Bij het belaste geval treedt geen undershoot op, terwijl dit bij het onbelaste geval weI zo is, zit tijdstip t=O.4 sec. Als we het stabilisatie niveau van het belaste geval doortrekken en vergelijken met het actuele UPRwaarde van het onbelaste niveau blijkt dat DSCMD veel te lang actief blijft.
XDB042.05-2498
9im~1~ti§
Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de fout tussen KVC en PWRSMDV niet direkt op DSCMD doorwerkt maar pas na integratie. Hierdoor onstaat een vertraging. De integrator moet aIle negatieve fouten, die onstaan zijn terwijl PWRSMDV groter was als KVC (tijdens de 50 msec delay), wegintegreren door positieve fouten. Het antI aden van Elco-Discharge stopt namelijk pas als de integrator een positieve uitgangswaarde levert. In het geval van een KVC-daling, waarbij aIleen de belasting de elco ontlaadt, is de snelheid van de integrator gelijk aan die van het systeem. Indien door elco-discharge ontladen wordt is de snelheid van het systeem vergroot en is het systeem te snel zodat de integrator niet meer goed kan volgen.
~
~
~
-
-=oIII !!!
~
I
~
EO
..
5... ...
--
111"'-
.. . . .... .....
11
.
~
.III
I
-
...~ ~
~
'..."
~
~
-
...~ ",'"
.....
III
0
~~
,," ... ....
om
..
0,
!1! ii
i!
....
l'
.. •
:
~
.III r-
.0
..
~
..
•
0
o
0
..
!Q
~
I
.. .
Author
H.C.G. Boons
-
0
-
III
~
om
'0, fig
..
...
!Q
0
De undershoot wordt dus veroorzaakt door een volgfout bij grote kvcdalingen waarbij elco-discharge ac:tief wordt.
..
...
~
2.29 KVCdaling van 4 naar 3 voor belast (lA) onbelast systeem.
Date: 86-07-01
Page
en
43
DOCUMENT: De
kV-~egeling
van de BV-25.
! XDB042.05-2498
Op ve~zoek van C de Goey heb ik in het model een tijdelijke netspanningsdaling van 20% gedu~ende 1 sec gesimulee~d. Het ve~zoek van C de Goey volgde op een meting waa~bij een ~ondgaande ve~ste~king van 40 was gemeten voo~ de kV-~egeling te~wijl 80 be~ekend was. Het PSI-model gaf als ~esultaat dat 20% daling ~esultee~de in een daling van de p~imai~e spanning Ubp~im met 0.6 V (t.o.v de oude waa~de van 138 V is dit 0.5 X). Dit komt ove~een met een ~ondgaande ve~ste~king van 40. Dit is dus wee~ een ~esultaat waa~bij het PSI-model met de we~kelijkheid ove~eenstemt.
Het
PSI-model voo~ de Cont~olled Rectifie~ en de kV-~egeling is te en klopt met de we~kelijkheid. De niet-ve~wachte unde~shoot bij g~ote stapvo~mige KVC-dalingen wo~dt ve~oo~zaakt doo~ een volgfoLlt van de integ~ato~. Doo~ de opbouw van het BV-25 systeem, waa~bij KVC niet met g~ote stappen kan ve~ande~en, is dit in de p~aktijk niet van wezenlijk belang. ve~ifie~en
ALltho~
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
44
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
Zoals del en:
in
de
XDB042.05-2498
uit
inleiding is verteld bestaat de mA-regeling
1) de gloeistroom-regeling, brengt en houdt.
die de gloeistroom op
twee
setwaarde
een
die aIleen in het geval van doorlichten 2) de buisstroom-regeling, de gloeistroomsetwaarde aan de hand van de buisstroom kan bijregelen. Deze twee delen en de la-If overdracht van de rontgenbuis zullen in dit hoofdstuk beschreven worden. In fig 3.1 staat een overzicht van de mA-regeling met daarin de verschillende blokken en de paragraafnummers waarin die blokken besproken worden.
preheat+---+ +-----+ :\ : :kV / :~ASET +------------+Iac: \ : ifset+-------------+if +------+ia KVC 0--->: / \-----)(X)---): Buisstrool :-----):---:-----}: Gloeistrool :---}: Rft :---+--) + ~ : regeling: : / : : regeling : buis : : / IA: +-----+ +------------+:/: +-------------+ +------+ par 3.3.1 par 3.3.3 opnale+---+ par 3.2 par 3.1.1 lodecontrol par 3.1.2 Vib+------------+ia +-----: Buisstrool :(----------------------------------------------+ uting +------------+ par 3.3.2 fig 3.1 overzichtschema mA-regeling
Author
H.C.G. Boons
(met paragraafnummers).
Date: 86-07-01
Page
45
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
De gloeistroomregeling heeft tot doel de kathode op te warmen zodat thermische emissie kan plaats vinden. Hierdoor is de kathode uitgerust met een gloeidraad. Voor het gebruik van twee foci is de kathode van de rontgenbuis in de BV-25 uitgerust met twee gloeidraden. Beide gloeidraden worden voorzien van een gloeistroomtrafo. De gloeidraad wordt gekozen met het SLRGMOHCsignaal [Select LaRGe Mode High loCmosJ. De primaire gloeistroom wordt met behulp van een relais door de gloeistroomtrafo van de door SLRGMOHC aangegeven gloeidraad gestuurd. In de BV-25 is de gloeidraad tevens de kathode.
preheat+---+ +-----+ :\ : :kV I :~ASET +------------+ lac: \ : ifset+-------------+if +------+ia KVC 0---): I :-----)(X)---): Buisstrool :-----):---:-----)1 6loeiltrool 1--->: RO :---+--} : I IA: + t - : regeling: :I : : reg.ling : buis : +-----+ +------------+:1 I +-------------+ +------+ opnile+---+ AAA
lodecontrol Vib+------------+ia
+-----: Buisstrool :(----------------------------------------------+ leting +------------+ fig 3.2 De plaats van de gloeistroom-regeling regeling.
(donker)
in de mA-
Deze paragraaf is onderverdeeld in twee stukken: 1 De werking van de gloeistroomregeling. 2 De vorming van de stuurspanning voor de gloeistroomregeling. Dit is het blok dat in fig 3.1 door modecontrol is aangegeven.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
46
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
De gloeistroomregeling bestaat uit een gestuurde stroombron en een proportionele regelaar, fig 3.3. De stroom uit deze stroombron wordt door een chopper (600 Hz) aan een van de twee primaire takken van de gloeistroomtrafo toegevoerd. De gezamelijke middenaftakking is met behulp van een Kleine meetweerstand (in werkelijkheid 2x 1 Ohm parallel) aan aarde gekoppeld. De gloeistroom aan primaire zijde van de trafo is hiermee als spanning te meten. Deze spanning wordt gebruikt als Istwert voor een regelversterker. In deze versterker wordt de Istwert vergeleken met de sollwert en hiermee wordt de stroombron bijgeregeld. De regellus is dus zuiver proportioneel.
-[
oOOH, '''opper
,
'w't4 •• t
••
If
qloe •• t rao.-
v,fa
R1
"1
-
+ " f
I.
It ••• t
fig 3.3 De gloeisstroom regeling zonder setpointvorming. Om de gloeidraad tegen doorbranden te beschermen is buiten de regellus om een stroombegrenzing aangebracht. Zodra hier een te grote stroom wordt gedetecteerd wordt de stuurspanning van de stroombron negatief gemaakt waardoor de stroombron geen stroom meer levert. Stel de stuurspanning (setpoint) is Vifset en de primaire gloeistroom is Ip. Door de opbouw van de regelversterker met de grote terugkoppel weerstand Rt (332k) in vergelijking met de ingangsweerstanden Rs en Ri (475 en 4k75 Ohm) is de stroom door Rt te verwaarlozen (net als de ingangsstroom van de opamp). Er geldt dus dat de stroom door Ri gelijk is aan de stroom door Rs. Door het virtuele aardpunt van de opamp is deze stroom dus gelijk aan: i
=
Vifset /
(3.01)
Rs
Beschouwen we nu de spanning over de meetweerstand(en) Rmeet. Omdat Ri veel groter is dan Rmeet zal de stroom Ip praktisch helemaal door Rmeet gaan en slechts een zeer klein deel (= i « Ip) door Ri. Er geldt dus voor de spanning Vif over Rmeet: (3.02)
Vif = Ip . R meet De uitdrukking voor i ten gevolge van Vif is:
(3.03)
i == - Vif / Ri Vifset / Rs = Ip
=
Ip • Rmeet / Ri
(3.04)
Vifset • Ri (3.05) Rmeet . Rs
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
47
DOCUMENT
De mA-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
Formule (3.05) geeft een uitdrukking voor de primaire gloeistroom. Met behulp van de transformatieverhouding n voor de in benadering ideale gloeistroomtrafo geeft dit voor de gloeistroom de volgende uitdrukking: n . Vifset . Ri (3.06) I f = Ip n = Rmeet . Rs Deze uitdrukking geldt zolang de stroombegrenzer niet ingrijpt. Door de opbouw van het systeem zijn aIle tijdvertragingen ten gevolge van candensatoren en paracitaire induktiviteiten verwaarloosbaar ten opzichte van de tijdvertragingen verderop in de Ius (gloeidraad). Het PSI-model van formule (3.06) staat in fig 3.4 en spreekt voor zich.
verder
n +-----+ +-):
Vifset
0----):
+-----+
MUL :------): DIV
+-): +-----+
:---->
If
+-): +-----+
Ri +------+
Rs 0--'>: Rmeet 0-->: MUL -1
0--->:
:----+
+-----+
(-1,Ri,Rs,Rmeet en n zijn CON-blokken)
fig 3.4 Model gloeistroomregeling.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
48
! XDB042.05-2498
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
~
P~T~1
__
~
~ i
R• .,.....__I--.........,----'-'!-
Yin, qIDei ~trDD. RJlS
__
""'
...
fig 3.5 Vorming gloeistroomsetpoint Vin uit verschillende bijdragen. De stuurspanning Vin voor de gloeistroomregeling bijdragen worden samengesteld, fig 3.5. Dit optelopamp. De bijdragen kunnen zijn:
kan uit diverse gebeurt met een
1)
Preheating (voorverwarming). Indien altijd opgestart moet worden met een koude gloeidraad duurt het veel te lang voordat deze op temperatuur komt. Door het toepassen van preheating wordt voor de gloeidraad een hogere (start)temperatuur verkregen. De hiervoor benodigde stuurspanning wordt verkregen door een vaste (weerstand VOORINST) en een instelbare waarde (potmeter POTM1). Deze laatste waarde heeft aIleen invloed als het groot focus gebruikt wordt (SLRGMOHC=true). Het gebruik van het groot focus betekent een grotere buisstroom maar ook een grotere warmtecapaciteit van de gloeidraad en kathode (in de BV-25; gloeidraad kathode). Het duurt hierdoor langer voordat de kathode op temperatuur is en dus wordt er extra preheating met behulp van de bijdrage van POTM1 toegepast.
2)
Radiography (Opname). Bij een opname is door de korte tijdsduur een grote rontgendosis nodig om de film te zwarten. Men neemt bij opname daarom altijd het groot focus. Tijdens opname is het signaal EXPRCMHC [EXPosuRe CoMmand High loCmosJ actief. Het is vanwege de korte duur niet mogelijk om gedurende de opname de buisstroom bij te regelen. Men neemt bij opname een vaste gloeistroom zodat een vaste buisstroom (20 mAl verondersteld mag worden. De stuurspanning wordt net als bij preheating verkregen door een instelbare waarde (POTM2). Voor de compensatie van de buisdurchgriff (zie hoofdstuk over Rontgenbuis) is een (hoog)spanningsafhankelijke bijdrage ingebouwd. Deze vermindert Vin na gelang de KV-setpoint KVC hoger is. Dit is met behulp van de inverter en potmeter POTM3 geimplementeerd.
f':iuthor
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
49
DOCUMENT: De 3)
mA-~egeling
van de BV-25.
lange belichtingsis het mogelijk om de buisst~oom Dit gaat via de setwaa~de Vmac uit de buisst~oom~egeling. 'Fluo~oscopy'-mode wo~dt ingeschakelt zod~a men het klein focus kiest (SLRGMOHC=false). Deze ~egeling wo~dt late~ in dit hoofdstuk besp~oken.
Fluo~oscopy
tijden
bij
(Doo~lichten).
een lage te ~egelen.
Bij
! XDB042.05-2498
doo~lichten,
~ontgendosis,
AIle instellingen aan de gloeisst~oom~egeling (POTM1, POTM2 en POTM3) in de fab~iek gedaan aan de hand van metingen. Zij zijn voo~namelijk bedoeld voo~ het compense~en van tole~antie's in de wo~den
geb~uikte onde~delen.
Het PSI-model van de ve~schillende bijd~age staat in fig 3.6. Dit model is echte~ niet e~g zinvol omdat men p~aktisch nooit tijdens een simulatie van aIle mogelijke toestanden geb~uik maakt. Het is aan te ~aden om voo~ een simulatie aIleen de fakto~en mee te nemen die men wenst te geb~uiken.
Voorinst
0-------------------------+ ITOT +-----+
Preheat
0------------:0
MAC
0----(61)---):0
REL:
+-----+
+--->:
\ 0:---------->:
ADD :---(63)----> Vifset
+--) I
+-----+
+-----+ .t. I
SLR6MOHC
0---------------+
KVC Opnallle
... I
EXPRCMHC
0------------------+
fig 3.6 PSI-model
vo~ming gloeist~oom-setpoint Vifset.
naam type VOORINST CON P~eheat CON Opname CON G1 DIV G2 DIV G3 MUL
uitgang +10/R38 +10/POTM1 +10/POTM2 VMAC/R41+R42 KVC/POTM3 ITOT*R39
KVC MAC SLRGMOHC EXPRCMHC
stuu~spanning
dimensie A A A A A V
i ng digitaal signaal digitaal signaal
V V
stLILI~spann
(actief 1/ false 0) (actief 1/ false 0)
tabel 3.1 De signalen in fig 3.6.
Autho~
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
50
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
Om de invloed van de rontgenbuis op de mA-regeling in het model brengen moet de volgende relatie bekend zijn: <3.
Ia = f(If,Ubuis)
te
(7)
Hierin is Ia de buisstroom, If de gloeistroom en Ubuis buisspanning. In het werkgebied voor een rontgenbuis geldt dat buis verzadigd is. Oat wil zeggen dat Ia onafhankelijk is van buisspanning.
de de de
In fig 3.7 staat een eenvoudig warmtemodel van de gloeidraad afgebeeld waarin geldt: P = het toegeveerde vermogen P=If 2 .Rel met: If = gloeistroom, ReI = ohmse weerstand van de gloeidraad Rth = de afkoeling in K/W Cth = de warmtecapaciteit van gloeidraad en kathode Temp = de absolute temperatuur uitgedrukt in Kelvin.
+---------------+--------+---------0 + ( (
) )
·t· F'
[
I
_...!...-
Cth
]
[ ] Rth
Temp
+---------------+--------+---------0 fig 3.7 Een eenvoudige warmtemodel van de gloeidraad. Hierin geldt dat: T
Temp
=
1/Cth
J
-00
<3.08 )
Temp/Rth) dt
Voor het bepalen van formule lineaire relatie's:
(3.07) gelden nu nog de volgende
1)
P = If 2 .Rth waarbij Rth = f(Temp) een niet-lineaire functie de temperatuur is.
2)
Ia = f 1
nietvan
Ubuis => 40 kV (werkgebied BV-25) Ubuis < 40 kV Ubuis = 0
waarbij f1 de formule van Richardson voorstelt: -b la = 60.Temp2.exp(----) Temp
<3.09 )
met been buisconstante. Zie: Elektronisch Vademecum deel 1 pagina 213 tIm 215 Kluwer technische boeken, 1980. Veor een praktisch bruikbare uitdrukking voor formule (3.07) ga ik uit van de, door de fabrikant opg~geven, la-If characteristiek van Author: H.C.G.
Boons
! Date:
86-07-01
! Page :
51
DOCUMENT: De de
mA-~egeling
van de BV-25.
XDB042.05-2498
~ontgenbuis.
fig 3.8 De la-If cha~acte~istiek van de FO 14 ~ontgenbuis. B~on: buisgegevens FO 14, fa C.H.F. Mulle~ 821207. Uit de la-If cha~acte~istiek van de FO 14 buis uit de BV-25 blijkt dat deze cu~ven, fig 3.8, p~aktisch een ~echte lijn voo~stellen. In deze log-lin g~afiek betekent dit dat het ve~band de volgende vo~m heeft: If
= a.
la
=
Uit de
1 0
I og ( I a ) + b (3.10)
a
10
g~afiek,
fig 3.8, zijn de volgende gegevens gehaald: punt 1
Cu~ve l_fQ~~§
h~_l
__lf__ ~ __ I~
punt 2
be~ekend
:__lf__ ~ __ I~ __l __ ~
~
__ Q
1
I I
klein klein
50 100
2.05 1. 99
, o. 1
3.40 3.40
,
g~oot
50 100
2.31 2.26
, o. 1 o. 1
3.62
,
3.59
g~oot
O. 1
tabel 3.2) Bepaling pa~amete~s uit met If in A en 121. in mAo Uit
de
30 30
0.54 0.55
2.59 2.54
30 30
().53
0.53
2.84 2.79
g~afiek.
pa~amete~s
voIgt dat de spanningsafhankelijkheid van de a minde~ is als voo~ pa~amete~ b. In het model heb ik de deze spanningsafhankelijkheden, die samen de Du~chg~iff van de ~ontgenbuis vo~men, ve~waa~loosd. Ve~de~ ga ik in het PSI-model "aIleen uit van doo~lichten (klein focus). pa~amete~
Autho~
H.C.G. Boons
Date:
86-0~'-O1
Page
52
XDB042.05-2498
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
De enige belangrijke tijdafhankelijkheid in het gloeistroom-circuit en de rontgenbuis is de gloeidraad. Een uitdrukking om de tijdafhankelijkheid te kunnen bepalen, bijvoorbeeld thermische weerstand Rth of warmtecapaciteit Cth, zijn in de buisgegevens echter niet terug te vinden. Dit komt doordat in de energiehuishouding de gloeidraad een kleine rol speelt (20 W voor gloeidraad + kathode ten opzichte van 2000 W in de anode). Ook het feit dat bij M.S.D. nog amper met tijdsresponsie's wordt gewerkt kan hier debet aan zijn. Om de tijdconstanten van de gloeidraad te weten te komen was eerst de volgende meting bedacht. Met behulp van een stroombron wordt de gloeidraad verwarmd. Het spanningsverloop wordt als funktie van de tijd geregistreerd. Hierdoor is de weerstand als functie van de tijd te meten. Met behulp van een temperatuur-weerstand tabel van wolfraam kan nu het temperatuursverloop bepaald worden. Bij het meten aan autolampen van 12 en 24 V meting praktisch niet-reproduceerbaar was en van de meting te wensen overlaat. Voor inschakeltijd van 0.1 tot 0.5 sec afhankelijk rontgenbuis neem ik een tijdconstante van 0.1 settling time van ongeveer 0.3 sec.
De volgende doorgevoerd: 1
vereenvoudigingen
heb
ik
vertraging t.g.v. gloeidraad als lineaire RC-tijd van 0.1 sec; UIT
bleek echter dat zo'n dat de nauwkeurigheid autolampen geldt een van de stroom. Voor de sec aan. Dit geeft een
in
het
doorlicht-model
IN
= -------1 + RC.s
geen durchgriff;
2
Van
beide
Ia
=
If-2.55
10
(-------) 0.54
vereenvoudigingen is een PSI-model bepaald,
fig
3.9
en
3. 10.
+-----+ +-----+ +-----+ IN o---->:+SUB l---->: DIV :---): INT :--+--) UIT +-): +-): +-----+ +-----+ +-----+ tijdconstante +----------------------------------+ fig 3.9 PSI-model tijdvertraging gloeidraad. +-----+ +-----+ +-----+ If o----):+SUB :----): DIV :---): EXP :---) Ia +-):+->: +-----+ +-----+ +-----+ b a fig 3.10 PSI-model Nu
voIgt
nog
de
la-If overdracht gloeidraad.
volgorde
Author: H.C.G. Boons
waarin de twee ! Date:
blokken
86-07-01
in
het
model
Page : 53
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
opgenomen moet worden. Omdat in werkelijkheid eerst de gloeidraad opgewarmd wordt (zie punt 1 par 3.2.1) heb ik het model van de RCtijd, fig 3.9, eerst genomen en dan het model van de niet-lineaire formule, fig 3.10. De eenheidsstapresponsie van dit model staat in fig 3.11, ter vergelijking is de responsie van het systeem waarbij de volgorde is omgedraaid (eerst niet-lin dan RC-tijd) ook weergegeven.
1
IFSET
IASET
~
Eenheidsst~presponsie
6LOEIDRAAD
IFSET 6loeistrooa-setpoint (IFSET st~pt op t=O sec IAACT
/
IASET buisstrooa-setpoint (d.i. door RC-net.erk
v~n
0
n~~r
vertr~~gde
IFSETI
IAACT buisstrooa ~ctu~l (d.i. IASET n~ niet-line~ire be.erkingl Uitgezette grootheden zijn op genoraeerd
oo
II
l' settling tin IASET
I
eind.~~rde
settling tin IAACT
I
fig 3.11 Eenheidsstapresponsie PSI-model gloeidraad. Uit de eenheidsstapresponsie blijkt dat de settling time (d.i. tijd waarin het systeem tot binnen 951. van de eindwaarde is gekomen en blijft) door de niet-lineaire overdracht vergroot wordt tot 0.45 sec. De vorm van de stapresponsie komt overeen met de vorm van de spanningsverloop van gloeilampen bij het aanbrengen van een stroombron.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
54
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
De buisstroomregeling regelt de buisstroom naar de gewenste waarde Dit gebeurt vanwege de traagheid van de uit de kV-mA-curve. Bij opname doet deze regeling gloeidraad aIleen bij doorlichten. n i ets. prl!hl!at+---+ :\ : :tv I :~SET +------------+liC: \ : ifsl!t+-------------+if +------+ii KVC 0---): I :-----)IXI---): Buisstrool :----->:---:----->: 61al!istraal :---): RO :---+--) : I IA: +. - : regeling: :1: : rl!geling : buis : +-----+ +------------+:1: +-------------+ +------+ apnul!+---+ +-----+
1',1',1',
ladl!cantral Vi b+------------+ii
+-----1 Buisstraol 1(----------------------------------------------+ leting +------------+
fig 3.12
De plaats van de buisstroom-regeling (donker) mA-regeling •
in
De bUisstroomregeling, zie fig 3.12, bestaat uit de volgende delen: 1) De kV-mA-curve 2) Het circuit dat de buisstroom meet 3) De regelaar
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
55
de
DOCUMENT: De
mA-~egeling
van de BV-25.
XDB042.05-2498
De kV-mA-cu~ve bepaalt uit de setpoint van de kV-~egeling KVC de setpoint voo~ de mA-~egeling. Eigenlijk moet hie~ in plaats van mA~egeling buisst~oom~egeling staan maa~ omdat de buisst~oom~egeling de rnA doo~ de buis ~egelt noemt men deze laatste ook weI de mA-~egeling. De kV-mA-cu~ve is een expe~imenteel bepaald ve~band. Dit ve~band is bepaald zodanig dat de buis- en st~alingsbelasting zo klein mogelijk is. Het voIgt uit de intensiteit en ha~dheid van de ~ontgenst~alen als functie van mA en kV. Omdat in de fo~mule van ~ontgen-intensiteit, X=c.mA.kVP, de mA slechts lineai~ aanwezig is zou men, indien men aIleen de rnA ~egelt, bij een te donke~ beeld geneigd zijn de mA zo ve~ op te sch~oeven dat de ~ontgenbuis (g~oot ve~mogen) en de patient (g~ote abso~btie) te zwaa~ belast wo~den. Ook zou men aIleen de kV op kunnen sch~oeven. Deze te~m is in hoge~e o~de in de intensiteit aanwezig zodat het beeld bete~ belicht wo~dt. Het nadeel is echte~ dat e~ ha~de~e st~aling onstaat en het beeld dus minde~ kont~ast bevat. Doo~ de helling dmA/dkV te va~ie~en kan een bepaald we~kgebied gekozen wo~den. 40-50 kV: E~ wo~dt zachte st~aling met ge~ing doo~d~ingend ve~mogen gegene~ee~d. Dit geeft een g~ote st~alingsbelasting voo~ de patient doo~ de g~ote abso~ptie. Bij een donke~ beeld laat men de buisst~oom mA slechts weinig toenemen zodat e~ ee~de~ een hoge~e buisspanning kV genomen zal wo~den. 50-70 kV: De ha~dheid van de gegene~ee~de st~aling geeft een goed kont~ast. Hie~doo~ wo~dt bij een te donke~ beeld de mA ste~k ve~hoogd zodat de kV slechts weinig ve~ande~d. Dit is het gebied dat in de medische diagnostiek het meeste wo~dt geb~uikt. 70-100 kV: E~ wo~dt ha~de st~aling gegene~ee~d omdat het objekt slecht doo~d~ingbaa~ is. Hie~doo~ ve~hoogt men lieve~ de ha~dheid van de st~aling doo~ de buisspanning te ve~hogen. De buisst~oom neemt slechts weinig toe om de buisbelasting te bepe~ken.
De
kV-mA-cu~ve
uit de BV-25 is geschetst in fig 3.13 • ... ,\., .1'- \,
8.1.
U
,
I
1D" i
fig 3.13 In
de
kV-mA-cu~ve
BV-25
knikve~ste~ke~
III I IV
van de BV-25.
was de kV-mA-cu~ve v~oege~ geimplementee~d. Tegenwoo~dig
in een zogenaamde gaat men mee~ ove~ op
een digitale oplossing: PROM en DAC. Autho~
: H.C.G. Boons
! Date:
86-07-01
Page
56
DOCUMENT
De
mA-~egeling
van de BV-25.
XDB042.05-2498
Het voo~deel van een digitale kV/mA-cu~ve is: eenvoudige ve~ande~ing van de cu~ve doo~ he~-p~og~amme~en van de (e) PROM. mogelijkheid om alle ve~banden te gene~e~en. mogelijkheid om de cu~ve aan de omstandigheden aan te passen (mee~de~e cu~ven in ~~n PROM). Het nadeel: dus niet aIle waa~den mogelijk (bij de tegenwoo~dige bouwstenen is een voldoend g~ote ~esolutie mogelijk). sample-f~equentie. Doo~ de t~age gloeid~aad is zelfs een lage sample-f~equentie van 100 Hz al vele malen snelle~ als het systeem. digitalise~ing
De Cu~ve is zodanig opgebouwd dat de ove~d~acht 3 V/mA is. zeggen: 3 V stuu~spanning pe~ gewenste mA buisst~oom ~
wil
Dit
v
de opbouw van de hoogspannings-'tank', zie inleiding, is het eenvoudig mogelijk om de buisst~oom te meten. Men heeft hie~toe een wee~stand tussen de twee delen van de hoogspanningsgelijk~ichte~ aangeb~acht. De gelijkst~oom ia doo~ de buis geeft hie~ove~ een spanning Vib volgens de volgende ~elatie: Doo~
Vib
=
(3.11)
R • i a
Het zal duidelijk zijn dat, omdat ia altijd van anode naa~ kathode loopt vanwege het gelijk~icht-effect van de ~ontgenbuis, Vib altijd negatief (of nul) zal zijn. van hoogf~equente sto~ingen ten gevolge van de en choppe~ wo~dt de spanning Vib gefilte~d met een laagdoo~laatfilte~ en in een lx ve~ste~ke~ gebuffe~d, zie fig 3.14.
Voo~
het
onde~d~ukken
hoogspanningst~afQ
R2
+ Cl
fig 3.14 Het De
ove~d~acht
'Jib
buisst~oom-meetci~cuit H
van dit
m•
filte~
Hm(s)
is:
ia = il + i2 i 1. Rl - i 2. (R2+1/sCl> = (I il = i2. (R2+1/sCl>/Rl = i2. (sR2.Cl+1>/sR1Cl i a = i 2. (1 + (sR2C 1+ 1) I sR 1C1) = i 2. (s (R 1+R2) C1+ 1) I sR 1C1 i2 = ia.sR1Cl/(s(Rl+R2)Cl+l) Vib = - i2/sCl (hie~ loopt i2 van - naa~ +) Vib
Rl (3.12)
ia
Autho~
H.C.G. Boons
1+s(Rl+R2)Cl
Date: 86-07-01
Page
57
DOCUMENT
De mA-regeling van de BV-25.
XDB042.05-2498
Vl!rstl!rking
14.4 Hz
frequentll!
fig 3.15 Bode-plot filter Hm• De afvalfrequentie (-3dB) 1/[2 • • (R1+R2)C1J=14.4 Hz is zodanig gekozen dat de hoogfrequente effecten afdoende onderdrukt worden. De overdracht van (laag frequente) buisstroom naar Vib is dus 3 V/mA net als die voor de kV-mA-curve.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
58
XDB042.05-2498
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
.5
, 'C
•• .>---f--...
.AC
1
., (Vib (= 0 voor aIle ia) fig 3.16a De regelaar elektrisch. :kV/: l
+
+----+
+----+
+----+
+-----+
0-->: 1 :----)(X)--):1.5x:--): Hf :--):1/1,/1:--): HpJ :--)0 lLm61 t+----+ +----+ +----+ +-----+
MAC
'" I
+----+ ia 0---): Hm :-----+------------------------+ +----+ Vi
(met Vi = -Vib =)0, voor aIle ial fig 3.16b De regelaar schematisch. In de regelaar, fig 3.16, wordt eerst de setpoint uit de kV-mA-curve Vmaset vergeleken met de gemeten waarde Vib in een opteller. Vanwege het altijd negatief zijn van Vib levert optellen een verschil van beide signalen op, zie fig 3.16b. Hierna wordt het verschilsignaal (laagdoorlaat) gefilterd. De overdracht van dit filter is: 1
(3.13) 1 + sR3C2 De spanning Vf uit dit filter wordt aan een variabele versterker toegevoerd. Het is namelijk gebleken dat door het niet-lineaire karakter van de If-Ia-overdracht van de rantgenbuis de rondgaande versterking en dus de regelsnelheid niet overal gelijk was. De rontgenbuis versterkte meer voor grate gloeistromen (exponentieel karakter If-Ia-overdracht). Daarom heeft men een variabele versterker ingebouwd die de kleine signalen meer versterkt als grate. Dit is gebeurd met een vermenigvuldiger. In deze vermenigvuldiger is de volgende overdracht gerealiseerd (samen met inverter): Vuit
=
Vf (3.14)
-10 . Vib
Het is duidelijk dat als Vib klein wordt, bijvoorbeeld 0, de vermenigvuldiger (door de '1/0=oo'-versterking) en daarmee oak de rest van de regeling vastloopt. Hiertegen zijn in de PI-regelaar, die na de vermenigvuldiger komt, maatregelen genomen.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
59
DOCUMENT
XDB042.05-2498
De mA-regeling van de BV-25.
C3
.>----+-....
R.
1Iu.lt >--1~_V.it
fig 3.17a fig 3.17b fig 3.17 De P1-regelaar met (a) en zonder (b) maatregelen tegen vastlopen bij het ontbreken van buisstroom. De overdracht van de P1-regelaar zonder maatregelen, is: Vin
Vuit
= R4
Z
Vuit ofwel Hp1 =
z i e fig
3. 17b ,
Z
(3.1S)
= Vin
R4
met Z is RS//(R6+C3) geeft dit voor Z:
RS(R6+1/sC3)
R5 (1+sR6. C3) (3.16)
Z = ------------ = -----------R5+R6+1/sC3 RS Hp1
1+s(RS+R6)C3
1+s.R6.C3
=
(3.17) R4 1+s(RS+R6)C3
Het feit dat dit een P1-regelaar is laat zich afleiden uit het poolnulpunten plaatje (fig 3.18). De pool X (integrerende aktie) ligt veel dichter bij de oorsprong als het nulpunt 0 (differentierende aldie). 1m-as ·r·
-----o-----------x-------+--------} -1/R6.C3 (=-2S.S .... )
Re-as
-1/(RS+R6)C3 (=-2.S.... )
.... let R5=365k, R6=39k2, C3=luF Ischela C.v.d.Ven 850703)
fig 3.18 pooi-nulpunten beeld P1-regelaar uit fig 3.17b. De maatregelen tegen het vastlopen van de schakeling bij kleine Vib zijn gevonden door in de P1-regelaar een FET-schakelaar, zie fig 3.17a, op te nemen. Als de FET geleidt gedraagt de P1-regelaar zich als hierboven beschreven is, formule (3.17). Zodra de FET niet meer geleidt is de regellus niet meer gesloten. De verbinding tussen Vin en Vuit (twee 'spanningsbronnen') bestaat nu uit twee dissiperende weerstanden R4 en RS. Deze verbinding heeft geen invloed op Vuit. De ingangsspanning op de min-klem van de opamp wordt nu bepaald door de Author: H.C.G. Boons
! Date:
86-07-01
~
Page : 60
DOCUMENT: De mA-regeling van de BV-25.
! XDB042.05-2498
condensator C3. Deze werdt praktisch niet ontladen door de kleine ingangsstroom van de opamp en houdt dus de uitgangsspanning vast zeals die was op het moment dat de FET geopend werd. De schakeling gedraagt zich als een Sample & Hold. Het is dus mogelijk de oude uitgangswaarde van de PI-regelaar en dus tevens de oude stuurwaarde voor de gloeistroomregeling vast te houden zodra er geen streom meer door de buis loopt. Dit laatste wordt bestuurd met het signaal ENMACOHC [ENable MA COntrole High 10CmosJ. Om het stuursignaal MAC [MA Control] te begrenzen zijn over de PIregelaar twee zenerdiode's ingebouwd. Deze begrenzen Vuit en dus de 'interne status' van de integrator op -6.2 en +6.2 Volt. Door de begrenzing hier te plaatsen (vroeger begrensde men pas na de integrator) is een snellere regeling gemaakt. Doordat de interne status van de intergrator begrensd wordt kan de integrator niet buiten het werkgebied van -6.2 en +6.2 gaan en hoeft dus ook niet terug te 'integreren'. Vanwege de begrenzing zal het duidelijk ZlJn dat in het PSI-model geen INT maar INL-integrator gebruikt moet worden. Formule (3.17) met met AO=-R5/R4, tl=R6.C3 en t2=(R5+R6).C3: HpI
=
l+s.tl AO.-----1+s.t2
Vuit
=
(3.18) Vin
De s-vorm hiervan is: Vuit. (1+s.t2) = Vin.AO. (l+s.tl>
(3.19)
lis vorm: Vuit. (lis + t2) = Vin.AO. (lis + tl> (3.20)
Vuit = (Vin.AO.tl + (Vin.AO - Vuit)/s)/t2 Met behulp van de 'interne state' Xl: T
Xl
S
(3.21)
(Vi n. AO - Vu it) d t
-00 Vuit = (Vin.AO.tl + Xl>/t2
(3.22)
In PSI moet Vuit met een LIM-blok begrensd worden op -6.2 en +6.2 en Xl moet met een INL-blok begrensd worden op -6.2 en +6.2. Voor de sample & hold moet Xl vastgehouden worden. Dit wil zeggen een schakelaar veor de integrator en een sample&hold-schakelaar in de Vin-lijn. Beide schakelaars moeten sluiten als ENMACOHC actief wordt. Het totale PSI-model van de PI-regelaar begrenzing staat in fig 3.19.
Auther
H.C.G. Boons
met
Date: 86-07-01
Sample
8(
Hold
Page
en
61
DOCUMENT
De mA-regeling van de BV-25.
+-----+ +-----+ +-----+ Vin 0--->: "UL :--+-----------}: SPL 1-----1 "UL :--+ +-}: +-----+ +-}: +-----+ t +-----+ tl AO EN"ACOHC
0 ••••••••
XDB042.05-2498
lAO, tl en t2 zijn CON-blokkenl
,
+-----+ +-----+ +-----+ 0->:0 REL: +-----+ +-}: +-----+ +-----+ +->:+SUB l----}:o \o:--}: INL l----}: ADD :----}: DIY :---): LI" :--+---) Yuit +--):+-----+ +-----+ +-----+ +->: +-----+ +-----+ +-----+ t2 +---------------------------------------------------------------------+ fig 3.19 Model PI-regelaar met Sample & Hold en begrenzing.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
62
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25.
XDB042.05-2498
De videoketen is het deel van de rontgenregeling dat het beeld, ontstaan door het invallen van rontgenstralen op de detector, terugkoppelt naar stuursignalen voor kV en (tijdens doorlichten) mAo De detector bestaat uit een beeldversterker en video-opneembuis Vidicon. Uit het videosignaal wordt een maat voor de helderheid van het beeld bepaald. Deze maat wordt door een integrerende regelaar teruggekoppeld naar het stuursignaal KVC. Dit hoofdstuk is in vier delen verdeeld: 1)
~HjeriA
~orte
sta.n beschrijvingen van de detector (= beeldversterker en vidicon), de bewerking van het videosignaal tot maat van de rontgendosis (= DOSE RATE) door het videopaneel XTV5 en de regelaar die het stuursignaal KVC uit het DOSE RATE signaal bepaald. 2) Het meten van de overdracht van rontgenbuis en detector. Deze paragraaf behandelt het instellen van de gevoeligheid van de detector en het meten van de overdracht van de stuurgrootheden kV en mA naar het videosignaal. Tevens wordt van dit laatste het PSI-model bepaald. 3) Het PSI-model van de videoketen. In dit deel staan de ontbrekende PSI-modellen van de videoketen. 4) Simulatie van de totale regeling. In dit deel staat de responsie van het totale systeem (Videoketen, kV-regeling en mA-regeling) zoals dat plaatsvindt bij het overschakelen van manueel naar automaat uitgaande van een stabiele toestand.
RichtinQ-
Teller
d.tector
KVC
Absolut. w••rd. 9-1 i jkricht.r
fig 4.1 Het principeschema van de rontgenregeling van de BV-25.
De detector bestaat in de huidige beeldversterker en videocam.era. "-.J. De
beeldversterker
Author: H.C.G. Boons
heeft
een
rontgentoestellen
luminescentie-scherm Date: 86-07-01
uit
een
waarin Page : 63
de
~
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25.
XDB042.05-2498
opvallende rontgenstraling elektronen vrijmaakt. Deze worden daarna het door een elektrisch veld versneld. Daarna treffen ze uitgangsscherm waar elektronen in licht omgezet worden. Door de (hoog)spanning te varieren is de versterking en dus de helderheid op het uitgangsscherm te varieren. Direct achter de beeldversterker is de camera geplaatst. Bij de BV-25 is deze door middel van een fiber gekoppeld aan de beeldversterker. Het licht treft de camera-buis op het target. Dit is een vlakje aan de voorkant van de buis. In dit vlakje is de weerstand afhankelijk van de hoeveelheid licht. Dit vlak wordt opgeladen met een elektronenstraal. Ais er nu licht opvalt wordt de weerstand lager waardoor er lading weglekt. Door met een elektronenstraal dit vlak af te tasten is de weggelekte hoeveelheid lading en dus de lichtsterkte tussen beide scantijdstippen te bepalen. Dit doet men door de stroom te meten die nodig is om het vlakje weer op te laden. Het videosignaal, genaamd VICA (=VIdeo CAmera), geeft dus in de tijd gezien de spatiele helderheid van het target weer.
Het videosignaal wordt voorafgaand aan verdere bewerking versterkt en gemaskeerd. Hierdoor kan het meetveld ingesteld worden en worden punten di e bui ten ~gez i chtsvel d van de ronde beel dversterker vall en verwijderd. '~
'V
Om uit het versterkte en gemaskeerde videosignaal een meetsignaal (DC) te destilleren dat de de helderheid van het beeld aangeeft gebruikt men een topdetector. Deze topdetector meet de topwaarde van een beeldframe. Een beeldframe is het videosignaal dat een beeld weergeeft. De uitgangsspanning van de topdetector wordt, nadat een frame gemeten is, overgenomen door een Sample & Hold waarna de topdetector gereset wordt om het volgende frame te gaan meten. Om de invloed van ruis in de vorm van zeer heldere pixels te beperken neemt men voor de topdetector een RC-netwerk met een RC-tijd van minstens een beeldlijn. Kortstondige hoogfrequente effecten worden hierdoor weggefilterd.
De videoregeling bestaat uit een aftrekpunt, een knikversterker digitale integrator en een kV-afhankelijke versterker.
en
Het gelijkspanningssignaal uit de Sample & Hold wordt vergeleken met de gewenste DOSE RATE en geeft een foutsignaal DRFLD (=Dose Rate FLuorscopy Difference). Dit foutsignaal vormt de ingang van de videoregeling. In de huidige produktie-BV-25 is de gewenste DOSE RATE nog 2.8 V. In de versie, die momentaan in ontwikkeling is, is deze spanning verlaagd tot 1.5 Volt. Door de knikversterker is de versterking voor Kleine fouten minder dan voor grote. Hiermee kan men dus de rondgaande versterking en dus regelsnelheid aanpassen. Hierdoor wordt de kans op overshoot verklein~en de stabiliteit van de regeling vergroot.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
64
V
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25.
!
XDB042.05-2498
De digitale integrator is opgebouwd uit de volgende componenten: 1) richtingsdetector 2) absolute waarde gelijkrichter 3) voltage to frequency converter (VFC) 4) digitale deler 5) digitale teller afhankelijk van een richtingsdetector op of tellend. 6) digitaal analoog omzetter (DAC) De absolute waarde gelijkrichter en richtingsdectector omdat de VFC geen "negatieve" frequentie's kan generen.
zijn
af
nodig
Van het foutsignaal uit de knikversterker wordt door de richtingsdetector de polariteit bepaald en door de absolute waarde gelijkrichter de grootte. De VFC geeft een frequentie die evenredig is met de grootte van de fout. De digitale teller telt nu afhankelijk van de palariteit van het foutsignaal op of af. De waarde uit de teller wordt door de DAC omgezet in een analoge spanning tussen 0 en 6 volt. Bij deze analoge spanning wordt in een opteller de minimum w~arde voor de KVC (4 .volt) .~Pgeteld en levert zo het kV- 0 regelslgnaal ~:. VC. 4fJl
f7
De reden om een digitale integrator te nemen in analage zijn de volgende:
plaats
van
een
1) De gewenste overdrachts functie H = 1.29/s en de mogelijkheid om de integrator lange tijd de uitgangswaarde vast te laten houden is niet eenvoudig met een RC-integrator (tijd >lsec) te maken uit oogpunt van drift, offset en component-tolerantie. 2) Het digitale signaal is eenvoudig met de hand te genereren door de teller op en af te laten tellen. 3) Het digitale signaal is eenvoudig op een display weer te geven en door de gewichten van de bits zijn eenvoudig commandosignalen te genereren die op een bepaalde grootte van het KVC-signaal moeten reageren. Ook is de digitale kV-mA-curve (zie hfd 3) eenvoudig te implementeren. De nadelen met betrekking tot de vele componenten en het gebruik van diskrete sample's vallen hier tegen weg. Tijdens de diverse ontwikkelstadia van de BV-25 is gestreefd naar een steeds snellere regeling. Omdat de regelsnelheid bepaald wordt door de rondversterking moet deze zo groot mogelijk zijn. Nu is echter door de niet-lineaire overdracht van de rontgenbuis de versterking voor grote kV Kleiner dan voor Kleine (I=mA.kVP met p afnemend bij grote kV). Hierdoor zou men als men de versterking voor lage kV optimaal zou maken een traag systeem voor hoge kV krijgen en omgekeerd een optimaal systeem voor hoge kV geeft een instabiel systeem voar lage.kV. Vroeger corrigeerde men dit door de deler in de integrator afhankelijk van de kV te maken. Dit leverde echter een discontinue versterking op. Tegenwoordig heeft men een kVafhankeliJke versterker ingebouwd. Deze is opgebouwd met een vermenigvuldiger en realiseert de volgende overdracht: * Vuit = -----------------------10 Deze
variabele
versterking is geplaatst tussen de
Author: H.C.G. Boons
~
Date: 86-07-01
(4.01) absolute
waarde
! Page :
65
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25.
! XDB042.05-2498
gelijkrichter en de VFC (dus = uitgang absolute waarde gelijkrichter). Als maat voor is het stuursignaal KVC genomen.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
66
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25.
XDB042.05-2498
1~6l H~t m~t~Q ~~Q Q~ CQQtg~Q~~iaQ~~CQC~£bt~
f::id1Je% ~~
een schema van de rontgenregel i ng. Di t hoof dstuk gaat over de detector. Ondanks dat de tekening dit kan suggeren is VICA een aan het camerabeeld afgeleid signaal en niet het monitorbeeld. f-li
{O}=objekt kvc+--------+ kV +------+ : ----0---): kV-reg : ---->: : +--------+ R~ Ro +----------+ VICA buis l--{O}--): Detector :----+--) beeld +--------+ rnA +----------+ :--->: mA-reg :----): +--------+ +------+ -l
+----------+ t ---------------: regelaar :<---------------------------(X)f---o setpoint +----------+ + DOSE RATE fig 4.2 Opbouw rontgenregeling tijdens vol-automatisch bedrijf. Voor het Psi-model wil ik het open-Ius gedrag van kV en videosignaal VICA uitgedrukt in de volgende formule hebben:
mA
naar
(4.02)
= f(kV,mA) Voor het gebruik in PSI is een zo groot mogelijke Dit om de rekentijd zo gering mogelijk te houden.
eenvoud
gewenst.
De formule is ook afhankelijk van andere faktoren zoals het objekt en de gebrui kte f i I ters, rooster enz. In tabel 4. 1 staat een overzicht van een aantal faktoren en de invloed die deze faktoren hebben op de beeldintensiteit (+ = positieve invloed dwz faktor grater -) grotere intensiteit). Deze faktoren hebben ook nog invloed op andere beeldparameters zoals scherpte, kontrast, ruis enz. ~h:2t~~mf~t:!;gc
buisspanning kV buisstroom mA opnametijd s buisrendement afstand focus-detektor filtering objektdikte rooster BV-formaat Electronische/Optische vergroting detectorgevoeligheid
.!Q~lQ~Q
+ + + +
+
(BV-Vidicontarget is altijd verkleining) +
tabel 4.1 De invloed van bepaalde faktoren op intensiteit. Bron: J.N. Kroon System Image Quality 13-12-1984
de
beeld-
Om de parameters van het objekt aan te geven gebruikt men bij MSD een waterequivalent uitgedrukt in cm_water. Aangezien een mens voor een groot deel (meer dan 80X) uit water bestaat is dit een goede maatstaf om de absorbtie en verstrooing van rontgenstraling in patienten te symboliseren. Voor metingen gebruikt men waterbakken van verschillende dikten. In tabel 4.2 staan enkele voorbeelden van Author: H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
! Page :
67
V
~
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25. waterequivalenten hartkamer).
bij
een
hartonderoek
XDB042.05-2498
(kransslagader
Objekt
water-equivalent
Babies Kinderen Volwassene dun Volwassene middel Volwassene dik
5 11) 10 15 20
en
linker
20 cm - water 25 cm - water 25 cm - water 30 cm - water 35 cm water
tabel 4.2 Waterequivalenten bij hartonderzoek. Bron: W.E.Spaak; Impact of E-curve and P-faktor on system design. XDB042.2-1886 860120 Dit hoofdstuk behandelt voornamelijk metingen aan de rontgenbuis en detector. Eerst ga ik op het instellen van de gevoeligheid van de detector in. Daarna behandel ik het meten van het openlus gedrag van rontgenbuis en detector (formule 4.02).
De gevoeligheid van de detector (BV + vidicon) wordt aangegeven als grootte van het VICA-signaal (mV) bij een bepaalde dosissnelheid uRis (micro rontgen per seconde). De gevoeligheid van de detector is op verschillende manieren te beinvloeden, bijvoorbeeld door een diafragma (OM200) tussen beeldversterker (BV) en kamera. Bij een fibergekoppeld systeem, als in de BV-25, is dit niet mogelijk en wordt door de anodespanning de gevoeligheid van vidicon-opneembuis aangepast. Om de gevoeligheid in te stellen wordt een bepaalde rontgendosis onder standaard-conditie's (geen objekt, 1.5 mm Koper filter voor de buis en een hoogspanning van 75 kV) op de detector ingesteld door met de buisstroom te manipuleren. Deze dosis wordt gemeten door een rontgendosismeter (ROFOmeter) in uRis. Hierna wordt bij deze dosis de detector afgeregeld zodat VICA gelijk wordt aan 200 mV (stabilisatie niveau tijdens regeling).
kvc+--------+75 kV+------+ {C}=1.5 mm Cu ROFOmeter set 0--->: kV-reg :---->: I 75 kV +--------+ Ro +----------+ VICA RO :{C}----): Detector :----+--) beeld buis +--------+ mA +----------+ · .... 0--->: mA-reg :---->: +--------+ +------+ gevoeligheid instellen zdd mA afregelen tot dosis = 25 uRIs VICA = 200 mV
.
·
+----------+ t (----: regelaar :(---------------------------(Xlt---o setpoint +----------+ \ =0 + DOSE RATE fig 4.3 Het instellen van de gevoeligheid.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
68
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25.
! XDB042.05-2498
Om de funktie f uit formule (4.02) te bepalen hebben E.Sies en ik verschillende metingen uitgevoerd aan de BV-25 (model BV25N). Hiervoor was de regellus uitgeschakeld en het apparaat op handbediening gezet. De kV en mA kunnen nu volledig onafhankelijk van elkaar ingesteld worden en het videosignaal VICA en het stuursignaal DRCpos (dit is de spanning uit de knikversterker zie paragraaf 4.1.3) gemeten. De gevoeligheid was ingesteld op 200 mV bij 25 uRis. Verder was de beeldversterker van een strooistraalrooster voorzien.
kvc+--------+ kV +------+ {O} = objekt 0---:>: kV-reg : ---- >: set +--------+ RO Ro +----------+ VICA buis :--{O}-->: Detector :----+--> beeld +--------+ mA +----------+ 0---): mA-reg : ---->: set +--------+ +------+
-: +----------+ t (-----: regelaar :<---------------------------(X)~---osetpoint +-------1--+ + DOSE RATE t
DRCpos fig 4.4 Het meten van de overdracht van rontgenbuis en detector. Doel van de meting: Het meten van het videosignaal (VICA) als funktie van buisstroom (mA) en hoogspanning (kV) bij verschillende objektdikten. De meting: Er zijn metingen uitgevoerd met objekten van 0, 5, 10, 15, 20, 25 en 30 cm water. Deze zijn op ongeveer 2 cm van de beeldversterker geplaatst. Voor de buisstroom zijn dezelfde meetpunten als in de E-curvemetingen van H.Kroon en F.Schmal genomen namelijk 0.4, 0.6, 0.8, 1.0, 1.4, 1.8, 2.2, 2.6, 3.0 mAo De buisspanning is binnen het bereik van 40 tot en met 100 kV gevarieerd in stappen van 5 kV. We hebben een meting afgebroken zodra VICA: 1) in de ruis verdween (onder de 50 mV) of 2) boven de 400 mV kwam. (grens van normale werkgebied) of zodra de buisstroom of -spanning aan het eind van het bereik was. Ik gebruik in de grafiek PWRSMDV ipv kV omdat PWRSMDV gemeten is niet kV (zie opbouw BV-25). PWRSMDV is echter lineair aan gekoppeld door de relatie 1 V e 10 kV zodat PWRSMDV voor duidelijkheid in kV is uitgedrukt en niet in V.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
en kV de
69
XDB042.05-2498
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25. MeetpLlnten: Signaal
_________
overdracht
paneel
------------
bedieningspaneel " display
KVC PWRSMDV
1 V 1 V
MA-SET mA
3V/mA 3V/mA
SE 19 SE 19
2mV/nA
WN 13
DRepos
meetpLlnt, ingrijpmogelijkheid
~g_~~c~it
~ ~
10 kV 10 kV
[-15,15 V]
potmeter R4, jLlmper W3 op MF'S3
'service'
MF'2 (via 1 kOhm [rLlis] scoop-meting) (Ext. triggering op sync VIB9) prototype print 4522 107 9630 pin SERV CAL DRFL
tabel 4.3 Overzicht signalen en meetpLlnten. De gebrLlikte apparatLlLlr: : apparaat
: merk
type
reg.no
------------+----------------+-------------------+------------
Meetobjekt: BV-25
rontgentoestel
BV25 N
OTM2 (BV25 family) L5122 N44 4522 161 17823 r=8 fo 90
Philips
strooistraalrooster r1eetapparatLlLlr: IbLlis mLlltimeter VICA oscilloscoop DRCpos dig.mLlltimeter
Philips Philips ~:::ei thl ey
PM2414A PM3214 191
Dataregistratie: compLlter P2000c : printer
Philips Philips
P2012 P2123
"
67488 62254 66344 563804 534038
tabel 4.4 Overzicht gebrLlikte apparatLlLlr. gebrLlikte computerprogramma's waren het meetprogramma DSBMEET en calcLllatieprogramma DSBCALC. Zie bijlage V voor enige opmerkingen over deze programma's en de resLlltaten hiervan. D~
1~~~~1 ~~Q~!iQg Y~Q ~~Q E§!=mQ~~!
Yit
v
~~m~~tc~§Y!t~t~Q~
/W'M).Ath.. f
De metingen hebben samen zo'n 370 meetpLlnten opgeleverd.
Het verband tLlssen DRCpos en VleA wordt gevormd door een knikversterker. Omdat dit onafhankelijk is van kV, mA en objekt laat ik dit verder bLlite~ beschoLlwing en richt me voornamelijk op het vinden van een formLlle (zoals 4.(2) waarmee VICA bepaald kan worden als fLlnctie van kV (=PWRSMDV) en mA (=IBUIS) bij een bepaald objekt (20 cm_water) . In figLlLlr 4.5 staat VICA tegen IBUIS Llitgezet bij bUisspanningen PWRSMDV en een objektdikte van 20 em.
ALlthor
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
verschillende
Page
70
DOCUMENT
XDB042.05-2498
De videoketen van de BV-25.
PL.lRSI'1DV
~ Lf")_ c
u
ara
-
::>
75 (Y)
en
en
70
65
,.... tD
SQ
~
___-----------~"!---~K
~
CS)+-
~
o.4
,....1 •3
--.-
5ra ,
.1
I BU I ~ •
e
fig 4.5) AIle meetwaarden bij objektdikte van 20 cm water. Niet weergegeven zijn 55 en 95 kV. We zien in fig 4.5 in het gebied van 1 tot en met 3 mA een verzameling vrijwel rechte lijnen. In dit gebied heb ik voor elke curve (elke kV) een lineaire benadering met behulp van een curve-fit programma bepaald vol gens onderstaande formule: (4.03)
VICA - X COEF.IBUIS + OFFSET waarbij: X COEF - f 1 (PWRSMDV,OBJEKT)
OFFSET
=
(4.03a) (4.03b)
f 2 (PWRSMDV,OBJEKT)
De resultaten van deze lineaire benaderingen staan in figuur 4.6. Uit de gegevens van het curvefit programma blijkt dat formule 4.03 een vrij goede benadering is met correlatie's van 0.98 tot 0.99 (afwijking 0.95 bij 55 kV).
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
71
DOCUI"IENT
XDB042.05-2498
De videoketen van de BV-25.
PWRSMDV 80 75 70
65
80
c===--------------------
55
1 .0
fig 4.6 Lineaire benaderingen van de grafieken uit fig 4.5 voor het gebied van 1 tot en met 3 mAo (curve 100 kV niet gecurvefit door te weinig punten) Voor aIle kV-waarden voer ik nu de bijbehorende waarde voor X_COEF en OFFSET in als meetwaarde in het meetprogramma. In het calculatieprogramma zijn nu benaderingen voar de formule's 4.03a en 4.03b te berekenen.
OBJEKT u..
~ U
I
X CS)
CD
. - =-------c:-=------"""T'"-e-------,
CS)
4e
CS)-t
PI.l~SMD~e0
fig 4.7 Meetpunten: X_COEF als funktie van PWRSMDV. (= richtingscoefficienten van de lijnen uit fig 4.6) Getrokken lijn: le orde benadering formule 4.03a met correlatie = 0.995 Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
72
DOCUMENT
XDB042.05-2498
De videoketen van de BV-25.
OB.JEICT
• 20
.
(S)
(S)-+4:-:0:------""t:""0=------r:"~----.....,
flU'S
PW~SMO~I:'IV
e
fig 4.8 Meetpunten: OFFSET als funktie van PWRSMDV. (= VICA-waarden bij 0 kV van lijnen uit fig 4.6) Getrokken lijn: 1e orde benadering formule 4.03b correlatie = 0.991
met
De data voor X_COEF en OFFSET liggen vol gens de correlatie-waarden goed op rechte lijnen. De vergelijkingen van die lijnen: X COEF OFFSET
= =
3.04656 (kV) - 144.6 3.05 (kV) - 145
(4.04a)
= =
4.77107 (kV) - 226.09 4.77 (kV) - 226
(4.04b)
De totale formule is nu erg eenvoudig maar geldt nu weI het gebied van 1 tot en met 3 mA:, L~4()J) .,:rh~
VICA
[3.05 (kV) -145]
=
3.05 (mA) (kV) -145 (mA) + 4.77 (kV) -226 ~
mA
~
V
,,-- ,
=
voor 1
beperkte
(mA) + 4.77 (kV) -226
3 en 40
~
kV
~
(4.05)
100
Echter er is een groot nadeel aan deze formule. Voor 42 kV is VICA kleiner dan 0 (VICA moet uit fysische overwegingen op )=0 begrensd worden) ongeacht de buisstroom. Dit komt omdat de punten voor lage kV niet op de benaderde rechte lijn liggen maar er boven. Hierom heb ik van de meetpunten uit de figuren 4.7 en 4.8 ook de hogere orde benaderingen bepaald met het curve-fit programma: 1e Orde X_COEF = 3.04656 (kV) OFFSET = 4.77107 (kV)
Author
H.C.G. Boons
(4.04a) (4.04b)
144.6 226.09
Date: 86-07-01
Page
-/3
DOCUMENT
•
XDB042.05-2498
De videeketen van de BV-25.
2e Orde X_COEF = 2.49364 2 - 0.31985 - 34.261 OFFSET = 5.51375E-2 2 - 2.6725 + 17.895 3e Orde X COEF
=
OFFSET
=
(4.06a) (4.06b)
-1.1165E-3 3 + 0.251035 2 -
15.323 + 291.697 (4.07a) 2. 13689E-4 3 + 1.186555 2 + 0.198958 - 44.489 (4.07b)
In tabel 4.5 staan de relatieve feuten en eerrelatiewaarden van de diverse benaderingen. Hieruit bIijkt dat de 2e erde benadering veer OFFSET en 3e orde benadering veer X_COEF het beste resultaat geeft met voor de maximale relatieve afwijkingen respeetieveIijk: -8.8% +5.8% (OFFSET) en -4.5% +5.8% (X_COEF). ma:·:.rel.fout* : Orde neg pes Correlatie -------+------+--------+--------+------------+ OFFSET 1 -78.1% +10.5% 0.99199 2 3
-8.8%: -8.2%:
~5.8%:
+6.3%
~
0.99859 O.9986()
-------+------+--------+--------+------------+ X COEF 1 -73.3% +14.0% 0.99573 2 : -10.8%: +9.5%: 0.99906 3
-4.5%:
+5.8%:
0.99965
-------+------+--------+--------+------------+ tabel 4.5 Overzicht fouten bij de benaderingen. *= max.rel.fout geeft de maximale relatieve fout aan.
f1CkV,DBJEKT) - X_COEFwaardeCkV,OBJEKT)
max.rel.fout = max [ 1007. alle meetpunten
* --------------------------------------f1CkV,OBJEKT)
Het gedrag tussen 0 en 1 mA simuleer ik met een reehte Iijn tussen de VICA-waarden 0 en f(l,kV) mV voor respeetieveIijk 0 en 1 mAo Het gedrag dat de rontgenbuis vertoont als de buisspanning onder de 40 kV zakt (onverzadigde gebied) idealiseer ik door VICA 0 mV te maken zodra kV kleiner dan 40 is. Deze benaderingen geven de volgende grafieken voor VICA als van kV en mA (bij 20 em_water):
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
funktie
74
De videoketen van de BV-25.
DOCUMENT
XDB042.05-2498
""~ t
5'~
",V
'ftle
~
.A
I
f-
jao
'},oc
~ r
loe
;
l Ir()
20
6"
&,,,
0 IIJ()
IcV-f"
/;,z "
I
0
fig 4.9 PSI-model benaderingen rontgenbuis en detector.
voor
het
gedrag
de
van
Het vergelijken van het PSI-model en de meetresultaten leerde dat het model een maximale afwijking vertoonde van 20% voor buisstroomwaarden van 0.4 rnA. Voor 70 kV was de benadering tussen 0 en 3 mA binnen 95% nauwkeurig, tussen 0.6 en 1 binnen 99% en voor .4 mA binnen 80%. Voor curven met minder punten zoals 100 kV stijgt over het geheel de fout maar blijft binnen de 20%.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
75
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25.
XDB042.05-2498
Voor het PSI-model zijn de volgende stukken van belang: 1) de overdracht van de rontgenbuis VICA=f(mA,kV), zie paragraaf 4.2. 2) de tijdafhankelijkheid van de vidicon (de tijdafhankelijkheid van de beeldversterker is te verwaarlozen ten opzichte van de tijdafhankelijkheid van de vidicon) 3) de overdracht van het XTV-5 circuit: versterking, maskeren, topdetector en sample en hold. 4) de regelaar (X-ray Control paneel): aftrekpunt, knikversterker, KVC-afhankelijke versterker en integrator. Deze modellen zullen hier kart behandeld uitgebreidere bespreking zie bijlage IV.
worden.
Voor
een
Deze tijdafhankelijkheid vat ik op als een RC-tijd van 0.1 sec (geschat). Dit komt overeen met settling time van 0.3 sec. Ik plaats hiervoor een tijdconstante direkt achter de overdracht uit paragraaf 4.2. Door deze grate tijdconstante wordt het videosignaal gefilterd en is de topdetectie uit het XTV-5 circuit niet meer noodzakelijk omdat de variatie van het gefilterde videosignaal binnen een sampletijd van 20 msec zeer klein is.
Zoals in 4.3.1 gebleken is is topdetectie van het gefilterde videosignaal niet meer noodzakelijk. In de bijlage staat voor de volledigheid een deelmodel dat topdetectie op het videosignaal taepast (model VB: .. ). In het totale model is dit echter niet opgenomen. WeI heb ik de sample & hold opgenomen in het model am een diskreet signaal te genereren. De versterking van de videosignaal in het XTV5 paneel bepaal ik uit het nomi naal vi deosi gnaal (200 mV) en het stabilisatieniveau van de reg e J. in 9 (1. 5 V). stabilisatieniveau AXTV5 = --------------------nominaal videosignaal
1. 5 V
= ------ = 200 mV
7.5 = 7.5E-3 V/mV (4.08)
Het aftrekpunt: R12 Vuit =
.(Vin -- DRSET)
(4.09)
Rl1 met DRSET
=
R12 15.--Rl0
=
1.5 V
De uitgangsspanning Vuit wordt door middel van zenerdiode's op -10.7 en +10.7 Volt begrensd.
Author
H.C.G. Boons
fig 4.10 Het aftrekpunt.
Date: 86-07-01
Page
76
XDB042.05-2498
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25. De knikversterker:
=
Vuit
R19
R19 . Vin +
V1
•
V1
(4.10)
R13
R20
= =
Vin 6.9 als Vin 2: +6.9 V 0 als -6.9V <: Vin .... +6.9 V = Vin + 6.9 als Vin -.:.' -6.9 V ",
De kV-afhankelijke versterker
fig 4. 11 De knikversterker.
(VARiabel GaiN):
De ingangsspanning wordt in de absolute waarde gelijkrichter op 10 begrensd.
V
(4.11)
AVARGN = f:::VC/10 De integrator:
De absolute waarde gelijkrichter en richtingsdetector is in het PSImodel niet noodzakelijk aangezien een de VFC in PSI als versterker kan worden opgevat met als ingang Volt en uitgang frequentie. De eis dat de VFC geen 'negatieve' frequentie's kan opwekken geldt in PSI niet. De deler wordt weergegeven als een 1/16 versterking. (4.12)
AVFC = 828 [Hz/V]
De teller geef ik weer als integrator. Bij een constant ingangssignaal van f Hz stijgt de teller f stappen per seconde. Omdat de teller in werkelijkheid maar tussen 0 en 240 kan tellen heb ik in PSI een begrensde integrator (INL) genomen. Om de invloed van de digitale samples te kunnen onderzoeken model leer ik de DAC als FIX-blok. Deze waarde digitalizeert het ingangssignaal in 240 stappen. Het uitgangssignaal heeft een bereik van 6 Volt. De versterking van de DAC is dus: (4. 13)
ADAC = 6V / 240 = 1/40 [V/stap] De integratieconstante k van de totale integrator functie HINT(s)=k/s is dus: ~
= AVFC
*
(1/16)
*
ADAC = 828
*
(1/16)
*
H.C.G. Boons
overdracht-
(1/40)
.- 1. 29 [ sec -1 ]
Author
met
(4.14)
Date: 86-07--01
Page
77
DOCUMENT : De videoketen van de BV-25.
XDB042.05-2498
Om het model van de videaketen te testen maet de gehele regeling gesimuleerd worden. Ais meetresultaat heb ik een foto waarop de responsie staat van DRFLDFPA zodra het systeem gaat regelen vanaf de stabiele toestanden KVC=4 en KVC=10 (inschakelen automaat). Om d i t te si mul eren heb i k eerst de m~ell en van de KV- en mAregeling laten stabiliseren op KVC=4~ Door het PSI-commando DIC (=Define Initial Condition) kan deze stabiele toestand als startwaarde overgenomen worden. Hierna heb ik de videoketen toegevoegd en een simulatie uitgevoerd. Voor het 5i mul eren van het i nregel gedrag vanaf KVC= 10 Oheb i k de regellus bij IN:DOSER opengeknipt zodat de videoregelaar geen videosignaal ziet en dus naar KVC=10 toe regelt. Zodra deze toestand gestabiliseerd was heb ik deze toestand met DIC vast gelegd. Daarna heb ik de regellus gesloten en de simulatie gestart. De PSI-resultaten fig 4.13.
staan in fig 4.12 en de meetresultaten (fato)
in
'1M 1.5
.,
~ ~
Kve
"..... -
6v
~
'0" f
DRFLDfP~
t-".
.' . -.
I.SV
l,S sec. fig 4.12 PSI-model
fig 4.13 Meetresultaat (foto C.de Goey blz.98 dd.20-11-85)
Hieruit voIgt dat het model goed lijkt op de werkelijkheid en dat de geschatte waarden voor de tijdconstante van gloeidraad en vidicon redelijk voldoen. De afwijking van de eindwaarde voor KVC komt voort uit het feit dat bij het model een andere abjekt is gebruikt (20 cm water) als bij de meting (koper plaatje). Voor een nauwkeurigere verificatie ZlJn meer metingen naar het dynamisch gedrag van de rontgenregeling nodig.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86·-07-01
Page
78
vi V
XDB042.05-2498
DOCUMENT: Conclusie.
De conclusie spits ik toe op twee punten: 1) Het modelleren van een rontgenregeling. 2) Het gebruik van PSI als simulatie-gereedschap. Ten aanzien van het eerste punt kan ik stellen dat modelleren zeer goed mogelijk is. Het model komt, gezien de verificatie-resultaten uit hoofdstuk 2 en 4, ook goed met de werkelijkheid overeen. De geschatte tijdconstanten voor de gloeidraad en de vidicon (beide 0.1 sec) en de geschatte waarde van de instelpotmeter KD:R2 (KVC-delay kV-regeling 37kOhm) voldoen in eerste benadering goed. Om een beter inzicht in de werkelijke waarden te krijgen zal meer het dynamische gedrag gemeten moeten worden. Nu meet men vaak stationaire toestanden en verbindt daar conclusie's aan betreffende de regelstabiliteit. Voor een snellere regeling zal echter het momentane gedrag belangrijker ZlJn. Ook is voor het gebruik van PSI meer kennis van het tijdsaspect, stapresponsie's, van de diverse componenten noodzakelijk als bij de methode die men tot heden gebruikt (Bodeplots). Hierbij bedoel ik dan voqral de rontgenbuis en detector (BV en Vidicon) waarvan ik vindt dat het tijdsaspect slecht gedocumenteerd is. Ten aanzien van het tweede moet ik opmerken dat ik met de eerste versie van PSI voor de IBM PC heb gewerkt. Deze versie was niet af. Er waren sommige functie's niet geimplementeerd en sommige anderen werkten niet goed. Ook was het programma niet veilig. Het loapt soms vast en keert dan naar MSDOS terug waarbij het model verloren gaat. De implementatie op MSDOS moet duidelijk verbeterd worden. Er ontbreekt bijvoorbeeld de mogelijkheid om een gelogde drive te kiezen. Deze fouten kunnen denk ik in de volgende versies verbeterd worden en dan is PSI een handig hulpmiddel bij het ontwerpen van rontgen-systemen. Vooral de mogelijkheid om allerlei functie's, lineair, niet-lineair, tijdcontinu, tijddiskreet, digitaal en analoog te modelleren sprak mij weI aan. Verder is gezien het feit dat PSI een tijddomeinsimulatie geeft een verificatie niet erg moeilijk omdat aIle meetapparatuur tijdresponsies vastleggen. Een verder voordeel van PSI is dat de losse blokken uit het blokschema los te modelleren en te verifieren zijn. Hierdoor is er een duidelijk verband tussen het PSI-model en het gerealiseerde apparaat aan te geven.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
79
V
XDB042.05-2498
DOCUMENT: Literatuurlijst.
Plaats, Prof.Dr.G.J.v/d; Medische rontgentechniek in de diagnostiek. De tijdstroom, 1978 MSD bibliotheek 820.014B. Bank, J. Kleyn, H.de 43 diagnostiek. Opleidingscentrum MSD, 1972.
Technische inleiding tot de
rontgen-
Bosch, P.P.J.v/d; PSI manual version 6.1 TH De 1ft, 1984. Goey, C.de e.a.; Ontwikkelmap BV-25. DSB Best, wordt continu aangevuld. Spaak, W.E.; Impact of E-curve and P-factor on system design. DSB Best XDB042.2-1886, 1986 Kroon, J.N.; System Image Quality. DSB Best SIQOVER, 1984. Kroon, J.N.; E-krommen geldend voor de BV-25. DSB Best XDB 35042.5-1524 JNK/jnk, 1985. Service documentation BV 25. MSD, wordt continu aangevuld. Marschall; Functional specification for FO-14 tube. C.H.F. t1uller, 1982. Technical data: Camera tube XQ1285. Ph iii Ps, 1981.
l
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
80
BIJLAGE
I :
Inleiding PSI en PSI-modellen.
XDB042.0S-2498
PSI is een blokgeorienteerd tijddomein-simulatie-programma van de TH Delft. Het voordeel van PSI is dat het interactief werkt. Er kan eenvoudig iets aan het model veranderd worden en direkt daarna uitgeprobeerd worden zonder eerst een 'compilatie'-slag uit te voeren. De keuze voor PSI en geen andere interactieve taal zoals THTSIM is gemaakt omdat op andere plaatsen binnen Philips (o.a. C.F.T. en NatLab) al met PSI gewerkt wordt en omdat PSI in tegenstelling tot THTSIM op verschillende computers draait. De resultaten die hier besproken worden zijn met behulp van een IBM-PC-compatible machine gemaakt. PSI werkt met een aantal blokken die een bepaalde relatie tussen ingang(en) en uitgangen vastleggen. Deze relatie's kunnen zijn: - rekenkundige functie's ADD, MUL, DIV enz. niet-Ineaire functie's LIM, DSP enz. tijdafhankelijke blokken ZZl, DTE enz. - integratoren INT, INL INR enz. niet-lineaire relatie HYS. Het uitgangssignaal van een blok wordt aangegeven met de bloknaam. Verder kan betrekkelijk eenvoudig met de tijd gerekend worden door het signaal TIME (zie het model van de Elco Discharge besturing t:::E: •• ) •
In PSI kunnen overdrachtsfunctie's niet als polynoom in 5 gemodelleerd worden. Er bestaan namelijk geen differeniatoren maar weI blokken die diverse soorten integratoren voorstellen (bijvoorbeeld: INT-blok H(s)=l/s, INL= begrensde INT, INR= INT met reset). Voor het implementeren van een overdrachtsfunctie H(s) moet de functie gesplitst worden in delen met een integrator (term 115), zie voorbeeld 2. Voor het samenstellen van een groot model is het handig om de APPENDfunctie te gebruiken. Met deze functie kan een bepaald in het geheugen aanwezig model aangepast cq uitgebreidt worden met een op schijf staand model. Met deze methode is het mogelijk om een groot model als een aantal kleine (deel-)modellen te maken, de (deel-) modellen afzonderlijk te testen en ze daarna te koppelen. Veor het eenvoudig gebruiken van de APPEND-functie maak ik gebruik 1) als van 1x versterkende buffers (GAI-blokken met parameter interface-blekken tussen (deel-)modellen. De voordelen van het gebruik van buffers zijn: 1) elk (deel-)model is eenvoudig te isoleren door de parameter van de buffer 0 te maken, Een regelkring kan dus na elk deelmodel opengeknipt worden en de versterking kan op iedere buffer aangepast worden. 2) door de GAI-blokken te veranderen is het model te veranderen zonder de deelmodellen aan te hoeven passen, zie voorbeeld 1. 3) Bij de APPEND-functie worden aIle blokken in het geheugen met namen die overeenkomen met namen in het model op schijf veranderd naar het blok op schijf. Ingangsblokken van het model op schijf Author: H.C.G. Boons
~
Date: 86-07-01
!
Page : 81
I : Inleiding PSI en PSl-modellen.
BIJLAGE
!
XDB042.05-2498
kunnen hierdoor de uitgangsblokken van het model in het geheugen verwoesten. Door het gebruik van buffers is in dit geval de struktuur van het (deel-)madel niet vernietigd maar aIleen de buffer. In het model wordt het gebruik van versterkerblokken (GAl) zo veel mogelijk vermeden door parameters (componentwaarden, instellingen) zoveel mogelijk in CON-blokken te zetten. Hierdoor komen veel MUL- en DIV-blokken voar, waar ook een GAl-blok kan staan. Het voordeel van losse CON-blokken is dat componentwaarden direkt terug te vinden zijn en dat er hooguit op een plaats iets veranderd hoeft te worden bij het veranderen van een component (bijvoorbeeld: een weerstandswaarde in een tijdconstante EN versterkingsfactor). Het nadeel van deze methode is dat het model grater wordt. Interface-blokken tU5sen versterkende buffer). ~gQc~§~l~
twee
lL Het
gebruik van (deel-)modellen.
modellen zijn
1x versterkende
weI
GAl-blokken
buffer
tussen
(lx
twee
In onderstaand schema zou men, als het GAl-blok niet aanwezig was en men wilde de eenheidsstapresponsie van het terugkoppelpunt weten, het blok KT:KVERR ~an moeten passen: : Eenheidsstapresponsie : Herstellen
--------------+-----------------------+------------------------------+ zonder buffer: KT:KVERR,SUB,KT:12,1
: KT:KVERR,SUB,KT:12.KD:KVCDL :
--------------+-----------------------+-----------------------------+
met buffer
IN:KVCDL,CON
IN:KVCDL,GAl,KD:KVCDL
--------------+-----------------------+-----------------------------+ Het zal duidelijk zijn dat, omdat KT:12 niet in het interface-vlak tussen beide modellen zit, voor de methode zonder buffers een grondigere kennis van het model noodzakelijk is.
* * model Terugkoppelpunt ** : KT:KVERR ** KD:KVCDL * IN:KVCDL * +-----+ +-----+ * +-----+ * +->:+SUB l---->: DIV :--+----->: GAl :-------->:+->: * +-----+ * +-----+ +-----+ * * * * < -+ * *
model KVC-Delay
fig 1.1 Voorbeeld GAl-buffer tussen 2 modellen.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
82
I :
BIJLAGE
~QQ~~~~!~ ~L
Stel men omzetten:
Inleiding PSI en PSI-modellen. Overdrachtsfunctie's H(s)
wil
de ds
+
volgende e
= -----------= 2
H(s)
as
(ds + e)
=
in PSI.
overdrachtsfunctie
in
een
PSI-model
UIT
+ bs + c
IN
XDB042.05-2498
IN
(as 2 + bs + c) UIT
Deel links en rechts van het = teken door de hoogste macht van (hier s2) en breng de term UIT zonder /s-termen naar een kant:
=
a UIT
(d.IN - b.UIT)/s +
s
(e.IN - c.UIT)/s2
Neem nu twee statevariabelen Xl en X2: Xl
=
X2 -
(e.IN-c.UIT>/s (d.IN - b.UIT + Xl>/s
UIT = X2/a Dit geeft in het tijddomein: ;.: 1
;·:2
e.in(t) - c.uit(t)
=
v
] dt
~/
T
Ie
d.in(t) - b.uit(t) + :d(t)
] dt
-00
uit(T)
=
x2(T)/a
in(t) 0--)--+---------------+ (*e)
:.: 1"\
(*d)
* +-----:t * (+)--): INT :--)(+)--):
:.:2/\
l/
+-----+~
~
+-----+
~
INT :--+--) uit(t)
+-----+
-(*b)
+---------------+-----<-------+
fig 1.2 PSI-model dat H(s) simuleert.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
83
BIJLAGE
I :
XDB042.05-2498
Inleiding PSI en PSI-modellen.
In de volgende bijlagen II tim IV staan de modellen van PSI in blokschema's en SA-lijsten. In deze paragraaf staat de manier waarop deze zijn weergegeven. Een §B=lii§t is een alfabetisch op bloknaam geordende lijst. lijst bestaat de volgende conventie (Standaard PSI):
- - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Input! Input2 Input3 (t> (INt> Voor de
~§~Cg~~§ Y-~O
g§
~lQLL§O
Par!
Par2
In deze
Par3
geldt de volgende conventie:
+-----+
-->: -->: :--> < IN3> -->:
naam van het blok; z.o.z. type van het blok; zie onder. ingang i uitgang
+-----+
Bij ADD, SUM en SUB blokken kan de aktie op een variabele dmv '+' en verduidelijkt zijn. Voorbeeld:
bepaalde
ingangs-
+-----+
< IN1:> -->: + -->:-SUM :--> < IN3> -->:-
In de parameterlijst van dit SUMblok is Par1>O en Par2 en Par3<0.
+-----+
Afwijkingen van deze conventie:
Bf:l:::=Q19t
+------+
-->:0 REL: \ 0:--> < IN3> -->: 0
De schuine streep (\) geeft de verbinding aan die bestaat als < IN 1 > <= 0 ( =f a I se ) is.
+-----+ .i·. I
+-----+
-->: SPL :-->
Mode: Sample Hold
> 0 (=true) <=0 (=false)
+-----+ .+. I
Het Q1QLt~Q§ wordt aangegeven met 3 hoofdletters. Het aantal ingangen en daarmee samenhangend de hoogte van het blok hangt af van het bloktype. Voor de betekenis van de blokken zie de PSI-manual version 6.1 bladzijden 51 tot en met 71. Author: H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
84
BIJLAGE
I :
Inleiding PSI en PSI-modellen.
! XDB042.05-2498
Voor de D~m~D ~~D g~ Q1Qtt~D van een bepaald (deel-)model geldt de volgende conventie: 1e letter geeft het hoofdmodel aan waartoe het deelmodel behoort, bijvoorbeeld: K = KV-model M = MA-model V = Videoketen 2e letter geeft deelmodel aan bijvoorbeeld: A = Afvlakmodel (kV-regeling dus KA) D = Delay gloeidraad (mA-regeling dus MD) ~e letter scheidingsteken 4e-8e letter naam van maximaal 5 tekens De iOg~Og2gCQQtQ~g~D vanuit andere (deel-)modellen worden aangegeven met 'IN:' gevolgd door de naam van de grootheid. In het totaal-model is dit een GAI-blok, die als 1x versterkende buffer tussen beide (deel-)modellen is geplaatst. De 5-letterige naam komt overeen met de 5-letterige naam van de uitgangsgrootheid. Omdat aIle ingangsgrootheden het zelfde voorvoegsel 'IN:' hebben moet de 5-letterige naam uniek zijn in het hele model. Blokken, die een ~QD2t~Ot~ waarde weergeven (zoals 0, -1 enz.), krijgen als naam dat getal. ~~tYYC~Q02t~Dt~O, zoals PI, worden voorafgegaan met een .PI geeft dus PI aan. Hierdoor worden bij een SA-lijst (alfabetisch geordend op bloknaam) eerst aIle constanten en daarna een voor een de (deel-)modellen getoond.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
85
BIJLAGE
I I : Het PSI-model van de kV-regeling.
!
XDB042.05-2498
In deze bijlage staan de blokschema's van de volgende PSI-modellen die uitmaken van de kV-regeling. KA KC KD KE KI KO KP KT
deel
= Afvlakmodel = Controlled Rectifier = KVC-Delay = Elco-Discharge besturing = I-regelaar = Vref Optelpunt = Puls-Breedte Modulator = Terugkoppelpunt
Voor de betekenis van de blokken en namen zie bijlage I. De totale kV-regeling met verbindingssignalen: UPR 0-------------+ +----+ +----+ +- >: :KVERR+----+I - UIT+----+ VREF KVC 0--+->: I: KT :---->: KI :---->: KO :----> +----+KVCDL+----+ +----+ +->: +----+ +--------------------------------+ fig 11.1 De kV-regeling. IBPR 0--------------------------------+ +----+ +----+:SIN: +----+CRPWR +-->: VREF 0----): KP :------->: KC :---------->: KA :----> UPR :----+-->~
+----+PBM
+--)- :
+----+
+----+ +----+DSCMD +-->: KE :-------+
+----+
fig 11.2 De Upr-actuator. Eenheden: IBPR is uitgedrukt in Ampere, KVC, UPR, VREF zijn uitgedrukt in V.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
86
BIJLAGE
XDB042.05-2498
I I : Het PSI-model van de kV-regeling.
PSI-file: KD860603.PS6 model KVC del ay (KD: •. ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Input3 Input2 Block Type Inputl IN:KVC KD:Cl KD: IN KD: INT KD:KVCDL KD:Rl KD:Rl+R2 KD:R2 KD:RTOT KD:SUB KD:T4
CON CON DIV 1NT DIV CON ADD CON DIV SUB MUL
Parl
Par2
Par3
.0000 2.2000E-06 IN:KVC KD:SUB KD: INT
KD:Rl+R2 .0000
1.000
KD:T4 5.1100E+04
KD:Rl
KD:R2 3.7000E+04
KD:Rl KD: IN KD:RTOT
KD:Rl+R2 KD:KVCDL KD:R2 KD:Cl
(R2 is een potmeter van 50 kOhm voor het instellen van de eindwaarde) KD:KVCDL KD:INT KD: IN KD:SUB +-----+ +-----+ +-----+ +-----+ IN:KVC 0---->: DIV :----->:+SUB :---->: INT :---->: DIV :--+-->0 +-): +-):+-----+ +->: +-----+ +-----+ +-----+ Rl+R2
+-----------------------------------+
+-------+
81~8f·Cl
Rl+R2 KD:Rl 0--+-------------+ : KD:Rl+R2 KD:RTOT +-----+ : +-----+ +->:+ADD: : +->: DIV :--+ +-):+ :-+----): +-----+ +-----+
KD:T4 +-----+
+- >:
KD:R2 0--+--------------------------->: MUL :----+ +-) :
+-----+ KD:Cl 0----------------------------+
(KD:Rl, KD:R2 en KD:Cl zijn CON-blokken)
fig 11.3 PSI-blokschema KVC-delay
ALlthor
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
87
BIJLAGE
XDB042.0S-2498
I I : Het PSI-model van de kV-regeling.
PSI-file: KT860603.PS6 model Terugkoppelpunt
(T: •• )
- - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Black Type Inputt Input2 Input3 IN:KVCDL IN:UPR KT: AMP KT: 12 KT:KVERR KT:PWRDV KT:R3
CON CON CON DIV SUB DIV CON
Part
Par2
Par3
.0000 .0000
60.00 KT:PWRDV KT:R3 KT:I2 IN:Il IN:UPR KT:AMP 5. 1100E+04
KT:PWRDV geeft PWRSMDV weer. KT:PWRDV KT: 12 +-----+ +-----+ IN:UPR 0-->: DIV :---->: DIV :---+ +-):
+-):
+-----+ KT:AMP
+-----+ KT:R3
KT:KVERR +-----+ +->:+SUB :---->0 IN:KVCDL 0------------------------->:+-----+
fig 11.4 PS1-blokschema Terugkoppelpunt
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
88
BIJLAGE
XDB042.0S-2498
I I : Het PSI-model van de kV-regeling.
PSi-file: KIB60603.PS6 model I-regelaar (KI: .• l - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL - Type Inputi Input2 Input3 Pari Block IN:KVERR KI: A
KI:A*UIT KI: B KI: C
KI:C*IN KI: C2 KI: C3
KI : IN KI:I_UIT KI:R4 KI:R4+R5 KI: R5 KI: RV KI: T1
KI:T2 T3 KI: Xl KI:Xi' KI: X2 KI:X2' KI:
CON ADD MUL MUL MUL MUL CON CON MUL DIV CON ADD CON DIV MUL MUL MUL INT SUM INT SUB
Par2
Par3
1. 000 1. 000 1. 000
-1. 000
.0000 KI:Ti KI:T2 KI:I_UIT KI: A KI: T1 KI: T3 KI:RV KI:Ti KI: IN KI: C
KI: T3
2.2000E-07 2.2000E-08 IN:KVERR KI:R4+R5 KI:Xi KI:B 7.5000E+05 KI:R4
KI:
R5
KI: R5 KI: R4
KI:R4+R5 KI: C2 KI: C3 KI:C3
2.4300E+05 KI:R4 KI: R5 KI: Xl' KI:C*IN KI:X2' KI: IN
.0000 KI:
X2
KI:A*UIT
1. 000
.0000
+------------+----------------------------------------------+ KI:A
KI:A*UIT +-----+ +->: MUL :--+ +-------->: KI:X2' +-----+ KI:Xi' KI:I UIT KI: Xl +-----+ KI:X2 +-----+ +--):+-----+ +-):+-----+ +-----+ +->:+SUB :----)\ INT :----):+SUM :--->: INT l---->: DIV :--+-->0 +-----+ +-----+ +-):+ +-----+ +-): +-----+ +-----+ KI:IN KI:C*IN +-----+ IN:KVERR+-----+ KI:B 0---): MUL :--+------------->: MUL ;--+ +->: +->: +-----+ +-----+ KI:R4+R5
KI: C
fig 11.5 PSI-blokschema I-regelaar Het schema met daarin de vorming van KI:R4+R5, KI:A, KI:B en KI:C staat op de volgende pagina.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
89
BIJLAGE
XDB042.05-2498
II : Het PSI-model van de kV-regeling.
.
"KI:R5 0----+-------------------------+ KI:C KI:RV KI:R4+R5 ~ +-----+ +-----+ +-----+ +--->: ADD: +-->: DIV :----->: MUL :--+ KI:R4 0-------->: :------+---------->: +--): +-----+ +-----+ +-----+
KI: T1
+-----+ KI:C2 0-------->: +----): MUL :------+--------------------+ +-----+
.
.
"-
/,
KI: T2
KI: B
KI: A
+-----+ +-----+ KI:R4 0---+---->: +----): KI:C3 0----+---): MUL :-----------): ADD :--+ +-----+ +---):
+-----+
+--): MUL :--+ +--- >:
+-----+
+-----+ KI: 13 +-----+
+---) :
KI: R5 0-------- >: MUL : -------+------------------+ +-----+
(KI:R4, KI:R5, KI:C2 en KI:C3 zijn CON-blokken)
fig 11.6 PSI-blokschema vorming van de parameters behorende bij de I-regelaar uit fig 11.5. l' Imaginaire as
-----x-------------------o---x--+-----) Reeele as
fig 11.7 pool
(X)
en nulpunten
(0)
beeld I-regelaar.
II
Amplitude in dB
I.SSZM
I.SSZM
Frequentie in rad/sec
...
-D.Z3JI
.. -f._
'J:rM·----------------'~.65
Fase (ARB) in radialen
-'15
fig 11.8 Bode-diagram I-regelaar (Resultaat met TRIP).
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
90
BIJLAGE
II
Het PSI-model van de kV-regeling.
XDB042.05-2498
lC,
- _ -a. I
I
I I
I
I
fig 11.9 Eenheidstapresponsie van de I-regelaar. (PSI)
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
91
BIJLAGE
XDB042.05-2498
I I : Het PSI-model van de kV-regeling.
PSI-file: KDBb0409.PSb model Vref optelpunt (KO: ..• I - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Inputl Input2 Input3 IN: I_UIT IN:KVC KO:-AMPL KO:-H KO:-R7 KO:ADD KO:FDBCK KO:FDFWD KO:OFS KO:Rb KO:RCON KO: VREF
CON CON MUL CON CON ADD DIV DIV CON CON CON MUL
Par2
Pari
Par3
.0000 .0000 -.5110 -1.0000E+04 KO:FDBCK KO:FDFWD KO:OFS KO:-AMPL KO:Rb IN:KVC KO:RCClN -5.4000E-04 1.0000E+04 b.1900E+04 KO:ADD
KO:-R7
KO:-AMP KO:FDBCK +-----+ +-----+ IN:I_UIT 0---): MUL :----): DIV :--+ +->:
+-----+ KO:-H +-----+ +--: CON: +-----+
+-): +-----+
KO:Rb +-----+
+--: CON: +-----+
KO:ADD +-----+ KO:FDFWD KO:VREF +-----+ +--): +-----+ IN:KVC 0---->: DIV :----------------->: ADD :----->: MUL :---)0 +-) :
+-----+ KO:RCON +-----+ +--: CON:
+-) : +-----+
+-;. : +-----+
KO:-R7 +-----+
+--: CON:
+-----+
+-----+
KO:OFS +-----+
: CON :---------------+ +-----+
fig 11.10 PSI-blokschema Vref-optelpunt werking: Dit optelpunt verzargt de stuurspanning KO:VREF voor de controlled rectifier. KO:RCON is een weer stand die afhankelijk van de omstandigheden verkleint wordt om verliezen over de netweerstand te compenseren. Omdat dit model slechts voor daorlichten geldt is deze constant blk9 Ohm. De invloed van de feedforward Dp KO:VREF is dus betrekkelijk gering, maximaal KVCmax/RCON=(10Iblk91*-10k=-1.b V. Het blok KO:OFS netwerk naar de
is de offsetstroom te gevolge van de weerstanden -15V voeding. Dit is in het stationaire geval,
Author: H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
en RCals de Page : 92
BIJLAGE
I I : Het PSI-model van de kV-regeling.
condensator opgeladen is, gelijk aan -15/27k4 = -5.4E-4 A. offset voor Vref van 5.4 Volt.
XDB042.05-2498 Dit levert
een
De blokken KO:-AMPL stelt de inverterende versterker voor. Door deze versterker werkt de KVC-bijdrage van de l-regelaar positief door in het optelpunt (en dus negatief in Vref).
Autt10r
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
< 9 "-'
BIJLAGE
I I : Het PSI-model van de kV-regeling.
XDB042.05-2498
PSI-file: KP860409.PS6 model PuIs Breedte Modulator (KP: ••• ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Inputl Input2 Input3
o 1
IN:VREF KP:ANGLE KP:COMP KP:FRAC KP:PBM KP:ZAAG KP:ZMAX KP: :SIN:
CON CON CON MUL SUB DIV BNG INR CON SIN
Parl
Par2
Par3
.0000 1. 000
.0000 KP:ZAAG KP:ZAAG IN:VREF KP:COMP
• PI KP:FRAC KP:ZMAX
1
I)
1.000 .0000 5.000 1.000
KP:ANGLE
.0000 .0000 1.0000E+02 1.0000E-02 .0000
1.000
(.PI geeft de constante waarde PI aan. Deze wordt berekend vol gens PI= 4.arctan(1). Het voordeel van deze berekening boven het direct intypen van de waarde 3.1415enz is dat deze methode optimaal gebruik maakt van het aantal significante cijfers van een bepaalde computer.) • PI +-----+ 0---): SIN :--+ KP:ANGLE KP: :SINl +-----+ +-----+ +-----+ +--): MUL :----): SIN :----)0 +-----+ KP:ZAAG +-->: +-----+ +-----+ 1 0---): INR : --+ KP:COMP KP:PBM I) 0--->: +-----+ +-----+ +-----+ +-->:+SUB :----): BNG :---->0 +-----+ KP:FRAC +-->:+-----+ +-----+ IN:VREF 0----->: DIV :--+ +--:> :
+-----+ KP:ZMAX +-----+
+---: CON: +-----+
(I)
en 1 zijn CON-blokken)
fig 11.11 PSI-blokschema Puls-Breedte-Modulator werking: KP:ZAAG vormt een zaagtand met een periodetijd van 10 msec en eindwaarden 0 en 1. Om de netfrequentie te wijzigen moeten twee parameters van KP:ZAAG gewijzigd worden (p2 en p3) in respectievelijk 21'1 en 1/21'1 met w=netfrequentie in Hz. KP:ANGLE is een hoek uitgedrukt in radialen tussen 0 en pi en levert in KP: :SIN: een dubbelzijdig gelijkgerichte sinus met amplitude 1. De Puls-Breedte-Modulator wordt gevormd door KP:COMP en KP:PBM. Hier wordt zodra KP:FRAC groter dan KP:ZAAG is een puIs met hoogte 1 gevormd anders O. Als KP:FRAC Kleiner is dan I) of groter is als 1 wordt er geen puIs gegeven en is de uitgang respectievelijk konstant 1 of O. KP:FRAC is de genormeerde IN:VREF.
H.C.G. Boon'5
Date: 86-07-01
Page
94
BI·]LAGE
II
Het PSI-model van de kV-regeling.
XDB042.05-2498
- " - - - - - t ' - - - - . J L - - - - " - - - -.........'------W"-----!.
fig 11.12 werking Puls-Breedte-Modulator.
H.C.G. BClons
Date: 86-07-01
Page
95
BIJLAGE
XDB042.05-2498
I I : Het PSI-model van de kV-regeling.
PSI-file: KC860409.PS6 model Controlled Rectifier (KC: •.. ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Inputl Input2 Input3 IN:PBM IN: :SIN: KC:CRPWR KC:TOPW
CON CON MUL CON
(594 Veff
~
Parl
Par2
Par3
.0000 .0000 KC:TOPW
IN:PBM
IN: :SIN: 840.0
840 vtop)
IN:PBM 0------+ KC:CRPWR +-----+ +-):
IN: :SIN:
0------>: MUL :-----> +-
KC:TOPW
>:
+-----+
+-----+
: CON : --+ +-----+
fig 11.13 PSI-blokschema Controlled Rectifier. werking: Doordat IN:PBM slechts de waarden 0 en 1 kan hebben geeft dit model een aangesneden sinus als uitgang. Het voordeel van een multiplier boven een schakelaar is dat eenvoudig een vervangingsmodel voor de aansnijding (bijvoorbeeld effectieve waarde) ingebouwd kan worden. Hierbij moet dan IN:PBM vervangen worden door een waarde in het interval [0,1] welke de 'werking over de tijd' van de aangesneden sinussen aangeeft.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
96
BIJLAGE
XDB042.05-2498
I I : Het PSI-model van de kV-regeling.
PSI-file: KE860603.PS6 model Elco-Discharge - - STRUCTURE AND PARA~ETERS PRESENT MODEL Block Type Inputl Input2 Input3 IN:PBM KE:DELAY KE:DIFF KE:DSCMD KE: HOLD
CON CON SUM BNG SPL
KE:HOLD KE:DIFF IN:PBM
Parl .0000 5.0000E-02 1.000 1.000 .0000
KE:DELAY TIME TIME
Par2
Par3
1.000 0.000
-1.000 .0000
+------------+ KE:DIFF KE:HOLD +-----+ KE:DSCMD +-----+ +--):+-----+ TIME 0--+--): SPL :----->:+SUM :---->l BNG :---->0 +-----+ +-->:+ +-----+ ... +-----+ KE:DELAY IN:PBM 0-----+ +-----+ +---i CON: I
+-----+
fig 11.14 PSI-blokschema Elco-discharge tijdvertraging. Werking: Als IN:PBM)O dan neemt de sample~hold (KE:HOLD) een sample zodat KE:DIFF positief wordt (TIME + KE:DELAY - TIME> 0), KE:DSCMD wordt O. Als IN:PBM<=O dan wordt de oude waarde vastgehouden. Na verloop van tijd (KE:DELAY nadat IN:PB~ voor het laatst > I) is geweest) geldt dat KE:DIFF negatief wordt en dus KE:DSCMD 1 wordt. De elco moet nu ontladen worden! .: a:_ ••:.....
... 1 5 I
°1 5
_. -
r----,
,.
4,a:.... 1
11
_r_1
-"
r-+;
~
11:..
., 1
··· ·• · ·:. :' •
I I
.
I
•
· · ··· ,,
" :
"..
-1.5
~
f
-1.5
I
"";.,
--1.1
-
j.
~
-1.1
·· , ·
,
--,
fig 11.15 De werking van de Elco-discharge tijdvertraging.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
97
BIJLAGE
II
:
Het PSI-madel van de
~::V-regel i
XDB042.05-2498
ng.
PSI-file: KA860409.PS6 model Afvlakcircuit (KA: •• )
- - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block
Type I nputt
0 IN:CRPWR IN:DSCMD IN: IBPR KA:C KA:DISSW KA: IC KA: I L KA: I L' KA: ILAST KA:IRD KA: IRS KA:L KA:RD KA:RNET KA:RS KA:UPR KA:UPR' KA:VA-L KA:VLOSS
CON CON CON CON CON REL SUB INL DIV ADD DIV DIV CON CON CON CON INT DIV SUM MUL
Input2
Input3
Par 1
Par2
Par3
.0000 .0000 .0000 .0000 2.0000E-03 IN:DSCMD KA: I L KA: I L' KA:VA-L KA: IRS KA:DISSW KA:UPR
0 KA:UPR KA:ILAST .0000 KA:L KA: IRD KA:RD
.0000
1.0000E+30
IN: IBPR
~:A:RS
KA:UPR' KA: I C KA:C IN:CRPWR KA:VLOSS KA:UPR KA: I L KA:RNET
5.0000E-02 390.0 12.00 1.0000E+04 .0000 1. 000
1.000 -1.000
-1. 000
werking: Als IN:OSCMO>O wordt sluit KA:DISSW en wordt de elco via KA:RD versneld ontl aden. IN:IBPR geeft de buisstroom aan de primaire zijde van de hoogspanningstrafo weer. IN:VNET geeft de spanning uit de gelijkrichter (Controlled rectifier) weer. Zie Yolgende pagina yoer het schema van het model.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
98
BIJLAGE
II
XDB042.05-2498
Het PSI-model van de kV-regeling.
KA:VLOSS
+-----+ +-------------: MUL :(------------+ :<-+ +-----+ KA:RNET
+-----+ : CON :--+ +-----+
effect net-verliesNeerstand
KA:VA-L
KA:UPR' KA:UPR KA: IL' KA: IL KA: Ie +-----+ +-----+ +-----+ +-----+ +-----+ CRPWRo---}:+SUM :---): DIV :--->: INL :--+--->:+SUB :-----}: DIV :--->: INT :----+--}o +- >: +-): +-----+ +--:>: +--): +-----+ +-----+ +-----+ +-----+ +-----+ KA:C KA:L +-----+ +-----+ +--: CON : +--: CON: +-----+
+->:-
+-----+
+-----+
toenale condensatorspanning
toevoer van lading
afvoer van lading +---0
IN: IBPR
KA:ILAST KA:IRS :(--+ +-----+ +--: ADD :(-----: DIV :(---------------+ :<--+ :(-+ +-----+
+-----+
+-----+
KA:RS
+-----+ : CON
:--+
+-----+
KA:IRD +-----+
KA:DISSW +-----+ :REL 0:(-0
+--: DIV :<---:0 I :(-+ 0:(----+ +-----+ +-----+
KA:RD +-----+ : CON :--+
~
I
IN:DSCMD
+-----+
+-------------------------------------------------------------------------+ fig 11.16 PSI-blokschema Afvlakmodel.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
99
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling. In
! XDB042.0S-2498
deze bijlage staan de blokschema's van de volgende PSI-modellen die van de mA-regeling:
deel
uit~aken
MD MF MG MK MM MO MP MR MS MV
= Delay gloeidraad = Filter = Gloeistroomregeling = KV-mA-curve = Heetcircuit = Dptelpunt = PI-regelaar = la-If overdracht Rontgenbuis = gloeistroom Setpoint = Variabele versterker (vermenigvuldiger)
Voor de betekenis van de blokken en namen zie bijlage I. De totale mA-regeling met verbindingssignalen: +----+MA(KV+----+MAERR+----+ERR_F+----+VARGN+----+ MK :---->: MO :---->: MF :---->: MV :---->: MP :--->0 MAC +----+ +- >: +----+ +- >: +- >: +----+ +----+ +----+
KVC
0--->:
IA
0---->:
ENMA
+----+ MM :--+---------------------+ +----+VIB
0--------------------------------------------+
fig 111.1
De buisstroomregeling.
+----+ MAC 0--- >: :IFSET+----+ IF +----+IF(T)+----+ KVC 0--- >: MS ;---->: MG :---->: MD :---->: MR :--->0 IA +----+ +----+ +----+ SLRG 0-->: EXPR
0--
>;
+----+
fig 111.2 De gloeistroomregeling en gloeidraad. Eenheden: lA is uitgedrukt in ampere, KVC en MAC zijn uitgedrukt in Volt. ENMA, SLRG en EXPR zijn digitale signalen.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
100
XDB042.05-2498
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
PSI-file: MSB6052B Model Setpoint gloeistroomregeling (MS: .. l - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL - Block Type Input1 Input2 Input3 Par1 -1
CON CON CON CON CON CON CON DIV DIV l1UL
0
IN:EXPR IN:KVC IN:MAC IN:SLRG f1S: 20MA MS:DGRIF f1S: FLUOR MS: IFSET 113: ITOT ~1S: DFSET i1S: POTM3 11S: PREHT
ADD
.0000 .0000 .0000 .0000 .0000 .0000 IN:KIJC IN:MAC
MS:POTM3 MS:R1 _1, MS: ITOT MS:R39 MS:OFSET MS:SWTH1 MS:SWTH2 4.1100E-4 .0000 .0000 2.9400E+4 1.0000E+4
SDN
CON CON
~IS:R39
rL: fi'oJ 1'\ ~\l
i1S:RADIO
(:)DD
MS:SvJTHl
REL
i1S: SWTH2
REL
MS:OFSET
Par3
-1. 000
CON
t1S:F~i
Par2
MS:DGRIF MS: 20MA IN:SLRG MS:PREHT MS:FLUOR IN:EXPR 0 MS:RADIO
Q-----------------------------+
-1 0-+
MS:IFSET MS:SWTH1 MS: ITOT +-----+ +-----+ +-----+ MS:PREHT 0--------------->:0 REL: +--->: +-): \ 0:---------->: ADD :----): MUL :----) MS:IFSET ~1S:FLUOR
+->:0
+-----+
IN:MAC 0------->: DIV 1'1S:Rlo--->i
:--+
+-- >i
+-----+
+_ ,. ) II
+--_.:._+
+-----+
MS:R39
~.
I
+-----+
+-----+
+--: CON: +-----+
IN:SLRG
Q----------------------+
+--------+ MS:SWTH2 +-----+
o 0--------------------------->:0 REL: \ 0:----+ t1S:DGRIF +->:0 +-----+ +-----+ MS:20MA o---------------}: ADD :--+ MS:RADID +-}: +-----+
IN:f: DIV ;--+
+-----+ .>. I
MS;POTM3 0---:>: +-----+
IN:EXPR
Q----------------------+
IMS:OFSET, MS:PREHT, MS:R1, MS:20MA, MS:POTM3, -1 en 0 zijn CON-blokkenl
fig III.3a PSI-model vorming gloeistroom-setpoint IFSET. {~J...lth::::;i·-
:
i··1.CIICJa
E~ocJns
Date: 86-"07-01
Page
101
XDB042.05-2498
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
Van MS: •• is een vereenvDudigde versie gemaakt die ALLEEN tijdens doorlichten geldt:
PSI-fiie: MSDOORL Model Setpoint gloeistroomregeling (Doorlichtenl - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Input1 Input2 Input3 -1
CON
IN:t1AC MS:FLUDR r1S:IFSET MS:ITOT
CON DIV
t'1S: OFSET
MS:Rl MS:R39
MUL
ADD CON CON CON
Par1
Par2
Par3
-1.000 .0000 IN:MAC MS:R1 -1 MS:ITOT MS:R39 MS:OFSET MS:FLUOR
MS:OFSET 0-------------+
4.1100E-4 2.9400E+4 1.0000E+4 -1 0-+
MS:IFSET MS: nOT +-----+ +-----+ +-----+ +--- >: +- >: IN:MAC 0------->: DIV :------>: ADD l----): MUL :----) HS:IFSET MS:R1 0--->: +-----+ +->: +-----+ +-----+ MS:R39 +-----+ (MS:OFSET, MS:R1, -1 en +--: CON: +-----+ o zijn CON-blokkenl fig III.3b PSI-model vorming gloeistroom-setpoint IFSET. (AIleen voor DOORLICHTENl
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
102
XDB042.05-2498
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
PSI -file: M6860S28 model Gloeistroolllregeling (MG: •• ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL - Block Type Input1 Input2 Input3 Par1 -1
IN:IFSET MG: IF MG:N MG:NOEM MG:RI MG:RMEET MG:RS MG:TEL
CON CDN DIV CON MUL CON CON CON MUL
Par2
Par3
-1. 000
.0000 MG:NOEM
MG:TEL
MG:N
IN: IFSET MG:RI
3.060 475.0 .5000 4750. MG:RS
MG:N 0--+
MG:RMEET -1
MG:NOEM +-----+
MG:IF
+->:
+-----+ IN:IFSET 0---->: MUL l------>: DIV :----> +->: +-): +-----+ +-----+
If
MG:RI 0--+ MG:TEL
+-----+ MG:RS 0---->: MG:RMEET
0----):
-1
0----):
MUL
:----+
+-----+
(-1, MG:RI, MG:RS, MG:RMEET en MG:N zijn CON-blokken)
fig 111.4 PSI-model gloeistroomregeling.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
103
XDB042.05-2498
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
PSI-file: MD860528 Model Delay gloeidraad (MD: .• ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Input1 Input2 Input3 IN: IF MD: DELAY MD:IF(T) MD:DEL MD:SET
CON CON INT DIV SUB
Par1
Par2
Par3
1.000 .1000
MD:DEL MD:SET IN: IF
.0000
1.000
MD:DELAY MD:IF(T)
I'ID: IF (T) MD:SET MD:DEL +-----+ +-----+ +-----+ IN:IF o----):+SUB :----:>: DIV :---): INT :--+--) I'ID:IF(T) +-):+-): +-----+ +-----+ +-----+ MD:DELAY +-----+ +--: CON: +-----+ +----------------------------------+ fig 111.5 PSI-model tijdvertraging gloeidraad.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
104
BIJLAGE III : Het PSI-model van de
XDB042.05-2498
mA-~egeling.
PSI-file: MRB60528 Hodel Rontgenbuis Eindwaarde (MR: •. ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Inputl Input2 Input3 IN:IF(T) MR:A MR:B MR:EXP MR: I A MR: IN
CON CON CON DIV EXP SUB
Par2
Par3
1.000
2.000
Parl .0000 .5400 2.560
MR: IN MR:A MR:EXP IN:IF(T) MR:B
1.0000E-3
Het uitgangssignaal MR:IA is uitgedrukt in Ampere net zoals signaal (zie faktor lE-3 in blok MR:IAl.
het
ingangs-
MR: IN
MR:EXP MR: I A +-----+ +-----+ +-----+ IN:IF(T) o---->:+SUB :---->: DIV :--->: EXP :---) MR:IA +->:+->: +-----+ +-----+ +-----+ MR:B +-----+ +--1 CON: +-----+
MR:A +-----+ +--: CON:
+-----+
fig 111.6 PSI-model la-If overdracht rontgenbuis.
Autho~
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
105
XDB042.05-2498
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
PSI-file: MM860528 Model Buisstroom-meetcircuit (MH: •• )
-
- STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Type Inputl Input3 Block Input2 IN: I A MM:ADD MM:Cl MM:DIV MM:IN MM:Rl MM:R2 MM:RTOT MM:T NM:VIB
CON ADD CON DIV MUl CON CON ADD MUL INT
Par2
Par 1
Par3
.0000 MM: IN
MM:VIB
MM:ADD IN: I A
MM:T MM:Rl
2.2000E-06 3000. 2000. MM:Rl MM:RTOT MM:DIV
MM:R2 MM:Cl -1.000
1.000
LET OP: De integrator MM:VIB inverteert tevens het signaal. MM:VIB MM: IN MM:DIV MM:ADD +-----+ +-----+ +-----+ +-----+ IN:IA 0---->: MUL i----:>:+ADD :----): DIV :--->:-INT :--+---) HH:VIB +->: +-):+ +-): +-----+ +-----+ +-----+ +-----+ +----------------------------------+ MM:RTOT MM:T +-----+ +-----+ i"lN:Rl o--+-:>:+ADD ;----:>: MUL :--+ MM:R2 0---->:+ +->: +-----+ +-----+ MM:Cl 0--------------+
(MM:Rl, MM:R2 en MM:Cl zijn CON-blokken)
fig 111.7 PSI-model meetcircuit. De te
realiseren Qverdrachtsfunctie, formule (3.12): Vib Rl Hm(s) =--- = - ------ia 1 + s.t
met t = (Rl+R2).Cl
Vib = -R1.ia s.t.Vib = -Vib -Rl.ia 1
'Jib = - ---. (Vib + R1.ia) s.t T
Vib<Ti =-(l/t)
J
(lJib + R1.ia).dtijd
-00
{~uthor-
H. C. G~
BCJons
Date: 86-07-01
Page
106
XDB042.05-2498
8IJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
PSI-file: MK860528 Model kV-mA-curve (MK: •. ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Inputl Input2 Input3 IN:KVC MK:4-5 MK:5-7 MK:7-10 MK:KVCO MK:KVCTR MK:MA(KV
CON OS? LIM DSP CON SUB ADD
MK:KVCO MK:5-7
Par3
Par2
.0000 5.000 .3000 -1.0000E+30 4.750
IN:KVC MK:KVCTR IN:KVC IN:KVC MK:4-5
ParI
1.0000E+30 2.700 7.000
MK:7-10
Voor de gewenste overdracht van 3V/mA moet het uitgangsignaal worden. Dit gebeurt in een GAI-blok IN:MA(KV. MK:4-5 +-----+ +--------------->: DSP :---+ +-----+ MK:KVCTR IN:KVC
MK:MA(KV +-----+
MK:5-7
+-----+ +-----+ +-):+ o---+----):+SUB :---)1 LIM :-----):+ADD
+-):-
.2000 .1200 .1000
+-----+
versterkt
overdracht 3 V/mA I ..•.•..
:---): GAl :---) MK:HA(KV
+->:+
+-----+ MK:KVCO +-----+ +--: CON: +-----+
3x
...
I
•••
+-----+
MK:7-10 +-----+ +--------------->: DSP :---+ +-----+ fig 111.8 PSI-model kV-mA-curve. Werking: Om de kV-mA-curve te implementeren gebruik ik de LIM- en DSP-blokken. Hierbij ga ik uit van het stuursignaal KVC en niet van de kV-waarden. Daar er echter een lineair verband bestaat tussen kV en KVC (1 V KVC e 10 kV) houdt de curve de zelfde vorm. In deze paragraaf staan KVC-waarden tussen rechte haken []. Voor het PSI-model beschouw ik de drie lijnstukken die de volgende knikpunten verbinden: kV KVC mA ----------+----------+----------+-------------------40 4 0.1
Een LIM-blok begrenst de ingangswaarde tussen waarden p1 en p2 met p1 < p2, zie PSI-manual. Het LIM-blok MK:5-7 verzorgt het middelste deel, lijnstuk II, Author: H.C.G. Boons
! Date:
86-07-01
! Page :
107
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
! XDB042.05-2498
van de curve van 50 [5VJ tot 70 kV [7VJ. Buiten dit gebied geeft resp. 0.3 en 2.7 Volt. De vergelijking van de lijn is:
<mA)
dit
blok
= a . (KVC > + b
2.4 2.7 - 0.3 (mAl> - (rnA..,) .r.. a = --------------- = --------- = = 1.2 ..,.r.. (KVC 1 l - 5 7 b =
<mA..,> .r..
-
a
.
= 0.3
-
1.2
*
5 = -5.7
Voor de goede werking van het LIM-blok moet de lijn door de oorsprong De waarde van KVC, waarbij (mA> 0 is, is:
=-
b/a = 5.7/1.2
gaan.
= 4.75
l
I
Het KVC-signaal moet dus voor het LIM-blok met <:KVC O> = 4.75 verminderV zijn. De parameters van het LIM-blok moeten dan als voIgt zijn: pl p2 p3 LIM-blok (V laag) (V hoog) (helling) ---------+-------------+-------------+-----------------2.7 - 0.3 MK:5-7 0.3 2.7 --------- = 1.2 7 - 5
Een DSP-blok geeft een dode zone binnen 2 breekpunten, pl en p2 met pl <: p2. Buiten deze vertoont het DSP-blok een helling p3 met p3>=0. Voor het model gebruik ik twee DSP-blokken voor de lijnstukken I en III. Door een van de twee breekpunten buiten het kV-gebied te leggen kan ik afhankelijk van kV een correctieterm optellen of aftrekken. Het DSP-blok MK:4-5 vormt lijnstuk I door een negatieve bijdrage voor het gebied kleiner dan 50 kV [5VJ. Idem wordt lijnstuk II gevormd door DSP-blok MK:7-10 maar nu door een positieve bijdrage zodra kV groter dan 70 kV [7VJ wordt. De parameters van de DSP-blokken zijn: pl p2 p3 DSP-blok (X laag) (X hoog) (helling) ---------+-------------+-------------+-----------------0.3 - 0.1 KO:4-5 5 : +lE30 (+00) : --------- = 0.2 5 - 4
---------+-------------+-------------+-----------------3.0 - 2.7 -lE30 (+00) KO:7-10 7 --------- = 0.1 10 - 7 Door nu de diverse termen bij elkaar op te tellen is de eindwaarde uit de kVmA-curve bepaald. In fig 111.9 staat de door PSI berekende curve en de verschillende bijdragen.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
108
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
XDB042.05-2498
m ':'J~:::::~t---------f------------l -,I
I
-1.5
-1.5
SO
-1.5
-4,5
70
IIC
/d/
.-It
fig 111.9 Berekende kV-mA-curve.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
109
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
XDB042.05-2498
PSI-file MOB60526 Model Optelpunt mA-regeling (MO: •• l - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Inputl Input2 Input3 1N:MA(KV 1N:V1B MO:AO MD:ADD MO:MAERR
CON CON CON ADD MUL
1N:MA(I(V
Par2
Par3
.0000 .0000 -1. 500 1N:V1B MO:ADD
1N:MA(KV MO:AO I'lO:ADD
0---+
MO:MAERR
+-----+
+-->:
ADD
+->:
+-----+
:---->:
+-----+
IN:V1B
Pari
MUL :----) MO:MAERR
+->:
+-----+ MO:AO
0-----+
+-----+
+--:
CON:
+-----+
fig 111.10 PSI-model optelpunt.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
110
XDB042.05-2498
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling.
PSI-file MFB60522 Model filter (MF: •• ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Input3 Block Type Input1 Input2 IN:MAERR MF:C2 :1F:DIV MF: IN MF:R3 MF:T MF:ERR F
CON CON DIV SUB CON MUL INT
Par1
Par2
Par3
.0000 1.0000E-07 MF: IN MF:T IN:MAERR MF:F un 1.0000E+04 MF:R3 MF:DIV
MF:C2 .0000
1.000
MF: IN MF:DIV MF: UIT +-----+ +-----+ +-----+ IN:MAERR o----->:+SUB :---->: DIV :--->: INT :--+--) MF:ERR_F +-): +->: +-----+ +-----+ +-----+ +----------------------------------+ MR:T +-----+ MF:R3 0-->: MUL :--+ MF:C2 0-->: +-----+
(MF:R3 en MF:C2 zijn CON-blokken)
fig 111.11 PSI-model filter in buisstroomregeling.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
111
XDB042.05-2498
BIJLAGE III : Het PSI-model van de mA-regeling. PSI-file: MV860528 t10del Variabele versterker (MV: •. l - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Inputl Input2 Input3 IN:ERR F IN:VIB NV:-IX r1V: MULT ~lV: M Ulr i1V: SCALE MV:VARGN
CON CON GAL DIV MUL CON LI 11
Par 1
Par2
Par3
.0000 .0000 -1. 000
IN:VIB IN:ERR F MV:-1X MV:MULT MV:SCALE
10.00 -15.00
MV:M - un
15.00
1.000
MV:VARGN MV:MULT +-----+ +-----+ +-----+ IN:ERR_F 0------------->: DIV :---->: MUL :----: LIM :----) MV:VARGN +- >: +-): +-----+ +-----+ +-----+ MV:-lx : MV:SCALE +-----+ +-----+ IN:VIB 0--->: GAL :--+ +--: CON: +-----+ +-----+ fig 111.12 PSI-model variabele versterker. ~~erking:
Het LIM-blok MV:VARGN begrenst de uitgangswaarde van de variabele versterker (vermenigvuldiger) op de Yoedingsspanning (-15 <= MV:VARGN <= +15l. Voor de tctale mA-regeling is dit niet van belang omdat de PI-regelaar (die direkt achter deze variabele versterker staat) al begrenst.
------J
+/s
V.rthrilnli.f.lft.ar
f ~~~~~~~~ lNtERR_F
0+===:=::::::::::::""'-+---==:====9
-6
-
-- -
-
-20
-
-
-
-
-
o
INIYIB ....
fig 111.13 De overdrachtsfunctie van .de variabele versterker.
(:~Ll.th (JI...·
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
112
XDB042.05-2498
BIJLAGE III: Het PSI-model van de mA-regeling. PSI-file MP860528 Model PI-regelaar met
S~H
en begrenzing IMP: •• )
- - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Black Type Input1 Input2 Input3 -1 (I
IN: ENMA IN:VARGN Me•• !T2 MP: AO MP' ADD t1P: C3 riP: HOLD 1 i'lP: HOLD2 r1P: IN*AO Mp. INL ~1 F' : riAC 1.1
•
Ii • •
MD.
i!1
•
i1P: r'iP:
R4 .-,;;:' i".J
H,~
~1 P : F~
TOT
MC:~ it;
CijQ
~l P :
r -;
= -..Jwu
;.~~ (:I
, ;'1 F' :
Ii;
!
... l
IT:")
.
I
~
= T,"":l !
'CORR
CON CON CO~~ CON DIV DIV ADD CON SPL R C" I , .1.-1.-
IN:ENMA IN:ENMA ~1P:
MP:ADD
-1
-6.200 6.200
6.200 1. 000
Par2
Par3
-6.200 6.200
6.200 1.000
1.0000E-06 .0000
MP:IN*AO
o
MP:SUB IN:VARGN MP:AO .0000 -6.200 3.6500E+04 3.6500E+05 3.9200E+04
fT2
CON CDN CON AuD
MF':R5
SUB
t1P: IN*AO MP:MAC
MUL
riF: R6 r1F': nOT MP:RTOT MP:C3 MP:HQLD1 t1P: Tl/T2
; 1 .... i -
Par3
MP:HOLD2 MP:T2 MP:R5 MP:R4 t1P: TCORR MP: INL
L I i1
:.Ill !
Par2
-1.000 .0000 .0000 .0000
MUL INL
urv
Par1
t1P: R6
3:1 (Show Modell -liJst:
- - STRUCTURE AND ?ARAMETERS PRESENT MODEL 310ck Type Inputl Input2 Input3 ~lP
: AJ D
ADD ADD
; >~ ~ \,lARGN
MP:TCORR MP: INL MP:R6
MP:F~5
.0000 .0000 -1.000 .0000 1.0000E-06 3.6500E+04 3.6500E+05 3.9200E+04
CDN
CON
c: C:..j ~4?:
.•";':"
;.1
C3=.J''l
J :"-:'
,i
i":'
DIy DIV Di)
MP:HJLD2 MP:T2 MP:R5 MP:R4 MP:R6 MP:RTOT
,-IM
t4F':ADD
.0000 -6.200
Mi:'
-1
IN:VARGN MP:AO
:,:i' i'
;"lP:~:TOT
r1P:C3
~~"l
i ' , .:'-';....
MP:HCLDl MP:T1!T2
" := ; :-n LDi
~ t" _
IN:EN11A IN: ~ N1'1 A
T?:SJB
3J3
MP:IN*AO MP:MAC
f;':::l :- ~ !i s !..:..
; i '._';"
!.. j C. U. 0
Par1
MP:SUB
0 ~1 P:
Boon s
ItH A0
,(}OOO
Date: 86-07-01
Page
113
Het PSI-model van de mA-regeling.
XDB042.05-2498
~P:iruJl
+-----+ ~ l\:VARBN 0->' 'iLt :--+--------:>: 5:"'1. i - ) : n : - - - - - + +-, +-----+ +-}: ..-----+ : +--+ AO t1!t2 ~---+
,
•
.. •
I
•
!
I
•
~ I • I
I
I
I •••• I
.
••• I
, !'f:ADD !'f:It{. !'f:/T2 +--+ ~-----+ +--+ +--+ +-}:+ADD: +----t ·->'·SUE ;--:>:0 \o:---}: DIV :-}: Hi. :-->:+ :-}: LII1 :-+-} !'f:1'W: ~--::: ~ +-----+ +-) : +---+ ~ +----t .,.----+ +--+ MP:HDLD2
+--+ 0->:0 REL:
,
,
,
t2
'111 '11111111"111111.':
+-----------------------------------------------MF;~1/T2
+-----+
+----------------}: DIV :--)0 tl/t2 i
+-----t
f'-----t
.
+->i~A:': ~
+-->:t
~P:T2 ~->t ~ll
~: c.~ J-
:--;u t2
------.----------- ".
!f':;~
+----+ ~':HO :--+ ~-----~ +--': DlV ,-----------------}o AO
!'\P:fA
c-----/: ,--_ .. -.;.
II:. :4
i""" ,.....J. ; j '''''; '..1
t
~,p:R5,
!'!P:R6 en !'F':C3 zijn COtHloHeni
PI-regelaar met Sample & Hold en begrenzing.
~
._.
(MP:R4,
'= ...
0 f----------~_----
H""It_
I
-1 -3
-+ --~ "-¥-t•.., 111:'. ...,....1"'.
-~
o stapresponsie's waaruit de werking de te;renzin;
..••
............ t - •
... ~, "_, '__' i i :::J
van
~olgt.
Date: 86·-07-01
Page
114
BIJLA8E
'.. T T ...... ..i.
Het PSI-model van de mA-regeling.
XDB042.05-2498
I••. 110."':-112-
TIIII 4
j
\
I -
S.MPL'
HOLD
~ S Al1PLf
111M.
l
-•
ACT: -4.51419
~:;
-18 I
-9
•
:11.:6 Stapresponsie waaruit Sample
H.C.G.
Boor'l'3
~
Hold -effect voIgt.
Date: 86-07-01
Page
115
!
8IJLAGE IV : Het PSI-model van de videoregeling.
XDB042.05-2498
In deze bijlage staan de blokschema's van de volgende PSI-modellen die uitmaken van de video-regeling:
deel
RO = ROntgenbuis overdracht voor 20 cm water RD = Detector VICA --) DOSE RATE RT = Tijdsconstante van beeldversterker en vidicon VK = Knikversterker VO = Optelpunt DOSE RATE VR = Regelaar (Absolute waarde, VFC, deler, counter, DAC) en de hoogspanningstrafo (HVT): TR
= TRansformator
De schakelingen, die gemodelleerd zijn in modellen die met een R beginnen, maken deel uit van de XTV5-panelen. De modellen beginnend met V bevinden zich in werkeljkheid op het 'X-ray Control '-paneel. Voor de betekenis van de blokken en namen zie bijlage I. De totale video-regeling met verbindingssignalen: +----+VICA +----+VI(T)+----+DOSER+----+DRERR+----+KNIKU+----+ KV 0---): RO :----): RT :----): RD :----:>: VO :---->: VK :---->: VR :---) KVC MA 0--->: +----+ +----+ +----+ +----+ +----+ +----+ fig IV.1 De videoketen en rontgenbuis overdracht. De totale rontgenregeling: +------------------------------------------------------------------+ :KVC +-------------+ UPR +-----+ KV +---------------+ +--------- >: kV-r eg eli ng : ---- >: : ------- >: :'KVC +----): MA: videoregeling :----+ :IBPR +-------------+ HVT +-->: IBPR: MA +---------------+
+-------------------------: :<---+ +-----+ +-------------+ IA
:KVC +------:>: mA-regeling :--------(*1000)----+
+-------------+
fig IV.2 De totale rontgenregeling met verbindingssignalen. Eenheden: KVC en UPR ZIJn uitgedrukt in Volt, IA en IBPR in ampere respectievelijk in ki!Qvolt en ~i!!iampere.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
en
KV
en
Page
MA
116
XDB042.05-2498
BIJLAGE IV : Het PSI-model van de videoregeling.
PSI-file: ROXTRPOL.PS6 Model Rontgenbuisoverdracht 20 em water IRO: .. ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Input1 Input2 Input3
o IN:KV IN:MA OFS RO:EXIIN RO:EXTRA RO:FMAKV RO:GRENS RO:MALIM RO:OFIDC RO:OFIKV RO:OFSET RO:VICA RO:XCIDC RO:XCIKV RO:XC*MA RO:XCOEF
CON CON ADD CON MIN MUL LIM BNG LIM CON POL ADD LIM CON POL MUL ADD
Par1
Par2
Par3
.0000 40.00 TI ME
OFS
.0000 .0000 RO:FMAKV RO:EXTRA RO:FMAI
o
1.0000E+30 .0000 1.0000E+30
1.000 40.00 1. 000
5.5137E-02
-2.672
1.0000E+30
1.000
.2510
-15.32
Par2
Par3
Slhow) Mlode!) -lijst - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Input1 Input2 Input3 IN:MA RO:OFSET RO:XCOEF RO:GRENS I)
IN:KV OFS RO:OFIDC RO:XCIDC RO:FMAKV RO:MALIM RO:EX/IN RO: EXTRA RO:XC*MA RO:OFIKV RO:XCIKV RO:VICA
Author
ADD ADD ADD BNG CON CON CON CON CON LIM LIM MIN MUL MUL POL POL LIM
Par1
OFS RO:OFIKV RO:OFIDC RO:XCIKV RO:XCIDC IN:KV
40.00
RO:XC*MA IN:MA
1. 000 1.000
TIME
o RO:FMAKV RO:MALIM IN:KV IN:KV RO:GRENS
.0000 -1.0000E+06 .0000 40.00 .0000 17.89 291.7 1.0000E+30 1.000 RO:OFSET 1.0000E+30 1.000 .0000 RO:FMAKV RO:EXTRA IN:MA RO:XCOEF 5.5137E-02 .0000 -1.1165E-03 .2510 1.0000E+30 RO:EX/IN .0000
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
-2.672 -15.32 1.000
Page
117
BIJLAGE IV
...... >:
XDB042.05-2498
Het PSI-model van de videoregeling.
BttIJ : ........ .
I • • • • 11 I
II II
II I I
II" I ' " I I • • • • • • I I I I
II
.
40 kV begrenzitg
RO:[flDC +---+ : Cl)I
:-+
+---+
RO:(fSET
RO:lFlKV :
+---+ +---+ +->: ADD :-----+ +->: FU.. :->: +---+ +---+
IN:KV 0--:--+
geschatte for.ule
RO:VlCA : RO:FI'M' +---+ RO: XCfIlA : +---+ RO:EXIIN +---+ +---+ +---+ +- >: t :.. >:+ +->: FU.. :->: ADD :->: IU. :->:+ll" :-:---->: "IN :->:+ll" :-> +---+ +->: +->: +---+ •• >: +---+ RO:IClDC : +---+ +---+ RO:XClKV
RO: XCIIF
VlCA
.........
+---+ : : Cl)I
:-+
RO:EXTRA
+---+
RO:IW..Uf
.. ....
: .... ): II>: til:
.. .. . .
IN:M 0--:-:
ll" : - - - - - - - + ..............
. .
............................... III"
: lineair! : ertr apolatie
. ..
fig lV.3 Het model van de overdracht van de rontgenbuis. Werking: Dit model verzorgt de volgende relatie's tussen VlCA, kV en mAl 1) kV < 40 dan VICA = I) 2) 0 < mA < 1 dan VICA = mA • f(l,kV) 3) mA 2 1 en kV 2 40 dan VICA = f(mA,kV) Dit alles onder de fysische eisen dat zowel kV, mA als VICA groter of gelijk aan 0 zijn. De eenheden waarin de signalen uitgedrukt zijn kV in [kVl, mA in [mAl en VICA in [mVl. In gebied 3 geldt de door het programma DSBCALC geschatte kromme: VICA = OFFSET + mA * XCOEF OFFSET = 5.5137E-2 kV2 - 2.672 kV + 17.89 XCOEF = -1.1163E-3 kV3 + .251 kV2 -15.32 kV +291.7 Het LIM-blok RO:FMAKV begrenst de uitgangswaarde op waarden
2 o.
Gebied 1 stelt het spergebied van de rontgenbuis voor. De overgang is geidealiseerd weergegeven d.w.z. onder de 40 kV wordt VICA naar 0 gedrukt. De overdracht vertoont hier dus een sprong. Dit gedrag wordt bereikt door in het BNG-blok RO:GRENS te controleren of kV Kleiner is dan 40. Indien dit zo is wordt RO:GRENS sterk'~egatief zodanig dan RO:GREN~ + RO:EX/IN ( 0 is. In het LIM-blok RO:VICA worden negatieve waarden begrens~ op O. RO:6RENS is gelijk Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page: 118
BIJLAGE IV
Het PSI-model van de videoregeling.
XDB042.05-2498
aan 0 als kV £ 40. In gebied 2 geldt een lineaire extrapolatie vanaf de grens van gebied 3 (1 mAl tot O. Er geldt voor 0 mA dat VICA=O en voor 1 mA VICA=f(l,kVI. In het model ga ik van het feit uit dat RO:MALIM binnen dit gebied de funktiewaarde RO:FMAKV gelijk aan f(l,kVI houdt (dus de funktiewaarde voar 1 mAl. De mAwaarde geeft nu een fraktie [0,1] aan. Door deze met RO:FMAKV te vermenigvuldigen is een lineaire extrapolatie in het gebied van 0 tot en met 1 mA gekregen. Het MIN-blok RO:EX/IN selekteert de kleinste waarde van de beide ingangen. Dit zal in het gebied tussen 0 en 1 mA de waarde van RO:EXTRA zijn en daarbuiten RO:FMAKV. (Hierbij wordt veronderstelt dat mA geen negatieve waarde kan aannemen.l
'VIC"
t
5'0t'
"'v
'f()C
jao
.A
;loo 100
20
~
6'4l
ICC
I~()
0
0
't
IcV----
1<,
)/(
3
)1
I< .2
fig IV.4 PSI-overdracht van de rontgenbuis.
Author
H.C.G. Boons
*
Date: 86-07-01
3
Page
119
XDB042.05-2498
BIJLAGE IV : Het PSI-model van de videoregeling.
PS I -f i 1e: RD86060S Model Tijdconstante detector (RT: •. l IN:VICA RT:DIV RT:IN RT:T_DET RT:VI(T)
CON DIV SUB CON INT
.0000 RT:IN IN:VICA
RT:T_DET RT:VI(T) .1000 .0000
RT:DIV
1.000
RT:VI(T) RT: IN RT:DIV +-----+ +-----+ +-----+ IN:VICA o---->:+SUB :----): DIV :----): INT :--+--) VI(T) +->:+->: +-----+ +-----+ +-----+ : RT:T DET +-----+ +--: CON: +-----+ +-----------------------------------+ fig IV.S Tijdconstante vidicon T_DET. De tijdconstante van de Vidicon is een geschatte waarde van 0.1 sec. De tijdconstante van de beeldversterker is volgens F. Schmal ten opzichte van die van de Vidicon te verwaarlozen. Model Rontgendetector (RD: .. I - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Inputl Input2 Input3 1
RD:AMPL RD:BSYNC RD:DOSER RD:VI(DC
CON CON TI M
1
MUL SPL
RD:VI(DC RD:AMPL RD:BSYNC RT:VI(Tl
Par1
Par3
Par2
1. 000 7.5000E-03 2.0000E-02
.0000
RD:VI(DC RD:DOSER +-----+ +-----+ RT:VI(TI 0----->: SPL :---->: MUL :---->0 +-----+ +->: t +-----+ RD:BSYNC RD:AMPL +-----+ +-----+ 0-->: TIM :--+ +--: CON: +-----+ +-----+ fig IV.6 Overdracht detector-schakeling XTVS. RP:BSYNC geeft de 20 msec sampletijd aan (overeenkomstig de beeldfrequentiel. RD:AMPL geeft de versterking in de detector aan: Dose Rate waarop gestabiliseerd wordt in (VJ RD:AMPL
= ------------------------------------------------ = Videosignaal waarop gestabiliseerd wordt in [mVJ
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
1.5
= 7.SE-3
200 Page
120
XDB042.0S-2498
BIJLAGE IV : Het PSI-model van de videoregeling.
PSI-file: V0860529 Model Optelpunt videoketen (VO: •• ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Input1 Input2 Input3 -1 IN:DOSER VO: AO VQ:AMPL VO:DRERR VO:DRSET VO:ERROR
CON CON CON MUL LIM CON SUB
Par1
Par2
Par3
10.70
1.000
-1.000 .0000 6.337 -1 VO:AMPL
VO:ERROR VO:AO -10.70 1.500
IN:DOSER VO:DRSET -1
+-----+ : CON :--+ +-----+ VO:AMPL VO:ERROR +-----+ VO:DRERR +-----+ +->: +-----+ IN:DOSER o---->:+SUB :---->: MUL :---->: LIM :----> VO:DRERR +->:+->: +-----+ +-----+ +-----+ VO:DRSET +-----+
+--: CON: +-----+
VO:AO +-----+ +--: CON: +-----+
fig IV.7 Het Dose-rate optelpunt. Werking: VQ:DRSET is de waarde van de DOSE-RATE waarop het videosignaal stabiliseerd. Dit is nu (10 juni 1986) ingesteld op 1.5 V. Het Optelpunt heeft de volgende vergelijking: DRset = 15
*
R11 R10
Vuit = (Vin -DRset)
*
R12 R11
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
121
XDB042.05-2498
BIJLAGE IV : Het PSI-model van de videoregeling.
KNIKversterker PSI-file: VK860606 Model Knikversterker videoketen (VK: •• ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Input3 Type Input1 Input2 Block -1 IN:DRERR VK: 11 VK: 12 VK:I3 VK:KNIKU VK:R1 VK:R2 VK:R3 VK:ZENER
CON CON DIV DIV ADD MUL CON CON CON DSP
Par1
Par2
Par3
6.900
1.000
-1.000 .0000 IN:DRERR VK:ZENER VK: 11 -1
VK:R1 VK:R2 VK: 12 VK:I3
VK:R3 3.0000E+04 7500. 1.3000E+04 -6.900
IN:DRERR VK: I 1 +-----+
+--------------;,: 0 I V : --+ +-;, :
+-----+ VK:R1 IN:DRERR 0--+
-1
VK:KNIKU VK:I3 +-----+ +-----+ +-;,: +-):+ :---->: MUL :----) VK:KNIKU +->:+ADD: +->: +-----+ +-----+ VK:R3
VK:ZENER VK: 12 +-----+ +-----+ +-->: DSP :---->: DIV :--+ +-----+ +->: +-----+
VK:R2 fig IV.S De knikversterker. Werking: Het DSP-blok VK:ZENER geeft voor waarden van IN:DRERR tussen -6.9 en +6.9 Volt (=de zenerspanningen + 0.7 V) een uitgangssignaal O. Buiten dit gebied geeft dit blok de waarde IN:DRERR-6.9 als IN:DRERR>O of IN:DRERR+6.9 als IN:DRERR
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
vi
122
XDB042.05-2498
BIJLAGE IV : Het PSI-model van de videoregeling. PSI-file: VR860611 Model VideoRegeling (VR: .. l
- - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type I nputl Input3 Input2 IN:I
BNG CON INL FIX DIV CON DIV CON LIM GAl CON CON MUL MUL LIM
TIME VR:DELER VR:COUNT VR:DAC VR:STP/V
Pari
Par2
Par3
.0000 .1000 .0000 1. 000
10.00
.1000
.0000 .0000
240.0 1.000
10.00
1. 000
10.00
1.000
16.00 VR:VFC
VR:DEELT
VR:DACGN VR:I(VCDC VR:KVC VR:KVC. VR: :LIM: VR:lIFS VR:VARGN VR:HZlV IN:KNIKU
828.0 4.000 1.000 4.000 40.00 -10.00
IN:KVC. +----+
: GAl : +----+
: YR:V~ YR: :L1": : +----+
YR:VFC
YR:IR.ER YR:lIDfT
YR:DAC
YR:DimII
YR:KVC
+----+ +-):
+----+ +----+ +---+ +---+ +---+ +---+ IN:KNlKU 0-): L1" :-): U l-): U :-+-): DIV :-): IN.. :-): FIX l-): ill :-):~I" I-+-) YR:KVC +---+ +-}: +-}: +-}: +---+ +---+ +-): +-): + I +---+ I +----+ II +---+ I +----+ II +---+ I : YR:STP/V : YR:KVCOC VR:lIFS : YR:K)NT : YR:IlEELT I +---+ II +----+ II +---+ +---+ I +---+ I I +-: Cl)l : +-: Cl)l : +-: Cl)l : +-: Cl)l : +-1 Cl)l : +---+ +---+ +---+ +---+ +----+ I
I
I
I
fig IV.9 Video I-regelaar in losse componenten. Werking: VR: ILIM: stelt de begrenzing in de absolute waarde-gelijkrichter voor. Het inverterende karakter van de absolute waarde detector is gecompenseerd door de knikversterker. VR:VARGN geeft de variabele versterker aan. De versterking IN:KVC. is als een apart GAI-blok uitgevoerd om de versterker eenvoudig als versterker met constante versterking om te kunnen bouwen door het GAI-blok in een CON te veranderen. VR:VFC stelt de Voltage to Frequency Converter voor en versterkt VR:K_INT maal. De teller is door het INL-blok VR:COUNT voorgesteld. Deze telt van 0 tot 240/30. Het FIX-blok VR:DAC digitaliseert het signaal zodanig dat het spanningsbereik (6 Vl van de DAC in 240 stappen wordt voorgesteld. De uitgang VR:KVC van de Video I-regelaar wordt bepaald door een LIM-blok. Hier wordt KVC gemaakt door bij de uitgang van het FIX-blok de offset VR:KVCDC op te tellen en het geheel te begrenzen op 4 en 10 V. (~ut."or
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
123
BIJLAGE IV
Het PSI-model van de
XDB042.05-2498
video~egeling.
iN:KVC.
+---+ +--------
: SAl :----------------+ +---+
: VR:VARGN
IN:K~I~1J
VR: :LIM: : +--+ +---+ +-}: o-}: U" :---}: i'U. : +---t +->: +---t
: VR: IIFS
VR: CIlMT
VR: KVC +--+ +---+ +--+ >: i'U. :->: lit. :---------):+FIX :-+-) VR:KVC +-): +---+ +-):+ +--+ : +--+ : VR:K'ttOC
: +---+
: +----+
+--:
+--:
~:
~:
+--+
fig IV.l0 vereenvoudigd model van de Video I-regelaar. k = 1.29 [sec- 1 ] (zie hfd 4, formule 4.14)
Autho~
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
124
BIJLAGE IV : Het PSI-model van de videoregeling.
XDB042.05-2498
PSI-file: TRB60603 Model Hoogspanningstrafo HVT (TR: •• ) - - STRUCTURE AND PARAMETERS PRESENT MODEL Block Type Input1 Input2 Input3 IN: IA IN:UPR TR:IBPR TR:KV TR:N_HVT
CON CON MUL MUL CON
Par2
Par1
Par3
.0000 .0000 IN: I A IN:UPR
TR:N_HVT TR:N_HVT 0.290 TR: IBPR +-----+
0-------------):
IN:IA
:-------)0
MUL
TR:IBPR
+-) : +-----+
TR:N HVT +-----+
: CON
:----+ TR:KV
+-----+
+-----+ +-) :
0------------->:
IN:UPR
:------->0
MUL
TR:KV
+-----+
fig IV.11 De hoogspanningstransformator. Werking: De overbrengingsverhouding van de hoogspanningstrafo is 290. Omdat de eenheden van de primaire stroom (TR:IBPR [AJ) en spanning (IN:UPR [VJ) niet gelijk zijn aan die van de secundaire stroom (IN:IA [mA]) en spanning (TR:KV [kVJ) is de overbrengingsverhouding gecorrigeerd. {
U•• c = n
.
Up,..i.
{ {
I•• c = Ip,.. i. I n
.r
U•• c in
L
r
kV
= n'
. Up,..i.
in
V
= n
. UttP,..i.
'.
rL
I•• c in IDA = Ip,..iID in A I n' = 1000
.
in
kV
I 1000
Ittp,..iID in .. A I n
waarbij n' = n/1000
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
125
BIJLAGE
V: Programmapakket Direkt Signaal Bekijken.
XDB042.05-2498
E[Qg[~IDID~:Q~kk~~ 1 ~i[~~~ §ign~~! ~~kijk~n~
De dataregistratie tijdens de metingen van hoofdstuk 4 is gedaan met een computer die het TURBO-PASCAL programma DSBMEET gebruikte. Dit is een door mij zelf ontworpen programma waarmee tijdens een meting de gegevens op schijf kunnen worden opgeslagen en gemeten verbanden direct grafisch kunnen worden weergegeven. Met het bijbehorende programma DSBCALC kunnen van de gegevens door middel van curvefitting le, 2e of 3e orde benaderingen gemaakt worden. ~~~~[~gi§~[~~i~~
De programma's kunnen met een verschillend aantal grootheden werken. Het aantal, de namen en eenheden van deze grootheden kunnen door de gebruiker ingegeven worden. Na het compileren is het programma dan klaar voor de meting. Voor de opslag van de gegevens wordt een database gebruikt waarbij elk.Q,meet~~c\tJl,voor elke grootheid een waarde) als record wordt opgeslagen.
1/
§[~fi§~n~ Q[~;r~~i~~
V
Verbanden tussen de grootheden kunnen grafisch uitgezet worden volgende functie's: - te kiezen X- en V-as grootheid, - te kiezen parameter-grootheid met maximaal 3 (10·) waarden, - constant stellen van een grootheid, - in te stellen bereik· voor aIle grootheden • •= aIleen in DSBCIlC geillpll!lE!llteerd.
met
de
Beide programma's tekenen~rafieken met lineaire assen. Een grafiek wordt getekend door de meet~ met rechte lijnen te verbinden. Indien er van een parameter gebruik gemaakt wordt staat de naam van de parameter-grootheid rechtsboven in de hoek en de waarde van de .pa~meter direkt achter het laatste punt van de grafiek. Indien de meetpu~r~n niet door lijnen verbonden worden staat de waarde van de parameter onder de naam achter een extra marker-teken. Punten die buiten het bereik van X- en V-as vallen worden niet afgebeeld ~ DSBCALC kent de mogelijkheid om een le, 2e of 3e orde curvefit uit te voeren. Hierbij kan ~~n bepaalde kromme of aIle kro~n uit de gra~iek gekozen worden. Voor de curvefit worden aIle meet~hten meegenomen met X-waarden die binn/~n. ,~grafiek vallen. De gebruikte curvefit-procedure berekent van die meetp~nten de, bij de X-coordinaat behorende, V-waarde volgens de kleinste kwadraten methode. Bij orden groter dan 1 worden de berekende coefficienten gebruikt om een extrapolatie weer te geven op het scherm. Voor lineaire benaderingen wordt een lijn door de berekende V-waarden getekend. Indien er slechts van een kromme een benadering bepaald wordt, worden de meetpunt~als losse markers in de grafiek getekend. '"""C'_V"> ~[yikQ2[~
~QmQY~~[§
v
l/
~n Yi~~i§§~!Q~~[b~iQ~
De programma's draaien op P2000c CP/M en IBM-compatibele PCDOS-machines. Bij deze laatste groep computers wordt de TURBO-PASCAL 6RAPHIX TOOLBOX gebruikt. Bij de P2000c wordt de mogelijkheid om het grafische scherm op de printer af te drukken (nog) niet ondersteund. De programma's zijn vrij eenvoudig aan te passen zodat het op aIle computers kan draaien die TURBO-PASCAL 2.0 of hoger kunnen draaien en een redelijke grafische resolutie hebben. De in dit verslag weergegeven grafieken zijn door een IBM-compatibele machine gemaakt. De meetgegevens zijn ingevoerd met een P2000c-computer. Voor het uitwisselen van de gegevens zijn twee conversie-programma's nodig METTOTXT en TXTTOMET, die zich ook in het DSB-pakket bevinden. Deze programma's converteren de database naar een tekstfile en terug.
Author
H.C.G. Boons
Date: 86-07-01
Page
126