Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
Zitting 1998-1999 7 januari 1999
GEDACHTEWISSELING over het televisiebeleid van de openbare omroep
VERSLAG namens de Commissie voor Mediabeleid uitgebracht door de heer Tuur Van Wallendael
2887
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
2
Samenstelling van de commissie : Voorzitter : mevrouw Marijke Dillen. Vaste leden : de heren Carl Decaluwé, Leo Delcroix, Michel Doomst, Erik Matthijs, Hugo Van Rompaey ; mevrouw Patricia Ceysens, de heren André Denys, Dirk Van Mechelen ; de heren Johnny Goos, Peter Vanvelthoven, Tuur Van Wallendael ; mevrouw Marijke Dillen, de heer Emiel Verrijken ; de heer Lieven Dehandschutter ; mevrouw Vera Dua. Plaatsvervangers : de heren Joachim Coens, Freddy Sarens, Eddy Schuermans, Walter Vandenbossche, Gilbert Vanleenhove ; de heren Etienne De Groot, Marino Keulen, mevrouw Marleen Vanderpoorten ; de heer Peter De Ridder, mevrouw Kathy Lindekens, de heer Bruno Tobback ; de heren Herman De Reuse, Luk Van Nieuwenhuysen ; de heer Kris Van Dijck ; de heer Jos Geysels.
3
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
INHOUD blz. I. STAND VAN ZAKEN TELEVISIEBELEID – VRT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
1. Toelichting door de heer Piet Van Roe, directeur-generaal televisie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
2. Vragen en discussie met de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
II. STAND VAN ZAKEN SPORTBELEID – VRT . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
BIJLAGE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
11
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
4
DAMES EN HEREN, De Commissie voor Mediabeleid had tijdens haar vergadering van 10 november 1998 over de begrotingsbesprekingen beslist om een gedachtewisseling te organiseren met de VRT-top en de verantwoordelijken van de sportdienst over het sportbeleid van de openbare omroep. Deze gedachtewisseling vond plaats op dinsdag 8 december 1998 in de lokalen van de VRT. Naast de gedachtewisseling over het sportbeleid van de openbare omroep, presenteerde de VRT-top eveneens een stand van zaken van het televisiebeleid van de openbare omroep en werd er met de leden van de commissie gediscussieerd over de implementatie van de gekozen strategie van de openbare omroep. De commissie werd voorgezeten door de heer Tuur Van Wallendael.
I. STAND VAN ZAKEN TELEVISIEBELEID – VRT 1. Toelichting door de heer Piet Van Roe, directeur-generaal televisie De heer Bert De Graeve, gedelegeerd bestuurder VRT, verduidelijkt dat de toelichting die de heer Piet Van Roe zal geven over de stand van zaken op vlak van televisiebeleid, die op basis van een onderzoek werd vastgelegd, gisteren (maandag 7 december) ook werd gepresenteerd aan de raad van beheer en vanochtend ook aan de pers werd voorgesteld. Aan de hand van een aantal slides – die als bijlage bij dit verslag zijn gevoegd – verstrekt de heer Piet Van Roe een toelichting over de resultaten van het onderzoek over het gevoerde televisiebeleid van de openbare omroep. De bedoeling van deze presentatie is niet een interimrapport te presenteren over de performantiemaatstaven die vastgelegd werden in de VRTbeheersovereenkomst. Dit zal zoals overeengekomen in het voorjaar van 1999 plaatsgrijpen.
gekozen strategie. Dat betekent dat de VRT de gevoerde strategie kan handhaven. De openbare omroep is vertrokken met de doelstellingen die de decreetgever de VRT heeft opgelegd : de missie van de publieke omroep. In 1996 werd er door het onderzoeksbureau Censydiam een breed publieksonderzoek uitgevoerd naar het gedrag van de Vlaamse televisiekijker om na te gaan hoe de televisiekijker omgaat met televisie zodat de VRT de missie op een publieksvriendelijke manier kan uitvoeren. Op basis van die gegevens werd een stategie gekozen. Ten slotte was het nodig de structuren van de televisie te hervormen om die strategie te kunnen uitvoeren. Ondertussen staat de VRT twee jaar verder met dit "kernplan televisie" en de resultaten daarvan zijn zeer positief. Sinds twee jaar stelt men een gestage groei vast van het VRT- marktaandeel. Om te onderzoeken waar deze expansie ligt en de redenen daarvan, kreeg Censydiam de opdracht te onderzoeken waar de openbare omroep nu staat. Voor de doelgroep van Ketnet volgt er in 1999 een apart onderzoek. De doelstellingen van het maxidecreet waren dat de openbare omroep een universele opdracht (een zeer breed publiek bereiken) en een complementaire opdracht (die zaken brengen die de commerciële omroep(en) niet brengen) heeft. Beide opdrachten moeten gebeuren vanuit een kwaliteitsnotie. Dit onderzoek had tot doel na te gaan of beide doelstellingen werden bereikt. Bereikt VRT-televisie daadwerkelijk de geviseerde publiekssegmenten ? De algemeen directeur televisie herinnert aan de gehanteerde segmentering van het publiek. Bereiken Canvas en TV1 de segmenten die hen zijn toegewezen, zijn ze m.a.w. complementair ? Gebeurt dit vanuit een kwaliteitsnotie. Hoe is de kwaliteitsperceptie van TV1 en Canvas ?
De heer Piet Van Roe verklaart dat de resultaten van VRT-televisie positief evolueren. De cruciale vraag is of dit het resultaat is van de gekozen strategie of het gevolg van andere factoren.
Het onderzoek is dus fundamenteel een onderzoek naar meningen, niet naar het (kijk)gedrag dat weerspiegeld wordt in de reële kijkcijfers.
De VRT heeft een nieuw onderzoek laten uitvoeren waaruit blijkt dat het succes te wijten is aan de
Het globale marktaandeel van de VRT – dat niet als performantiemaatstaf in de beheersovereen-
5 komst is weerhouden – geeft een goede indicatie van de vooruit- of achteruitgang van een bepaald net. Uit de evolutie van het globale VRT-marktaandeel (sinds 1985) blijkt dat de openbare omroep – bij gebrek aan (binnenlandse) concurrentie – tot 1989 absolute marktleider was (er was concurrentie van Nederlandse zenders) ; in 1989 was er de start van commerciële televisie wat een quasi halvering van het marktaandeel van de openbare omroep tot gevolg had. Het marktaandeel – dat rond de 30 % schommelde en stagneerde – bleef min of meer stabiel tot in 1995, de start van de andere commerciële televisie VT4. Toen verloor het marktaandeel van de openbare omroep opnieuw 6 % – VT4 is dus niet alleen een concurrent voor VTM. Toen werd de openbare omroep hervormd met het mini- en maxidecreet en de beheersovereenkomst en stelt men een geleidelijke groei vast van het VRT- marktaandeel. De performantie van het nieuws is één van de meest expliciete opdrachten voor de openbare omroep in de beheersovereenkomst : de VRT moet op vlak van het nieuws opnieuw marktleider worden. Het aanbod werd verbreed, de omringende programmering werd aantrekkelijker gemaakt. Uit een vergelijking tussen kijkdichtheid tussen de VRT- en VTM-hoofdjournaals blijkt dat de kloof tussen VTM en VRT gedicht werd in die zin dat de achterstand (8,5 % – 450.000 kijkers) teruggedrongen wordt tot een achterstand van 50.000 kijkers. De VRT was zelfs even in de zomer van 1997 – programmatie van De Kampioenen – en de zomer van 1998 – Wereldbeker Voetbal – marktleider. De heer Piet Van Roe herinnert aan de beslissing van 1996 dat de VRT zich zou richten naar vier publiekssegmenten : de actieve ontdekkers, de spontane genieters, de meerwaardezoekers en de gezinskijkers. De "rustelozen" en de "TV-verslaafden" vertonen een behoeftenpatroon dat niet verenigbaar is met de rol van de publieke omroep. Hij onderstreept dat deze aanpak origineel en uniek is in Europa. Er zijn hem geen andere omroepen bekend die zich prioritair richten tot bepaalde doelgroepen. De VRT besloot te focussen op deze vier doelgroepen om te voldoen aan de notie "universaliteit". De twee andere doelgroepen bereikt de openbare omroep ook, maar dat is geen prioriteit. De beleidsopties van 1996 – vier publiekssegmenten bereiken – veronderstelden de uitbouw van twee generalistische televisienetten. Enerzijds TV1 en anderzijds Canvas. De heer Piet Van Roe herin-
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
nert eraan dat dit geen evidente keuze was. Er is lang nagedacht over de optie om alles te concentreren op één net, een ideaalnet om gans Vlaanderen te bereiken. Uiteindelijk is geopteerd voor een structuur met twee netten : TV1 en Canvas. Om te slagen, moesten het oude TV1 en het oude TV2 grondig geherpositioneerd worden. De oude TV1 en TV2, die vooral rekruteerden op meerwaardezoekers, bespeelden dus slechts één vierde van het publiekssegment. Het eerste televisienet moet in de toekomst de actieve ontdekkers, de spontane genieters en de gezinskijkers bespelen, terwijl Canvas zich moet concentreren op de meerwaardezoekers en de actieve ontdekkers. Dit betekent concreet een volledige migratie van kijkers. De VRT-studiedienst heeft het onderzoek van twee jaar terug van het bureau Censydiam laten overdoen. Er werd gebruik gemaakt van face-to-face interviews aan de hand van een gestructureerde vragenlijst. Dit onderzoek werd gedaan bij een representatieve steekproef van 1.200 televisiekijkers met exact dezelfde demografische quota om een perfecte vergelijking met de studie van 1996 te kunnen realiseren. Het onderzoek gaf een aantal relevante resultaten op de vraag of de gevoerde strategie de goede is. Voor wat Canvas betreft werden er een aantal vragen gesteld aan de meerwaardezoekers en de actieve ontdekkers omdat dat net voor die doelgroepen bedoeld is. Het resultaat geeft een zeer positief beeld over dit net. Het tweede net is een volwaardig generalistisch net geworden. Uit het onderzoek zou blijken dat 74 % van de Vlamingen bereikt wordt : 32 % kijkt regelmatig, 42 % af en toe. Dat is het verklaard gedrag wat niet noodzakelijk overeenstemt met het werkelijk gedrag. Nogal wat mensen geven Canvas op als hun voorkeurnet, in de praktijk echter blijkt dat TV1 het net is waar ze vooral naar kijken. Canvas is erin geslaagd om bij de beide doelgroepen vooruitgang te boeken : dat is vooral zo bij de actieve ontdekkers. De meerwaardezoekers hebben een status quo bereikt in vergelijking met 1996 ; terwijl de actieve ontdekkers op de vraag naar welk net ze regelmatig kijken quasi verdubbeld zijn in vergelijking met 1996.
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
6
Op de vraag naar de zendervoorkeur is er nog een beter resultaat. Duidelijk meer kijkers verklaren dat Canvas het net van hun voorkeur is.
TV1 en Canvas profileren zich meer en meer als complementaire netten, met een algemene toename van de kwaliteitsperceptie.
Uit het onderzoek naar de kwaliteitsperceptie van Canvas blijkt dat Canvas een eigen persoonlijkheid opgebouwd heeft. De negatieve connotaties die het TV2 – profiel domineerden, nemen zeer sterk af. Canvas heeft het potentieel het net van de jonge intelligentsia te worden. Op de vraag hoe de kwaliteit van Canvas geëvolueerd is, blijkt dat meer dan de helft van de respondenten van oordeel is dat de kwaliteitsbeleving verbeterd is.
TV1 en Canvas evolueren tegen verschillende snelheden. Voor TV1 zal het meer tijd vragen om de ideaalpositionering te bereiken. Dit heeft te maken met het gegeven dat het altijd gemakkelijker is iets nieuws op te starten, dan iets bestaand bij te sturen.
Uit het onderzoek van het kijkgedrag en de zendervoorkeur voor TV1 blijkt dat er een duidelijke stap gezet is in de verbredingsoperatie van TV1. 91 % van de Vlamingen wordt bereikt : 64 % kijkt regelmatig, 27 % af en toe. De verbreding manifesteert zich bij de spontane genieters en gezinskijkers in termen van regelmatig kijken.
De heer Piet Van Roe is van oordeel dat Canvas nog wat moet groeien, maar zich nu reeds zeer duidelijk positioneert daar waar het moet zitten. Voor TV1 moet er een verbreding optreden in de richting van de spontane genieters en de gezinskijkers om de performantiemaatstaven van de beheersovereenkomst te halen.
Deze verbreding wordt echter niet vertaald in een imagoverbreding van TV1 bij beide doelgroepen. Er is weliswaar een vooruitgang op het item regelmatig kijken, maar uit de zendervoorkeur blijkt dat er een achteruitgang is bij de drie doelgroepen.
Voor Canvas is de prioriteit dat de opwaartse trend moet geconsolideerd worden. Aandacht moet blijven gaan naar drie ontspanningsfrequenties – amusement, satire en talkshow – van een hoog kwaliteitsniveau. Uiteindelijk is het uithangbord van Canvas een figuur als Mark Uytterhoeven. Uit onderzoek blijkt ook dat er vraag is naar Vlaamse fictie op Canvas. Daarvoor is echter een herschikking nodig van de middelen.
De kwaliteitsperceptie neemt weliswaar toe, maar het imago evolueert veel trager. Het oude imago van TV1 blijft de beeldvorming beïnvloeden. Op de vraag hoe de kwaliteit van TV1 geëvolueerd is, blijkt dat er een duidelijke verbetering is van de kwaliteitsbeleving.
Voor TV1 liggen de prioriteiten anders. Er moet beter aansluiting gevonden worden bij de spontane genieters en de gezinskijkers door programma’s te ontwikkelen die specifiek focussen op deze doelgroepen en er moet gewerkt worden aan het imagoprobleem.
Enerzijds zeggen de respondenten dat ze meer naar TV1 kijken en dat TV1 beter is, anderzijds blijkt uit het onderzoek dat de zendervoorkeur voor TV1 daalt. De verklaring is waarschijnlijk dat TV1 een breed publiek nastreeft en zich minder kan profileren. Er vindt een verschuiving plaats naar Canvas. Uit het onderzoek blijkt wel dat uit een vergelijking van alle Vlaamse netten, TV1 door de Vlamingen wordt beschouwd als het net met de hoogste kwaliteit.
2. Vragen en discussie met de leden De heer Michel Doomst vraagt of er ook geënquêteerd is naar de segmenten van de programmatie (sport / nieuws / ontspanning) omdat de VRT via deze segmenten misschien een stuk van het imagoprobleem kan oplossen. Concreet kan men zich de vraag stellen of de opmaak van het nieuws voldoende de imago-building heeft gevolgd ?
Het uitgestippelde beleid in 1996 beantwoordt aan de vooropgezette doelstellingen :
De heer Piet Van Roe verduidelijkt dat het imago afhangt van verschillende factoren onder meer de programmatie, "netstyling" en de uitstraling die bepaalde vedetten geven aan het net – het gegeven dat men verkondigt te werken voor één bepaald net.
De groei van het bereik wordt gerealiseerd bij de geviseerde segmenten.
Voor het nieuws is er een specifiek probleem : de toegankelijkheid van het nieuws naar de brede kij-
De conclusies zijn de volgende :
7 ker. De VRT is daarover met een onderzoek bezig. De tendens is dat het nieuws meer moet bekeken worden vanuit het standpunt van de kijker. Er is daaromtrent inderdaad een verschil in aanpak van verslaggeving. Op de commerciële zender werd bijvoorbeeld de treinstaking meer vanuit de invalshoek van de gebruiker gecommentarieerd, terwijl de VRT meer aandacht schonk aan de positie van de vakbonden en de overheid, waardoor de betrokkenheid van de kijker vermindert. De redactie maakt daar werk van. De directie komt zo weinig mogelijk tussenbeide nu er een redactiestatuut is dat de verantwoordelijkheid duidelijk vastlegt. De heer Bert De Graeve verklaart dat de openbare omroep eigenlijk nu achteraf gezien nog meer risico’s had moeten nemen. Voor Canvas werd geopteerd voor een breuk met het verleden terwijl men voor TV1 wellicht té voorzichtig is geweest. Misschien had daar ook radicaal voor een breuk geopteerd moeten worden, voor een nieuw imago, maar de VRT zat daar met een zeer groot risico dat de kijkers niet zouden volgen. De gedelegeerd bestuurder verduidelijkt dat de VRT regelmatig nieuwe zaken uittest. Hij is van oordeel dat de nieuwe rekrutering plaatsvindt via TV1. De heer Hugo Van Rompaey vraagt of het gegeven dat TV1 gaat focussen op de gezinskijker en de spontane genieter, niet het gevaar geeft dat er een kwalitatieve vervlakking kan optreden zodat de actieve ontdekkers gaan afhaken. M.b.t. de "rustelozen" vraagt hetzelfde lid om verduidelijking. De heer Hugo Van Rompaey is van oordeel dat deze categorie in het beschavingsbeeld kan geduid worden als de voorbode van de ‘two way’-toepassingen. Het lid is van oordeel dat de VRT zich moet voorbereiden om de two way-toepassingen te realiseren. Hij verwijst in dat verband ook naar Telenet. De heer Piet Van Roe verklaart dat hij vaststelt dat het publiek van oordeel is dat de kwaliteit vooruitgaat. Er is wel een verschil in kwaliteitsperceptie tussen de kijker van de VRT en een kijker van de commerciële omroep. Terzake verwijst hij naar de mislukking van het programma van Jacques Vermeire op de VRT. Ontspanningsprogramma’s met een VRT-label zijn anders dan ontspanningsprogramma’s op de commerciële omroepen. Elk net is niet voor elke doelgroep gemaakt. Wat de "rustelozen" betreft, maakt het onderzoek van Censydiam duidelijk dat dit een totaal ander
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
publiek is. Men kan zich de vraag stellen in hoeverre de openbare omroep de middelen zal herschikken voor nieuwe media ? De gedelegeerd bestuurder repliceert dat de nieuwe media voor de VRT geen prioriteit zijn in die zin dat de nieuwe technologie soms overroepen wordt. De VRT heeft daar geen middelen voor zoals de BBC die daarvoor een budget van 1,2 miljard frank ter beschikking heeft en 300 personeelsleden. De gedelegeerd bestuurder is van oordeel dat de return van het interactieve gebeuren totaal ontoereikend is, dat er nauwelijks sprake is van een toegevoegde waarde, laat staan een markt, ook al omdat de filosofie van televisiekijken in hoofdzaak een ontspanningsgegeven blijft. De heer Dirk Van Mechelen verklaart dat uit de gepresenteerde cijfers duidelijk blijkt wat iedereen aanvoelde met name dat Canvas een succesformule is. Hij stelt dat de VRT nu wat marktaandeel betreft, quasi het niveau van 1989 bereikt heeft en nu wellicht om nog meer marktaandeel te verwerven, de slag met VTM moet leveren om de gezinskijkers te bereiken. In dat verband stelt dit lid de vraag in hoeverre dan kwaliteit kan gewaarborgd worden ? Hetzelfde lid stelt in dat verband eveneens een verschil in nieuwspresentatie vast tussen de VRT en de VTM. Op VRT brengen journalisten het nieuws, terwijl op VTM dit nieuwslezers zijn waar blijkbaar het criterium dat ze ‘good looking’ moeten zijn, geldt. Is dit ook de optie van de VRT om het gevecht met VTM aan te gaan ? De heer Dirk Van Mechelen wenst eveneens verduidelijking over de positie van de sportkijkers in de verschillende segmenten die de VRT wenst te bereiken ? De heer Piet Van Roe repliceert dat voor het brengen van nieuws er geen éénduidig beeld is. Zo brengen op de BBC sinds jaar en dag nieuwslezers het nieuws, terwijl de VRT geen intentie heeft om af te stappen van de gangbare formule dat het journaal door journalisten wordt gepresenteerd. Hij onderstreept dat enkel journalisten die tegelijk goede presentatoren zijn, worden gekozen als nieuwsanker. Dirk Sterckx was binnen de laatste categorie een zeer goed voorbeeld. De sportkijkers vindt men terug in alle segmenten. Er is de optie dat de "harde sport" op Canvas gebracht wordt, maar ook op TV1 wordt er sport geprogrammeerd : de rode duivels zullen bv met
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
8
Euro 2000 op TV1 worden gebracht. In de toekomst zal daar aandacht worden aan besteed. De heer Dirk Van Mechelen is van oordeel dat het sportsegment een zeer belangrijk element vormt binnen een strategie van verbreding van TV1. De gedelegeerd bestuurder verduidelijkt dat inderdaad een stuk van de sportprogrammatie terug naar TV1 zal gaan. De "gespecialiseerde sportprogrammatie" blijft op Canvas. Mevrouw Vera Dua vraagt zich af of het na te streven ideaal van TV1 met een zeer breed doelpubliek, haalbaar en verzoenbaar is. Zij wenst te vernemen of er in het buitenland voorbeelden zijn van dergelijke brede zenders. De gedelegeerd bestuurder antwoordt dat de VRT binnen drie jaar moet oordelen of men voldoende de gezinskijkers kan bereiken zonder in te boeten aan kwaliteit. Het antwoord valt of staat met de mate waarin er voldoende creatief talent is in Vlaanderen om de programmatie op TV1 in te vullen, omdat het vooral moet gaan over eigen programmatie. De heer Piet Van Roe is van oordeel dat de VRT niet alleen de slag met VTM moet aangaan, maar ook met VT4 die opschuift naar de groep van spontane genieters. Ook VTM streeft meer en meer naar de groep van de spontane genieters, een belangrijke groep voor de adverteerders. De heer Piet Van Roe benadrukt dat ook VT4 een reële concurrent voor zowel TV1 als Canvas werd. De heer Bert De Graeve wijst erop dat het aankoopbudget van de commerciële omroepen in de ordegrootte van 700 à 800 miljoen frank zit, terwijl de VRT het moet stellen met 250 miljoen frank. De heer André Denys stelt vast dat de kloof tussen het VRT en VTM-nieuws verminderd is, maar toch nog bestaat. Het verwondert hem dat het zeven uur journaal op TV1 en het acht uur journaal op Canvas identiek zijn alhoewel TV1 en Canvas toch mikken op een ander doelpubliek. Waarom maakt men geen onderscheid in functie van het doelpubliek ? Hetzelfde lid mist in het nieuwsaanbod toch het belangrijke luik economisch en beursnieuws dat hij wel terugvindt bij onder meer CNN. Waarom denkt men niet aan een economische rubriek op Canvas ? De heer Piet Van Roe stelt dat de kwaliteit van het nieuws niet alleen het succes bepaalt, maar veeleer
de programmering voor en na het nieuws. Hij stelt dat het zeven en acht uur journaal inderdaad mekaars kopie zijn. Er is geopteerd voor een ontdubbeling omdat de actieve mens om 19.00 uur niet kan kijken naar het journaal. Een volledig ander journaal om 20.00 uur vergt trouwens een forse investering. De heer Piet Van Roe verduidelijkt dat nu recent geopteerd is voor een informatief blok van een uur op Canvas tussen 20.00 en 21.00 uur. Terzake zal aansluiten bij het journaal. Deze optie is een goede zaak voor de kijkcijfers van Terzake en zal wellicht positieve gevolgen hebben voor het journaal op Canvas, die vergelijkbaar zijn met de succesformule van nieuws en actueel (de wandelgangen) op Radio 1. Wat de rubriek economisch en financieel nieuws betreft, repliceert de heer Piet Van Roe dat uit ervaring gebleken is dat buiten twee thema’s (reizen/lifestyle en eten & drinken) er geen thema is dat meer kijkers kan aantrekken dan je er verliest. Voor wat betreft dat economisch nieuws verwijst hij naar de nichezenders. De heer Hugo Van Rompaey verklaart dat de regionale netten in de toekomst overwegen om in de aaneensluiting te mikken op deze doelgroep die nood heeft aan economisch en beursnieuws.
II. STAND VAN ZAKEN SPORTBELEID – VRT De heer André Denys verwijst naar de begrotingsbesprekingen in commissie waar bleek dat de VRTbegroting voor rechten van sportcontracten en exclusiviteitscontracten nul frank bedraagt. In tweede orde vroeg de commissie verduidelijking over de wijze waarop de VRT de missie op vlak van sport invult. Tijdens het debat over de beheersovereenkomst werden daarover uitspraken gedaan in de commissie. Terzake werd eveneens verwezen naar het gegeven dat de VRT de Olympische Spelen in Sydney niet zal uitzenden. Ten slotte zijn er geruchten dat de VRT in de toekomst de sportredactie zal inkapselen in de algemene nieuwsredactie. De heer Tuur Van Wallendael vult aan dat de commissie inderdaad de bekommernis uitte dat de drie grote evenementen – Ronde van Frankrijk, Wereldbeker Voetbal en Olympische Spelen – niet kunnen ontbreken op de openbare omroep.
9 De gedelegeerd bestuurder ontkent de geruchten dat sport zou ingekapseld worden in de nieuwsredactie. Wat de sportrechten betreft, verduidelijkt hij dat de VRT in één jaar al zijn sportrechten opgebruikt heeft : in 1997 ging het om een bedrag van 350 miljoen frank die onder meer geïnvesteerd werden in de rechten voor de Champions League. Hij verklaart dat de VRT niet jaarlijks 350 miljoen frank aan sportrechten kan investeren. Hetzelfde verhaal geldt voor de filmrechten. De heer Bert De Graeve refereert aan zijn uiteenzetting in de commissie bij de bespreking van de beheersovereenkomst. Hij stelt dat er trouwens volgend jaar geen sportrechten te koop zijn die de VRT interesseren : Euro 2000, Tour de France, Champions League en Roland Garros heeft de VRT reeds aangekocht. Op de vraag van de heer André Denys naar verduidelijking, verwijst de gedelegeerd bestuurder naar de begrotingstechniek die reeds jaren gangbaar is : men legt een aantal sportrechten vast, die in een inventaris worden gelegd. Concreet belet niets de VRT sportrechten te kopen, maar begrotingstechnisch zijn de sportrechten vastgelegd voor de duur van de beheersovereenkomst. De heer Dirk Van Mechelen repliceert dat de vraag is of de VRT de inkomsten uit reclame niet prioritair moet aanwenden voor sport ? De gedelegeerd bestuurder benadrukt dat dit niet mogelijk is voor de Olympische Spelen omdat het sportbeleid niet te isoleren valt, noch inhoudelijk, noch financieel uit het totale VRT-beleid. Voor de Olympische Spelen blijft de VRT bij haar oorspronkelijk standpunt. De prijs is buiten verhouding voor wat de VRT daarvoor krijgt. Uiteindelijk gaat het om een bedrag van 250 miljoen frank dat VRT en RTBF samen moeten dragen. De RTBF vindt dat té veel en de VRT ook. Ook VTM en RTL hebben afgehaakt, zelfs met bijstorting van de sponsors (Gemeentekrediet e.a.). Dit betekent gewoonweg dat er té weinig kijkers zijn, zowel vanuit commercieel standpunt, als voor de VRT. De gedelegeerd bestuurder herinnert er trouwens aan dat conform het decreet op de vrije nieuwsgaring VTM na de uitzending de mooiste fragmenten een half uur later reeds kan uitzenden. De heer Bert De Graeve benadrukt dat de VRT op het einde van de beheersovereenkomst moet beoordeeld worden. 250 miljoen frank besteden
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
aan middaguitzendingen waar onvoldoende kijkers belangstelling voor hebben, vindt hij niet te verantwoorden voor een organisatie zoals de VRT die 500 miljoen bespaard heeft op personeelskosten. De gedelegeerd bestuurder vindt het allemaal mooi dat de commissie Media stelt dat de VRT de drie grote evenementen moet uitzenden, maar hij wijst erop dat de VRT dat financieel niet aankan. De vraagprijs voor de rechten van Wereldbeker Voetbal in 2002 loopt op tot 500 miljoen frank. De heer Bert De Graeve verklaart dat hij het Parlement de rekening zal presenteren. Heeft het Parlement 500 miljoen frank over voor twee weken voetbal ? Het sportbeleid moet gejustificeerd worden. Hij benadrukt dat de VRT alle sporten uitzendt. Men probeert een beleid te voeren waar alle mogelijke sporten aan bod komen. De gedelegeerd bestuurder verklaart dat er een verschil is tussen enerzijds een evenementenlijst samenstellen en anderzijds de garantie krijgen dat deze evenementen in open net worden uitgezonden. De Olympische Spelen worden waarschijnlijk door 30 van de 36 kanalen uitgezonden. Gaat men om enkel de Belgische sporters 250 miljoen frank neerleggen ? Uiteindelijk is het bijzonder moeilijk en kan de VRT in alle eerlijkheid niet verantwoorden de Olympische Spelen van Sydney uit te zenden. Sydney biedt het voordeel dat de uitzendingen op een bijzonder slecht tijdstip van de dag zullen uitgezonden worden ; bijkomend doet het decreet op de vrije nieuwsgaring de VRT de das om. De heer Dirk Van Mechelen vraagt of er daarover geen gesprek mogelijk is met de commerciële omroep ? De heer Bert De Graeve antwoordt dat er weinig gespreksstof is en dat ook VTM uiteindelijk niet echt geïnteresseerd blijkt in het uitzenden van de Olympische Spelen. De heer Marc Stassijns benadrukt dat het topmoment voor de Belgen op de vorige Olympische Spelen Frederik Deburghgraeve was : 4 % van de Vlamingen keken naar de finale wat overeenstemt met een paar honderdduizend kijkers. De heer André Denys vraagt naar de kostprijs van de rechten van de grote sportevenementen op jaarbasis. De gedelegeerd bestuurder antwoordt dat men mag praten over een bijkomende kostprijs van 250 miljoen frank aan sportrechten op jaarbasis, wat meer is dan het werkelijk totale sportbudget op jaarbasis.
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
10
De heer André Denys wenst dan toch te vernemen hoe de opvulling van het begrip sport gebeurt rekening houdend met de missie van de beheersovereenkomst. De heer Bert De Graeve benadrukt dat de invulling vandaag beantwoordt aan het gestelde van het beheerscontract.
De gedelegeerd bestuurder verduidelijkt dat dezelfde probleemstelling zich stelt voor de filmrechten. Hij heeft de indruk dat men creatief moet zoeken naar constructies van samenwerking waarbij misschien afgestapt wordt van het concept exclusiviteitscontract.
Op de vraag van de heer Tuur Van Wallendael of er een Olympisch Journaal zal uitgezonden worden, repliceert de heer Marc Stassijns dat dit er wellicht in extremis zal komen.
De heer Piet Van Roe verklaart dat de VRT de rechten van de Champions League gekocht heeft maar zich nu moet bezinnen over het gegeven dat het aantal wedstrijden zal uitgebreid worden tot 36. Kan men op Canvas de programmatie onderbreken om deze 36 wedstrijden te programmeren ? Op Canvas zit men immers op de limiet wat sportwedstrijden betreft, veel meer uitzenden is een slechte zaak voor Canvas. De praktijk heeft trouwens uitgewezen dat een aparte sportzender niet leefbaar is.
De heer Piet Van Roe is van oordeel dat de kijker niet wakker ligt van de Olympische Spelen : dat blijkt uit de kijkcijfers. De kijker haakt niet af voor de Wereldbeker Voetbal en de Ronde van Frankrijk, maar wel voor de Olympische Spelen. De heer Tuur Van Wallendael stelt dat de commissie de bezorgdheid heeft geuit dat het begrip sport in de beheersovereenkomst wellicht niet voldoende uitgewerkt is. De heer Piet Van Roe repliceert dat de VRT toch een prioriteitenlijst heeft opgemaakt. Aan de hand van een slide licht de heer Bert De Graeve het sportbeleid van de openbare omroep toe. Hij presenteert de gemiddelde kijkdichtheid per sporttak en de uren uitzending die de VRT per sporttak aanbiedt. De lijst wordt aangevoerd door wielrennen en voetbal. Wat uitzending betreft, is er een evenwichtige verdeling tussen de verschillende sporttakken. De heer André Denys herhaalt dat hij zich niet kan voorstellen dat de Olympische Spelen wat kijkcijfers betreft niet het niveau halen van een atletiekwedstrijd. De gedelegeerd bestuurder repliceert dat als de Olympische Spelen hoge kijkcijfers zouden halen, de commerciële omroep zeker had toegehapt. Hij herhaalt dat de VRT 250 miljoen frank voor de rechten niet te verantwoorden vindt. Ook het Belgisch voetbal (het "Voetbalcontract") vindt de gedelegeerd bestuurder gelet op de aankoopprijs niet de moeite waard. De VRT opteert dan liever voor de Champions League op Canvas. Voor de heer Dirk Van Mechelen is de ultieme vraag of alle sporten in de toekomst op betaaltelevisie zullen uitgezonden worden. Hij heeft de indruk dat de VRT eigenlijk stelt dat men niet toehapt op dit dure aanbod en eerder afwacht.
De wnd. voorzitter, De verslaggever, Tuur VAN WALLLENDAEL
11
BIJLAGE
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
12
13
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
14
15
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
16
17
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
18
19
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
20
21
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
22
23
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1
24
25
Stuk 1272 (1998-1999) – Nr. 1