HANDLEIDING KINDERBEKKENFYSIOTHERAPIE Voor het behandelen van kinderen van 4-18 jaar met functionele obstipatie.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
De handleiding kinderbekkenfysiotherapie bij de behandeling van obstipatie is opgesteld door: De projectgroep: Jojanneke van Summeren, promovendus E-mail:
[email protected] Tel: 050 - 363 2888 Mob: 06 - 21 68 05 36 Alice van Ulsen-Rust, kinderbekkenfysiotherapeut E-mail:
[email protected] Tel: 06 - 23 93 59 48 Lisa Louer, onderzoeksassistent E-mail:
[email protected] Tel: 050 - 363 2989 Yvonne Lisman-van Leeuwen, projectleider en epidemioloog E-mail:
[email protected] Tel: 050 - 363 7525 Janny Dekker, huisarts en universitair hoofddocent E-mail:
[email protected] Tel: 050 - 363 8884 Prof. dr. M.Y. Berger, huisarts en afdelingshoofd E-mail:
[email protected] Tel: 050 - 363 2963
Met adviezen van: Anneke van der Vegt Corita Boons Ina Elving Marieke van Engelenburg-van Lonkhuyzen Vera Kats
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
Inhoudsopgave
Algemeen doel: Het op juiste wijze ledigen van het rectum. I Opzet behandeling
II Doelen van kinderbekkenfysiotherapie bij functionele obstipatie Doel 1: Het geven van aanvullende uitleg en advies over obstipatie en de rol van het kind en de ouders daarin o Sluit aan bij de uitleg van de huisarts en de klachten van het kind Doel 2: Aanleren van de juiste (mictie/defecatiehouding) toilethouding en juist toilet gedrag o Toiletgedrag o Toilethouding o Poeptraining Doel 3: Bewustwording aandranggevoel o Uitleg aandranggevoel en oorzaken verminderde aandrang o Het (opnieuw) herkennen van het aandranggevoel o Bewustwording en beheersen van de aandrang Doel 4: Aanleren ontspanning o Methode Jacobson Doel 5: Aanleren juiste ademhaling o Buikademhalingsoefening (Zivkovic) Doel 6: Aanleren bekkenbodemgevoel o Uitleg bekkenbodemspieren o Oefening voelen van de bekkenbodemspieren o Isometrische training van de buikspieren (Silva)
III Literatuurlijst
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
4 6 6
8
11
13 15 16
18
I Opzet behandeling
In deze handleiding vindt u de doelen en de daarbij behorende behandeling voor kinderen met obstipatie. Om generaliseerbaarheid en reproduceerbaarheid van de behandeling te bewaken, is het belangrijk dat iedereen zich waar mogelijk aan deze handleiding houdt. Alleen met een generaliseerbare en reproduceerbare behandeling kan het effect van fysiotherapie betrouwbaar worden aangetoond. Hoe werkt de handleiding? Niet ieder kind is hetzelfde en de kracht van fysiotherapie is dat de behandeling aangepast wordt aan de behoefte van het kind. De inhoud van de behandeling van ieder kind bestaat altijd uit het behandelen van alle genoemde doelen en deze doelen worden volgens een vaste volgorde aangeboden (verderop in de handleiding uitgewerkt). De klachten van het kind bepalen waar de focus van de fysiotherapeutische behandeling op komt te liggen. De tijd die wordt besteed aan ieder doel, kan daarom per kind verschillen. U als fysiotherapeut bepaalt welke (nieuwe) doelen iedere behandeleenheid behandeld worden en na hoeveel behandeleenheden het kind klaar is met de behandeling. In totaal mag de behandeling bestaan uit maximaal 9 behandeleenheden, een behandeleenheid is 30 minuten. Bij een nieuwe behandeleenheid mogen eerder behandelde doelen worden herhaald. Om een overzicht te krijgen hoeveel tijd er aan ieder doel wordt besteed, is er een registratieformulier ontwikkeld dat u per behandeleenheid invult. Op het registratieformulier kruist u aan welke doel(en) u in welke behandeleenheid behandeld heeft. Indien u een goede motivatie heeft om af te wijken van de vaste volgorde uit deze handleiding is dit toegestaan. Het is belangrijk dat u deze afwijking plus de bijbehorende motivatie aangeeft op het registratieformulier. Soms komt het voor dat een kind niet bij de behandeling aanwezig is. Ook dit noteert u op het registratieformulier, evenals de reden voor afwezigheid. Om aan te kunnen sluiten op de informatie over obstipatie die de huisarts ter beschikking heeft, is het belangrijk dat u deze informatie doorleest. Deze informatie staat vermeld op: “www.thuisarts.nl’, met als zoekterm: “verstopping”. Als u inlogt met uw inloggegevens op de website van het onderzoek (www.boki-onderzoek.nl) kunt u de informatie vinden onder het kopje documenten. Leeftijd van het kind De manier van het benaderen van het kind en/of de ouders zal afhankelijk zijn van de (ontwikkelings) leeftijd van het kind. Bij jonge kinderen zal de uitleg en aandacht deels gericht zijn op het kind en voor een groot deel op de ouders. Naarmate kinderen ouder zijn zal de aandacht steeds meer verschuiven richting het kind.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
4
Behandeling In de eerste behandeleenheid start u met de behandeling van de doelen 1 en 2. De behandeling in de daaropvolgende behandeleenheden zal variëren per kind, maar het behandelen van nieuwe doelen zal altijd in de vaste volgorde plaatsvinden, tenzij u een goede motivatie heeft om af te wijken van deze vaste volgorde. Leg na iedere behandeling uit welke huiswerkopdrachten het kind en de ouders thuis moeten oefenen en waar de kinderen en ouders op moeten letten tijdens het oefenen. Op het registratieformulier vult u in welke huiswerkopdrachten u aan het kind heeft meegegeven. Daarnaast controleert u bij de volgende behandeleenheid of de huiswerkopdrachten daadwerkelijk thuis zijn uitgevoerd.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
5
II Doelen van kinderbekkenfysiotherapie bij functionele obstipatie Doel 1: Het geven van aanvullende uitleg en advies over obstipatie en de rol van het kind en de ouders daarin
Vraag na wat het kind en de ouders weten over de obstipatie. Daarnaast is het belangrijk om na te gaan welke klachten/problemen het kind heeft, zodat de informatie en behandeling toegespitst kan worden op de klachten van het kind. De aanvullende uitleg die u geeft sluit aan op het verhaal van de huisarts, hieronder kort samengevat. Meer informatie is te vinden op “thuisarts.nl” ( zoekterm: “verstopping”), ook te vinden via de inlogpagina op de website van het BOKi onderzoek. De meest voorkomende klachten van een kind dat last heeft van obstipatie (literatuur Rome III criteria)2. • Slechts één of twee keer per week ontlasting. • Poepvegen/fecale incontinentie; langs de harde ontlasting in de darm kan zachte ontlasting weglekken. Dit wordt ook wel overloopdiarree genoemd. • Pijn bij het poepen; harde, dikke ontlasting kan scheurtjes en kloofjes in de anus veroorzaken. Als daar weer ontlasting langs komt, kan dit een branderig gevoel veroorzaken. o Pijn kan angst oproepen en zorgen voor ophoudgedrag, waardoor kinderen niet kunnen poepen; een vicieuze cirkel. • Harde, droge ontlasting Geef uitleg over mogelijke oorzaken van obstipatie op basis van de gevonden klachten. • Verstopping kan ontstaan als de afvalstoffen die overgebleven zijn uit het voedsel te lang in de dikke darm achterblijven. Daardoor wordt er teveel vocht onttrokken aan deze afvalstoffen en dit leidt tot harde, droge ontlasting. • Ongezonde leef- en eetgewoontes: te weinig lichaamsbeweging, onvoldoende drinken of vezelarme voeding kunnen bijdragen aan verstopping. Vaak ligt een combinatie van ongezonde leef- en eetgewoontes ten grondslag aan de verstopping (bij normaal voedingspatroon hebben extra vocht en/of extra vezels geen effect). • Het uitstellen van toiletbezoek. Dit is niet goed voor de ontlasting. Als je toiletbezoek lang uitstelt, ondanks aandrang, kan dit ook tot harde ontlasting leiden. Ook in de endeldarm droogt de ontlasting namelijk nog uit. • Probleem met het samenspel van de bekkenbodemspieren (bekkenbodemspieren worden niet op het juiste moment ontspannen en aangespannen). Er zal dan ook veel aandacht uitgaan naar ademhaling en ontspanning van deze spieren.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
6
Advies geven over leef- en eetgewoontes Geef het kind en de ouders voorlichting en advies op basis van de opgemerkte klachten: • Voldoende lichaamsbeweging Normale lichaamsbeweging voor een kind is een uur per dag matig intensief bewegen. • Voldoende drinken Een gezond kind vanaf 10 kilo lichaamsgewicht heeft 1 tot 1.5 liter vocht per dag nodig. Dit komt neer op een regelmatige vochtregulatie over de dag van 7-8 glazen van 200 ml. Meer drinken dan deze hoeveelheden heeft geen effect op de verstopping. • Vezelrijke voeding Voeding volgens de schijf van vijf bevat voldoende vezels voor een kind. Extra vezelrijke voeding heeft geen effect op de verstopping Huiswerkoefeningen: • Laat ouders (eventueel kind) de informatie op www.thuisarts.nl met zoekterm “verstopping” lezen.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
7
Doel 2: Aanleren van juist toilet gedrag en de juiste mictiehouding/defecatiehouding In dit doel wordt beschreven hoe je het kind en de ouders uitleg kunt geven over een juist toiletgedrag en -houding en hoe je dit kunt aanleren door middel van een poeptraining. Toiletgedrag Leg aan de ouders en het kind uit wat de relatie is tussen toiletgedrag en de klachten van het kind. • Het is belangrijk dat het kind begrijpt waarom we naar de wc gaan; wat via de mond naar binnen komt moet ook weer het lichaam uit. Leg een jong kind uit dat het eten via de mond het lichaam binnen komt en via het poepgaatje het lichaam uitgaat. Het boekje “Op het potje” is geschikt om jonge kinderen zich te laten realiseren dat het kind een poepgaatje heeft.3 Daarnaast is het belangrijk om uitleg te geven over de weg die het voedsel aflegt en wat overal gebeurt, dit kan eventueel met het grote smak burp prrt plons boek van Alton en Sharrat.1 • Leg aan het kind uit dat na het eten de darmen aan het werk zijn om het voedsel te verteren. Leg uit dat, doordat de darmen actief zijn na het eten, de kans groter is dat je moet poepen (Gastrocolische reflex). Daarom is het verstandig om na iedere maaltijd 5 minuten op het toilet te gaan zitten. Adviseer bij kinderen zonder aandrang om eerst een kwartier actief te zijn en daarna op de wc te gaan zitten. • Ook is het belangrijk om te bespreken of het kind weet/voelt wanneer het naar het toilet moet gaan en hoe het kind dit weet of voelt. Vraag aan het kind waar hij/zij voelt dat het moet poepen (meestal zeggen kinderen dat ze het voelen in de buik of lage rug). In doel 6 komt dit uitgebreider terug. Daarnaast is het belangrijk om duidelijk te maken dat het kind naar de wc moet gaan bij aandrang en wat normaal toiletgedrag is (ontlasting: 1-3x per dag tot 3 x per week en urine: 5-7 x per dag) • Bespreek met het kind en de ouders of er sprake is van ophoudgedrag, vraag het kind wat hij/zij doet om de poep op te houden en leg uit waarom het niet verstandig is om de poep op te houden. Toilethouding Geef het kind de opdracht om ‘te doen’ alsof het naar het toilet moet om te poepen op bijvoorbeeld een klein stoeltje of krukje en observeer hoe de toilethouding van het kind is (zie beschrijving juiste toilethouding hieronder). Indien de toilethouding juist is, hoeft er geen uitleg gegeven te worden over de toilethouding. Extra uitleg kan verwarrend zijn voor het kind. Zit het kind niet met een juiste houding op het toilet, leg dan stapje voor stapje uit waar het kind op moet letten als het naar het toilet gaat. Ter verduidelijking kan bij jonge kinderen (4 tot 7 jaar) het boekje “Hillie en Billie moeten plassen en poepen” van Geerdes en Nijman worden gebruikt.4 De hoeveelheid aan informatie die per behandeling aan een kind gegeven wordt is afhankelijk van wat het kind op dat moment kan begrijpen en kan toepassen. Pas de uitleg van de juiste toilethouding aan aan het kind en breid deze informatie in volgende behandelingen uit. Integreer de toilethouding van het kind met de oefeningen die in de volgende doelen (3t/m 6) staan beschreven.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
8
Een juiste toilethouding ziet er als volgt uit: • Het kind zit ontspannen op het toilet, indien nodig laat u het kind gebruik maken van een toiletbril verkleiner. • Het kind heeft de voeten plat op de grond, eventueel kan het kind een voetenbankje gebruiken. • Bij het poepen zit het kind met een achterover gekanteld bekken. • De buik-, been- en bilspieren moeten ontspannen zijn (dit wordt uitgebreid geoefend in doel 4 en 6) • Leg uit dat het kind thuis de broek tot op de enkels moet hebben, zodat de adductoren makkelijk kunnen ontspannen. • Controleer of het kind rustig via de buik in en uit kan ademen (dit wordt uitgebreid geoefend in doel 4 en 5). • Consistentie van de juiste toilethouding is erg belangrijk. Het kind moet niet alleen thuis de juiste toilethouding aannemen, maar ook op andere locaties: bij een oppas/ opa en oma/ op school enz. Poeptraining Tijdens de poeptraining geeft u uitleg over het poepritme en het poepdagboek. • Poepritme Leg een kind uit dat het 3x daags na de maaltijd 5 minuten op het toilet moet zitten in de juiste toilethouding (zie kopje toilethouding) omdat door de gastrocolische reflex de kans op ontlasting wordt vergroot. (Leg het kind/ouders uit dat indien er sprake is van een aandrang gevoel tijdens de maaltijd het kind op dat moment naar de wc moet gaan). Leg ook uit dat het niet zo hoeft te zijn dat er na elke maaltijd sprake is van ontlasting. Sommige kinderen hebben maar 3x per week ontlasting en andere kinderen 3 x per dag. Bij jonge kinderen kan het boekje “Op het potje” van Alona Frankel gebruikt worden om het kind te leren dat het tijd moet nemen voor de ontlasting.3 • Poepdagboek Geef het kind uitleg over het invullen van een poepdagboek en bespreek dit dagboek bij de volgende behandeling. Bij jonge kinderen moeten de ouders dit poepdagboek vaak bijhouden, een kind vanaf 10 jaar kan het dagboek zelf bijhouden. Laat kinderen en ouders minimaal 2 weken een poepdagboek bijhouden. Eventueel kunt u een kind ook een plasdagboek bij laten houden. Belangrijkste zaken om te bespreken zijn: 1. Wanneer heeft het kind ontlasting gehad. 2. Hoeveel ontlasting heeft het kind per keer gehad? 3. Waardoor kwam het dat een kind een “ongelukje” heeft gehad (ophoudgedrag of andere oorzaak). 4. Gebruik van laxantia.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
9
Hieronder een aantal stappen die doorlopen kunnen worden indien de defecatie niet tot stand komt, dit om het darmtransport te bevorderen: • Adviseer het kind om na de maaltijd actief te zijn (10-15 min) en daarna op het toilet te gaan zitten. • Adviseer het kind enige malen rustig diep in- en uit te ademen. (doel 5) • Adviseer het kind enige malen een rustige schommelbeweging te maken (= bekkenkantelen).(doel 6) • Oefen de perstechniek met het kind. (doel 6) • Geef kind en ouders uitleg dat we denken dat het darmtransport is gestimuleerd door uitvoering van bovenstaande punten, ook al komt de ontlasting niet tot stand. Huiswerkoefeningen: • Laat het kind na iedere maaltijd met de juiste houding op het toilet zitten. Tijdens de volgende behandelingen komt u terug op de juiste toilethouding en integreert u de oefeningen behorende bij de volgende doelen in deze handleiding naar de toilethouding zodat het kind de voor hem/haar optimale toilethouding aanleert. • Bijhouden van poepdagboek. • Indien nodig: toepassen van extra stappen indien de defecatie niet tot stand komt (zie kopje poeptraining).
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
10
Doel 3: Uitleg over aandranggevoel In dit doel staat beschreven hoe u het kind en de ouders uitleg geeft over aandrang en mogelijke oorzaken van verminderde aandrang. Uitleg over de aandrang • Laat het kind eerst vertellen waar het aandrang voelt en wat het doet met een aandranggevoel (kinderen geven vaak aan dat aandrang gevoeld wordt in de buik of de lage rug) en ga na of er sprake is van ophoudgedrag. Bespreek met het kind en de ouders oplossingen voor het ophoudgedrag. • Geef uitleg over aandrang, vertel: ”aandrang heeft voorrang!”. Leg het kind uit dat het vervolgens volgens de geleerde toilethouding op de wc moet gaan zitten. Uitleg oorzaken verminderde aandrang • Leg bij kinderen met ongemerkt ontlastingsverlies uit dat dit kan ontstaan doordat kinderen het aandranggevoel niet meer herkennen. Leg het kind en de ouders uit dat bij langdurige, ernstige verstopping het aandranggevoel van het kind kan verminderen. Doordat er voortdurend ontlasting in de endeldarm zit, heeft het kind eigenlijk continu een aandranggevoel. Op den duur zullen kinderen dit aandranggevoel als normaal ervaren en het signaal negeren. • Ga samen met het kind en de ouders na of er andere oorzaken zijn waardoor het kind het aandranggevoel niet herkent. Bijvoorbeeld wanneer het kind te veel afleidende prikkels uit de omgeving ontvangt zoals televisie, drukte, computerspellen, etc. Het kind heeft dan vaak de gedachte “ik ga straks wel” of “ik kan het wel ophouden”. Het signaal voor aandrang wordt dan niet bewust herkend en dus genegeerd. Leg uit dat dingen waar je niet op let, je ook niet voelt, zoals je ogen die knipperen. Leg uit dat aandacht belangrijk is om te kunnen voelen. Dit kan je uitleggen door het kind op één been te laten staan en te zeggen hoe komt het dat je goed op één been kan staan. Ik zie dat je goed oplet en naar één punt kijkt, je richt je aandacht en daardoor voel je goed hoe je op één been kan blijven staan. • Bespreek ook het onderdrukken van het aandranggevoel wanneer het kind niet naar het toilet wil of durft, bijvoorbeeld op school . • Bespreek met de ouders en het kind mogelijke andere stress factoren die van invloed kunnen zijn op het aandrang gevoel en geef advies hoe ze hiermee om kunnen gaan. Bespreken van de defecatie Bespreek samen met het kind en de ouders het poepdagboek (zie kopje poeptraining doel 2). Het dagboek geeft met name goede informatie over de ernst van de situatie. Ook krijgt u een goede indruk over de therapietrouw van het kind. Leg dan uit dat het herkennen van het aandranggevoel beter zal gaan, omdat door de laxantia, de ontlasting niet meer continu in de endeldarm van het kind aanwezig is (het zich vullen van het rectum met de ontlasting wordt weer gevoeld). Herhaal kort de relevante punten uit de poeptraining (doel 2) die van toepassing zijn op dit kind.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
11
Huiswerkoefeningen: •
•
Laat het kind bewust het aandranggevoel proberen te herkennen en eventueel op te laten schrijven wat het kind voelt bij aandrang en wat er mis ging bij een ongeluk. Leg uit dat dit tijdens de volgende behandeling besproken wordt a.d.h.v. het poepdagboek. Integreer voor het kind de besproken punten uit doel 3 in de poeptraining en laat het kind dit thuis oefenen.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
12
Doel 4: Aanleren ontspanning Onderstaande oefening (methode van Jacobsen) kan gebruikt worden om het verschil in sensatie tussen spanning en ontspanning te leren herkennen. De uitgangshouding van de oefeningen is in ruglig op een matje, eventueel een kussentje onder het hoofd. Leg ouders en kinderen de oefening uit en laat het ze 1 keer uitvoeren. Vertel dat de kinderen thuis alle oefeningen 3 keer moeten herhalen. Methode van Jacobsen • Tenen optrekken Breng je aandacht naar je tenen en denk in eerste instantie alleen maar aan ze heel krachtig naar je toe trekken. Span vervolgens daadwerkelijk de spieren in je voeten en benen aan waardoor je je tenen in de richting van je hoofd optrekt. Houd dit vast en voel de spanning. Ontspan vervolgens langzaam je spieren en voel hoe de spanning wegstroomt tot je spieren helemaal ontspannen zijn. Let op het zware gevoel. • Tenen strekken Breng je aandacht weer naar je tenen en denk nu alleen maar aan ze heel krachtig van je afduwen. Strek nu je tenen daadwerkelijk zo hard als je kunt weg van je lichaam. Houd dit vast en voel de spanning. Ontspan vervolgens langzaam je spieren en voel hoe de spanning wegstroomt tot je spieren helemaal ontspannen zijn. Let op het zware gevoel. • Benen Breng je aandacht naar je voeten en je benen en denk in eerste instantie alleen maar aan ze heel krachtig aanspannen. Span nu de spieren in je benen en voeten zo hard mogelijk aan. Houd dit vast en voel de spanning. Ontspan vervolgens langzaam je spieren en voel hoe de spanning wegstroomt tot je spieren helemaal ontspannen zijn. Let op het zware gevoel in je benen en voeten. • Buik Breng je aandacht naar je buik en span in gedachten de spieren aan. Span nu je buikspieren aan, til hierbij je hoofd iets op. Houd dit vast en voel de spanning. Ontspan vervolgens langzaam je spieren en voel hoe de spanning wegstroomt tot je spieren helemaal ontspannen zijn. Let op het ontspannen gevoel in je buik. • Rug Breng je aandacht naar je rug en span in gedachten de spieren aan. Span nu al je rugspieren zo hard je kunt aan. Je onderrug wordt daar een beetje hol van. Houd dit vast en voel de spanning. Ontspan vervolgens langzaam je spieren en voel hoe de spanning wegstroomt tot je spieren helemaal ontspannen zijn. Let op hoe je lichaam steeds zwaarder aanvoelt. • Handen en armen Breng je aandacht naar je handen en knijp in gedachten je handen tot samengebalde vuisten. Knijp nu zo hard je kunt en duw je armen tegen je romp. Houd dit vast en voel de spanning. Ontspan vervolgens langzaam je spieren en leg je handen en armen ontspannen op de grond. Let op hoe je lichaam steeds zwaarder aanvoelt. • Schouders Breng je aandacht naar je naar je schouders en trek ze in gedachten zo hoog mogelijk op tot
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
13
•
naast je oren. Houd dit vast, ook al voelt het pijnlijk, en voel de spanning in je nek en schouders. Ontspan vervolgens langzaam je spieren en laat alles los (leg je handen en armen ontspannen op de grond). Let op hoe je lichaam steeds zwaarder aanvoelt. Gezicht Span nu alle spieren aan in je gezicht tot een grimas. Trek je mond samen, druk je kaken op elkaar, trek rimpels en knijp je ogen samen. Houd dit vast en voel de spanning. Ontspan vervolgens langzaam je gezicht weer.
Huiswerkoefeningen: •
Laat kinderen samen met de ouders de methode van Jacobsen iedere dag oefenen (laat de kinderen iedere oefening 3 keer achter elkaar herhalen).
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
14
Doel 5: Aanleren juiste ademhaling Leg het kind en de ouders uit dat bij een ontspannen ademhaling, de ademhaling in de onderbuik is. Laat het kind voelen dat bij elke inademing de buik omhoog komt. Leg uit dat wanneer de ademhaling in de onderbuik is, je vrij zeker weet dat de buik-, been- en bilspieren ontspannen zijn. Als de grote been-, bil en buikspieren ontspannen zijn, zijn de bekkenbodemspieren, die altijd met deze grote spieren samenwerken, ook ontspannen. Leg uit dat dit belangrijk is omdat het poepgaatje alleen kan openen als de bekkenbodemspieren ontspannen zijn. Op deze manier kan de ontlasting er makkelijk uit. Oefening ontspannen buikademhaling (Zivkovic et al., 2012) 1. Laat het kind op de rug liggen met de knieën licht gebogen (kussentje onder de knieën), maar zorg dat de voeten aan de grond blijven. 2. Laat het kind bewust de buikademhaling voelen door hun eigen hand op hun buik te leggen. 3. Laat het kind op een inademing voelen dat de buik uitzet en laat het kind dit in het begin overdreven doen. 4. Laat het kind de adem 2 seconden vasthouden en daarna door de mond in 6 seconden weer uitblazen. 5. Herhaal bovenstaande oefeningen daarna in zijlig. 6. Herhaal de oefening vervolgens in zit voor de spiegel zodat het kind ziet wat er gebeurt. De oefening is geslaagd wanneer het kind vanuit de buik gaat ademhalen (grote mobiliteit van de hand op de buik) en de thorax ademhaling wordt geminimaliseerd (geen tot zeer geringe beweging van de hand op de thorax).
Huiswerkoefeningen: •
Laat het kind de buikademhaling elke dag thuis oefenen.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
15
Doel 6: Aanleren bekkenbodemgevoel In dit doel staat beschreven hoe je het kind en de ouders uitleg geeft over de bekkenbodemspieren en hun functie en met behulp van welke oefeningen u het kind de bekkenbodemspieren kan leren aanspannen en ontspannen. Leg ook aan het kind/de ouders uit hoe ze deze oefeningen thuis kunnen oefenen. Uitleg bekkenbodemspieren • Leg het kind uit wat spieren zijn, waar ze zich in het lichaam bevinden en hoe ze werken/met elkaar samenwerken (buik, been en bil, ketenspieren). o Bij kleine kinderen uitleg d.m.v. lokalisatie. o Bij oudere kinderen uitleg met een afbeelding van de bekkenbodem met de bekkenbodemspieren. Oefeningen bewustwording van de bekkenbodemspieren 1. Laat het kind op oefenballen (‘bobath-bal’/fitnessbal) van verschillende hoogten zitten. Iedere keer rechtop zittend, handen op de knieën, voeten op de grond. Vervolgens moet het kind met de ogen dicht voelen op welke bal het zit. (Let op of het kind zich bewust wordt dat het kan voelen met de billen). 2. Zelfde uitgangshouding als bij punt 1, op een bal die voor het kind van juiste hoogte is. Laat het kind van voor naar achter rollen; van plasbuis naar anus. 3. Laat het kind op dezelfde oefenbal als bij 2 zitten met de voeten plat op de grond. Het kind maakt een rollende beweging van linker naar rechter bil. 4. Zelfde uitgangshouding als bij 2: maak een draaibeweging van linker bil naar anus, van anus naar rechter bil, van rechter bil naar plasbuis. Als men thuis geen fitnessbal heeft kan evt. ook een opgerolde handdoek in de lengte op een vlakke stoel gebruikt worden. Perstechniek (Silva & Motta, 2013) Indien de defecatie tot stand komt zonder persen hoeft de volgende oefening niet te worden behandeld. Het doel van de oefening is het vergroten van de intra-abdominale druk (waardoor de darmen samenpersen) en de darm stuwkracht tijdens vrijwillige inspanning. De training bestaat uit 2 delen. Deel 1: 1. Laat het kind op de zij liggen met de heup en de knieën 90 graden gebogen. 2. Laat het kind 2 series van 8 x persen/drukken met een uitgezette buik oefenen en laat het kind tussen de 2 series ontspannen 3. Herhaal bovenstaande oefening zittend op een stoel. De training is succesvol als het uitzetten van de buik zichtbaar is.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
16
Huiswerkoefeningen: • Geef het kind bovenstaande oefening(en) voor het voelen van de bekkenbodemspieren mee. • Geef indien nodig het kind de opdracht om na een maaltijd bovenstaande perstechniek uit te voeren om de defecatie te bevorderen. • Integreer behandelde punten uit dit doel met de toilethouding en geef duidelijke opdrachten mee aan het kind om deze uit te voeren tijdens het toiletbezoek.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
17
Literatuurlijst
1. Alton, S. en Sharratt, N. Het grote smak burp prrt plons boek. ISBN: 9044716425 (Momenteel helaas niet leverbaar)
2. Baber, K. F., Anderson, J., Puzanovova, M., & Walker, L. S. (2008). Rome II versus rome III classification of functional gastrointestinal disorders in pediatric chronic abdominal pain. Journal of Pediatric Gastroenterology and Nutrition, 47(3), 299-302. 3. Frenkel, A. Op het potje. ISBN 9025731678 4. Geerdes, L. en Nijman, F. Hillie en Billie leren plassen en poepen. ISBN: 90-76986-34-7 5. McGuigan, F.J. (1993). Progressive relaxation: origins, principles, and clinical applications. In: Paul M. Lehrer en Robert L. Woolfolk (Eds.). (pp 17-52). The Guilford Press: New York. 6. Silva, C. A., & Motta, M. E. (2013). The use of abdominal muscle training, breathing exercises and abdominal massage to treat paediatric chronic functional constipation. Colorectal Disease : The Official Journal of the Association of Coloproctology of Great Britain and Ireland, 15(5), e250-5. 7. Zivkovic, V., Lazovic, M., Vlajkovic, M., Slavkovic, A., Dimitrijevic, L., Stankovic, I., et al. (2012). Diaphragmatic breathing exercises and pelvic floor retraining in children with dysfunctional voiding. European Journal of Physical and Rehabilitation Medicine, 48(3), 413-421.
Protocol kinderbekkenfysiotherapie BOKi onderzoek, september 2014 ©Afdeling huisartsgeneeskunde UMCG, Pelvicum fysiotherapie Groningen
18