Formules maken met MS Word Het gebruik van de vergelijkingseditor 4 HAVO en 5 VWO
Werken met de vergelijkingseditor in Microsoft Word. Inleiding. Voor je ligt een handleiding die je leert om te gaan met formules in Microsoft Word. Vooral bij de exacte vakken (wiskunde, natuurkunde, scheikunde en biologie) kom je vaak formules of (reactie)vergelijkingen tegen, die je niet kwijt kan in Microsoft Word. Tot nu toe heb je die er misschien later met de hand ingeschreven. Als je deze opdracht gedaan hebt, kun je alles gewoon in MS Word kwijt. We gaan in deze handleiding uit van Word 2003 (de versie die hier op school geïnstalleerd is). In versie 2007 en 2010 kun je ook formules invoegen, maar de werkwijze is iets afwijkend. Je moet deze opdracht achter de computer uitvoeren. Bij het bestuderen van de tekst kom je voorbeelden tegen, probeer deze voorbeelden meteen uit in MS Word. De eindopdracht bestaat uit een aantal formules die je in Word in moet voegen. Succes!
1.1 Symbolen invoegen. Een beperkt aantal symbolen kun je in Word eenvoudig invoegen door het menucommando Invoegen, Symbool te kiezen. Je kunt dan een symbool kiezen aan de hand van het dialoogvenster.
Het lettertype staat standaard op “Symbol”, de meeste tekens kun je echter terugvinden bij “(Standaardtekst)”
Voorbeelden die je met Symbool kunt invoeren, let op de spaties en de cursieve symbolen (probeer dit zelf!): s=v·t s=vt T = 34 ºC R = 4,7 kΩ
3
1.2 sub- en superscript. Als je een macht of een chemische formule wilt invoegen, kun je gebruik maken van verhoogde (superscript) of verlaagde (subscript) letters of cijfers. Je vindt deze functies bij Opmaak, Lettertype:
Het is handig om van deze functies twee menuknoppen te maken, zie 2.3. Voorbeelden: ρ = 4,3·103 kg/m3 A = ·r2 H2O Opmerking: zoals je in de bovenstaande voorbeelden ziet is het gebruikelijk om alle grootheden cursief (schuin) weer te geven, de eenheden en getallen gewoon recht. 2.1 De vergelijkingseditor. Voor een wetenschappelijke, wiskundige of technische tekst is meer nodig dan deze symbolen. De bij Word meegeleverde vergelijkingseditor laat je toe om op een zeer gebruiksvriendelijke wijze formules te creëren. Onderstaande formules zijn zeer eenvoudig te maken met de vergelijkingseditor van Microsoft. x1,2
b b2 4 a c 2a
SO42 H2O
HSO4 OH
HSO4 OH Kb SO42
4
2.2 Installeren van de vergelijkingseditor Als je een volledige installatie hebt uitgevoerd van Word, dan is de vergelijkingseditor geïnstalleerd. Heb je gekozen voor de standaardinstallatie, dan is de vergelijkingseditor niet geïnstalleerd. Heb je Office 2003 of een latere versie, dan is de mogelijkheid om de vergelijkingseditor op te roepen altijd aanwezig. Als je de eerste maal de vergelijkingseditor oproept, dan wordt automatisch de installatieprocedure gestart. Nadien wordt de vergelijkingseditor gestart vanaf de harde schijf. 2.3 Een menuknop maken Je kunt een knop in de werkbalk bijzetten, zodat je met één muisklik de vergelijkingseditor kunt oproepen. Start Word en kies Beeld, Werkbalken, Aanpassen. Neem nu het tabblad Opdrachten en kies in het linkerscherm Invoegen, selecteer in het rechterscherm vergelijkingseditor.
Pak de knop met de muis en sleep deze naar de balk waar je hem wilt hebben. Een knop pak je door met het muispijltje erop te staan en de linkermuisknop ingedrukt te houden. Je kunt nu op verschillende manieren een formule maken. Kies in het menu Invoegen, Object en kies in de lijst ‘Microsoft Vergelijkingseditor’. Als je een knop gemaakt hebt, kun je ook gewoon de knop
klikken.
Op het scherm verschijnt nu een venster waarin je de formule moet maken. Hierbij voeg je de vergelijking onmiddellijk in het betreffende document in door het visueel kiezen van symbolen en sjablonen op de getoonde werkbalk. Om verder te werken met het intypen van gewone tekst klik je ergens in het document buiten de kader waarin de formule wordt ingevoerd. Een reeds gemaakte formule kun je bewerken door erop te dubbelklikken, de vergelijkingseditor wordt opnieuw gestart.
5
2.4 Formules maken We gaan een eenvoudige formule invoeren. 2 x 3 Als voorbeeld neem je de formule x Klik op de knop om de vergelijkingseditor op te starten. Je ziet dan het volgende op je scherm:
Klik op de tweede knop uit de onderste rij. Dit palet vertoont een aantal breuk en wortelsjablonen. breuksymbool
wortelsymbool
Klik nu op het breuksymbool bovenaan links. Er wordt een breuk in de vergelijkingseditor geplaatst, met de hokjes voor teller en noemer.
6
Klik op het hokje van de teller en tik 2- in. Kies nu het wortelteken in het breuk/wortelsjabloon.
Nu kun je onder het wortelteken x + 3 tikken. Je ziet dat de grootte van het wortelteken automatisch wordt aangepast. Verplaats nu de cursor naar de noemer. Dit kun je doen met de cursortoetsen, de tab-toets of door met de muis op het noemerhokje te klikken. Tik in de noemer x. Klik ergens naast het formulehokje, en de vergelijkingseditor wordt afgesloten en de formule staat in Word.
Je ziet bij deze formule dat de variabelen en grootheden (de letters) meteen cursief gedrukt worden, en de cijfers gewoon recht. Het is de afspraak dat grootheden (F: kracht, m: massa, l: lengte, …) steeds cursief worden gedrukt, en eenheden (N: newton, kg: kilogram, m: meter, …) gewoon recht worden weergegeven. Om te zorgen dat de eenheden recht gedrukt worden, moet je in het opmaakprofiel voor tekst kiezen (het profiel staat standaard op wiskunde). Probeer dat eens uit door het volgende met de vergelijkingseditor in te voeren:
v s t 4 6 24 m/s Zoek zelf even uit hoe je de maaltekens (puntjes) kunt maken.
7
Je kunt heel snel overschakelen naar het tekst opmaakprofiel door CTRL+SHIFT+E in te tikken. Je zult ook merken dat je in het “wiskunde profiel” geen spaties in kunt tikken, in “tekst profiel” kan dat wel! Je kunt weer terug naar het wiskunde profiel door CTRL+SHIFT+= in te toetsen. Soms krijg je rechte letters terwijl je cursiefschrift wilt. Probeer dan eens opmaakprofiel variabele. Soms is het handig om de symbolen wat te kunnen verschuiven, zoals in het volgende voorbeeld van een scheikundige evenwichtsreactie:
N2 3H2 2NH3 a kJ Hierin stelt a kJ een bepaalde hoeveelheid energie voor, dus dient a cursief geschreven te worden. De symbolen voor de elementen (N, H) worden gewoon rechtop geschreven. In deze formule komen dubbele pijlen voor. Deze zitten niet standaard in de formule editor. Begin met het invoeren van de volgende formule (kies de lange pijlen in het menu): N2 3H2 2NH3 a kJ
Je kunt een teken verschuiven, door het teken te selecteren (zwart maken), en het dan met ctrl+pijltjes te verplaatsen. De eerste pijl moet naar boven verschoven worden. Selecteer deze pijl, en druk vier keer op ctrl+pijl omhoog. Verplaats op dezelfde manier de tweede pijl 4 klikjes omlaag.
8
Nu moet de tweede pijl en de rest van de vergelijking nog naar links verschoven worden. Selecteer de formule vanaf de tweede pijl, en verschuif het geheel naar links totdat de twee pijlen precies boven elkaar staan. Als het goed is krijg je dan het gewenste resultaat: N2 3H2 2NH3 a kJ
9
Opgaven. Opgave 1. Bestudeer 1.1 symbolen invoegen en 1.2 sub- en superscript uit de handleiding. Het is de bedoeling dat je alle voorbeelden uit de handleiding zelf achter de computer uitprobeert. Opgave 2. Tik het onderstaande in door gebruik te maken van invoegen symbolen. Gebruik voor de grootheden steeds cursief schrift. a.
s=vt
b.
v= a·t
c.
ΔT = 34 ºC
d.
R = 4,7 kΩ
e.
ρ = 4,3·103 kg/m3.
f.
A = 4r2
g.
sin = 0,258
h.
β = 47°
i.
H2SO4
Opgave 2. Deze opdracht moet je (ook) thuis op je eigen computer maken! Installeer, indien nodig, de vergelijkingseditor (zie § 2). Maak een menuknop voor de vergelijkingseditor (zie § 2.3). Maak ook menuknoppen voor superscript (s) en subscript (s). Opmerking: als je deze opdracht op school uitvoert, is de kans groot dat je de volgende keer de knoppen weer kwijt bent… Thuis worden de instellingen wel bewaard. Opgave 3. Tik het onderstaande in door gebruik te maken van de vergelijkingseditor. Probeer steeds zelf uit te zoeken, welke knoppen je moet gebruiken. a.
7
x 2 3x
b.
sin i nl g sin r
c.
M M
1
M2 (F1 r1 ) (F2 r2 ) (2F1 12 r1 ) (F1 r1 ) 0
10
d. e. f.
b b2 4 a c 2a l 0,50 0, 45 106 1, 35 R A 0, 2 106 x1,2
238 92
U 24He
234 90
Th
g.
N2O4 (g) K 2 NO2 (g)
h.
2 N2 O 4 (g)
2 NO (g)
2
2
N2O4 (g) 2 2 NO2 (g)
i.
2H2O(g) 2H2 (g) O2 (g)
j.
H3O (aq) CH3COO- (aq) CH3COOH(aq) H2O(l)
k.
evenwicht N2 3H2 2NH3 a kJ
l.
f (x )
m.
5 2 2 7 5 7
n.
A B x A : x B
o.
P U I cos
p.
3x f (x ) x 1
q.
R
r.
1 1 1 1 Rv R1 R2 R3
s.
F m a m a kg
t.
3
lim
x 2
1 2 x 3x 2 2
als als
x 0 x 0
3 V 4
m s2
x2 4 ( x 2)(x 2) lim 2 x 2 x(x 2) x 2x (x 2) lim x 2 x 4 2 2
11
2
2
x4 3 x dx 0 4 0
u.
24 04 4 4 4
1
v.
w.
sx
x.
2 3 5 0 8 2 0 2 11 3
y.
3 5 x x 3 0 x 5 0 x 3 0 x 5
1 x2
Bg sin x C
1 n 2 2 x n x n 1 i 1 i
(gebruik hierbij de matrixsjablonen)
(Maak een matrix met 6 kolommen en 4 rijen. Klik tussen de rijen of kolommen om een horizontale of verticale lijn te krijgen)
12