GB software 8.x INSTALLATIEHANDLEIDING
Installatiehandleiding voor GB software
Inhoudsopgave 1 Algemeen.................................................................................................................................3 1.1. Opbouw van de installatie handleiding ...........................................................................3 1.2. Basis instellingen.............................................................................................................3 1.2.1 Instellen van de omgevingsvariabele GBSYS...........................................................3 1.2.2 Snelkoppelingen maken.............................................................................................4 1.2.3. Aanpassen van GBSYS.INI .....................................................................................4 1.2.4. Geen uniforme schijfletter indeling..........................................................................5 1.2.5. Meerdere gegevenssets met hetzelfde programma....................................................5 1.2.6. Installatie van een vernieuwde versie .......................................................................5 2 ODBC installatie......................................................................................................................6 2.1. Aanmaak van database en schema's.................................................................................6 2.2. Installatie van ODBC driver.............................................................................................7 2.3. Aanmaak van ODBC databron.........................................................................................8 2.4. GBSYS.INI instellingen...................................................................................................8 2.5. Systeem start....................................................................................................................8 2.6 Geconverteerde gegevens..................................................................................................9 3 DBF installatie.......................................................................................................................10 3.1. GBSYS.INI instellingen.................................................................................................10 3.2. Systeem start..................................................................................................................10 3.3 Geconverteerde gegevens................................................................................................10 4 Programmatuur installatie en eerste opstart...........................................................................11 4.1 Installatie ........................................................................................................................11 4.2 Inrichting van GBSYS.INI..............................................................................................11 4.3 Directory specificatie ...................................................................................................11 4.4 Gegevensopslag specificatie...........................................................................................12 4.5 Gebruiker identificatie....................................................................................................12 4.6 Aanmaken ontbrekende directory’s................................................................................13 5 Installatie van GB GIS8 voor MicroStation V8.....................................................................14 5.1 Bestanden voor installatie...............................................................................................14 5.2. Installatie procedure.......................................................................................................14 5.3 Plaatsing van GBSHELL.INI..........................................................................................16 5.4 Snelkoppeling en argumenten........................................................................................16 6 Installatie van GB GIS8 voor ArcGIS....................................................................................18 6.1 Bestanden voor installatie...............................................................................................18 6.2. Installatie procedure.......................................................................................................18 6.3 ArcGIS inrichting............................................................................................................19 6.4 Plaatsing van GBSHELL.INI..........................................................................................20 6.5 Snelkoppeling en argumenten........................................................................................20 7 Installatie van GB GIS voor AutoCAD..................................................................................21 7.1 Bestanden voor installatie..............................................................................................21 7.2. Inrichting .INI bestanden................................................................................................21 7.3. Installatie procedure.......................................................................................................21 8 Installatie van GB GIS V8 voor MicroStation J....................................................................25 8.1 Plaatsing van .INI files....................................................................................................25 8.2 MA bestanden naar MDLAPPS......................................................................................25 8.3 Instellingen MicroStation................................................................................................25 9 Installatie ActiveX voor rapporten.........................................................................................27 10. Installatie van Veldwerk systemen.....................................................................................27 Pagina 2 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
1
Algemeen
1.1. Opbouw van de installatie handleiding De GB programmatuur bestaat uit een reeks database applicaties voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Verder is er een reeks GIS applicaties die de objecten van de openbare ruimte koppelen aan digitale kaarten in diverse grafische systemen. Deze handleiding beschrijft de procedure voor installatie van GB software versie 8. Alle varianten van de software worden in deze handleiding behandeld, te weten de ODBC variant, de DBF variant en ook alle GIS platforms waarop de GB GIS programmatuur draait. Als u een installatie uitvoert is het noodzakelijk om de juiste hoofdstukken uit te kiezen, uitgaande van de programmatuur varianten en opties die u hebt. In dit hoofdstuk worden verder de basisprincipes van installatie behandeld. In de volgende twee hoofdstukken worden de voorbereidende handelingen beschreven voor installatie op de verschillende database platforms. Hoofdstuk 4 beschrijft de installatie en opstart van database applicaties. De laatste hoofdstukken beschrijven de installatie voor de verschillende grafische platforms.
1.2. Basis instellingen Voor installatie van de GB programmatuur is ernaar gestreefd om zo min mogelijk gebruik te maken van de Windows registry, zo blijft de afhankelijkheid van lokale computer instellingen minimaal. Alle instellingen die de programma's voor het correct functioneren nodig hebben zijn in .INI bestanden gezet. Het programma hoeft dan alleen te weten waar het zijn .INI bestand moet zoeken om alle instellingen te kennen. Dat kan op drie manieren : − door de .INI bestanden bij de programmatuur te plaatsen − door instelling van een environment variabele GBSYS − of door het pad naar de .INI bestanden bij opstart als parameter mee te geven
1.2.1
Instellen van de omgevingsvariabele GBSYS
Het instellen van de omgevingsvariabele GBSYS gaat verschillend bij de verschillende besturingsystemen, hieronder wordt het voor de gangbare systemen uitgelegd.
Omgevingsvariabele voor Windows 2000 • Klik met de rechter muisknop op het icoon >Deze computer= • Kies dan optie >Eigenschappen • Kies het tabblad >Geavanceerd= • • •
•
•
Klik op ‘Omgevingsvariabelen’ Klik op ‘Nieuw’ (bij voorkeur bij Systeemvariabelen) Voer in het venster ‘Naam van variabele’ in : GBSYS Voer in het venster >Waarde van variabele= in: C:\GB8\ ingeval u de standaarddirectory voor installatie van het systeem gekozen heeft. Als u dit niet gedaan heeft, vul dan op deze plaats de bij installatie gespecificeerde directory in, inclusief volledige padnaam. Let op dat u ALTIJD als laatste karakter het \ karakter plaatst. Sluit af met de knoppen >OK= en >OK=.
Omgevingsvariabele voor Windows XP • Klik met de rechter muisknop op het icoon >Deze computer= Pagina 3 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
• • • • •
•
•
1.2.2
Kies dan optie >Eigenschappen Kies het tabblad >Geavanceerd= Klik op ‘Omgevingsvariabelen’ Klik op ‘Nieuw’ (bij voorkeur bij Systeemvariabelen) Voer in het venster ‘Naam van variabele’ in : GBSYS Voer in het venster >Waarde van variabele= in: C:\GB8\ ingeval u de standaarddirectory voor installatie van het systeem gekozen heeft. Als u dit niet gedaan heeft, vul dan op deze plaats de bij installatie gespecificeerde directory in, inclusief volledige padnaam. Let op dat u ALTIJD als laatste karakter het \ karakter plaatst. Sluit af met de knoppen >OK=, ‘OK’ en >OK=.
Snelkoppelingen maken
Voor het gemakkelijk opstarten van het programma wordt doorgaans een snelkoppeling op het bureaublad of in het startmenu van de computer geplaatst. Dit wordt door systeembeheerders op allerlei wijzen gedaan, wij behandelen deze technieken hier niet. De bestandsnamen voor de verschillende op te starten systemen zijn als volgt: GB BasisBeheer GBBASIS.EXE GB Veldwerk voor Basis BASVELD.EXE GB PLANtsoen PLAN.EXE GB Veldwerk Plan PLANVELD.EXE GB BoomBeheer BOOM.EXE GB Veldwerk Boom BOOMVELD.EXE GB EcoBeheer ECO.EXE GB Veldwerk voor Eco ECOVELD.EXE GB SpeelBeheer SPEEL.EXE GB Veldwerk voor Speel SPELVELD.EXE GB GrafBeheer GRAF.EXE GB OeverBeheer OBOS.EXE GB Veldwerk voor Oever OBOSVELD.EXE GB WaterBeheer WATER.EXE GB WegBeheer WEG.EXE GB Veldwerk voor Weg WEGVELD.EXE GB RioolBeheer RIOOL.EXE GB BordBeheer BORD.EXE GB Veldwerk voor Bord BORDVELD.EXE GB Ontheffingen OHEF.EXE GB VoorzieningBeheer VVRZ.EXE GB KapVergunning KAP.EXE Bij het opstarten van een programma kunt u twee parameters meegeven. De eerste parameter is voor de inlogcode van de gebruiker, als deze als eerste parameter wordt meegegeven dan zal het systeem niet meer om een inlogcode vragen. Om beveiliging redenen wordt deze optie weinig gebruikt, in dat geval moet er hier een 0 (nul) als parameter ingevuld worden. De tweede parameter is een padverwijzing naar de .INI bestanden. Als deze tweede parameter meegegeven wordt dan vervangt deze de padverwijzing die eventueel al in de GBSYS environment variabele staat, zie de vorige paragraaf.
Pagina 4 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
1.2.3. Aanpassen van GBSYS.INI In veel installaties is er maar een enkele .INI file, te weten GBSYS.INI. Deze bevat alle benodigde instellingen. Op de installatie CD vindt u een basisbestand GBSYS.INI, u kunt dit in de directory plaatsen waar alle GB programmatuur geplaatst zal worden. Dit basis bestand kan vervolgens naar behoefte aangepast worden, zie de volgende hoofdstukken. Dit bestand bevat informatie in XML format, wanneer men enigszins bekend is met dit format dan is aanpassing van de instellingen heel eenvoudig. Het aanpassen kan gebeuren met een simpele tekstverwerker zoals "Kladblok". In hoofdstukken 2, 3 en 4 vindt u details over de inhoud van GBSYS.INI, aan de hand daarvan kunt u de eventueel aan te brengen wijzigingen bepalen.
1.2.4. Geen uniforme schijfletter indeling Meestel worden GB systemen als multi-user applicaties in een netwerk gebruikt. Het kan voorkomen dat in dit netwerk de locatie van programmatuur en/of data niet uniform geregeld heeft. In dat geval kan men op elk van de computers de GBSYS omgevingsvariabele laten verwijzen naar een plaats op de lokale machine. Hier richt men dan op elke lokale machine een GBSYS.INI bestand zo in dat vanaf die machine programmatuur en gegevens op het netwerk bereikbaar zijn.
1.2.5. Meerdere gegevenssets met hetzelfde programma Het kan voorkomen dat men met één beheersysteem verschillende databases wil bewerken, bijvoorbeeld wanneer men databases van meerdere klanten wil beheren of een beheersysteem voor meerdere doelen wil gebruiken en inrichten. In dat geval kan men meerdere snelkoppelingen aanmaken die hetzelfde programma opstarten, elke snelkoppeling voor een aparte database. Nu kan men niet meer volstaan met een instelling van omgevingsvariabele GBSYS, deze moet dan ook verwijderd worden. In plaats daarvan geeft men de locatie van GBSYS.INI voor elke database apart als parameter bij opstart van het beheerprogramma mee, zie paragraaf 1.2.2. Wanneer twee snelkoppelingen zijn aangemaakt, bijvoorbeeld één voor beheer van de kom en één voor beheer van het buitengebied dan zouden de snelkoppelingen er als volgt uit kunnen zien: G:\APPS\GB8\PLAN.EXE 0 H:\GB8\KOM\ G:\APPS\GB8\PLAN.EXE 0 H:\GB8\BUITEN\ U kunt dan met het programma twee sets gegevens bewerken.
1.2.6. Installatie van een vernieuwde versie Wanneer u de programmatuur van versie 8 installeert terwijl er een eerdere versie al geïnstalleerd is dan moeten zowel de nieuwe programmatuur als de nieuwe gegevens op een andere plaats in het systeem gezet worden dan de oudere gegevens. Het is zeer belangrijk om deze twee versies niet te vermengen, ten eerste omdat het in veel gevallen niet goed zal functioneren maar ook omdat de oude programmatuur en gegevens veelal toegankelijk moeten blijven ter verificatie van de nieuwe versie en gegevens. De programmatuur moet dus in een nieuwe map geïnstalleerd worden. Voor een DBF installatie betekent dat ook aanmaak van nieuwe mappen voor de gegevens bestanden. Voor een ODBC installatie betekent dat aanmaak van een nieuw schema in de database.
Pagina 5 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
2
ODBC installatie.
De gegevens die de GB systemen opslaan en gebruiken kunnen in elk ODBC compatible database systeem opgeslagen worden. Bij beheerders van de openbare ruimte is Oracle als database systeem veruit favoriet, wij gaan daarom hier uit van het gebruik van Oracle. Ook andere database systemen kunnen echter gebruikt worden.
2.1. Aanmaak van database en schema's Voordat de GB systemen wordt geïnstalleerd, moet er eerst handmatig een tablespace met een willekeurige naam aangemaakt worden, en ook minimaal 1 gebruiker als eigenaar van de databaseobjecten. Als voorbeeld wordt aangemaakt de database 'GB'. De omvang daarvan hangt natuurlijk af van het aantal schema's en de verwachte hoeveelheid data per schema. Voor een schema met een 'normaal' gegevensvolume is het richtgetal voor de omvang 50 MB. Het is niet nodig om een 'storage clause' toe te voegen die default grootten van aan te maken tabellen bepaalt. Dit wordt bij de aanmaak van de tabellen zelf geregeld. CREATE TABLESPACE GB DATAFILE 'D:\DATABASE\TEST\DBF\GB.DBF' SIZE 50M
CHARACTER SET WE8ISO8859P1; In dit kader gaan wij niet in op de technieken voor aanmaak van de database, elke Oracle installatie of database manager is daarin anders opgezet. LET OP : Met name de instelling van de character set is belangrijk, wanneer er in het vervolgtraject van installatie problemen optreden dan wordt dit bijna altijd veroorzaakt door een foute character set instelling. De database kan een of meer schema's bevatten, afhankelijk van het aantal applicaties van Groenestein Beheersoftware dat in gebruik is. Voor elke applicatie zal er een schema aangemaakt worden. Ook is het mogelijk dat voor een enkele applicatie meerdere schema's aangemaakt worden zodat meerdere implementaties van hetzelfde systeem gebruikt kunnen worden. Hieronder wordt een voorbeeld gegeven van de aanmaak van een user (of schema), voor dit voorbeeld gebruiken we een username en password die duiden op gebruik van het schema voor GB PLANtsoen. U mag echter elke usernaam en elk password gebruiken zolang het tenminste acceptabel is voor Oracle. CREATE USER "PLAN8" IDENTIFIED BY "PLAN8" DEFAULT TABLESPACE "GB" TEMPORARY TABLESPACE "TEMP" PROFILE DEFAULT ACCOUNT UNLOCK; GRANT "CONNECT" TO "PLAN"; GRANT "RESOURCE" TO "PLAN"; GRANT UNLIMITED TABLESPACE TO "PLAN"; ALTER USER "PLAN" DEFAULT ROLE ALL; Afhankelijk van de database inrichting kunnen namen e.d. natuurlijk verschillen. Wel is essentieel dat de drie "GRANT" clausules bij de user aanmaak geplaatst worden. Tenslotte is er nog een belangrijke instelling die gezet moet worden, deze betreft het aantal cursors dat Oracle beschikbaar stelt. Dit wordt ingesteld in het bestand INIT.ORA (dit bestand kan ook anders genoemd worden, dit is de default naam) De instelling luidt:
Pagina 6 van 27
Installatiehandleiding voor GB software open_cursors = 900 Aangezien de beheersystemen veel verschillende tabellen gebruiken is het standaard aantal beschikbaar gestelde cursors doorgaans niet voldoende. De programmatuur creëert zelf tijdens installatie on-line de tabellen en indexen, dat hoeft niet te gebeuren bij aanmaak van de database. Voor een aantal applicaties is het nodig om bepaalde tabellen beschikbaar te stellen aan andere applicaties van GB. Dit geldt bijvoorbeeld voor GB BoomBeheer, dat de tabellen CKAART, CVAK en CVAKDEEL beschikbaar kan stellen aan GB Kapvergunning. De syntax en het SQL statement daarvoor is : GRANT SELECT ON CKAART TO KAP; aannemende dat KAP de schemanaam (user) is voor de database van GB Kapvergunning. Een ander voorbeeld is het gebruik van BoomBeheer tabellen door het programma Methode Raad. Dit programma gebruikt de tabellen CKAART, CVAK , CVAKDEEL, CBOOMSRT en CDATDEF2. Of dit nodig is, en welke tabellen het dan betreft, hangt af van de combinatie van applicaties die in gebruik zijn.
2.2. Installatie van ODBC driver Om de programmatuur te laten draaien op een DBMS, is er een ODBC-koppeling vereist. Deze moet op de server worden gezet en geconfigureerd worden, dit gebeurt middels de ODBCSETUP.EXE. Dit bestand vindt u op de installatie CD van de GB programmatuur. Installatie van de driver is eenvoudig, u hoeft alleen maar de plaats aan te geven waar u de driver wilt installeren. Neem daarvoor de directory waar alle GB programmatuur geplaatst wordt. De zo geinstalleerde driver is de DataDirect 5.0 Oracle line protocol ODBC driver, deze levert GB mee voor gebruik met haar programmatuur. Ze mag niet voor andere doelen gebruikt worden krachtens de OEM overeenkomst tussen DataDirect en GB. De DataDirect ODBC-software biedt voordelen ten opzichte van ODBC drivers van andere leveranciers. Deze zijn de betere performance, beterere stabiliteit en goede support. Bovendien is er een aanzienlijke kostenbesparing te realiseren door het gebruik van deze drivers, vooral wanneer meerdere gebruikers met het systeem werken. LET OP : Op elke client computer moet ook ODBCSETUP.EXE uitgevoerd worden. Installatie van ODBC driver .DLL's vindt dan niet weer plaats maar wel worden in de registry de benodigde aanpassingen uitgevoerd. De wijzigingen in de registry zijn als volgt: - De registry key 'Datadirect 5.0 Oracle Wire Protocol' wordt toegevoegd in HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\ODBC\ODBCINST.INI - De key krijgt de volgende value names en values APILevel 1 ConnectFunctions YYY CPTimeout 60 Driver xxx\JGORA20.DLL (xxx = locatie .DLL) DriverODBCVer 3.51 FileUsage 0 Setup xxx\JGORA20S.DLL SQLLevel 1 UsageCount 1
Pagina 7 van 27
Installatiehandleiding voor GB software - De registry key 'ODBC Drivers' wordt toegevoegd in HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\ODBC\ODBCINST.INI -
De key krijgt de value name 'Datadirect 5.0 Oracle Wire Protocol' en de value 'Installed'
2.3. Aanmaak van ODBC databron Met behulp van de Microsoft ODBC Administrator kan dan een databron aangemaakt worden, dit gaat als volgt: - In het tabblad 'System DSN' wordt met knop 'Add' een nieuwe databron aangemaakt - In het dan geopende scherm kiest men de juiste driver, dit is 'DataDirect 5.0 Oracle wire protocol' - Vervolgens wordt het 'Oracle Wire Protocol Driver Setup' scherm geopend, hierin vult u de gevraagde gegevens in, te weten: Data source name (dit is de naam waaronder u de data set aan de GB programmatuur bekend wilt maken) Description (mag leeg blijven) Host (netwerknaam van Oracle host computer) Port number (standaard 1521) SID (Source ID, ofwel de Oracle user name, normaliter gelijk aan Data Source Name) - Dan kunt u de juistheid van deze configuratie testen met de knop 'Test connect' - Tenslotte kan de configuratie met 'Ok' worden vastgelegd.
2.4. GBSYS.INI instellingen In GBSYS.INI moeten een aantal instellingen zodanig aangepast worden dat de programmatuur gebruik kan maken van de zojuist aangemaakte databron. Dit gebeurt conform de aanmaak van de ODBC databron (zie boven) uitgebreid met instellingen voor de verschillende programma's. Hieronder vindt u een voorbeeld :
Testversie ODBCDBE GB <SERVERNAME>GB CBS07 1521 PLAN8 PLAN8
(vrij invulbaar) (verplicht PRECIES zo invullen) (naam ODBC databron) (SID) (netwerk naam van Oracle host) (standaard 1521) (schema/user naam) (password)
Voor elke dataset die via GBSYS.INI toegankelijk moet zijn is zo'n instelling in GBSYS.INI aanwezig. Beslissend voor het type database dat door het systeem gezocht wordt is de inhoud van het label
, als dat DBFDBE is dan verwacht het systeem een DBF format database, als het ODBCDBE is dan verwacht het een ODBC databron.
2.5. Systeem start In hoofdstuk 4 wordt een algemene beschrijving gegeven van wat er gebeurt bij de eerste opstart van een GB systeem. In deze paragraaf vindt u informatie over wat er met de Oracle database gebeurt en wat er verder kan plaatsvinden in relatie met de ODBC databron. Na opstart van het GB systeem probeert dat systeem conform de GBSYS.INI instellingen in te loggen zijn Oracle user via de ODBC databron. Het systeem geeft ook die melding. Als dit goed gaat dan zal het systeem in Oracle alle tabellen aanmaken die het nodig heeft, dit wordt in een voortgangsbalk ook getoond. Wanneer alle tabellen aangemaakt zijn dan worden ze ook gevuld met basis informatie. Dat zijn dan niet de gegevens over te beheren objecten en dergelijke maar enkel de gegevens die het systeem voor zijn functioneren nodig
Pagina 8 van 27
Installatiehandleiding voor GB software heeft. Als dit voltooid is dan is het systeem klaar voor gebruik. Er kunnen in dit proces een aantal dingen fout gaan, zoals bijvoorbeeld : − Het inloggen lukt niet. Controleer in dat geval of de ODBC databron wel goed is met behulp van de Microsoft ODBC Administrator. Controleer vervolgens of alle instellingen in GBSYS.INI wel precies overeenkomen met de ODBC databron specificaties. − Tijdens het aanmaken van de tabellen treedt een fout op. Controleer in dat geval of de database misschien een minimum tabel omvang hanteert. Aangezien GB systemen meestal veel tabellen gebruiken kan dan de database grootte snel een eventueel ingestelde maximum omvang overstijgen. − Tijdens het vullen van de tabellen treedt een fout op. Controleer in dat geval of de database wel met de juiste character set aangemaakt is. − Tijdens het inlezen van beheergegevens uit een reservekopie (later in het implementatieproces) treedt een fout op. In dat geval kunnen de in te lezen data karakters bevatten die niet binnen de gekozen karakterset vallen. Pas in dat geval de data aan. − Tijdens het indexeren van beheergegevens uit een reservekopie (later in het implementatieproces) treedt een fout op. In dat geval kunnen de in te lezen data dubbele sleutelveld records bevatten. Corrigeer dan de data.
2.6 Geconverteerde gegevens De beheergegevens staan op de cd als een reservekopie (*.gbz) in de map impex. Deze reservekopie(en) moet u in de map \gbdata\impex plaatsen. Wanneer u het programma heeft opgestart kunt u dan via Systeembeheer\Bestandsbeheer\Lees reservekopie de gegevens inlezen.
Pagina 9 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
3
DBF installatie
De installatie van een DBF format database is veel eenvoudiger dan die van een ODBC database. In feite hoeven alleen een enkele GBSYS.INI instelling gezet te worden en de programmatuur doet de rest.
3.1. GBSYS.INI instellingen In GBSYS.INI moeten een instelling zodanig aangepast worden dat de programmatuur gebruik kan maken van een DBF database. Hieronder vindt u een voorbeeld : Testversie DBFDBE <SERVERNAME>
(vrij invulbaar) (verplicht PRECIES zo invullen)
Voor elke dataset die via GBSYS.INI toegankelijk moet zijn is een dergelijke instelling in GBSYS.INI aanwezig.
3.2. Systeem start In hoofdstuk 4 wordt een algemene beschrijving gegeven van wat er gebeurt bij de eerste opstart van een GB systeem. In deze paragraaf vindt u informatie over wat er met de DBF dataset gebeurt. Een van die dingen is dat alle benodigde directories aangemaakt worden, daarvoor wordt aan de gebruiker eerst toestemming gevraagd. Na opstart van het GB systeem probeert dat systeem conform de GBSYS.INI instellingen alle tabellen aanmaken die het nodig heeft, dit wordt in een voortgangsbalk ook getoond. Een 'tabel' in een DBF database is in feite een bestand in het aloude Dbase III+ format, meestal vergezeld van een of meer index files in .NTX format. Wanneer alle tabellen aangemaakt zijn dan worden ze ook gevuld met basis informatie. Dat zijn dan niet de gegevens over te beheren objecten en dergelijke maar enkel de gegevens die het systeem voor zijn functioneren nodig heeft. Als dit voltooid is dan is het systeem klaar voor gebruik. Er kan in dit proces in feite maar een ding fout gaan, als de gebruiker geen rechten heeft voor de aanmaak van bestanden in de directory.
3.3 Geconverteerde gegevens De beheergegevens staan op de cd als een reservekopie (*.gbz) in de map impex. Deze reservekopie(en) moet u in de map \gbdata\impex plaatsen. Wanneer u het programma heeft opgestart kunt u dan via Systeembeheer\Bestandsbeheer\Lees reservekopie de gegevens inlezen.
Pagina 10 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
4
Programmatuur installatie en eerste opstart
4.1 Installatie U start de installatie door het programma SETUP.EXE op de CD te starten, bijvoorbeeld via de Verkenner. Na het welkom-scherm krijgt u een scherm te zien waarmee u de locatie van de te installeren programmatuur en data kunt specificeren. Standaard is dat de directory C:\GB8. Als u een andere directory wilt kiezen dan kan dat via de knop >Bladeren=, dit start een subscherm op waar u de directory handmatig en/of via een verkenner kiesscherm kunt uitkiezen. Sluit dit scherm af met de >Ok= knop. Het volgende scherm bevat enkel een mededeling, ga door met >Volgende=. Hierna begint het systeem de installatie uit te voeren. Normaliter volgt er dan nog een eindmededeling scherm. De basisinstallatie is hiermee gereed. Als laatste moet het bestand GBLIC.INI vanaf de CD gekopieerd worden naar de locatie waar GBSYS.INI wordt geplaatst. Dit bestand bevat alle gebruiker gegevens en informatie over de modules die de gebruiker aangeschaft heeft.
4.2 Inrichting van GBSYS.INI Het doel en de inrichting van het bestand GBSYS.INI is in de voorgaande hoofdstukken uitgelegd, hier behandelen we de algemene installatie aspecten. Dit zijn de instellingen die in het label staan, bijvoorbeeld : C:\GB8\ C:\GB8\GBDATA\ C:\GB8\GBDATA\TEMP\ C:\GB8\GBDATA\IMPEX\ Het label geeft aan wat het pad is naar de locatie waar alle GB programmatuur geïnstalleerd is. In een aantal gevallen is dit nodig, bijvoorbeeld wanneer er een opstart van GB programmatuur moet plaatsvinden vanuit de GIS omgeving. Het label verwijst naar het pad dat de root is van alle data – subdirectories voor de GB systemen. Het label verwijst naar een directory waar tijdelijke bestanden, voornamelijk GIS communicatie bestanden, geplaatst en gezocht worden. In sommige situaties, bijvoorbeeld bij trage netwerken, is het aan te raden om deze te laten verwijzen naar een lokale schijf om de performance zoveel mogelijk te verbeteren. U kunt deze instellingen zetten door het bestand GBSYS.INI in een editor aan te passen, u kunt ook zorgen voor deze instellingen door het GB systeem zelf de GBSYS.INI file te laten aanmaken. Hoe dat gebeurt vindt u in de volgende paragrafen. De eerste keer dat u een GB systeem opstart verschijnen dan een aantal schermen die na de eerste opstart niet meer zullen voorkomen.
4.3 Directory specificatie Het systeem toont een scherm waarin een aantal directory-specificaties staan.
Pagina 11 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
Dit zijn respectievelijk de directories voor: De locatie van de programmatuur De locatie van de root van de gegevens-directories De locatie van de communicatie-bestanden voor GIS-toepassingen. De locatie voor een import/export bestand op de harde schijf. De al ingevoerde set directory namen is gebaseerd op de lokatie van de opgestarte executable. Als dit correct is dan klikt u meteen op >Bewaar=. Zo niet, dan past u eerst de directory namen aan en klikt daarna op >Bewaar=. Het systeem maakt aan de hand hiervan zelf het initialisatie-bestand GBSYS.INI aan.
4.4 Gegevensopslag specificatie Voor ieder programma dat wordt opgestart moet de eerste keer worden vastgelegd in welk bestandsformaat de gegevens worden opgeslagen.
Wanneer u met BoomBeheer 2 sets gegevens wilt beheren, bijvoorbeeld alle gemeentelijke bomen en alle monumentale particuliere bomen, dan kunt u een beschrijving van de dataset opgeven. Deze beschrijving komt in de titelbalk van het programma te staan, zodat altijd duidelijk is met welke dataset u bezig bent. Wanneer u geen ODBC-koppeling heeft, kunt u direct op [BEWAAR] klikken. U heeft dan het standaardtype DBF gekozen. Wanneer u wel een ODBC-koppeling heeft, raadpleeg dan hoofdstuk 2 voor installatie van Oracle/ODBC voor u op [BEWAAR] klikt.
4.5 Gebruiker identificatie Vervolgens toont het systeem u een introductiescherm met een veld waar u uw toegangscode in moet vullen.
Pagina 12 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
De eerste maal dat u het systeem opstart kunt u hier een willekeurige toegangscode invullen, u krijgt dan toegang tot het systeem op het niveau van systeembeheerder. U dient dan met de optie >Gebruikersbeheer= onder >Systeembeheer= toegangscodes te wijzigen en toe te voegen.
4.6 Aanmaken ontbrekende directory’s Tijdens de installatie worden ontbrekende submappen aangemaakt.
Pagina 13 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
5
Installatie van GB GIS8 voor MicroStation V8
GB GIS V8 is een applicatie die bestaat uit een aantal onderdelen, de 'uitvoerende' delen daarvan zijn : - GBGISVB.EXE, dit is een applicatie geschreven in VB .NET welke MicroStation aanstuurt - GBGISVB.MA, dit is een MDL applicatie die op MicroStation draait - GBGISDB.EXE, dit deel zorgt voor alle database interactie. Deze drie delen werken samen door middel van communicatie via tijdelijke bestanden. Elk van deze onderdelen moet in het installatieproces correct geïnstalleerd worden voordat het systeem kan functioneren.
5.1 Bestanden voor installatie. U vindt op de installatie CD de volgende bestanden : A. De bestanden voor installatie van de .NET applicatie GBGISVB.EXE : - GBGISVB_MS.MSI , dit is de op te starten file voor installatie, ze bevat GBGISVB.EXE en INTEROP.MICROSTATIONDGN.DLL - SETUP.EXE en SETUP.INI , dit is het programma met INI file die met bovenstaande file de installatie uitvoert - GBGISVB.MA , het extra programma'tje in MDL - HANDLEIDING_MS.DOC , de handleiding Deze bestanden staan allemaal in \MICROSTATION0805\ B. De resource en cell files die nodig zijn voor de nieuwe V8 tekening, GBGIS.CEL en GBGIS.RSC , deze staan in \GEGEVENS\SYMBOL\ C. Bitmaps voor het hoofdmenu van GB GIS V8, deze staan in \BITMAPS D. Hulpprogramma's die soms nodig zijn bij installatie : - DOTNETFX.EXE, voor installatie van .NET 1.1 als dat mocht ontbreken - PDDS08050065en.EXE, voor installatie van de database functionaliteit bij PowerDraft E. De voor deze klant gemaakte SETUP.EXE voor installatie van de actuele versie van alle GB beheerprogrammatuur van deze klant, inclusief GBGISDB.EXE. F. GISSETUP.XML met de inrichting van GB GIS V8 (eventueel)
5.2. Installatie procedure Wanneer GB GIS V8 geïnstalleerd wordt in een omgeving waar de gegevens in een ODBC databron (bijvoorbeeld Oracle) staan dan moet de database daarvoor aangepast worden, bij een .DBF database omgeving is dat niet nodig omdat de programmatuur daar zelf voor zorgt. Bij GB GIS V8 worden de inrichting gegevens namelijk in een aparte dataset opgeslagen, de instelling mogelijkheden zijn zeer uitgebreid. In de ODBC databron moet dan, in dezelfde database als waar de beheergegevens opgeslagen worden, een nieuw schema aangemaakt worden. Dit schema moet de naam SHELL krijgen en het moet dezelfde eigenschappen hebben als de andere schema's in die database. Zie voor meer details over ODBC en DBF databases de hoofdstukken 2 en 3. Verder moeten bij installatie van de programmatuur de volgende actie- en controle stappen doorlopen worden : A.
Controleer of .NET Framework 1.1 geïnstalleerd is. Dit kan via het venster 'Software' in 'Configuratie'. Zo niet, installeer het dan en let daarbij op dat je installeert voor de
Pagina 14 van 27
Installatiehandleiding voor GB software taal die ook voor het OS gekozen is. GBGISVB.EXE is een .NET applicatie, het heeft daarom .NET Framework nodig om te kunnen draaien. B.
Controleer de .NET configuratie. Een ikoon daarvoor staat in 'Configuratie' of anders moet een snelkoppeling gemaakt worden naar \WINDOWS\MICROSOFT.NET\FRAMEWORK\V1.1.4322\MSCORCFG.MSC Kijk dan naar : Runtime Security Policy Adjust zone security Local Intranet Deze moet op Full Trust staan, anders wil .NET geen applicaties over het netwerk opstarten. Opstart resulteert dan enkel in een onbegrijpelijke foutmelding.
C.
Installeer GBGISDB.EXE (en andere vernieuwde GB programmatuur) door het draaien van SETUP.EXE.
D.
Installeer GBGISVB.EXE door opstart van GBGISVB_MS.MSI. Installeer de software bij voorkeur in de directory waar alle GB software staat om alles overzichtelijk te houden. Het kan gebeuren dat tijdens installatie 'registratie' van het bestand COMDLG32.OCX niet slaagt. In dat geval zal de installatiesoftware een melding geven met die strekking. In dat geval kan men het beste deze OCX handmatig registreren ZONDER DE INSTALLATIE AF TE BREKEN. Men doet dit door met de verkenner het bestand COMDLG32.OCX te 'droppen' op het bestand REGSVR32.EXE in de directory C:\WINNT\SYSTEM32\
E.
Kopieer GBGISVB.MA naar de plaats waar alle GB programmatuur staat, vooral ter archivering. Kopieer deze file ook naar de plek waar alle MicroStation .MA files staan, de directory \MDLAPPS in de MicroStation installatie, deze zal actief gebruikt worden.
F.
Kopieer de directory SYMBOL met cell en resource files naar \GB8\GBDATA\
G.
Kopieer de directory BITMAPS met haar bitmap bestanden naar \GB8\GBDATA\
H.
Kopieer het bestand GISSETUP.XML naar de directory waar alle GIS communicatie plaatsvindt, zie hoofdstuk 4.2, label .
I.
Wanneer PowerDraft gebruikt wordt als CAD systeem dan is mogelijk de database toegang daarvoor nog niet geregeld. Start daarvoor de utility PDDS08050065en.EXE
J.
Start het CAD systeem en open de beheertekening. Voer de volgende instellingen uit: - Kies GBGIS.CEL als cell library - Stel in Workspace, Configuration de MS_SYMBRSRC in naar \gbdata\symbol\ - Kies GBGIS.RSC als resource bestand voor custom line styles - Maar naar eigen smaak een tekststyle GBGIS aan Sluit het CAD systeem weer af.
K.
Controleer de instelling van de omgevingsvariabele MS. De waarde hiervan moet de padverwijzing zijn van het MicroStation programma dat gebruikt gaat worden. Wanneer meerdere varianten van MicroStation geïnstalleerd zijn dan kan deze parameter verwijzen naar de verkeerde versie.
L.
Maak een snelkoppeling naar GBGISVB.EXE aan, desgewenst met opstart parameters. Plaats deze bij de andere snelkoppelingen voor GB programmatuur.
M.
Start GBGISVB op, deze opent, GBGISDB en het CAD systeem.
Pagina 15 van 27
Installatiehandleiding voor GB software Als er een bestand GISSETUP.XML aanwezig is dan zal dit bij opstart ingelezen worden, uw default GIS inrichting is daarmee aanwezig. Completeer daarna Zonodig de settings met behulp van de 'Instel' functie in het GIS hoofdmenu. N.
Een van de zaken die automatisch moeten gebeuren bij opstart van het systeem is dat een MDL applicatie GBGISVB.MA in MicroStation opgestart wordt. Dit werkt niet altijd vlekkeloos vanwege verschillen in werksnelheid van installaties. Men kan constateren of GBGISVB.MA gestart is door in MicroStation te kijken in de lijst van opgestarte MDL's. Als dit niet goed gaat dan kan dit verbeterd worden door bij het Instellingen menu onder 'Algemeen' bij 'Wachttijd' een hogere waarde in te stellen. Dit wordt overigens
in seconden ingesteld.
5.3 Plaatsing van GBSHELL.INI Voor deze versie van GB GIS V8 is er nog een overblijfsel uit de versie 7 opzet dat in deze versie gehandhaafd moet blijven. Het betreft een toevoeging aan het bestand GBSHELL.INI van specificaties in het formaat van versie 7, deze worden gelezen door GBGISVB.EXE De specificaties zien er als volgt uit : [DIRECTORIES] EXECUTABLES=C:\GB8\ DATAROOT=C:\GB8\GBDATA\ GISCOMM=C:\GB8\GBDATA\TEMP\ IMPEXBAK=C:\GB8\GBDATA\IMPEX\ De werkelijke paden kunnen natuurlijk van het hier getoonde afwijken. Dit bestand moet in dezelfde map als GBSYS.INI worden geplaatst.
5.4 Snelkoppeling en argumenten U kunt maximaal 4 argumenten meegeven bij het starten van gbGisVb.exe. Als u een argument niet wilt gebruiken, moet u een 0 invoeren. Argument 1: plaats van de gbShell.ini file. Standaard wordt de plaats van de gbShell.ini gehaald uit de omgevingsvariabele GBSHELL. Met het gebruik van dit eerste argument kunt u daarvan afwijken. Argument 2: de gebruikersnaam Deze gebruikersnaam wordt doorgegeven naar het programma gbGisDb.exe. Als dit tweede argument niet wordt gebruikt, wordt een 0 doorgegeven. Argument 3: welkomsmelding. Deze welkomsmelding wordt doorgegeven naar het programma gbGisDb.exe. Als dit derde argument niet wordt gebruikt, wordt een 0 doorgegeven. Argument 4: argument voor Microstation. Hier kunt u het pad naar de op te starten MicroStation executable, inclusief de executable naam, plaatsen. Dit is vooral nuttig wanneer u meerdere varianten van MicroStation op uw machine draait en daarvan slechts een specifieke variant voor dit doel wilt gebruiken. Argument 5 en verder : Hierin kunt u diverse argumenten plaatsen die dan doorgegeven worden als argument aan MicroStation. Dit kan bijvoorbeeld de naam van de user workspace, de -wu zijn. Het argument moet dus beginnen met -wu Het instellen van de workspace heeft alleen zin als Microstation nog niet is opgestart en
Pagina 16 van 27
Installatiehandleiding voor GB software gbGisVb.exe Microstation start. Het programma gaat er vanuit de de configuratie variabele _USTN_HOMEPREFS bestaat en juist is ingevuld. Standaard staat deze variabele _USTN_HOMEPREFS in msconfig.cfg Als in de _USTN_HOMEPREFS verwezen wordt naar andere configuratie variabelen dan moeten deze ook bestaan en juist zijn ingevuld. Het programma past de file 'dfltuser.cfg' aan die in de directory _USTN_HOMEPREFS staat. In deze argumenten reeks kunt u ook de term “debug” zetten, de programmatuur zal dan in debug modus opstarten. Dit is vooral nuttig wanneer het programma bij opstarten onverwacht gedrag vertoont.
Pagina 17 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
6
Installatie van GB GIS8 voor ArcGIS
GB GIS V8 is een applicatie die bestaat uit een aantal onderdelen, de 'uitvoerende' delen daarvan zijn : - GBGISVB.EXE, dit is een applicatie geschreven in VB .NET welke ArcGIS aanstuurt - GBGISDB.EXE, dit deel zorgt voor alle database interactie. Deze twee delen werken samen door middel van communicatie via tijdelijke bestanden. Elk van deze onderdelen moet in het installatieproces correct geïnstalleerd worden voordat het systeem kan functioneren.
6.1 Bestanden voor installatie U vindt op de installatie CD de volgende bestanden : A. De bestanden voor installatie van de .NET applicatie GBGISVB.EXE : - GBGISVB_MS.MSI , dit is de op te starten file voor installatie, ze bevat GBGISVB.EXE en INTEROP.MICROSTATIONDGN.DLL - HANDLEIDING_MS.DOC , de handleiding B. Bitmaps voor het hoofdmenu van GB GIS V8, deze staan in \BITMAPS C. Hulpprogramma dat soms nodig bij installatie : - DOTNETFX.EXE, voor installatie van .NET 1.1 als dat mocht ontbreken D. De voor deze klant gemaakte SETUP.EXE voor installatie van de actuele versie van alle GB beheerprogrammatuur van deze klant, inclusief GBGISDB.EXE. E. GISSETUP.XML met de inrichting van GB GIS V8 (eventueel)
6.2. Installatie procedure Wanneer GB GIS V8 geinstalleerd wordt in een omgeving waar de gegevens in een ODBC databron (bijvoorbeeld Oracle) staan dan moet de database daarvoor aangepast worden, bij een .DBF database omgeving is dat niet nodig omdat de programmatuur daar zelf voor zorgt. Bij GB GIS V8 worden de inrichting gegevens namelijk in een aparte dataset opgeslagen, de instelling mogelijkheden zijn zeer uitgebreid. In de ODBC databron moet dan, in dezelfde database als waar de beheergegevens opgeslagen worden, een nieuw schema aangemaakt worden. Dit schema moet de naam SHELL krijgen en het moet dezelfde eigenschappen hebben als de andere schema's in die database. Zie voor meer details over ODBC en DBF databases de hoofdstukken 2 en 3. Verder moeten bij installatie van de programmatuur de volgende actie- en controle stappen doorlopen worden : A.
Controleer of .NET Framework 1.1 geïnstalleerd is. Dit kan via het venster 'Software' in 'Configuratie'. Zo niet, installeer het dan en let daarbij op dat je installeert voor de taal die ook voor het OS gekozen is. GBGISVB.EXE is een .NET applicatie, het heeft daarom .NET Framework nodig om te kunnen draaien.
B.
Controleer de .NET configuratie. Een ikoon daarvoor staat in 'Configuratie' of anders moet een snelkoppeling gemaakt worden naar \WINDOWS\MICROSOFT.NET\FRAMEWORK\V1.1.4322\MSCORCFG.MSC Kijk dan naar : Runtime Security Policy Adjust zone security Local Intranet
Pagina 18 van 27
Installatiehandleiding voor GB software Deze moet op Full Trust staan, anders wil .NET geen applicaties over het netwerk opstarten. Opstart resulteert dan enkel in een onbegrijpelijke foutmelding. C.
Installeer GBGISDB.EXE (en andere vernieuwde GB programmatuur) door het draaien van SETUP.EXE.
D
Maak de omgevingsvariabele GBSHELL aan (liefst als systeem-omgevingsvariabele) en geef deze als waarde het pad naar GBSHELL.INI of naar de plek waar dit bestand aangemaakt moet gaan worden. Als alternatief kan ook dit pad als tweede parameter in de snelkoppeling voor GBGISDB.exe gezet worden.(zie punt I.) Kopieer GBSHELL.INI naar de door u gekozen plek. Open dan deze file met KLADBLOK en pas de instellingen die daarin staan aan.
E.
Installeer GBGISVB.EXE door opstart van GBGISVB_ARC.MSI. Installeer de software bij voorkeur in de directory waar alle GB software staat om alles overzichtelijk te houden. Het kan gebeuren dat tijdens installatie 'registratie' van het bestand COMDLG32.OCX niet slaagt. In dat geval zal de installatiesoftware een melding geven met die strekking. In dat geval kan men het beste deze OCX handmatig registreren ZONDER DE INSTALLATIE AF TE BREKEN. Men doet dit door met de verkenner het bestand COMDLG32.OCX te 'droppen' op het bestand REGSVR32.EXE in de directory C:\WINNT\SYSTEM32\
F.
Kopieer de directory BITMAPS met haar bitmap bestanden naar \GB8\GBDATA\
G.
Kopieer het bestand GISSETUP.XML naar de directory waar alle GIS communicatie plaatsvindt, zie hoofdstuk 4.2, label .
H.
Maak een snelkoppeling naar GBGISVB.EXE aan, desgewenst met opstart parameters. Plaats deze bij de andere snelkoppelingen voor GB programmatuur.
6.3 ArcGIS inrichting Voor de inrichting van de GB GIS – ArcGIS omgeving staan hieronder een aantal acties die nodig kunnen zijn, afhankelijk van de eventueel al bestaande inrichting van ArcGIS : Dubbele monitor Wanneer met ArcGIS9.0 gewerkt wordt, en men gebruikt twee monitoren, installeer dan servicepack 3. Deze is te downloaden op: –
http://support.esri.com/index.cfm? fa=downloads.patchesServicePacks.listPatches&PID=15 Meestal start deze setup niet door er op te dubbel klikken. Gebruik dan onderstaand commando in de systeem-commandline: msiexec.exe /p [location of service pack]\ArcGIS90sp3.msp REINSTALL=ALL REINSTALLMODE=omus Aanmaak shapefiles Installeer desgewenst het programma MAAKSHAPEFILES.exe , door Maakshapefiles.msi te runnen. Maak hiermee eventueel een set GB-mutatie en GB-selectieshapefiles aan, op de gewenste plek op het systeem. –
Aanmaak project file Maak een ArcMap project aan (mxd-file). De naam, inclusief het pad ernaartoe, wordt ingesteld in GBGISVB, onder het menu ALGEMEEN, bij het item MUTATIEKAARTLAAG. –
Pagina 19 van 27
Installatiehandleiding voor GB software Maak in dit Mapdocument een zgn. grouplayer aan, met dezelfde naam als het mapdocument (de mxd) , maar dan zonder pad en zonder de extensie “.mxd”. Onder deze grouplayer plaatst u alle shape files die de GB beheer elementen bevatten. Alle GB-functies uit het INVOER en INFO-menu zijn van toepassing op de set shapefiles die in deze grouplayer staan. Styles. Zet de styleset GBGIS.style op de juiste plek op het systeem. Deze plek is de submap “SYMBOL” van de map die in GBSHELL.INI bij DATAROOT is vermeld. Er kan ook een nieuwe lege styleset worden aangemaakt, vanuit ArcMap, maar moet wel de GBGIS.style heten, en op de hierboven beschreven plek staan. Er kunnen dan naar believen Colors, Linesymbols, Fillsymbols en Markersymbols in gezet worden. Ook moet er altijd 1 textsymbol in staan. (Er mogen er meer in staan, maar alleen de eerste wordt gebruikt door GBGISVB). Laadt de styleset GBGIS.style in het Arcmap document, m.b.v. de stylemanager en sla het document op. –
6.4 Plaatsing van GBSHELL.INI Voor deze versie van GB GIS V8 is er nog een overblijfsel uit de versie 7 opzet dat in deze versie gehandhaafd moet blijven. Het betreft een toevoeging aan het bestand GBSHELL.INI van specificaties in het formaat van versie 7, deze worden gelezen door GBGISVB.EXE De specificaties zien er als volgt uit : [DIRECTORIES] EXECUTABLES=C:\GB8\ DATAROOT=C:\GB8\GBDATA\ GISCOMM=C:\GB8\GBDATA\TEMP\ IMPEXBAK=C:\GB8\GBDATA\IMPEX\ De werkelijke paden kunnen natuurlijk van het hier getoonde afwijken. Dit bestand moet in dezelfde map als GBSYS.INI worden geplaatst.
6.5 Snelkoppeling en argumenten U kunt maximaal 3 argumenten meegeven bij het starten van gbGisVb.exe. Als u een argument niet wilt gebruiken, moet u een 0 invoeren. Argument 1: plaats van de gbShell.ini file. Standaard wordt de plaats van de gbShell.ini gehaald uit de omgevingsvariabele GBSHELL. Met het gebruik van dit eerste argument kunt u daarvan afwijken. Argument 2: de gebruikersnaam. Deze gebruikersnaam wordt doorgegeven naar het programma gbGisDb.exe. Als dit tweede argument niet wordt gebruikt, wordt een 0 doorgegeven. Argument 3: debugmodus. Door als argument de term “debug” op te nemen zal de programmatuur in debug modus opstarten. Dit is vooral nuttig wanneer het programma bij opstarten onverwacht gedrag vertoont.
Pagina 20 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
7
Installatie van GB GIS voor AutoCAD
GB GIS voor AutoCAD is een applicatie die bestaat uit een aantal onderdelen, de 'uitvoerende' delen daarvan zijn : − GBGIS200x.ARX, dit is een applicatie welke werkt binnen AutoCAD. De x staat voor het juiste AutoCAD versienummer. − GISP.EXE en/of GISB.EXE, GISW.EXE, GISE.EXE etcetera, deze delen zorgen voor alle database interactie. Deze delen werken samen door middel van communicatie via tijdelijke bestanden. Elk van deze onderdelen moet in het installatieproces correct geïnstalleerd worden voordat het systeem kan functioneren.
7.1 Bestanden voor installatie U vindt op de installatie CD de volgende bestanden : A.
Het bestand voor installatie van het AutoCAD gedeelte, SETUP_GBGIS.EXE
B.
De voor deze klant gemaakte SETUP.EXE voor installatie van de actuele versie van alle GB beheerprogrammatuur van deze klant, inclusief GISP.EXE, GISB.EXE enzovoorts.
C.
(eventueel) de bestanden GBGISAC.INI en GBSYS.INI
7.2. Inrichting .INI bestanden Bij de installatie en in gebruik name van de bijbehorende beheer programmatuur heeft u al het bestand GBSYS.INI ingericht. Ten behoeve van de GB GIS AutoCAD programmatuur moet dit bestand uitgebreid worden en moeten een aantal aanvullende bestanden geplaatst worden. Het bestand GBSYS.INI kan met een editor (Kladblok o.i.d.) geopend worden, onder aan dit bestand moeten de volgende regels toegevoegd worden : [DIRECTORIES] EXECUTABLES=C:\GB8\ DATAROOT=C:\GB8\GBDATA\ GISCOMM=C:\GB8\GBDATA\TEMP\ IMPEXBAK=C:\GB8\GBDATA\IMPEX\ De term C:\ GB8\ kan vervangen worden door het juiste pad, afhankelijk van de inrichting van de systemen Het bestand GBGISAC.INI vindt u op de installatie CD, deze is al goed ingericht en moet bij de andere .INI bestanden geplaatst worden. In ieder geval hoort dit bestand de volgende regels te bevatten : [GIS_EXENAAM] EXENAAM=GISP.EXE De term GISP.EXE kan, wanneer niet GB PLANtsoen maar een ander beheersysteem gebruikt wordt, vervangen worden door de juiste executable naam.
7.3. Installatie procedure Deze beschrijving geldt voor configuratie van AutoCAD 2000, 2002, 2004, 2005, 2006 en 2007. Er wordt van uitgegaan dat zowel de GB beheer-applicatie als AutoCAD reeds geïnstalleerd zijn. Eventueel kan het ook zijn dat de GIS koppeling reeds is geïnstalleerd. In dat geval kan bij stap 7 (t/m AutoCAD 2006) of 10 (AutoCAD 2007) begonnen worden. Deze setup kan eventueel ook gebruikt worden om beschadigde bestanden te vervangen.
Pagina 21 van 27
Installatiehandleiding voor GB software 1. Ga naar het CDROM station en dubbelklik Setup_GBGIS.exe
2. Sluit alle andere programma’s af en klik op volgende. 3. Selecteer de door u gewenste map voor GBGIS (standaard is C:\GB8) en klik op volgende.
4. Selecteer de GBGIS voor de Autocad versie die op uw computer is geïnstalleerd (Autocad 2006 gebruikt dezelfde GBGIS als 2004 en 2005) en klik op volgende.
5. Kies de map waar de snelkoppelingen voor GBGIS geplaatst moeten worden en klik op volgende
6. Controleer de gegevens en klik op installeren als alles klopt. Pagina 22 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
Indien u gebruik maakt van AutoCAD2006 of eerder gaat u verder bij stap 7. Gebruikt u AutoCAD 2007 ga dan verder met stap 10. AutoCAD 2006 of eerder 7. Start Autocad op en ga naar tools>options>profiles. Select GBGIS en klik op set current. Klik vervolgens op ok. 8. Ga naar tools>load application en klik op contents. Selecteer gbgis2006.arx of gbgis2007.arx en klik op add. De applicatie wordt vervolgens gestart en het inlogscherm van de GBGIS koppeling verschijnt in beeld. Sluit tenslotte het load application scherm af.
9. Voer het password in dat aan u geleverd is door uw bestandsbeheerder. Iedere volgende keer dat u AutoCAD opstart zal de GB GIS-koppeling ook opgestart worden.
Pagina 23 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
AutoCAD 2007 10. Nadat de installatie van Setup_GBGIS.exe is afgerond vindt u in de map waarin geïnstalleerd is een bestand AcadInst2007.exe. Door op dit bestand te dubbelklikken worden de menuknoppen van de GB GIS koppelingen in AutoCAD geplaatst. Tevens wordt het bestand gbgis2007.arx in AutoCAD geladen. 11. Start AutoCAD, voer het password in dat aan u geleverd is door uw bestandsbeheerder. Iedere volgende keer dat u AutoCAD opstart zal de GB GIS-koppeling ook opgestart worden. Eventueel kunt u menuknoppen van GB programma's die u niet gebruikt uit de menubalk verwijderen.
Pagina 24 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
8
Installatie van GB GIS V8 voor MicroStation J
Op een aantal locaties wordt nog versie J (versie 7) van MicroStation gebruikt. Daarvoor moet dus de GB versie V8 voor MicroStation J geïnstalleerd worden. Wij voorzien wel dat het aantal gebruikers van dit systeem binnen afzienbare tijd sterk afneemt, versie 9 van MicroStation staat tenslotte alweer voor de deur. Installatie van deze programmatuur is eenvoudig, de eigenlijke setup wordt al geïntegreerd met de installatie van beheersysteem(en) uitgevoerd. In de hier volgende paragrafen wordt het afmaken van de installatie beschreven.
8.1 Plaatsing van .INI files Bij de installatie en in gebruik name van de bijbehorende beheer programmatuur heeft u al het bestand GBSYS.INI ingericht. Ten behoeve van de GB GIS MicroStation programmatuur moet dit bestand uitgebreid worden en moeten een aantal aanvullende bestanden geplaatst worden. Het bestand GBSYS.INI kan met een editor (Kladblok o.i.d.) geopend worden, onder aan dit bestand moeten de volgende regels toegevoegd worden : [DIRECTORIES] EXECUTABLES=C:\GB8\ DATAROOT=C:\GB8\GBDATA\ GISCOMM=C:\GB8\GBDATA\TEMP\ IMPEXBAK=C:\GB8\GBDATA\IMPEX\ De term C:\ GB8\ kan vervangen worden door het juiste pad, afhankelijk van de inrichting van de systemen Het bestand GBGIS.INI vindt u op de installatie CD, deze is al goed ingericht en moet bij de andere .INI bestanden geplaatst worden. In ieder geval hoort dit bestand de volgende regels te bevatten : [GIS_EXENAAM] EXENAAM=GISP.EXE De term GISP.EXE kan, wanneer niet GB PLANtsoen maar een ander beheersysteem gebruikt wordt, vervangen worden door de juiste executable naam. Onder de directory C:\GB8\GBDATA\ moet een extra directory aangemaakt worden met de naam ALGGEG. Deze moet niet verward worden met directory ALGGEG8 die dient voor de beheersystemen van versie 8. In directory ALGGEG wordt het bestand GBGISGEG.TXT geplaatst dat ook op de installatie CD aanwezig is. In deze directory maakt de koppeling programmatuur overigens ook de selectie resultaat .DGN's aan, zonder deze directory kan het systeem daarom niet functioneren. Op de installatie CD vindt u ook een directory met de naam CELL. Ook deze moet onder de directory C:\GB8\GBDATA\ geplaatst worden.
8.2 MA bestanden naar MDLAPPS Met de installatie van de beheersystemen zijn ook de componenten van de GIS koppeling geïnstalleerd. Deze bestaan uit een of meer .EXE bestanden (GISP.EXE, GISB.EXE etc.) en een reeks bestanden die als extensie .MA hebben. De .MA bestanden moeten gekopieerd worden naar de directory \MDLAPPS in de MicroStation V7 installatie.
8.3 Instellingen MicroStation Tenslotte moet MicroStation zelf zo ingericht worden dat de GB GIS koppeling zo makkelijk mogelijk gebruikt kan worden.
Pagina 25 van 27
Installatiehandleiding voor GB software MicroStation biedt een reeks van handige mogelijkheden om het starten te vergemakkelijken zoals inbouw van het commando in de menustructuur of als extra button. Als u hiermee zelf niet bekend bent dan kunt u uw MicroStation specialist, of Groenestein Beheersoftware, hierover raadplegen. Essentieel is, bij alle opstart varianten, dat het uiteindelijke commando er als volgt uitziet : MDL LOAD GBGISO C:\GB8\ U mag de parameter ook weglaten. In plaats daarvan MOET dan echter een omgevingsvariabele met de naam GBSYS bestaan die naar de juiste locatie verwijst. Als deze ook niet bestaat dan zal het systeem bij opstart een foutmelding geven. De laatste term, C:\GB8\, is een parameter die aan GBGISO.MA wordt meegegeven. Dit verwijst naar de locatie waar het bestand GBSYS.INI te vinden is. Dit bestand is nodig om de juiste instellingen te kunnen uitlezen. Als u het systeem niet in de directory C:\GB8\ geïnstalleerd heeft dan moet deze term vervangen worden door de juiste term, zijnde de locatie van GBSYS.INI.
Pagina 26 van 27
Installatiehandleiding voor GB software
9
Installatie ActiveX voor rapporten
Voor een aantal rapporten wordt gebruik gemaakt van ActiveX. Indien het programma de volgende melding geeft
"U moet richtx32.ocx op de computer installeren." is dit nog niet op uw computer geïnstalleerd. In dat geval moet u het programma ocxsetup.exe uitvoeren. Dit programma is tijdens de installatie in de map met programma's geplaatst. Voor deze handeling heeft u beheerderrechten nodig.
10. Installatie van Veldwerk systemen. Wanneer u van een of meer van de beheersystemen de module 'Veldwerk' aangeschaft heeft dan zult u bij installatie van de systemen een keuze gepresenteerd krijgen voor installatie van 'Beheersystemen' of 'Veldwerk' of beide. Wanneer u bezig bent met installatie op een kantoorcomputer dan kiest u voor 'Beheersystemen' omdat u met die machine niet het veld zult ingaan. Wanneer u bezig bent met installatie op een lap-top of pen-PC die bedoeld is voor werk in het veld, dan kiest u op dat moment voor de optie 'Veldwerk'. Het veldwerk programma is een vereenvoudigde versie van het beheersysteem. Alle functies die niet met gegevens invoer of inspectie te maken hebben zijn hier weggelaten. Het is verder zo ingericht dat een 'Export naar Veldwerk' door dit programma ingelezen kan worden en dat de (bijgewerkte) gegevens weer terug geëxporteerd kunnen worden naar de centrale database. Installatie en inrichting van de .INI bestanden verloopt precies gelijk aan die van de beheersystemen, waarbij wij aantekenen dat voor Veldwerk in praktijk altijd een .DBF database gebruikt zal worden. Voor toelichting op deze installatie verwijzen wij naar de desbetreffende hoofdstukken. Voor het Veldwerk systeem kan, in het geval van een GBGIS V8 grafische omgeving, ook de grafische koppeling geïnstalleerd worden. Ook dit verloopt op dezelfde wijze als beschreven in de hoofdstukken 5 en 6. Bij de inrichting van deze GIS omgevingen moet men er wel goed op letten dat de inrichting van een dataset PRECIES overeenkomt met de inrichting van de dataset waarvoor het veldwerk systeem dient. Anders gezegd : voor BoomBeheer Veldwerk moeten dataset- en tabel nummers precies gelijk zijn aan BoomBeheer Centraal. Ook de metingvelden inrichting van deze twee omgevingen moeten precies gelijk zijn. Als dat niet zo is dan is daarmee de veldwerk dataset onbruikbaar.
Pagina 27 van 27