Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek en een veldverkenning
Rapportnummer:
V1153
Projectnummer:
V13-2771
ISSN:
1573 - 9406
Status en versie:
Concept 1.1
In opdracht van:
Stichting Het Utrechts Landschap
Rapportage:
W.J. Weerheijm, R. Schrijvers
Plaats en datum:
Amersfoort, 9 januari 2014
Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van het werk, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Vestigia BV of Stichting Het Utrechts Landschap Vestigia BV
Spoorstraat 5 3811 MN Amersfoort telefoon 033 277 92 00 fax 033 277 92 01
[email protected]
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Initiatief Toponiem / locatie Plaats Gemeente Provincie Opdrachtgever
Contactpersoon opdrachtgever Oppervlakte plangebied Diepte grondwerkzaamheden Huidig grondgebruik Onderzoeksmelding Soort onderzoek RD-hoekcoördinaten van het plangebied Kaartblad (1:25.000) Uitvoerder en documentatie Projectleider/Senior archeoloog Projectmedewerkers
Uitvoering veldverkenning Bevoegd gezag
Contactpersoon Deskundige namens BG Gecontroleerd door Geaccordeerd door
Projectgegevens Bosaanplant Stoutenburgerlaan/Hessenweg Stoutenburg Leusden Utrecht Stichting Het Utrechts Landschap Postbus 121 3730 AC De Bilt Mevr. I. Bakkers; 06-51241624 Ca. 3,75 ha Onbekend Grasland/akkerland 59.544 Bureauonderzoek en veldverkenning 159.105 / 462.656 158.902 / 462.382 159.146 / 462.594 158.775 / 462.430 32B Amersfoort / 32D Woudenberg Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie Dr. R.M. van Heeringen Drs. R. Schrijvers (fysisch geograaf) Drs. B.A. Brugman (historisch geograaf) Mr. W.J. Weerheijm MA (archeoloog) 7 januari 2014 Gemeente Leusden Postbus 150 3830 AD Leusden Mevr. K. Fruin; (14 033) Dhr. drs. M. Verhamme (Centrum Archeologie Amersfoort); (033) 4637797 Vestigia/R.M. van Heeringen d.d. 9 januari 2014 Gemeente Leusden d.d.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
2
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Inhoudsopgave Samenvatting en advies ........................................................................................................................................................... 5 Advies Archeologie ............................................................................................................................................................. 6 Advies Cultuurhistorie ....................................................................................................................................................... 6 Onderbouwing advies .............................................................................................................................................................. 7 1 Projectomgeving .............................................................................................................................................................. 7 1.1 Plangebied ..................................................................................................................................................................... 7 1.2 Onderzoeksdoel en -methode ............................................................................................................................ 8 2 Beleid ................................................................................................................................................................................... 9 2.1 Rijksbeleid ................................................................................................................................................................ 9 2.2 Provinciaal beleid................................................................................................................................................. 10 2.3 Gemeentelijk beleid ............................................................................................................................................. 12 3 Verwachtingsmodel ....................................................................................................................................................... 13 3.1 Landschappelijke context .................................................................................................................................... 13 3.2 Archeologische context ....................................................................................................................................... 13 3.3 Gespecificeerde archeologische verwachting.............................................................................................. 16 3.4 Cultuurhistorische context ............................................................................................................................... 16 4 Veldinspectie................................................................................................................................................................... 19 4.1 Inleiding .................................................................................................................................................................. 19 4.2 Uitvoering veldinspectie .................................................................................................................................... 19 5 Advies ................................................................................................................................................................................. 21 5.1 Archeologie............................................................................................................................................................. 21 5.2 Cultuurhistorie ...................................................................................................................................................... 21 Literatuur................................................................................................................................................................................... 23 Digitale bronnen ...................................................................................................................................................................... 24 Kaarten en bijlagen ................................................................................................................................................................. 25
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
3
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Afbeelding 1: Luchtfoto plangebied. Het plangebied is globaal in rood aangegeven. De noordelijke helft van het plangebied is momenteel in gebruik als akker; de zuidelijke helft als grasland. (Bron: Google Earth).
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
4
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Samenvatting en advies In opdracht van Stichting Het Utrechts Landschap heeft Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie een archeologisch bureauonderzoek en veldverkenning uitgevoerd voor een plangebied aan de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden (kaart 1). In aanvulling op het archeologisch onderzoek is tevens een cultuurhistorisch bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 3,75 ha. De noordelijke helft van het plangebied is momenteel in gebruik als akker (maïs); de zuidelijke helft van het plangebied als grasland. Binnen het plangebied zal door winterlinde gedomineerd bos worden aangeplant. In afbeelding 2 is weergegeven welke werkzaamheden voorzien zijn voor het onderhavige plangebied. De beukenlaan vanuit Klein Stoutenburg zal worden doorgetrokken (rode lijn). Dit wordt een onverharde laan waar geen gemotoriseerd verkeer is toegestaan (alleen wandelen). In de toekomst komt over deze laan mogelijk ook een fietspad (niet dieper dan 30 cm), hier zal t.z.t. een aparte omgevingsvergunning voor worden aangevraagd. De gemeente heeft in een eerder stadium van dit project reeds aangegeven dat voor bosaanplant geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is; de opdrachtgever heeft echter toch besloten tot het uitvoeren van een bureauonderzoek om eventuele archeologische en cultuurhistorische waarden in kaart te brengen. Het plangebied heeft volgens de gemeentelijke Archeologische Beleidsadvieskaart een middelhoge archeologische verwachting. Op de onderliggende aparte archeologische verwachtingskaart voor de periode Prehistorie – Vroege Middeleeuwen heeft het zuidelijk deel van het perceel een hoge archeologische verwachting. Dit is gebaseerd op de ligging van dit gedeelte van het plangebied op een dekzandrug volgens de geomorfologische kaart. De archeologische verwachting op het aantreffen van vondsten of sporen van zowel jagers-verzamelaars als landbouwers is hier hoog. Het noordelijk deel van het plangebied heeft een middelmatige archeologische verwachting voor beide perioden; dit gezien de ligging van het plangebied in een zone aangeduid met ‘droogdalen, daluitspoelingswaaiers en flanken van dekzandruggen’. Het booronderzoek dat aan de overzijde van de Stoutenburgerlaan heeft plaatsgevonden doet vermoeden dat het plangebied in de periode Prehistorie – Vroege Middeleeuwen mogelijk minder hooggelegen is geweest dan de huidige geomorfologische kaart doet vermoeden. De hoge verwachting voor het zuidelijke deel van het plangebied zou dan eerder, gelijk de verwachting van het noordelijk deel van het plangebied eerder als middelmatig of gemiddeld, of misschien zelfs laag moeten worden ingeschat. Of dit inderdaad het geval is, kan alleen aan de hand van een verkennend archeologisch booronderzoek worden aangetoond. Eventuele sporen uit de vroege prehistorie kunnen mogelijk bestaan uit vondsten van bewerkt vuursteen; vondsten uit de periode van de landbouwers (Neolithicum en later) uit o.a. grondsporen van structuren zoals boerderijen, bijgebouwen, sloten, greppels en afvalkuilen, en vondsten van o.a. aardewerk, bot en metaal. Deze sporen kunnen in principe op of vlak onder het maaiveld worden aangetroffen. De gemeentelijke archeologische verwachtingskaart voor de periode Middeleeuwen – Nieuwe tijd duidt het plangebied aan als ‘deklandschap van de Gelderse Vallei/Eemland, met als ontginningstype ‘kampontginningen en kampen’. De omgeving van het plangebied kan e gekenmerkt worden als een gebied dat reeds vroeg, vanaf de 11 eeuw, is ontgonnen De omgeving van het e plangebied kan gekenmerkt worden als een gebied dat reeds vroeg, vanaf de 11 eeuw, is ontgonnen en heeft een middelmatige archeologische verwachting meegekregen. Vanaf deze periode kunnen in principe menselijke activiteiten binnen het plangebied zijn ontplooid, en kunnen m.n. resten van sloten en greppels worden aangetroffen. Cartografische aanwijzingen voor bewoning in de Nieuwe tijd zijn niet e aangetroffen. Tenslotte kan worden opgemerkt dat het plangebied vanaf het begin van de 19 eeuw tot het midden van de vorige eeuw begroeid is geweest met bos, dat daarna is gekapt. Het plangebied is sindsdien in gebruik als akkerland of grasland. De kap van het bos en het agrarisch gebruik kan ervoor hebben gezorgd dat eventuele archeologische resten binnen het plangebied minder goed zijn geconserveerd.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
5
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Het plangebied is onderdeel van het landgoed rondom het voormalige kasteel kasteel Stoutenburg, ten noordoosten van het onderhavige plangebied, en ligt langs de historische wegen Stoutenburgerlaan en e Hessenweg (kaart 4). De Stoutenburgerlaan is een historische weg die mogelijk al vanaf de 11 eeuw in gebruik is. Deze laan, met een dubbele bomenrij is nog steeds zichtbaar in het landschap. De zuidgrens van het plangebied wordt gevormd door de Hessenweg (of "Arnhemsen Wegh"), die in 1614 reeds werd e vermeld. Van de zichtlijnen die in het begin van de 18 eeuw in het landgoed Stoutenburg zijn aangebracht zijn delen nog in het huidige landschap aanwezig; één van deze zichtlijnen liep door het plangebied, in de vorm van een laan met aan één of beide zijden bos. Vanaf het midden van de vorige eeuw is dit bos gekapt en is het plangebied in gebruik als akker- of grasland. Advies Archeologie De gemeente heeft in een eerder stadium aangegeven dat voor de bosaanplant geen archeologisch vooronderzoek vereist is. De mogelijke aanleg van het fietspad met een verstoring van maximaal 30 cm – mv zal waarschijnlijk ook geen mogelijke archeologische waarden bedreigen. Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie heeft daarom geen bezwaar tegen de voortgang van de voorgenomen ingrepen. Aangezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een archeologische ‘toevalsvondst’ wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van dit grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij het bevoegd gezag, de gemeente Leusden (c.q. bij de archeologisch adviseur van de gemeente, dhr. drs. M. Verhamme), en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Indien ingrepen plaatsvinden die anders van aard zijn dan bosaanplant, en die een gebied groter dan 500 m2 beslaan met een voorgenomen aanlegdiepte van meer dan 30 cm –mv, wordt geadviseerd in aanvulling op dit bureauonderzoek een verkennend booronderzoek uit te voeren om de fysischgeografische eigenschappen en de bodemopbouw van het plangebied nader te kunnen toetsen. Advies Cultuurhistorie De door de initiatiefnemer voorgestelde ingrepen bestaan uit de aanleg van bos, het dempen van een sloot en mogelijk de aanleg van een fietspad. Hiermee wordt een historische situatie van bos met een e zichtlijn uit de 18 eeuw door het plangebied weer gereconstrueerd. Deze ingrepen zullen de cultuurhistorische waarden in het landschap weer terugbrengen en onderling versterken.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
6
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Onderbouwing advies 1 1.1
Projectomgeving Plangebied
In opdracht van Stichting Het Utrechts Landschap heeft Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie een archeologisch bureauonderzoek en veldverkenning uitgevoerd voor een plangebied aan de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden (kaart 1). In aanvulling op het archeologisch onderzoek is tevens een cultuurhistorisch bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied heeft een oppervlakte van ca. 3,75 ha. De noordelijke helft van het plangebied is momenteel in gebruik als akker (maïs); de zuidelijke helft van het plangebied als grasland. Binnen het plangebied zal door winterlinde gedomineerd bos worden aangeplant. De bosontwikkeling is onderdeel van de gebiedsgerichte aanpak De Ruif/Stoutenburg. Deze aanpak is gericht op het uitruilen van gronden zodat aan de ene kant de landbouw en aan de andere kant de natuur in het gebied versterkt wordt. Met de inzet van 10 hectare provinciaal eigendom nabij de Barneveldsebeek kunnen twee veehouders hun huiskavel vergroten/verbeteren wat hun bedrijfsvoering versterkt. Een deel van de 10 hectare direct aan de beek wordt in natuur omgezet. Dit versterkt de ecologische functie van de beek die de Heerlijkheid Stoutenburg met Bloeidaal en De Schammer verbindt. Door ruiling wordt ook het betreffende perceel vrijgespeeld voor bosontwikkeling. Stichting Utrechts Landschap wordt eigenaar van het bos en realiseert hiermee een uitbreiding van de Heerlijkheid Stoutenburg. De realisatie van het bosperceel wordt gefinancierd uit boscompensatiegelden van de gemeente Zeist. In het kader van het project N224/Krakelingweg/Sigmaterrein/N238 is de Krakelingweg, gelegen aan de oostkant van Zeist, opnieuw ingericht. De nieuwe Krakelingweg heeft geleid tot aantasting van aanwezige bosbeplanting en significante aantasting van de natuurwaarden in de EHS. Op basis van de Boswet en de Structuurvisie van provincie Utrecht (planologische verankering EHS) geldt hiervoor een compensatieverplichting. Omdat maar een klein deel van de compensatie binnen het plan zelf gecompenseerd kon worden, is gezocht naar alternatieve locaties. Bij Stoutenburg kon deze opgave bijdragen aan de realisatie van de gebiedsgerichte aanpak De Ruif/Stoutenburg.
Afbeelding 2: Inrichtingsplan (Bron: Amer/Stichting Het Utrechts Landschap).
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
7
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
In afbeelding 2 is weergegeven welke werkzaamheden voorzien zijn voor het onderhavige plangebied. De beukenlaan vanuit Klein Stoutenburg zal worden doorgetrokken (rode lijn). Dit wordt een onverharde laan waar geen gemotoriseerd verkeer is toegestaan (alleen wandelen). In de toekomst komt over deze laan mogelijk ook een fietspad (niet dieper dan 30 cm), hier zal t.z.t. een aparte omgevingsvergunning voor worden aangevraagd. De gemeente heeft in een eerder stadium van dit project reeds aangegeven dat voor bosaanplant geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is; de opdrachtgever heeft echter toch besloten tot het uitvoeren van een bureauonderzoek om eventuele archeologische en cultuurhistorische waarden in kaart te brengen.
1.2
Onderzoeksdoel en -methode
1
Doel van het archeologisch vooronderzoek was vast te stellen of er in het plangebied sprake is (of kan zijn) van archeologische resten die door de ingrepen verstoord dreigen te worden en, indien mogelijk, uitspraken te doen over de waarde hiervan in termen van fysieke en inhoudelijke kwaliteit zoals zeldzaamheid en gaafheid. Hiertoe is eerst een archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek verricht, waarbij voor het plangebied een specifiek archeologisch verwachtingsmodel is opgesteld. In aanvulling op het bureauonderzoek is een veldverkenning uitgevoerd. Op basis van de resultaten van dit onderzoek is een advies geformuleerd in het kader van de cyclus van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ).
1
Het onderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen van de KNA versie 3.2 (zie bijlage 2).
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
8
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
2 2.1
Beleid Rijksbeleid
Archeologie In 1992 ondertekende Nederland het Europese Verdrag inzake de bescherming van het archeologische erfgoed – kortweg ‘het Verdrag van Malta’ (of Valletta). Sindsdien is het uitgangspunt van het (rijks)beleid dat archeologische waarden volwaardig meetellen in beslissingen over de ruimtelijke inrichting van ons land. Het uitgangspunt van ‘Malta’ is dat de restanten van vroegere samenlevingen, die overal in de bodem verborgen kunnen liggen, als gemeenschappelijk Europees erfgoed beschermd en beheerd moeten 2 worden. Om de zorg voor archeologische waarden te garanderen geeft het Verdrag aan dat: • archeologische waarden van meet af aan in de plannen voor ruimtelijke inrichting moeten worden meegewogen; • archeologische resten zoveel mogelijk in de bodem bewaard moeten blijven (‘behoud in situ’); • initiatiefnemers van bodemverstorende activiteiten verplicht kunnen worden om de kosten van archeologisch vooronderzoek te dragen en – als behoud in de bodem niet mogelijk is – verantwoordelijk zijn voor de kosten van een opgraving. Dit is het zogenaamde 3 ‘veroorzakerprincipe’ ofwel ‘de veroorzaker betaalt’. Vanuit de gedachte dat het historisch besef van de eigen leefomgeving een belangrijke kwaliteit is, legt het verdrag daarnaast nadruk op het beleefbaar en beschikbaar maken van de resultaten van archeologisch onderzoek aan het publiek. Om het bodemarchief voor het nageslacht te bewaren en ook in de toekomst nog te kunnen raadplegen, wordt in de ‘archeologische monumentenzorg’ (AMZ) geprobeerd de meest waardevolle of representatieve resten van het verleden zo goed mogelijk te behouden, te ontzien en te beheren. Behoud in situ is daarbij het uitgangspunt: alleen als het niet anders kan, wordt een vindplaats opgegraven. Deze opgave geldt niet alleen voor archeologen, maar is ook en vooral bedoeld voor overheden en al diegenen die zich in Nederland bezighouden met ruimtelijk inrichting. In Nederland speelt het grootste deel van de ruimtelijke ontwikkeling zich af op gemeentelijk niveau. Daarom is er in ons land voor gekozen om gemeenten een sleutelrol te laten spelen bij de uitvoering van het Verdrag van Malta. Met de inwerkingtreding van de Wamz (Wet Archeologische Monumentenzorg) en de herziening van de Monumentenwet 1988 is de besluitvorming over de omgang met het bodemarchief met ingang van 1 september 2007 voor het grootste deel naar gemeentelijk niveau gedecentraliseerd, waarbij het instrument bestemmingsplan centraal staat. Cultuurhistorie Behoud en versterking van de kernkwaliteiten met betrekking tot natuur, architectuur, cultuurhistorie, gebruikswaarde en belevingswaarde van het landschap (landschappelijke basiskwaliteit) zoals was omschreven in de Nota Ruimte is in de nieuwe Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte deels vervallen en deels onderdeel geworden van het nationaal belang ‘unieke cultuurhistorische en natuurlijk kwaliteiten’. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte kiest het Rijk drie doelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028): • Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijkeconomische structuur van Nederland; • Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat;
2
Voor de verdragstekst, zie o.a. www.erfgoednederland.nl.
3
De reden hiervoor is dat wie economisch (of anderszins) belang heeft bij de verstoring van de bodem, ook financieel geprikkeld moet worden om het bodemarchief te ontzien.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
9
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
•
Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Vervolgens worden 13 nationale belangen benoemd waarvoor het Rijk verantwoordelijk is. Eén van die belangen is ‘Ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten’ (Nationaal belang 10). Het Rijk is verantwoordelijk voor het cultureel en natuurlijk UNESCO-werelderfgoed (inclusief de voorlopige lijst), kenmerkende stads- en dorpsgezichten, rijksmonumenten en cultuurhistorische waarden. Complementair aan de structuurvisie is de Visie Erfgoed en Ruimte Kiezen voor Karakter. Hierin wordt door het rijk vanuit een brede erfgoedvisie ingezoomd op de meeste actuele en urgente opgaven van nationaal belang. 2.2
Provinciaal beleid
Op provinciaal niveau was tot voor kort de integrale Structuurvisie 2005-2015 van kracht. De nieuwe Structuurvisie, de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) is samen met de Provinciale Ruimtelijke Verordening (PRV) op 4 februari 2013 vastgesteld. In de PRS staat het ruimtelijk beleid dat de provincie Utrecht vastlegt voor de periode 2013-2028. De PRV bevat regels voor gemeenten, die nodig zijn om het 4 provinciale ruimtelijke beleid te kunnen realiseren. Omdat de nieuwe structuurvisie zeer recentelijk is vastgesteld zijn de officiële definitieve documenten, kaarten en GIS-bestanden nog niet beschikbaar. In het kader van dit onderzoek is daarom gebruik gemaakt van de ontwerp versies.
Afbeelding 3: Kaart Cultuurhistorie (ontwerp PRS en PRV maart 2012). Het ruimtelijk beleid van de provincie Utrecht in de PRS bestaat uit 7 thema's: natuur, landschap en cultuurhistorische hoofdstructuur, duurzaamheid en leefbaarheid, landbouw, wonen, werken en recreatie. Hieronder volgt een korte toelichting op het thema landschap en cultuurhistorische hoofdstructuur. In de nieuwe structuurvisie geeft de provincie per gebied aan wat de bijzondere
4
Provincie Utrecht (www.provincie-utrecht.nl; www.puzzelenmetdeprovincie.nl).
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
10
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Afbeelding Afbeelding 4: Kaart Landschap (ontwerp PRS en PRV maart 2012). kwaliteiten zijn en hoe die het best kunnen worden versterkt. Het beleid richt zich op het behoud van de belangrijkste onderdelen van het landschap, de kernkwaliteiten. Ter ondersteuning heeft de provincie de kwaliteitsgids Utrechtse landschappen opgesteld. Daarin staan ideeën over het versterken van de kwaliteiten. Het ruimtelijk erfgoedbeleid heeft betrekking op cultuurhistorische en archeologische waarden in het landschap. In de nieuwe structuurvisie is specifiek vastgelegd welke waarden bescherming nodig hebben. De focus ligt op vier thema's: historische buitenplaatsen, militair erfgoed, agrarisch cultuurlandschap en archeologie. Voor alle vier geldt dat de provincie de kwaliteiten wil behouden, en zo mogelijk versterken. De CHS (cultuurhistorische hoofdstructuur) vormt de basis voor het erfgoedbeleid. De Cultuurhistorische Atlas van de provincie Utrecht geeft een overzicht van de aanwezige cultuurhistorische waarden. Deze is in het kader van dit project geraadpleegd. De vier thema’s waar de provincie Utrecht de focus op legt zijn opgenomen in de Provinciale Ruimtelijke Verordening. De bijlage Cultuurhistorie van de PRV bevat een beschrijving van de specifieke kenmerken van de verschillende buitenplaatszones, zones militair erfgoed, zones agrarisch cultuurlandschap en de genoemde archeologische zones. Deze zones staan aangegeven op de kaart Cultuurhistorie behorend bij het PRV. Archeologie In artikel 2.8 sub 2d wordt aangegeven dat een ruimtelijk plan bestemmingen en regels kan bevatten die ruimtelijke ontwikkelingen toestaan, mits de cultuurhistorische waarde van het bekende en verwachte archeologisch erfgoed wordt behouden en versterkt. Bij het behouden van archeologische waarden gaat het om regels die aantasting van archeologisch erfgoed voorkomen of tot het uiterste beperken. Behoud in situ (in de bodem) is het uitgangspunt. Het geven van een dubbelbestemming verdient aanbeveling als de archeologische waarden zich over meerdere andere bestemmingen uitstrekken. Daarbij dient de rangorde tussen de bestemmingen te worden aangegeven. Ter bescherming van de waarden dienen zo nodig aanlegvoorschriften te worden opgenomen. Bij het versterken van de archeologische waarden gaat het om archeologie als inspiratiebron voor ruimtelijke ontwikkelingen, met name:
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
11
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
- de samenhang tussen verschillende archeologische structuren en elementen; - de relatie tussen archeologische structuren en elementen en het landschap; - de lineaire structuur van de Limes. Binnen het plangebied liggen geen provinciale monumenten; het plangebied ligt buiten de provinciale (aandachts)zone archeologie. Cultuurhistorie De provincie heeft vier prioritaire thema’s geselecteerd waarop actief beleid wordt gevoerd en die in de PRV zijn geborgd. Het gaat dan om: - historische buitenplaatszone; - militair erfgoed; - agrarisch cultuurlandschap; en - archeologie. Binnen het plangebied liggen geen provinciale monumenten; het plangebied ligt net buiten de contouren van het militair erfgoed (Grebbelinie).
2.3
Gemeentelijk beleid
Archeologie 5 De gemeente Leusden beschikt over een gemeentelijke Archeologische Beleidsadvieskaart (kaart 3). Volgens deze beleidskaart heeft het perceel een middelhoge archeologische verwachting (op de onderliggende aparte archeologische verwachtingskaart heeft het perceel deels een hoge, deels een middelhoge verwachting). De middelhoge archeologische verwachting van het perceel op de beleidskaart betekent dat conform gemeentelijk beleid bij ingrepen groter dan 500 m2 en dieper dan 30 cm archeologisch onderzoek verplicht is. De gemeente heeft in een eerder stadium van dit project reeds aangegeven dat voor bosaanplant geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is; de opdrachtgever heeft echter toch besloten tot het uitvoeren van een bureauonderzoek om eventuele archeologische waarden in kaart te brengen. Cultuurhistorie Er liggen geen gemeentelijke monumenten in het plangebied; het plangebied valt ook niet binnen een beschermd stads- of dorpsgezicht. De gemeente Leusden heeft geen cultuurhistorische waardenkaart. Op het bestemmingsplan (Buitengebied 2009, onherroepelijk 2010-12-02) Het plangebied heeft op de plankaart van het Bestemmingsplan Buitengebied 2009 de aanduiding ‘Agrarisch gebied met landschapswaarden’ (AL). In deze gebieden is de landbouw de primaire functie. Hierin bevinden zich naast terreinen met hoge landschapswaarden ook terreinen met hoge natuurwaarden, zoals kwelafhankelijke vegetatie. In het bestemmingsplan is voor de bestemming AL een aanlegvergunningenstelsel opgenomen (tegenwoordig onderdeel van de omgevingsvergunning). De gemeente kan op deze manier beoordelen of bij deze activiteiten de landschapswaarden niet onevenredig worden aangetast en zo de landschapswaarden beschermen. Toetsing van de aanvraag om een aanlegvergunning vindt plaats op basis van de te verwachten gevolgen voor het landschap en in sommige gevallen de gevolgen voor natuurwaarden. Op de ontwikkelingskaart van het bestemmingsplan staat het plangebied aangegeven als ‘nieuwe natuurgebieden’.
5
D’Hollosy 2011.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
12
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
3
Verwachtingsmodel
3.1
Landschappelijke context
Het plangebied is gelegen aan de noordoostzijde van Leusden, tussen de beekdalen van de Barneveldsche 6 beek in het noorden en de Modderbeek in het zuiden, op ongeveer 2,80 tot 3,30 meter boven NAP. Landschappelijk gezien ligt het plangebied in de Gelderse Vallei, in het Midden-Nederlandse 7 zandgebied. De Gelderse Vallei is een glaciaal bekken, ontstaan tijdens het Saalien (ongeveer 150.000 jaar geleden) door de uitschurende werking van het landijs. Dit bekken is reeds in deze periode voor het grootste deel opgevuld met glaciolacustriene afzettingen (afzettingen gevormd in een 8 smeltwatermeer), behorend tot de Formatie van Drenthe. Tijdens het daarop volgende Eemien drong de zee de Gelderse Vallei binnen. De klei die daar onder brakwater-omstandigheden is afgezet, wordt gerekend tot de Eem Formatie. Deze formatie ligt op een diepte van 10 tot 40 meter beneden NAP. Gedurende de laatste ijstijd (het Weichselien) was er geen sprake van landijsbedekking in Nederland. In 9 de Gelderse Vallei werd een dekzandpakket afgezet (Formatie van Boxtel) dat lokaal een dikte van 10 tot 20 meter bereikt. Aan het huidige oppervlak komt een stelsel van paraboolvormige dekzandruggen voor die gevormd zijn vóór het Allerødinterstadiaal (ongeveer 12.000 jaar geleden). In het Holoceen zijn in de Gelderse Vallei in de beekdalen afzettingen gevormd die voornamelijk uit verspoelde dekzanden bestaan. Deze worden gerekend tot het laagpakket van Singraven (Formatie van Boxtel). Aan de randen van de voormalige Zuiderzee heeft zich een pakket zeeklei gevormd op het Pleistocene dekzand. Onder invloed van de stijgende zeespiegel en grondwaterniveau kon lokaal veenvorming optreden. Verder uit de Zuiderzee-kust verwijderd hebben verstuivingen van het dekzand geleid tot de vorming van stuifzandgebieden (laagpakket van Kootwijk, Formatie van Boxtel). Het ongelijkmatige reliëf was mede verantwoordelijk voor de slechte ontwatering van de Gelderse Vallei. Door de aanvoer van kwel vanuit de Veluwe kon zich onder deze omstandigheden plaatselijk hoogveen vormen. Landschappelijk gezien bevindt het plangebied zich in een hoger gelegen deel van het dekzandlandschap (kaart 2). Binnen (en in de directe omgeving van) het plangebied komen beekeerdgronden voor. Beekeerdgronden komen, zoals de benaming al aangeeft, vooral in beekdalen voor. In de Gelderse Vallei zijn zij duidelijk te onderscheiden in twee typen: de gronden met een zwarte bovengrond, vooral in de lagere delen, en de gronden met een bruine bovengrond, met name in de hogere delen van het beekdal. In de omgeving, van het plangebied komen bodemtypen die gekenmerkt worden door de aanwezigheid van een cultuurdek (kaart 2; laarpodzolgronden met een dun opgebracht dek, en enkeerdgronden met een cultuurdek van meer dan 50 cm). Gronden met een cultuurdek komen volgens de bodemkaart niet voor in het plangebied. Het is echter niet uitgesloten dat lokaal esdekjes of drogere delen in het gebied kunnen voorkomen die gezien de schaal van de bodemkartering (1:50.000) niet in het kaartbeeld zijn opgenomen, of over het hoofd gezien zijn. 3.2
Archeologische context
Verwachte archeologische waarden Op basis van de morfologische eigenschappen en bodemkenmerken van het landschap in het plangebied (hoger gelegen dekzandrug) is het plangebied in principe in alle archeologische perioden aantrekkelijk geweest voor bewoning of andere menselijke activiteit. Vanaf halverwege het Neolithicum vond binnen de Gelderse Vallei veengroei plaats die waarschijnlijk grote delen van de lagere dekzandruggen bedekte;
6
Ahn.nl, geraadpleegd 07-01-2014 Berendsen 1997 8 Weerts et al. 2000 9 Schokker et al. 2007 7
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
13
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
waarschijnlijk waren alleen de hoogste dekzandruggen geschikt voor bewoning. In de omgeving van het plangebied zijn op vergelijkbare landschappelijke situaties erven uit de IJzertijd/Bronstijd opgegraven. De veengroei werd door verbeterde afwatering vanaf de Vroege Middeleeuwen tot staan gebracht waarna het gebied vanaf de hoger gelegen dekzandruggen werd ontgonnen. Zoals vermeld onder paragraaf 2.3 heeft het plangebied volgens de gemeentelijke Archeologische Beleidsadvieskaart een middelhoge archeologische verwachting. Op de onderliggende aparte archeologische verwachtingskaart voor de periode Prehistorie – Vroege Middeleeuwen heeft het zuidelijk deel van het perceel een hoge archeologische verwachting. Dit is gebaseerd op de ligging van dit gedeelte van het plangebied op een dekzandrug. De archeologische verwachting op het aantreffen van vondsten of sporen van zowel jager-verzamelaars als landbouwers is hier hoog. Het noordelijk deel van het plangebied heeft een middelmatige archeologische verwachting voor beide perioden; dit gezien de ligging van het plangebied in een zone aangeduid met ‘droogdalen, daluitspoelingswaaiers en flanken van dekzandruggen’. De archeologische verwachtingskaart voor de periode Middeleeuwen – Nieuwe tijd duidt het plangebied aan als ‘deklandschap van de Gelderse Vallei/Eemland, met als ontginningstype ‘kampontginningen en kampen’. De omgeving van het plangebied kan gekenmerkt worden als een gebied e dat reeds vroeg, vanaf de 11 eeuw, is ontgonnen en heeft een middelmatige archeologische verwachting meegekregen. Bekende archeologische waarden Voor de archeologische gegevens omtrent het onderhavige plangebied is het Archeologisch Informatiesysteem (Archis) geraadpleegd, dat alle geregistreerde archeologische monumenten, onderzoeken, waarnemingen en vondsten bevat (kaart 4). Archeologische monumenten zijn terreinen met een (hoge/zeer hoge) archeologische waarde, die ofwel fysiek (wettelijk en juridisch) beschermd worden, ofwel een planologische bescherming hebben waarbij in het bestemmingsplan voorschriften voor het gebruik zijn opgenomen. Archeologische waarnemingen zijn meldingen van archeologische vondsten en/of sporen van bijvoorbeeld nederzettingen, grafvelden, akkersystemen, heiligdommen, enz., die niet nader onderzocht en gewaardeerd zijn. Archeologische vondstmeldingen zijn meldingen die nog niet zijn gecontroleerd om in het systeem te worden opgewaardeerd tot een waarneming. Binnen het plangebied zijn in Archis geen archeologische monumenten, waarnemingen of vondsten geregistreerd. Binnen een straal van een kilometer staat wel een archeologisch monument geregistreerd: AMK-terrein 2235 (Stoutenburg). Dit terrein ligt ca. 800 m ten noordoosten van het plangebied en betreft een terrein met de resten van de verschillende voorgangers van het kasteel Stoutenburg. In verband met het voornemen van De Stichting Het Utrechts Landschap om de cultuurhistorische waarden van het kasteelterrein weer terug te brengen (sloop van schuren, huizen, terugbrengen van grachten etc.) is het terrein in 2005/2006 door middel van proefsleuven onderzocht, waarbij de resten van het middeleeuwse kasteelterrein in kaart zijn gebracht. Binnen een straal van een kilometer zijn acht waarnemingen geregistreerd: ten westen van het plangebied liggen de waarnemingsnummers 733 en 26.921. Waarnemingsnummer 733 ligt op ca. 600 m ten westen van het plangebied. Het betreft de vondst van ondetermineerbaar aardewerk door een particulier in 1963. Verder is geen informatie bekend. Waarnemingsnummer 26.921 ligt op ca. 700 m ten noordwesten van het plangebied. Het betreft de vondst tijdens een booronderzoek van een verbrand gepolijst maalsteenfragment, gedateerd in het Mesolithicum-IJzertijd. Binnen of vlak bij het AMK-terrein kasteel Stoutenburg zijn zes waarnemingen geregistreerd: 26.208, 26.925, 31.145, 43.307, 404.45 en 422.101. Al deze waarnemingen kunnen in verband worden gebracht met de bewoning van het kasteelterrein (aardewerk, muurresten, gracht etc.). In een straal van een kilometer zijn in totaal nog tien onderzoeken in Archis geregistreerd. Het zou te ver voeren deze allemaal in het kader van dit bureauonderzoek te bespreken. Het meest in het oog
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
14
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
lopende onderzoek is het onderzoek dat direct tegenover het plangebied aan de Stoutenburgerlaan 2 is uitgevoerd (onderzoeksmeldingsnummer 45.214). Het betreft een booronderzoek uit 2011. Voor het plangebied gold bij aanvang van het veldonderzoek een hoge archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de Steentijd en een middelmatige archeologische verwachting voor vindplaatsen uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd; dit op basis van de verwachte ligging van het betreffende plangebied op een dekzandrug (net als het onderhavige plangebied). Tijdens het booronderzoek werd e e vondstmateriaal aangetroffen uit de 19 en 20 eeuw. Dit kon in verband gebracht worden met het erf dat op kaarten uit de 19e en 20e eeuw ’Berkesteeg’ genoemd wordt. Geconcludeerd werd dat pas in de afgelopen twee eeuwen (bewonings)activiteiten zijn ontplooid op deze locatie. Uit de boringen bleek verder dat de onverstoorde natuurlijke ondergrond bestaat uit verspoeld dekzand, terwijl de bodem onder relatief natte omstandigheden is gevormd. Dit wijst er op dat het gebied door de eeuwen heen niet aantrekkelijk is geweest voor bewoning. Op basis van de boringen is het betreffende plangebied als een vlakte van verspoelde dekzanden getypeerd (in plaats van een dekzandrug, zoals bij het bureauonderzoek werd aangenomen). De hogere ligging van het gebied is het gevolg van het feit dat het betreffende plangebied integraal is opgehoogd. Uit de boringen bleek tenslotte dat de top van de lichtgrijze C-horizont reductieverschijnselen vertoont. De dekzandrug waarvan het plangebied volgens 10 de verwachtingskaart deel uitmaakt, is dus niet aanwezig of geheel verdwenen door egalisatie. Iets verder naar het noorden, op de rand van de verwachte dekzandrug is bij de Stoutenburgerlaan 3 11 eveneens een booronderzoek uitgevoerd. Hier werden gezien de ligging op de flank van een dekzandrug met name resten uit het Mesolithicum, Neolithicum en Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd verwacht. Voor de periode Bronstijd-Vroege Middeleeuwen gold een lage verwachting omdat het plangebied te nat voor bewoning werd geacht. Gezien de verstoringen die tijdens het booronderzoek werden aangetroffen en de kleine omvang van het plangebied is geen vervolgonderzoek geadviseerd. Op basis van de bovenstaande gegevens in Archis, met name het booronderzoek bij de Stoutenburgerlaan 2, kan worden geconcludeerd dat binnen het plangebied geen vastgestelde archeologische waarden aanwezig zijn. Het booronderzoek bij de Stoutenburgerlaan 2, direct aan de overzijde van de Stoutenburgerlaan, tegenover het plangebied roept in ieder geval twijfels op over de kwalificatie van het gebied als hoger gelegen dekzandrug op basis waarvan een verhoogde archeologische verwachting geldt. Echter dit booronderzoek betrof een betrekkelijk kleine onderzoekslocatie, binnen een boerderij-erf. Zonder booronderzoek binnen het onderhavige plangebied zelf kan geen definitief uitsluitsel worden gegeven over het al dan niet op- of afwaarderen van de archeologische verwachting van het plangebied. 12
In aanvulling op de informatie uit Archis is informatie opgevraagd bij de gemeente Leusden, de 13 14 gemeentelijke archeologische dienst van Amersfoort (CAR), de provincie Utrecht, Landschap Erfgoed 15 16 Utrecht, de Historische Kring Leusden en de Archeologische Werkgemeenschap Vallei en Eemland 17 AWN 14. Dit leverde geen aanvullende informatie op die tot een bijstelling van de archeologische verwachting heeft geleid.
10
Zielman 2011. Hanemaaijer 2011. 12 E-mail contact mevr. K. Fruin, d.d. 9 december 2013. 13 E-mail contact dhr. Drs. M. Verhamme, d.d. 11 december 2013. 14 E-mail contact mevr. I. de Jongh-Lempke, d.d. 17 december 2013. 15 E-mail contact dhr. A. van de Bunt, d.d. 11 december 2013. 16 E-mail contact mevr. D. Vader d.d. 11 december 2013. 17 E-mail contact d.d. 9 december 2013. 11
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
15
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
3.3
Gespecificeerde archeologische verwachting
Het plangebied heeft volgens de gemeentelijke Archeologische Beleidsadvieskaart een middelhoge archeologische verwachting. Op de onderliggende aparte archeologische verwachtingskaart voor de periode Prehistorie – Vroege Middeleeuwen heeft het zuidelijk deel van het perceel een hoge archeologische verwachting. Dit is gebaseerd op de ligging van dit gedeelte van het plangebied op een dekzandrug volgens de geomorfologische kaart. De archeologische verwachting op het aantreffen van vondsten of sporen van zowel jager-verzamelaars als landbouwers is hier hoog. Het noordelijk deel van het plangebied heeft een middelmatige archeologische verwachting voor beide perioden; dit gezien de ligging van het plangebied in een zone aangeduid met ‘droogdalen, daluitspoelingswaaiers en flanken van dekzandruggen’. Het booronderzoek dat aan de overzijde van de Stoutenburgerlaan heeft plaatsgevonden doet vermoeden dat het plangebied in de periode Prehistorie – Vroege Middeleeuwen mogelijk minder hooggelegen is geweest dan de huidige geomorfologische kaart doet vermoeden. De hoge verwachting voor het zuidelijke deel van het plangebied zou dan eerder, gelijk de verwachting van het noordelijk deel van het plangebied eerder als middelmatig of gemiddeld, of misschien zelfs laag moeten worden ingeschat. Of dit inderdaad het geval is kan alleen aan de hand van een verkennend archeologisch booronderzoek worden aangetoond. Eventuele sporen uit de vroege prehistorie kunnen mogelijk bestaan uit vondsten van bewerkt vuursteen; vondsten uit de periode van de landbouwers (Neolithicum en verder) uit o.a. grondsporen van structuren zoals boerderijen, bijgebouwen, sloten, greppels en afvalkuilen, en vondsten van o.a. aardewerk, bot en metaal. Deze sporen kunnen in principe op of vlak onder het maaiveld worden aangetroffen. De gemeentelijke archeologische verwachtingskaart voor de periode Middeleeuwen – Nieuwe tijd duidt het plangebied aan als ‘deklandschap van de Gelderse Vallei/Eemland, met als ontginningstype ‘kampontginningen en kampen’. De omgeving van het e plangebied kan gekenmerkt worden als een gebied dat reeds vroeg, vanaf de 11 eeuw, is ontgonnen De e omgeving van het plangebied kan gekenmerkt worden als een gebied dat reeds vroeg, vanaf de 11 eeuw, is ontgonnen en heeft een middelmatige archeologische verwachting meegekregen. Vanaf deze periode kunnen in principe menselijke activiteiten binnen het plangebied zijn ontplooid, en kunnen m.n. resten van sloten en greppels worden aangetroffen. Cartografische aanwijzingen voor bewoning in de Nieuwe tijd zijn niet aangetroffen. e Tenslotte kan worden opgemerkt dat het plangebied vanaf het begin van de 19 eeuw tot het midden van de vorige eeuw begroeid is geweest met bos, dat daarna is gekapt. Het plangebied is sindsdien in gebruik als akkerland of grasland. De kap van het bos en het agrarisch gebruik kan ervoor hebben gezorgd dat eventuele archeologische resten binnen het plangebied minder goed zijn geconserveerd. 3.4
Cultuurhistorische context
Het plangebied is onderdeel van het landgoed rondom het voormalige kasteel kasteel Stoutenburg, ten noordoosten van het onderhavige plangebied, en ligt langs de historische wegen Stoutenburgerlaan en Hessenweg (kaart 4). Vanwege toename in de spanningen tussen het Sticht en Gelre besloot de Utrechtse bisschop tot de bouw van een aantal kastelen op strategische punten langs de grens. In dat kader werd iets e ten noordoosten van het plangebied Kasteel Stoutenburg gebouwd (1252). Hier had waarschijnlijk al in de 11 e 18 of 12 eeuw een woontoren gestaan. Dit is ook de periode waarin de meeste ontginningen in het gebied plaatsvonden. Waarschijnlijk zijn de latere dorpen Stoutenburg en Achterveld vanuit kasteel Stoutenburg tot ontginning gekomen. De woeste gronden werden in cultuur gebracht en er ontstonden boerderijen met e akkers, weilanden en heidevelden. Vanaf de Middeleeuwen tot het eind van de 19 eeuw bevonden zich opeenvolgende kastelen op dit kasteelterrein. Vanaf het eind van de 14e eeuw nam het belang van het kasteel af. In 1495 werd het kasteel ingenomen en geplunderd door Gelderse soldaten, waarna definitieve sloop volgde in 1542/1543. Na de sloop bleef het oorspronkelijke kasteelterrein nog wel (in vorm) intact, waarna in
18
Blijdenstijn 2005, 287; Van Burgsteden 8-10.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
16
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
e
19
de 17 eeuw een nieuw landhuis op de locatie van het oude kasteel verrees. Er zijn afbeeldingen bekend van e e kasteel Stoutenburg in de 17 eeuw en van een klein landhuis op de kasteelplek eveneens in de 17 eeuw. Rondom het landhuis is op kaarten uit die tijd een ovaal zichtbaar bestaande uit paden en een gracht. In de e 18 eeuw is een radiaal stelsel van lanen rondom de ovaal aangelegd, typisch voor de toen heersende e geometrische stijl. Een groot landhuis uit het begin van de 18 eeuw is afgebroken in 1861. Hiervan is geen afbeelding bekend. Van dit landhuis is de inventaris beschreven in 1819. In 1864 werd een neogotisch kasteel gebouwd door Johannes Luden, naar een ontwerp van H.J. van den Brink. Dit kasteel, bekend van afbeeldingen, is reeds in 1874 afgebroken. Het tegenwoordige kasteel Stoutenburg is daarna in 1888 op de huidige locatie gebouwd door Maria Suzanna Luden naar ontwerp van de heren van Rossum van Vuyk. In 1950 werd dit kasteel door de Franciscanen verbouwd tot klooster waardoor het zijn huidige vorm heeft gekregen. Van 1997-2000 is het kasteel in handen van de Vereniging van Natuurmonumenten; sinds 2000 20 van de Stichting Het Utrechts Landschap. e
De Stoutenburgerlaan is een historische weg die mogelijk al vanaf de 11 eeuw in gebruik is. Deze laan, met een dubbele bomenrij is nog steeds zichtbaar in het landschap. De zuidgrens van het plangebied wordt gevormd door de Hessenweg (of "Arnhemsen Wegh"), die in 1614 reeds werd vermeld. Voor de oorsprong van de naam ‘Hessenweg’ wordt vaak genoemd dat het gaat om wegen waarvan de breedte is afgestemd op de grote karren uit het Duitse Hessen. Naast deze tevens door Blijdenstijn (2005) gehanteerde verklaring voor de benaming van dit soort wegen draagt o.m. Miedema (1988) de 21 verwantschap met het oud-friese Horsaw en *Horsawey (ruiterpad/trekweg) aan. e
Van de zichtlijnen die in het begin van de 18 eeuw in het landgoed zijn aangebracht zijn delen nog in het huidige landschap aanwezig; één van deze zichtlijnen liep door het plangebied, in de vorm van een laan. Op een historische kaart uit 1795 (afbeelding 5) is te zien dat het gedeelte ten oosten van deze zichtlijn begroeid is met bos; het gebied ten westen lijkt geen bos maar hoogstens lage begroeiing te kennen.
Afbeelding 5: Uitsnede historische kaart van De Man uit 1795 (Bron: Stichting Het Utrechts Landschap).
19
Janssen/Bente 1995. Van Burgsteden 10-11. 21 Blijdenstijn 2005; Miedema 1988. 20
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
17
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Dit gebied wordt op de kadasterkaart van 1811-1832 worden beide zijden van de laan aangeduid als bos (zie ook afbeelding 6); dit is ook zichtbaar op de Topografische kaart van 1872. Zeker tot aan de 30’er jaren van de vorige eeuw blijft het plangebied bestaan uit een bosgebied met daartussen een laan. Pas op de topografische kaart van 1952 is te zien dat het plangebied volledig is veranderd in akker- of grasland, wat in feite tot op de dag van vandaag het geval is geweest. Op geen van de historische kaarten is bebouwing te zien binnen het plangebied.
e
Afbeelding 6: Voormalig kasteel Stoutenburg met de 18 -eeuwse aanleg van het landgoed, geprojecteerd op de kadastrale minuutplan van 1832 (Bron: Blijdenstijn 2005, 288).
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
18
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
4 4.1
Veldinspectie Inleiding
De gemeente Leusden stelt in haar richtlijnen voor archeologisch bureauonderzoek ook een veldinspectie verplicht. Tijdens de veldinspectie dient volgens deze richtlijnen het plangebied in raaien van maximaal 6 meter tussenbreedte te worden afgelopen. Ook dienen foto’s te worden gemaakt van het plangebied en van eventuele cultuurhistorische objecten en structuren. 4.2
Uitvoering veldinspectie
De veldinspectie is uitgevoerd op 7 januari 2014. Hierbij is geconstateerd dat het zuidelijk gedeelte van het plangebied volledig was begroeid met gras. Hierdoor kon geen veldkartering worden uitgevoerd, maar zijn alleen enkele molshopen geïnspecteerd op eventuele archeologische indicatoren. Hierbij zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Het noordelijk gedeelte van het plangebied is in gebruik als akker en was tot voor kort begroeid met maïs. Dit gedeelte van het plangebied is wel volgens de richtlijnen in banen afgelopen. Verspreid over het plangebied, maar met name aan de zuidoostelijke rand e e van het akker, zijn daarbij losse aardewerkscherven aangetroffen, afkomstig uit de 19 of 20 eeuw (afbeelding 7). Het betreft scherven van roodbakkend geglazuurd aardewerk (o.a. een pootje van een grape en randfragmenten van een bakje), industrieel vervaardigd steengoed (o.a. een witte steengoedkan en een randje van Keulse pot met industrieel aangebrachte groeven) en scherven majolica (o.a. de resten van een kom en een bordje). Omdat op basis van de beschikbare cartografische gegevens er in deze periode geen sprake was van bewoning binnen het plangebied, kan niet anders worden geconcludeerd dan dat hier sprake is van losse vondsten bestaande uit bewoningsafval. De locatie betreft het meest laaggelegen, drassige gedeelte van het plangebied, op de landschappelijke eenhedenkaart aangeduid met ‘laaggelegen dekzandlandschap’. Op historische kaarten vanaf 1811-1832 is deze locatie altijd zichtbaar als een open plek in het bos, waarschijnlijk omdat het hier te nat of drassig was. De conclusie is dan ook dat dit bewoningsafval van elders afkomstig is geweest (bijvoorbeeld van de boerderij Berkesteeg of het laat e 19 eeuwse kasteel Stoutenburg) om deze drassige plek wat te dempen.
Afbeelding 7: Vondsten van scherven binnen het plangebied tijdens de veldinspectie (Foto: Vestigia). VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
19
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Tijdens de veldinspectie is verder gelet op eventueel nog aanwezige cultuurhistorische waarden of relicten. De Stoutenburgerlaan aan de westzijde van het plangebied bestaat nog uit een laan met dubbele e bomenrij. Vanaf het kruispunt van de Stoutenburgerlaan en de Hessenweg wordt de zichtlijn uit de 18 eeuw richting het oude kasteel Stoutenburg momenteel belemmerd door de aanwezige bomen op het huidige kasteelterrein (afbeelding 8). Het plangebied is verder open van aard (afbeelding 8, 9).
Afbeelding 8: Foto vanaf de kruising van de Stoutenburgerlaan en de Hessenweg. De richting van de e (voormalige) 18 eeuwse zichtlijn is globaal met de rode pijl aangegeven (Foto Vestigia).
Afbeelding 9: Foto van het plangebied richting het zuiden (Foto Vestigia).
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
20
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
5 5.1
Advies Archeologie
De gemeente heeft in een eerder stadium aangegeven dat voor de bosaanplant geen archeologisch vooronderzoek vereist is. De mogelijke aanleg van het fietspad met een verstoring van maximaal 30 cm – mv zal waarschijnlijk ook geen mogelijke archeologische waarden bedreigen. Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie heeft daarom geen bezwaar tegen de voortgang van de voorgenomen ingrepen. Aangezien het nooit volledig is uit te sluiten dat tijdens eventueel grondverzet een archeologische ‘toevalsvondst’ wordt gedaan, is het wenselijk de uitvoerder van dit grondwerk te wijzen op de plicht om hiervan zo spoedig mogelijk melding te doen bij het bevoegd gezag, de gemeente Leusden (c.q. bij de archeologisch adviseur van de gemeente, dhr. drs. M. Verhamme), en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Indien ingrepen plaatsvinden die anders van aard zijn dan bosaanplant, en die een gebied groter dan 500 m2 beslaan met een voorgenomen aanlegdiepte van meer dan 30 cm –mv, wordt geadviseerd in aanvulling op dit bureauonderzoek een verkennend booronderzoek uit te voeren om de fysischgeografische eigenschappen en de bodemopbouw van het plangebied nader te kunnen toetsen.
5.2
Cultuurhistorie
De door de initiatiefnemer voorgestelde ingrepen bestaan uit de aanleg van bos, en mogelijk de aanleg e van een fietspad. Hiermee wordt een historische situatie van bos met een zichtlijn uit de 18 eeuw door het plangebied weer gereconstrueerd. Deze ingrepen zullen de cultuurhistorische waarden in het landschap weer terugbrengen en onderling versterken.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
21
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
22
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Literatuur BAKKER, H. DE/J. SCHELLING, 1989: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere niveaus, Wageningen (Staring Centrum). BERENDSEN, H.J.A., 1997: Landschappelijk Nederland, Assen. BERENDSEN, H.J.A., 1999: Handleiding voor fysisch geografisch veldwerk in het laagland, Universiteit Utrecht (Vakgroep fysische geografie). BERG, M.W. VAN DEN/D.J. BEETS, 1987: Saalian glacial deposits and morphology in The Netherlands, in: J.J.M. van der Meer (red.), Tills and Glaciotectonics, Balkema, Rotterdam. BLIJDENSTIJN, R., 2005: Tastbare tijd cultuurhistorische atlas van de provincie Utrecht, Utrecht . BOER, G.H. DE/D. BEKIUS/J.A. SCHENK 2009: Gemeenten Amersfoort en Leusden. Een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart (m.u.v. de historische stadskern), Weesp (RAAP-rapport 1875). BURGSTEDEN, L. VAN, 2007: Kasteel Stoutenburg rond 1800. Erfenis van Lucia van Lilaar, Leusden. GEEL, B. VAN/S.J.P. BOHNCKE/H. DEE, 1980/1981: A palaeoecological study of an upper late glacial and holocene sequence from “De Borchert”, The Netherlands, Review of Palaeobotany and Palynology 31, 367-392. HANEMAAIJER, M. 2011: Stoutenburgerlaan 3 te Stoutenburg, gemeente Leusden. Een bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek, Amersfoort (ADCrapport 2657). HOEK, W. Z., 2001: Vegetation response to the ~14.7 and ~11.5 ka cal. BP climate transitions: is vegetation lagging climate?, Global and Planetary Change 30 (1-2), 103-115. HOEK, W. Z., 2008: The Last Glacial-Interglacial transition, Episodes 31(2), 226-229. D’HOLLOSY, T. 2011: Actualisatie Archeologische Waarde- en verwachtingskaart 2011, Amersfoort (CAR rapport 10). JANSSEN, H./D. BENTE, 1995: Stoutenburg, in: Olde Meierink, B. et al. (eds.), 1995: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht. Utrecht. KOOMEN, A.J.M./G.J. MAAS, 2004: Geomorfologische Kaart Nederland (GKN) - Achtergronddocument bij het landsdekkende digitale bestand, Alterra-rapport 1039, Wageningen. LOUWE KOOIJMANS, L.P./P.W. VAN DEN BROEKE/H. FOKKENS/A. VAN GIJN, 2005: Nederland in de prehistorie, Amsterdam. MIEDEMA, H.J.T., 1988: Oudfries Horsaw en *Horsawey ‘paardenwed, ruiterpad, trekweg’, nederl. Hessenweg, Naamkunde, mededelingen van het Instituut voor naamkunde te Leuven en van het P.J. Meertensinstituut te Amsterdam, afdeling naamkunde, Jaargang 20, 46-59. NEDERLANDS NORMALISATIE INSTITUUT, 1989: Geotechniek: Classificatie van onverharde grondmonsters, Delft (NEN 5104). OLDE MEIERINK, B./G. VAN BAAREN/R.G. BOSCH VAN DRAKESTEIN/B.G.J. ELIAS/E. DE LIGT/M.A. KOK/C.H. STAAL/F. VOGELZANG/C.C.S. WILMER, 1995: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht. Utrecht. RASMUSSEN, S.O./K.K. ANDERSEN/A.M. SVENSSON/J.P. STEFFENSEN/B.M. VINTHER/H.B. CLAUSEN/M.-L. SIGGAARDANDERSEN/S.J. JOHNSEN/L.B. LARSEN/D. DAHL-JENSEN/M. BIGLER/R. RÖTHLISBERGER/H. FISCHER/K. GOTOAZUMA/M.E. HANSSON/U. RUTH, 2006: A new Greenland ice core chronology for the last glacial termination, Journal of Geophysical Research 111, D06102. SCHOKKER. J./H.J.T. WEERTS/W.E. WESTERHOFF/H.J.A. BERENDSEN/C. DEN OTTER, 2007: Introduction of the Boxtel Formation and implications for the Quaternary lithostratigraphy of the Netherlands, Netherlands Journal of Geosciences - Geologie en Mijnbouw, 86-3, 197-210. STIBOKA, 1965: Toelichtingen bij kaartblad 32 Oost Amersfoort, Bodemkaart van Nederland 1:50.000, Stichting voor Bodemkartering, Wageningen STIBOKA, 1966: Toelichtingen bij kaartblad blad 26W Harderwijk en Blad 32 W Amersfoort, Bodemkaart van Nederland 1:50.000, Stichting voor Bodemkarteringen, Wageningen. STICHTING HET UTRECHTS LANDSCHAP Z.D.: Beheerplan Stoutenburg en Bloeidaal 2010-2020.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
23
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
TEN CATE, J.A.M. TEN/G.C. MAARLEVELD, 1977: Toelichting op de legenda Geomorfologische kaart van Nederland schaal 1:50.000, Stichting voor Bodemkartering Wageningen/Rijks Geologische Dienst, Haarlem. VRIES, F. DE/W.J.M. DE GROOT/T. HOOGLAND/J. DENNEBOOM, 2003: De bodemkaart van Nederland digitaal toelichting bij inhoud, actualiteit en methodiek en korte beschrijving van additionele informatie, Alterra Rapport 811, Wageningen. WEERTS, H.J.T./P. CLEVERINGA/J.H.J. EBBING/F.D. DE LANG/W.E. WESTERHOFF, 2000: De lithostratigrafische indeling van Nederland – Formaties uit het Tertiair en Kwartair, Utrecht (TNOrapport 00-95-A, TNO-NITG). WESTERHOFF, W.E./T.E. WONG/E.F.J. DE MULDER, 2003: Opbouw van de ondergrond – Opbouw van het Neogeen en Kwartair, in: E.F.J. de Mulder/M.C. Geluk/I.L. Ritsema/W.E. Westerhoff/T.E. Wong (red.), De ondergrond van Nederland, Houten. ZIELMAN, G. 2011: Plangebied Stoutenburgerlaan 2 te Stoutenburg, gemeente Leusden; archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek, Weesp (RAAP-notitie 3720).
Digitale bronnen -
Actueel Hoogtebestand Nederland: www.ahn.nl. Archeologisch Informatiesysteem (Archis): http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html. Arcgisonline: www.arcgisonline.com. Archief Eemland: www.archiefeemland.nl. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE): www.cultureelerfgoed.nl. Het Utrechts Archief: www.hetutrechtsarchief.nl. HISGIS Utrecht: www.hisgis.nl/hisgis/gewesten/utrecht/atlas_utrecht-1/HISGIS-Utrecht. Historisch Grondbezit Utrecht: http://www.hisgis.nl/hisgis/gewesten/utrecht/utrecht-1/Historischgrondbezit-utrecht. Historische Kring Leusden: www.historieleusden.nl. Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie (KiCH): www.kich.nl. Gemeente Leusden: www.leusden.nl. Monumentenregister RCE: monumentenregister.cultureelerfgoed.nl. Provincie Utrecht: www.provincie-utrecht.nl. Ruimtelijkeplannen.nl: www.ruimtelijkeplannen.nl. Steunpunt Archeologie en Monumenten Utrecht: www.stamu.nl. WatWasWaar: www.watwaswaar.nl.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
24
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
Kaarten en bijlagen Kaart 1: Kaart 2: Kaart 3: Kaart 4:
Ligging plangebied Landschappelijke eenheden Archeologie Cultuurhistorie
Bijlage 1: Bijlage 2:
Overzicht van archeologische en geologische perioden Toelichting Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
25
V13-2771: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van bosaanplant langs de Stoutenburgerlaan/Hessenweg nabij Stoutenburg, gemeente Leusden
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1153, conceptversie 1.1, d.d. 9 januari 2014
26
463600
KAART 1 - LIGGING PLANGEBIED LEGENDA plangebied 463400
bebouwing wegen
463200
water
Project: Rapport: Datum: Bron:
V13-2771: BO Stoutenburg, Leusden V1153 januari 2014 TOP10NL, CC-BY Kadaster 2013
Tekenaar: Schaal:
RS 1:12.500 / A4
461600
461800
462000
462200
462400
462600
462800
463000
overig
0 157800
158000
158200
158400
158600
158800
159000
159200
159400
159600
159800
160000
160200
100 m
463800
KAART 2 - LANDSCHAPPELIJKE EENHEDEN LEGENDA
463600
plangebied
Bodemeigenschappen
463400
Cultuurdek
Project: Rapport: Datum: Bron:
V13-2771: BO Stoutenburg, Leusden V1153 januari 2014 TOP10NL, CC-BY Kadaster 2013 Stiboka 1966 De Boer et al. 2009
Tekenaar: Schaal:
RS 1:15.000 / A4
461400
461600
461800
462000
462200
462400
462600
462800
463000
463200
Venige / moerige gronden
0 157600
157800
158000
158200
158400
158600
158800
159000
159200
159400
159600
159800
160000
160200
160400
100 m
463800
KAART 3 - ARCHEOLOGISCHE BELEIDSKAART EN ARCHEOLOGISCHE WAARNEMINGEN (ARCHIS) !
!
LEGENDA
422923
plangebied
402896 422907
Archis-waarnemingen
!
!
Waarneming
!
Waarneming, afgerond op heel of half KM-vak
!
Waarneming binnen AMK-terrein
!
Waarneming binnen AMK-terrein, afgerond op heel of half KM-vak
463200
463400
463600
422888
31145
463000
26921
! 26208
!
!
Beleidskaart gemeente Leusden:
422101
462400
462600
462800
26925!!
733
26915
!
419045 !
Project: Rapport: Datum: Bron:
V13-2771: BO Stoutenburg, Leusden V1153 januari 2014 d'Hollosy 2011, Archis2 (RCE)
Tekenaar: Schaal:
RS 1:15.000 / A4
461400
461600
461800
462000
462200
!
0 157600
157800
158000
158200
158400
158600
158800
159000
159200
159400
159600
159800
160000
160200
160400
100 m
KAART 4 - CULTUURHISTORIE LEGENDA 463400
!
ò " "
!
! 463200
! ! "
G
!
!
!
!
! ! ! !
463000
!
! ò
!
vm. Kasteel Stoutenburg (late middeleeuwen) Buitenplaats (13e eeuw) Herenhuis/koetshuis (eind 19e eeuw) Landhuis Stoutenburg (18e eeuw) Landhuis Stoutenburg (19e eeuw) Landhuis (WOII en later) Begraafplaats (eind 19e eeuw) Boerderij (1e helft 19e eeuw) Boerderij (2e helft 19e eeuw) Boerderij (eind 19e/begin 20e eeuw) Boerderij (WOII en later) Woning (eind 19e/begin 20e eeuw Daglonerswoning (begin 20e eeuw)
462800
Bewoning (vanaf vroege middeleeuwen) Natuurlijke waterloop Wetering (1937-1940) Aardwerk (18e-19e eeuw) Blokverkaveling " "!
462600
!
Weg, primair, vanaf 11e eeuw; aanwezig/zichtbaar
"
!
Weg, secundair, vanaf 11e eeuw; aanwezig/zichtbaar
!
Weg, secundair, vanaf 11e eeuw; verdwenen !
Grebbelinie: wal
462400
!
Zichtlijn (19e eeuws); verdwenen !
Huidige bebouwing
! 462200
Overige topografie (huidig) "
G !
461800
462000
!
Project: Rapport: Datum: Bron:
V13-2771: BO Stoutenburg, Leusden V1153 januari 2014 Blijdenstijn 2005, De Boer et al 2009, TOP10NL, CC-BY Kadaster 2013
Tekenaar: Schaal:
RS 1:15.000 / A4
!
0
! 158200
158400
158600
158800
159000
159200
159400
159600
159800
160000
100 m
Bijlage 1 Overzicht archeologische en geologische perioden
ARCHEOLOGISCHE PERIODEN
Kalender jaren v./na Christus
Kalender jaren voor heden
C14 jaren voor heden
GEOLOGISCHE PERIODEN
Nieuwe tijd 1.500 na Chr.
Late-Middeleeuwen 1.050 na Chr.
Laat Holoceen
Subatlanticum
Vroege-Middeleeuwen Romeinse tijd
450 na Chr. 12 v. Chr.
IJzertijd 2.500
2.600 800 v. Chr.
Bronstijd 2.000 v. Chr.
5.000
HOLOCEEN
Subboreaal
5.700
Midden Holoceen
Neolithicum
4.900 v. Chr.
Atlanticum
7.900
8.700
5.300 v. Chr.
Mesolithicum Boreaal
9.150
Vroeg Holoceen
10.250
8.800 v. Chr.
Preboreaal 10.150
11.650
Jonge Dryas 10.950
12.850
11.700 12.100
13.900 14.030
12.500
14.640
Laat Glaciaal
Allerød Oude Dryas Bølling Laat Pleniglaciaal
60.000
PLEISTOCEEN
30.000
Weichselien
15.000
Pleniglaciaal
Midden Pleniglaciaal
Paleolithicum
Vroeg Pleniglaciaal
75.000
Vroeg Glaciaal
117.000
Eemien 130.000
Saalien C14 ouderdommen en gekalibreerde ouderdommen van het Holoceen volgens Van Geel et al. (1980/1981). C14 ouderdom van het Laat Glaciaal volgens Hoek (2001/2008) en gekalibreerde ouderdommen van het Laat Glaciaal volgens Rasmussen et al. (2006). Overige pleistocene chronostratigrafie volgens Westerhoff et al. (2003). Archeologische perioden van de prehistorie volgens Louwe Kooijmans et al. (2005) en overige archeologische perioden volgens Archis.
Periode
Van - tot
Vroeg-Paleolithicum Midden-Paleolithicum Laat-Paleolithicum
tot 300.000 voor Chr. 300.000-35.000 voor Chr. 35.000-8800 voor Chr.
Vroeg-Mesolithicum Midden-Mesolithicum Laat-Mesolithicum
88.00-7100 voor Chr. 7100-6450 voor Chr. 6450-4900 voor Chr.
Vroeg-Neolithicum Midden-Neolithicum Laat-Neolithicum
5300-4200 voor Chr. 4200-2850 voor Chr. 2850-2000 voor Chr.
Vroege-Bronstijd Midden-Bronstijd Late-Bronstijd
2000-1800 voor Chr. 1800-1100 voor Chr. 1100-800 voor Chr.
Vroege-IJzertijd Midden-IJzertijd Late-IJzertijd
800-500 voor Chr. 500-250 voor Chr. 250-12 voor Chr.
Vroeg-Romeinse tijd Midden-Romeinse tijd Laat-Romeinse tijd
12 voor-70 na Chr. 70-270 na Chr. 270-450 na Chr.
Vroege-Middeleeuwen Late-Middeleeuwen
450-1050 na Chr. 1050-1500 na Chr.
Nieuwe Tijd A Nieuwe Tijd B Nieuwe Tijd C
1500-1650 na Chr. 1650-1850 na Chr. 1850-1950 na Chr.
Bijlage 2: Toelichting archeologisch proces B u re a u o n d e rz o e k ( K N A 3 .2 D e e l II P r o t o c o l 4 0 0 2 ) H e t d b e k e n s ta n d k a n w
o e l v a d e o f a a rd ra o rd e n
n e e n v e rw p p o r te n
b u re a u a c h te a r t m e t e e a a n z ie n
o n d e r z o e k is c h e o lo g is c h e n g e s p e c if ic e v a n (e v e n tu e
h e t w a a e r d e e l) v
v e rw rd e n a rc h e r v o
e r v e n , b in n e o lo g lg o n d
v a n e n e e is c h e e rz o e
in f o r m a t ie , a a n d e h a n d v a n b e s t a a n d e b r o n n e n , o v e r n o m s c h r e v e n g e b ie d . H e t r e s u lt a a t is e e n v e r w a c h t in g , o p b a s is w a a r v a n e e n b e s lis s in g g e n o m e n k .
H e t r a p p o r t b e v a t , w a a r m o g e lijk , g e g e v e n s o v e r a a n - o f a fw e z ig h e id , a a r d , o m v a n g , o u d e r d o m , g a a f h e id , c o n s e r v e r in g e n ( r e la t ie v e ) k w a lit e it v a n a r c h e o lo g is c h e w a a r d e n e n a a r d w e t e n s c h a p p e l ijk e e ig e n s c h a p p e n (L S 0 2 t / m L S 0 4 ). A f h a n k e lijk v a n d e o m v a n g v a n d e t o e k o m s t ig e (p la n o lo g is c h e ) in g r e e p e n w e r k z a a m h e d e n , d e a a r d v a n d e a a n le id in g t o t h e t b u r e a u o n d e r z o e k e n d e v r a a g s t e llin g (L S 0 1), z u lle n a a n v u lle n d e g e g e v e n s m o e t e n w o r d e n v e r z a m e ld . H ie r b ij b lijf t d e d o e ls t e l l in g v a n h e t b u r e a u o n d e r z o e k (h e t k o m e n t o t e e n g e s p e c if ic e e r d e v e r w a c h t in g ) o v e r e in d ( L S 0 5 ). T e n a a n z ie n v a n a r c h e o lo g is c h o n d e r z o e k in d e b e b o u w d e o m g e v in g k u n n e n o n d e r g r o n d s e b o u w h is t o r is c h e w a a r d e n a a n g e t a s t w o r d e n . H e t is d a a r o m w e n s e l ijk o m o o k in h e t a r c h e o lo g is c h b u r e a u o n d e r z o e k a a n d a c h t t e s c h e n k e n a a n d e b e b o u w d e o m g e v in g e n h e t v o o r k o m e n v a n o n d e r g r o n d s e b o u w h is t o r is c h e w a a r d e n , e n z o e e n g e s p e c if ic e e r d e v e r w a c h t in g o p t e s t e ll e n o p b a s is v a n a lle c u lt u u r h is t o r is c h e w a a r d e n in h e t o n d e r z o e k s g e b ie d . V e r v o lg e n s w o r d t h e t r a p p o r t o p g e s t e ld (L S 0 6 ) e n d e g e g e v e n s a a n g e l e v e r d b ij A r c h is , w a a r n a h e t p r o c e s k a n w o r d e n a f g e s lo t e n . D a a r n a a s t d ie n t d e d ig it a le d o c u m e n t a t ie b in n e n t w e e ja a r n a a f r o n d in g v a n h e t s t a n d a a r d r a p p o r t o v e r g e d r a g e n t e w o r d e n a a n h e t e - D e p o t ( w w w .e d n a .n l) ( D S 0 5 ) . H e t b u re a u o n d e rz o p g e s t e ld e a d v ie s . r u im t e lijk e o n t w ik g e t o e t s t d ie n t t e w e n /o f e e n In v e n ta r o n d e r z o e k s g e b ie d o n d e r z o e k . In d ie n te w o r d e n . V o o r e in z a g e o n d e rz g o e d g e g e h e le
e n In v e n d ie n t te o e k d ie n k e u r d te a r c h e o lo
H e t is a a n h e t b w e r k z a a m h e d e n s p e le n e n a ls z o b o u w v e r g u n n in d e b e tr o k k e n g e o n tsta a t o v e r d e
o e k g D it a k e lin o rd e is e r e o f to fy s ie
e ld t a ls o n d e r b o u w in g v o o r h e t d o o d v ie s g a a t n a d e r in o p d e e v e n t u e le g . U it h e t a d v ie s k a n v o lg e n d a t h e t n . D it k a n d o o r m id d e l v a n e e n In v e n d P r o e f s l e u v e n o n d e r z o e k . D it v e ld t e e n a d v ie s v o o r b e h o u d v a n d e v in k b e h o u d n ie t m o g e lijk is , d ie n t e e n
t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k O v lig g e n b ij d e R ijk s d ie n s t v o o r t e e r st e e n P r o g ra m m a v a n E w o r d e n d o o r h e t b e v o e g d g e g is c h e p r o c e s t e d o o r lo p e n . e v o e g d g e z a g o m u v e r r ic h t d ie n e n t e d a n ig in g e b r a c h t w g e n . In d ie n g e w e n s m e e n t e lijk e a fd e lin g e m a a k t e a n a ly s e s
e r ig h e t is e n z a g
is C u o p (m
e e n ltu g e s e e s
P la re e l te ld ta l d
r V e s t ig ia B V A r c h e o lo g ie & C u lt u u r h is t o r ie r is ic o ’s e n b e n o d ig d e v e r v o lg s t a p p e n b ij d e v e r d e r e a r c h e o lo g is c h e v e r w a c h t in g s m o d e l n a d e r in h e t v e ld n t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k O v e r ig (b o o r o n d e r z o e k ) o n d e r z o e k le id t o f t o t v r ijg a v e v a n h e t d p la a t s e n in d ie n n ie t m o g e l ijk n a d e r a r c h e o lo g is c h o p g r a v in g o f a r c h e o lo g is c h e b e g e le id in g u it g e v o e r d
n v a E r fg te w e b e
n A a n p a k v e r e is t , d a t o e d . V o o r d e a n d e re o r d e n . D it P r o g r a m m tr e ffe n d e g e m e e n te ).
it e in d e lijk t e b e s lis s e n o f n a h e t w o r d e n . H e t a d v ie s u it g e b r a c h t o r d e n b ij b e s t e m m in g s p la n o n t w t , d r a a g t V e s t ig ia z o r g v o o r e e n g e n . O p d e z e w ijz e w o r d t v o o r k .
b u re a d o o r e r p e n a d e q u o m e n
u o n V e s o f a te d a t
10 d a g e n v a n te v o r e n te r t y p e n a r c h e o lo g is c h a v a n E is e n d ie n t V e s t ig ia is b e v o e g d o m h e t
d e rz o e k n o g t ig ia k a n d a a – w ijz ig in g e n a f s t e m m in g in e e n la t e r
a n d e re r b ij e e n e n a a n v a n d e s t a d iu m
a r c h e o lo g is c h e b e la n g r ijk e r o l v ra g e n v o o r r e s u lt a t e n m e t d is c u s s ie
In v e n t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k ( K N A 3 .2 D e e l II P r o t o c o l 4 0 0 3 ) H e t d o e l v a n in v e n t a r is e r e n d v e ld o a r c h e o lo g is c h e v e r w a c h t in g d o o r m v e r k r e g e n o v e r b e k e n d e e n /o f v e rw a a n - o f a f w e z ig h e id , d e a a r d , d e o m v a n d e a r c h e o lo g is c h e w a a r d e n . H e in h o u d e lijk (s e le c t ie - )a d v ie s (b u it e n (m e e s t a l e e n s e le c t ie b e s lu it ) g e n o m v e ld a c t iv it e it e n u it g e v o e r d w o r d e n
n d id a c v a t r n e n to
e r z o e k ( I V O ) is h e t a a n v u lle n e n t o e t s e n v a n d e g e s p e c if ic e e r d e d e l v a n w a a r n e m in g e n in h e t v e ld , w a a r b ij ( e x t r a ) in f o r m a t ie w o r d t h t e a r c h e o lo g is c h e w a a r d e n b in n e n e e n o n d e r z o e k s g e b ie d . D it o m v a n g , d e d a t e r in g , d e g a a f h e id , d e c o n s e r v e r in g e n d e in h o u d e l ijk e k w a e s u lt a a t v a n e e n IV O is e e n r a p p o r t m e t e e n w a a r d e r in g e n e e n o r m e n v a n t ijd e n g e l d ) , a a n d e h a n d w a a r v a n e e n b e l e id s b e s lis s in g k a n w o r d e n (S P 0 2 , V S 0 2 t / m V S 0 7 , D S 0 1 t / m D S 0 5 ). D it b e t e k e n t d a t h e t n iv e a u w a a r o p d e z e b e s l is s in g g e f u n d e e r d g e n o m e n k a n w o r d e
t d e lit e it
t d e n .
V e s t ig ia b r e n g t n a a r a a n le id in g v a n h e t v e ld o n d e r z o e k e e n g e s p e c if ic e e r d a d v ie s u it , o p b a s is w a a r v a n h e t b e v o e g d g e z a g e e n b e s lu it k a n n e m e n o v e r d e w ijz ig in g in h e t b e s t e m m in g s p la n v a n h e t o n d e r z o e k s g e b ie d e n e v e n t u e e l n o g t e n e m e n v e r v o lg s ta p p e n in h e t o n d e r z o e k . B ij h e t IV O k a n e e n o n d e r s c h e id a a n g e b r a c h t w o r d e n in e e n v e r k e n n e n d e , k a r t e r e n d e e n w a a r d e r e n d e f a v e r k e n n e n d e f a s e h e e f t t o t d o e l in z ic h t t e k r ijg e n in d e g a a f h e id v a n v o r m e e n h e d e n v a n h e t la n d s c h a p , v z o v e r d e z e v a n in v lo e d z ijn o p d e lo c a t ie k e u z e in h e t v e r le d e n . H e t d o e l is k a n s a r m e z o n e s u it t e s lu it e n k a n s r ijk e z o n e s t e s e le c t e r e n v o o r d e v o lg e n d e f a s e n v a n o n d e r z o e k . D e k a r t e r e n d e f a s e h e e f t t o t d o e l h e o n d e r z o e k s t e r r e in s y s t e m a t is c h t e o n d e r z o e k e n o p d e a a n w e z ig h e id v a n v o n d s t e n e n / o f s p o r e n . D e w a a r d e r e n d e f a s e h e e f t t o t d o e l h e t w a a r n e m in g s n e t t e v e r d ic h t e n o m d e a a r d , o m v a n g , d a t e r in g , g a a f h e c o n s e r v e r in g e n in h o u d e lijk e k w a lit e it v a n d e a r c h e o lo g is c h e r e s t e n v a s t t e s t e ll e n .
se : D e o o r e n t id ,
C r u c ia a l v o o r d e u it v o e r in g v a n h e t IV O is d e k e u z e v o o r e e n b e p a a ld e o n d e r z o e k s m e t h o d e , w a a r m e e d e g e s p e c if ic e e r d e a r c h e o lo g is c h e v e r w a c h t in g , g e s t e ld in h e t b u r e a u o n d e r z o e k s r a p p o r t g e t o e t s t k a n w o r d e n in h e t v e ld . D it d ie n t in e e n P la n v a n A a n p a k d u id e l ijk g e m a a k t t e w o r d e n (V S 0 1 , S P 0 1) . A ls e is e n g e ld e n e e n v e r a n t w o o r d in g v a n a lle g e b r u ik t e in f o r m a t ie , w a a r o p d e k e u z e g e b a s e e r d w o r d t e n e e n b e s c h r ijv in g v a n d e v e r o n d e r s t e ld e k e n m e r k e n v a n d e v e r w a c h t e a r c h e o lo g is c h e v in d p la a t s e n m .b .t . d ie p t e l ig g in g , o m v a n g , a r c h e o lo g is c h e in d ic a t o r e n , r u im t e l ijk e v e r d e l in g e n b in n e n d e v in d p la a t s , a r t e f a c t e n . B o o r - e n p r o e f s le u v e n o n d e r z o e k z ijn o p d it m o m e n t d e e n ig e k a r t e r e n d e m e t h o d e n v o o r h e t o p s p o r e n v a n (n ie t z ic h t b a r e ) s it e s b u it e n d e h is t o r is c h e k e r n d ie b r e e d in z e t b a a r z ijn . A n d e r e p r o s p e c t ie t e c h n ie k e n z ijn a ll e e n in s p e c if ie k e o m s t a n d ig h e d e n t o e p a s b a a r ( b v . g r o n d r a d a r ) . D a a r n a a s t k a n d e o p p e r v la k t e k a r t e r in g e e n b ijz o n d e r w a a r d e v o ll e a a n v u l l in g z ijn o p e e n b o o r - o f p r o e f s le u v e n o n d e r z o e k , m e t n a m e d a a r w a a r ( p la a t s e l ijk ) s p r a k e is v a n h e t a a n p lo e g e n v a n v o n d s t la g e n o f d e a a n w e z ig h e id v a n m o ls h o p e n e n g e s c h o o n d e s lo t e n . B o o r o n d e r z o e k is e e n g e s c h ik t e p r o s p e c t ie t e c h n ie k v o o r h e t o p s p o r e n v a n s it e s d ie z ic h k e n m e r k e n d o o r e e n a r c h e o lo g is c h e la a g o f e e n v o n d s t s t r o o iin g m e t e e n v o ld o e n d e h o g e d ic h t h e id . In d ie n e e n o p t e s p o r e n s it e z ic h k e n m e r k t d o o r e e n l a g e v o n d s t d i c h t h e i d ( < 4 0 v o n d s t e n / m ²) i s b o o r o n d e r z o e k m i n d e r g e s c h i k t e n k a n e e n p r o e f s l e u v e n o n d e r z o e k e e n b e t e r e m e t h o d e z ijn . V o o r d e t a ils n a a r v e r s c h ill e n d e b o o r m e t h o d e n w o r d t v e r w e z e n n a a r d e K N A L e id r a a d In v e n t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k d e e l K a r t e r e n d b o o r o n d e r z o e k . V e s t ig ia a a n z ie n b u re a u o a f r o n d in t/m D S 0
B V v a n n d e g v 5 ).
A r c h e o lo g d e ra p p o r rz o e k m e t a n h e t v e ld
ie & ta g e h e t w e r
C u ltu u r h e n a a n le v v e r s c h il d k c o n fo r m
is t o r ie is e r in g s e is a t e v e n tu d e e is e n
b e v o e n to e e l v v a n
e g d t d e o n d h e t
to t p o n stm d e p
h e t e r in a te r o t b
d o e n v a n g g e ld e n ia a l (v o n d ij h e t a a n
a lle fa s d e z e lfd ste n , m g e w e z e
e n v a e e is e o n ste n d e p
n b n a r s) o t
o o ro n d e r z o e k . T e n ls b ij e e n b in n e n t w e e ja a r n a w o r d t a a n g e le v e r d (D S 0 1
This text was set using the following freely available font software: Allerta
Copyright (c) 2010, Matt McInerney (http://pixelspread.com), with Reserved Font Name Allerta.
Inconsolata_dz
Copyright (c) 2006, Raph Levien (http://www.levien.com), with Reserved Font Name
. Copyright (c) 2009, David Zhou (http://blog.nodnod.net/) with Reserved Font Name .
Molengo_Vestigia
Copyright (c) 2007, Denis Moyogo Jacquerye, with Reserved Font Name <Molengo>. Copyright (c) 2011, Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie (www.vestigia.nl), with Reserved Font Name <Molengo_Vestigia>; available at www.vestigia.nl/fonts.
ofl
This Font Software is licensed under the SIL Open Font License, Version 1.1. The license is available with a FAQ at: http://scripts.sil.org/OFL