GEDRAGSCODE
01-06-2014
Auteur: Erik Los Samenvatting:Om leidraad te geven aan het handelen als professionele medewerker is een gedragscode opgesteld Eerste controledatum:01-06-2015 Controle frequentie: jaarlijks Beoordelaars:Erik Los Publicatiedatum:26-06-2014 Handboek:Veiligheid Trefwoorden:gedragscode, veiligheid
0
1
I.
Professionele werkrelatie medewerker, leerling en ouders op school
1. Wij vinden een goede relatie tussen leerling, ouders en medewerkers een basisvoorwaarde om de gestelde doelen te bereiken. 2. Wij zijn ons bewust van de voortdurende afhankelijke relatie en positie van de leerling en diens ouders ten opzichte van RESPONZ. 3.. Medewerkers werken op basis van het (waar mogelijk) in samenwerking met de leerling en diens ouders opgestelde interdisciplinaire ontwikkelingsperspectief. Hierin staat omschreven welke doelen van de leerling worden nagestreefd en welke professionals hieraan een bijdrage zullen leveren. 4. Wij hanteren bewust de grenzen tussen persoonlijke afstand en nabijheid. Hierbij past dat we elkaar niet toelaten in ons privéleven.anders dan noodzakelijk in verband met wat daar over in het ontwikkelingsperspectief is vastgelegd en door ouders is ondertekend. 5. Medewerkers hebben een voorbeeldfunctie en beseffen dat de leerling mogelijk geen verschil ziet tussen werk en privé. 6. Wij realiseren ons dat al ons handelen door derden in verband gebracht kan worden met RESPONZ. 7. Als de leerling van school is heeft RESPONZ een volgplicht. Behoudens de invulling daar van beëindigen medewerkers in principe het contact met de leerling en diens ouders. In uitzonderingsgevallen kan er nog contact zijn, bijvoorbeeld bij een reünie. Zie ook II.3. II. Professionele werkrelatie tussen medewerkers onderling en tussen medewerkers en (het sociale netwerk van) leerlingen 1. Tussen ons bestaan goede persoonlijke betrekkingen. Ouders mogen professionele en ter zake kundige medewerkers verwachten. 2. Zodra tussen collega’s of tussen een collega en een ouder een liefdesrelatie ontstaat, wordt de leidinggevende in een vroeg stadium, zo nodig vertrouwelijk, hiervan door de direct betrokken medewerker(s) op de hoogte gesteld. 3. Als sprake is van een andere persoonlijke betrokkenheid in de privésfeer van een medewerker bij leerlingen (familie of kennissenkring), wordt dit door de medewerker meteen aan de leidinggevende gemeld. In samenspraak wordt besproken of de betrokkenheid in de privesfeer (bijv. nevenfunctie) van invloed is op het werk is en gecontinueerd kan worden. 4. In alle situaties waarin geen sprake is van ‘gewone en professionele betrekkingen’ zoals hierboven vermeld, beoordeelt de leidinggevende wat de consequenties zijn voor de voortgang van het werk. III.
Bejegening
1. Wij gedragen ons in alle contacten fatsoenlijk en respectvol in woord en gebaar. 2. Wij spreken of schrijven geen taal waarmee we anderen beledigen of kwetsen.
IV.
Communicatie/Social Media
1. Medewerkers gebruiken voor telefoon en mailverkeer met ouders en/of leerlingen de door RESPONZ beschikbaar gestelde middelen, zoals email en (mobiele) telefoon. 2.Medewerkers zijn terughoudend met het voeren van privegesprekken tijdens werktijd. Tijdens lestijd worden er geen privegesprekken gevoerd.
2
3. Wij onderhouden geen persoonlijke contacten met elkaar via social media zoals apps, facebook, MSN en/of twitter. 4. Medewerkers hebben geen contact met collega’s via social media over hun werk en onthouden zich van uitlatingen die schade kunnen toebrengen aan leerlingen, hun ouders en/of aan RESPONZ.. .
V.
Kleding en uiterlijk voorkomen
1. Wij dragen kleding die past bij de situatie en waarmee we elkaar niet in verlegenheid brengen. 2. Wij zijn ons bewust van onze positie ten opzichte van de ouders/verzorgers en derden. Kleding moet daarom niet aanstootgevend zijn, discriminerend, etc. 3.Wij dragen er zorg voor dat de kleding passend is bij ons werk. (Slippers kunnen gevaarlijk zijn in combinatie met rolstoelen, hoge hakken levert gevaar op bij verzorging, representatief, etc). 4.Wij dragen er zorg voor dat kleding en uiterlijk bijdraagt aan een hygiënische werkomgeving. Zie voor meer informatie het protocol hygiënisch werken).
VI.
Persoonlijke invulling
1. Wij beseffen dat in de begeleiding van leerlingen onze eigen levensstijl, ideeën of liefhebberijen van invloed zijn op hoe wij onze professionele rol vervullen, maar conformeren ons altijd aan de visie en opvattingen van RESPONZ .
VII.
Vertrouwelijkheid en geheimhouding
1. Wij gaan vertrouwelijk om met mondelinge en schriftelijke informatie over leerlingen en hun ouders. Hierbij geldt dat wat in het belang is voor de leerling binnen de grenzen die daarover zijn vastgelegd in de CAO in kleine kring, met name in het team dat verantwoordelijk is voor het behalen van de doelen van de leerling, wel wordt uitgewisseld. 2. Geheimhoudingsplicht wijkt in situaties waarbij de veiligheid van leerlingen en hun ouders in het geding is en passend bij een verantwoorde zorg en begeleiding van de leerlingen. 3. Medewerkers zijn verplicht om vermoedens van huiselijk geweld en/of kindermishandeling te melden conform het daarvoor geldende protocol.
VIII.
Veiligheid
1. Op het gebied van veiligheid bestaan diverse protocollen, die RESPONZ-breed van toepassing zijn. Deze zijn vastgelegd in het Handboek Veiligheid. 2. Ouders zullen op de hoogte worden gesteld van de onderwerpen die zijn geregeld. 3. Voor medewerkers is geregeld dat zij de protocollen indien nodig gemakkelijk kunnen raadplegen 4. Waar noodzakelijk zullen medezeggenschapsraden van ouders worden betrokken bij de evaluatie en eventuele bijstelling van de protocollen. 5. Alle betrokkenen dragen medeverantwoordelijkheid voor het naleven van deze gedragscode. 6. De leidinggevende zorgt er voor dat er in de RESPONZ-locaties passende aandacht is en blijft voor de naleving van de protocollen.
3
IX.
Respect voor de persoonlijke levensruimte van de leerlingen
1. Wij gaan respectvol om met de eigendommen van anderen. 2. Ouders kunnen er verzekerd van zijn, dat medewerkers hun leerlingen in de daarvoor bestemde verzorgingsruimten verzorgen en dit niet doen, zo ver als mogelijk, in afzondering (met inachtneming van de privacy van de leerling). 3. De verzorging vindt plaats in de daartoe bestemde verzorgingsruimtes.
X.
Agressief gedrag, pesten en discrimineren
1. Wij behandelen iedereen met respect, dus ook als anderen mogelijk aanleiding geven om dit niet te doen. 2. Wij melden grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van onszelf of anderen meteen bij onze leidinggevende. Deze bepaalt een passend vervolg. 3. Incidenten en calamiteiten worden vermeld op een daartoe bestemd formulier. Deze worden in de locaties wekelijks besproken. Onderzocht wordt welke maatregelen zijn getroffen en of herhaling is voorkomen. Ouders behoren hier van op de hoogte te zijn. XI.
Seksualiteit en lichamelijke integriteit
1. Medewerkers gaan in geen geval seksuele relaties aan met leerlingen en ouders, zowel tijdens als buiten schooltijd. 2. Wij beseffen dat het door een medewerker aangaan van elke vorm van seksueel contact met een leerling binnen de context van het werk een vorm van seksueel misbruik en intimidatie is en dat dit een reden is voor ontslag op staande voet. Daarvan zal door RESPONZ altijd en meteen aangifte worden gedaan bij de politie. 3. Wij bespreken en toetsen regelmatig de risicomomenten. 4. Medewerkers nemen vragen van leerlingen over seksualiteit serieus en als ze eventueel bezwaren hebben om zelf te antwoorden of te handelen, zorgen ze voor een goede doorverwijzing.
XII.
Genotsmiddelen
1. Medewerkers gebruiken geen alcohol en/of drugs tijdens hun werk. Dit kan bij herhaling leiden tot ontslag. 2. Medewerkers vermijden dit gebruik in hun privétijd wanneer gebruik nog effect op de werkuitvoering kan hebben. 3. Van ouders wordt verwacht dat zij tijdens overleg over hun kind op school of thuis eveneens niet onder invloed zijn van drank en/of drugs. 4. Bij bijzondere personeelsactiviteiten buiten lestijden kan in beperkte mate alcohol geschonken worden. Verwacht wordt dat de medewerkers beperkt gebruik van maken. Zij blijven zelf verantwoordelijk voor het eigen veilig vervoer na beëindiging van de activiteit.
XIII.
Procedure bij overtreding van de gedragscode
4
1. Wij weten dat er in de locaties interne contactpersonen grensoverschrijdends gedrag zijn, die we voor onze ondersteuning kunnen inschakelen. 2. Wij weten dat er een extern vertrouwenspersoon beschikbaar is. Diens gegevens staan vermeld in de gidsen en folders voor ouders van iedere locatie van RESPONZ. 3. Er zal altijd een intern onderzoek worden gehouden naar de juistheid en de ernst van (vermoedens van) overtredingen van de gedragscode. In situaties van grove nalatigheid door de medewerker kan dit leiden tot ontslag. 4. Als ouders de gedragscode niet naleven zal dit in ieder geval in een zo vroegtijdig mogelijk stadium met hen worden besproken. Altijd wordt gewerkt aan het bereiken van een voor de leerling gezond en veilig pedagogisch klimaat.. 5.. Medewerkers zullen werkopdrachten weigeren die in strijd zijn met de gedragscode.
XIII.
Onvoorziene omstandigheden
1. Nood breekt wet. Er kunnen zich situaties voor doen waarin medewerkers direct naar bevind van zaken moeten handelen, bijvoorbeeld bij een ernstig gevaar voor de veiligheid of gezondheid van de leerling. Zij zullen dan gebruik maakte van hun professionele competenties om de situatie voor de leerling zo goed mogelijk aan te pakken. 2. Voor onverwachte gebeurtenissen bijvoorbeeld op het terrein van publiciteit op televisie of in de pers, bestaan duidelijke werkafspraken. Deze zijn bij iedere RESPONZ-medewerker bekend. 3. Iedere onvoorziene omstandigheid en de aanpak daar van wordt geëvalueerd en achteraf wordt vastgesteld of verantwoord is gehandeld. . 4. Wij weten dat we niet alles in een reglement kunnen vastleggen. Als er onderwerpen zijn waarvan we vinden dat daar op RESPONZ-niveau afspraken over moeten worden gemaakt, zullen wij deze tijdig aan de leidinggevende melden, zodat vanuit het managementteam van RESPONZ passende acties kunnen worden ondernomen om e.e.a. te formaliseren. 5. In omstandigheden waarin deze gedragscode niet voorziet, handelen we zoals we dat zelf in ons persoonlijke leven ook zouden doen.
5