Gebruikershandleiding 2D Version 1.6.1.1 NL (Graafhandleiding)
Welkom Gefeliciteerd met de huur of koop van uw nieuwe DigPilot. U bent nu klaar voor een snellere, meer veilige en meer accurate manier van werken met uw nieuwe collega, DigPilot. Deze handleiding bevat beschrijvingen van de gebruikersinterface en ideeën voor het werken met DigPilot. Laat u echter door deze handleiding niet beperken in het gebruik van DigPilot. DigPilot kan vrijwel zeker ook worden ingezet op manieren welke wij nog niet hebben bedacht of beschreven in deze handleiding. Op site bent u de expert - wij bieden u enkel de beste collega die een graafmachinemachinist zich kan wensen. Geniet van uw werk!
Inhoudsopgave Werkingsprincipe Soorten werk/projecten • Plat Vlak / Niveau • Enkelvoudige Helling (Enkelafschot) • Dubbele Helling (Dubbelafschot) • Sleuf • Profiel • Kanaal • Dijk / Dam • Bak-Gedefinieerd
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Het graven van hellingen Werk/project instellingen • Referentiehoogte • Hellingshoek/helling in lengterichting • Hellingshoek/helling zijwaarts • Richting van de helling Refereren (verwijzen) • Refereren (m.b.v. referentiepunt) • Refereren (m.b.v. laser) Het onderstel verplaatsen • 1: Verplaats met nieuwe referentie • 2: Verplaats en behoud dezelfde hoogte • 3: Verplaats met Verwissel-Punt-Functie Details van het ‘graaf-scherm’ • Scherm-Libelle • Bak-hoogte • Bovenaanzicht machine
16 18 18 19 19 19 20 21 22 23 23 23 24 25 25 26 26
• Bak • Lengte • Zij-aanzicht machine Druktoetsen in het graaf-scherm • Menu • Referentie (m.b.v. punt) • Referentie (m.b.v. laser) • Verwissel-Punt (Geheugen) • Lengte / Lengtereferentie • Meet • Verifieren/bevestigen • Werk/project • Grafische instellingen • Geluidsinstellingen
26 27 27
Grafische instellingen • Meetpunt van de bak • Zichtbare Elementen • Helderheid graaf-scherm • Hoekafwijking-voor-bak waarschuwing • Werkgebied • Focus • Kleurindicatie • Grootte graafmachine • Positie graafmachine • Weergave graafmachine
31 31 31 31 32 32 32 33 33 33 33
Geluidsinstellingen • Hoogte-Alarm Gebruik van kompas
34 34 35
28 28 28 28 29 29 29 30 30 30 30
Snelheid van de sensoren • Gevoeligheid • Demping Software up-to-date houden • Het updaten van de software
36 36 37 38 39
Veelgestelde vragen
40
DigPilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Werkingsprincipe DigPilot is ontworpen om u alle informatie te geven die u nodig heeft over het werk dat u aan het uitvoeren bent, dit enkel door een blik op het scherm. Sommige informatie, zoals het hoogtealarm, kan worden geboden in de vorm van geluidssignalen. Om u alle informatie over uw werk-in-uitvoering te kunnen geven heeft DigPilot uw hulp nodig. • Vertel DigPilot wat voor soort werk of project u van plan bent om uit te gaan voeren. • Vertel DigPilot door middel van referentiepunten waar dit werk uitgevoerd moet worden. DigPilot heeft met deze informatie volledige controle over waar uw machine zich bevindt in het project. • Vertel DigPilot als u het onderstel verplaatst. • Geef verplaatsing door middels opgave van een nieuw referentiepunt. • Ga door met graven. Dit is hoe het dagelijkse werk doorgang vindt en op deze manier helpt het DigPilot-scherm in de cabine u middels het visueel weergeven van de graafmachine op het gebied van werk, hoogte, lengte, helling en alle verdere informatie die u nodig heeft om uw werkzaamheden tot op de centimeter nauwkeurig uit te gaan voeren.
6
Werk/project soorten
Soorten werk/projecten DigPilot geeft u de volgende keuzemogelijkheden als soorten werk voor uw project: • • • • • • • •
Plat Vlak / Niveau Enkelvoudige Helling (Enkelafschot) Dubbele Helling (Dubbelafschot) Sleuf Profiel Kanaal Dijk/Dam Bak-Gedefinieerde Helling
De volgende paragrafen bevatten een beschrijving van de verschillende projecten en welke instellingen moeten worden ingevoerd.
7
DigPilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Plat Vlak / Niveau
Een plat vlak is een horizontaal oppervlak zonder helling in elke richting. Voer in voor plat vlak: • De verwijzings- c.q. referentiemethode. (laser of punt) • De referentiehoogte. (verticale afstand van referentiepunt tot graafdiepte) In plat-vlak-modus geeft het DigPilot-scherm de machine niet van boven af weer. In een plat vlak is de verticale afstand van de bakpunt tot de graafdiepte overal gelijk ongeacht in welke richting de bovenbouw gedraaid staat.
8
Werk/project soorten
Enkelvoudige Helling (Enkelafschot)
Een enkelvoudige helling (enkele helling c.q. enkelafschot) is een oppervlakte met een hellingshoek in een bepaalde richting. Voer in voor enkelvoudige helling: • De verwijzings- c.q. referentiemethode. (laser of punt) • De referentiehoogte. (verticale afstand van referentiepunt tot graafdiepte) • De hellingshoek/helling. • De richting van de hellingshoek/helling. (indien het kompas is ingeschakeld)
9
DigPilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Dubbele Helling (Dubbelafschot)
Een dubbele helling (dubbelafschot) is een oppervlak met een hellingshoek zowel in lengterichting als ook zijwaarts. Voer in voor dubbele helling: • De referentiemethode (laser of punt) • De referentiehoogte (ref. punt tot graafdiepte) • De hellingshoek/helling in lengterichting (in voorwaartse richting) • De hellingshoek/helling zijwaarts • De richting van de hellingshoek/helling in lengterichting (Bij ingeschakeld kompas) Merk op dat als u de zijwaartse hellingshoek invoert als nul (0%), dat het project op dezelfde wijze wordt behandeld als een enkelvoudige helling. 10
Werk/project soorten
Sleuf
Een sleuf is een enkelvoudige helling van beperkte breedte. De beperking zit in de breedte van de sleufbodem en de wanden onder een hoek naar de bovenkant van de sleuf. Voer in voor sleuf: • De referentiemethode. (laser of punt) • De referentiehoogte. (ref. tot sleufbodem) • De hellingshoek/helling in lengterichting. • Breedte van de sleuf. • De hellingshoek/helling van de sleufwanden. • De richting van de hellingshoek/helling in lengterichting. (Bij ingeschakeld kompas)
11
DigPilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Profiel
Een profiel bestaat uit twee horizontale oppervlakken op verschillende hoogten met daartussen een enkelvoudige helling. Voer in voor profiel: • De referentiemethode. • De referentiehoogte. (ref. tot graafdiepte) • De hellingshoek/helling in lengterichting. • De hoogte van het startpunt tot aan de basis van het profiel. • De richting van de hellingshoek/helling in lengterichting. (Bij ingeschakeld kompas)
12
Werk/project soorten
Kanaal
Een kanaal bestaat uit drie horizontale vlakken met daartussen enkelvoudige hellingen, zoals aangegeven op de afbeelding. De hellingen hebben dezelfde hellingshoek vanaf de basis. Voer in voor kanaal: • De referentiemethode. • De referentiehoogte. (ref. tot graafdiepte) • De hellingshoek/helling in lengterichting . • De lengte van de basis van het kanaal. • De hoogte van het startpunt tot aan de basis van het kanaal. • De richting van de hellingshoek/helling in lengterichting. (Bij ingeschakeld kompas)
13
DigPilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Dijk / Dam
Een dijk/dam bestaat uit drie horizontale vlakken met daartussen enkelvoudige hellingen, zoals aangegeven op de afbeelding, De hellingen hebben dezelfde hellingshoek aan beide zijden vanaf de top van de dijk. Voer in voor dijk/damlepelsteel-sensor: • De verwijzings- c.q. referentiemethode. • De referentiehoogte. (ref. tot graafdiepte) • De hellingshoek/helling in lengterichting • Lengte van de bovenzijde van de dijk/dam. • De hoogte vanaf het startpunt naar de top van de dijk. • De richting van de hellingshoek/helling in lengterichting. (Bij ingeschakeld kompas)
14
Werk/project soorten
Bak-Gedefinieerd
Bak-gedefinieerd wordt gebruikt om een helling met gebruik van de punt van de bak aan te geven, bijv. bij het vormgeven van een enkelvoudige helling tot aan de fundamenten van een object. Door de bak-punt te refereren aan twee verschillende punten zal DigPilot de hellingshoek, de richting van de hellingshoek en de graafdiepte berekenen en deze op dezelfde manier bewaren als de instellingen voor een enkelvoudige helling. Draai de bovenbouw niet totdat u beide punten heeft ingevoerd als referentie.
15
DigPilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Het graven van hellingen Alle projecten behalve "plat vlak (= niveau)" omvatten oppervlakken met een helling. De hellingshoek (in %) De hellingshoek/helling is opgenomen in DigPilot als een percentage (%), tenzij "Bak-gedefinieerd" is geselecteerd als project. Als de hellingshoek/helling is gespecificeerd als een verhoudingsgetal (bijv. 1:8) of in graden (bijv. 12.5˚) kunt u de rekenmachine binnen DigPilot gebruiken om de waarden te vertalen in percentages (%). De richting van de helling Voer de richting van de helling in door met de giek in de lengterichting van de helling te wijzen. Een helling heeft de hellingshoek die u invoert in de lengterichting die u invoert. Met behulp van zijn kompas berekent DigPilot continu de hellingshoek in de richting van de giek als de bovenbouw rond draait. Dit geldt voor alle projecten met een helling.
Dit wordt weergegeven voor een enkelvoudige helling op de volgende pagina.
16
Werk/project soorten
In de eerste schermafbeelding is de bovenbouw van de machine in lijn met een enkelvoudige helling met een hellingshoek van 30%.
In de tweede schermafbeelding is de bovenbouw 90 graden of meer gedraaid.
Hierdoor verandert de hellingshoek/helling in de richting van de giek van 30% naar 0%.
17
DigPilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Werk/project instellingen Dit hoofdstuk geeft een omschrijving van de belangrijkste project instellingen. Veel van de ingevoerde instellingen zijn gelijk voor de verschillende projecten. Wanneer u een nieuw project selecteert in DigPilot wordt u met behulp van afbeeldingen en tekst begeleid door de instellings-procedure.
Referentiehoogte De referentiehoogte is de verticale afstand tussen het referentiepunt en de te graven diepte. Als u voor referentie gebruik maakt van een roterende laser zal het lasersignaal de referentie zijn. Als u voor referentie gebruik maakt van de bakpunt zal de plek (bijv. een piket) waar u de bakpunt heeft geplaats het referentiepunt zijn. Merk op dat de referentiehoogte positief zal zijn als de uit te graven hoogte lager ligt dan het referentiepunt. Een referentiehoogte van 1,0 m zal derhalve resulteren in een uit te graven diepte van 1,0 m onder de referentiewaarde.
U kunt actief gebruik maken van de referentiehoogte bij de uitvoering van een project.
18
Werk/project soorten
Voorbeeld: Stel u heeft de referentiehoogte ingevoerd op 1,0 m en u bent gereed met het op hoogte brengen van een locatiefundering. Als uw volgende taak is om 10 cm steenslag op de fundering te leggen, kunt u de referentiehoogte veranderen naar 0,9 m en kunt u DigPilot gebruiken om te controleren of de laag steenslag de juiste / dikte heeft. Als u de hoogte heeft verkregen als verhoging en deze heeft geijkt op een bepaalde verhoging dan kunt u gebruik maken van de integrale calculator van DigPilot om de referentiehoogte te bepalen.
Hellingshoek/helling in lengterichting Dit is de helling in de richting van de giek wanneer "Richting van de helling" wordt ingevoerd.
Hellingshoek/helling zijwaarts Dit geldt alleen voor “Dubbele Helling” (Dubbelafschot) en is de hellingshoek welke loodrecht (90 graden) staat op de lengterichting. Voor alle overige projecten is de hellingshoek/ helling zijwaarts nul (0%).
Richting van de helling Dit is de lengterichting van de helling en deze wordt bepaald door met de giek te wijzen in de lengterichting van de helling. Als u op "OK" drukt op het scherm, zal DigPilot deze richting opslaan met behulp van het kompas.
19
DigPilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Refereren (verwijzen) DigPilot weet altijd waar de bakpunt is in relatie tot het rotatiecentrum van het onderstel. Maar om te weten waar het rotatiecentrum en derhalve de bakpunt is, met betrekking tot het project, moet DigPilot moet worden gerefereerd. Dit refereren wordt gedaan met een referentiepunt, zoals een piket-paaltje, of een roterende laser. Als de graafmachine op zachte bodem of los materiaal staat kan de machine ongewild gaan bewegen. DigPilot zal dit niet waarnemen en u zult de machine daarom opnieuw moeten refereren als deze heeft bewogen.
Zodra u een nieuw project heeft aangemaakt wordt u automatisch gevraagd om te refereren als u naar graaf-modus gaat in het beeldscherm. Voor het uitvoeren van een nieuwe referentie, drukt u op de knop "Referentie" in het menu-venster van het graaf-scherm.
20
Refereren
Refereren (m.b.v. referentiepunt) Een referentiepunt (vaak een piketpaaltje) is een punt met een bekende hoogte ten opzichte van de te graven diepte van uw huidige project. • Plaats de bakpunt op het referentiepunt • Druk op "OK". Als u heeft gekozen voor "Wand", “Kanaal " of "Talud" dan moet het referentiepunt tevens een bekende positie hebben in relatie tot het project. Zie de schermafbeeldingen voor het huidige project voor verdere details.
21
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Refereren (m.b.v. laser) De laser-ontvanger op de lepelsteelsensor detecteert hierbij de laserstraal van een roterende laser. Het voordeel van een roterende laser is dat het grote vlakken kan bestrijken met zeer hoge nauwkeurigheid. • Beweeg de lepelsteel waar de laser-detector op zit. • Kijk naar het beeldscherm en zoek de laserstraal. • Localiseer eerst ruwweg (snel) en daarna precies. • Druk op "OK" wanneer de laser het midden raakt. De laser moet worden ingesteld met precies dezelfde hellingshoek/helling en richting als is ingevoerd voor het project in DigPilot. Voorkom dat u a) teveel referentiepunten gebruikt en b) het risico heeft van verlies van nauwkeurigheid bij het verplaatsen van de graafmachine.
22
Het onderstel verplaatsen
Het onderstel verplaatsen Wanneer u heeft gerefereerd en u gereed bent met graven op het punt waar het onderstel staat gepositioneerd en u verplaats naar een nieuwe locatie, dan moet u DigPilot hierover informeren. Dit kan op 3 manieren:
1: Verplaats met nieuwe referentie • Verplaats het onderstel naar een nieuwe positie. • Refereer naar een nieuw referentiepunt.
2: Verplaats en behoud dezelfde hoogte Als u bij het graven de gewenste diepte heeft bereikt kunt u doorgaan middels het refereren aan deze bereikte graafdiepte. • Verplaats de machine • Wijzig de referentiehoogte van het project in nul. • Selecteer 'referentiepunt' als referentiemethode. • Refereer met de bakpunt naar de afgegraven gewenste diepte.
23
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
3: Verplaats met Verwissel-Punt-Functie De verwissel-puntfunctie is beschikbaar voor de projecten: • “Plat Vlak”, • “Enkelvoudige Helling” en • “Dubbele Helling”. • Plaats de bakpunt op een punt dat u tevens kunt bereiken vanaf de plek waar u het onderstel naar toe gaat verplaatsen. • Druk op "OK" op het scherm. • Verplaats het onderstel • Positioneer de bakpunt op hetzelfde punt. • Druk wederom op "OK" op het scherm.
24
Het graaf-scherm
Details van het ‘graaf-scherm’ Dit hoofdstuk beschrijft wat u zult zien in het graafscherm en hoe u deze informatie kunt gebruiken.
In het graaf-scherm vindt u alle informatie die u nodig heeft om te graven. U kunt tevens kiezen wat u graag wilt zien worden weergegeven voor een optimale aanpassing van het scherm aan u en uw behoeften.
Scherm-Libelle Aan de linkerkant van de graaf-scherm ziet u de scherm-libelle. Deze functioneert als een zoom. Als de bakpunt de graafdiepte nadert begint de ronde 25
Digpilot gebruikershandleiding version 1.6.1.1
bal (scherm-libelle) te bewegen. Als de bal in het midden van de cirkel staat dan bevindt de bakpunt zich exact op de gewenste graafdiepte. De twee horizontale lijnen tonen het werkgebied.
Bak-hoogte In de linker bovenhoek van het beeldscherm staat de verticale afstand weergegeven vanaf de bakpunt tot aan de ingevoerde gewenste graafdiepte.
Bovenaanzicht machine In de rechter bovenhoek van het beeldscherm staan de graafmachine en het project van bovenaf bekeken weergegeven. Dit kan zeer nuttig zijn voor de terugkeer naar een lengterichting, bijvoorbeeld in het geval van een sleuf.
Bak Midden bovenin in het graaf-scherm wordt de bak weergegeven zoals gezien vanuit de cabine van de machinist met het project eronder. Dit venster is vooral handig als u een kantelbak met kantelsensor heeft. Dit geeft zowel de hellingshoek van de bak weer als ook de hellingshoek/helling van het project loodrecht (90 graden) op de richting van de giek. De bak in het graaf-scherm kan ook van kleur veranderen om aan te geven dat de hellingshoek van de bak te klein, te groot of correct is voor het project.
26
Het graaf-scherm
Kleurcodes bak Paars : bak onder niveau Wit : bak op niveau Geel : bak boven niveau
Lengte U kunt ook de lengte/afstand bepalen vanaf een bepaald punt naar de bakpunt. De lengte wordt weergegeven in geel gekleurde tekst onder de hoogte van de bak. Lengte is een apart referentiesysteem dat de horizontale afstand meet tussen het referentiepunt voor de lengte en de bakpunt. De afstand wordt gemeten ten opzichte van het middelpunt van de draaicirkel van het onderstel, zodat de gemeten lengte niet verandert als de bovenbouw rond draait. Dit kan erg handig zijn bij bijvoorbeeld het leggen van leidingen. Druk op “Afbeeldingen” en kies "Zichtbare elementen" om lengte-referentie aan te zetten.
Zij-aanzicht machine De graafmachine van de zijkant kunnen zien tijdens het project is waarschijnlijk de meest belangrijke functie voor u als machinist en is daarom het belangrijkste uitgangspunt in het graaf-scherm. Het project hieronder is weergegeven in relatie tot het referentiepunt op de bak (links, midden of rechts).
27
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1
Druktoetsen in het graaf-scherm Het menu in het graaf-scherm heeft een groot aantal functies die met 1 klik in te stellen zijn.
Menu Deze druktoets opent en sluit het menu.
Referentie (m.b.v. punt) Indien u heeft gekozen voor 'referentiepunt' als uw referentiemethode dan zal de referentietoets als beeld een bak weergeven.
Referentie (m.b.v. laser) Indien u heeft gekozen voor 'laser' als uw referentiemethode dan zal de referentietoets als beeld een laser weergeven. Druk op de referentietoets om een nieuwe referentie uit te voeren en volg de instructies op het scherm.
28
Knoppen op het graaf-scherm
Verwissel-Punt (Geheugen) Druk op deze toets om de verwisselpunt functie te gebruiken en volg de instructies op het scherm.
Lengte / Lengtereferentie Plaats de bakpunt op het referentiepunt en druk op deze toets om te beginnen met het meten van de horizontale afstand vanaf het referentiepunt naar de bakpunt. Deze toets zal enkel verschijnen wanneer lengtereferentie is ingeschakeld. Druk op “Afbeeldingen” en kies "Zichtbare elementen" om lengte-referentie aan te zetten.
Meet Plaats de bakpunt op het referentiepunt en druk op deze toets om te starten met het meten van lengte, hoogte, afstand en hellingshoek/helling vanaf het referentiepunt. Druk nogmaals op deze toets om terug te keren naar het project waar u mee bezig bent.
29
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1
Verifieren/bevestigen Het indrukken van deze toets geeft u toegang tot een procedure om te verifiëren (controleren) of DigPilot al dan niet accuraat metingen verricht. Mocht dit niet het geval zijn dan kunt u dieper in dit menu gaan.
Werk/project Druk op deze toets om instellingen van uw huidig project te bekijken of te wijzigen. Indien u een nieuw project wilt starten dan kan dit ook hier worden gedaan.
Grafische instellingen Door het indrukken van deze toets kunt u wijzigingen aanbrengen in het graaf-scherm.
Geluidsinstellingen Door het indrukken van deze toets kunt u wijzigingen aanbrengen in het geluidssignaal tijdens het graven. De instellingen voor het hoogte-alarm zijn ook hier te vinden. Het geluidsvolume van de DigPilot is gering. Een externe pieper met een luid geluid kan worden gekocht bij uw dealer.
30
Knoppen op het graaf-scherm
Grafische instellingen Door te drukken op de toets "Grafische instellingen" (Graphics) krijgt u toegang tot een menu waarmee u het uiterlijk van het graaf-scherm aan kunt gaan passen aan u en uw behoeften op elk gewenst moment.
Meetpunt van de bak Hier kunt u kiezen of bij de bakpunt het midden, het linker- of rechter uiteinde als referentiepunt wilt gebruiken. Het meetpunt van de bak wordt overal binnen DigPilot gebruikt waar u wordt gevraagd om de bakpunt te gebruiken.
Zichtbare Elementen Hier kunt u selecteren welke elementen worden getoond in het graaf-scherm.
Helderheid graaf-scherm DigPilot heeft een zogenaamde transreflectief scherm om u het best mogelijke beeld te geven wanneer zonlicht direct op het scherm valt. Als het buiten donker is en u vindt het licht van het scherm te fel dan kunt u het scherm hier dimmen. Merk op dat het ongeveer 10 seconden duurt om het graafscherm te openen wanneer het scherm is/wordt gedimd.
31
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1
Hoekafwijking-voor-bak waarschuwing U kunt deze functie gebruiken als u een kantelbak en kantelsensor heeft. De bak kan in het scherm van kleur veranderen om aan te geven dat de zijwaartse hoek van de bak te groot, te klein of correct is voor het project. Met deze functie kunt u invoeren wat voor een hoekafwijking u wilt accepteren voordat de bak in het scherm van kleur moet gaan veranderen.
Werkgebied De grootte van het werkgebied bepaalt wanneer de scherm-libelle links in het scherm ten opzichte van het vizierpunt (de roos) begint te bewegen en wanneer de "kleurwaarschuwing" zal worden gegeven. Door het vergroten van de omvang van het werkgebied maak je de scherm-libelle minder gevoelig. Indien DigPilot correct is geïnstalleerd zal gemeten worden met een nauwkeurigheid van een (1) centimeter op een normale graafmachine.De omvang van het werkgebied zal de meetnauwkeurigheid niet beïnvloeden.
Focus Hier kunt u kiezen of u het onderstel op een plaats wilt houden terwijl u aan het werk bent of dat u wilt dat de bak op een plaats blijft, terwijl de rest van de graafmachine en het project verplaatsen.
32
Knoppen op het graaf-scherm
Kleurindicatie In “Graphics> Verander kleuren” kunt u selecteren of DigPilot u een kleurwaarschuwing moet geven wanneer het meetpunt op de bakpunt boven of beneden het aangegeven werkgebied komt. U kunt kiezen tussen een kleurverandering op de achtergrond van het scherm, op de hele graafmachine of enkel de bak.
Grootte graafmachine Hier kunt u selecteren hoeveel ruimte de graafmachine moet innemen op het beeldscherm door middel van het vergroten of verkleinen van de omvang.
Positie graafmachine Hier kunt u de plaats van de graafmachine op het beeldscherm wijzigen.
Weergave graafmachine Hier kunt u selecteren hoe de graafmachine er vanaf de zijkant uit zal zien in het beeldscherm. Verander het uiterlijk naar een kleine machine indien u een kleine graafmachine heeft waarbij de giek vast zit aan de voorkant van de cabine.
33
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Geluidsinstellingen Geluidssignalen kunnen een handig hulpmiddel zijn als aanvulling op de informatie welke wordt weergegeven op het beeldscherm. Hier kunt u beslissen of u een geluidssignaal wilt horen wanneer het meetpunt op de bakpunt in of onder het werkgebied uitkomt. Het hoogte-alarm heeft ook een geluidssignaal.
Hoogte-Alarm Het hoogte-alarm zal u waarschuwen wanneer de bovenkant van de lepelsteel of de bak meer dan een bepaalde hoogte boven de onderkant van de rupsband uitkomt. Om het hoogte-alarm aan te zetten moet u twee extra dimensies van de graafmachine invoeren en de hoogte van het alarm aangeven. Merk op dat de hoogte alarm wordt aangegeven in relatie tot de onderkant van de graafmachine rupsband en niet in relatie tot het project.
34
Geluidsinstellingen
Gebruik van kompas Om ten volle gebruik te maken van DigPilot maken wanneer men werkt aan glooiende projecten, is het essentieel dat het kompas een nauwkeurige waarde aangeeft. Het is daarom belangrijk dat het kompas goed is gekalibreerd. Merk op dat het kompas het meest nauwkeurig is als het onderstel horizontaal staat.
Echter, soms kan het kompas geen nauwkeurige uitlezing geven, zelfs niet als het onderstel waterpas staat. Hoe groter de hellingshoek/helling in het project is, hoe groter de fout in hoogte-aangave van de bak zal zijn als het kompas verkeerd uitleest. Bij het afgraven van grote hellingen moet u dan ook van overwegen om het kompas uit te schakelen en de richting zelf bij te gaan houden. U kunt het kompas uitschakelen door: • Selecteer "Hoofdmenu> Instellingen> Hardware> Sensoren" • Selecteer “HKK-sensor” (Helling-, Kantel- Kompas) • Selecteer "Details". • Selecteer "Kompas aan" • Selecteer "Wijzigen". • Selecteer “Kompas uit”
35
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Snelheid van de sensoren Graafmachines kunnen veel of weinig trillen afhankelijk van de toerental, grootte, ouderdom etc. en dit zal gevolgen hebben voor de hoekmetingen van de sensoren. DigPilot is ontworpen om ervoor te zorgen dat de sensoren een optimum zullen geven aan stabiele, snelle en nauwkeurige hoekmetingen op alle soorten graafmachines. Het is daarom mogelijk om de gevoeligheid en de demping van de sensoren aan te passen om de best mogelijke match met uw graafmachine te verkrijgen. In de fabriek zijn de sensoren ingesteld met het doel stabiel te zijn als de graafmachine stilstaat, maar onmiddellijk te reageren wanneer de machine beweegt. Om hierin wijzigingen aan te brengen, • Selecteer "Hoofdmenu> Instellingen> Hardware> Sensoren" • Selecteer "Gevoeligheid".
Gevoeligheid Gevoeligheid geeft aan hoe sterk de trilling of verplaatsing in de graafmachine moeten zijn alvorens DigPilot deze interpreteert als een beweging van de machine.
36
Geluidsinstellingen
Door het verhogen van de gevoeligheid kunnen kleinere verplaatsingen in de machine worden geinterpreteerd als een beweging van de machine. Het verminderen van de gevoeligheid betekent dat er grotere verplaatsingen nodig zijn om deze te interpreteren als een beweging van de machine.
Demping Demping geeft aan hoeveel het hoekmetingen worden gefilterd wanneer de graafmachine stationair is. Filtering maakt de hoekmetingen stabiel en nauwkeurig, ondanks trillingen. Door het verhogen van de demping zal DigPilot trager gaan reageren op kleine en beperkte bewegingen in de machine. Door het verminderen van de demping zal DigPilot sneller gaan reageren op kleine en beperkte bewegingen in de machine. Demping is op hoog ingesteld in de fabriek en kan derhalve waarschijnlijk worden verminderd.
37
Digpilot gebruikershandleiding version 1.6.1.1
Software up-to-date houden Welke versie van de software u heeft kunt u aflezen in de rechter bovenhoek van het hoofdmenu. Als uw dealer uw e-mailadres heeft dan ontvangt u doorgaans een melding wanneer er een nieuwe versie van de software wordt vrijgegeven. U kunt ook zelf controleren of u de laatste versie heeft van de software. Op www.digpilot.com treft u de nieuwste versie van de software aan onder "Downloads" en "Software". Wij raden u aan altijd de nieuwste versie van de software te gebruiken.
38
De software up to date houden
Het updaten van de software • • • •
Neem plaats achter een gewone computer. Steek een USB-stick in deze computer of laptop. Ga naar www.digpilot.com (Neem contact op met uw dealer als u nog geen gebruikersnaam en wachtwoord gekregen heeft.)
• • • • •
Ga naar “downloads / software” Klik op de link van de nieuwste software-versie. Download het bestand "DigPilot_Update.exe" Sla het bestand op de computer. (niet de USB) Dubbelklik op het bestand "DigPilot_Update.exe". (Het bestand wordt dan automatisch worden uitgepakt in een directory/map genaamd "DigPilot_Update" met daarbij alle bestanden die u nodig heeft.) Kopieer de directory/map "DigPilot_Update" naar de root directory van de USB-stick. Verwijder de USB-stick. Steek de USB-stick in de DigPilot PC Selecteer "Hoofdmenu> Instellingen> Hardware> Selecteer “Computer> Software-update”.
• • • •
39
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
Veelgestelde vragen Hieronder vindt u antwoord op de volgende vragen: • • • • • • • • • •
1) De DigPilot PC-unit reageert niet, wat nu? 2) Een sensor reageer niet, wat nu? 3) Een sensor is beschadigd, wat nu? 4) Hoe kan ik een sensor kalibreren? 5) Het systeem meet niet nauwkeurig, wat nu? 6) Het kompas geeft verkeerd richting, wat nu? 7) Hoe controleer ik de kompas-kalibratie? 8) Het kompas draait verstoord, wat nu? 9) Hoe schakel ik het kompas uit? 10) De laser-sensor werkt niet, wat nu?
40 40 41 41 41 41 42 42 43 43
1) De DigPilot PC-unit reageert niet, wat nu? De meeste DigPilot problemen kunnen worden opgelost door het uit- en opnieuw aanzetten van de DigPilot beeldscherm/PC-unit.
2) Een sensor reageer niet, wat nu? Als u problemen ondervindt met contact te maken met de sensoren ga dan als volgt te werk: • Zet de DigPilot beeldscherm/PC-unit uit. • Zet alle sensoren gedurende enkele minuten in de oplader. De sensoren zullen zo ge-reset worden terwijl ze worden opgeladen. • Neem alle sensoren uit de oplader • Zet de DigPilot beeldscherm/PC-unit aan.
40
Veelgestelde vragen
3) Een sensor is beschadigd, wat nu? • Bestel een nieuwe sensor bij uw dealer. • Verwijder de gegevens/instellingen van de beschadigde sensor uit DigPilot. • Meld de nieuwe sensor aan in DigPilot. 4) Hoe kan ik een sensor kalibreren? Als u de sensoren al gekalibreerd heeft en u wilt een sensor opnieuw kalibreren, ga dan als volgt te werk: • Kies "Hoofdmenu> Instellingen> Hardware> Sensoren" • Selecteer de sensor welke u wilt kalibreren. • Selecteer "Details". • Selecteer "Gekalibreerd" en druk op "Wijzig". 5) Het systeem meet niet nauwkeurig, wat nu? Als het systeem niet nauwkeurig meet dan is een dimensie of ijkwaarde waarschijnlijk verkeerd. Selecteer "Valideren" uit het menu in het graafvenster en druk op "Probleem oplossen".DigPilot zal u vervolgens helpen het probleem te identificeren en corrigeren. Volg de aanwijzingen op het scherm. 6) Het kompas geeft verkeerd richting, wat nu? Het kompas in de HKK-sensor is magnetisch en moet worden gekalibreerd om correct te kunnen meten.
41
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
• Kalibreer het kompas opnieuw. • Selecteer "Hoofdmenu> Instellingen> Hardware> Selecteer “Sensoren> HKK-sensor> Details" • Selecteer "Gekalibreerd" en druk op "Wijzigen". • Controleer of het probleem is verholpen.
7) Hoe controleer ik de kompas-kalibratie? U kunt als volgt controleren hoe goed het kompas is gekalibreerd: • Selecteer "Hoofdmenu> Instellingen> Hardware> Sensoren> HKK-Kompas> Controleer". Wanneer de machine stationair is en de bovenbouw is gedraaid dan geeft de kompas meting idealiter een perfecte cirkel met het middelpunt in de oorsprong.
8) Het kompas draait verstoord, wat nu? In bepaalde bijzondere omstandigheden kan het magnetische kompas zo veel worden verstoord dat het niet mag worden gebruikt. In deze situatie kan de richting op het scherm veranderen, zelfs als de machine volledig stil staat. Als dit gebeurd moet het kompas worden uitgeschakeld. In situaties waarin er voortdurend grote schommelingen zijn in het magnetisch veld rondom de machine zal de kalibratie van het kompas niet in staat zijn om te compenseren voor de overlast. Een voorbeeld van een dergelijke situatie is als de machine dicht bij een actieve spoorlijn staat: Treinen 42
Veelgestelde vragen
zijn omgeven door een sterk magnetisch veld wat de kompas metingen ernstig zal verstoren wanneer een trein passeert. In dit geval kan de richting veranderen die wordt weergegeven op het scherm, zelfs als de machine volledig stil staat. Werken in de nabijheid van hoogspanningskabels kan ook problemen veroorzaken voor het magnetisch kompas.
9) Hoe schakel ik het kompas uit? Selecteer "Hoofdmenu> Instellingen> Hardware> Sensoren" Selecteer HKK-Kompass sensor. Selecteer "Details> "Kompas aan" >"Wijzigen". Alle software functies die de richtingsmetingen van het kompas gebruiken zal nu van het scherm verdwijnen en u zult zelf de richting moeten bijhouden. 10) De laser-sensor werkt niet, wat nu? De laser-sensor kan problemen ondervinden met het detecteren van de laserstraal in sterk zonlicht, vooral als de zon recht in de foto-elektrische cel schijnt. Als dit gebeurt dan dient de hoeveelheid zonlicht die de cel raakt te worden verminderd, bijvoorbeeld door de sensor van het licht weg te draaien. Als de laser sensor is blootgesteld aan stroboscoop verlichting, een zwaailamp of iets dergelijks dan kan
43
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
de sensor hierdoor worden misleid door te denken dat het de laser heeft gedetecteerd. Als de laser-sensor totaal niet reageert op de laserstraal, zelfs niet van dichtbij, dan is de fotoelektrische cel van de laser-sensor waarschijnlijk beschadigd. In dit geval kunt u tot uw dealer wenden om de sensor te vervangen.
44
Veelgestelde vragen
www.DigPilot.com © 2008 Gundersen & Løken AS, Norway. All rights reserved. DigPilot is a trademark of Gundersen & Løken.
45
Digpilot Gebruikershandleiding Versie 1.6.1.1 NL
46
Veelgestelde vragen
DigPilot importeur. Exclusief importeur voor Nederland, Belgie en Luxemburg: Navigation Solutions Europe BV Fluweelboom 2 4101 JX Culemborg Tel: +31(0)345-532427 E-mail:
[email protected] www.navsol.eu www.digpilot.nl
DigPilot dealer.
47