Federale overheidsdienst VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU
Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement
HANDBOEK ICD-9-CM CODERING Nieuwe codes
Januari 2011
Voorwoord ICD-9-CM heeft nieuwe diagnosecodes en procedurecodes gepubliceerd in oktober 2009 en 2010. Er zijn ook bepaalde codes gewijzigd of afgeschaft. Dit document zet een reeks van deze nieuwe ICD-9-CM codes uiteen. Niet elke code is hierin opgenomen, maar enkel de codes die relevante wijzigingen vertonen in vergelijking met het codeboek ICD-9-CM 2009 (International Classification of Diseases, 9th Revision, Clinical Modification, Sixth Edition, 2009) of waarvoor er nieuwe regels van toepassing zijn. Deze codes dienen gebruikt te worden voor de registraties van MG-MZG vanaf 1 januari 2011. De lijst met al de nieuwe, gewijzigde en afgeschafte codes - inclusief de in het Nederlands en het Frans vertaalde codetitels - is bij dit document gevoegd. De referentielijsten van de FOD zullen ook bijgewerkt worden met de nieuwe, gewijzigde en afgeschafte codes. Al de onderstaande nota's, evenals andere correcties en aanpassingen, zullen ingevoegd worden in de nieuwe versie van de Codeerhandleiding ICD-9-CM van de FOD, die voorzien is voor het eerste semester 2011.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
2
1 Infectieuze en parasitaire aandoeningen Geen nieuwe codes of relevante wijzigingen
2 Neoplasmata Diagnoses 209.31 tot 36 Merkelcelcarcinomata (Merkel cell carcinoma) Merkelcelcarcinomata worden geklasseerd onder de zeldzame neuro-endocriene tumoren van de huid. De prognose is vrij somber. De ziekte wordt ingedeeld (volgens de AJCC classificatie) in 4 stadia: Stadium I: primaire tumor kleiner dan 2cm diameter, geen metastasen Stadium II: primaire tumor groter dan 2cm diameter, geen metastasen Stadium III: één of meer metastatische lymfeklieren, geen metastasen op afstand Stadium IV: één of meer metastases op afstand De primaire tumor presenteert zich als een cutane of subcutane nodule, in de vorm van een papel of vlak, pijnloos en niet jeukend, en is vaak blauwachtig, paars of roodbruin van kleur. Zijn oppervlakte is glad en zij is bedekt door een meestal intacte epiderme. De omvang ervan varieert tussen 0,3 cm tot 12 cm. 209.7x Secundaire neuro-endocriene tumor (Secondary neuroendocrine tumor) Tot en met 2010 moesten metastases van neuro-endocriene tumoren gecodeerd worden met de categorieën 196, 197 en 198 (zoals voor andere vastweefseltumoren). Vanaf 2011 is er een nieuwe categorie specifiek voor deze metastases met de volgende mogelijkheden: 209.70 Secundaire neuro-endocriene tumor, zonder gespecificeerde lokalisatie 209.71 Secundaire neuro-endocriene tumor in verafgelegen lymfeklieren 209.72 Secundaire neuro-endocriene tumor van de lever 209.73 Secundaire neuro-endocriene tumor van de beenderen 209.74 Secundaire neuro-endocriene tumor van het peritoneum 209.75 Secundair Merkelcelcarcinoma 209.79 Secundaire neuro-endocriene tumor ter hoogte van andere lokalisaties
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
3
3 Endocriene, nutritionele, metabole en immunologische aandoeningen Diagnoses 274.0x Jicht artropathie (Gouty arthropathy) Nieuwe onderverdeling met onderscheid tussen acuut en chronisch in: 274.00 Jicht artropathie, niet gespecificeerd (zoals vroeger) 274.01 Acute jicht artropathie 274.02 Chronische jicht artropathie zonder vermelding van tofi 274.03 Chronische jicht artropathie met tofi Een jichttofus of jichtknobbel is een kristalophoping die wit kan doorschemeren door de huid heen. Een tofus komt meestal voor aan de vingers, tenen, ellebogen en aan de buitenrand van de oorschelpen. Als de huid rondom een tofus stuk gaat, kan er een dikke, krijtachtige substantie naar buiten komen. 275.0x Stoornissen in het ijzermetabolisme (Disorders of iron metabolism) Nieuwe onderverdeling volgens etiologie in:
275.01 Erfelijke hemochromatose 275.02 Hemochromatose ten gevolge van herhaaldelijke rode bloedceltransfusies 275.03 Andere hemochromatose
276.6x Vochtovervulling (Fluid overload) Nieuwe onderverdeling volgens etiologie in:
276.61 Circulatoire overvulling ten gevolge van een transfusie 276.69 Andere vochtovervulling
277.88 Tumor lysis syndroom (Tumor lysis syndrome) Het tumor lysis syndroom is een geheel van metabole complicaties veroorzaakt door de afbraakproducten van afstervende kankercellen. Deze complicaties zijn o.a. hyperkaliemie, hyperfosfatemie + (secundaire) hypocalcemie en hyperuricemie met als gevolg hiervan jicht arthro- en nefropathie en acute nierinsufficiëntie. Dit syndroom komt het meest voor bij hematologische maligniteiten en wordt meestal veroorzaakt door chemotherapie of bestraling (E-code toevoegen) maar kan ook spontaan voorkomen. 278.03 Obesitas-hypoventilatie-syndroom (Obesity hypoventilation syndrome) Dit syndroom, ook wel “Pickwick”-syndroom genoemd, komt voor bij belangrijke obesitas waardoor diepte en frequentie van ademhaling onvoldoende zijn voor een normale oxigenatie met chronisch lage O² (hypoxie) en hoge CO² -bloedwaarden (hypercapnie) als gevolg. Bovendien ontwikkelen patiënten met deze aandoening ook vaak een obstructief slaapapneesydroom (OSAS) met hypersomnie overdag als gevolg van nachtelijke ‘arousals’ Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
4
(ontwaken) door continu recidiverende apnees. Andere complicaties zijn pulmonale hypertensie met secundair rechter hartfalen (chronisch cor pulmonale). V85.4x BMI van 40 en meer, volwassene (Body Mass Index 40 and over, adult)) Om tegemoet te komen aan de toenemende epidemie van obesitas is de reeks met BMI-codes uitgebreid naar boven door aan de subcategorie V85.4 een vijfde cijfer toe te kennen. 279.4x Auto-immuunziekte, niet elders geclassificeerd (Autoimmune disease, not elsewhere classified) Nieuwe onderverdeling in:
279.41 Auto-immuun lymfoproliferatief syndroom of ALPS 279.49 Auto-immuunziekte, NEC
Het auto-immuun lymfoproliferatief syndroom (ALPS) is een recent (2002) ontdekte kinderziekte die sterk kan lijken op leukemie. Er zijn te veel witte bloedcellen; lymfeklieren zijn opgezwollen, evenals de milt en de lever; bloedplaatjes en rode bloedcellen kunnen aangetast zijn, waardoor respectievelijk bloedingen en bloedarmoede ontstaan. Deze laatste verschijnselen van ALPS ontstaan doordat afweercellen gezonde cellen van het eigen lichaam aanvallen: auto-immuniteit. Het grote verschil met leukemie is dat de cellen in eerste instantie niet kwaadaardig zijn, al kunnen zij dat in de loop van het leven wel worden.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
5
4 Aandoeningen van bloed en hematopoietische organen Diagnoses 285.3 Door (antineoplastische) chemotherapie geïnduceerde anemie (Antineoplastic chemotherapy induced anemia) Voor een geïsoleerde anemie geïnduceerd door antineoplastiche chemotherapie die NIET als APLASTISCH wordt omschreven, bestaat nu een code, namelijk 285.3, Door antineoplastische chemotherapie geïnduceerde anemie. Daarentegen, een aplastische anemie of een pancytopenie geïnduceerd door chemotherapie wordt gecodeerd met 284.89, Aplastische anemie. In beide gevallen wordt een E933.1 meegegeven als E-code.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
6
5 Mentale aandoeningen Diagnoses 315.35 Stoornis van de spreekvaardigheid begonnen in de kinderjaren (Childhood onset fluency disorder) Op aanvraag van de “American Speech-Language-Hearing Association’’ en de ‘’American Psychiatric Association’’ werden de codes omtrent stotteren herzien. Stotteren tast de vlotheid van het spreken aan. Voor een meerderheid van de stotteraars begint dit tijdens de kindertijd, en duurt in sommige gevallen het hele leven. Deze aandoening wordt gekenmerkt door stoornissen in het produceren van spraakgeluiden. Er zijn drie grote oorzaken van stotteren: - Startende in de kindertijd (meestal rond de leeftijd van 2-5 jaar; 95% van de gevallen) - Ten gevolge van neurologische schade (bvb na een CVA) - Beginnende na de kindertijd, vaak gezien als een potentiële conversie reactie of bij simulanten (sinistrose(fr), malingereing (eng)) In de versie 2009 zijn enkel de codes 307 ‘’Special symptoms or syndromes, not elsewhere classified’’ en 438.1x ‘’Speech and language deficits’’ voorhanden. Dus enkel 2 van de 3 oorzaken hebben momenteel unieke codes. Categorie 315.x ‘’Specific delays in development’’ bevat reeds andere ontwikkelingsstoornissen. Aan de categorie 315 werd dan ook de code 315.35 voor “Stoornis van de spreekvaardigheid begonnen in de kinderjaren” toegevoegd. 315.35 Childhood onset fluency disorder Cluttering NOS Stuttering NOS Excludes: Adult onset fluency disorder (307.0) Fluency disorder due to late effect of cerebrovascular accident (438.14) Fluency disorder in conditions classified elsewhere (784.52) Stotteren zonder verdere informatie werd voorheen geklasseerd onder de code 307.0. De index verwijst nu naar de code 315.35 (daar dit de meest frequente vorm van stotteren is) Stuttering 315.35 adult onset 307.0 childhood onset 315.35 due to late effect of cerebrovascular disease (see also Late effect(s) (of) cerebrovascular disease) 438.14 in conditions classified elsewhere 784.52 De omschrijving van 307.0 is nu gewijzigd in “Stoornis van de spreekvaardigheid begonnen op volwassen leeftijd” (Adult onset fluency disorder) 307.0 Adult onset fluency disorder Excludes: childhood onset fluency disorder (315.35) dysphasia (784.59) fluency disorder due to late effect of cerebrovascular accident (438.14) fluency disorder in conditions classified elsewhere (784.52) Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
7
lisping or lalling (307.9) retarded development of speech (315.31-315.39) Stotteren ten gevolge van een CVA heeft eveneens zijn eigen (nieuwe) code gekregen 438.14
Fluency disorder Stuttering due to late effect of cerebrovascular accident
Al er een andere reden voor het stotteren gevonden wordt buiten de drie hoger vermelde aandoeningen, komt men terecht bij de (nieuwe) code 784.52. 784.52 Fluency disorder in conditions classified elsewhere Stuttering in conditions classified elsewhere Code first underlying disease or condition, such as: Parkinson's disease (332.0) Excludes: adult onset fluency disorder (307.0) childhood onset fluency disorder (315.35) fluency disorder due to late effect of cerebrovascular accident (438.14) De huidige code 784.5 ‘’Other speech disturbance’’ is nu immers gesplitst in drie : 784.51 Dysartria 784.52 Fluency disorder in conditions classified elsewhere 784.59 Other speech disturbance
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
8
6 Aandoeningen van zenuwstelsel en zintuiglijke organen Diagnoses 359.71 Inclusielichaampjes- myositis (IBM) (Inclusion body myositis) 359.79 Andere inflammatoire en immune myopathieën, niet elders geclassificeerd (Other inflammatory and immune myopathies, NEC) IBM wordt gekenmerkt door progressieve spierzwakte en –atrofie. Ze worden gekenmerkt door chronische, progressieve spierinflammaties, vergezeld door spierzwakte. De ziekte ontwikkelt zich over een periode van maanden of zelfs jaren. Vallen en struikelen is vaak het eerste teken van de ziekte. Slikstoornissen komen bij ongeveer de helft van de gevallen voor. Door middel van een spierbiopsie kunnen de kenmerkende vacuolen vastgesteld worden in de aangetaste spiervezels. De ziekte reageert meestal niet op corticosteroïden en immunosuppresiva. Andere inflammatoire myopathien zijn bijvoorbeeld polymyositis, dermatomyositis en juvenile myositis. 359.7 Inflammatory and immune myopathies, NEC 359.71 Inclusion body myositis (IBM) 359.79 Other inflammatory and immune myopathies, NEC Inflammatory myopathy NOS 348.81 Temporale sclerose (Temporal sclerosis) Focale epilepsie kan een verworven aandoening zijn, en meestal vindt een focale epilepsie zijn origine in de lobus temporalis. Dit is frequent het gevolg van structurele veranderingen in de hersenen, zoals veroorzaakt door tumoren, vasculaire malformaties, corticale malformaties, littekenweefsel, …. Er zijn structuren in deze regio die bijzonder vatbaar zijn voor schade tengevolge van zowel trauma als hypoxie, wat resulteert in sclerose. De meest frequente sclerosis is de mesiale temporale sclerosis (of sclerosis van de hippocampus). Beide zijn frequente ontslagdiagnoses van epilepsie afdelingen, zeker omdat beide potentieel behandelbaar zijn door chirurgische excisie om de frequentie van epileptische aanvallen te verminderen. In de versie 2009 van ICD-9-CM is de default code voor hersensclerose 341.9 ‘’Demyelinating disease of central nervous system, unspecified’’. Maar geen van beide vormen van sclerose (cf. supra) is een demyelerende aandoening. Daarom wordt er in 2011 een nieuwe code voorzien om deze vormen van temporale sclerosis te identificeren. 348.8 Other conditions of brain 348.81 Temporal sclerosis Hippocampal sclerosis Mesial temporal sclerosis 348.89 Other conditions of brain Cerebral: calcification fungus
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
9
Cave, er is een exclusie toegevoegd bij de categorie 345. Deze exclusie is te begrijpen als de derde vorm van exclude (cf. hoofdstuk B, 1.2, 3de punt, o.a voorbeeld B 6); men mag dus de codes van categorie 345 samen coderen met 348.81. 345
Epilepsy and recurrent seizures
The following fifth-digit subclassification is for use with categories 345.0, .1, .4 -.9 : 0 without mention of intractable epilepsy 1 with intractable epilepsy pharmacoresistant (pharmacologically resistant) poorly controlled treatment resistant refractory (medically) Excludes: hippocampal sclerosis (348.81) mesial temporal sclerosis (348.81) temporal sclerosis (348.81) 372.06 Acute chemische conjunctivitis (Acute chemical conjunctivitis) Chemische conjunctivitis kan het gezichtsvermogen van een patiënt aantasten, maar is minder ernstig dan basische of zure brandwonden van het oog (940.2 – 940.3). Het treedt op wanneer irriterende substanties in contact komen met de ogen. Vaak voorkomend zijn poetsproducten, spuitbussen, rook, smog, industriële vervuiling, “pepper spray” en chloor in zwembaden. In versie 2009 van de ICD-9-CM classificatie verwijst de index voor chemische conjunctivitis naar 372.01, Sereuze conjunctivitis, uitgezonderd viraal. De “American Academy of Pediatrics’’ heeft gevraagd dat er een specifieke code voor acute chemische conjunctivitis wordt gecreëerd. Dit dient niet verward te worden met de codes voor vergiftiging, omdat chemische conjunctivitis niet het gevolg is van een overdosis van een chemische substantie. De geschikte E codes, o.a. voor het adverse effect zijn uiteraard verplicht in België. 372.0 Acute conjunctivitis 372.00 Acute conjunctivitis, unspecified 372.01 Serous conjunctivitis, except viral Excludes: viral conjunctivitis NOS (077.9) ….. 372.06 Acute chemical conjunctivitis Acute toxic conjunctivitis Use additional E code to identify the chemical or toxic agent Excludes: burn of eye and adnexa (940.0-940.9) chemical corrosion injury of eye (940.2-940.3) 572.2 Hepatische encefalopathie (Hepatic encephalopathy) Omdat de term hepatisch coma over het algemeen niet gebruikt wordt, noch bij ons, noch in de verenigde staten, is de omschrijving van de code 572.2 aangepast naar Hepatische encefalopathie. Hepatisch coma is een inclusieterm geworden bij de code. 572.2 Hepatic encephalopathy Hepatic coma Hepatocerebral intoxication Portal-systemic encephalopathy Excludes: hepatic coma associated with viral hepatitis - see category 070
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
10
780.33 Post-traumatische convulsies (Post traumatic seizures) Op aanvraag van de “National Association of Epilepsy Centers” en de “American Academy of Neurology” is er een nieuwe code gecreëerd voor post-traumatische convulsies. Deze code valt binnen de bestaande categorie 780.3x ‘’Convulsions’’ 780.33 Post traumatic seizures Excludes: post traumatic epilepsy (345.00-345.91) Post-traumatische convulsies zijn acute, symptomatische aanvallen ten gevolge van een hoofdtrauma. Een aparte code voor dit type van aanvallen is belangrijk omdat deze patiënten andere prognostische en epidemiologische vooruitzichten hebben 799.5x Symptomen en tekens ivm cognitie (Signs and symptoms involving cognition) Het amerikaanse ministerie van defensie en de “Veteran’s administration” hebben bijkomende codes gevraagd om o.a. traumatische hersenschade beter te kunnen klasseren. Deze codes kunnen zowel gebruikt worden als bijkomende codes wanneer de oorzaak is gekend, als ook wanneer er nog geen oorzaak gekend is. Om deze laatste reden zijn ze dan ook bij de 799 reeks geklasseerd. En dus niet onder de 349.5x ‘’Cognitive symptoms due to neurological conditions classified elsewhere’’ waar de onderliggende aandoening gecodeerd zou moeten geweest zijn. 799.5 Signs and symptoms involving cognition Excludes: amnesia (780.93) amnestic syndrome (294.0) attention deficit disorder (314.00-314.01) late effects of cerebrovascular disease (438) memory loss (780.93) mild cognitive impairment, so stated (331.83) specific problems in developmental delay (315.00-315.9) transient global amnesia (437.7) visuospatial neglect (781.8) 799.51 Attention or concentration deficit 799.52 Cognitive communication deficit 799.53 Visuospatial deficit 799.54 Psychomotor deficit 799.55 Frontal lobe and executive function deficit 799.59 Other signs and symptoms involving cognition V62.85 Moordideatie (Homicidal ideation) Moordideatie is een medische term voor het hebben van gedachten over moord. Dit is geen ziekte op zich, maar het gevolg van andere aandoeningen zoals psychose en delirium. Moordideatie is een belangrijke risicofactor voor gewelddadig gedrag. Vaak heeft een patiënt zowel zelfmoord- als moordideatie. Deze code werd aangevraagd door Mevr. Darlene Hyman en werd hierin gesteund door de “American Psychiatric Association”. V62 Other psychosocial circumstances ….. V62.8 Other psychological or physical stress, not elsewhere classified ….. V62.84 Suicidal ideation Excludes: suicidal tendencies (300.9) V62.85 Homicidal ideations Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
11
Procedures 01.20 Craniaal implantatie/vervanging van neurostimulator pulse generator (Cranial implantation or replacement of neurostimulator pulse generator) 01.29 Verwijderen van een craniale neurostimulator pulse generatorgenerator (Removal of cranial neurostimulator pulse generator) Epilepsie is een frequente aandoening, en wordt vooral behandeld met medicatie. Jammer genoeg vertoont 30 à 40% van de patiënten nog steeds occasionele aanvallen. Tot voor kort hadden deze patiënten slechts twee opties : resectieve hersenchirurgie of het gebruik van een neurostimulator. Bij deze laatste wordt klassiek een elektrode aangebracht in de hersenen tot aan de aangetaste hersenregio 02.93 ‘’Implantation or replacement of intracranial neurostimulator lead(s)’’ samen met een subcutane puls generator 86.96 ‘’Insertion or replacement of other neurostimulator pulse generator’’. Vaak gebeurt dit in twee tijden, waarbij eerst de elektrodes worden ingeplant, en pas in een volgend verblijf de puls generator. Recent is er een nieuwe techniek op de markt waarbij de neurostimulator niet langer subcutaan ingeplant wordt, maar wel intracranieel. Deze ingreep wordt dan ook logischerwijze niet langer geklasseerd onder de 86.x ‘’Operations on skin and subcutaneous tissue’’, maar wel onder de categorie 01.2x ‘’Craniotomy and craniectomy’’. Meestal gebeurt hierbij het implanten van de elektrodes (02.93) en het implanten van de puls generator (01.20) in één tijd. Deze techniek wordt echter nog niet frequent toegepast.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
12
7 Aandoeningen van het circulatoir systeem Diagnoses 453.4x Acute veneuze embolie en trombose van diepe bloedvaten van het onderste lidmaat (Acute venous embolism and thrombosis of deep vessels of lower extremity) Subcategorie 453.4 behandelt voortaan de acute veneuze embolen en trombosen van de diepe bloedvaten van het onderste lidmaat. Conform vroegere richtlijnen, kan deze subcategorie enkel gebruikt worden voor een diepe veneuze trombose die door de clinicus gespecificeerd wordt als eenvoudige trombose, zonder ontsteking van de vaatwand. In andere gevallen, bijvoorbeeld bij de term ‘DVT’, verwijzen we naar categorie 451. 453.5x Chronische veneuze embolie en trombose van diepe bloedvaten van het onderste lidmaat (Chronic venous embolism and thrombosis of deep vessels of lower extremity) Parallel met 453.4 wordt subcategorie 453.5 geïntroduceerd om de chronische embolen en trombosen van de diepe venen van het onderste lidmaat weer te geven. Deze subreeks is van toepassing wanneer de behandelende arts duidelijk het chronisch karakter van de trombose specificeert in het medisch dossier. Een nota maakt de codeerder hier attent op het eventueel langdurig gebruik van anticoagulantia bij dergelijke patiënten. Als dit effectief het geval is, wordt code V58.61 “Long-term (current) use of anticoagulants” (Langdurig (huidig) gebruik van anticoagulantia) bijgecodeerd. 453.6 Veneuze embolie en trombose van oppervlakkige bloedvaten van het onderste lidmaat (Venous embolism and thrombosis of superficial vessels of lower extremity) Trombosen en embolen van de oppervlakkige venen van het onderste lidmaat worden ondergebracht in de nieuwe code 453.6, zonder specificatie van het acuut of chronisch karakter. Voor oppervlakkige bloedvaten geldt tevens geen uitzonderingsregel. 453.7x Chronische veneuze embolie en trombose van andere gespecificeerde vaten (Chronic venous embolism and thrombosis of other specified vessels) EN
453.8x Acute veneuze embolie en trombose van andere gespecificeerde vaten (Acute venous embolism and thrombosis of other specified vessels) De veneuze embolen en trombosen ter hoogte van het bovenste lidmaat, de thorax en de hals worden voortaan geklasseerd in subcategorieën 453.7 en 453.8, de eerste voor de chronische vorm, de laatste voor de acute vorm. Bij code 453.82 (diepe aders) geldt dezelfde opmerking als bij 453.4x: enkel te registreren indien vermelding door de clinicus van eenvoudige trombose zonder ontsteking van de vaatwand. Om van chronische trombose of embool (453.7x) te spreken, moet dit ook hier duidelijk gedocumenteerd zijn in het patiëntendossier. Opnieuw maakt een nota de codeerder attent op de eventuele chronische anticotherapie bij zo’n patiënten. Indien van toepassing, wordt code
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
13
V58.61 “Long-term (current) use of anticoagulants” (Langdurig (huidig) gebruik van anticoagulantia) toegevoegd aan de registratie. 416.2 Chronische longembolie (Chronic pulmonary embolism) Deze nieuwe code is beschikbaar voor het chronisch longembool. De chronische aard van de aandoening moet duidelijk vermeld zijn in het dossier. Clinici spreken soms over een trombo-embolische aandoening van de long. 438.1 Late gevolgen van cerebrovasculaire ziekte, spraak- en taalstoornissen (Late effects of cerebrovascular disease, speech and language deficits) Twee nieuwe codes zijn beschikbaar in deze subcategorie om, naast de bestaande afasie en dysfasie, de spraakstoornis als laat-gevolg van CVA beter te verduidelijken: 438.13: dysartrie 438.14: stoornis in de spreekvaardigheid (vlotheid) 447.7x Ectasie van de aorta (Aortic ectasia) Ectasie verwijst naar een beperkte dilatatie van de aorta, die niet gedocumenteerd wordt als een aneurysma. Doorgaans is die uitzetting kleiner dan 3 cm diameter. Ectasie van de aorta mag dan ook niet gelijkgesteld worden met aneurysma. Ze wordt voortaan gecodeerd in subcategorie 447.7: 447.70: niet-gespecificeerde lokalisatie; 447.71: thoracale aorta; 447.72: abdominale aorta; 447.73: thoraco-abdominale aorta.
V-codes V13.65 Persoonlijke voorgeschiedenis van (gecorrigeerde) congenitale misvormingen van het hart en het circulatoir systeem (Personal history of (corrected) congenital malformations of heart and circulatory system) Deze code kan worden meegegeven bij een patiënt met voorgeschiedenis van congenitale misvorming van het hart- en vaatstelsel, die bijvoorbeeld operatief gecorrigeerd werd. Indien de patiënt effectief een ingreep ter hoogte van hart en/of grote bloedvaten heeft ondergaan in de voorgeschiedenis, moet V13.65 gecombineerd worden met V15.1 “History of surgery to heart and great vessels” (Persoonlijke voorgeschiedenis van chirurgie aan hart en grote vaten).
Procedures 17.5x Bijkomende cardiovasculaire procedures (Additional cardiovascular procedures) Modulatie van de hartcontractiliteit (CCM) is een nieuwe behandelingstechniek voor patiënten met matig tot ernstig hartfalen, ten gevolge van zowel ischemische als niet-ischemische cardiopathieën. CCM bestaat erin impulsen uit te sturen tijdens de absolute refractaire periode van de hartspier om op die manier de cardiale functie en contractiliteit te verbeteren. In tegenstelling tot de signalen van een klassieke pacemaker, initiëren de impulsen van CCM geen nieuwe hartslag. Deze techniek is dan ook bedoeld om de kracht van het hart te verbeteren.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
14
Technisch gezien bestaat CCM uit een pulsgenerator die ondergebracht wordt in een onderhuidse pocket en verbonden is met drie elektrodes: twee in het septum van het rechterventrikel, één in het rechteratrium. De pulsgenerator kan transcutaan elektronisch bijgesteld worden indien nodig, en de batterij kan op dezelfde manier worden opgeladen. Procedurecodes 17.51 “Implantation of rechargeable cardiac contractility modulation [CCM], total system” (Implantatie van een herlaadbare modulator van de hartcontractiliteit, totaal systeem [CCM]) en 17.52 “Implantation or replacement of cardiac contractility modulation [CCM] rechargeable pulse generator only” (Implantatie of vervanging van enkel de pulsgenerator van een herlaadbare modulator van de hartcontractiliteit [CCM]) zijn voorhanden. CCM kan alleen voorkomen, of in combinatie met een automatische inwendige defibrillator (AICD). 39.75/6 Endovasculaire embolisatie of occlusie van bloedvat(en) van hoofd en hals (Endovascular embolization or occlusion of vessel(s) of head or neck) Twee nieuwe procedurecodes zijn beschikbaar om de endovasculaire embolisatie of occlusie van hoofd- en halsvaten te specificeren: 39.75: met gebruik van bare (naakte) coils; 39.76: met gebruik van bioactieve coils. Om die reden krijgen codes 39.72 en 39.79 een nieuwe libellering : 39.72: endovasculaire embolisatie of occlusie van bloedvaten van hoofd en hals 39.79: andere endovasculaire procedures op andere bloedvaten. 00.56 Insertie of vervanging van implanteerbare druksensor (elektrode) voor hemodynamische monitoring intracardiaal of van een groot bloedvat (Insertion or replacement of implantable pressure sensor (lead) for intracardiac or great vessel hemodynamic monitoring) EN
00.57 Implantatie of vervanging van subcutaan toestel voor hemodynamische monitoring intracardiaal of van een groot bloedvat (Implantation or replacement of subcutaneous device for intracardiac or great vessel hemodynamic monitoring) Deze codes, geïntroduceerd in 2009, worden nu uitgebreid tot monitoring van de grote bloedvaten. Ter herinnering: dit implanteerbaar systeem verschilt van de externe monitoring (of Holtermonitor), weergegeven met code 89.50 “Ambulatory cardiac monitoring” (Ambulante hartmonitoring). 00.60 Insertie van medicatieafgevende stent(s) in de a. femoralis superficialis (Insertion of drug-eluting stent(s) of superficial femoral artery) Voor het plaatsen van een medicatieafgevende stent tijdens een PTA t.h.v. de arteria femoralis superficialis, wordt in 2011 procedurecode 00.60 ingevoerd. Hierdoor is code 00.55 enkel nog van toepassing voor het plaatsen van medicatieafgevende stents in andere perifere arteriën, behalve uiteraard de a. femoralis superficialis. De insertie van een niet-medicatieafgevende stent in een perifere arterie blijft ongewijzigd, ongeacht de locatie. Onderstaande tabel wordt dan ook aangepast:
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
15
Tabel: percutane angioplastie en stenting (PTCA en PTA) Coronairarterie
Perifere arterie
00.66
39.50
00.61
00.61
00.62
36.06
39.90
00.63
00.64
00.65
Angioplastie Niet-medicatieafgevende stent
Precerebrale Precerebrale Cerebrale arterie: arterie: (intracraniële) arteriën a. carotis a. vertebralis / a. basilaris
–
–
–
99.10
00.60: a. fem. sup. 00.55: overig 99.10
99.10
99.10
99.10
36.04
–
–
–
–
Aantal behandelde bloedvaten
00.40 00.41 00.42 00.43
00.40 00.41 00.42 00.43
00.40 00.41 00.42 00.43
00.40 00.41 00.42 00.43
00.40 00.41 00.42 00.43
Aantal geplaatste stents
00.45 00.46 00.47 00.48
00.45 00.46 00.47 00.48
00.45 00.46 00.47 00.48
00.45 00.46 00.47 00.48
00.45 00.46 00.47 00.48
Ingreep t.h.v. minstens één vaatbifurcatie
00.44
00.44
00.44
00.44
00.44
Medicatieafgevende stent Systemische trombolyse Directe lokale trombolyse
36.07
17.71 Peroperatieve fluorescentie angiografie van niet-coronaire bloedvaten (IFVA) (Non-coronary intra-operative fluorescence vascular angiography [IFVA]) Peroperatieve vasculaire fluorescentie angiografie (IFVA) ter hoogte van de kransslagaders is een techniek toegepast tijdens CABG-ingrepen om de kwaliteit van de anastomosen en de doorgankelijkheid van de greffe(n) te objectiveren, zonder gebruik te maken van contrastmateriaal. Code 88.59 “Intra-operative coronary fluorescence vascular angiography” (Peroperatieve coronaire fluorescentie vasculaire angiografie) is hiervoor beschikbaar. IFVA kan echter ook aangewend worden ter hoogte van niet-coronaire vaten, zoals bij borstkankerchirurgie, microchirurgie, reconstructieve heelkunde, enz… Procedurecode 17.71 is dan aangewezen. 35.97 Percutaan herstel van de mitraalklep met implantaat (Percutaneous mitral valve repair with implant) De percutane valvuloplastie met implantaat kan voortaan heel specifiek gecodeerd worden met 35.97. Voorbeeld hiervan is de MitraClip ® dat percutaan, zonder cardioplegie, kan worden geplaast voor herstel van de mitralisklep bij mitralisinsufficiëntie. Deze procedure is te onderscheiden van de percutane ballonvalvuloplastie die met 35.96 “Percutaneous balloon valvuloplasty” (Percutane ballonvalvuloplastie) gecodeerd wordt. 37.37 Excisie of destructie van ander hartletsel of -weefsel, thoracoscopische toegangsweg (Excision or destruction of other lesion or tissue of heart, thoracoscopic approach) De ablatie van hartweefsel wordt vanaf 2011 verder opgesplitst naargelang de toegangsweg: 37.33: open methode; 37.34: endovasculair (percutaan); Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
16
37.37: thoracoscopisch.
Deze laatste techniek zou in feite beter “thoracoscopisch geassisteerd” worden genoemd, daar de instrumenten via minithoracotomie worden ingebracht en niet via de scoop zelf. De thoracoscoop dient enkel om het operatieveld te verlichten en te visualiseren. 38.97 Plaatsen van een centrale veneuze katheter onder (elektrocardiografische, echografische, fluoroscopische, …) controle (Central venous catheter placement with guidance) Plaatsing van een centrale veneuze katheter onder controle is een nieuwe techniek die elektrocardiografie, echografie of fluoroscopie combineert met de insertie van de katheter zelf, met als doel een zo goed mogelijke positionering van de tip van de katheter in de vena cava superior te bekomen. Het plaatsen van een centrale veneuze katheter op klassieke wijze blijft ongewijzigd: 38.93 “Puncture of vessel, venous catheterization, NEC” (Andere veneuze katheterisatie). 39.8x Operaties op glomus caroticus, sinus caroticus en andere vasculaire lichaampjes (Operations on carotid body, carotid sinus and other vascular bodies) De sinus caroticus, of carotissinus, is gelegen ter hoogte van de bifurcatie van de arteria carotis communis. Deze bevat baro- en chemoreceptoren die feedback geven aan de hersenen over bloeddruk en bloedgaswaarden. Het is o.m. de verdienste geweest van Belgische Nobelprijswinnaar Corneel Heymans (1938) om het bestaan en het mechanisme van deze receptoren aan te tonen. Uitwendige sinus carotismassage is een relatief oude techniek die wordt toegepast bij supraventriculaire tachycardie. De elektrische carotissinusstimulator wordt daarentegen recent gebruikt bij de behandeling van therapieresistente hypertensie. Vergelijkbaar met een pacemaker, bestaat het stimulatiesysteem uit een elektronische pulsgenerator (‘device’) enerzijds en uit een elektrode geplaatst in de sinus caroticus anderzijds. Subcategorie 39.8 introduceert alle nodige procedurecodes voor plaatsing, vervanging, revisie en verwijdering van de device en/of de elektrode: 39.81: plaatsen of vervangen van het totaal systeem [pulsgenerator + elektrode(s)]; 39.82: plaatsen of vervangen van de elektrode(s) alleen; 39.83: plaatsen of vervangen van de pulsgenerator alleen; 39.84: revisie-ingreep op de elektrode(s); 39.85: revisie-ingreep op de pulsgenerator; 39.86: verwijderen van het totaal systeem [pulsgenerator + elektrode(s)]; 39.87: verwijderen van de elektrode(s) alleen; 39.88: verwijderen van de pulsgenerator alleen. Overige ingrepen op de sinus carotis krijgen procedurecode 39.89 “Other operations on carotid body, carotid sinus and other vascular bodies” (Andere operaties op carotislichaam, sinus carotis en andere vasculaire lichaampjes) mee.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
17
8 Aandoeningen van het respiratoir stelsel Diagnoses 487 Influenza 488 Influenza due to certain identified influenza viruses 488.0 Vogel griep (Influenza due to identified avian influenza virus) 488.1 Pandemische griep (Influenza due to identified novel H1N1 influenza virus) Nieuwe codes zijn verschenen om de verschillende serotypes van influenzavirus te onderscheiden, onder andere de A/H1N1 van de grieppandemie. Het verschijnen van deze nieuwe codes heeft als gevolg de wijziging van de toepassing van de omzendbrief DMMZG_RHM/n74_09 d.d. 27 augustus 2009. .Deze omzendbrief verzocht een gecombineerde code en het gebruik van pseudocodes (zie hieronder) i.v.m. de vaccinale status : Vanaf 1 januari 2011 wordt de gecombineerde codering (487.x + 488.1) afgeschaft en wordt het gebruik van de nieuwe codes (zie hieronder) verzocht Op 10-08-2010 werd door de WGO het einde van de pandemie 2009 afgekondigd en de registratie van de vaccinatiestatus is vanaf 1 september 2010 niet meer vereist.
Nieuwe codes
488.0 488.01 488.02 488.09 488.1 488.11 488.12 488.19
Influenza due to identified avian influenza virus Influenza due to identified avian influenza virus with pneumonia Influenza due to identified avian influenza virus with other respiratory manifestations Influenza due to identified avian influenza virus with other manifestations Influenza due to identified novel H1N1 influenza virus Influenza due to identified novel H1N1 influenza virus with pneumonia Influenza due to identified novel H1N1 influenza virus with other respiratory manifestations Influenza due to identified novel H1N1 influenza virus with other manifestations
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
18
9 Aandoeningen van het spijsverteringssysteem Diagnoses 560.32
Fecale impactie (Fecal impaction)
Dit is impactie van fecaal materiaal, hetzij gelokaliseerd (meestal ter hoogte van het rectum), hetzij uitgebreid, soms over het ganse colon. Dergelijke impactie kan leiden tot pijn (buikkrampen of krampen rectaal), tenesmus, valse diarree door gisting, nausea, expulsie door de anus van bloedige slijmen. Als gevolg kan een dehydratatie voorkomen en een algemene achteruitgang, in het bijzonder bij de bejaarden. Deze code vervangt vanaf 2011 de minder precieze diagnosecode 560.39 “Impaction of intestine, other” (Andere vormen van verstopping van de darm) voor deze aandoening. 569.71
Pouchitis (Pouchitis)
Met de term ‘pouch’ bedoelt men gewoonlijk de aanleg van een ileo-anale “zak” die een zekere continentie voor stoelgang mogelijk maakt na darmresectie. De pouchitis is de acute (< 4 weken) of chronische (> 4 weken) ontsteking van zo’n pouch. Code 997.4 “Digestive system complications” (Complicaties van het spijsverteringskanaal) wordt hier niet gebruikt. 569.87
Faecaloïd braken (Vomiting of fecal matter)
Faecaloïd braken is het overgeven van een op faeces lijkende materie. 756.72
Omfalocoele (Omphalocele)
EN
756.73
Gastroschisis (Gastroschisis)
In beide gevallen gaat het om een congenitale – mogelijk genetische – aandoening. Bij de omfalocoele ligt het defect in de navelstreng, in de welke bijvoorbeeld darmlissen binnendringen. Bij gastroschisis treft het defect de para-umbilicale wand met een vergelijkbaar klinisch beeld als de omfalocoele.
Procedures 46.86 Endoscopisch inbrengen van colonstent(s) [Endoscopic insertion of colonic stent(s)] EN
46.87 Anders inbrengen van colonstent(s) [Other insertion of colonic stent(s)] Twee nieuwe procedurecodes met betrekking tot colonstents worden in 2011 geïntroduceerd in ICD-9-CM. Onderstaande overzichtstabel wordt dan ook aangepast:
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
19
Tabel: Stents van het spijsverteringsstelsel Insertie
Vervanging
Verwijdering
endoscop.
open
endoscop.
open
endoscop.
open
Oesofagus Duodenum Galwegen
42.81 46.85 51.87
— — 51.99
97.29 97.03 97.05
— — 51.99
97.59 97.52 97.55
— — 51.95
Ductus pancreaticus (ductus van Wirsung)
52.93
52.92
97.05
—
97.56
—
Colon Anus
46.86 96.09
46.87 —
97.04 96.09
46.87 —
97.53 97.59
45.03 —
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
20
10 Aandoeningen van urogenitaal systeem Geen nieuwe codes of relevante wijzigingen
11 Complicaties van zwangerschap, bevalling en postpartum Diagnoses 646.3x Pregnancy complication, habitual aborter Deze term wordt vervangen door “Recurrent pregnancy loss”. 649.3x Coagulation defects complicating pregnancy, childbirth, or the puerperium Hierbij wordt “Conditions classifiable to 286” (die mag toegevoegd worden voor meer duidelijkheid) uitgebreid met codes uit categorie 287 en 289. Deze codes mogen dan ook gebruikt worden om de pathologie verder te specificeren. 664.8x Other specified trauma to perineum and vulva during delivery Periuretraal traumata worden gecodeerd met de code 664.8x ‘’Other specified trauma to perineum and vulva during delivery”. Codes uit categorie 665 mogen niet gebruikt worden om deze trauma te coderen. Immers, een exclude voor deze aandoening wordt toegevoegd bij de code 665.5x ‘’Other obstetrical injury to pelvic organs”. 670.xx Major puerperal infection De categorie 670 “Major puerperal infection” wordt onderverdeeld in codes die toelaten om specifieke problemen met een meer specifieke code te coderen i.p.v. meerdere aandoeningen onder dezelfde code onder te brengen. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen de volgende aandoeningen: o o o o o
670.0x Major puerperal infection, unspecified 670.1x Puerperal endometritis 670.2x Puerperal sepsis 670.3x Puerperal septic thrombophlebitis 670.8x Other major puerperal infection (oa peritonitis, salpingitis, …) Het vijfde cijfer is ofwel 0, 2 of 4.
Een bijkomende nota met vermelding “use additional code to identify severe sepsis and any associated acute organ dysfunction, if applicable” laat toe om de code 995.92 aangevuld met codes voor orgaanfalen (zoals nier, leverfalen, …) toe te voegen indien deze van toepassing zijn. Indien een kiem gespecificeerd wordt in het dossier, moet de overeenkomstige 041.xx code eveneens gecodeerd worden.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
21
671.2x Superficial thrombophlebitis in pregnancy and the puerperium Bij deze categorie wordt “use additional code to identify the superficial thrombophlebitis (453.6; 453.71, 453.81)” toegevoegd. 671.3x Deep phlebothrombosis, antepartum 671.4x Deep phlebothrombosis, postpartum Bij deze categorieën wordt “use additional code to identify the deep vein thrombosis (453.40453.42; 453.50-453.52; 453.72-453.79; 453.82-453.89) toegevoegd. Evenals de vermelding “use additional code for long term (current) use of anticoagulants if applicable (V58.61)”. De codeerrichtlijnen omtrent het gebruik van deze codes (zie hoofdstuk 7) zijn hier van toepassing. V25.1x Insertion of intrauterine contraceptive device Deze code wordt uitgebreid met een vijfde cijfer: V25.11 Insertion of … V25.12 Removal of … V25.13 Reinsertion of ... V91.xx Multiple gestation placenta status V91.xx is een code die gebruikt dient te worden ter specificatie van het aantal placenta’s en/of amnionvliezen. Dit kan zowel gedaan worden voor een tweeling, drieling, vierling of andere meerling zwangerschap. Deze code moet als bijkomende code toegevoegd worden, volgende op 651.xx ‘’Multiple gestation”.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
22
12 Aandoeningen van huid en subcutaan weefsel Geen nieuwe codes of relevante wijzigingen
13 Aandoeningen van musculoskeletale systeem en bindweefsel Diagnoses 724.03 Spinale stenose, lumbale regio, met neurogene claudicatio (Spinal stenosis lumbar region, with neurogenic claudication) 724.02 Spinale stenose, lumbale regio, zonder neurogene claudicatio (Spinal stenosis lumbar region, without neurogenic claudication) In 2011 verschijnt een nieuwe code, namelijk voor spinale stenose ter hoogte van de lumbale regio met neurogene claudicatio. Hierdoor is het niet meer nodig om de code 435.1 toe te voegen om de claudicatio – indien aanwezig – te beschrijven. Er bestaat nu immers een gecombineerde code.
Ingrepen 80.0 Artrotomie voor verwijdering van prothese zonder vervanging, niet gespecificeerde lokalisatie (Arthrotomy for removal of prosthesis without replacement, unspecified site) Indien een prothese vervangen wordt moet enkel de code van de revisie gebruikt worden. 81.0x et 81.3x Fusie en refusie (Spinal fusion or refusion) Er zijn wijzigingen in de omschrijvingen van deze codes teneinde de lokalisatie van de fusie (anterieure of posterieure kolom via anterieure of posterieure techniek) te kunnen weergeven 81.02 81.03 81.04 81.05 81.06 81.07 81.08
Other cervical fusion of the anterior column, anterior technique Other cervical fusion of the posterior column, posterior technique Dorsal and dorsolumbar fusion of the anterior column, anterior technique Dorsal and dorsolumbar fusion of the posterior column, posterior technique Lumbar or lumbosacral fusion of the anterior column, anterior technique Lumbar or lumbosacral fusion of the posterior column, posterior technique Lumbar or lumbosacral fusion of the anterior column, posterior technique
81.88 Totale vervanging van de schouder door een omgekeerde schouderprothese (Reverse total shoulder replacement) In het geval van een complexe fractuur van de proximale humerus bij oudere personen, of een uitgebreide aantasting van de rotator cuff, is een majeur probleem het verkrijgen van een goede synthese van de tuberkels. De omgekeerde schouderprothese laat een verlaging en medialisering van het draaipunt toe, wat het hefboomeffect van de m. deltoideus verHandboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
23
hoogt. Hierdoor kan de abductie op gang komen in afwezigheid van de abductiespieren van de cuff. In de omgekeerde procedure zijn de implantaten (glenoidaal en humeraal) in tegenovergestelde posities ingebracht.
Source : www.maitrise-orthop.com
84.94 Insertie van een sternaal fixatietoestel met rigiede platen (Insertion of sternal fixation device with rigid plates) Deze code beschrijft de fixatie van het sternum met behulp van rigiede platen om dehiscentie van de wonde te voorkomen na cardiothoracale chirurgie. Het risico hierop is groter bij obese en/of corticodependente patiënten. Een exclusienota werd toegevoegd aan de categorie 78.5 om te verwijzen naar de meest correcte code.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
24
14 Congenitale anomalieën Voor het hoofdstuk van de congenitale aandoeningen zijn er slechts een beperkt aantal nieuwe codes die vanaf 1 januari 2011 hun ingang zullen vinden. Categorie 752 is voorbehouden voor anomalieën van de geslachtsorganen. Voorheen bestond hier code 752.3 “Other anomalies of uterus”. Deze code is vanaf 2011 niet meer toegelaten. Deze subcategorie wordt uitgebreid met een 5e cijfer voor de volgende codes:
752.31 752.32 752.33 752.34 752.35 752.36 752.39
Agenesis of uterus (Agenese van de uterus) Hypoplasia of uterus (Hypoplasie van de uterus) Unicornuate uterus (Eenhoornige baarmoeder) Bicornuate uterus (Tweehoornige baarmoeder) Septate uterus (Uterien septum) Arcuate uterus (Uterus arcuatus) Other anomalies of uterus (Andere afwijkingen van de uterus)
Ook de subcategorie 752.4 “Anomalies of cervix, vagina, and external female genitalia” wordt voorzien van enkele nieuwe code met een vijfde cijfer:
752.43 752.44 752.45 752.46 752.47
Cervical agenesis (Agenese van de cervix) Cervical duplication (Ontdubbelde cervix) Vaginal agenesis (Agenese van de vagina) Transverse vaginal septum (Transversaal vaginaal septum) Longitudinal vaginal septum (Longitudinaal vaginaal septum)
Code 757.6 “Specified anomalies of breast” krijgt voortaan als label “Specified congenital anomalies of breast”. De subcategorie 756.7 “Anomalies of abdominal wall” werd uitgebreid met 2 nieuwe codes:
756.72 756.73
Omphalocele Gastroschisis
(Zie ook hoofdstuk 9)
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
25
15 Pathologieën van perinatale periode Diagnoses De code 772.0 ‘’Fetal blood loss’’ werd voorzien van een meer gespecifieerde labeling namelijk “Fetal blood loss affecting newborn”. Ook de code 776.8 “Other specified transient hematological disorders” kreeg een nieuwe labeling namelijk ‘’Other specified transient hematological disorders of fetus or newborn’’ en code 776.9 “Unspecified hematological disorder specific to fetus or newborn” wordt “Unspecified hematological disorder specific to newborn”. De vroegere code voor HIE (Hypoxic-ischemic encephalopathy) 768.7 wordt uitgebreid met een 5e cijfer, om het onderscheid te kunnen maken tussen verschillende gradaties: 768.70 Hypoxic-ischemic encephalopathy, unspecified (Hypoxisch-ischemische encefalopathie, niet gespecificeerd) 768.71 Mild hypoxic-ischemic encephalopathy (Lichte hypoxisch-ischemische encefalopathie) 768.72 Moderate hypoxic-ischemic encephalopathy (Matige hypoxisch-ischemische encefalopathie) 768.73 Severe hypoxic-ischemic encephalopathy (Ernstige hypoxisch-ischemische encefalopathie) Ook de subcategorie 779.3 “Feeding problems in newborn” werd met meer specifiekere codes uitgebreid: 779.31 Feeding problems in newborn (Voedingsproblemen bij de pasgeborene) 779.32 Bilious vomiting in newborn (Biliair braken bij de pasgeborene) 779.33 Other vomiting in newborn (Ander braken bij de pasgeborene) 779.34 Failure to thrive in newborn (‘’Failure to thrive’’ bij de pasgeborene)
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
26
16 Symptomen, tekens en andere slecht gedefinieerde pathologieën Diagnoses Algemeen Een 40-tal codes worden in 2011 in dit hoofdstuk toegevoegd of gewijzigd. Ze zullen hier niet opgesomd worden, maar ze verdienen wel de nodige aandacht. 799.82
Schijnbaar levensbedreigende toestand bij de zuigeling – ‘ALTE’ (Apparent life threatening event in infant)
Vaak wordt in de neonatologie-dossiers naar dit verschijnsel verwezen met de afkorting ‘ALTE’. Dit is in feite geen diagnose maar de beschrijving van een acute situatie met onverwachte ademhalingsveranderingen bij de zuigeling. Men noteert een combinatie van tekens als apnoe, verandering van de huidskleur, van de spiertonus, verstikking, enz… In 2009 verwees ICD-9-CM naar diagnosecode 770.89 “Other respiratory problems after birth” (Andere respiratoire problemen na de geboorte) in hoofdstuk 15 “Pathologieën van de perinatale periode”. De nieuwe symptoomcode 799.82 mag dan ook enkel gebruikt worden bij de diagnose ‘ALTE’ zonder dat een onderliggende oorzaak door de clinicus wordt aangeduid. .
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
27
17 a) Traumata en ongevallenletsels Diagnoses 832.2 Radiuskopsubluxatie – ‘pronation douloureuse’ (Nursemaid's elbow) Een radiuskopsubluxatie is een gedeeltelijke ontwrichting (subluxatie) van de elleboog, die ontstaat als er getrokken wordt aan een arm in pronatie waarbij de elleboog in extensie is. De meeste subluxaties komen voor bij kinderen tussen 1 en 4 jaar, en zijn iets frequenter bij meisjes. De linkerarm is ook vaker getroffen. Een radiuskopsubluxatie kan bijvoorbeeld ontstaan als een kind krachtig wordt meegetrokken aan een uitgestoken arm. Ook bij het optrekken aan beide armen, tijdens het spelen, kan een subluxatie ontstaan. Omdat dergelijke spelletjes vaak op zondag worden gespeeld, wordt de term ‘zondagsarmpje’ soms gebruikt voor die aandoening.
V-codes V90.x Retentie van vreemd voorwerp (Retained foreign body) EN
V15.53 Persoonlijke voorgeschiedenis van retentie van een vreemd voorwerp, nu volledig weggenomen (Personal history of retained foreign body fully removed) In 2009 werd paragraaf 15 van hoofdstuk 17a van het Codeerhandboek uitgebreid met de codering van vreemde lichamen die in de weke weefsels blijvend aanwezig zijn zonder symptomen: 729.6 “Residual foreign body in soft tissue” (Achtergebleven corpus alienum in de weke delen) 360.5 “Retained (old) intraocular foreign body, magnetic” (Intra-oculair (oud) magnetisch corpus alienum) 360.6 “Retained (old) intraocular foreign body, nonmagnetic” (Intra-oculair (oud) nietmagnetisch corpus alienum). Bij deze codes hoort voortaan een bijkomende V-code uit de categorie V90 (cf. ‘use additional code’). Bij 360.5 hoort meer in het bijzonder V90.11 om het magnetisch karakter van het corpus alienum aan te duiden. Voor zover relevant bevonden door de clinicus, kan de voorgeschiedenis van dergelijke retentie gecodeerd worden met het nieuwe V15.53.
E-codes E000 Status van externe oorzaak (External cause status) De gloednieuwe categorie E000 maakt het mogelijk om de activiteitsstatus weer te geven van de persoon op het tijdstip van het voorval. ICD-9-CM maakt het onderscheid tussen: E000.0: tewerkstelling (in niet-militaire omstandigheden) E000.1: militaire activiteit E000.2: vrijwilligerswerk Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
28
E000.8: overige (vrije tijd, hobby, …)
Zonder specificatie van de activiteitsstatus, wordt code E000.9 “Unspecified external cause status” (Niet-gespecificeerde status van externe oorzaak) niet gebruikt. Cf. analogie met E849.9 “Unspecified place” (Niet-gespecificeerde plaats). E001–E030 Activiteit (Activity) Wanneer een trauma, intoxicatie of gezondheidsprobleem veroorzaakt werd door een bepaalde activiteit, of wanneer een bepaalde activiteit er toe heeft bijgedragen, maakt de nieuwe sectie E001–E030 het mogelijk om deze activiteit aan te geven. Heel wat activiteiten worden onderscheiden op gebied van sport, huishouden, vrijetijdsbesteding, … Deze E-codes vervoegen andere E-codes die de omstandigheden van het voorval aangeven, de activiteitsstatus van het slachtoffer (cat. E000), de plaats van het ongeval (cat. E849), de eventuele dader (cat. E967), enz… Zonder specificatie van een gerelateerde activiteit, wordt code E030 “Unspecified activity” (Niet-gespecificeerde activiteit) niet gebruikt, dit opnieuw naar analogie met E849.9 “Unspecified place” (Niet-gespecificeerde plaats).
17 b) Brandwonden Geen nieuwe codes of relevante wijzigingen
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
29
17 c) Vergiftigingen en bijwerkingen van geneesmiddelen 969 Poisoning by psychotropic agents De subcategorie 969.0 ‘Antidepressants’ en 969.7 ‘Psychostimulants’ werden dmv een vijfde cijfer onderverdeeld teneinde een betere specificatie te bekomen van het gebruikte middel.
17 d) Complicaties van heelkunde en medische zorgen 999.6 – 999.7 ABO/Rh incompatibility Een vijfde cijfer werd toegevoegd teneinde een betere specificatie te bekomen van type reactie (oa acute hemolytische reactie versus vertraagde hemolytische reactie). Soortgelijke reacties kunnen gecodeerd worden met de codes uit subcategorie 999.8 indien er geen specificatie aangetroffen wordt omtrent het type incompatibiliteit (ABO/Rh/Non ABO) in het patiëntendossier.
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
30
V en E codes De code V10.91 dient gebruikt te worden om een persoonlijke geschiedenis van maligne neuro-endocriene tumoren te beschrijven. Analoog hieraan worden de codes V13.23 en V13.24 gebruikt om een medische voorgeschiedenis van vaginale en vulvaire dysplasie te preciseren. De codes V13.62 tem V13.68 dienen gebruikt te worden om een medische voorgeschiedenis van een (gecorrigeerde) congenitale problematiek te beschrijven. De subcategorie V85.4 ‘Body Mass Index 40 and over, adult’ werd onderverdeeld dmv een vijfde cijfer. Subcategorie V87.4 ‘’Personal history of drug therapy’’ werd uitgebreid teneinde een medische voorgeschiedenis van hormonale therapie of behandeling met immunosuppresieve middelen te beschrijven. V88.1 kan gebruikt worden om een verworven afwezigheid van de pancreas te beschrijven. Categorie V91 kan gebruikt worden om bij een meerlingzwangerschap het aantal placentas en amnionvliezen te beschrijven. Zie ook in hoofdstukken E codes Een nieuwe sectie werd toegevoegd met de codes E000 tot E030. Deze beschrijven voornamelijk ongevallen die gelinkt worden met sportieve activitieiten. In de sectie E990 tem E998 werden meerdere codes toegevoegd teneinde traumata tgv oorlogoperaties te beschrijven. Zie ook hoofdstuk 17 a
Procedures: systematische lijst en alfabetische index Zie in hoofdstukken
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
31
Bijlage Lijst met ICD-9-CM codes waarvoor “Aanwezig bij opname” niet van toepassing is De modificaties van de omzendbrief van 19 februari 2009 zijn in vet gedrukt. De categorieën en subcategorieën van deze lijst omvatten alle codes van deze categorieën /subcategorieën, tenzij anders aangegeven. 137-139, Late effects of infectious and parasitic diseases 268.1, Rickets, late effect 326, Late effects of intracranial abscess or pyogenic infection 412, Old myocardial infarction 438, Late effects of cerebrovascular disease 650, Normal delivery 660.7, Failed forceps or vacuum extractor, unspecified 677, Late effect of complication of pregnancy, childbirth, and the puerperium 740-759, Congenital anomalies 905-909, Late effects of injuries, poisonings, toxic effects, and other external causes V02, Carrier or suspected carrier of infectious diseases V03, Need for prophylactic vaccination and inoculation against bacterial diseases V04, Need for prophylactic vaccination and inoculation against certain viral diseases V05, Need for other prophylactic vaccination and inoculation against single diseases V06, Need for prophylactic vaccination and inoculation against combinations of diseases V07, Need for isolation and other prophylactic or treatment measures V10, Personal history of malignant neoplasm V11, Personal history of mental disorder V12, Personal history of certain other diseases V13, Personal history of other diseases V14, Personal history of allergy to medicinal agents V15, Other personal history presenting hazards to health V16, Family history of malignant neoplasm
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
32
V17, Family history of certain chronic disabling diseases V18, Family history of certain other specific conditions V19, Family history of other conditions V20, Health supervision of infant or child V21, Constitutional states in development V22, Normal pregnancy V23, Supervision of high-risk pregnancy V24, Postpartum care and examination V25, Encounter for contraceptive management V26, Procreative management V27, Outcome of delivery V28, Antenatal screening V29, Observation and evaluation of newborns for suspected condition not found V30-V39, Liveborn infants according to type of birth V42, Organ or tissue replaced by transplant V43, Organ or tissue replaced by other means V44, Artificial opening status V45, Other postprocedural states V46, Other dependence on machines and devices V49.60-V49.77, Upper and lower limb amputation status V49.81-V49.85, Other specified conditions influencing health status V50, Elective surgery for purposes other than remedying health states V51, Aftercare involving the use of plastic surgery V52, Fitting and adjustment of prosthetic device and implant V53, Fitting and adjustment of other device V54, Other orthopedic aftercare V55, Attention to artificial openings V56, Encounter for dialysis and dialysis catheter care V57, Care involving use of rehabilitation procedures V58, Encounter for other and unspecified procedures and aftercare
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
33
V59, Donors V60, Housing, household, and economic circumstances V61, Other family circumstances V62, Other psychosocial circumstances V64, Persons encountering health services for specific procedures, not carried out V65, Other persons seeking consultation V66, Convalescence and palliative care V67, Follow-up examination V68, Encounters for administrative purposes V69, Problems related to lifestyle V70, General medical examination V71, Observation and evaluation for suspected condition not found V72, Special investigations and examinations V73, Special screening examination for viral and chlamydial diseases V74, Special screening examination for bacterial and spirochetal diseases V75, Special screening examination for other infectious diseases V76, Special screening for malignant neoplasms V77, Special screening for endocrine, nutritional, metabolic, and immunity disorders V78, Special screening for disorders of blood and blood-forming organs V79, Special screening for mental disorders and developmental handicaps V80, Special screening for neurological, eye, and ear diseases V81, Special screening for cardiovascular, respiratory, and genitourinary diseases V82, Special screening for other conditions V83, Genetic carrier status V84, Genetic susceptibility to disease V85, Body Mass Index V86, Estrogen receptor status V87.32, Contact with and (suspected) exposure to algae bloom V87.4, Personal history of drug therapy V88, Acquired absence of other organs and tissue V89, Suspected maternal and fetal conditions not found Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
34
V90, Retained foreign body V91, Multiple gestation placenta status E000, External cause status E001-E030, Activity E800-E807, Railway accidents E810-E819, Motor vehicle traffic accidents E820-E825, Motor vehicle nontraffic accidents E826-E829, Other road vehicle accidents E830-E838, Water transport accidents E840-E845, Air and space transport accidents E846-E848, Vehicle accidents not elsewhere classifiable E849, Place of occurrence (Except E849.7) E883.1, Accidental fall into well E883.2, Accidental fall into storm drain or manhole E884.0, Fall from playground equipment E884.1, Fall from cliff E885.0, Fall from (nonmotorized) scooter E885.1, Fall from roller skates E885.2, Fall from skateboard E885.3, Fall from skis E885.4, Fall from snowboard E886.0, Fall on same level from collision, pushing, or shoving, by or with other person, In sports E890.0-E890.9, Conflagration in private dwelling E893.0, Accident caused by ignition of clothing, from controlled fire in private dwelling E893.2, Accident caused by ignition of clothing, from controlled fire not in building or structure E894, Ignition of highly inflammable material E895, Accident caused by controlled fire in private dwelling E897, Accident caused by controlled fire not in building or structure E917.0, Striking against or struck accidentally by objects or persons, in sports without subsequent fall E917.1, Striking against or struck accidentally by objects or persons, caused by a crowd, by collective fear or panic without subsequent fall E917.2, Striking against or struck accidentally by objects or persons, in running water without subsequent fall E917.5, Striking against or struck accidentally by objects or persons, object in sports with subsequent fall
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
35
E917.6, Striking against or struck accidentally by objects or persons, caused by a crowd, by collective fear or panic with subsequent fall E919, Accident caused by machinery (Except E919.2) E921, Accident caused by explosion of pressure vessel E922, Accident caused by firearm and air gun missile E926.2, Visible and ultraviolet light sources E928.0-E928.8, Other and unspecified environmental and accidental causes E929.0-E929.9, Late effects of accidental injury E959, Late effects of self-inflicted injury E970-E978, Legal intervention E979, Terrorism E981, Poisoning by gases in domestic use, undetermined whether accidentally or purposely inflicted E982, Poisoning by other gases, undetermined whether accidentally or purposely inflicted E985, Injury by firearms, air guns and explosives, undetermined whether accidentally or purposely inflicted E987.0, Falling from high place, undetermined whether accidentally or purposely inflicted, residential premises E987.2, Falling from high place, undetermined whether accidentally or purposely inflicted, natural sites E989, Late effects of injury, undetermined whether accidentally or purposely inflicted E990-E999, Injury resulting from operations of war
Handboek ICD-9-CM Codering Januari 2011
36