stuk ingediend op
628 (2009-2010) – Nr. 1 8 juli 2010 (2009-2010)
Gedachtewisseling over het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie Verslag namens de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken uitgebracht door de heer Jan Roegiers
verzendcode: OPE
2
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Jan Peumans. Vaste leden: mevrouw Karin Brouwers, de heer Dirk de Kort, mevrouw Griet Smaers, de heer Marc Van de Vijver; de heren Pieter Huybrechts, Jan Penris, mevrouw Marleen Van den Eynde; de heren Marino Keulen, Sas van Rouveroij; de heren Bart Martens, Jan Roegiers; mevrouw Sophie De Wit, de heer Jan Peumans; de heer Peter Reekmans; de heer Dirk Peeters. Plaatsvervangers: de heren Ludwig Caluwé, Carl Decaluwe, Ward Kennes, Johan Sauwens; mevrouw Agnes Bruyninckx-Vandenhoudt, de heer Johan Deckmyn, mevrouw Katleen Martens; de heer Jean-Jacques De Gucht, mevrouw Annick De Ridder; mevrouw Michèle Hostekint, de heer Patrick Janssens; de heer Bart De Wever, mevrouw Lies Jans; de heer Marc Vanden Bussche; de heer Filip Watteeuw.
V l a a m s P a r l e m e n t – 1011 B r u s s e l – 0 2 / 5 5 2 . 11 . 11 – w w w. v l a a m s p a r l e m e n t . b e
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
3 INHOUD
I. Toelichting door mevrouw Joke Bamps, Vlaams transportattaché bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU...................................
4
1. Algemeen................................................................................................
4
2. Overlegorganen.......................................................................................
4
2.1. Intra-Belgisch...................................................................................
4
2.2. Intra-Vlaams....................................................................................
5
3. Programma..............................................................................................
5
3.1. Vlaams programma..........................................................................
5
3.2. Belgisch programma.........................................................................
5
4. Belangrijkste Vlaamse punten in de Belgische prioriteiten transport.......
6
4.1. Witboek Transport...........................................................................
6
4.2. Internalisering externe kosten – herziening Eurovignetrichtlijn.........
6
4.3. Stedelijk vervoer...............................................................................
7
4.4. Goederenlogistiek.............................................................................
7
4.5. Verkeersveiligheid.............................................................................
7
4.6. Maritiem vervoer..............................................................................
7
4.7. Binnenvaart......................................................................................
8
4.8. Luchtvaart........................................................................................
8
4.9. Herziening TEN-T-beleid.................................................................
8
5. Lopende dossiers.....................................................................................
9
6. Kalender..................................................................................................
9
II. Bespreking.....................................................................................................
9
Bijlage: Presentatie van mevrouw Joke Bamps...................................................
15
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
4
De Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken hield op 6 mei 2010 een gedachtewisseling over het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie voor wat het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken betreft. Deze gedachtewisseling kwam voort uit de wens van parlementsvoorzitter Jan Peumans dat alle commissies aandacht zouden besteden aan het Belgische EU-voorzitterschap en de rol daarin van het Vlaams Parlement. Mevrouw Joke Bamps, Vlaams transportattaché bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU, gaf een toelichting. Aan het debat dat daarop volgde, nam ook mevrouw Hilde Crevits, Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, deel. De presentatie waarmee mevrouw Bamps haar uiteenzetting illustreerde, wordt als bijlage bij dit verslag opgenomen. I. TOELICHTING DOOR MEVROUW JOKE BAMPS, VLAAMS TRANSPORTATTACHÉ BIJ DE PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN BELGIË BIJ DE EU Mevrouw Joke Bamps licht de plannen en overlegstructuren in het kader van het Belgisch EU-voorzitterschap toe. Ze vat haar uiteenzetting aan met de algemene aspecten, gaat dan in op alle overlegorganen zowel intra-Belgisch als intra-Vlaams en bekijkt daarna de totstandkoming van het Belgische en Vlaamse programma. Tot slot bespreekt ze kort de kalender en evenementen. 1. Algemeen Transport is een categorie II-bevoegdheid volgens het samenwerkingsakkoord van 1994 tussen de federale overheid en de gemeenschappen en gewesten. Dat impliceert dat het federale niveau steeds het voorzitterschap waarneemt en dat er een roterend assessorschap is tussen de gewesten. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is voor een periode van achttien maanden assessor. Dat de normale periode van zes maanden overschreden wordt, heeft te maken met het feit dat er sprake is van een triovoorzitterschap. Samen met het lopende Spaanse voorzitterschap [op het moment van de gedachtewisseling], het erop volgende Belgische en het daarna komende Hongaarse voorzitterschap is een trioprogramma opgesteld waarmee een algemeen strategisch en operationeel kader wordt geschetst om de continuïteit van de unie te garanderen. Het Belgische voorzitterschap loopt van 1 juli 2010 tot 31 december 2010. 2. Overlegorganen 2.1.
Intra-Belgisch
De overlegorganen intra-Belgisch omvatten op het hoogste niveau een follow-upgroep onder leiding van het kabinet van staatssecretaris Olivier Chastel voor Europese Zaken. De groep moet het programma van het Belgische voorzitterschap uitwerken en toezicht houden op de organisatie ervan. Voor Vlaanderen is het kabinet van minister-president Kris Peeters daarin vertegenwoordigd. Op een lager, meer concreet niveau is een taskforce opgericht die wordt geleid door de FOD Buitenlandse Zaken (FOD: federale overheidsdienst). Die zorgt voor de praktische opvolging van het hele voorzitterschap: communicatie, overleg met het middenveld, informeren van de burger. Daarbij zijn voor Vlaanderen betrokken: het Departement internationaal Vlaanderen, de dienst Algemeen Regeringsbeleid en nog andere relevante departementen naargelang van onderwerp. Er zijn ook ambtelijke werkgroepen per thema, bijvoorbeeld voor de opmaak van de website, de openingsceremonie enzovoort. V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1 2.2.
5
Intra-Vlaams
Op Vlaams niveau wordt de coördinatie geleid door het Departement internationaal Vlaanderen, waar er maandelijks een ambtelijk overleg wordt georganiseerd met alle Vlaamse departementen. Daarnaast is er geregeld een gemengde interkabinettenwerkgroep waar de standpunten van al die departementen worden samengebracht. Daar wordt aan de inhoudelijke voorbereiding van het Vlaamse facet van het Belgische voorzitterschapsprogramma gewerkt. 3. Programma 3.1.
Vlaams programma
Met de voorbereiding van het Vlaamse programma is gestart in november 2008. In februari 2009 is een mededeling op de Vlaamse Regering verschenen waarin de Vlaamse prioriteiten tijdens het Belgisch EU-voorzitterschap werden gekaderd. Dat document is geactualiseerd in februari 2010 en het is tot het laatste moment een steeds evoluerend gegeven, omdat er dossiers worden afgehandeld en er andere verder lopen. Tot juni 2010 is het afwachten welke dossiers Spanje nog kan afronden. Algemene prioriteiten kunnen wel geschetst worden. Algemeen behelzen de krachtlijnen van de mededeling van 2009 de EU2020-strategie, de opvolger van de Lissabonstrategie, die liep tot 2010. Er zijn zeven ‘flagships’ in opgenomen. Specifiek voor transport is in dat verband het ‘resource efficient Europe’ belangrijk, waarin de toekomst van de trans-Europese netwerken (TEN) en de vergroening van de transportsector als centrale thema’s naar voren komen. Er is ook een prioriteit voorbehouden voor armoedebestrijding en sociale inclusie, onderwerpen die ook in de EU2020-strategie terugkeren. Klimaat, energie en leefmilieu zitten er ook weer in. Duurzame ontwikkeling vormt een meer algemeen thema dat ook zijn impact heeft op de transportsector. Tot slot is ook een grotere betrokkenheid van burgers en regio’s bij de EU een punt. In de mededeling van de Vlaamse Regering waren specifiek over mobiliteit en openbare werken vijf thema’s opgenomen. Er was goederenlogistiek en binnenvaart met het NAIADESprogramma (NAIADES: Navigation and Inland Waterway Action and Development in Europe) en het implementatieplatform Platina (Platform for the Implementation of NAIADES) dat voor Vlaanderen van cruciaal belang is. Ten derde is ook de vergroening van de transportsector een item waarbij in de eerste plaats wordt gedacht aan de internalisering van externe kosten. Dat wordt tevens een thema in het nieuwe witboek Transport, stelt de spreekster. Ten vierde is er de verkeersveiligheid, met een nieuw actieplan Verkeersveiligheid van de EU dat in juli 2010 verschijnt. Ook stedelijke mobiliteit vormt een centraal thema. 3.2.
Belgisch programma
De Vlaamse prioriteiten moeten ingebed worden in het Belgische programma. Daartoe is er coördinatie tussen het federale niveau en de gewesten via ‘kernfollow-upgroepen’ waar het programma per thema wordt besproken. Het Belgische programma heeft in eerste instantie een politiek inleidend gedeelte. Verder worden er bijdragen met de prioriteiten per ‘filière’ toegevoegd, die in de ‘kernfollow-upgroepen’ worden besproken, naar rato van ongeveer twee pagina’s elk. Het programma evolueert constant en zou pas midden juni 2010 volledig beschikbaar zijn. In mei 2010 wordt het voorgesteld op de ‘Away-day’. Het is een samenkomst van alle federale en regionale ministers in het kader van het Belgische voorzitterschap. In juni 2010 wordt het gevalideerd op een gelijkaardige bijeenkomst. Op 6 juli 2010 wordt het programma officieel voorgesteld in Straatsburg in het Europees Parlement door premier Yves Leterme. V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
6
Behalve de brede coördinatie van het Belgische programma is er in de transportfilière een coördinatieoefening gebeurd om de prioriteiten op Belgisch niveau vast te stellen. De FOD Mobiliteit neemt daar de leiding. Er zijn al een viertal bijeenkomsten georganiseerd met kabinet en administraties als de permanente vertegenwoordiging. Ook alle evenementen inzake transport tijdens het Belgische voorzitterschap worden er opgelijst. Centrale thema’s die in het document naar voren komen zijn duurzaamheid, veiligheid, beveiliging en innovatie. Het wordt afgerond, maar is net zo goed een evoluerend gegeven. 4. Belangrijkste Vlaamse punten in de Belgische prioriteiten transport Voor Vlaanderen komen een aantal prioritaire punten aan bod: het witboek Transport, de internalisering van externe kosten met herziening van de Eurovignetrichtlijn, het stedelijk vervoer, goederenlogistiek, verkeersveiligheid, maritiem vervoer, binnenvaart, luchtvaart en de herziening van het TEN-beleid. 4.1.
Witboek Transport
Het witboek Transport tekent de visie van de EU uit voor het Europees transportbeleid in de komende tien jaar. In 2009 is al een groenboek verschenen, een discussiepaper waarover alle stakeholders een inbreng kunnen doen. De Commissie heeft in dat verband dan eind 2009 de mededeling ‘Future of Transport’ gepubliceerd en er conclusies over aangenomen. Al die informatie wordt intussen samengebracht in een visie die loopt over een periode van tien jaar. Centraal thema is de vergroening of decarbonisering van de transportsector. Het witboek wordt verwacht tegen november 2010. Men hoopt er alsnog iets mee te kunnen aanvangen zo laat in het voorzitterschap. 4.2.
Internalisering externe kosten – herziening Eurovignetrichtlijn
Tweede thema voor Vlaanderen behelst de herziening van de Eurovignetrichtlijn waarvan de eerste versie dateert van 1999. Ze onderging een beperkte herziening in 2006 en sinds 2008 is er een nieuw voorstel ter zake met als grondslag het principe dat de vervuiler betaalt. De externe kosten worden daarbij doorberekend aan de gebruiker, terwijl dat eerder alleen kon voor infrastructuurkosten. Tijdsgebonden differentiaties zijn wel al mogelijk, maar daarvoor waren maximumtarieven vastgelegd. Heffingen op basis van emissie en congestie kunnen ook al geheven worden, zij het op basis van inkomstenneutraliteit over twee jaar. De methodologie is sinds 1999 sterk verbeterd. De externe kosten kunnen beter worden berekend en de Commissie gaat daarom een stap verder. Kosten van geluid, emissie en congestie zouden worden opgenomen. Het voorstel van 1999 was van toepassing op vrachtwagens vanaf 12 ton. In het voorliggende voorstel zou het al gelden op vrachtwagens vanaf 3,5 ton. Het voorstel staat nog zwaar ter discussie. Begin 2009 viel de activiteit erover enigszins stil in de Raad omdat verscheidene lidstaten geblokkeerd bleken in dat verband. Onder het Spaanse voorzitterschap ligt het dossier nog altijd stil, maar het Belgische voorzitterschap heeft de intentie om het te deblokkeren. Openstaande knelpunten rond de Eurovignetrichtlijn zijn onder meer de vraag of de congestiekosten opgenomen dienen te worden en de ‘airmarking’ of terugvloeiing van de inkomsten naar de infrastructuur of naar bredere mobiliteitsdoeleinden. Ook de toepassing levert nog problemen op. De bestaande richtlijn is enkel van toepassing op het TENnetwerk, het trans-Europese netwerk. Er is discussie of ze toepasbaar moet zijn voor het integrale netwerk of niet. Ten slotte wil de Commissie op termijn een internalisering van de externe kosten voor alle vervoersmodi. Het is te betwijfelen of dat al mogelijk wordt in het voorliggende voorstel van richtlijn. Het dossier is cruciaal voor Vlaanderen omdat het moet worden afgestemd op de plannen inzake kilometerheffing zoals in het regeerakkoord opgenomen werd. V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1 4.3.
7
Stedelijk vervoer
Het stedelijk vervoer is een volgende Vlaamse prioriteit. In de tweede helft van 2009 lanceerde de Commissie een ‘Actieplan stedelijk vervoer’, met niet-legislatieve voorstellen van de Commissie inzake maatregelen en een scope tot 2012. In het thema speelt de subsidiariteit heel erg. Het gaat daarom vooral over het uitwisselen van ‘best practices’, het oprichten van een observatorium en dergelijke. De Raad is bezig met raadsconclusies ter zake, mede naar aanleiding van een informele raad in februari 2010 over het thema. België heeft daar een aantal prioriteiten gedefinieerd: het bevorderen van de opmaak van stedelijke vervoersplannen, de bewustmakingscampagne, een studie over de internalisering van de externe kosten in stedelijke omgevingen, en specifiek aandacht voor duurzame modi en de zwakke weggebruikers. 4.4.
Goederenlogistiek
Ook goederenlogistiek staat op de lijst. In 2007 werd een actieplan in dat verband gelanceerd door de Europese Unie. Een evaluatie is nakend, maar er is al geruime tijd geen beweging in de zaak. Het is wachten op initiatieven van de Commissie maar Vlaanderen behoudt het als aandachtspunt. In de tweede helft van 2010 zou er een conferentie rond goederenvervoer in de stad georganiseerd worden. Het actieplan moet daar dan gerectificeerd worden. Belangrijkste aandachtspunten in het plan voor Vlaanderen zijn de integrale benadering van de logistieke vervoersketen en een betere integratie van het hinterland via onder meer binnenvaart en korte vaart of ‘short sea shipping’. 4.5.
Verkeersveiligheid
Verkeersveiligheid blijft ook een prioriteit. In juli 2010 wordt een nieuw ‘Actieplan verkeersveiligheid’ gepubliceerd door de Commissie in opvolging van het bestaande dat een aantal targets naar voren schoof. Bedoeling is het nieuwe plan meer generiek op te vatten en geen specifieke objectieven op te nemen. De focus zal liggen op training en bewustmaking, veilige voertuigen, intelligente toepassingen in voertuigen en het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers. Het Belgische voorzitterschap wil daarover raadsconclusies aannemen in het najaar. In het kader van verkeersveiligheid is er ook de richtlijn ‘cross-border enforcement’. Dat dossier zit vast in de Raad en handelt over het innen van boetes en het afdwingen van snelheidsbeperkingen buiten de lidstaten. Ook dat wil België rectificeren, maar het is voornamelijk een federaal dossier. 4.6.
Maritiem vervoer
In het kader van het integreren van het maritiem beleid werd in 2007 een uitgebreide mededeling gepubliceerd en is er een actieplan gelanceerd. Vlaanderen legde in dat verband een aantal prioriteiten vast zoals het realiseren van een eengemaakte maritieme ruimte. Op dat vlak is er binnen Europa nog niets gebeurd. Voorts staan de integratie van het maritiem vervoer en de logistieke keten op de lijst, net als het terugdringen van de administratieve lasten. In het kader van een maritiem beleid zou in de volgende maanden een ‘roadmap’ voor maritieme bewaking gepubliceerd worden. Die moet de verschillende gegevens rond maritiem vervoer integreren, zowel van defensie als van maritieme overheden. Er zitten een aantal gevoelige aspecten aan vast. De Commissie zou ter zake met voorstellen komen. Er is voorts een herziening inzake de rol en de bevoegdheden van EMSA, het European Maritime Safety Agency, op til. Het is een agentschap, gevestigd in Lissabon en opgericht na de ramp met tanker Erika voor de kust van Spanje. Het moet de veiligheid op zee bewaken, het zeemilieu beschermen bij ongevallen op zee, opleiding van experts en het gebruik van Safe Sea Net, een soort monitoringsysteem voor de routes van scheV L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
8
pen. Onder meer illegale olielozingen kunnen ermee gevolgd worden. Dat aspect is een Vlaamse bevoegdheid. Dat blijkt vrij efficiënt en gebeurt op een Europese manier, stelt mevrouw Bamps. De rol en bevoegdheid van het agentschap zou worden uitgebreid. Dat, en in hoeverre het op Vlaams niveau zal worden opgevolgd, is afwachten. E-Maritime is een initiatief waarmee de ICT-applicaties in de maritieme sector op elkaar zouden worden afgestemd om tot een betere gegevensuitwisseling te komen. Er is een consultatieronde opgestart om een inbreng van de stakeholders te krijgen. Tegen eind 2010 wordt ter zake een mededeling verwacht. Vlaanderen volgt dit van nabij op omdat het voorstander is van een vereenvoudiging van de administratieve lasten. 4.7.
Binnenvaart
Voor de binnenvaart is het NAIADES-programma uiterst belangrijk voor Vlaanderen. Het behelst maatregelen rond vijf pijlers: algemeen binnenvaartbeleid, verbetering van de marktomstandigheden, modernisering van de vloot, ontwikkeling van het menselijk kapitaal, versterking van het imago van de binnenvaart en de verbetering van de respectieve infrastructuur. Er is ook een platform opgericht voor implementatie van het programma, met de naam Platina. Het verenigt diverse Europese binnenvaartorganisaties. Voor Vlaanderen is daarin Promotie Binnenvaart Vlaanderen vertegenwoordigd. Het programma is opgestart in 2007 en loopt af in 2013. Eind 2010, begin 2011 wordt daarom een ‘review’ verwacht met een stand van zaken. Dat komt net te laat voor het Belgische voorzitterschap. Belangrijk is ook dat België tegelijk met het EU-voorzitterschap ook het voorzitterschap van de Rijnvaartcommissie waarneemt, een binnenvaartplatform met naam. De ‘midterm review’ kan in die zin zeker van belang blijken. 4.8.
Luchtvaart
Voor de luchtvaart is er een lopend dossier dat het Belgische voorzitterschap hoopt te kunnen afronden: de richtlijn beveiligingsheffingen luchtvaart. Doel ervan is de basisbeginselen vastleggen voor de bepaling van beveiligingsheffingen in de luchtvaart. Het dossier ligt moeilijk omdat er discussie is over het nut van de richtlijn met het oog op de reeds bestaande algemene richtlijn voor heffingen in de luchtvaart. Bovendien woedt een grote discussie over het toepassingsgebied. Vooral Commissie en Parlement willen alle luchthavens inschrijven in de richtlijn, het merendeel van de lidstaten wil er alleen de grote luchthavens met meer dan vijf miljoen passagiers in opgenomen zien. Het wordt behandeld in de Raad en het Spaanse voorzitterschap wil tegen juni 2010 een akkoord bereiken. Zo niet gaat het in tweede lezing verder onder het Belgische voorzitterschap. 4.9.
Herziening TEN-T-beleid
Tot slot vermeldt mevrouw Bamps ook nog de herziening van het TEN-T-beleid, rond de grote trans-Europese verbindingsassen over alle verschillende modi binnen de Europese Unie. Dat wil men volledig herzien. Er wordt gewerkt met een dertigtal prioritaire projecten en die zouden afgewerkt worden. Bedoeling is met een nieuwe visie te werken die uitgaat van een kernnetwerk, en een uitgebreider netwerk daarrond. Er zijn zes voorbereidende expertengroepen georganiseerd over de betrokken thema’s zoals financiële aspecten, methodologie, intelligente transportsystemen. Ze zijn intussen afgerond en formuleren hun conclusies. Op 5 mei 2010 is een mededeling ter zake verschenen van de Commissie, samen met een consultatie daarover bij de stakeholders, specifiek over het idee van het kernnetwerk. In 2009 is daarover al een groenboek samengesteld waarin stakeholders ook bevraagd zijn. De mededeling wordt besproken op de ministeriële conferentie, een jaarlijks terugkerend evenement onder de noemer TEN-T-days, dit jaar in Zaragoza, begin juni 2010. In de tweede helft van het jaar wordt over het uitgebreide netwerk gediscussieerd. Begin 2011 zou er een voorstel geformuleerd worden. Er bestaat intussen wel een verordening met de V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
9
richtlijnen over welke projecten kunnen voldoen aan TEN-T-steun van de Europese Commissie. De richtlijnen voor het verstrekken van die fondsen worden integraal herzien begin 2011. 5. Lopende dossiers Er zijn de ‘passagiersrechten bus en autocar’ en de ‘passagiersrechten zee- en binnenvaart’. Ze worden in pakket behandeld door het Europees Parlement. De onderhandelingen lopen. De visies voor beide, vooral bij bus en autocar lopen nog ver uiteen en een akkoord lijkt moeilijk tegen juni 2010. Dan zal België het dossier verder opnemen om een compromis te vinden. De Lijn is in dat verband belangrijk, aangezien het gaat om de mate waarin de richtlijn van toepassing zal zijn op het geregeld vervoer. Een aantal algemene artikelen, onder meer over informatieplicht en schadevergoeding bij vertraging, bagagevergoedingen, zouden daarop van toepassing worden. De lijst staat nog ter discussie. Voor de passagiersrechten voor zee- en binnenvaart is vooral de in- en ontscheping in de havens die voor Vlaanderen belangrijk is. In dat verband zou een akkoord gemakkelijker zijn. Een ander lopend dossier is de richtlijn havenformaliteiten. De administratieve lasten voor schepen die binnen de EU varen zouden drastisch verminderd moeten worden. Een akkoord is nakend en men hoopt het tegen juni 2010 af te ronden. Wat de luchtvaart betreft, kan hopelijk de richtlijn beveiligingsheffing afgerond worden. Doel is de basisbeginselen voor die heffing vast te leggen. Binnen de Raad bestaat nog discussie over het nut van de richtlijn, aangezien er al een algemene is over luchtvaartheffingen. Men is het ook oneens over het toepassingsgebied, dat de meeste lidstaten willen beperken tot de grote luchthavens terwijl Parlement en Commissie alle luchthavens boven 5 miljoen passagiers willen betrekken. Het Spaanse voorzitterschap mikt op een akkoord tegen juni. Als dat niet lukt, komt er een tweede lezing onder Belgisch voorzitterschap. 6. Kalender De kalender tijdens het Belgische voorzitterschap omvat onder meer de Transportraden, met een informele raad over ‘short sea shipping’ op 15 september 2010 in Antwerpen. Op 15 oktober vindt een formele Raad in Luxemburg plaats en op 3 december een tweede in Brussel. Tijdens het Belgische voorzitterschap zijn er ook Vlaamse evenementen. Een evenement rond het Seine-Scheldeproject vindt plaats in Kortrijk in de loop van oktober. Een ‘Barge to Business Walking Dinner’, een binnenvaartevenement staat gepland in Brussel. Ten slotte vermeldt de spreekster nog de Motorways of the Sea/Short Sea Shipping Focal Points Meeting. Het is een samenkomst van de door de lidstaten benoemde ‘focal points’experten die daarmee bezig zijn. Het vindt allicht plaats op 9 en 10 december 2010 in Brugge. Het gelijktijdige voorzitterschap van de EU en de Rijnvaartcommissie biedt aan België wel een mooie opportuniteit, merkt mevrouw Bamps nog op. II. BESPREKING Mevrouw Griet Smaers is blij dat de herziening van de Eurovignetrichtlijn op de agenda staat, evenals de vrachtwagenroutenetwerken en de trans-Europese netwerken. Zij betreurt wel dat de ecocombi’s ontbreken. Kunnen zij gaan rijden in de lidstaten? Wat is de reglementering? Kan het thema nog aan de agenda toegevoegd worden? Is er al uitzicht op een eensluidend Belgisch standpunt over de eurovignetten? Wordt ook de tarifering herzien? Komt er een indexaanpassing? Zal Vlaanderen – via België – initiatief nemen om meer landen aan te sluiten bij de Eurovignetrichtlijn? Is het van plan om ook andere lidstaten actief te stimuleren om te komen tot een algemeen Europees systeem van rekeningrijden? V L A A M S P A R LEMENT
10
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
Zijn binnen het onderdeel duurzaamheid ook de groene – bijvoorbeeld elektrische – wagens opgenomen? Mevrouw Joke Bamps bevestigt dat de Commissie de ecocombi’s niet op de agenda heeft geplaatst. Vervolgens wijst zij op het onderscheid tussen Eurovignetverdrag en de -richtlijn. Tot het eerste zijn inderdaad slechts zes lidstaten toegetreden. De tweede is gericht op heffingen voor infrastructuurkosten. Als Vlaanderen een initiatief in rekeningrijden neemt, zal België uit het verdrag moeten stappen, aangezien vignet en tolheffing niet combineerbaar zijn. De consultaties met het oog op een compromis zijn druk bezig, maar het is nog te vroeg om te zeggen welke richting het zal uitgaan. Het thema van de groene wagens wordt momenteel behandeld binnen de Industrieraad. De ministers hadden er in februari een informele raad over. De ministers willen dat de benadering technologieneutraal is. Momenteel worden raadsconclusies voorbereid. Er is ook een inbreng vanwege Mobiliteit en Openbare Werken. Ze zullen aangenomen worden op de Industrieraad van 25 mei. Het is nog wachten op de concrete initiatieven die daaruit gaan voortkomen. Minister Hilde Crevits vult aan dat de drie gewesten druk aan het spreken zijn met het oog op een consensus over het eurovignet, waarbij de federale overheid als waarnemer aanwezig is. Ze gaan met name over de invoering van de kilometerheffing voor vrachtwagens. Men is het eens over het principe, maar Wallonië vraagt om tegelijk en versneld een vignet in te voeren. Maar als de Eurovignetrichtlijn wordt verbreed en verdiept tot een quasi kilometerheffing, wordt dat spoor overbodig. De heer Dirk Peeters informeert of het Brusselse Gewest, dat achttien maanden lang optreedt als assessor, de rol van voortrekker zal opnemen in dat dossier. Minister Hilde Crevits legt uit dat het om een bevoegdheid van categorie II gaat, wat betekent dat normaal de federale overheid voorzit en een van de gewesten assessor is. Tijdens het voorzitterschap is inderdaad het Brusselse Gewest assessor. Dat neemt echter niet weg dat Vlaanderen zijn rol kan blijven spelen om het project aan te vuren. Hoe dan ook moeten lidstaten altijd een uniform standpunt innemen. Mevrouw Lies Jans wil weten of het Spaanse voorzitterschap zijn prioriteiten al heeft afgewerkt. Zijn er buiten het eurovignet nog andere die België zal moeten overnemen? Het ‘Actieplan verkeersveiligheid’ zal veeleer een visie dan regelgeving opleveren. Nochtans is het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers een prioriteit. Hoe concreet wordt het Belgische voorzitterschap op dit punt? Mevrouw Joke Bamps merkt op dat dit het eerste triovoorzitterschap is, gezien het Verdrag van Lissabon waarop het stoelt, pas in december 2009 in werking trad. Daarbij komt dat de nieuwe Commissie pas op 31 maart 2010 haar programma voorstelde. Het programma is dus algemeen gebleven, met enkele strategische objectieven inzake duurzaamheid en enkele algemeenheden. Het is af te wachten hoe dat in de volgende triovoorzitterschappen zal lopen. Perifere lidstaten als Spanje maken van de Eurovignetrichtlijn geen prioriteit. Zij zien daar immers de voordelen niet voldoende van in. Mevrouw Lies Jans vraagt of de agenda van het vorige voorzitterschap de agenda van het Belgische voorzitterschap verder zal belasten waardoor de Belgische prioriteiten onvoldoende aan bod kunnen komen. V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
11
Mevrouw Joke Bamps zegt dat het Belgische voorzitterschap de lopende dossiers zal moeten afhandelen. Een voorzitterschap kan wel een aantal accenten leggen, maar blijft sterk afhankelijk van de initiatieven van de Europese Commissie. Niet alle dossiers kunnen zo gemakkelijk achteruit geschoven worden als Spanje deed met het eurovignet. België zal dus een aantal dossiers zoals de passagiersrechten moeten afwerken. Het terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers blijft een prioriteit. Allicht zullen er geen procentuele doelstellingen opgelegd worden omdat de verschillen tussen de lidstaten te groot zijn. Die problemen bleken ook in het vorige verkeersveiligheidsplan. De heer Jan Roegiers vindt het fijn dat de uitleg van mevrouw Bamps altijd gedegen is. Het lid betreurt het dat er pas nu over het Europese voorzitterschap een gedachtewisseling gehouden wordt. Daardoor heeft het parlement de kans gemist om een aantal richtsnoeren aan de minister mee te geven voor de voorbereiding van het voorzitterschap. De Vlaamse Regering heeft vijf prioriteiten vastgesteld voor Mobiliteit en Openbare Werken. Mevrouw Bamps schuift de negen belangrijkste Vlaamse punten binnen de Belgische prioriteiten Transport naar voren. Wat is de relatie tussen beide? In november 2008 wees de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) drie thema’s aan die voor Vlaanderen zeer belangrijk zijn, al was het maar omdat ze een geografische natuurlijkheid hebben: de verkeersveiligheid, het goederenvervoer en de stedelijke mobiliteit. In 2001 heeft de EU een witboek Verkeersveiligheid voorgesteld dat voor een periode van tien jaar geldt. In 2001 vielen er 54.000 verkeersslachtoffers per jaar. Dat zijn er 148 per dag. In 2001 was de doelstelling de aantallen te halveren. Dat is helemaal niet gelukt, momenteel zijn er jaarlijks 43.000 doden. Het lid beschouwt het als een nederlaag voor de EU, de lidstaten en de burgers dat er nu geen streefcijfers zullen komen. Het beleid heeft faliekant gefaald en heeft nu niet meer de moed om zichzelf cijfers op te leggen. Heeft Vlaanderen proberen wegen op het verkeersveiligheidsplan? De MORA heeft gezegd dat het Vlaamse verkeersveiligheidsplan een goede leidraad zou zijn voor het Europese witboek. In welke mate is dat gebeurd? Er is geopperd om de Road Safety Action Day te laten samenvallen met het Europese voorzitterschap, maar uiteindelijk heeft dit evenement de evenementenlijst niet gehaald. Is dat niet meer ter sprake gekomen? Staatssecretaris Schouppe heeft beloofd dat er tijdens het voorzitterschap werk zal worden gemaakt van de ratificatie van het verdrag nodig om verkeersovertreders van andere nationaliteiten efficiënt te vervolgen. Is er op dat vlak vooruitgang geboekt of wordt het helemaal geen prioriteit voor het Belgische voorzitterschap? In november komt er een witboek Goederenvervoer. Is het huidige witboek geëvalueerd? Zo ja, wat is uit de evaluatie gebleken? Zo neen, waarom is de evaluatie niet gebeurd? Zijn de Vlaamse Havencommissie en Vlaamse Luchthavencommissie betrokken bij de standpuntbepaling over goederenlogistiek zoals de MORA in november 2008 adviseerde? Wat is de inbreng geweest van de commissies? In welke mate komen hun prioriteiten in het actieplan aan bod? Vlaanderen is een verstedelijkte regio. Heeft Vlaanderen kunnen wegen op de discussies over het Europese groenboek van stedelijke mobiliteit? Het lid somt een aantal MORAaanbevelingen op: dataverzameling en uniforme definities van stedelijke mobiliteit, het aanzetten van de steden tot een duurzaam mobiliteitsbeleid, het verduidelijken van comodaliteit voor personenvervoer dat voldoende ruimte laat om beleidskeuzes te integreren, milieuvriendelijke voertuigenparken, het opnemen van groene elementen in openbare aanbestedingen, gunstmaatregelen voor milieuvriendelijke voertuigen, passagiersrechten bij collectief vervoer en het recht op reizigersinformatie. Het groenboek besteedde volgens de MORA te weinig aandacht aan stedelijke distributie. De raad zag ook een rol voor Europa bij het uitwisselen van de ‘best practices’. V L A A M S P A R LEMENT
12
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
Mevrouw Joke Bamps antwoordt dat de vijf prioriteiten van de Vlaamse Regering dateren van februari 2009 en geüpdatet zijn in februari 2010. Het zijn algemene prioriteiten. De negen punten zijn het resultaat van een coördinerende oefening met de FOD Mobiliteit en de andere gewesten. Uiteindelijk zijn beide niet echt vergelijkbaar: de vijf prioriteiten zijn algemeen, de negen punten zijn op basis van concretere dossiers tot stand gekomen. Het document van de FOD Mobiliteit bevat ongeveer elf prioriteiten. De spreker heeft er de negen uitgepikt die voor Vlaanderen relevant zijn en die er dankzij Vlaanderen in gekomen zijn. Het verkeersveiligheidsplan is in de maak. Het is nog niet zeker of er specifieke objectieven in opgenomen zullen worden. Het plan wordt opgemaakt door de Europese Commissie en nadien besproken in de Europese Raad. Mevrouw Bamps is pas sinds oktober in dienst; ze vermoedt dat de lidstaten geraadpleegd zijn, maar weet niet wat de inbreng van Vlaanderen was. Momenteel is er geen inspraak meer mogelijk. De lijst van evenementen bevat enkel de evenementen door Vlaanderen georganiseerd en betaald, eventueel in samenwerking met de Europese Commissie. Daarnaast is er een langere lijst evenementen, georganiseerd in samenwerking met de federale overheid, met onder meer een verkeersveiligheidsdag in oktober. Die lijst is echter nog niet af. De richtlijn ‘Cross-border enforcement’ gaat over de inning van boetes bij buitenlandse overtreders. Dat dossier ligt momenteel stil. Staatssecretaris Schouppe wil het heractiveren. Het witboek Transport is een ander initiatief dan het ‘Actieplan verkeersveiligheid’. Het witboek is ruimer en behandelt het vervoersbeleid voor de komende tien jaar. Uiteraard zal goederenlogistiek erin aan bod komen. Ter voorbereiding van dat witboek was er een groenboek, een soort discussiepaper. Alle stakeholders kunnen een inbreng hebben bij dergelijk groenboek, ook de Luchthavencommissie en de Havencommissie. Op het gebied van stedelijke mobiliteit is Vlaanderen op Europees vlak heel actief geweest. Het heeft commentaar geleverd op een groenboek. Het heeft een enquête van het Comité van de Regio’s ingevuld. Momenteel worden daarover raadsconclusies geschreven. Allicht worden die conclusies aangenomen op de raad van juni. De meeste bijdragen van Vlaanderen zijn in de raadsconclusies opgenomen. De meeste aanbevelingen van de MORA stemmen overeen met de aandachtspunten van de administratie. Een aantal is zelfs als prioriteit genoemd zoals de dataverzameling, de duurzame mobiliteitsplannen, de nadruk op comodaliteit, het milieu. Mevrouw Bamps weet niet of het punt over de passagiersrechten erbij is, maar het idee wordt uiteraard gesteund. Ook het stedelijke goederenvervoer is een aspect waar België in de raden de nadruk legt. De uitwisseling van ‘best practices’ is sowieso een centraal punt in het actieplan, onder meer door het subsidiariteitmechanisme. De heer Marino Keulen vraagt de minister op welke dossiers ze enige vooruitgang verwacht te boeken. Het Europese niveau maalt immers ontzettend traag. Minister Hilde Crevits verwijst naar de nota die de Vlaamse Regering twee maand geleden heeft goedgekeurd. Daarin heeft ze vijf prioritaire thema’s naar voren geschoven. De minister zal zelf bij heel wat festiviteiten niet uitgenodigd worden, omdat ze geen voorzitter of assessor is namens België. Maar de prioriteiten liggen duidelijk vast. Het verraste de minister dat er geen streefcijfers vastgelegd zijn voor verkeersveiligheid. Zonder doelstellingen is het werken in het ijle. Vlaanderen heeft op het vlak van verkeersveiligheid al baanbrekend werk geleverd. Ze laat nagaan hoe het met dat aspect gesteld is. V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
13
In haar eerdere zes maanden als leefmilieuvoorzitter heeft de minister ervaren hoe moeilijk het is om bepaalde standpunten in de raadsconclusies te krijgen. Anderzijds biedt het voorzitterschap mogelijkheden om bepaalde punten hoog op de Europese agenda te houden. Zo wordt er met dat doel een informele raad over ‘short sea shipping’ georganiseerd. Voor de Seine-Schelde-West wordt er dan weer een Platina-evenement georganiseerd. Vlaanderen investeert veel in dat project, maar heeft Nederland en Frankrijk nodig voor het welslagen ervan. Het evenement is bedoeld om de interesse en de steun van Europa te verzekeren. In de formele conclusies, de besluitvorming, heeft Vlaanderen ook een inbreng. De nota van de Vlaamse Regering is met dat doel overgemaakt aan de administratie. De voorzitter en de assessor van België zullen die standpunten verdedigen op de Raad. De voorzitter, Jan PEUMANS De verslaggever, Jan ROEGIERS
V L A A M S P A R LEMENT
14
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
15
BIJLAGE: Presentatie van mevrouw Joke Bamps
V L A A M S P A R LEMENT
16
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
17
Gedachtewisseling Vlaams Parlement Belgisch EU voorzitterschap
Joke Bamps Vlaams Transportattaché bij de Permanente Vertegenwoordiging van België bij de EU 6 mei 2010
Inhoud 1. Algemeen 2. Overlegorganen 3. Programma • Vlaams • Belgisch 4. Kalender 5. Evenementen
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
18
Algemeen • Transport: categorie II • Federaal niveau neemt voorzitterschap waar • Assessor: Brussels Hoofdstedelijk Gewest • Belgisch EU-voorzitterschap 1/7/2010 – 31/12/2010 • Kadert in triovoorzitterschap met Spanje en Hongarije • Gezamenlijk trioprogramma (7/12/2009) • Strategisch en operationeel kader
Overlegorganen 1. Intra- Belgisch • Follow-up groep: • • •
Voorzitter: staatssecretaris Chastel Taak: uitwerking voorzitterschapsprogramma + toezicht op organisatie Vertegenwoordiging Vlaanderen: kabinet minister-president
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
• Task Force • Voorzitter: FOD Buitenlandse Zaken • Taak: praktische opvolging (communicatie, overleg middenveld, informeren burger,…) • Vertegenwoordiging Vlaanderen • Departement internationaal Vlaanderen • Diensten Algemeen Regeringsbeleid • Eventueel andere relevante departementen
• Ambtelijke werkgroepen per thema • (website, openingsceremonie,…)
2. Intra Vlaamse overheid • Departement internationaal Vlaanderen • • •
Maandelijks ambtelijk overleg Gemengde interkabinettenwerkgroep Inhoudelijke voorbereiding Belgisch voorzitterschapsprogramma
V L A A M S P A R LEMENT
19
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
20
Vlaams Programma • November 2008: start voorbereidingen in Vlaanderen • Februari 2009: mededeling Vlaamse Regering ‘Prioriteiten Belgisch EU voorzitterschap’ (actualisering februari 2010)
Vlaamse Prioriteiten (1) • Vlaamse krachtlijnen: 1. EU 2020 strategie 2. Armoedebestrijding en sociale inclusie 3. Klimaat, energie en leefmilieu 4. Duurzame ontwikkeling 5. Grotere betrokkenheid van regio’s en burgers bij de EU
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
Vlaamse Prioriteiten (2) • Krachtlijnen Mobiliteit en Openbare Werken: 1. Goederenlogistiek 2. Binnenvaart (NAIADES + Platina) 3. Vergroening transportsector (herziening Eurovignetrichtlijn; Witboek Transport)
4. Verkeersveiligheid (4e actieplan Verkeersveiligheid)
5. Stedelijke mobiliteit
Belgisch programma • Momenteel in opmaak olv kabinet Chastel • Coördinatie federaal–gewesten (kern follow-up groepen) • Inhoud: algemeen politiek gedeelte met korte bijdragen per fillière • Timing: • 21 mei voorstelling op ‘Away-day’ ? • 2e lezing • 11 juni validering op ‘Away-day’? • 6 juli 2010 voorstelling in Europees Parlement
V L A A M S P A R LEMENT
21
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
22
Intra Belgisch overleg transportfillière • Olv FOD Mobiliteit • Coördinatie prioriteiten en oplijsting evenementen • Centrale thema’s • Duurzaamheid • Veiligheid en beveiliging • Innovatie
Belgische prioriteiten transport – Belangrijkste Vlaamse punten 1. Witboek transport 2. Internalisering externe kosten – herziening eurovignet 3. Stedelijk vervoer 4. Goederenlogistiek 5. Verkeersveiligheid 6. Maritiem vervoer 7. Binnenvaart 8. Luchtvaart 9. Herziening TEN-beleid
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
1. Witboek transport • In navolging van groenboek en mededeling ‘Future of Transport’ • Visie op het toekomstig transportbeleid van de EU voor periode 2010-2020 • Centraal thema: vergroening transportsector • Verwacht tegen november 2010
2. Internalisering externe kosten Herziening eurovignetrichtlijn • Doel richtlijn: externe kosten doorrekenen aan gebruiker • Momenteel enkel aanrekening infrastructuurkosten mogelijk in Europese wetgeving • Knelpunten: opname congestiekosten, earmarking, toepassing • België zal dossier heractiveren • Belang Vlaanderen: afstemming met plannen rond kilometerheffing
V L A A M S P A R LEMENT
23
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
24
3. Stedelijk vervoer • Opvolging actieplan stedelijke mobiliteit • Horizon tot 2012 • Geen legislatieve voorstellen (subsidiariteit) • Belgische prioriteiten: • Stedelijke vervoersplannen • Bewustmakingscampagnes • Studie internalisering externe kosten in stedelijke omgeving • Aandacht duurzame modi en zwakke weggebruikers
4. Goederenlogistiek • Evaluatie actieplan goederenlogistiek • Organisatie conferentie goederenvervoer in de stad door Commissie • Aandachtspunten: • Integrale benadering logistieke vervoersketen • Betere integratie hinterland via oa. binnenvaart, korte vaart
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
5. Verkeersveiligheid • 4e Actieplan verkeersveiligheid • Verwacht in juli 2010 • Mogelijk raadsconclusies tijdens Belgisch voorzitterschap • Richtlijn cross-border enforcement • Heractivering • Voornamelijk federaal dossier
6. Maritiem vervoer • Geïntegreerd maritiem beleid • Uitvoering mededeling + actieplan 2007 • Prioriteiten: • Realiseren ééngemaakte maritieme ruimte • Integratie maritiem vervoer in logistieke keten • Terugdringen administratieve lasten
• Roadmap maritieme bewaking
V L A A M S P A R LEMENT
25
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
26
• Herziening verordening EMSA • EMSA: European Maritime Safety Agency • Taken: veiligheid op zee, bescherming zeemilieu bij ongevallen, opleiding experten, gebruik SafeSeaNet, … • E-Maritime • ICT applicaties maritieme sector • Momenteel consultatie • Mededeling eind 2010?
7. Binnenvaart • NAIADES – programma • 5 peilers: • Algemeen binnenvaartbeleid • Verbetering marktomstandigheden • Modernisering vloot • Ontwikkeling menselijk kapitaal • Versterking imago • Verbetering infrastructuur • Platina: platform voor implementatie NAIADES • Mid-term review verwacht eind 2010 – begin 2011
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
8. Luchtvaart • Richtlijn beveiligingsheffingen luchtvaart • Basisbeginselen bij bepaling beveiligingsheffingen in de luchtvaart • Discussie omtrent toepassingsgebied • Indien in juni geen akkoord, tweede lezing onder Belgisch voorzitterschap
9. Herziening TEN-T beleid • Momenteel worden voorbereidende expertengroepen afgerond • Visie kernnetwerk – uitgebreid netwerk • Ministeriële conferentie TEN-T days • Zaragossa 9-10 juni 2010 • Voorstel aanpassing richtlijnen TEN-T: begin 2011.
V L A A M S P A R LEMENT
27
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
28
Lopende dossiers • Passagiersrechten bus- en autocar • Passagiersrechten zee- en binnenvaart • In pakket behandeld door EP • Onderhandelingen lopende tussen Raad - EP • Afronding tweede lezing of conciliatie onder Belgisch voorzitterschap • Richtlijn havenformaliteiten • Afronding eerste lezing onder ES vzp? • Richtlijn beveiligingsheffingen luchtvaart
Kalender • Transportraden: • 15/09: informele raad ‘Short sea shipping’ – Antwerpen • 15/10: formele raad (Luxemburg) • 3/12: formele raad
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 628 (2009-2010) – Nr. 1
Evenementen • Seine-Schelde-event • Kortrijk – oktober 2010 • Barge to Business Walking Dinner • Brussel – 30 november 2010 • Motorways of the Sea/ Short Sea Shipping Focal Points Meeting • Brugge/ Zeebrugge – 9-10 december 2010
V L A A M S P A R LEMENT
29