Handleiding Meerderjarigenbewind Bewindsbureau Rechtbank Maastricht versie 2009
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
Inhoud (in de digitale versie is elke regel een snelkoppeling naar het onderwerp)
VOORWOORD
4
1. WAT IS BEWIND
5
1.1 1.2 1.3 1.4
bewind over de goederen van een meerderjarige het verschil met mentorschap en curatele de plaats in de wet instelling van het bewind
2. DE PERSONEN BIJ BEWIND 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
de onderbewindgestelde (de rechthebbende) de bewindvoerder professionele bewindvoerders de kantonrechter het Bewindsbureau en zittingen en horen van betrokkene(n)
3. WAT VALT ONDER BEWIND? 3.1 3.2. 3.3
wat het bewind omvat wat zijn goederen? bewind en gezamenlijk eigendom
4. START VAN HET BEWIND 5. MEDEDELINGEN AAN DE KANTONRECHTER 5.1 5.2 5.3
verhuizing of adreswijziging overlijden van de onderbewindgestelde onderbewindgestelde is niet meer in staat zelf keuzes te maken
6. GEVOLGEN VAN HET BEWIND VOOR DE ONDERBEWINDGESTELDE 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
beheer en beschikken over goederen - het verschil toestemming bewindvoerder toestemming onderbewindgestelde geen hoogstpersoonlijke rechtshandelingen door de bewindvoerder de onderbewindgestelde houdt zich niet aan het bewind - derdenbescherming samenwerking onderbewindgestelde en bewindvoerder onroerende zaken - directe inschrijving in het kadaster
7. BEWINDVOERDER: WAT WORDT DAARVAN VERWACHT? 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
de taak van de bewindvoerder beschrijving van de onder bewind staande goederen: boedelbeschrijving formulier boedelbeschrijving de verplichte bewindsbankrekening - verbod van vermenging inschrijving bewind in het kadaster optreden namens de onderbewind gestelde: wettelijke vertegenwoordiger beleggen van het vermogen beleggen van vrijgekomen geld, vruchten of andere opbrengsten
5 5 5 5 6 6 6 6 7 7 8 8 8 8 9 10 10 10 10 11 11 11 11 11 12 12 12 13 13 13 13 13 14 14 14 15
2
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
8. BEWINDVOERDER: IN VEEL GEVALLEN IS VOORAF TOESTEMMING OF MACHTIGING VAN DE KANTONRECHTER VERPLICHT 16 8.1 8.2 8.3. 8.4. 8.5.
wel of geen machtiging, onderbewindgestelde kan zelf toestemming geven als de onderbewindgestelde geen toestemming kan of wil geven uitgaven boven € 1.000,-- : altijd en in alle gevallen machtiging vereist geen machtiging nodig over te leggen stukken bij machtigingsverzoek
9. BEWINDVOERDER: SCHENKINGEN 9.1 9.2
algemene aanwijzing: voor schenkingen altijd vooraf machtiging vragen de bewijsbare schenkingstraditie
10. BEWINDVOERDER: DE JAARLIJKSE REKENING EN VERANTWOORDING 10.1 10.2 10.3 10.4
de jaarlijkse rekening en verantwoording de eindrekening en verantwoording de inhoud van de rekening en verantwoording formulier rekening en verantwoording
16 16 16 16 17 18 18 18 19 19 19 20 20
11. KOSTEN VAN DE BEWINDVOERING EN BELONING BEWINDVOERDER
21
12. AANVRAAG VOORZIENINGEN EN FISCALE ZAKEN
22
13. BEWIND EN BUITENWETTELIJKE OF WETTELIJKE SCHULDSANERING
23
14. WIJZIGING VAN BEWINDVOERDER
24
15. DE ONDERBEWINDGESTELDE KRIJGT RECHT OP EEN ERFENIS
25
16. EINDE TAAK BEWINDVOERDER
26
17. EINDE BEWIND
27
18. KLACHTEN OVER DE BEWINDVOERDER EN DE GEVOLGEN VAN SLECHT BEWINDVOERDERSCHAP
28
18.1 18.2
klachten over de bewindvoerder de gevolgen van slecht bewindvoerderschap
28 28
19. ALGEMENE INFORMATIE OVER BEWIND, MENTORSCHAP EN CURATELE
29
20. HET BEWINDSBUREAU, ZITTINGEN, CORRESPONDENTIE, MAIL, TELEFONISCH SPREEKUUR EN CENTRAAL TELEFOONNUMMER
30
21. INWERKINGTREDING
31
BIJLAGEN
32
1. boedelbeschrijvingsformulier 2. rekening- en verantwoordingsformulier 3. digitale versies van de formulieren - digitaal inleveren
32 32 32
3
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
Voorwoord Bewind is zorg. Zorg voor hen die niet in staat zijn zich volwaardig in de maatschappij te handhaven. Mensen met beperkingen of mensen voor wie het lot niet gunstig gezind was. De bewindvoerder hoort hun belangen alsof het zijn eigen belang is te behartigen. Door maatschappelijke ontwikkelingen en verandering in het zorgstelsel is het belang van bewind sterk toegenomen. Was het oorspronkelijk een familieaangelegenheid, nu is bewindvoering voor een deel geprofessionaliseerd. Die ontwikkeling zal alleen maar doorzetten. Bewindvoering is ook ingewikkelder geworden. Zorginstellingen willen de relatie met hun cliënten formaliseren. Het persoonsgebonden budget heeft zijn intrede gedaan en vereist controleerbaar beheer. Daarnaast maakt het schuldsaneringsbewind een onstuitbare opmars. Om de bewindvoerder een handvat te bieden bij de uitvoering van zijn of haar taak, heeft de rechtbank al in 2003 een handleiding ontwikkeld, toen nog “richtlijnen”. Het werd hoog tijd die te actualiseren. Deze handleiding is geen leerboek en evenmin komen alle denkbare vragen of situaties aan de orde. Het is het resultaat van jarenlange praktische ervaring van het Bewindsbureau, waardoor de meest voorkomende problemen en knelpunten beschreven zijn. Op sommige onderdelen is deze handleiding ook richtlijn: er wordt aangegeven op welke wijze de kantonrechters wettelijke verplichtingen nageleefd willen zien. Op enkele plaatsen is de handleiding een algemene aanwijzing waartoe de kantonrechter krachtens de wet bevoegd is. Uiteraard geeft het Bewindsbureau graag steun bij problemen bij bewindvoering. Toch wordt ervan uitgegaan dat u eerst zoveel mogelijk probeert aan de hand van deze handleiding en de informatie die u op internet kunt vinden, er zelf uit te komen. versie 1.02 - mr. dr. J.J. Groen - juli 2009
4
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
1. Wat is bewind 1.1
bewind over de goederen van een meerderjarige
Bewind houdt in dat het beheer van iemands geld en eigendommen niet meer alleen door hem of haar gebeurt. De kantonrechter benoemt een familielid of iemand anders om het beheer over te nemen. Het gaat om mensen die niet in staat zijn om hun financiële zaken zelf te regelen.
1.2
het verschil met mentorschap en curatele
Het bewind beperkt alleen het beheer over de goederen en financiële zaken van de onderbewindgestelde, niet zijn of haar overige rechten. Mentorschap betreft behartiging van de persoonlijke, niet-materiële belangen van mensen, zoals medische zaken, verpleging, verzorging of begeleiding van een persoon. Curatele is het meest vergaand, het is eigenlijk de combinatie van bewind en mentorschap. Iemand die onder curatele is gesteld, verliest anders dan bij bewind en mentorschap zijn handelingsbekwaamheid en mag dus geen enkele rechtshandeling meer zelfstandig verrichten. De rechtbank spreekt curatele met terughoudendheid uit. Als de rechter vindt dat curatele te zwaar is, kan hij ambtshalve een bewind instellen.
1.3
de plaats in de wet
De regeling van het bewind is te vinden in het Burgerlijk Wetboek, boek 1, artikelen 431 tot en met 449. U kunt de artikelen opzoeken bij wetten.overheid.nl
1.4
instelling van het bewind
De kantonrechter van de woonplaats van de onder bewind te stellen persoon is bevoegd om bewind uit te spreken. U kunt op www.rechtspraak.nl via de landkaart nagaan welke kantonrechter dat is, of dit vragen bij iedere Nederlandse rechtbank. U kunt ook via www.rechtspraak.nl een formulier downloaden dat moet worden gebruikt om bewind aan te vragen. Dit formulier kunt u ook bij de griffie van de rechtbank vragen. Bij de rechtbank is ook een informatieset over bewind, mentorschap en curatele te krijgen. Na het indienen van het verzoek om een bewind in te stellen, zal de kantonrechter in de regel de verzoeker(s) en degene ten aanzien van wie een bewind moet worden ingesteld in het rechtbankgebouw horen. Is deze laatste niet in staat om naar de rechtbank te komen, dan kan de kantonrechter betrokkene op zijn verblijfplaats horen. In dit geval kan ook volstaan worden met een verklaring van een arts of psychiater waaruit blijkt dat de betrokkene niet in staat is om gehoord te worden en in de toestand verkeert dat deze op medische of psychiatrische gronden de eigen materiële belangen niet kan behartigen.
5
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
2. De personen bij bewind 2.1
de onderbewindgestelde (de rechthebbende)
De hoofdpersoon bij bewind is hij of zij van wie de goederen onder bewind worden gesteld. In de wet wordt die persoon de “rechthebbende” genoemd. De rechthebbende is de bezitter/eigenaar van de dingen die onder bewind worden gesteld. Die dingen zijn bijvoorbeeld het spaargeld, het huis, het loon, de auto, de computer, de uitkering, een erfenis, de mobiele telefoon, alle meubels enz. In deze handleiding wordt de “rechthebbende” verder “de onderbewindgestelde” genoemd omdat dit woord in de praktijk meer bekend is. Voor de eenvoud wordt in deze handleiding ook altijd over "hij" gesproken, waar dit evengoed "zij" kan zijn. Het is heel belangrijk om te weten dat de onderbewindgestelde juridisch tot nagenoeg alles bevoegd blijft. Hij blijft, zo als dat juridisch heet, handelingsbekwaam. Dat komt omdat niet de persoon, maar alleen zijn bezittingen, zijn geld en zijn spullen, onder bewind worden gesteld. De onderbewindgestelde mag, behalve wat bewind hem verbiedt, juridisch alles blijven doen. Zo kan hij bijvoorbeeld een testament maken als hij goed kan overzien wat dit betekent. De grootste beperking die door bewind in het leven wordt geroepen, is dat iemand niet meer zonder medewerking van de bewindvoerder over zijn eigen dingen die onder het bewind vallen kan beschikken. Hij kan zijn spullen of geld niet zonder dat de bewindvoerder dit goed vindt, verkopen of weggeven. Alles wat onder het bewind valt, wordt beheerd door de bewindvoerder. Deze moet er voor zorgen zoals hij voor zijn eigen goederen en geld zorgt. De bewindvoerder mag in het algemeen alles wat onder het bewind valt niet verkopen of weggeven.
2.2
de bewindvoerder
De bewindvoerder is de persoon die het beheer (de zorg) over de bezittingen van de onderbewindgestelde tijdelijk of blijvend van de onderbewindgestelde overneemt. Dat kan het hele vermogen zijn, maar ook een gedeelte daarvan. Het beheren houdt in dat de bewindvoerder vanaf de onderbewindstelling verantwoordelijk is voor alle eigendommen, de goederen, van de onderbewindgestelde, maar ook voor vorderingen en schulden. Hij moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat rekeningen op tijd betaald worden, de belastingaangifte doen en (bijzondere) bijstand, huurtoeslag of een persoonsgebonden budget (PGB) aanvragen. Aan de bewindvoerder moet voor alle financiële zaken toestemming worden gevraagd. De bewindvoerder neemt hier dan beslissingen over, zo veel mogelijk in samenspraak met de onderbewindgestelde. Als het écht nodig is, kan de kantonrechter ook twee of meer bewindvoerders benoemen. Heeft een onderbewindgestelde twee of meer bewindvoerders, dan mag ieder van hen alle werk doen dat met bewind te maken heeft, tenzij de kantonrechter daarover bij het uitspreken van het bewind iets anders heeft gezegd. Formulieren die de bewindvoerders bij het bewindsbureau moeten inleveren of aanvragen voor toestemming, moeten wel altijd door alle bewindvoerders worden ondertekend. Uitgangspunt bij de benoeming is altijd de uitdrukkelijke voorkeur van degene voor wie de onderbewindstelling is bedoeld. De rechter kan alleen bij zwaarwegende redenen iemand anders dan de voorgestelde persoon benoemen.
2.3
professionele bewindvoerders
Hoewel de wet hierover niets zegt, zijn er niet-professionele en professionele bewindvoerders. De niet-professionele bewindvoerders, de grootste groep, zijn over het algemeen de echtgeno(o)t(e), 6
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
partner, familieleden of vertrouwenspersonen van de onderbewindgestelde, in ieder geval mensen die bewindvoering niet als beroep hebben. Professionele bewindvoerders zijn mensen die bewindvoering tegen loon op commerciële basis als hoofdberoep uitoefenen, meestal in de vorm van een bewindvoerderskantoor. De meeste professionele bewindvoerders houden zich vooral met schuldsaneringen bezig. De professionele bewindvoerders, vallen in twee groepen uiteen: zij die wel en zij die niet bij de BPBI (Branchevereniging voor Professionele Bewindvoerders en Inkomensbeheerders) zijn aangesloten. Wanneer een professionele bewindvoerder moet worden benoemd en er geen kandidaat is voorgedragen, geeft de kantonrechter de voorkeur aan een bij de BPBI aangesloten bewindvoerder (zie voor informatie: www.bpbi.nl).
2.4
de kantonrechter
Een verzoek tot onderbewindstelling moet worden gedaan bij de kantonrechter, onder 1.4. van deze handleiding staat welke. De kantonrechter moet erop toezien dat de bewindvoerder goed en eerlijk met het geld en zaken van de onderbewindgestelde omgaat. Hij moet daarom precies weten wat de onderbewindgestelde aan het begin van het bewind bezit. Hij wil daarna jaarlijks van de bewindvoerder weten wat hij gedaan heeft en of die goed voor de dingen en het geld van de onderbewindgestelde gezorgd heeft. Bovendien moet de bewindvoerder - als de onderbewindgestelde dat niet kan - eerst aan de kantonrechter toestemming vragen om bepaalde handelingen te kunnen verrichten. U vindt daarover meer in onderdeel 8 van deze handleiding.
2.5
het Bewindsbureau en zittingen en horen van betrokkene(n)
Het bewindsbureau is een onderdeel van de sector kanton van de rechtbank Maastricht en is gevestigd in de rechtbank te Maastricht. De sector kanton heeft uit drie locaties: Heerlen, Maastricht en Sittard-Geleen. Bij het bewindsbureau zijn alle zaken voor de drie locaties die betrekking hebben op bewind, curatele en mentorschap gecentraliseerd. Het bewindsbureau zorgt voor de administratie, de planning van zittingen en de informatievoorziening. Dit ter ondersteuning van de kantonrechters, die uiteindelijk beslissen over verzoeken en die toezicht houden op bewind, curatele en mentorschap. Alle zittingen en het horen van betrokkene(n) in bewindszaken door de kantonrechter vinden plaats in het gebouw van de Rechtbank Maastricht, gelegen aan het Sint Annadal 1 te Maastricht. De zittingsdag is woensdag. Als de rechthebbende niet in staat is naar de rechtbank te komen, komt de kantonrechter naar hem of haar toe, om zijn of haar mening te horen. Het Bewindsbureau heeft elke werkdag telefonisch spreekuur van 09:00 tot 12:00 uur Het telefoonnummer van het Bewindsbureau is 043-3465254. U kunt uitsluitend dit nummer gebruiken. Buiten deze uren is het Bewindsbureau telefonisch niet bereikbaar. Voor de manieren waarop u contact kunt opnemen met het Bewindsbureau wordt verwezen naar onderdeel 20 van deze handleiding.
7
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
3. Wat valt onder bewind? 3.1
wat het bewind omvat
In de beslissing van de kantonrechter staat wat er onder het bewind valt. Vaak zal dat alles zijn: ‘alle tegenwoordige en toekomstige goederen’. Daaronder valt ook geld en alles waar de onderbewindgestelde recht op gaat krijgen, zoals bijvoorbeeld loon, uitkeringen, een erfenis. Onder het bewind valt ook altijd alles wat in de plaats komt van een onder bewind gesteld goed: de koelkast die van spaargeld wordt gekocht, of de opbrengst van het verkochte huis.
3.2.
wat zijn goederen?
Met goederen wordt vooral bedoeld geld, bankrekeningen, loon, pensioen, uitkering, maar ook het meubilair, de auto, computer, tv, video, sieraden, een huis, grond, effecten, vorderingen en schulden. Ook de opbrengsten (vruchten) van de onderbewindgestelde goederen, zoals rente, dividenden, huur, provisies, koerswinsten van aandelen en zelfs de prijs op een lot, maar ook opbrengsten van landbouwgrond, vallen automatisch onder het bewind.
3.3
bewind en gezamenlijk eigendom
Wanneer het bewind is ingesteld over alle (huidige en toekomstige) goederen die aan de onderbewindgestelde toebehoren of zullen gaan toebehoren, dan valt daaronder ook het aandeel in de mogelijk bestaande goederengemeenschap uit het huwelijk of het geregistreerde partnerschap. Vaak zal er in die gevallen een gemeenschappelijke bankrekening zijn en valt niet duidelijk uit te maken wie van beide echtgenoten, dan wel partners, welk goed heeft ingebracht. Het is dan lastig te bepalen welke goederen onder het bewind vallen. Die onduidelijkheid is ook hinderlijk voor de andere echtgenoot of partner die geen bescherming nodig heeft. Zo kan door instellen van bewind de gewone betaalrekening worden geblokkeerd. In deze gevallen kan de kantonrechter worden gevraagd de omvang van het bewind tot bepaalde goederen of grotere vermogensbestanddelen te beperken, zoals een huis, spaarrekening of de beleggingen. De kantonrechter kan ook aanwijzingen geven om problemen die hieruit voortvloeien, te voorkomen. Wanneer zich na het instellen van bewind problemen voordoen over de omvang of de werking van het bewind, kan zowel de bewindvoerder als een belanghebbende aan de kantonrechter vragen het bewind uit te breiden of te beperken. Nog complexer wordt het wanneer partijen niet geregeld hebben hoe zij samenleven. Wanneer er een samenlevingsovereenkomst is, kan die misschien duidelijkheid scheppen. Wanneer dit niet het geval is, kunnen er allerlei onvoorziene problemen ontstaan. In het algemeen is het dan verstandig om vóór het verzoeken van instelling van bewind deze vorm van samenleving te laten omzetten in een van de wettelijk geregelde vormen. Een andere oplossing is goed te omschrijven welke zaken van wie zijn. Buitengewoon complex is de situatie waarin een vermogensbestanddeel in een (huwelijks-) gemeenschap valt, maar uitsluitend op de naam van één van de deelgenoten verworven is. In dat geval blijft deze deelgenoot geheel bevoegd om over dit goed te beschikken, tenzij er sprake is van wettelijke beperkingen, zoals in het geval van echtelijke woning (1:88 BW). Als zo’n goed al onder het bewind zou vallen, is in dit speciale geval geen voorafgaande machtiging nodig. U raadpleegt hierover het best eerst een terzake deskundige zoals een notaris of advocaat.
8
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
4. Start van het bewind De onderbewindstelling van een goed of goederen gaat in op de dag nadat de griffier de beschikking (= de beslissing) van de kantonrechter heeft afgegeven of verzonden, tenzij de kantonrechter een andere datum heeft bepaald. In de meeste gevallen wordt de beschikking per post toegestuurd aan de onderbewindgestelde, de bewindvoerder en andere belanghebbenden. Het begin van het bewind is alleen anders wanneer de kantonrechter een ander tijdstip bepaalt. Dan gaat het bewind in op de in de beschikking genoemde dag. Dit kan als bij een minderjarige gevraagd wordt het bewind vanaf de dag dat deze 18 jaar wordt in te stellen. Op de dag dat het bewind van start gaat, begint ook de taak van de bewindvoerder.
9
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
5. Mededelingen aan de kantonrechter 5.1
verhuizing of adreswijziging
Verhuizing of adreswijziging van de onderbewindgestelde en/of de bewindvoerder moet zo snel mogelijk aan het bewindsbureau worden doorgegeven! Wanneer de onderbewindgestelde of de bewindvoerder verhuist naar een adres buiten het rechtsgebied van de Rechtbank Maastricht, kan dat aanleiding zijn om het dossier over te dragen aan een andere rechtbank. Dat maakt alleen al belangrijk dat een verhuizing zo snel mogelijk wordt doorgegeven aan het bewindsbureau. Ook als de nieuwe woonplaats binnen het rechtsgebied van de Rechtbank Maastricht ligt, is het van belang dat de kantonrechter beschikt over de juiste adresgegevens.
5.2
overlijden van de onderbewindgestelde
Door overlijden van de onderbewindgestelde eindigt het bewind. Het hoort in beginsel niet tot de taak van de bewindvoerder om de begrafenis te regelen, het huis te ontruimen en een eventuele erfenis te verdelen: dat moeten de nabestaanden / erfgenamen doen. Er kunnen omstandigheden zijn, bijvoorbeeld het ontbreken van partner of familieleden, waardoor de bewindvoerder genoodzaakt is voor de begrafenis te zorgen. In die gevallen kan hij op basis van de wet wel als zaakwaarnemer optreden. De bewindvoerder moet de kantonrechter zo snel mogelijk op de hoogte stellen van het overlijden van de onderbewindgestelde. De bewindvoerder maakt een eindrekening op en moet verantwoording over zijn beheer aan de erfgenamen afleggen. Is er een executeur(-testamentair) benoemd die belast is met het beheer over de nalatenschap, dan wordt de eindrekening en verantwoording aan deze persoon afgelegd. Verantwoording gebeurt door de eindrekening voor te leggen aan de erfgenamen of aan de executeur(-testamentair) en door deze(n) voor akkoord te laten tekenen. De voor akkoord getekende eindrekening moet aan de kantonrechter worden gezonden.
5.3
onderbewindgestelde is niet meer in staat zelf keuzes te maken
De situatie kan zich voordoen dat de onderbewindgestelde op het moment van de onderbewindstelling in staat werd geacht zelf keuzes te kunnen maken, maar de bewindvoerder na verloop van tijd redenen heeft daaraan te twijfelen. Het is dan in ieders belang dat hij de kantonrechter daarvan direct op de hoogte stelt. Onder deze omstandigheden is het raadzaam dat de bewindvoerder voor handelingen die hij niet zonder toestemming van de rechthebbende mag verrichten, veiligheidshalve machtiging aan de kantonrechter vraagt (zie onderdeel 8).
10
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
6. Gevolgen van het bewind voor de onderbewindgestelde 6.1
beheer en beschikken over goederen - het verschil
Het belangrijkste gevolg van het bewind is dat de onderbewindgestelde de onder bewind gestelde goederen niet meer zelf mag beheren en hij mag er ook niet meer zelfstandig over beschikken. Met “beheren” wordt bedoeld: het als goed bewindvoerder zorgen voor de instandhouding van de goederen die onder bewind zijn gesteld, de normale exploitatie daarvan alsmede het voeren van de administratie daarover. De bewindvoerder moet bijvoorbeeld zorgen dat geld goed wordt belegd, rente op tijd wordt bijgeschreven en een huis zonodig wordt geschilderd, de auto op tijd een onderhoudsbeurt krijgt. Hij is er ook verantwoordelijk voor dat de inkomsten van degene voor wie de maatregel geldt, worden gebruikt voor zijn verzorging. Daarnaast regelt de bewindvoerder de financiën. Hieronder valt bijvoorbeeld belastingaangifte doen, maar ook het aanvragen van (bijzondere) bijstand, huurtoeslag of een persoonsgebonden budget (PGB). De bewindvoerder moet ook de administratie voeren over alle goederen die onder bewind staan. De bewindvoerder controleert of de inkomsten van de onderbewindgestelde ook werkelijk worden ontvangen, zorgt voor het doen van de gewone dagelijkse uitgaven en is verantwoordelijk voor de administratie van de inkomsten en uitgaven. “Beschikken” is het verkopen, vervreemden (is een ruimer begrip dan verkopen; het wisselen van eigenaar) of bezwaren van één of meer goederen die onder bewind zijn gesteld. Bijvoorbeeld een huis verkopen en in eigendom overdragen (vervreemden) of daarop een hypotheek vestigen (bezwaren). Door beschikkingshandelingen verandert het onderbewindgestelde vermogen, iets wat de wetgever ter bescherming van de rechthebbende vooraf wil laten controleren door de rechter.
6.2
toestemming bewindvoerder
Wanneer de bewindvoerder over goederen wil beschikken, dan heeft hij de medewerking van de rechthebbende nodig, zie hierna onder 6.3. Als de onderbewindgestelde toestemming weigert of door zijn toestand of ziekte niet in staat is toestemming te geven, moet de bewindvoerder vervangende machtiging van de kantonrechter hebben, vóórdat hij over een goed kan beschikken. Dit geldt bijvoorbeeld ook als de bewindvoerder een lening wil sluiten of in een proces of een geschil een regeling wil treffen met een schuldeiser of de andere partij. Wil of kan de onderbewindgestelde geen toestemming geven, dan kan de bewindvoerder dit aan de kantonrechter vragen.
6.3
toestemming onderbewindgestelde
Wanneer de onderbewindgestelde over zijn goederen wil beschikken, bijvoorbeeld om iets te verkopen, dan moet hij toestemming hebben van de bewindvoerder. Geeft de bewindvoerder deze niet, dan kan de kantonrechter beslissen om vervangende toestemming te geven.
6.4
geen hoogstpersoonlijke rechtshandelingen door de bewindvoerder
De bewindvoerder mag geen hoogstpersoonlijke rechtshandelingen verrichten voor de onderbewindgestelde. Voorbeelden daarvan zijn het maken van een testament, een kind erkennen, een schriftelijke wilsverklaring afgegeven waarbij de toestemming voor medische handelingen wordt geweigerd. 11
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
6.5
de onderbewindgestelde houdt zich niet aan het bewind derdenbescherming
Het feit dat de onderbewindgestelde niet meer zelf mag beheren en beschikken, wil nog niet zeggen dat hij ook juridisch niets meer kan doen, integendeel. In beginsel kan de onderbewindgestelde geldig alle rechtshandelingen verrichten. Anders dan bij curatele, wordt bewind niet in een centraal openbaar register ingeschreven, zodat anderen (derden) niet kunnen weten dat er een bewind bestaat. Doorgaans zullen derden dan ook niet kunnen weten dat er sprake is van een bewind. Als de onderbewindgestelde iets zonder medeweten van de bewindvoerder koopt, dan kan de verkoper daarom de bewindvoerder wel om betaling vragen, oftewel de koopsom verhalen op de onder bewind gestelde goederen. Dit heeft te maken met wat juridisch “derdenbescherming” heet. Alleen wanneer de ander wist of moest weten dat er een bewind was, gaat dit niet op. Wanneer een onderbewindgestelde bijvoorbeeld ongeremd koopt bij bepaalde postorderbedrijven, telefoonaanbieders of allerlei dingen per telefoon bestelt of aan dure telefoon- of tv-spelletjes meedoet, kan de bewindvoerder die bedrijven het best een aangetekende brief met een kopie van de rechterlijke beslissing sturen en meedelen dat wanneer de onderbewindgestelde weer iets bestelt, koopt of aan spelletjes meedoet, dat niet rechtsgeldig is en moet worden teruggedraaid.
6.6
samenwerking onderbewindgestelde en bewindvoerder
De onderbewindgestelde moet goed met de bewindvoerder samenwerken. Alle afspraken over het doen van uitgaven en afdragen van inkomsten moeten nagekomen worden. De bewindvoerder beheert het geld van de onderbewindgestelde, maar kan nooit méér uitgeven dan er binnenkomt. Daardoor kan het leefgeld voor de onderbewindgestelde soms heel krap zijn. Ook kan gebeuren dat de bewindvoerder dingen die de onderbewindgestelde graag zou willen kopen of doen, niet kan toestaan. Deze problemen moeten dan samen opgelost worden. Als er echt geen oplossing kan worden gevonden, kan de kwestie aan de kantonrechter worden voorgelegd, zie ook onderdeel 18.
6.7
onroerende zaken - directe inschrijving in het kadaster
Wanneer onder het bewind goederen vallen die in een openbaar register, zoals vooral het Kadaster, zijn opgenomen, moet de uitspraak tot instelling (of opheffing) van het bewind in dat register worden aangetekend, zie hierna onder onderdeel 7.5.
12
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
7. Bewindvoerder: wat wordt daarvan verwacht? 7.1
de taak van de bewindvoerder
Tot de taak van de bewindvoerder hoort het administreren en beheren van de onder bewind gestelde goederen. Wanneer de onderbewindgestelde nog geen bank- of girorekening heeft, moet de bewindvoerder zo’n rekening openen met vermelding van de bewindvoerder. Alle ontvangsten en betalingen in het bewind moeten via die rekening lopen. Heeft de onderbewindgestelde reeds een of meer rekeningen, dan moet de bewindvoerder ervoor zorgen dat de bank in kennis wordt gesteld van zijn benoeming en dat de tenaamstelling van de rekening wordt aangepast. Ook dient de bewindvoerder te regelen naar wie de bankafschriften worden gestuurd. Verder is de bewindvoerder verplicht binnen één maand na zijn benoeming een boedelbeschrijving op te maken van de aan het bewind onderworpen goederen en die in te leveren bij de kantonrechter van de woonplaats van de onderbewindgestelde. Voor professionele bewindvoerders kan een andere termijn gelden. De bewindvoerder kan de kantonrechter wel vragen de termijn te verlengen. Voorts dient de bewindvoerder te zorgen voor een doelmatige belegging van het vermogen van de onderbewindgestelde. Ten slotte is het de taak van de bewindvoerder om de onderbewindgestelde in en buiten rechte te vertegenwoordigen waar het gaat om goederen die onder het bewind vallen.
7.2 beschrijving van de onder bewind staande goederen: boedelbeschrijving De kantonrechter moet erop letten dat de bewindvoerder goed met het geld en de zaken van de onderbewindgestelde omgaat. Dit kan hij alleen als hij weet wat de onderbewindgestelde bezit. Daarom moet de bewindvoerder direct aan het begin van het bewind, binnen één maand na aanvang, een formulier inleveren waarop alle eigendommen van de onderbewindgestelde heel precies omschreven moeten zijn. Dit formulier heet de boedelbeschrijving. Het wordt naar de bewindvoerder toegestuurd.
7.3
formulier boedelbeschrijving
De boedelbeschrijving geschiedt volgens het door de rechtbank ter beschikking gestelde formulier. Niet goed of onvolledig ingevulde formulieren worden teruggestuurd. Doet u dat niet of niet op tijd, dan voert u uw taak als bewindvoerder niet goed uit en kan de kantonrechter direct maatregelen nemen. U kunt dan als bewindvoerder worden ontslagen, zie onderdeel 18 van deze handleiding.
7.4
de verplichte bewindsbankrekening - verbod van vermenging
De bewindvoerder is ingevolge de wet verplicht om direct bij het begin van het bewind een bankrekening te openen waarop het betalingsverkeer van de onderbewindgestelde plaats gaat vinden. Die rekening moet op naam van de onderbewindgestelde staan, maar uit de tenaamstelling moet ook blijken dat er sprake is van bewind. De banken weten hoe zij dit moeten doen. Het verdient aanbeveling om de bestaande rekening(en) van de rechthebbende op te heffen of in overleg met de bank te veranderen in een bewindsrekening. De rechtbank verbiedt ten strengste het vermengen van geld of vermogen dan wel goederen van de onderbewindgestelde met die van de bewindvoerder. Zodra de rechtbank vaststelt dat dit het geval is, kan de bewindvoerder direct worden ontslagen. De rechtbank behoudt zich het recht op ontslag ook voor in de situatie dat de bewindvoerder niet binnen de door de wet gestelde termijn een aparte bankrekening heeft geopend en dat naar genoegen van de rechtbank kan aantonen. 13
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
U moet alle bankafschriften met bijlagen van deze rekening(en) van ieder jaar bewaren en desgevraagd aan de kantonrechter kunnen toesturen om indien nodig uit te kunnen leggen wat er op de rekening is gebeurd.
7.5
inschrijving bewind in het kadaster
Wanneer onder het bewind goederen vallen die in een openbaar register, zoals vooral het Kadaster, zijn opgenomen, moet de uitspraak van het bewind in dat register worden aangetekend. Het kan bijvoorbeeld gaan om een huis, een stuk land of een bedrijf, een recht van erfpacht of een recht van opstal. Daarom is als tot het bewind een (eigen) huis behoort, de bewindvoerder verplicht zo spoedig mogelijk het bewind en zijn benoeming tot bewindvoerder in het Kadaster te laten inschrijven. Hiervoor is een speciaal, door de griffier gewaarmerkt afschrift nodig van de beschikking waarbij het bewind is ingesteld. De bewindvoerder kan dit afschrift opvragen bij het Bewindsbureau.
7.6
optreden namens de onderbewind gestelde: wettelijke vertegenwoordiger
De bewindvoerder vertegenwoordigt bij de vervulling van zijn taak de onderbewindgestelde in en buiten rechte. Hij treedt als wettelijk vertegenwoordiger van de rechthebbende op, maar alleen ten aanzien van handelingen die onder bewind staande goederen betreffen. Het "in rechte" vertegenwoordigen houdt in dat de bewindvoerder in een procedure als eiser of als gedaagde optreedt. In een dergelijk geval doet de bewindvoerder er verstandig aan om vooraf de kantonrechter een machtiging om te procederen te vragen. Dit voorkomt moeilijkheden achteraf, bijvoorbeeld het verwijt dat de bewindvoerder te lichtvaardig heeft geprocedeerd. Het "buiten rechte" vertegenwoordigen komt veel vaker voor: dit zijn alle dagelijkse rechtshandelingen, bijvoorbeeld het kopen van kleren en gebruiksartikelen, het betalen van rekeningen, maar ook het maken van afspraken met de werkgever, de bank, de uitkeringsinstanties of het invullen van formulieren. Het is het optreden in het dagelijkse rechtsverkeer. De bewindvoerder dient hierbij altijd binnen de kaders van het bewind te blijven, de rechthebbende optimaal te informeren over zijn handelen en hiervan rekening en verantwoording te kunnen afleggen.
7.7
beleggen van het vermogen
De bewindvoerder belegt het vermogen van de rechthebbende zo doelmatig mogelijk. Dit betekent dat wanneer sprake is van spaargeld dat niet direct nodig is om uitgaven te dekken, de bewindvoerder moet zorgen dat dit op een veilige manier zo veel mogelijk opbrengt. In het algemeen voldoet het in de bankwereld gehanteerde profiel "defensief beleggen" aan deze norm. De bewindvoerder moet zich realiseren dat hij aansprakelijk is voor de wijze van beleggen van vermogen en voor de gevolgen die zijn handelen in dat verband kan hebben. De onderbewindgestelde kan de bewindvoerder bij risicovolle beleggingen en negatieve resultaten persoonlijk aansprakelijk stellen voor verliezen. Wil de bewindvoerder geld beleggen in bijvoorbeeld aandelen, obligaties of staatsleningen, dan moet daarvoor eerst schriftelijk aan de kantonrechter toestemming worden gevraagd, onder overlegging van ten minste twee beleggingsadviezen van deskundige en onafhankelijke beleggingsadviseurs of vermogensbeheerders. Bij het beleggen dient een zodanig deel van het vermogen direct beschikbaar te blijven dat voldoende middelen voorhanden zijn voor het normale levensonderhoud van de onderbewindgestelde, met behoud van een verantwoorde reserve voor onvoorziene zaken. De omvang hiervan is afhankelijk van de leefomstandigheden en de levensstijl van de onderbewindgestelde en de omvang van het vermogen.
14
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
7.8
beleggen van vrijgekomen geld, vruchten of andere opbrengsten
Alle opbrengsten van beleggingen vallen onder het bewind. De bewindvoerder moet daarom de opbrengsten van beleggingen herbeleggen. Alleen indien aantoonbaar is dat de onderbewindgestelde opbrengsten van beleggingen gebruikte voor levensonderhoud, kan de kantonrechter de bewindvoerder machtigen de opbrengsten van beleggingen daartoe in te zetten. Bij andere opbrengsten van beleggingen, bijvoorbeeld stockdividenden, conversies, uitlotingen etc., dient de bewindvoerder in overleg met een beleggingsadviseur of vermogensbeheerder te kiezen voor hetgeen binnen het door de banken gehanteerde risicoprofiel "defensief beleggen" als beste alternatief wordt gezien. Indien sprake is van opbrengsten in natura, dient de bewindvoerder deze conform de gunstigste marktomstandigheden te verkopen en de opbrengst daarvan toe te voegen aan het onderbewindgestelde vermogen.
15
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
8. Bewindvoerder: in veel gevallen is vooraf toestemming of machtiging van de kantonrechter verplicht 8.1
wel of geen machtiging, onderbewindgestelde kan zelf toestemming geven
Voor een aantal beschikkingshandelingen (zie onder onderdeel 6.1.) heeft de bewindvoerder vooraf toestemming nodig van de onderbewindgestelde of, als deze geen toestemming kan of wil geven, een schriftelijke machtiging van de kantonrechter. Toestemming of machtiging is in ieder geval voor het navolgende vereist: - als de onderbewindgestelde de benodigde toestemming niet kan of wil geven; - bij niet-alledaagse aankopen; - een schenking doen; - verkopen of bezwaren van goederen (bijvoorbeeld de verkoop en levering van een huis, het nemen (juridisch: verlenen) van een hypotheek op het huis, de verkoop van een auto of de inboedel); - pachten, verpachten, huren of verhuren ten behoeve van de onderbewindgestelde; - geld uitlenen of voor de onderbewindgestelde verplichtingen aan gaan als borg of (hoofdelijk) medeschuldenaar; - een gift aannemen, of een making of legaat aanvaarden, waaraan lasten of voorwaarden voor de onderbewindgestelde zijn verbonden; - verwerpen van een erfenis; - overeenkomen dat een nalatenschap waarin de onderbewindgestelde gerechtigd is, voor een bepaalde tijd onverdeeld wordt gelaten; - meewerken aan een scheiding en deling van een nalatenschap waarin de onderbewindgestelde is gerechtigd: de bewindvoerder moet de conceptakte van verdeling ter goedkeuring aan de kantonrechter voorleggen; - procederen. Bij twijfel is het verstandig om contact op te nemen met het Bewindsbureau.
8.2
als de onderbewindgestelde geen toestemming kan of wil geven
Wanneer het bewind is ingesteld met het oog op de geestelijke toestand van de onderbewindgestelde, moet steeds machtiging van de kantonrechter worden gevraagd: de wet gaat ervan uit dat een dergelijke rechthebbende zijn of haar handelen niet goed kan overzien. Twijfelt de bewindvoerder of de onderbewindgestelde wilsbekwaam is, dan moet de bewindvoerder die twijfel aan de kantonrechter meedelen en veiligheidshalve machtiging vragen.
8.3.
uitgaven boven € 1.000,-- : altijd en in alle gevallen machtiging vereist
Voor aankopen boven de € 1.000,00 is altijd en in alle gevallen, ongeacht de geestelijke staat van de onderbewindgestelde, machtiging van de kantonrechter vereist, tenzij deze anders heeft bepaald. Het ontbreken van een machtiging maakt de bewindsvoerder schadeplichtig, mogelijk zelfs strafbaar, en kan leiden tot ambtshalve ontslag door de kantonrechter.
8.4.
geen machtiging nodig
Geen machtiging is nodig voor de betaling van een belastingaanslag of de vastgestelde eigen bijdrage AWBZ en voor het doen van regelmatig terugkerende uitgaven waarvoor de kantonrechter een doorlopende machtiging heeft verstrekt. Er is ook geen machtiging nodig voor het beleggen of herbeleggen binnen de grenzen van een door de kantonrechter goedgekeurd beleggingsplan. 16
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
8.5.
over te leggen stukken bij machtigingsverzoek
Bij een verzoek om machtiging voor de verkoop van de woning van de onderbewindgestelde of opzegging van de huurwoning moet aannemelijk worden gemaakt dat de onderbewindgestelde daarin niet (meer) zelfstandig kan wonen of daar niet meer in kan terugkeren. De kantonrechter zal bij een verzoek om machtiging voor de verkoop van een huis altijd een recent taxatierapport van niet ouder dan 6 maanden en een kopie van de conceptkoopovereenkomst willen zien. Bij verkoop van andere waardevolle zaken zoals antiek, auto, kunst, sieraden etc. dient ook een recent taxatierapport of een betrouwbare offerte te worden overgelegd.
17
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
9. Bewindvoerder: schenkingen 9.1
algemene aanwijzing: voor schenkingen altijd vooraf machtiging vragen
Het doen van schenkingen is niet toegestaan en de bewindvoerder is daar in beginsel ook niet toe bevoegd. De onderbewindgestelde heeft normaal gesproken geen enkel belang bij vermindering van het vermogen door het doen van schenkingen. Om misverstanden te voorkomen: dit geldt óók voor de zogenoemde “belastingvrije” schenkingen aan directe familieleden (kinderen, broers, zusters) van de onderbewindgestelde, alsmede voor schenkingen die er uitsluitend op zijn gericht de door de (eventuele) erfgenamen te betalen successierechten bij het overlijden van de onderbewindgestelde te verminderen. De kantonrechter zal - indien een schenking plaatsvindt waarvoor geen machtiging is verleend - van de bewindvoerder eisen dat hij zorgt dat het geschonkene weer terugkeert in het vermogen, al dan niet door terugbetaling door de bewindvoerder zelf.
9.2
de bewijsbare schenkingstraditie
De enige uitzondering op hetgeen onder 9.1. staat, is het gevolg dat de bewindvoerder door middel van notariële akten, beslissingen of mededelingen van de Belastingdienst of via bankbescheiden kan aantonen dat de onderbewindgestelde ruim vóór de onderbewindstelling op basis met regelmaat schenkingen aan kinderen deed tot maximaal het van schenkingsrecht vrijgestelde bedrag. Het belang van de onderbewindgestelde is er dan in gelegen dat de bewindvoerder voortzet wat de onderbewindgestelde reeds eerder bewust gedaan heeft. Daarom kunnen ook andere jaarlijkse schenkingen onder deze regeling vallen wanneer daarvan wordt aangetoond - aan de hand van de voornoemde bescheiden- dat die schenkingen al geruime tijd aaneengesloten jaarlijks plaatsvinden. Er zal altijd voldoende vermogen moeten overblijven om in de huidige en toekomstige behoeften van de onderbewindgestelde te kunnen voorzien. Bij onderbewindgestelden jonger dan 65 jaar moet er een liquide basisvermogen van ten minste € 40.000,-- voorhanden blijven en voor mensen ouder dan 65 jaar een liquide basisvermogen van € 25.000,--. Wanneer een schenking, ook aan de kinderen, deze grens aantast, zal er geen machtiging worden verleend.
18
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
10. Bewindvoerder: de jaarlijkse rekening en verantwoording 10.1
de jaarlijkse rekening en verantwoording
De bewindvoerder is verplicht jaarlijks aan de onderbewindgestelde rekening en verantwoording af te leggen van het door hem gevoerde bewind. Dit moet gebeuren ten overstaan van de kantonrechter. Om deze reden moet de jaarlijkse rekening en verantwoording in deze situatie door de bewindvoerder(s) én de onderbewindgestelde ondertekend naar het bewindsbureau worden gestuurd. Het is aan de bewindvoerder om te beoordelen of de onderbewindgestelde in staat is de rekening en verantwoording op te nemen (= te lezen en te begrijpen). Indien de bewindvoerder daarover twijfels heeft, is het verstandig om een deskundige te raadplegen. Resten dan nog twijfels, dan kan de rekening en verantwoording het best aan de kantonrechter worden voorgelegd. Als de onderbewindgestelde in een zodanige geestelijke toestand verkeert dat hij niet in staat is de rekening en verantwoording op te nemen, dan moet altijd aan de kantonrechter rekening en verantwoording worden afgelegd. De bewindvoerder moet in dat geval bij het afleggen van de rekening en verantwoording gemotiveerd meedelen dat de onderbewindgestelde niet in staat is de rekening en verantwoording op te nemen.
10.2
de eindrekening en verantwoording
Bij de beëindiging van de taak van de bewindvoerder of bij het einde van het bewind moet in beginsel door de bewindvoerder een eindrekening en verantwoording over de hele periode van het bewindvoerderschap worden afgelegd. In de praktijk volstaat meestal rekening en verantwoording over de periode na de laatst ingediende rekening en verantwoording. Wanneer de bewindvoerder ontslag wordt verleend, dan moet deze over de periode van zijn benoeming tot aan de datum van het ontslag aan de onderbewindgestelde én aan de opvolgende bewindvoerder rekening en verantwoording over zijn bewindvoering afleggen. Als de onderbewindgestelde daartoe niet in staat is, wordt rekening en verantwoording afgelegd aan de kantonrechter en de opvolgende bewindvoerder. Deze eindrekening en verantwoording moet na ondertekening door de (gewezen) bewindvoerder, de opvolgend bewindvoerder en –zo mogelijk- de rechthebbende, naar het bewindsbureau worden gestuurd. Wanneer het bewind door opheffing is geëindigd, moet de bewindvoerder tot aan de datum van het einde van het bewind aan de onderbewindgestelde eindrekening en verantwoording over het gevoerde bewind afleggen. Ook hier wordt de onderbewindgestelde wanneer deze niet tot opname in staat is door de kantonrechter vervangen. Die eindrekening moet na ondertekening door de bewindvoerder en de onderbewindgestelde naar het bewindsbureau worden gestuurd. Als de onderbewindgestelde komt te overlijden, eindigt per overlijdensdatum het bewind en daarmee ook de taak van de bewindvoerder. Het is dan ook van groot belang dat de bewindvoerder het bewindsbureau van het overlijden van de onderbewindgestelde zo spoedig mogelijk in kennis stelt. Toezending van een kopie van het uittreksel uit de overlijdensakte geniet daarbij voorkeur. 19
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
De bewindvoerder moet bij overlijden van de onderbewindgestelde eindrekening en -verantwoording over het gevoerde bewind aan de erfgenamen van de onderbewindgestelde afleggen. Met andere woorden: het is aan de erven de rekening goed te keuren, de kantonrechter heeft hierin géén taak. Een afschrift van de rekening moet de bewindvoerder naar het bewindsbureau sturen.
10.3
de inhoud van de rekening en verantwoording
De kantonrechter is degene die uiteindelijk bepaalt hoe rekening en verantwoording moet worden afgelegd, aan welke normen deze dient te voldoen en hoe deze dient te zijn ingericht. De rekening en verantwoording bestaat enerzijds uit een overzicht van de inkomsten en uitgaven ten name van de onderbewindgestelde gedurende een bepaalde periode ( meestal 1 januari tot en met 31 december) en anderzijds een overzicht van het vermogen aan het begin en aan het einde van de betreffende periode, te weten een opgave van de begin- en eindsaldi van alle aanwezige spaar-, giro,bank,- en/of effectenrekeningen ten name van de onderbewindgestelde. Van die begin- en eindsaldi, althans van de betreffende rekeningenafschriften, dient de bewindvoerder bovendien een kopie over te leggen. Het is overigens niet nodig dat alle bankafschriften, facturen en bonnen worden meegestuurd. Als daar door de rechthebbende of het Bewindsbureau om gevraagd wordt, dan moet de bewindvoerder die wel over (kunnen) leggen. Indien de bewindvoerder financiële overzichten ontvangt van de instelling waar de onderbewindgestelde verblijft, dan dient hij een kopie daarvan mee te zenden. Voorts moet de bewindvoerder opgave doen van de schulden die de onderbewindgestelde heeft aan het einde van de periode waarover rekening en verantwoording moet worden afgelegd. Indien de leef- en of woonomstandigheden van de belanghebbende in de periode waarover rekening en verantwoording moet worden afgelegd, zijn gewijzigd (denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de onderbewindgestelde is verhuisd of in een zorginstelling opgenomen), dient de bewindvoerder daarvan in de rekening en verantwoording of in een bij de rekening gevoegde brief melding te maken. Ook dient uit de rekening en verantwoording te blijken, dat een bank- of girorekening is opgeheven, dan wel een nieuwe rekening is geopend.
10.4
formulier rekening en verantwoording
Voor het afleggen van de periodieke rekening en verantwoording dient de niet-professionele bewindvoerder gebruik te maken van een standaardformulier ‘jaarlijkse rekening en verantwoording’, dat deeluitmaakt van deze handleiding. In ontwikkeling is een digitaal model voor het maken van de rekening en verantwoording.
20
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
11. Kosten van de bewindvoering en beloning bewindvoerder Voor de beloning van bewindvoerders zijn landelijke aanbevelingen vastgesteld, die kunnen worden geraadpleegd op www.rechtspraak.nl. De beloning voor niet-professionele bewindvoerders kan hiervan afwijkend van deze handleiding geregeld zijn en is te vinden op de site van de Maastrichtse Rechtbank. Voor beloning van de professionele bewindvoerders gelden de landelijk gehanteerde tarieven, zoals opgenomen in de voornoemde landelijke aanbevelingen voor bewindszaken. Bij bewind bedraagt de beloning volgens de wet 5% van de netto opbrengst van de vruchten van het vermogen. De kantonrechter kan op een gemotiveerd verzoek een van de aanbevelingen afwijkende beloning vaststellen. Hij zal dat doen wanneer de omvang van de werkzaamheden daar aanleiding toe geeft. Ook ten aanzien van de kosten van bewindvoering kan de kantonrechter op gemotiveerd verzoek een hogere onkostenvergoeding toekennen. Bewijsstukken van de gemaakte kosten moeten bij het verzoek zijn gevoegd. Als (eventueel) te vergoeden onkosten worden aangemerkt: - extreem omvangrijke correspondentie, per verrichting te specificeren; - noodzakelijke autokilometers: conform tarief landelijke aanbevelingen; - telefoonkosten; - kosten van het opmaken van de rekening en verantwoording door een accountant; - kosten van aan- en verkoop van beleggingen; - de kosten van het opmaken van een belastingaangifte en jaarrekening bij complexe vermogens. Wanneer sprake is van jaarlijks terugkerende en gelijkblijvende kosten, kan de bewindvoerder aan de kantonrechter een doorlopende machtiging vragen.
21
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
12. Aanvraag voorzieningen en fiscale zaken De bewindvoerder is verplicht zorg te dragen voor het verwerven en behouden van alle in redelijkheid te verkrijgen uitkeringen, subsidies, tegemoetkomingen of andere op grond van de omstandigheden door de onderbewindgestelde van overheid of instanties te verkrijgen tegemoetkomingen, kwijtscheldingen of verminderingen van alle soorten belastingaanslagen of heffingen. De bewindvoerder dient er met name zorg voor te dragen dat de kosten van bewindvoering, voor zover mogelijk, als bijzondere bijstand worden aangemerkt en vergoed. Ook moet de bewindvoerder alles ondernemen om voor de onderbewindgestelde alle fiscale aanspraken te effectueren, zoals woontoeslag/huursubsidie, zorgtoeslag, heffingskorting, belastingteruggave, aanvragen van een negatieve aanslag, eventuele herziening van oude aanslagen etc. De bewindvoerder draagt verder zorg voor de verwerving en het behoud van een Persoonsgebonden Budget, indien de onderbewindgestelde daarvoor in aanmerking kan komen. De bewindvoerder draagt er zorg voor dat er binnen dit budget de hoogst mogelijke kwaliteit aan zorgverlening wordt ingekocht en dat alle bestedingen in dit kader transparant en aan de hand van bescheiden of overeenkomsten verifieerbaar zijn en worden goedgekeurd door de daarvoor aangewezen autoriteiten.
22
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
13. Bewind en buitenwettelijke of wettelijke schuldsanering Wie in een problematische schuldsituatie verkeert, kan proberen op eigen kracht door middel van sparen te komen tot sanering van de schulden: dit heet de buitenwettelijke schuldsanering. Het is ook mogelijk om bij een problematische schuldsituatie met behulp van de Kredietbank in de door de rechtbank uit te spreken wettelijke schuldsanering te komen, de WSNP. Bewind wordt vaak gebruikt als methode voor buitenwettelijke schuldsanering. Wanneer een bewind om deze reden is ingesteld, wordt ervan uitgegaan dat de schulden binnen drie jaren door middel van aflossingen uit vaste inkomsten en eventueel een regeling met de schuldeisers gesaneerd zijn. Wanneer ten tijde van het verzoek tot onderbewindstelling op grond van de verhouding tussen inkomsten en lasten voorzienbaar is dat er geen basis is om dit te realiseren, dient de onderbewindgestelde daadwerkelijk en op korte termijn alles te ondernemen om te komen tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De bewindvoerder dient bij de jaarlijkse rekening en verantwoording verslag te doen van de ontwikkelingen in dit kader. Indien de onderbewindgestelde ook is toegelaten tot de WSNP, wordt hem in het kader van die regeling ook een bewindvoerder toegewezen. Deze bewindvoerder heeft wezenlijk andere taken dan de beschermingsbewindvoerder en verdergaande bevoegdheden. De beschermingsbewindvoerder heeft tot taak het geld van de onderbewindgestelde goed te beheren, de WSNP-bewindvoerder heeft tot taak om voor de schuldeisers zoveel mogelijk geld bij elkaar te brengen. De onderbewindgestelde en de beide bewindvoerders dienen te overleggen of handhaving van het beschermingsbewind naast de WSNP nog zinvol is. In dat verband moet bekeken worden of de kosten van het beschermingsbewind verantwoord zijn om de onderbewindgestelde instaat te stellen de strakke financiële regels van de WSNP na te leven. Wanneer sprake is van een samenloop van de WSNP en beschermingsbewind dienen de bewindvoerders ten minste eenmaal per 3 maanden met elkaar overleg te plegen over de gang van zaken, de vooruitzichten in de WSNP en de spreiding van middelen over de behoeften van de onderbewindgestelde en de noodzaak tot instandhouding van het beschermingsbewind.
23
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
14. Wijziging van bewindvoerder De bewindvoerder en de onderbewindgestelde kunnen aan de kantonrechter vragen de bewindvoerder van zijn taak te ontheffen. In het algemeen zal sprake moeten zijn van een gegronde reden, waaronder een breuk in de vertrouwensrelatie valt. De kantonrechter zal een nieuwe, door de onderbewindgestelde voor te dragen, bewindvoerder benoemen. De bewindvoerder is verantwoordelijk voor een goede overdracht van het bewind aan zijn opvolger. Dit houdt onder meer in dat de gegevens en stukken die hij van de onderbewindgestelde onder zich heeft, aan de opvolgende bewindvoerder ter hand worden gesteld., dat inzicht wordt gegeven in de gevoerde financiële administratie en dat medewerking wordt verleend aan de overschrijving van de bewindrekening. De bewindvoerder stelt een eindrekening op van het door hem gevoerde bewind en legt (ook) verantwoording af aan zijn opvolger. Is de bewindvoerder ontslagen, maar is er nog geen opvolger bekend, dan blijft de gewezen bewindvoerder verplicht om zaken die geen uitstel kunnen lijden, voor de onderbewindgestelde te blijven behartigen zoals het verrichten van de noodzakelijke betalingen.
24
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
15. De onderbewindgestelde krijgt recht op een erfenis Wanneer de onderbewindgestelde recht krijgt op (een deel van) een erfenis dan moet de bewindvoerder de kantonrechter zo snel mogelijk daarover informeren. Daarbij moeten de naam en standplaats van de eventueel ingeschakelde notaris vermeld worden en moet meegedeeld worden of er sprake van een testament is. Het is vervolgens van belang dat de bewindvoerder zo snel mogelijk zicht krijgt op de omvang van de nalatenschap en, zo mogelijk, met de onderbewindgestelde overlegt welke keuze er moet worden gemaakt. De bewindvoerder kan zonder de onderbewindgestelde daarin te betrekken voor hem een erfenis aanvaarden. Hij moet dat dan altijd doen onder voorrecht van boedelbeschrijving. Wil de bewindvoerder de erfenis zuiver aanvaarden, dan heeft hij daarvoor toestemming van de onderbewindgestelde nodig. Een erfenis verwerpen mag alleen met machtiging van de kantonrechter. De kantonrechter zal zich in dat geval ook op de hoogte stellen van het standpunt van de onderbewindgestelde. Als erfgenaam heeft de onderbewindgestelde bepaalde rechten niet. Een erfenis omvat alle bezittingen en ook de schulden van de overledene. Het kan zijn dat de opbrengst van de bezittingen na aftrek van de schulden positief is, maar dat hoeft niet altijd het geval te zijn. In dit laatste geval spreken we van een negatieve erfenis. Alleen de bewindvoerder kan de erfenis aanvaarden in de omvang zoals die is (recht op alle bezittingen, maar ook plicht tot aflossen van alle schulden), mits met toestemming van de rechthebbende zelf (zuiver aanvaarden). Alleen de bewindvoerder kan de erfenis weigeren (verwerpen), mits met toestemming van de rechthebbende zelf en de kantonrechter. De wet verplicht in alle andere gevallen de erfenis te aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving (in principe vindt er geen vermenging plaats met het vermogen van de rechthebbende). De nalatenschap wordt dan als zelfstandig geheel afgewikkeld en alleen als er een positief saldo is, wordt dit onder de erfgenamen verdeeld.
25
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
16. Einde taak bewindvoerder De taak van de bewindvoerder eindigt in de volgende gevallen: - bij het einde van het bewind; - wanneer de bewindvoerder overlijdt, failliet wordt verklaard of onder curatele wordt gesteld; - wanneer een of meer van de goederen van de bewindvoerder onder bewind worden gesteld of - wanneer de schuldsaneringsregeling op de bewindvoerder van toepassing wordt verklaard; - wanneer hem door de kantonrechter ontslag wordt verleend. Wanneer de bewindvoerder komt te overlijden, zijn diens erfgenamen, als zij van het bewindvoerderschap op de hoogte zijn, verplicht alles te doen wat niet zonder nadeel voor de onderbewindgestelde kan worden uitgesteld totdat er een nieuwe bewindvoerder is benoemd. Het verdient aanbeveling dat een bewindvoerder iemand in zijn omgeving op de hoogte stelt van het feit dat hij bewindvoerder is en vraagt om in het geval hij komt te overlijden de kantonrechter daarvan op de hoogte te stellen. In het geval er twee (of meer) bewindvoerders zijn is, bij het overlijden van een van hen, de ander verplicht de kantonrechter hierover zo snel mogelijk te informeren. Wanneer de kantonrechter aan de bewindvoerder ontslag heeft verleend, eindigt zijn bewindvoerderschap op de dag van de ontslagbeschikking, tenzij daarin een andere datum wordt vermeld. In de overige gevallen bepaalt de datum van de beslissing van de rechtbank het tijdstip van beëindiging.
26
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
17. Einde bewind Het bewind eindigt als de periode waarvoor het is ingesteld, is verstreken of wanneer de kantonrechter besluit het bewind op te heffen. Het bewind eindigt ook wanneer de rechthebbende komt te overlijden of onder curatele wordt gesteld. Opheffing van het bewind kan op verzoek van de rechthebbende. De kantonrechter zal positief op een dergelijk verzoek beslissen als de reden waarom het bewind is ingesteld, niet meer aanwezig is. De bewindvoerder kan geen opheffing van het bewind verzoeken, ook niet als de onderbewindgestelde niet meer meewerkt of onvindbaar is. In deze laatste gevallen kan de bewindvoerder met het bewindsbureau contact opnemen. De kantonrechter kan beslissen dat voortzetting van het bewind niet zinvol meer is en niet meer voldoet aan de doelstelling van de wettelijke bepalingen omtrent bewind.
27
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
18. Klachten over de bewindvoerder en de gevolgen van slecht bewindvoerderschap 18.1
klachten over de bewindvoerder
Wanneer de onderbewindgestelde van mening is dat de bewindvoerder tekortschiet in zijn taakvervulling dient hij als eerste zelf de bewindvoerder daarop aan te spreken. Als dit geen tevredenstellend resultaat heeft, moet de onderbewindgestelde bij professionele bewindvoerders de interne klachtenprocedure doorlopen. Is sprake van een niet-professionele bewindvoerder, of is er geen interne klachtenprocedure, dan kan de onderbewindgestelde uitsluitend schriftelijk en gemotiveerd een klacht bij het bewindsbureau indienen. De kantonrechter zal vervolgens beslissen op welke wijze de klachten zal worden behandeld, echter niet na eerst ook de bewindvoerder over de klacht en de inhoud daarvan te hebben gehoord.
18.2
de gevolgen van slecht bewindvoerderschap
In het algemeen komen de gevolgen van het bewind voor rekening van de onderbewindgestelde. Dat is anders wanneer de bewindvoerder zijn taak niet naar behoren heeft uitgevoerd. De kantonrechter heeft alleen een toeziende taak. Wanneer de kantonrechter bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten van de onderbewindgestelde of naar aanleiding van door hem geconstateerd nalaten van de bewindvoerder om rekening en verantwoording af te leggen, vaststelt dat de bewindvoerder ernstig tekortschiet in de uitvoering van zijn taak, kan hij deze ambtshalve ontslaan. De schade die een slecht functionerende bewindvoerder veroorzaakt, moet echter door de onderbewindgestelde zelf via de burgerlijke rechter op de bewindvoerder worden verhaald. De kantonrechter kan wel onder omstandigheden aangifte van strafbare feiten doen, bijvoorbeeld wanneer blijkt dat de bewindvoerder eigendommen van de onderbewindgestelde verduisterde of wanneer de bewindvoerder in de rekening en verantwoording bewust onjuiste gegevens opneemt met het doel de onderbewindgestelde en/of de kantonrechter te misleiden of zaken te verzwijgen.
28
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
19. Algemene informatie over bewind, mentorschap en curatele Bewind betreft alleen het beheren van de materiële belangen van de onderbewindgestelde. Wanneer iemand ook hulp nodig heeft bij de behartiging van de niet-materiële belangen, dan is mentorschap een goede aanvulling op bewind. Veel instellingen op het gebied van gezondheidszorg wensen in verband met onder andere de medische zorgverleningsvereenkomst en het PGB (Persoongebonden Budget), dat hun cliënten/patiënten onder bewind gesteld zijn en een mentor hebben. De optelsom van bewind en mentorschap is curatele. Curatele wordt echter spaarzaam toegepast, omdat degene die onder curatele wordt gesteld, handelingsonbekwaam wordt. Kantonrechters vinden dit in veel gevallen een te zwaar middel. Curatele is met name functioneel wanneer iemand wel nog in het maatschappelijke verkeer kan functioneren, maar zichzelf schade aandoet door rechtshandelingen, zoals koopziekte of onvermogen in de omgang met geld.
29
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
20. Het bewindsbureau, zittingen, correspondentie, mail, telefonisch spreekuur en centraal telefoonnummer Voor het vragen van machtiging, voor het indienen van rekening en verantwoording, en voor inhoudelijke vragen met betrekking tot bewind kunt u bij het Bewindsbureau terecht. Het Bewindsbureau heeft elke werkdag telefonisch spreekuur van 09:00 tot 12:00 uur Het telefoonnummer van het Bewindsbureau is 043-3465254. U kunt uitsluitend dit nummer gebruiken. Buiten deze uren is het Bewindsbureau telefonisch niet bereikbaar. U kunt aan het Bewindsbureau correspondentie sturen of vragen stellen via: e-mail
[email protected] fax 043-3471857 post postbus 1989 - 6201 BZ Maastricht Bij een oproep voor een zitting in de rechtbank, kan via www.rechtspraak.nl de beste reismogelijkheid worden uitgezocht. Klik hier voor de webpagina van Sector Kanton van de Rechtbank Maastricht
30
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
21. Inwerkingtreding Deze handleiding treedt met onmiddellijke ingang in werking per 1 juli 2009 en vervangt de uitgave “ Handleiding Meerderjarigenbewind per 1 mei 2003”. De handleiding is geen bindende regelgeving of voorschrift, maar bedoeld om het bewind zo soepel mogelijk uit te voeren. Zij dient wel te gelden als algemene aanwijzing van de kantonrechters van het arrondissement Maastricht. Het staat het bewindsbureau alsmede de kantonrechters steeds vrij om van deze handleiding af te wijken. Dit is versie 1.01 - juli 2009 versie 1.01 - mr. dr. J.J. Groen - juli 2009
31
handleiding meerderjarigenbewind 2009 - Bewindsbureau - Rechtbank Maastricht
Bijlagen Tot deze handleiding horen twee bijlagen.
1. boedelbeschrijvingsformulier De eerste bijlage is een formulier dat u kunt gebruiken bij het begin van het bewind om de boedel te beschrijven, zie onderdeel 7.2 van deze handleiding. Vul dit formulier zo complet mogelijk in en stuur het binnen één maand na het instellen van het bewind naar het Bewindsbureau.
2. rekening- en verantwoordingsformulier De tweede bijlage is een formulier waarmee u de jaarlijkse rekening en verantwoording kunt maken. U kunt dit formulier met bijlagen opsturen naar het Bewindsbureau.
3. digitale versies van de formulieren - digitaal inleveren Beide formulieren zijn in digitale vorm als Excel-bestand te downloaden van de internetpagina van de Rechtbank Maastricht, Sector Kanton of over te nemen uit de digitale versie van de handleiding. U kunt via het mailadres van het Bewindsbureau de rekening en verantwoording digitaal indienen. Dit kan uitsluitend als PDF-bestand, waarbij de rekening en verantwoording van uw handtekening moet zijn voorzien. De bijlagen bij de rekeningen verantwoording mogen eveneens uitsluitend als PDF-bestand worden aangeleverd. Alle andere bestandstypes zijn niet toegestaan en worden geweigerd, evenals niet ondertekende rekening en verantwoordingen. U dient alle bestanden van een naam te voorzien waarin het eerst het BM-nummer en daarna de naam van de onderbewindgestelde voor komt (BM-0000 - naam), bij meerdere bestanden gevolgd door een oplopend nummer ( -01, -02 etc). Het BM-nummer staat in het hoofd van de beschikking tot onderbewindstelling. Alle mail die niet aan deze vereisten voldoet, wordt geweigerd en geretourneerd.
32
BM-nummer: Naam onderbewindgestelde: boedelbeschrijving 1. netto inkomsten per maand salaris uitkeringen WWB-WW-WAO-Wajong-AOW PGB bijverdiensten geschat inkomen uit onderneming overig
2. uitgaven per maand huur of hypotheek (rente en aflossing) energie en water premie ziektekostenverzekering levensonderhoud eigen bijdragen AWBZ - ziektekosten rente en aflossing schulden anders dan hypotheek overige grote uitgaven > op bijlage specificeren
totalen van inkomen en uitgaven saldo inkomen en uitgaven
3. Bezittingen per de datum van instelling van het bewind van alle bankrekengen - spaarrekeningen en effectendepot moet het meest recente dagafschrift wordenmeegestuurd
saldo of waarde bankrekening(en) (rekeningnummer | alleen rekeningen alleen met positief saldo vermelden)
spaarrekening(en) (nummer vermelden)
aandelen en/of obligaties
inventaris woning eigen woning - meest recente woz-waarde auto('s) motor(en) scooter - caravan camper - (koerslijst ANWB of aanschafwaarde) sierraden - horloges - kostbare siervoorwerpen (vermelden op bijlage) antiek - kunst of verzamelingen (vermelden op bijlage) televisie-, geluids- en computerapparatuur (aanschafwaarde) overige bezittingen van waarde (vermelden op bijlage)
totaal bezittingen
4. schulden saldo hypotheek
lening(en) - aangeven aan wie schuldig
bankrekening(en) met negatief saldo
overige schulden (op bijlage specificeren)
totaal schulden
saldo bezittingen en schulden
gegevens bewindvoerder naam adres woonplaats telefoon overdag telefoon werk
: : : : :
ondertekening De ondergetekende, bewindvoerder(s), verklaart/verklaren door ondertekening naar waarheid en onvoorwaardelijk het volgende. Deze boedelbeschrijving is naar beste weten, naar waarheid opgesteld en ter goedkeuring aan de rechthebbende voorgelegd. Rechthebbende is volledig in staat deze boedelbeschrijving te begrijpen, reden waarom deze voor akkoord heeft ondertekend. Rechthebbende is niet in staat deze rekening en verantwoording te begrijpen, reden waarom deze niet heeft ondertekend. of : door opvullen aangeven welke situatie toepasselijk is.
Opgemaakt en ondertekend te………….. op ……………….
voor akkoord:
bewindvoerder (s) rechthebbende
BM-nummer: Naam onderbewindgestelde: rekening en verantwoording over de periode van 1. inkomen - netto
tot ontvangen
salaris uitkeringen WWB-WW-WAO-Wajong-AOW PGB bijverdiensten inkomen uit onderneming belastingteruggave rente - dividend schenkingen overig
2. uitgaven
uitgegeven
levensonderhoud huur of hypotheek (rente en aflossing) energie en water kleding en schoenen premie ziektekostenverzekering vakantie(s) rente en aflossing schulden anders dan hypotheek belasting (inkomsten-/motorrijtuigen-/gemeentelijke) eigen bijdrage AWBZ/ziektekosten kosten auto of openbaar vervoer kosten telefoon + tv/kabel + internet cadeaus schenkingen kosten bewind loon bewindvoerer met machtiging kantonrechter overige uitgaven > op bijlage specificeren
totalen van inkomen en uitgaven saldo inkomen en uitgaven
3. Bezittingen beginsaldi bankrekening(en)
(eindsaldo vorig jaar)
eindsaldi positief saldo
(waarde eind vorige r&v)
waarde
(nummer vermelden en kopieën van jaaroverzichten meesturen)
spaarrekening(en) (nummer vermelden en kopieën van jaaroverzichten meesturen)
aandelen en/of obligaties
totaal bezittingen
4. schulden saldo
eindsaldo vorig jaar
hypotheek
lening(en) - aangeven aan wie schuldig
overige schulden en negatief saldo bankrekening(en)
totaal schulden
saldo bezittingen en schulden
eigen woning - meest recente woz-waarde
gegevens bewindvoerder naam adres woonplaats telefoon overdag telefoon werk
: : : : :
ondertekening De ondergetekende, bewindvoerder(s), verklaart/verklaren door ondertekening naar waarheid en onvoorwaardelijk het volgende. Deze rekening en verantwoording is naar waarheid opgesteld en ter goedkeuring aan de rechthebbende voorgelegd. Rechthebbende is volledig in staat deze rekening en verantwoording te begrijpen. Voorts verklaart ondergetekende dat van alle transacties en mutaties bescheiden zoals rekeningen, bonnen, kwitanties en bankafschriften voorhanden zijn en op eerste verzoek aan de kantonrechter zullen worden getoond. De rechthebbende heeft voor akkoord hierna ondertekend. Rechthebbende is niet in staat deze rekening en verantwoording te begrijpen, reden waarom deze niet heeft ondertekend en de rekening en verantwoording aan de kantonrechter wordt afgelegd. of : door opvullen aangeven welke situatie toepasselijk is
Opgemaakt en ondertekend te……………………....….. op ……………………...………. voor akkoord:
bewindvoerder (s) aantal bijlagen:
rechthebbende