HANDLEIDING In-Het-Oor (IHO) toestellen
De twee hoortoestel typeaanduidingen voor modellen in deze gebruikershandleiding zijn: BO312, FCC ID: X26BO312, BO13, FCC ID: X26BO13 en PH13, FCC ID: X26PH13 en PH312, FCC ID: X26PH312. Zie pagina 10, 12 en 14 voor een lijst met modellen die vallen onder beide types.
Verklaring:
Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. Toepassing uitsluitend toegestaan als aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan: (1) Dit apparaat mag geen storende interferentie veroorzaken, en (2) Elke vorm van interferentie moet worden geaccepteerd, inclusief interferentie die leidt tot ongewenste werking. Let op: deze apparatuur is getest en voldoet aan de eisen die aan Klasse B digitale apparatuur worden gesteld, overeenkomstig deel 15 van de FCC-regels. Deze regels zijn opgesteld om een redelijke bescherming te bieden tegen storende interferentie wanneer het apparaat functioneert in een woonomgeving. Dit apparaat genereert en werkt met radiofrequentie-energie en kan dit ook uitstralen. Als de installatie en het gebruik van het apparaat niet volgens de instructies worden uitgevoerd, kan dat leiden tot storende interferentie op radiocommunicatie. Er bestaat echter geen garantie dat er geen interferentie zal optreden bij een bepaalde installatie. Als dit apparaat storende interferentie veroorzaakt bij radio- of televisieontvangst, hetgeen te bepalen is door het apparaat aan en uit te zetten, wordt de gebruiker aangeraden om de interferentie te corrigeren met een van de volgende maatregelen: • • • •
De ontvangstantenne opnieuw richten of verplaatsen. De afstand tussen de ontvanger en het apparaat vergroten. Dit apparaat op een ander voedingscircuit aansluiten dan de ontvanger. De verkoper of een ervaren radio/tv technicus raadplegen.
Veranderingen of modificaties kunnen het recht tot gebruik van dit apparaat ongeldig maken. 2
Gebruiksbestemming
Hoortoestellen zijn bestemd voor slechthorenden om hun gehoor te verbeteren. De essentiële taak van hoortoestellen is geluid te ontvangen, te versterken en door te geven aan het trommelvlies van een slechthorende.
Lijst van landen:
Producten zonder draadloze functionaliteit zijn bestemd voor wereldwijde verkoop. Producten met draadloze functionaliteit zijn bestemd voor verkoop in de landen van de E.E.G. en Zwitserland. Specificatie van restricties: gebruik van de apparatuur binnen 20 km van het centrum van Ny Ålesund, Noorwegen, is niet toegestaan.
3
De producten zijn in overeenstemming met de volgende standaard reglementen: • In de EU: het toestel voldoet aan de essentiële vereisten volgens Annex I van de Richtlijn 93/42/EEC voor medische apparaten (MDD) en Essentiële vereisten en andere relevante voorzieningen van Richtlijn 1999/5/ EC (R&TTE). De conformiteitsverklaring kan worden ingezien op www.resound.com. • In de VS: FCC CFR 47 deel 15, subonderdeel C, sectie 15.249 • In landen buiten de EU en de VS gelden andere internationale reglementaire vereisten. Zie voor desbetreffende gebieden de nationaal geldende vereisten. • De producten zijn gecategoriseerd als Receiver Klasse 2 volgens EN 300 440.
4
5
INLEIDING
Gefeliciteerd met de aankoop van uw nieuwe hoortoestel van ReSound. Geniet van de innovatieve geluidstechnologie en het ontwerp van ReSound. De door uw audicien aangepaste instellingen zorgen voor een uitstekende geluidskwaliteit in uw gezinsleven, uw sociale leven en op uw werk. Uw hoortoestellen stellen u in staat om weer geluiden te horen die u door uw gehoorverlies al jaren niet meer gehoord heeft. Oefening en een positieve houding zijn belangrijk bij het leren omgaan met uw hoortoestellen. Uw ReSound hoortoestellen zijn ingesteld op uw persoonlijk gehoorverlies en uw wensen. Sommige mensen wennen snel aan hun toestellen en de nieuwe geluidservaring, anderen hebben meer tijd nodig. Dit product is een op maat gemaakt toestel. Het doel van deze handleiding is om zo snel mogelijk vertrouwd te raken met alle functies van uw hoortoestel. Lees de informatie zorgvuldig door, zodat u door correct gebruik van uw hooroplossing alle voordelen van het toestel optimaal kunt benutten. Vraag uw audicien om extra informatie als u vragen hebt.
ReSound is een geregistreerd handelsmerk van ReSound A/S
6
Model hoortoestel:
Model 10: Batterijtype 10 Model 30: Batterijtype 13 of 312 (omcirkel er één)
Serienummer links: Serienummer rechts:
7
8
Inhoud Verklaring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Gebruiksbestemming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Lijst van landen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Beschrijving van het hoortoestel . . . . . . . . . . . 10 Van start met uw hoortoestel . . . . . . . . . . . . . . 16 Aan/uit-functie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 SmartStart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Plaatsen en vervangen van de batterij . . . . . . . 17 Waarschuwing lage batterijspanning . . . . . . . . 18 Plaatsen en verwijderen van het toestel . . . . . . 19 Bediening van het hoortoestel . . . . . . . . . . . . . 22 Volumeregeling (optioneel) . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Programmaknopje (optioneel) . . . . . . . . . . . . . 23 Vliegtuigmodus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Telefoongebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Luisterspoel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Luisteren naar radio of tv . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Mobiele telefoons . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . PhoneNow . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ringleidingsystemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderhoud en zorg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Dagelijks onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervangen van het cerumenfilter . . . . . . . . . . . Algemene voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . Algemene waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . Batterijwaarschuwing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Tinnitus Sound Generator . . . . . . . . . . . . . . . . Belangrijke opmerking voor nieuwe gebruikers Voorgeschreven gebruik van de Sound Generator . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Oplossen van problemen . . . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Garantie en reparaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Temperatuurtest, transport en opslaginformatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
26 27 28 29 30 30 31 32 33 34 34 34 38 42 45 45
9
Op maat gemaakte hoortoestellen met externe microfoon en batterijtype 10A zijn te verkrijgen in de volgende uitvoeringen: AL910-MP , AL910-M, AL710-MP, AL710-M, AL510-MP, AL510-M VO910-MP, VO910-M, VO710-MP, VO710-M Op maat gemaakte hoortoestellen met externe microfoon en batterijtype 312 (typeBO312) zijn te verkrijgen in de volgende varianten: AL930-MUW, AL930-MPW, AL930-MW, AL930-MU, AL930-MP, AL930-M AL730-MUW, AL730-MPW, AL730-MW, AL730-MU, AL730-MP, AL730-M AL530-MUW, AL530-MPW, AL530-MW, AL530-MU, AL530-MP, AL530-M VO930-MUW, VO930-MPW, VO930-MW, VO930-MU, VO930-MP, VO930-M VO730-MUW, VO730-MPW, VO730-MW, VO730-MU, VO730-MP, VO730-M
10
Op maat gemaakte hoortoestellen met externe microfoon en batterijtype 13 (type BO13) zijn te verkrijgen in de volgende uitvoeringen: VO930-MUW, VO930-MPW, VO930-MW, VO930-MU, VO930-MP, VO930-M VO730-MUW, VO730-MPW, VO730-MW, VO730-MU, VO730-MP, VO730-M
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Programmaknopje (optioneel) Batterijlade en aan/uit-schakelaar Trekkoordje (optioneel) Geluidsuitgang Cerumenfilter Ontluchting Microfooningang Externe microfoon en buisje (voor MiniMicrofoon) Volumeregelaar (optioneel) Model Fabrikant Serienummer
4 9
1 3 2 8
7 4 5
8
8
11
GN ReSound ReSound Ver so XXX XXX X
2
10 6
3
12
6 11
Mini-in-het-oor (CIC) en minikanaal (MC) hoortoestellen met batterijtype 10A zijn verkrijgbaar in de volgende uitvoeringen:
In-het-oor-hoortoestellen met batterijtype 312 (type PH312) zijn te verkrijgen in de volgende varianten:
AL910, AL910-P, AL920, AL920-P AL710, AL710-P, AL720, AL720-P AL510, AL510-P, AL520, AL520-P AL410, AL410-P, AL420, AL420-P VO910, VO910-P, VO710, VO710-P VO910-C, VO710-C
AL930, AL930-P, AL930-D, AL930-DP AL730, AL730-P, AL730-D, AL730-DP AL530, AL530-P, AL530-D, AL530-DP AL430, AL430-P, AL430-D, AL430-DP VO930, VO930-P, VO930-D, VO930-DP VO730, VO730-P, VO730-D, VO730-DP
12
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Programmaknopje (optioneel) Batterijlade en aan/uit-schakelaar Trekkoordje (optioneel) Geluidsuitgang Cerumenfilter Ontluchting Microfooningang(en) Volumeregeling (optioneel) Model Fabrikant Serienummer
1 7
7
2 6 8
4 5 8 7 1
3
3
10 GN ReSound ReSound Ver so XXX XXX X
9 2
11
6 13
Vervolg van vorige pagina - In-het-oormodellen met 312-batterij (type PH312) zijn verkrijgbaar in de volgende varianten: AL930-W, AL930-DW, AL930-PW, AL930-DPW AL730-W, AL730-DW, AL730-PW, AL730-DPW AL530-W, AL530-DW, AL530-PW, AL530-DPW AL430-W, AL430-DW, AL430-PW, AL430-DPW VO930-W, VO930-DW, VO930-PW, VO930-DPW VO730-W, VO730-DW, VO730-PW, VO730-DPW
14
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Programmaknopje (optioneel) Batterijlade en aan/uit-schakelaar Geluidsuitgang Oorsmeerfilter Ontluchting Microfooningang(en) Volumeregelaar (optioneel) Model Fabrikant Serienummer
3
2
6
6
4
9 8
GN ReS ReSou nd oun X X X d Vers o XXX X
5
4
1 7
5
10
15
Van start met uw hoortoestel
Aan
Aan/uit-functie 1. Wanneer de batterijlade geheel gesloten wordt, gaat het toestel aan en wordt programma 1 geactiveerd. 2. Open, om het toestel uit te schakelen de batterijlade. 3. Gebruik uw vingernagel om deze open te trekken.
i
TIP: als de hoortoestellen niet in gebruik zijn, zet ze dan uit met de batterijlade volledig open en beperk zo het batterijverbruik.
SmartStart
Zet uw toestel pas aan als u het in het oor hebt geplaatst. Als u ze liever voor plaatsing al aan wilt zetten, kan uw audicien de functie SmartStart activeren. SmartStart vertraagt het inschakelen van het toestel. Het toestel gaat dan 10 seconden na het sluiten van de batterijlade echt aan. In de tussentijd hoort u iedere seconde een toontje.
16
Uit
Plaatsen en vervangen van de batterij
Open de batterijlade helemaal met behulp van uw vingernagel. 1. Verwijder de oude batterij. Gebruik een magneet om de batterij makkelijk uit de lade te krijgen. Plaats de nieuwe batterij met de positieve kant in de juiste richting. De batterij heeft een ‘+’ om de positieve pool aan te duiden en de juiste plaatsing te bepalen. Zie pagina 7 voor informatie over het juiste type/formaat batterij voor uw hoortoestel. 2. Sluit de batterijlade voorzichtig
i
TIP: 1. Gebruik altijd nieuwe Zink-lucht batterijen. 2. Als de hoortoestellen niet in gebruik zijn, zet ze dan uit met de batterijlade volledig open en beperk zo het batterijverbruik.
17
Waarschuwing lage batterijspanning
Uw audicien kan uw hoortoestel zo inschakelen dat het een signaal afgeeft als de batterij bijna leeg is. Het hoortoestel geeft geluiden minder sterk door en speelt een melodietje als de batterijspanning te laag is. Dit herhaalt zich iedere 5 minuten totdat het toestel zich automatisch uitschakelt. Het moment waarop het hoortoestel aangeeft dat de batterij bijna leeg is, is afhankelijk van het soort batterij dat u gebruikt. Het is aan te raden extra batterijen op voorraad te hebben.
Waarschuwing lage batterijspanning (toestellen die gepaird zijn met accessoires)
Tijdens het gebruik van de ReSound Unite accessoires (Afstandbediening, Telefoonclip, TV Streamer en MiniMicrofoon) zal het toestel meer stroom verbruiken dan wanneer de accessoires niet gebruikt worden. Dit betekent dat de levensduur van de batterij erg afhankelijk is van het gebruik van draadloze accessoires. Wanneer de batterijspanning tot een bepaald niveau daalt, waardoor de ReSound Unite TV Streamer, Telefoonclip en MiniMicrofoon niet meer gebruikt kunnen worden, zal het hoortoestel tweemaal een kort, aflopend melodietje laten horen. Hierna blijven uw hoortoestel en de ReSound Unite afstandbediening gewoon werken, maar u kunt de andere accessoires niet gebruiken. Als de batterijspanning ook te laag wordt om de afstandbediening te gebruiken, hoort u weer het korte melodietje. Het hoortoestel kunt u nog steeds gewoon gebruiken. Als u een nieuwe batterij plaatst, kunt u weer van alle accessoires gebruik maken.
18
Plaatsen en verwijderen van het toestel Plaatsen (externe microfoon) 1. Neem het hoortoestel tussen duim en wijsvinger aan de boven- en onderzijde of aan de zijkanten. 2. Plaats de geluidsuitgang in de gehoorgang. Draai het bovenste gedeelte van het oorstukje voorzichtig naar achteren en naar voren zodat het oorstukje achter de huidplooi boven uw gehoorgang valt. 3. Plaats het hoortoestel met een licht draaiende beweging in uw gehoorgang. Het openen en sluiten van de mond kan het plaatsen vergemakkelijken. 4. Druk de microfoon voorzichtig in het gerimpelde deel van het oor dat zich boven de microfooningang bevindt. Zorg ervoor dat het slangetje op de juiste plaats zit.
19
Plaatsen (CIC, Minikanaal, MIHO) 1. Neem het hoortoestel tussen duim en wijsvinger aan de boven- en onderzijde of aan de zijkanten. 2. Plaats de geluidsuitgang in de gehoorgang. Beweeg het bovenste deel van het hoortoestel voorzichtig naar voren en naar achteren zodat het achter de huidplooi boven uw gehoorkanaal past. 3. Plaats het hoortoestel met een licht draaiende beweging in uw gehoorgang. Het openen en sluiten van de mond kan het plaatsen vergemakkelijken. Door oefening zult u een manier ontdekken die u het gemakkelijkst vindt. Wanneer het hoortoestel juist geplaatst is, zal het stevig maar comfortabel in uw oor zitten. Neem direct contact op met uw audicien wanneer het hoortoestel irritaties veroorzaakt of wanneer andere oorzaken u beletten het hoortoestel te dragen. Uw audicien kan dan de pasvorm aanpassen.
i i
Probeer nooit zelf de vorm van uw hoortoestel te veranderen.
TIP: door uw oorschelp voorzichtig naar achteren te trekken, vergemakkelijkt u het plaatsen.
20
Verwijderen van het toestel (CIC, externe microfoon) 1. Neem het trekkoordje tussen duim en wijsvinger om het toestel iets naar buiten te trekken. 2. Plaats uw duim tegen de onderkant en de wijsvinger op de bovenkant van het hoortoestel en neem het hoortoestel met een licht draaiende beweging uit de gehoorgang. 3. Indien een toestel met een externe microfoon geen trekkoordje heeft, trekt u hem voorzichtig uit het oor aan het microfoonslangetje.
Verwijderen van het toestel (MIHO) 1. Plaats uw duim tegen de onderkant en uw wijsvinger op de bovenkant van het hoortoestel. 2. Neem het hoortoestel met een licht draaiende beweging uit de gehoorgang.
i
Let op: vraag uw audicien om advies als u moeite hebt met het verwijderen van het hoortoestel.
21
Bediening van het hoortoestel Volumeregeling (optioneel) Uw hoortoestel kan over een volumeregelaar beschikken om het geluid harder of zachter te zetten. 1. Draai de volumeregelaar naar voren om het volume te verhogen. 2. Draai de volumeregelaar naar achteren (weg van het gezicht) om het volume te verlagen. Voor elk niveau harder of zachter hoort u een pieptoon. Als u het maximum of minimum heeft bereikt, hoort u een langere toon.
22
Programmaknopje (optioneel) Afhankelijk van uw ervaring met het gebruik van hoortoestellen, uw persoonlijke behoeftes en de verschillende luisteromgevingen waarin u zich bevindt heeft uw audicien wellicht meerdere programma’s in uw hoortoestel geprogrammeerd. Als extra programma’s geactiveerd zijn, kunt u in de volgende lijst vinden hoe ze werken. 1. Selecteer een volgend programma door de programmaknop 1x in te drukken. 2. U hoort één of meerdere tonen. Het aantal tonen geeft aan welk programma u hebt geselecteerd (één toon = programma 1, twee tonen = programma 2, etc.) 3. U kunt altijd terugkeren naar programma 1 door uw hoortoestel uit of standby te zetten en vervolgens weer in te schakelen. Uw audicien kan de volgende tabel voor u invullen. Programma
Wanneer te gebruiken
1 2 3 4
23
i Vliegtuigmodus*
Wanneer u in een vliegtuig stapt, of u betreedt een gebied waar RF-zenders verboden zijn, moet alle draadloze functionaliteit worden uitgeschakeld, omdat het verboden is radiosignalen uit te stralen tijdens de vlucht of in anderszins beperkte gebieden. Volg voor Alera draadloze hoortoestellen de volgende stappen om de vliegtuigmodus in en uit te schakelen: U kunt de draadloze modus uitschakelen door de batterijlade van het hoortoestel te openen en te sluiten, terwijl u tegelijkertijd op het drukknopje drukt. Wanneer u de draadloze modus weer wilt activeren, hoeft u alleen maar de batterijlade van het hoortoestel te openen en te sluiten, zonder het drukknopje in te drukken. Voor toestellen zonder drukknop: als er geen drukknop op uw toestel zit, kunt u de draadloze werking deactiveren door de batterijlade tweemaal binnen tien seconden te openen en te sluiten. Herhaal deze procedure om draadloos weer in te schakelen. Volg voor Verso draadloze hoortoestellen de volgende stappen om de vliegtuigmodus in en uit te schakelen: U kunt de draadloze modus uitschakelen door de volgende reeks handelingen uit te voeren. Deze handeling is voor hoortoestellen met of zonder programmaknop hetzelfde.
* Alleen voor draadloze modellen 24
1. 2. 3. 4.
Sluit de batterijlade (hoortoestel wordt ingeschakeld) Open de batterijlade binnen 10 seconden na uitvoeren van handeling 1 (hoortoestel wordt uitgeschakeld) Sluit de batterijlade (hoortoestel wordt voor een tweede keer ingeschakeld) Open de batterijlade binnen 10 seconden na uitvoeren van handeling 3 (hoortoestel wordt voor een tweede keer uitgeschakeld) 5. Sluit de batterijlade (hoortoestel wordt voor een derde keer ingeschakeld) Als u de draadloze werking handmatig hebt uitgeschakeld, kunt u deze weer inschakelen door de batterijlade te openen en te sluiten. Na het uitvoeren van deze handeling duurt het 10 seconden voordat de draadloze werking weer actief is.
Telefoongebruik
Telefoneren terwijl u uw hoortoestel draagt vergt vaak enige oefening. De volgende adviezen kunnen helpen bij het voeren van een telefoongesprek. • Houd de telefoon vast zoals u dat gewend bent. • Houd de telefoon tegen de bovenzijde van het oor (dicht bij de microfoons). • Als u fluittonen hoort, houdt dan uw telefoon even in dezelfde positie zodat het hoortoestel zich aanpast om feedback te elimineren. • De fluittoon kan ook verminderd worden door de telefoon iets verder van het oor af te houden. • Afhankelijk van uw behoefte kan uw audicien een programma activeren dat geschikt is voor telefoneren. Ook kunnen accessoires wellicht een oplossing bieden.
25
Luisterspoel (optioneel op een aantal IHO en externe microfoon modellen).
Uw hoortoestel kan voorzien zijn van een inductie- ofwel luisterspoel die magnetische golven van een voor hoortoestellen geschikte telefoon opvangt. Deze pakt het magnetische signaal van uw telefoon op en zet het om in geluid. Een optioneel telefoonprogramma helpt u met het spraakverstaan van de telefoon. Bij gebruik van een luisterspoelprogramma dient u de hoorn van de telefoon achter uw oor bij het hoortoestel te plaatsen en wellicht iets te draaien om de beste ontvangst te krijgen.
Luisteren naar radio of tv
Begin eerst eens met het luisteren naar een nieuwsuitzending, aangezien nieuwslezers over het algemeen duidelijk spreken. Daarna kunt u andere programma’s proberen. Als u moeite hebt met het verstaan van de radio of TV, kan uw audicien u advies geven over eventuele accessoires om dat te verbeteren.
Mobiele telefoons
Uw hoortoestel voldoet aan alle eisen met betrekking tot de Internationale Standaard voor Elektromagnetische Compatibiliteit. Niet alle mobiele telefoons zijn geschikt om in combinatie met de hoortoestellen te gebruiken. De mate van storing op uw hoortoestel kan aan uw mobiele telefoon of aan de provider liggen. Als het gebruik van uw mobiele telefoon in combinatie met uw hoortoestel niet tot de gewenste resultaten leidt, kan uw audicien u adviseren over beschikbare accessoires om de mogelijkheden te vergroten.
26
PhoneNow (niet verkrijgbaar op VO910-C- en VO710-C-toestellen)
Als de PhoneNow functie door uw audicien is ingeschakeld zal uw hoortoestel automatisch naar uw telefoonprogramma schakelen als u de telefoon bij het oor houdt. Als u de telefoon weer van het oor weghaalt, schakelt het hoortoestel weer naar het laatst gebruikte luisterprogramma. Plaatsing van de PhoneNow-magneten Plaats, om de PhoneNow-functie in te schakelen, de PhoneNow-magneet op uw telefoonhoorn. Om de PhoneNow-magneet correct te plaatsen, dient u: 1. De telefoonhoorn grondig te reinigen. 2. De telefoon verticaal te houden, net als tijdens het bellen 3. De magneet net onder het speakertje te plaatsen. Let op dat u de microfoonopeningen niet afdekt. Als dit lastig is in het gebruik kunt u ook proberen of hij op een andere positie goed functioneert. 4. Als u niet tevreden bent met de sterkte van PhoneNow, kunt u de PhoneNow-magneet op een andere plek plaatsen of extra PhoneNow-magneten toevoegen.
i
Gebruik alleen een aanbevolen reinigingsmiddel om de telefoon te reinigen voor het plaatsen van de magneet. Gebruik van PhoneNow Telefoons kunnen op een normale manier gebruikt worden. Een kort melodietje geeft aan dat de functie PhoneNow uw hoortoestel automatisch naar het telefoonprogramma heeft geschakeld. In het begin moet u wellicht even uitvinden hoe u de telefoon moet houden om PhoneNow goed te laten functioneren én om goed te verstaan. 27
i
PhoneNow waarschuwingen
1. Houd magneten uit de buurt van huisdieren, kinderen en mensen met een verstandelijke beperking. Neem contact op met de huisarts als een magneet is ingeslikt. 2. De magneet kan invloed hebben op medische apparatuur of elektronische systemen. Producenten van magnetisch gevoelige apparaten (bijv. pacemakers) moeten u adviseren over de juiste veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van het hoortoestel en de magneet in de buurt van de medische apparatuur of elektronische systemen. Als de producent geen verklaring heeft afgegeven, raden we aan een telefoon met magneet daarom altijd 30cm van pacemakers, creditcards en andere voor magneetveld gevoelige zaken te houden. 3. Grote vervorming tijdens het draaien van een nummer of tijdens het bellen kan betekenen dat de telefoon teveel beïnvloed wordt door de magneet. Om schade te voorkomen, moet u de magneet in een andere positie plaatsen. 4. Gebruik alleen de magneten die geleverd worden door GN ReSound.
Ringleidingsystemen
Veel openbare gelegenheden, zoals scholen, theaters en kerken, zijn uitgerust met ringleidingsystemen. Selecteer het luisterspoelprogramma om gebruik te maken van een ringleidingsysteem. Hierbij wordt het geluid direct opgevangen, wat het spraakverstaan verbetert. Als er bij een ringleiding geen geluid is wanneer u het luisterspoelprogramma geactiveerd hebt, kan de ringleiding uitgeschakeld zijn of niet correct werken. Als er ergens geen ringleiding aanwezig is, probeer dan zoveel mogelijk vooraan te zitten en maak gebruik van de microfoonprogramma’s.
28
iOnderhoud en zorg
Uw hoortoestel is beschermd door een Nanotech coating, een uiterst dun laagje beschermend en waterafstotend materiaal. Volg de onderstaande instructies om nog langer plezier te hebben van uw hoortoestellen. 1. Houd uw hoortoestel schoon en droog. Veeg de buitenkant na gebruik af met een zachte doek om vet of vocht te verwijderen. Gebruik geen water of vloeistoffen. Deze kunnen het hoortoestel beschadigen. 2. Dompel het toestel nooit onder in water of andere vloeistoffen, dit kan blijvende schade aan het hoortoestel veroorzaken. 3. Behandel uw hoortoestel met zorg en laat het niet op harde oppervlakken of vloeren vallen. 4. Laat hoortoestellen niet in de nabijheid van warmtebronnen of in direct zonlicht liggen. Overmatige warmte kan het toestel beschadigen of de behuizing vervormen. 5. Draag uw hoortoestel niet tijdens het douchen, zwemmen, bij zware regen of in een vochtige omgeving, zoals een stoombad of sauna. 6. Mocht uw hoortoestel nat worden of blootgesteld zijn aan veel vocht of transpiratie, laat het dan een nacht drogen zonder batterij en met de batterijlade open. U kunt uw toestel en batterij ook een nacht in een droogdoosje plaatsen met een droogmiddel. Gebruik het hoortoestel pas als het volledig droog is. Uw audicien kan u over verschillende droogsystemen adviseren. 7. Draag uw toestellen niet tijdens het aanbrengen van cosmetica, zoals parfum of aftershave, haarlak en zonnebrandcrème. Als dit in de toestellen terecht komt kunnen deze beschadigd raken.
29
iDagelijks onderhoud
Houd uw hoortoestel schoon en droog. Maak dagelijks de hoortoestellen schoon met een zachte doek of tissue. Verwijder oorsmeer of vuil van de hoortoestellen met een borstel en/of slangetje. Plaats het hoortoestel met een droogmiddel een nacht in een houder indien het hoortoestel is blootgesteld aan hoge vochtigheid of transpiratie. Informeer bij uw audicien welk droogmiddel u het beste kunt gebruiken.
Vervangen van het cerumenfilter
Op maat gemaakte hoortoestellen kunnen beschikken over een cerumenfilter dat beschermt tegen oorsmeer en vocht. Het is aan te raden deze te vervangen indien nodig. Voer voor het vervangen van de filters de volgende stappen uit: 1. Ga met het borsteltje over de geluidsuitgang, waarbij de opening naar beneden wijst. 2. Stop het blauwe staafje met de schroefdraad in het gebruikte oorsmeerfilter en draai voorzichtig met de klok mee. 3. Trek het oorsmeerfilter voorzichtig los. 4. Berg het gebruikte filter op door het in de opening, in het midden van de HF3 kit te stoppen en het naar het uiteinde te verplaatsen. 5. Draai de HF3 filter tool, zoek een nieuw filter in de draaischijf, en druk het uiteinde van het staafje (andere kant dan het schroefdraad) in het cerumenfilter. 6. Haal het nieuwe oorsmeerfilter voorzichtig uit de draaischijf. 7. Plaats het nieuwe filter in de geluidsuitgang. 8. Druk het nieuwe filter in de opening en trek en wiebel tegelijkertijd op en neer totdat het nieuwe filter op zijn plek zit.
i
TIP: door even met de vlakke zijde van de draaischijf op het nieuwe filter te drukken, bent u er extra zeker van dat het filter goed geplaatst is. 30
i
Let op: indien er een ander soort cerumenfiltersysteem wordt gebruikt voor uw hoortoestellen, of als er helemaal geen cerumenfilter wordt gebruikt, raadpleeg dan uw audicien voor de juiste instructies.
i i Algemene voorzorgsmaatregelen
Gebruik alleen originele ReSound onderdelen, bijv. cerumenfilters.
1. Laat uw hoortoestel niet liggen in de zon, bij open vuur of in een hete, geparkeerde auto. 2. Draag uw hoortoestel niet tijdens het douchen, zwemmen, bij zware regen of in een erg vochtige omgeving, zoals stoombad of sauna. 3. Als uw hoortoestel vochtig is geworden plaatst u het in een droogdoosje met een droogmiddel. U kunt hiervoor terecht bij uw audicien, deze kan u over verschillende droogsystemen adviseren. 4. Draag uw hoortoestellen niet tijdens het aanbrengen van cosmetica, zoals parfum, aftershave, haarlak of zonnebrandcrème. 5. Indien de draadloze functionaliteit geactiveerd is, kan er met digitaal gecodeerde transmissie met andere draadloze apparatuur gecommuniceerd worden. Hoewel onwaarschijnlijk, kan het gebeuren dat er storing optreedt bij andere elektronische apparatuur. Mocht dit gebeuren, zorg dan dat er meer afstand is tussen het hoortoestel en desbetreffende apparatuur. 6. Als u gebruik maakt van de draadloze functionaliteit en de apparaten ontvangen elektromagnetische ruis, ga dan verder weg van de bron staan. 7. Koppel alleen ReSound hoortoestellen aan ReSound accessoires die bedoeld en gekwalificeerd zijn voor gebruik met ReSound hoortoestellen. Probeer nooit zelf uw hoortoestel, oorstukjes of geluidsslangetje te buigen of van vorm te veranderen. 8. Gebruik voor de draadloze functionaliteit alleen de ReSound Unite accessoires. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding van de betreffende Resound Unite accessoire.
31
iAlgemene waarschuwingen
1. Raadpleeg uw audicien als u een vreemd voorwerp in uw gehoorgang aantreft, als u huidirritatie ondervindt of als u last heeft van overmatig oorsmeer bij het dragen van uw hoortoestel. 2. Verschillende soorten straling, van NMR-, MRI- of CT-scanners, kunnen schade veroorzaken aan uw hoortoestel. Draag uw hoortoestel daarom niet tijdens deze of soortgelijke scanprocedures. Andere soorten scanners (inbraakalarm, bewegingsmelders, radioapparatuur, mobiele telefoons, etc.) bevatten minder straling en beschadigen uw hoortoestel niet. Ze kunnen echter wel tijdelijk de geluidskwaliteit van uw hoortoestellen beïnvloeden of vreemde geluiden veroorzaken. 3. Draag uw hoortoestel niet in mijnen, olievelden of andere explosieve ruimten, tenzij deze ruimten zijn vrijgegeven voor het gebruik van hoortoestellen. 4. Laat uw toestel niet dragen door anderen. Dit kan de hoortoestellen of het gehoor van de andere persoon beschadigen. 5. Vanwege verstikkingsgevaar moet het gebruik van hoortoestellen door kinderen of mensen met een verstandelijke beperking altijd onder supervisie gebeuren. Let erop dat u kinderen niet zonder toezicht achterlaat met het hoortoestel. 6. Hoortoestellen mogen alleen gebruikt worden zoals ingesteld door uw audicien. Gebruik met sterk afwijkende instellingen kan mogelijk tot extra gehoorverlies leiden. 7. Gebruik het toestel niet als het kapot is. 8. Indien u gaat vliegen, vergeet dan niet de draadloze modus uit te schakelen. 9. Houd magneten uit de buurt van huisdieren, kinderen en mensen met een verstandelijke beperking. Neem contact op met de huisarts als een magneet is ingeslikt. 10. Schakel de draadloze functionaliteit uit door de vliegtuigmodus te gebruiken in ruimten waar het uitzenden van radiofrequentie verboden is.
32
i
Let op: • ReSound draadloze toestellen werken in het frequentiebereik 2,4GHz - 2,48 GHz. • ReSound draadloze toestellen bevatten een RF-transmitter die werkt in het bereik 2,4 GHz - 2,48 GHz. • Gebruik voor de draadloze functionaliteit alleen de ReSound Unite accessoires. Raadpleeg voor verdere informatie over bijvoorbeeld koppelen de handleiding van de betreffende Resound Unite accessoire.
iBatterijwaarschuwing
Batterijen, hoe klein ze ook zijn, bevatten gevaarlijke stoffen, en dienen te worden ingeleverd als klein chemisch afval. Dit is voor uw eigen veiligheid en ter bescherming van het milieu. Let op: 1. Probeer standaard Zink-lucht batterijen niet opnieuw op te laden. Ze kunnen gaan lekken en exploderen. 2. Gebruikte batterijen zijn schadelijk voor het milieu. Voer ze af als klein chemisch afval of breng ze terug naar uw audicien. 3. Verbrand batterijen NIET. Deze kunnen ontploffen. 4. Steek batterijen NIET in uw mond. Raadpleeg direct een arts als een batterij is ingeslikt. Deze kan schadelijk zijn voor de gezondheid. 5. Houd batterijen buiten bereik van huisdieren, kinderen en mensen met een verstandelijke beperking. 6. Verwijder de batterijen als u het hoortoestel een langere periode niet gebruikt. Zo voorkomt u lekkage.
33
ReSound Alera TS en Verso TS met Tinnitus Sound Generator
Uw ReSound TS-hoortoestellen zijn uitgerust met een Tinnitus Sound Generator. Dit is een instrument voor het genereren van geluiden die gebruikt worden in tinnitus beheersprogramma’s om het effect van tinnitus te verminderen. De Tinnitus Sound Generator kan geluiden genereren die zijn aangepast aan uw persoonlijke voorkeuren en therapeutische wensen zoals vastgesteld door uw arts, audioloog of audicien. Afhankelijk van het geselecteerde hoortoestelprogramma en de omgeving waarin u zich bevindt, hoort u soms een therapeutisch geluid.
Belangrijke opmerking voor nieuwe gebruikers Volgens de gangbare gezondheidspraktijken is het verplicht dat iemand met een tinnitusaandoening onderzocht wordt door een bevoegd audioloog of arts (bij voorkeur een KNO-arts), voordat hij een Sound Generator gaat gebruiken. Het doel van een medisch onderzoek is te zorgen dat alle medisch te behandelen aandoeningen die van invloed zijn op het gehoor en/of de tinnitus ontdekt en behandeld zijn voordat het hoortoestel gebruikt wordt. De Sound Generator is een instrument voor het genereren van geluiden die met het juiste advies en/of een tinnitusbehandelprogramma de tinnitusklachten mogelijk verlichten.
Voorgeschreven gebruik van de Sound Generator Gebruik het toestel zoals voorgeschreven door uw audicien. Mocht u bijwerkingen ervaren door het gebruik van het toestel, zoals duizeligheid, misselijkheid, hoofdpijn, verminderd gehoor of grotere perceptie van de tinnitus, dan moet u het gebruik staken en medisch advies vragen. Het product is voornamelijk bedoeld voor volwassenen van 18 jaar of ouder maar het kan ook gebruikt worden door kinderen van 5 jaar of ouder. Kinderen en mensen met een verstandelijke beperking hebben training nodig van een arts, audioloog, audicien of hulp van een ouder of voogd voor het plaatsen en verwijderen van het toestel. 34
i
WAARSCHUWING – Tinnitus Sound Generator
De maximale output van de Tinnitus Sound Generator valt binnen het bereik dat gehoorverlies kan veroorzaken volgens de OSHA-regelgeving. De gebruiker mag de Sound Generator niet langer dan acht (8) uur per dag gebruiken als deze is ingesteld lager dan 90db SPL. Boven dat niveau mag het toestel niet langer dan twee (2) uur per dag gebruikt worden. De Sound Generator mag NOOIT op oncomfortabele niveaus gebruikt worden. Kinderen en mensen met een verstandelijke beperking mogen het toestel alleen dragen onder supervisie.
i
Algemene waarschuwingen of voorzorgsmaatregelen
Hoortoestellen en Sound Generators kunnen gevaarlijk zijn bij incorrect gebruik. Sound Generators mogen alleen gebruikt worden op advies van uw arts, audioloog of gecertificeerd audicien. De Sound Generator is geen speelgoed en moet buiten bereik van iedereen (met name kinderen en huisdieren) gehouden worden die zichzelf zou kunnen verwonden.
35
Audio Signal Technology Digitaal
Beschikbare geluiden
Witte ruissignaal dat gevormd wordt met behulp van de volgende configuraties: • • • • • • • • • •
High-pass-filter: 500 Hz High-pass-filter: 750 Hz High-pass-filter: 1000 Hz High-pass-filter: 1500 Hz High-pass-filter: 2000 Hz Low-pass filter: 2000 Hz Low-pass filter: 3000 Hz Low-pass filter: 4000 Hz Low-pass filter: 5000 Hz Low-pass filter: 6000 Hz
Het witte ruissignaal kan in sterkte gemoduleerd worden met een modulatiediepte van maximaal 14 dB.
36
37
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN SYMPTOOM
oorzaak Toestel is uitgeschakeld
Geen geluid
Lege batterij Batterijlade sluit niet Verstopt cerumenfilter Hoortoestel onjuist geplaatst Verstopte geluidsuitgang
Niet hard genoeg
Verandering in gehoor Overmatig oorsmeer Volume te laag ingesteld
38
MOGELIJKE OPLOSSING Schakel het toestel in door de batterijlade te sluiten Batterij vervangen Batterij op de juiste wijze plaatsen Vervang het cerumenfilter of raadpleeg uw audicien Opnieuw plaatsen van het hoortoestel Vervang het cerumenfilter of raadpleeg uw audicien Neem contact op met uw audicien Raadpleeg uw arts Volume verhogen of raadpleeg uw audicien
39
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN SYMPTOOM
oorzaak Oorstukje onjuist geplaatst
Fluittonen, terugkoppeling, feedback
Overmatig oorsmeer DFS kalibratie niet goed Hoortoestel niet optimaal ingesteld Lege batterij
Geluid vervormd/niet helder
Slecht passend oorstukje of EarTip Hoortoestel beschadigd Hoortoestel niet optimaal ingesteld
Draadloos werkt niet.
Mogelijke oorzaak - toestel staat in vliegtuigmodus
* Raadpleeg uw audicien bij andere problemen. 40
MOGELIJKE OPLOSSING Oorstukje voorzichtig opnieuw plaatsen Neem contact op met uw audicien Neem contact op met uw audicien Neem contact op met uw audicien Batterij vervangen Neem contact op met uw audicien Neem contact op met uw audicien Neem contact op met uw audicien Voor apparaten met een drukknop: Open en sluit de batterijlade. Voor apparaten zonder drukknop: Open en sluit de batterijlade 2 keer binnen 10 seconden (als oorzaak is dat het toestel in vliegtuigmodus staat). 41
Technische gegevens (Externe microfoon) Model hoortoestel
Maximale output (2cc Coupler / IEC 60118-7)
AL910-M, AL710-M, AL510-M AL910-MP, AL710-MP, AL510-MP
112 dB SPL (typisch) 117 dB SPL (typisch)
AL930-M, AL730-M, AL530-M, AL930-MW, AL730-MW, AL530-MW AL930-MP, AL730-MP, AL530-MP, AL930-MPW, AL730-MPW, AL530-MPW AL930-MU, AL730-MU, AL530-MU, AL930-MUW, AL730-MUW, AL530-MUW
112 dB SPL (typisch)
128 dB SPL (typisch)
VO910-M, VO710-M VO910-MP, VO710-MP
113 dB SPL (typisch) 117 dB SPL (typisch)
VO930-M, VO730-M, VO930-MW, VO730-MW VO930-MP, VO730-MP, VO930-MPW, VO730-MPW VO930-MU, VO730-MU, VO930-MUW, VO730-MUW
112 dB SPL (typisch) 118 dB SPL (typisch) 130 dB SPL (typisch)
42
117 dB SPL (typisch)
Technische gegevens (CIC, minikanaal en MIHO) Model hoortoestel
Maximale output (2cc Coupler / IEC 60118-7)
AL910, AL710, AL510
112dB SPL (typisch)
AL910-P, AL710-P, AL510-P, AL410-P
116dB SPL (typisch)
AL920, AL720, AL520, AL420
112dB SPL (typisch)
AL920-P, AL720-P, AL520-P, AL420-P
116dB SPL (typisch)
AL930, AL730, AL530, AL430 AL930-D, AL730-D, AL530-D, AL430-D AL930-W. AL930-DW, AL730-W. AL730-DW, AL530-W. AL530-DW, AL430-W. AL430-DW
114dB SPL (typisch)
AL930-P, AL730-P, AL530-P, AL430-P AL930-DP, AL730-DP, AL530DP, AL430-DP, AL-930-PW, AL930-DPW, AL-730-PW, AL730-DPW, AL-530-PW, AL530-DPW, AL-430-PW, AL430-DPW
117dB SPL (typisch)
VO910-C, VO710-C VO910, VO710 VO910-P, VO710-P VO930, VO730, VO930-D, VO730-D VO930-W, VO730-W, VO930-DW, VO730-DW VO930-P, VO730-P, VO930-DP, VO730-DP VO930-PW, VO730-PW, VO930-DPW, VO730-DPW
111dB SPL (typisch) 112dB SPL (typisch) 117dB SPL (typisch) 114dB SPL (typisch) 114dB SPL (typisch) 118dB SPL (typisch) 118dB SPL (typisch) 43
44
Garantie en reparaties
ReSound verleent op alle digitale hoortoestellen een garantie in het geval van fouten in vakmanschap of materialen, zoals beschreven in de betreffende garantiebepalingen. In haar servicebeleid belooft ReSound een functionaliteit te garanderen die op zijn minst equivalent is aan die van het orginele hoortoestel. Als mede-ondertekenaar van het United Nations Global Compact-initiatief heeft ReSound zich eraan gecommiteerd om haar servicebeleid uit te voeren volgens de gangbare milieuvriendelijke normen. Hoortoestellen kunnen daarom, naar inzicht van ReSound, vervangen worden door nieuwe producten of door producten gefabriceerd uit nieuwe of te repareren gebruikte onderdelen, of gerepareerd met nieuwe of in nieuwstaat teruggebrachte componenten. De garantieperiode van uw hoortoestel wordt aangegeven in uw garantiebepalingen, die uw audicien u verschaft heeft. Als er onderhoud verricht moet worden aan uw ReSound hoortoestel, neemt u dan contact op met uw audicien. ReSound hoortoestellen met een defect dienen gerepareerd te worden door een gecertificeerd servicemonteur. Probeer nooit zelf de kast van het hoortoestel te openen, anders vervalt het recht op garantie.
Temperatuurtest, transport en opslaginformatie
GN ReSound hoortoestellen zijn onderworpen aan diverse tempratuur- en vochttesten tijdens verwarmingscycli tussen -25 en 70 graden celsius volgens interne en industriestandaards. Tijdens transport of opslag mag de temperatuur niet buiten -20ºC en 60ºC komen en de relatieve vochtigheid niet boven 90% RH zonder condensatie (gedurende beperkte tijd). De luchtdruk mag liggen tussen 500 en 1100 hPa.
45
Lees informatie met een waarschuwingssymbool zorgvuldig door
i
WAARSCHUWING wijst op een situatie die kan leiden tot ernstige verwondingen. VOORZORGSMAATREGELEN wijzen op een situatie die kunnen leiden tot kleine verwondingen.
i
Adviezen en tips over optimaal gebruik van uw hoortoestel
Apparatuur maakt gebruik van RF overdracht.
Dit product valt onder ‘Type B contactonderdelen’
46
Vraag uw audicien naar het afvoeren van uw hoortoestel.
Dekplaat/Elektronica door: ReSound A/S Alle zaken betreffende de EU-richtlijn medische apparaten 93/42/EEC of Richtlijn van de Raad 1999/5/EEC over radio- en telecommunicatie apparatuur dienen gemeld te worden aan ReSound A/S.
47
400145002-NL-12.08-Rev.A
Internationaal hoofdkantoor ReSound A/S Lautrupbjerg 7 DK-2750 Ballerup Tel.: +45 45 75 11 11 Fax: +45 45 75 11 19 www.resound.com CVR-nr. 55082715
GN Hearing Benelux B.V. ReSound Postbus 85 6930 AB Westervoort Nederland Tel.: +31 (0)26 319 5000 Fax: +31 (0)26 319 5001
[email protected] www.resound.nl
Contactgegevens België Tel.: +32 (0)2 513 55 91 Fax: +32 (0)2 502 04 09
[email protected] www.resound.nl