Handreiking Ouderbijdrage jeugdwet Versie: 30 januari 2015
1
1. Waarom deze handreiking? Gemeenten bepalen vanaf 1 januari 2015 welke ouders een ouderbijdrage opgelegd krijgen. De VNG heeft over de ouderbijdrage een factsheet uitgebracht (zie bijlage). Deze factsheet beschrijft de in – en outs van de ouderbijdrage en geeft de gemeenten inzicht in de wijze waarop de ouderbijdrage vanaf 2015 geregeld wordt en hoe het berichtverkeer verloopt met het Centraal Administratie Kantoor (CAK). De RIGG heeft deze handreiking opgesteld, omdat de factsheet onvoldoende handvaten biedt over de wijze waarop de gemeenten de ouderbijdrage kunnen integreren in hun administratieve processen en de besluiten die de gemeenten voor het opleggen van de ouderbijdrage moet nemen. De handreiking is een momentopname omdat op landelijk niveau nog discussie is over de definitieve uitvoering van de ouderbijdrage door de gemeenten. Op onze website van het RIGG houden we de gemeenten op de hoogte van deze ontwikkelingen.
2. Samenvatting Vanaf 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor het bepalen welke ouders een ouderbijdrage moeten betalen. Deze bijdrage wordt – behoudens enkele uitzonderingen- betaald door de ouders van de jeugdigen als de jeugdige buitenshuis verblijft. Het is een bijdrage in de kosten van onderhoud en verzorging van de jeugdige tijdens dit verblijf. Hoe het was: Tot 31 december 2014 bepaalde Bureau Jeugdzorg welke ouder een ouderbijdrage moets betalen en verstuurden zorgaanbieders aan het Landelijk Bureau Inning Ouderenbijdragen (LBIO) - voor jeugdigen die vanuit de provinciale jeugdzorg bij deze aanbieder verblevenberichten over deze ouderbijdrage. Het LBIO koppelde deze berichten aan de Sociale Verzekeringsbank. Er kon zo een relatie gelegd worden tussen de kinderbijslag en de ouderbijdrage. In het geval de ouder geen ouder bijdrage wilde betalen, werd de ouderbijdrage ingehouden van de kinderbijslag. De gemeente bepaalt nu of een jeugdige jeugdhulp met verblijf krijgt en geeft dit via een bericht door aan het CAK. Het CAK verzorgt de vaststelling van de hoogte van de ouderbijdrage en de inning van de ouderbijdrage. De geïnde ouderbijdragen worden aan de gemeente door het CAK afgedragen. Deze afdracht is een totaal bedrag. Vanwege de privacy is het niet mogelijk op individueel niveau de hoogte van de bijdrage te achterhalen. De zorgaanbieders leveren vanaf 2015 geen gegevens meer aan het CAK, zij moeten veranderingen in het aantal dagdelen verblijf nu doorgeven aan de gemeente. Het uitvoeringsbesluit Jeugd stelt nadere regels over de hoogte van de ouderbijdrage, de termijn waarin deze moet zijn voldaan, de wijze van invordering en de overige uitzonderingsgronden voor het verschuldigd zijn van de ouderbijdrage. De gemeenten hebben vrijwel geen eigen beleidsruimte in het al dan niet opleggen van een ouderbijdrage. Met betrekking tot de hoogte van de eigen bijdrage is er geen beleidsruimte, daarnaast is het wettelijk voor gemeenten niet mogelijk om voor jeugdhulp naast deze ouderbijdrage nog een gemeentelijke eigen bijdrage aan de ouders of verzorgers van de jeugdige te vragen. Vanaf 2015 geldt dat voor iedere jeugdige – dus niet alleen de jeugdige met voormalige provinciale financiering- die (gedeeltelijk) buitenshuis verblijft, een ouderbijdrage betaald moet worden. Voor deze nieuwe doelgroepen ( AWBZ gefinancierd jeugdhulp, Zwv gefinancierde jeugdhulp en justitiële jeugdhulp en PGB gefinancierde jeugdhulp) met een lopende indicatie geldt een overgangsregeling.
2
Gemeenten krijgen nu de taak om ouders in te lichten over het feit dat ze vanaf een bepaalde datum een ouderbijdrage moeten betalen. De gemeenten dienen zelf de noodzakelijke administratieve processen op orde te krijgen. Het betreft hier (op termijn) een grote groep jeugdigen en hun ouders en naar het zich nu zich laat aanzien een behoorlijke administratieve belasting voor de gemeenten. In deze handreiking beschrijven we de stappen die de gemeente moet nemen om tot het opleggen van een ouderbijdrage te komen. De gemeenten maken eigen keuzen in hoe zij deze bepaling willen organiseren. De RIGG heeft hier – behalve voor de inrichting van de ICT infrastructuur – in principe geen bemoeienis mee. Voor 2015 heeft het DB van de GR besloten dat de Groninger gemeenten de inkomsten uit de ouderbijdrage niet hoeven af te dragen aan de RIGG.
3. Uitvoering ouderbijdrage 2.1. Bepalen ouderbijdrage De gemeente bepaalt of er al dan niet sprake is van het opleggen van een ouderbijdrage voor de bijdrage plichtige (meestal de ouders). Er is sprake van een ouderbijdrage als de jeugdige niet thuis maar elders dagdelen verblijft. Dit kan een enkel dagdeel zijn, oplopend tot de gehele week, weekenden met bijbehorende nachten. Dit houdt in, dat naast de gemeentelijke verantwoordelijkheid tot het vaststellen dat verblijf buitenshuis noodzakelijk is (beschikking / indicatie), er voortdurend aan het CAK de mutaties van dit verblijf moeten worden doorgegeven. De bijdrageplichtige betaalt zo steeds de juiste ouderbijdrage. Deze mutaties moeten aan de gemeente worden doorgegeven door de jeugdhulpaanbieders. De gemeente en ook de bijdrageplichtige moeten voortdurend alert zijn op de ‘buiten vordering plaatsen’ van de ouderbijdrage en of dat er sprake is van een uitzonderingsgrond (zie 2.2.). Het CAK zal, wanneer de bijdrageplichtige bij hen bezwaar maakt tegen de hoogte van de bijdrage vanwege het onjuiste aantal dagdelen of een beroep doet op ‘onbillijkheid van overwegende aard’, de gemeente vragen om (aanvullende) gegevens. Vandaar dat de gemeente bij het bepalen of een ouderbijdrage zoveel mogelijk vooraf (ook namens het CAK) bepaalt of de ouder al dan niet verplicht is de ouderbijdrage te betalen (zie 2.2.). Dit voorkomt nadien veel extra administratief werk en bezwaarschriften. 2.2. Buiten invordering plaatsen en uitzonderingsgronden Er is bij de gemeente enige vrijheid, waar het gaat om geheel of gedeeltelijk door de gemeente buiten invordering stellen van de ouderbijdrage bij de bijdrageplichtige. De ouderbijdrage kan buiten invordering gesteld worden, wanneer: - De ouders de jeugdige met het oog op adoptie niet meer verzorgen en opvoeden; - de ouders van het gezag over de jeugdige zijn ontheven of ontzet; - het verblijf en de verzorging in een acute noodsituatie, voor de duur van ten hoogste zes weken. Daarnaast gelden nog uitzonderinggronden vanwege de (financiële) situatie van de bijdrageplichtige. Dit heeft te maken in de Jeugdwet (artikel 8.2.3. lid 2) vastgelegde buiten toepassing laten of afwijken van de ouderbijdrage als dit leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.
3
In ieder geval hanteert het CAK de zes volgende uitzonderingsgronden1: - de bijdrageplichtige heeft bij de gemeente bezwaar gemaakt tegen het besluit tot plaatsing van de jeugdige bij een jeugdhulpaanbieder in het kader van vrijwillig verblijf; - de bijdrageplichtige is alimentatie verschuldigd; - de bijdrageplichtige ontvangt een bijstandsuitkering voor alleenstaanden zonder kinderen op grond van de Wet werk en bijstand; - de bijdrageplichtige is asielzoeker; - de bijdrageplichtige is onder TBS gesteld en ontvangt zak- en kleedgeld; - de bijdrageplichtige zit in detentie. De gronden voor het buiten invordering stellen (vast te stellen door de gemeente) en/of het hanteren van de invorderingsuitzonderingen (uiteindelijk de verantwoordelijkheid van het CAK) worden bij de vaststelling van wie bijdrage plichtig is door de gemeente zoveel mogelijk gecombineerd. 2.3. Leidraad werkwijze gemeente ouderbijdrage De bovenstaande paragraven (2.1. en 2.2.) leidt tot de volgende stappen:
Stap 1. Bepalen ouderbijdrage
2. Buiten invordering plaatsen
Inhoud Is er bij toekenning van jeugdhulp sprake van verblijf buitenshuis? Zo ja, ga naar stap 2 Is er sprake van dat: a) De ouders de jeugdige met het oog op adoptie niet meer verzorgen en opvoeden; b) de ouders van het gezag over de jeugdige zijn ontheven of ontzet; c) het verblijf en de verzorging wordt geboden in een acute noodsituatie, voor de duur van ten hoogste zes weken. Zo ja, dan geen ouderbijdrage. Anders naar stap 3
Is er sprake van dat: a) de bijdrageplichtige bezwaar heeft gemaakt bij de gemeente tegen het besluit tot plaatsing van de jeugdige bij een jeugdhulpaanbieder in het kader van vrijwillig verblijf; b) de bijdrageplichtige alimentatie verschuldigd is; c) de bijdrageplichtige een bijstandsuitkering ontvangt voor 3. Bepalen uitzonderingsgronden alleenstaanden zonder kinderen op grond van de Wet werk en bijstand; d) de bijdrageplichtige asielzoeker is; e) de bijdrageplichtige onder TBS gesteld is en zak- en kleedgeld ontvangt; f) de bijdrageplichtige in detentie zit. Zo ja, dan geen ouder bijdrage (o.a. vragen naar bewijsstukken als optie)
1
Indien bijdrage plichtige vermogen heeft gelden deze uitzonderingsgronden niet.
4
Zo nee, dan is de ouder bijdrage plichtig. Ga naar stap 4
4. Opstellen beschikking eventueel beroep bijdrageplichtige
Als de gemeente bepaalt heeft dat de ouder bijdrageplichtig is, dan moet de bijdrageplichtige een beschikking ontvangen waarin deze bepaling is opgenomen. De bijdrageplichtige kan dan tegen de bepaling van de ouderbijdrage in beroep gaan. Gedurende dit beroep betaalt de bijdrageplichtige geen ouderbijdrage. Wanneer het beroep wordt afgewezen, dan moet de ouderbijdrage met terugwerkende kracht alsnog betaald worden.
5. Gegevens invoeren CAK
De gegevens van de bijdrageplichtige en de jeugdige worden ingevoerd bij het CAK, wanneer er geen beroep (zie 4) is ingediend of het beroep is afgewezen. Zie voor de invoer van de gegevens de factsheet ouderbijdrage VNG, de onderdelen: 1. Aanlevering zorgmeldingen (werkwijze) 2. Aanlevering zorgmeldingen (inhoud)
6. Mutaties
Input mutaties komen van: 1. Aanbieders (via verwijzing, bijv. huisarts) Start zorg + aantal dagdelen (dan naar stap 1 voor bepalen ouderbijdrage + eventuele beschikking) Wijzigingen dagdelen buitenshuis Overgang andere aanbieder Einde zorg 2. Gemeente (bijv. via zorgteam / wijkteam / toegang) Start zorg + aantal dagdelen Wijzigingen dagdelen buitenshuis Einde zorg 3. Bijdrageplichtige: Wijziging situatie (zie stap 1 en 2) 4. CAK N.a.v. bezwaar bij CAK Check gegevens en situatie bijdrageplichtige Melding CAK van bevindingen, eventueel mutatie(s) doorvoeren
Bovenstaande stappen moeten verder uitgewerkt worden in de administratieve organisatie (Front en backoffice) van de gemeente en in het berichtenverkeer tussen aanbieder, gemeente en CAK. Ons informatiesysteem voor het berichtenverkeer (Suite4Jeugdzorg en BZG) van het RIGG is nog niet ingericht voor dit berichtenverkeer. Zodra landelijk duidelijk is hoe de inning van de ouderbijdrage is vormgegeven, dan richten we onze informatiesystemen daarop in. 2.4. Bezwaar Omdat een bijdrageplichtige bezwaar moet kunnen aantekenen tegen een besluit tot een vrijwillig verblijf buiten het gezin en daarmee tot het betalen van een ouderbijdrage, moet voor besluiten tot verblijf buiten een gezin een beschikking worden gemaakt. In die beschikking moet dan ook een tekst over de ouderbijdrage opgenomen worden. Zolang het bezwaar loopt, hoeft er geen eigen bijdrage betaald te worden.
5
2.5. Overgangsregeling 2015 Beschikbaarheid van gegevens onderhoudsplichtigen Het CAK krijgt de actuele gegevens over van het LBIO over 2014. De gemeente hoeft de bestaande bijdrageplichtigen niet zelf op te voeren bij het CAK. Dit doet het CAK zelf. De gemeente ontvangt een overzicht van alle bestaande bijdrageplichtigen. Dit overzicht ontvangt de gemeente in Porta (= berichten interface tussen gemeenten en CAK). CAK is nog bezig met deze inrichting. De inrichting zal in ieder geval klaar zijn voor februari 2015. Vanaf die datum ontvangen de bijdrageplichtigen de eerste factuur van het CAK in plaats van de Sociale Verzekeringsbank. Overgangsrecht voor nieuwe onderhoudsplichtigen Bijdrageplichtigen die al een ouderbijdrage betaalden (nl. voor jeugdigen die provinciaal gefinancierde jeugdhulp ontvingen), blijven dit doen. Er komen twee nieuwe doelgroepen bij die in 2014 wel verblijf buiten het gezin hadden, maar die daar onder de voormalige wet- en regelgeving niet een ouderbijdrage hoefden te betalen, nl. jeugdigen die jeugdhulp ontvingen via de AWBZ en jeugdigen die jeugdhulp ontvingen via de Ziektekosten verzekering. Daarnaast moet voor jeugdigen die in een justitionele inrichting verblijven ook een ouderbijdrage betaald worden. Voor de bijdrageplichtigen van deze jeugdigen geldt, dat zij pas ouderbijdrage hoeven te betalen nadat hun huidige ‘indicatie’ afloopt of als dit na 1-1-16 is, vanaf die datum. De wijze van financieren (in PGB of in natura) is niet relevant voor de ouderbijdrage. Deze zal door de bijdrageplichtige betaald moeten worden.
4. Fasering ouderbijdrage jeugdwet 2015 De gemeenten staan nu voor de taak om in de loop van 2015 alle jeugdigen, waarvan de ouders mogelijk een ouderbijdrage moeten betalen in kaart te brengen en te bepalen of zij een ouderbijdrage opgelegd krijgen. Gezien de landelijke onduidelijkheid over de ouderbijdrage en de nog in ontwikkeling zijnde informatiesystemen komen we tot de volgende fasering voor de Groninger gemeenten:
FASE
1. Opleggen ouderbijdrage nieuwe aanvragen jeugdhulp (vanaf januari 2015)
Inhoud en resultaat Het is verstandig om bij nieuwe jeugdhulp aanvragen, waarbij een vorm van verblijf noodzakelijk is, direct aan de ouders kenbaar te maken dat een ouderbijdrage opgelegd kan worden (zie voor de bepaling van de ouderbijdrage 2.3.). De gegevens van de jeugdige en de bijdrageplichtige worden in de CAK module van de gemeente ingevoerd. Deze bijdrageplichtige moet een beschikking van de gemeente krijgen, waarop door de bijdrageplichtige bezwaar kan worden gemaakt. De gemeente houdt in eerste instantie handmatig een lijst bij (bijv. Excel bestand) van jeugdigen en bijdrageplichtigen bij en de aanbieder die de jeugdhulp biedt. Mutaties moeten door de aanbieder doorgegeven worden aan de gemeente, zodat de gemeente deze mutatie kan invoeren in de CAK module. Resultaat:
Geen achterstand in het opleggen van ouderbijdrage Inkomsten ouderbijdrage voor gemeenten
6
2. Implementeren ouderbijdrage (tijd nader te bepalen)
Bij definitieve vaststelling van inning en regeling ouderbijdrage CAK en de landelijke vaststelling over de werkbaarheid van deze inning: Klaarmaken van onze Suit4Jeugdzorg aan gegevens uitwisseling ouderbijdrage aanbieder en gemeente. Voor gemeenten: idem bovenstaande voor jeugdigen en bijdrageplichtigen met een PGB financiering met verblijf buitenshuis. Resultaat:
3. Invoeren jeugdigen en bijdrageplichtigen met overgangsrecht (vanaf midden 2015)
Systemen zijn in staat om de gegevensuitwisseling ouderbijdrage te ondersteunen. Aanbieders kunnen de noodzakelijke gegevens ouderbijdrage aanleveren en weten hoe ze dit doen moeten
Aanbieders kunnen in de systemen jeugdigen en bijdrageplichtigen invoeren, die jeugdhulp buitenshuis ontvangen. De gemeenten kunnen vervolgens de bijdrageplichtigen benaderen voor het al dan niet opleggen van een ouderbijdrage. De wijze waarop is aan de gemeente. Belangrijk daarbij is vanaf welk moment deze ouderbijdrage ingaat. Resultaat:
Aan het eind van 2015 weten alle bijdrageplichtigen van de gemeente of ze een ouderbijdrage moeten betalen. Bijdrageplichtigen, die voldoen aan de criteria betalen vanaf 1/1/2016 ouderbijdrage.
5. To do list gemeenten en RIGG Gemeente
RIGG
Inwoners informeren over de ouderbijdrage (website gemeente, folder)
Informeren aanbieders met verblijf over de ouderbijdrage
Beschikking afgeven als er sprake is van een ouderbijdrage. In de beschikking moet de ouderbijdrage genoemd zijn.
ICT infrastructuur aanpassen aan de ouderbijdrage
Planning van gesprekken / benadering van ouders die waarschijnlijk in 2015 bijdrageplichtig worden (verwacht aantal, bericht sturen)
Instructie gemeenten en aanbieder m.b.t. automatische invoer ouderbijdrage
Aanvullend beleid over de ouderbijdrage, eventueel: onderzoek effecten ouderbijdrage op vraag naar jeugdhulp of stijging zorgmijding
Informatie op website RIGG: Laatste landelijke ontwikkelingen
7
Bijlage factsheet VNG
8
9
10
11