STAGEGIDS
Juni 2008
Experience is by industry achieved And perfected by the swift course of time
Shakespeare The Two Gentlemen of Verona Act I, Sc. 3
voorwoord Voor u ligt de aangepaste versie van de IODAD-stagegids van oktober 2003. Deze aanpassing was nodig, omdat de stageregeling met ingang van 1 september 2006 fasegewijs is veranderd. Na het van kracht worden van de laatste wijziging, per 1 september 2007, was de tijd aangebroken de gids in één keer aan te passen. Het IODAD, het samenwerkingsverband van de departementale auditdiensten, is door het Stagebestuur, dat onder verantwoordelijkheid van het bestuur van het Koninklijk NIVRA opereert, gemandateerd om de praktijkopleiding, die deel uit maakt van de opleiding tot registeraccountant, te verzorgen. In deze gids is beschreven hoe het IODAD de stage inhoud en vorm geeft. Na een algemene inleiding worden eisen aan en inhoud van de producten (stageovereenkomst, jaarplannen en semesterverantwoordingen) beschreven. Ook is er aandacht voor de praktijkscriptie, die in het laatste jaar van de stage wordt geschreven. Daarna worden de taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen besproken. Tot slot komen nog enige afrondende onderwerpen aan de orde. De inhoud van deze gids is te beschouwen als het interne stagereglement van het IODAD en moet in samenhang met de brochures en regelingen van het Koninklijk NIVRA worden gelezen, met dien verstande dat de IODAD-stagegids leidend is vanwege het karakter van de organisatie. Aan kennelijke fouten in deze gids kunnen geen rechten worden ontleend. De gids is bestemd voor iedereen, die met de stage te maken heeft. Dat zijn in ieder geval: • degenen die met het laatste gedeelte van de accountantsstudie bezig zijn, de stagiairs; • registeraccountants en anderen die als stagemeester optreden; • de leden van visitatiecommissies van het Stagebestuur; • de registeraccountants die als scriptiebegeleider optreden; • de registeraccountants die als deskundige optreden bij het praktijkexamen; • directeuren van auditdiensten. Ook voor anderen die met het verschijnsel van de praktijkstage worden geconfronteerd, kan de inhoud van deze stagegids informatief zijn. Deze gids beschrijft de stage en stage-eisen in de IODAD-omgeving. Het IODAD-stagebureau accepteert onder voorwaarden ook stagiairs die niet bij een auditdienst werken. Aan hen wordt in hoofdstuk 12.6 aandacht besteed. De in deze stagegids beschreven omgeving zal waar nodig moeten worden vertaald naar hun eigen omgeving. Reacties op de inhoud van deze gids worden op prijs gesteld. Deze kunnen bij voorkeur worden doorgegeven via elektronische post op het adres “
[email protected]”. Deze gids is uit praktische overwegingen in de hij-vorm geschreven.
Den Haag, juni 2008
het IODAD-stagebureau: Thomas van Tiel (registeraccountant/hoofd) Sjef van den Boom (registeraccountant/beoordelaar) Karin Straver (logistiek en archivering)
INHOUDSOPGAVE
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11 12. 12.1. 12.2. 12.3. 12.4. 12.5. 12.6. 13. 14.
De structuur van de praktijkopleiding, de voorwaarden en de aanmeldingsprocedure .......... 5 De inhoud van de praktijkstage................................................................................................ 7 Het beoordelingsproces ........................................................................................................... 9 De stageovereenkomst ......................................................................................................... 10 Het eerste jaarplan................................................................................................................. 11 De volgende jaarplannen ....................................................................................................... 13 Jaarplannen algemeen .......................................................................................................... 14 De semesterverantwoordingen .............................................................................................. 15 De essays .............................................................................................................................. 16 De gelijkstellingsregeling ....................................................................................................... 19 De praktijkscriptie................................................................................................................... 21 De taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen...................................................... 23 Het IODAD-stagebureau........................................................................................................ 23 De directeur van een auditdienst ........................................................................................... 24 De stagemeester.................................................................................................................... 25 De scriptiebegeleider en de deskundige................................................................................ 26 De stagiair / de examinandus ................................................................................................ 27 De stagiairs die niet bij een auditdienst werken..................................................................... 28 De facturering van de kosten ................................................................................................. 30 Overige onderwerpen ............................................................................................................ 31 schriftelijke vaardigheden ...................................................................................................... 31 overmacht door externe omstandigheden ............................................................................. 31 overige belemmeringen ......................................................................................................... 31 externe cursussen.................................................................................................................. 31 buitenstages........................................................................................................................... 32 eigendom, openbaarheid en vertrouwelijkheid ...................................................................... 32 beëindiging dienstverband ..................................................................................................... 33 klachtenregeling ..................................................................................................................... 33 de termijnen op een rijtje........................................................................................................ 33 geeft deze gids geen antwoord.............................................................................................. 33
BIJLAGEN 1 2 3
4 5 6 7 8 9
Aanmeldingsformulier stage-RA (deel A en deel B) Stageovereenkomst In het kader van de Gelijkstellingsregeling a verklaring werkgever of verklaring meerdere werkgevers b verslag van werkzaamheden Aanmeldingsformulier stagemeester Aanmeldingsformulier praktijkscriptie (deel A en deel B) Voorbeeld van urenoverzicht voor ASR-onderdelen (zes semesters) Voorbeeld van urenoverzicht voor controleobjecten (zes semesters) Voorbeeld van ASR-formulier in verantwoording Voorbeelden van inhoudsopgaven voor plannen en verantwoordingen
35 37 39 41 44 47 51 52 53 54
1.
De structuur van de praktijkopleiding, de voorwaarden en de aanmeldingsprocedure
Studenten accountancy moeten alvorens in het accountantsregister van het Koninklijk NIVRA te kunnen worden ingeschreven, naast hun theoretische opleiding ook een praktijkopleiding met succes hebben afgerond. De praktijkopleiding duurt nominaal drie jaar. Zij bestaat uit een praktijkstage en uit het schrijven en verdedigen van een praktijkscriptie. In het vervolg van deze gids is de situatie beschreven zoals die van toepassing is bij een stageperiode die aanvangt met een eerste semester. Aan de gevolgen van het gebruik maken van de gelijkstellingsregeling is een aparte paragraaf (10) gewijd. De praktijkstage bestaat uit twee fasen. De eerste fase duurt twee jaar en de tweede fase duurt één jaar. Om toegelaten te worden tot het eerste jaar van de stage moet iemand: 1. toelaatbaar of toegelaten zijn tot een universitair masterprogramma dat toegang geeft tot de postinitiële (postmaster) RA-opleiding; of 2. toelaatbaar of toegelaten zijn tot de postinitiële (postmaster) RA-opleiding. Studenten, die zich voor de eerste fase willen inschrijven, moeten een aanmeldingsformulier (zie bijlage 1) met een toelatingsverklaring van de universiteit waar de postinitiële opleiding wordt gevolgd, overleggen. De aanmeldingsformulieren moeten in tweevoud worden opgestuurd. Deel A naar het Stagebestuur van het Koninklijk NIVRA. Deel B naar het IODAD-stagebureau. De postinitiële accountantsopleiding kan worden gevolgd bij de volgende universiteiten: •
de Universiteit van Amsterdam
•
de Vrije Universiteit Amsterdam
•
Erasmus School of Accounting & Assurance (ESAA)
•
De Universiteit van Tilburg
•
De Universiteit Maastricht
•
De Rijksuniversiteit Groningen
•
Nyenrode Business Universiteit
•
De Universiteit van de Nederlandse Antillen
Bij de start van de eerste fase wordt een stageovereenkomst met de werkgever aangegaan en wordt het eerste jaarplan geschreven. In dit jaarplan geeft de stagiair een beschrijving van de voorgenomen werkzaamheden en controleobjecten en van de beoogde leerervaringen gedurende het eerste jaar van de praktijkstage. De praktijkstage wordt inhoudelijk begeleid door een stagemeester. De eerste fase bestaat uit vier semesters van zes maanden. In ieder semester moet minimaal 500 uur worden besteed aan voor de stage relevante werkzaamheden. Aan het begin van het eerste en het derde semester moet een jaarplan worden geschreven waarin een beschrijving wordt gegeven van de controleobjecten en van de te verrichten werkzaamheden. Aan het eind van ieder semester wordt door de stagiair een verantwoording opgesteld. Onderdeel van de verantwoording over het tweede, derde en vierde semester is een essay over een onderwerp waarmee
5
de stagiair in de praktijk te maken heeft gehad. De essays moeten qua onderwerp evenwichtig worden verdeeld over de drie hoofdvakken van de accountantsopleiding. De stagemeester doet verslag van de omvang en intensiteit van zijn begeleiding en geeft een oordeel over het functioneren van de stagiair en over het bereikte niveau. Met de tweede fase van de praktijkstage (het derde jaar) kan worden gestart, wanneer alle vakken van de postinitiële (postmaster) accountantsopleiding en van de hieraan voorafgaande (master)opleiding zijn afgelegd en alle of op één na alle tentamens zijn behaald. Er mag dus maximaal één onvoldoende blijven staan. Onder bovengenoemde vakken wordt niet verstaan een eventuele afstudeeropdracht. Dit kan bijvoorbeeld de masterscriptie zijn of een overall toets die geen onderdeel is of afzonderlijk vak betreft van de postinitiële opleiding. Ook hier moet een aanmeldingsformulier met een toelatingsverklaring van de universiteit waar de postinitiële opleiding wordt gevolgd in tweevoud worden overgelegd. De tweede fase bestaat uit twee semesters van zes maanden. Ook in deze semesters moet minimaal 500 uur worden besteed aan voor de stage relevante werkzaamheden. Ook hier moet vooraf een jaarplan en achteraf een verantwoording per semester, waaronder een essay in de vijfde semesterverantwoording, worden ingediend. Dit laatste essay moet gaan over een onderwerp uit de Leer van de Accountantscontrole. Een belangrijke eis in deze periode is dat de gehele controlecyclus moet worden doorlopen op het niveau van aankomend accountant ten aanzien van een controleobject. De controlecyclus is het geheel van werkzaamheden, gericht op het afgeven van een accountantsverklaring bij een financiële verantwoording. Een goedgekeurde semesterverantwoording blijft zes jaar geldig. De geldigheidsduur voor een met succes afgeronde eerste fase is zes jaar. Tegelijkertijd met de tweede en laatste fase van de praktijkstage kan worden gewerkt aan de vervaardiging van de praktijkscriptie. Deze dient bij voorkeur onder begeleiding van een scriptiebegeleider te worden gemaakt. Nadat van het IODAD-stagebureau een verklaring is ontvangen dat alle zes semesters met een positief resultaat zijn afgerond en aan de overige voorwaarden is voldaan, kan de kandidaat ten overstaan van een deskundige (eerste examinator) en de scriptiebegeleider (tweede examinator) het mondelinge praktijkexamen afleggen. Tot het examendossier behoren naast de praktijkscriptie ook de zes goedgekeurde semesterverantwoordingen. Bij de verdediging kunnen derhalve ook onderwerpen uit de zes semesters van de praktijkstage aan de orde komen. Het mondeling examen duurt één tot anderhalf uur.
6
2.
De inhoud van de praktijkstage
Tijdens de praktijkstage dient een stagiair in principe ervaring op te doen in wettelijke jaarrekeningcontroles bij diverse typologieën. Idealiter betreft dit handel, massaproductie, stukproductie, dienstverlening en overheid. Ook dient de stagiair ervaring op te doen met complementaire werkzaamheden. Daarbij valt te denken aan andere audits (operational, ict, forensisch, milieu, beleid of integriteit), onderzoeken met een bijzonder oogmerk (doelmatigheid of doeltreffendheid) en werkzaamheden als samensteller van een wettelijke jaarrekening. Ook bestaat er, afhankelijk van de behoefte van de stagiair, de mogelijkheid om zich te bekwamen op andere voor de functie van accountant relevante terreinen. Het realiseren van met name de typologische spreiding vergt binnen de omgeving van de rijksoverheid een bijzondere inspanningsverplichting. Deze spreiding is in het klantenpakket van een departementale auditdienst niet zo vanzelfsprekend aanwezig als in het klantenpakket van een willekeurig openbaar accountantskantoor. De optimale spreiding die binnen een ministerie kan worden gerealiseerd, moet goed zichtbaar worden gemaakt in de plannen en verantwoordingen. Het Koninklijk NIVRA stelt als ondergrens dat minimaal 1.000 van de in totaal te plannen 3.000 uren van de praktijkstage moeten worden besteed aan de jaarrekeningcontrole. Voor medewerkers van een auditdienst zal dat geen probleem opleveren. Het IODAD-stagebureau adviseert medewerkers, die niet bij een auditdienst werkzaam zijn dringend een “buitenstage” te volgen, waarin circa 350 uur aan jaarekeningcontroles wordt gepland. Deze “buitenstage” zou dan in de tweede fase van de stage zijn beslag moeten krijgen. Voor de modale stagiair ziet de praktijkstage er per jaarlaag globaal als volgt uit: eerste jaar: In deze periode staan de basisvaardigheden centraal. Als assistent-accountant (de basis) bekwaamt de stagiair zich in alle uitvoerende aspecten van een jaarrekeningcontrole. tweede jaar: In deze periode bestaat er ruimte voor een verbreding van de werkzaamheden. (verbreding) Naast een verdere verdieping van de uitvoerende aspecten op controleleidersniveau van een jaarrekeningcontrole, bestaat hier de mogelijkheid om ook deel te nemen aan een andere auditdiscipline. derde jaar: Het belangrijkste in dit laatste jaar is dat de stagiair laat zien dat hij als aankomend (verdieping) accountant in staat is om leiding te geven aan het proces van een volledige jaarrekeningcyclus. Bij de genoemde inhoud zullen voor de modale stagiair de volgende competenties een rol van betekenis kunnen spelen. eerste jaar: zelfstandig, kritisch, luisteren, productgericht, communicatief (mondeling), objectief; zorgvuldigheid; doener; tweede jaar: (idem eerste jaar, plus:) samenwerken, werken onder tijdsdruk, plannen, motiveren, stimuleren, onderhandelen, probleemanalyse, organiseren, flexibel, besluitvaardig, overtuigingskracht, communicatief (schriftelijk); derde jaar: (idem tweede jaar, plus:) integer, onafhankelijk, onpartijdig, vertrouwelijkheid, omgevingsbewust, delegeren, ontwikkelen medewerkers, interdisciplinair werken, rechte rug, politieke sensitiviteit, professionaliteit, netwerker. De genoemde competenties zijn richtinggevende voorbeelden. Iedere stagiair zal aansluiting zoeken bij de competenties die bij zijn auditdienst gebruikelijk zijn en op zijn persoonlijke ontwikkeling aansluiten.
7
De praktijkstage vindt plaats in een op leren gerichte omgeving. Een goede begeleiding door de stagemeester is daarbij van belang. Deze is mentor en coach. Leren vindt plaats op vier verschillende niveaus: kennis, vaardigheden, gedrag en houding. Bij kennis moet in het kader van de praktijkstage vooral gedacht worden aan de inhoudelijke kennis op het eindniveau van de drie hoofdvakken. Bij vaardigheden moeten we denken aan technische en communicatieve vaardigheden. De technische vaardigheden hebben te maken met het toepassen van controletechnieken en met het snel kunnen doorgronden van administratieve processen. Communicatieve vaardigheden gaan over mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid. Dit is communicatie met opdrachtgevers, gecontroleerden en collega’s. Bij gedrag moeten we denken aan zaken die voor de omgeving waarneembaar zijn, zoals samenwerken en pro-actief handelen. Bij houding begeven we ons meer op het terrein van de ethiek. Dan gaat het dus over zaken als integriteit, onafhankelijkheid, onpartijdigheid, onkreukbaarheid. Bij houding kan ook worden gedacht aan zaken als een rechte rug houden, kritische instelling en flexibiliteit. In het begin van de praktijkstage zal de nadruk liggen op het ontwikkelen van kennis en vaardigheden. Naar het einde van de praktijkstage toe nemen gedrag en houding een steeds belangrijkere plaats in.
8
3.
Het beoordelingsproces
Het IODAD-stagebureau beoordeelt de jaarplannen en de semesterverantwoordingen (inclusief essays). Bij de beoordeling wordt gelet of de stagiair heeft voldaan aan: • de formele kwaliteitseisen; • de materiële kwaliteitseisen. De beoordeling kan leiden tot: • een goedkeuring; • een voorwaardelijke goedkeuring; wordt door de stagiair tijdig, juist en volledig aan de voorwaarde(n) voldaan, dan wordt de goedkeuring op dat moment onvoorwaardelijk; • een verzoek tot aanpassing van de inhoud, waarna alsnog goedkeuring kan plaatsvinden; • een afkeuring op grond waarvan de praktijkstage niet kan worden voortgezet. Een belangrijke formele eis is dat de stageproducten tijdig bij het IODAD-stagebureau worden ingediend. De inlevertermijnen zijn: a. eerste jaarplan: binnen 6 weken na start praktijkstage; b. volgende jaarplannen: binnen 6 weken na start van het derde en vijfde semester c. semesterverantwoording: binnen 6 weken na afloop semester Indien een plan of verantwoording te laat wordt ingediend, heeft dit consequenties voor de termijnen. Semesters waarvoor het plan meer dan een maand na de uiterste inleverdatum (zie hierboven) wordt ingediend, krijgen automatisch een overeenkomstig latere startdatum. Verantwoordingen, die later dan drie maanden na afloop van het desbetreffende semester worden ingediend, worden niet meer in behandeling genomen. Nadat de verantwoordingen over zes semesters zijn goedgekeurd, ontvangt de stagiair een verklaring van het IODAD-stagebureau dat de praktijkstage met succes is afgerond. Mede op grond hiervan ontstaat het recht om deel te nemen aan het mondelinge praktijkexamen, waarmee de praktijkopleiding wordt afgesloten. De beoordeling door het IODAD-stagebureau van de diverse stageproducten is primair een marginale toetsing aan de kwaliteitseisen, die in deze stagegids zijn weergegeven. De aan de inzending van de stageproducten voorafgaande beoordeling door de stagemeester is een meer indringende toetsing aan de genoemde kwaliteitseisen.
9
4.
De stageovereenkomst
Aan het begin van de stage wordt door de werkgever en de stagiair een stageovereenkomst getekend, waarin de werkgever onder meer verklaart zijn medewerking te verlenen aan een goed verloop van de praktijkopleiding. Dit is een standaard verklaring (zie bijlage 2). De door de werkgever (in de meeste gevallen de directeur van de auditdienst) en de stagiair ondertekende stageovereenkomst en de daarbij behorende bijlage worden tezamen met het eerste jaarplan, dat door middel van een handtekening van de stagemeester is goedgekeurd, naar het IODAD-stagebureau gezonden. De handtekening van de directeur op de stageovereenkomst is om twee redenen van belang: •
het toont zijn bereidheid de stagiair zoveel mogelijk te steunen bij de uitvoering van de beschreven plannen;
•
het toont zijn bereidheid om door het IODAD-stagebureau te maken kosten te vergoeden (zie hoofdstuk 14).
De stageovereenkomst kan door zowel de werkgever als door de stagiair worden ontbonden om de volgende redenen: •
Uitdiensttreding stagiair;
•
Stopzetting stage door stagebureau vanwege onvoldoende vordering;
•
Stopzetting stage vanwege onvoldoende vordering blijkend vanuit interne beoordelingssystematiek;
•
Aanhoudend verzuim stagiair na minimaal één schriftelijke waarschuwing door de werkgever;
•
In geval van wederzijdse instemming van de werkgever en stagiair.
Een tussentijdse beëindiging dient door de werkgever aan het stagebureau te worden gemeld. De stageovereenkomst maakt deel uit van het stagedossier. Het IODAD-stagebureau organiseert na de ontvangst van de stageovereenkomst en het eerste jaarplan een kennismakingsgesprek tussen enerzijds de stagiair en zijn stagemeester en anderzijds twee medewerkers van het stagebureau. Mochten door omstandigheden (bijvoorbeeld door verandering van functie en/of werkgever) de oorspronkelijk in het jaarplan beschreven objecten en werkzaamheden voor een aanzienlijk deel geen onderdeel meer uit kunnen maken van de stage, dan is een herziening van het jaarplan nodig. In die gevallen verdient het aanbeveling om tijdig met het IODAD-stagebureau te overleggen hoe een en ander het best kan worden aangepakt. In bijlage 9 van deze stagegids is een voorbeeld van een inhoudsopgave voor een jaarplan opgenomen.
10
5.
Het eerste jaarplan
Bij de start van de praktijkstage schrijft de stagiair een eerste jaarplan, waarin in hoofdlijnen wordt aangegeven hoe de stage gaat verlopen. De volgende onderwerpen komen daarbij aan de orde: • personalia; • werkervaring voorafgaande aan de stage; • behaalde studieresultaten en beoogd studieverloop; • leerdoelstellingen, waarbij aandacht wordt besteed aan kennis, vaardigheden, gedrag en houding; • een globale beschrijving van de controleobjecten; deze worden voorzien van kwantitatieve gegevens zoals het financieel belang, het aantal fte’s etc; er moet voldoende variëteit zijn in de controleobjecten, bij voorkeur qua typologie; • een globale beschrijving van de werkzaamheden, waarbij onder meer de plaats in het controleteam wordt aangegeven; de werkzaamheden moeten evenwichtig verdeeld worden over de ASR1 onderdelen. Bij het plannen van de werkzaamheden moet rekening worden gehouden met het feit dat in het tweede semester een essay wordt geschreven. De onderwerpen voor het totaal aan essays moeten evenwichtig over drie hoofdvakken2 van de accountantsopleiding worden verdeeld. Met dien verstande dat het laatste essay een onderwerp uit het hoofdvak Leer van de Accountantscontrole behandelt. Aan het jaarplan moeten de volgende bijlagen worden toegevoegd: • een overzicht met een verdeling van de 1.000 stage-uren over de controleobjecten; ook moeten de controleobjecten van een typologische aanduiding worden voorzien (zie de eerste drie kolommen van bijlage 7); • een overzicht, waarbij de 1000 stage-uren per semester worden verdeeld over de acht ASRonderdelen (zie bijlage 6); • het organisatieschema van het ministerie, waarmee zichtbaar moet worden gemaakt dat de praktijkstage over de volle typologische breedte van het ministerie wordt gepland; • het onderwerp, waarover in het tweede semester (waarschijnlijk) een essay wordt geschreven, inclusief vermelding van het corresponderende hoofdvak. Dit onderwerp wordt nader toegelicht: bijvoorbeeld door een nadere concretisering van de onderzoeksvraag of door een korte beschrijving van het probleem, waar een oplossing voor gezocht gaat worden; uit de beschrijving moet duidelijk blijken aan welk dilemma, risico, keuze en/of confrontatie in het essay aandacht wordt geschonken. Het staat de stagiair vrij om tijdens een lopend semester van essayonderwerp te veranderen. Dit zal zich bijvoorbeeld voordoen indien tijdens de werkzaamheden zich (onverwacht) een meer geschikt onderwerp aandient, of als het beoogde onderwerp ongeschikt blijkt. Bij een wijziging van onderwerp dient de stagiair zich ervan te vergewissen dat de randvoorwaarden met betrekking tot de onderwerpskeuze geen geweld worden aangedaan. Deze randvoorwaarden zijn: • een evenwichtige verdeling van de essays over de drie hoofdvakken van de accountantsopleiding, te weten Bestuurlijke Informatieverzorging, Externe Verslaggeving en Leer van de Accountantscontrole; • in het vijfde semester van de praktijkstage moet het essay een onderwerp uit het hoofdvak Leer van de Accountantscontrole behandelen;
1
ASR = Algemeen Stage Rapportage; in de bijlagen 6 en 8 staan acht ASR-onderdelen benoemd. (1) Leer van de Accountantscontrole; (2) Externe Verslaggeving; (3) Bestuurlijke Informatieverzorging.
2
11
• mocht onverhoopt het vijfde semesteressay een ander hoofdvak behandelen dan de Leer van de Accountantscontrole dan is de stagiair verplicht een onderwerp met betrekking tot dit hoofdvak in zijn praktijkscriptie te behandelen. In het geval het vijfde semesteressay wel een onderwerp met betrekking tot de Leer van de Accountantscontrole behandelt dan heeft de stagiair voor zijn praktijkscriptie een keuze uit alle hoofdvakken. Verder houdt de stagiair bij het samenstellen van het jaarplan met de volgende punten rekening: • duidelijk moet zijn in welk semester welke werkzaamheden zijn gepland; dit om een een analyse te kunnen maken met betrekking tot de relevante verschillen tussen geplande en gerealiseerde uren in de semesterverantwoording; • er moeten in totaal 1.000 uur worden gepland, verdeeld over twee semesters van 500 uur; • er moeten tenminste 333 uur (bij voorkeur tenminste 500 uur) worden besteed aan jaarrekeningcontrolewerkzaamheden.
12
6.
De volgende jaarplannen
Aan het begin van het derde en het vijfde semester schrijft de stagiair wederom een jaarplan. In deze plannen komen de volgende onderwerpen aan de orde: • personalia; • studievoortgang; • leerdoelen, waarbij aandacht wordt besteed aan kennis, vaardigheden, gedrag en houding; • een beschrijving van de controleobjecten, die in het desbetreffende jaar aan de orde komen; daarbij is er vooral aandacht voor de typologische aspecten; ook wordt een aantal kwantitatieve gegevens met betrekking tot ieder controleobject gegeven; • een beschrijving van de werkzaamheden, die ten behoeve van de diverse controleobjecten worden uitgevoerd; met name de toe te passen controlemethoden, -middelen en -technieken komen daarbij aan de orde, waarbij ook de plaats in het controleteam wordt aangegeven; • het onderwerp, waarover in de desbetreffende semesters (waarschijnlijk) een essay wordt geschreven . Ook aan deze jaarplannen worden als bijlagen een overzicht van de verdeling van de uren per semester naar controleobjecten en ASR-onderdelen toegevoegd. Ook hier moet per semester minimaal 500 uur worden gepland. Het tweede en derde jaarplan moeten met een handtekening van de stagemeester worden goedgekeurd. Binnen zes weken na de start van een derde en vijfde semester moet het getekende plan bij het IODAD-stagebureau zijn ingediend. Alleen bij tijdige inlevering garandeert het IODAD-stagebureau dat de goedkeuring binnen de formele termijn van zes weken zal worden verleend. In bijlage 9 van deze stagegids is een voorbeeld van een inhoudsopgave voor een jaarplan opgenomen.
13
7.
Jaarplannen algemeen
• op ieder van de vijf onderdelen van de controlecyclus3 moet een redelijk aantal uren worden gepland; hierbij kan als vuistregel worden uitgegaan van 200 á 250 uur per ASR-onderdeel , verdeeld over de zes semesters; • werkzaamheden en controleobjecten worden zodanig gekozen, dat deze aansluiten op de groei van het niveau van de stagiair; • de groei (voor de modale stagiair is dit van assistent-accountant4 via controleleider tot aankomend accountant) moet zichtbaar worden gemaakt: ◊ ASR 1 (planning & risicoanalyse) en 5 (oordeelsvorming en rapportage) zullen naar het einde van de praktijkstage toe steeds meer tijd vergen; ◊ ASR 2 (beoordeling AO/IC) en 4 (uitvoering jaarrekeningcontroles) zullen naar het einde van de praktijkstage toe minder tijd vergen; het karakter van de betrokkenheid verandert van zelf uitvoerend naar leidinggevend; ◊ ASR 3 (schrijven controleprogramma) zal redelijk constant blijven met wellicht een piek in het tweede jaar van de praktijkstage; • in het laatste jaar van de praktijkstage moet op het niveau van aankomend accountant de gehele controlecyclus worden doorlopen bij minimaal één controleobject; • andere vormen van audit (bijvoorbeeld operational, ict, forensisch, milieu, beleid of integriteit) worden gezien als een waardevolle verbreding voor een aankomend accountant. Op schriftelijk en met redenen omkleed verzoek kan het IODAD-stagebureau instemmen met een afwijkende duur van een semester. De duur van de eerste vier semesters gezamenlijk is echter steeds tenminste 24 maanden. De duur van het vijfde en zesde semester gezamenlijk is steeds tenminste 12 maanden. De minimale duur van een semester is 4 maanden. Op initiatief van de stagiair of van de stagemeester kan te allen tijde een gesprek plaatsvinden met het IODAD-stagebureau over het verloop van de praktijkstage.
3
De eerste vijf ASR-onderdelen worden tezamen de controlecyclus genoemd. De controlecyclus is het geheel van werkzaamheden, gericht op het afgeven van een accountantsverklaring bij een financiële verantwoording. 4 de in de stagegids gebruikte functienamen zijn indicatief en kunnen bij verschillende auditdiensten anders worden genoemd.
14
8.
De semesterverantwoordingen
Na afloop van ieder semester schrijft de stagiair een verantwoording. De verantwoording bestaat uit de volgende onderdelen: 1. het ASR formulier (zie bijlage 8), waarin de in het semester gerealiseerde stage-uren per ASR onderdeel worden vergeleken met de geplande uren volgens het desbetreffende jaarplan; 2. een korte toelichting (maximaal één A4tje) op de belangrijkste afwijkingen van de gerealiseerde uren ten opzichte van de geplande uren; 3. een weergave van de relevante leerervaringen ten opzichte van de doelstellingen in het jaarplan; 4. een essay van 4 tot 7 pagina’s (1.800 - 3.500 woorden). Aan de semesterverantwoording worden de volgende bijlagen toegevoegd. •
De verklaring van de stagemeester. Deze heeft een gemiddelde omvang van ongeveer een A4tje. Hierin besteedt hij aandacht aan: a) de omvang en intensiteit van zijn begeleiding; b) het functioneren van de stagiair tijdens het semester (met name de gerealiseerde groei); c) het niveau dat de stagiair heeft bereikt aan het eind van het semester.
• Een geactualiseerd indicatief overzicht van de onderwerpen voor de essays en het corresponderende hoofdvak uit de accountantsopleiding. • Een geactualiseerd overzicht van de gerealiseerde en nog te realiseren stage-uren tot en met het laatste door de stagemeester goedgekeurde jaarplan, verdeeld over de controleobjecten.. • Een geactualiseerd overzicht van de gerealiseerde en nog te realiseren stage-uren tot en met het laatste door de stagemeester goedgekeurde jaarplan, verdeeld over de ASR-onderdelen. • Een verklaring van authenticiteit. In ieder stageverslag is een door de stagiair ondertekende verklaring van authenticiteit opgenomen. De tekst hiervan luidt: “Ik heb dit stageverslag (inclusief het essay) zelf geschreven en ik heb geen teksten opgenomen uit andere stageverslagen, scripties, overige geschriften en literatuur zonder de bron te hebben vermeld. De inhoud van dit stageverslag (inclusief het essay) komt, voor wat betreft de feiten (met uitzondering van in het kader van anonimisering gefingeerde bedrijfsgegevens) en verrichte werkzaamheden, geheel overeen met de werkelijkheid. De beschrevendoor mij uitgevoerde werkzaamheden zijn daadwerkelijk door mij verricht.” Voor de op het ASR-formulier over te nemen gerealiseerde stage-uren wordt zoveel mogelijk aangesloten op de in het urenregistratiesysteem van de eigen dienst geboekte uren. De verantwoording dient binnen zes weken na afloop van het desbetreffende semester door het IODAD-stagebureau te zijn goedgekeurd. Omdat de beoordeling enige tijd vergt, moeten de verantwoordingen binnen vier weken bij het stagebureau zijn ingeleverd. Daaraan voorafgaand moet de verantwoording zijn goedgekeurd door de stagemeester. In zijn mededeling dat een verantwoording is goedgekeurd, geeft het IODAD-stagebureau expliciet aan: •
welk semesternummer het betreft;
•
begin- en einddatum van het desbetreffende semester;
•
de titel van het essay;
•
het met het onderwerp van het essay corresponderende hoofdvak.
In bijlage 9 is een voorbeeld van een inhoudsopgave voor een semesterverantwoording opgenomen.
15
9.
De essays
Het essay is het belangrijkste inhoudelijke product, dat na afloop van een semester moet worden ingeleverd. Het is onderdeel van de semesterverantwoording. Het gaat over een praktijkcasus, die de stagiair in dat semester heeft behandeld. Dat kan een casus zijn, waar de stagiair een dag mee bezig is geweest, maar ook een casus waar de stagiair vier maanden mee bezig is geweest. Bij een literair essay is de auteur op zoek naar een antwoord op een vraag die hem bezig houdt. Bij de aanvang van het onderzoek, waar hij in het essay verslag van doet, weet hij het antwoord nog niet. Stagiairs worden geacht in helder en foutloos Nederlands hun verhaal te schrijven. Literaire hoogstandjes zijn welkom, maar beslist niet de norm. Datzelfde geldt voor originaliteit en voor vernieuwing: leuk maar niet noodzakelijk. Twee belangrijke elementen moet een stagiair wel voor ogen houden: • een vraagstelling; • geen voorspelbaar antwoord. De vraagstelling is van wezenlijke betekenis. Het is het onderwerp waar het essay over gaat. Alles wat niets met de vraagstelling te maken heeft, is buiten de orde. Dat is handig, want het essay mag niet te lang zijn. Is de vraagstelling goed geformuleerd, dan is het schrijven van het essay niet meer zo lastig. Is de vraagstelling slecht geformuleerd, dan is het wel heel moeilijk om nog een goed essay te kunnen schrijven. Een essay moet zijn geschreven op het eindniveau van het desbetreffende hoofdvak maar wel passend bij de fase van de opleiding en voortgang en progressie van de stage. De hoofdvakken zijn: • Leer van de Accountantscontrole • Externe Verslaggeving • Bestuurlijke Informatieverzorging. Dat betekent dat het essay over een wezenlijk vraagstuk moet gaan en voldoende diepgang moet hebben. Het kan niet aan de oppervlakte voortkabbelen naar een voorspelbaar einde. Naarmate de praktijkstage vordert wordt verwacht dat de essays een steeds complexer vraagstuk behandelen. Daardoor wordt aan de eis voldaan dat de groei van de stagiair ook zichtbaar moet zijn in een kwaliteitsgroei van de essays. Het is niet altijd eenvoudig om in het essay het perspectief van het juiste hoofdvak goed voor het voetlicht te brengen. Wanneer bijvoorbeeld over het controlemiddel Administratieve Organisatie wordt gesproken, is het corresponderend hoofdvak Leer van de Accountantscontrole. Maar staat het hoofdvak Bestuurlijke Informatieverzorging centraal, dan moet de vraagstelling dus niet worden gekoppeld aan het controlemiddel, maar bijvoorbeeld aan de behoefte van het management aan informatie over het beheersen van bepaalde administratieve processen. Een hulpmiddel om het juiste perspectief te bereiken kan het volgende zijn: • is een essay geschreven vanuit de optiek van de controlerend accountant, dan is het hoofdvak vrijwel zeker LAC; • is een essay geschreven vanuit de optiek van de leiding van de organisatie, dan is het hoofdvak vrijwel zeker BIV;
16
• is een essay geschreven vanuit de optiek van de gebruiker van een jaarrekening (bijvoorbeeld het parlement als dechargeverlener), dan is het hoofdvak vrijwel zeker EV. In het essay moet de stagiair zelf aangeven welk hoofdvak hij bedoeld heeft te behandelen. Bij de praktijkstage gaat het erom dat de stagiair leert hoe de theorie toegepast wordt in de weerbarstige praktijk van alledag. Praktijksituaties waar de theorie recht toe recht aan kan worden toegepast komen voor. Het is echter de bedoeling dat de essays uitsluitend worden geschreven naar aanleiding van een praktijkcasus waarbij de theorie niet recht toe recht aan kon worden toegepast. Zo’n conflict van theorie en praktijk wordt meestal zichtbaar in de vorm van een dilemma, een keuze, een risico en/of een confrontatie. Uit de vraagstelling moet dus helder een dilemma, keuze, risico en/of confrontatie blijken. Bijkomend voordeel is dat daarmee de essays een goede vingeroefening zijn voor de praktijkscriptie die ter afronding van de praktijkopleiding moet worden geschreven. Bij de uitwerking van een essay moet het verhaal uit logische onderdelen worden opgebouwd. Daarbij kan aan de volgende onderdelen worden gedacht • de aanleiding (waarom dit onderwerp); • de probleemstelling (inclusief dilemma, risico, keuze en/of confrontatie); • een beschrijving van de voor de probleemstelling relevante feiten uit de praktijkcasus; • het inhoudelijke betoog langs welke weg het probleem is opgelost; • de mening van andere betrokkenen en het oordeel van de stagiair daarover; • de eigen mening; • een afrondende conclusie (inclusief een korte beschouwing over de leerervaringen). Logica en zorgvuldigheid zijn bij het schrijven heel belangrijk. Het lijkt een open deur, maar menig essayschrijver gaat er in de fout: in de afrondende conclusieparagraaf moet een antwoord op het eerder geformuleerde probleem worden verwoord. En dus niet een antwoord op een vraag die helemaal niet voorkomt in het essay! De lengte van een essay varieert van 4 tot 7 pagina’s (1.800 – 3.500 woorden). Vanwege deze beperkte omvang is het van groot belang dat hoofd- en bijzaken goed worden onderscheiden. Alleen voor het betoog relevante zaken moeten worden behandeld. Gegeven het feit dat het essay op het eindniveau van het desbetreffende hoofdvak moet zijn geschreven, ligt het niet voor de hand dat een essay meerdere hoofdvakken raakt. Een essay dat meerdere hoofdvakken raakt zal al snel te weinig diepgang vertonen. Het zoeken naar en herkennen van een geschikt dilemma, keuze, risico en/of confrontatie is niet eenvoudig. Ook dat moet de stagiair leren. Daarom zullen de eerste twee essays vaak niet verder komen dan een chronologisch verslag van feiten en bevindingen. In de laatste twee essays moet in ieder geval het dilemma, keuze, risico en/of confrontatie centraal staan. Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen. Dat speelt een rol van betekenis bij ieder accountantsrapport of managementletter, die door de accountant wordt uitgebracht. Dat speelt ook een rol bij het schrijven van een essay: rekening houden met de mening van anderen is dus erg belangrijk. De eigen mening moet nooit gebaseerd zijn op de feiten alleen. Via interactie met opdrachtgevers, gecontroleerden en
17
collega’s moet de stagiair zijn eerste analyse van de feiten toetsen aan de analyse van anderen. Het is een kwestie van eerst goed luisteren naar de argumenten van anderen, die wegen en beoordelen en daarna pas het vormen van de eigen mening. Samenvattend worden aan het essay de volgende eisen gesteld: • oorspronkelijkheid; • eigen mening; • een logisch gestructureerde opbouw; • geschreven in een persoonlijke stijl; • getuigen van een persoonlijke beleving en van persoonlijke opvattingen; • een praktijkgeval uit het desbetreffende semester; • duidelijk weergeven wat de invloed van de theorie op de praktijk is; • een herkenbaar dilemma, keuze, risico en/of confrontatie; • bij het genereren van een oplossing voor een probleem uit de praktijk moet zichtbaar worden gemaakt hoe het afwegingsproces is verlopen; • een kritische benadering en een heldere analyse van het probleem; • een lengte van minimaal 4 en maximaal 7 pagina’s (1.800 tot 3.500 woorden); • op eindniveau van het desbetreffende hoofdvak (BIV, EV of LAC); • uit de titel dient de kern van het behandelde onderwerp te blijken; • de titel mag niet tot misverstanden leiden over de vraag wat het corresponderende hoofdvak is; • zorgvuldig en foutloos gebruik van de Nederlandse taal (grammatica, stijl en woordkeus); • er moet een groei in kwaliteit van de opeenvolgende essays zichtbaar zijn. Bij sommige onderwerpen is de verleiding groot om uitgebreid op de theorie in te gaan, door bijvoorbeeld de nationale en internationale richtlijnen voor de accountantscontrole te behandelen. De praktijkcasus is in die situaties niet veel meer dan een aanleiding voor een uitgebreide theoretische verhandeling. En dat is nadrukkelijk niet de bedoeling bij een essay.
18
10.
De gelijkstellingsregeling
Onder voorwaarden kunnen vier jaar relevante werkervaring gelijk worden gesteld aan het eerste stagejaar. Eén van de belangrijkste voorwaarden is dat minimaal één jaar ervaring is opgedaan, nadat aan de toelatingseisen tot het eerste jaar van de stage werd voldaan. Om deel te kunnen nemen moet onder meer een “verklaring werkgever” kunnen worden overlegd en een verslag van werkzaamheden worden opgesteld (zie bijlage 3a en 3b). Om voor deze regeling in aanmerking te komen, dient een verzoek te worden gericht aan het IODADstagebureau. Hierbij moet gebruik worden gemaakt van de standaardformulieren “verklaring werkgever” of “verklaring werkgever meerdere werkgevers” en “format verslag van werkzaamheden”. Het verzoek bevat: 1. De toelatingsverklaring tot de stage van de onderwijsinstelling waaruit blijkt dat de stagiair bij aanvang van het tweede stagejaar minimaal een jaar aan de toelatingseisen voldoet. 2. De door desbetreffende werkgever(s) ondertekende “verklaring werkgever” of ondertekende en ingevulde “verklaringen werkgevers”, waaruit blijkt dat de stagiair gedurende vier jaar accountantswerkzaamheden heeft verricht, waarbij hij minimaal 333 uur aan controlewerkzaamheden heeft besteed. 3. Het door de stagiair en opdrachtverantwoordelijken getekende verslag van werkzaamheden, waarin drie door de (aankomende) stagiair uitgevoerde opdrachten uit deze periode worden beschreven, Het verslag van werkzaamheden moet aan de volgende eisen voldoen: •
De afzonderlijke opdrachtbeschrijvingen bevatten een weergave van: - het type bedrijf(sonderdeel) - de aard van de functie en het niveau waarop de werkzaamheden zijn verricht - welke werkzaamheden zijn verricht en waarom - hoeveel tijd door de stagiair aan de opdracht is besteed - in welk jaar de opdracht is uitgevoerd
•
Voldoende variatie qua typologie en soort opdracht.
•
De opdrachtbeschrijvingen zijn ondertekend door de destijds verantwoordelijke personen op de desbetreffende opdrachten.
•
Aan iedere opdrachtbeschrijving worden minimaal 300 woorden gewijd.
•
Minimaal één van de beschreven opdrachten betreft een controleopdracht, waarvan een belangrijk deel niet langer dan twaalf maanden geleden is uitgevoerd.
•
De opdrachtbeschrijvingen worden zoveel mogelijk in verslagvorm opgesteld (vermijd opsommingen).
•
De in het format opgenomen verklaring van authenticiteit is door de aanvrager ondertekend.
Complete verzoeken moeten binnen zes weken na de gewenste ingangsdatum van het derde semester bij het IODAD-stagebureau zijn ingediend. Het volgen van de praktijkstage via de gelijkstellingsregeling impliceert onder meer dat de stagiair slechts drie essays hoeft te schrijven. Het vijfde semesteressay behandelt een onderwerp betreffende het hoofdvak Leer van de Accountantscontrole. Het derde en vierde semesteressay behandelen derhalve zowel een onderwerp met betrekking tot de hoofdvakken Externe Verslaggeving en
19
Bestuurlijke Informatieverzorging. Op deze manier worden alle hoofdvakken één maal onderwerp van het essay. In het geval dat in het tweede stagejaar wordt “ingestroomd” kan ook de vuistregel 200 tot 250 uren op de ASR-onderdelen 1 tot en met 5 niet meer gelden. Gedurende de duur van de stage zal het accent in meerdere mate op de onderdelen 1 en 5 moeten liggen.
20
11
De praktijkscriptie
Het praktijkgedeelte van de RA-opleiding (de praktijkopleiding) bestaat uit twee onderdelen: • de praktijkstage van drie jaar, verdeeld over zes semesters; • de praktijkscriptie. Het praktijkgedeelte van de RA-opleiding wordt afgesloten met een mondeling examen, waarin de praktijkscriptie wordt verdedigd en waarbij onderwerpen uit het stagedossier aan de orde kunnen komen. Aanmelding voor de praktijkscriptie geschiedt door inzending van de daarvoor bestemde aanmeldings-formulieren aan het Stagebestuur van het Koninklijk NIVRA en aan de instelling die de praktijkscriptiebegeleider ter beschikking stelt. Met de praktijkscriptie kan worden gestart, wanneer men is toegelaten tot het vijfde semester van de praktijkstage. Voor de begeleiding bij het schrijven van de praktijkscriptie kan5 gebruik worden gemaakt van een begeleider. Een scriptiebegeleider moet erkend zijn door het Koninklijk NIVRA. Voor erkenning door het Koninklijk NIVRA zijn recente onderwijservaring in één van de hoofdvakken van de accountantsopleiding en recente relevante praktijkervaring als controlerend accountant vereist. Het IODAD heeft er een voorkeur voor dat de scriptiebegeleider wordt gezocht in de kring van de universiteiten waar het theoretisch deel van de accountantsopleiding wordt gegeven. De scriptiebegeleider treedt bij het mondeling examen als tweede examinator op. Een ander treedt op als eerste examinator (ook wel “de deskundige” genoemd). Door de (organisatie van de) scriptiebegeleider wordt een geschikte eerste examinator benaderd. Ook deze moet erkend zijn door het Koninklijk NIVRA. Het IODAD-stagebureau beschikt over een lijst van personen die door het Koninklijk NIVRA erkend zijn als scriptiebegeleider en als deskundige. Via het IODAD-stagebureau is het ook mogelijk om iemand voor erkenning voor te dragen bij het Koninklijk NIVRA. De eisen die aan de praktijkscriptie worden gesteld komen in grote lijnen overeen met de eisen die gelden voor de essays die in het kader van een semesterverantwoording moeten worden geschreven. Belangrijke voorwaarden zijn: • de scriptiebegeleider (of het stagebureau van het Koninklijk NIVRA) moet het onderwerp en de opzet goedkeuren; • de omvang bedraagt circa 25 pagina’s); • de behandeling moet een in de praktijk voorgekomen complexe situatie betreffen; • er moet in de probleemstelling sprake zijn van een dilemma, keuze, risico en/of confrontatie; • de examinandus moet op voldoende niveau inhoudelijk betrokken zijn geweest bij de oplossing van het probleem, dat in de praktijkcasus centraal staat; • de praktijksituatie die het onderwerp vormt hoeft niet noodzakelijkerwijs in één van de zes semesters van de praktijkstage te zijn voorgekomen.
5
Ofschoon het IODAD er voorstander van is dat de examinandus zich bij het schrijven van zijn praktijkscriptie laat ondersteunen door een scriptiebegeleider, is dat geen absolute eis. Kiest men er voor om zich niet te laten begeleiden, dan moet de directeur van de auditdienst daaromtrent worden geïnformeerd. Dit kan gevolgen hebben voor de te verlenen studiefaciliteiten en voor de ondersteuning door het IODAD-stagebureau.
21
De praktijkscriptie mag gecombineerd worden met de theoriescriptie. De praktijkscriptie mag ook een verdieping zijn van een onderwerp waar in het kader van de praktijkstage een essay aan is gewijd. Het mondelinge praktijkexamen kan worden afgelegd wanneer: 1. de volledige theoretische opleiding (dus inclusief een eventuele afstudeeropdracht) is afgerond; 2. de verklaring van het IODAD-stagebureau is ontvangen, waarin staat dat de praktijkstage is afgerond; 3. de praktijkscriptie door de scriptiebegeleider (2e examinator) en door de deskundige (1e examinator) is goedgekeurd. Tijdens dit mondelinge praktijkexamen kan de examinandus worden ondervraagd over de inhoud van de praktijkscriptie en van het stagedossier. Het mondeling examen is openbaar. Het IODAD-stagebureau regelt de locatie waar het examen wordt afgenomen. De examinandus geeft schriftelijk minimaal één maand van te voren aan het stagebureau door hoe laat en op welke datum het examen wordt afgenomen, onder vermelding van de titel van zijn scriptie en de namen van de examinatoren. Tegelijkertijd verstrekt de examinandus een exemplaar van zijn scriptie ter informatie aan het IODADstagebureau. Voor meer uitgebreide informatie over de praktijkscriptie en het mondeling examen wordt nadrukkelijk verwezen naar de Brochure praktijkscriptie en -examen van het Koninklijk NIVRA.
22
12. De taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen Gedurende de praktijkstage heeft de stagiair te maken met verschillende personen die ieder een eigen taak en verantwoordelijkheid hebben in het stageproces. Deze betrokken zijn het IODAD stagebureau, de directeur van de auditdienst, de stagemeester, de scriptiebegeleider en de deskundige en de stagiair zelf. De taken en verantwoordelijkheden van alle betrokken worden hieronder uiteen gezet. Onder 12.6 wordt apart aandacht besteed aan de taken en verantwoordelijkheden van stagiairs die niet bij een auditdienst werken. 12.1.
Het IODAD-stagebureau
Het stagebureau van het IODAD is verantwoordelijk voor de inhoudelijke beoordeling en goedkeuring (zie H 3. het beoordelingsproces) alsmede voor de relevante beleidsaspecten. Bij de start van de praktijkstage verstrekt het IODAD-stagebureau aan de stagiair een actielijst met een tijdbalk. Daarin staat aangegeven vóór welke datum welke actie van de stagiair wordt verwacht. Deze actielijst is een hulpmiddel voor de stagiair. De stagiair is zelf verantwoordelijk voor een adequate bewaking van de voortgang. Heeft een bepaalde actie niet vóór de vereiste datum plaatsgevonden, dan kan dit consequenties hebben voor de einddatum van de praktijkstage. Het IODAD-stagebureau beoordeelt de geschiktheid van stagemeesters. Dit kan gebeuren door informatie in te winnen bij de directeuren, door het opvragen van een recent curriculum vitae van aspirant-stagemeesters en door het laten invullen door aspirant-stagemeesters van een voor dat doel gemaakte vragenlijst. Het IODAD-stagebureau organiseert jaarlijks minimaal één bijeenkomst voor stagiairs en stagemeesters. Aan de hand van een actueel en relevant thema wordt met elkaar van gedachten gewisseld en worden ervaringen uitgewisseld. De bijeenkomsten zijn ook bedoeld om contacten te leggen voor het invullen van een deel van de stageperiode bij een andere auditdienst. Bij het IODAD-stagebureau kunnen voorbeelden van jaarplannen en semesterverantwoordingen (inclusief essays) worden ingezien. Het stagebureau verstrekt desgevraagd lijsten van: • essayonderwerpen; • onderwerpen voor de praktijkscriptie; • erkende praktijkscriptiebegeleiders; • deskundigen (eerste examinator bij de verdediging van de praktijkscriptie); • stagemeesters. Het IODAD-stagebureau onderhoudt contacten met het Stagebestuur van het Koninklijk NIVRA. Er vindt een periodieke visitatie plaats door het Stagebestuur, waarbij deze zich een oordeel vormt over de kwaliteit van het functioneren van het stagebureau. Ten behoeve van de visitatie worden de uitkomsten van een zelfevaluatie en de voortgang van de stagiairs toegezonden. Tijdens de visitatie worden wederzijdse vraagpunten aan de orde gesteld en worden actuele zaken betreffende de praktijkstage besproken.
23
Periodiek wordt ten behoeve van de hiervoor genoemde zelfevaluatie via een enquête alle stagiairs en stagemeesters de mening gevraagd over het functioneren van het IODAD-stagebureau. De uitkomsten van deze enquête worden door het stagebureau teruggekoppeld naar de stagiairs en stagemeesters. Zo nodig worden de uitkomsten gebruikt om verbeteringen aan te brengen in het functioneren van het stagebureau. Het IODAD-stagebureau verstrekt periodiek informatie aan het Stagebestuur van het Koninklijk NIVRA over de voortgang van iedere stagiair. 12.2.
De directeur van een auditdienst
De directeur van een auditdienst ondertekent de stageovereenkomst. Met zijn goedkeuring geeft de directeur te kennen dat hij binnen de grenzen der redelijkheid en na een zorgvuldige afweging van de andere belangen, die binnen de auditdienst bestaan, zich zal inspannen om de praktijkstage conform de stageovereenkomst te doen plaatsvinden. Mocht in de loop van de stage blijken dat dit desalniettemin niet lukt, dan zal hij zijn medewerking verlenen aan het zoeken naar een aanvaardbaar alternatief. De jaarplannen van stagiairs, die werkzaam zijn bij andere onderdelen van zijn ministerie worden door de directeur ondertekend. Hij beoordeelt daarbij nadrukkelijk de haalbaarheid van het beroep dat in de plannen wordt gedaan op de capaciteit (bijvoorbeeld over de inzet van een stagemeester en het verzorgen van een stageplaats voor zeker een gedeelte van de stage) van de auditdienst. De directeur wijst een medewerker aan, die de stagiair bij de uitvoering van de stage begeleidt. Alleen in het eerste jaar van de praktijkstage mag de stagemeester een andere deskundige dan een registeraccountant zijn. De directeur informeert het IODAD-stagebureau over de aanwijzing en over de eventuele mutaties. De directeur stelt voldoende tijd beschikbaar aan de stagiair om aan zijn stageverplichtingen te kunnen voldoen en aan de stagemeester om de stagiair daarin naar behoren te kunnen begeleiden. De directeur zorgt voor een adequate communicatie tussen de stagemeester en de hiërarchische chef en/of de dagelijks leidinggevende van de stagiair, indien dat verschillende personen betreffen. Dit om te voorkomen dat er wezenlijke discrepanties in de beoordeling van het functioneren van de stagiair ontstaan. De directeur zorgt voor een tijdige betaling van de door het IODAD-stagebureau gefactureerde bedragen. De directeur kan besluiten dat de stageproducten uitsluitend via zijn tussenkomst en goedkeuring aan het IODAD-stagebureau worden gezonden. De directeur wordt door de stagiair/examinandus geïnformeerd, indien deze wenst af te wijken van het in het IODAD afgesproken stagebeleid. Dat geldt in ieder geval: • wanneer een examinandus zich niet laat begeleiden door een erkende scriptiebegeleider; • wanneer een examinandus een scriptiebegeleider wenst, die binnen het IODAD werkzaam is.
24
12.3.
De stagemeester
Als stagemeester kunnen optreden registeraccountants, die minimaal een jaar in dienst zijn bij de desbetreffende auditdienst. Hij wordt voorgedragen door de directeur van de auditdienst. Het IODADstagebureau geeft zijn goedkeuring aan de voordracht. Alleen in het eerste jaar van de praktijkstage mag de stagemeester een andere deskundige dan een registeraccountant zijn. Ook hij zal minimaal een jaar in dienst moeten zijn bij de desbetreffende organisatie. Van stagemeesters wordt verwacht dat zij kunnen aantonen geschikt te zijn voor het begeleiden, stimuleren en motiveren van aankomende collega’s. Stagemeesters melden zich aan door middel van het aanmeldingsformulier stagemeesters (zie bijlage 4). De stagemeester: • adviseert de stagiair bij het schrijven de jaarplannen; • volgt de voortgang van de werkzaamheden tijdens de uitvoering van de stage; • is vraagbaak en klankbord voor de stagiair tijdens de stage; • beijvert zich voor het verkrijgen van voldoende gevarieerde werkzaamheden voor de stagiair; • beijvert zich voor het verkrijgen van voldoende gevarieerde controleobjecten voor de stagiair; • stimuleert de stagiair in het bereiken van het einddoel van de praktijkstage; • geeft na een indringende beoordeling met een handtekening zijn • goedkeuring aan de jaarplannen; • helpt de stagiair in het herkennen en benoemen van dilemma’s, risico’s, keuzes en confrontaties; • wijst de stagiair op onderwerpen die geschikt zijn als essay; • beoordeelt het essay, dat deel uit maakt van iedere semesterverantwoording; • geeft na een indringende beoordeling met een handtekening zijn goedkeuring aan de semesterverantwoordingen; • schrijft na afloop van ieder semester een verklaring, waarin hij de omvang en intensiteit van zijn begeleiding, het functioneren van de stagiair gedurende het semester (de groei in ontwikkeling) en het bereikte niveau aan het eind van het semester toelicht; • geeft in zijn verklaring bij het zesde semester aan of een controlecyclus op het niveau van aankomend accountant is uitgevoerd en of de stagiair “rijp” is om voor het praktijkexamen op te gaan; • adviseert bij het regelen van buitenstages en schakelt zijn netwerk daarvoor in; • helpt de stagiair bij het vinden van een oplossing voor alle voorkomende problemen en vraagstukken. Bij het goedkeuren van de stageproducten toetst de stagemeester de inhoudelijke kwaliteit en de waarheidsgetrouwe weergave van de inhoud. Daarnaast beoordeelt hij of aan alle eisen, zoals in deze stagegids staan beschreven, is voldaan. De stagemeester maakt in overleg met zijn directeur afspraken over voldoende communicatie met de hiërarchische chef en/of de dagelijks leidinggevende van de stagiair, indien hij dat niet zelf is. Dit om te voorkomen dat er wezenlijke discrepanties in de beoordeling van het functioneren van de stagiair ontstaan.
25
Het IODAD-stagebureau is verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van inzet en optreden van stagemeesters. Het IODAD heeft een uniform stelsel van kwaliteitsbeheersing. Het stagebureau zal zich derhalve doorgaans beperken tot de volgende specifieke maatregelen. • Het inwinnen van informatie bij de directeur van een auditdienst. • Het vragen om een curriculum vitae, wanneer iemand voor de eerste keer (of indien vijf jaar verstreken zijn sinds het als zodanig optreden) als stagemeester optreedt. Eens in de vijf jaar wordt stagemeesters om een update van hun curriculum vitae gevraagd door het stagebureau. • Het vragen om een voor dat doel gemaakte vragenlijst in te vullen. 12.4.
De scriptiebegeleider en de deskundige
De scriptiebegeleider begeleidt de examinandus6 bij het schrijven van de praktijkscriptie. Hij dient het onderwerp en de opzet goed te keuren. De scriptiebegeleider treedt op als tweede examinator bij het mondelinge examen, waarin de examinandus zijn praktijkscriptie verdedigt. Om als scriptiebegeleider op te kunnen treden, is een erkenning door het Koninklijk NIVRA vereist. Begeleiding van een scriptiebegeleider is niet vereist. Maakt men geen gebruik van een scriptiebegeleider, dan moeten onderwerp en opzet door het stagebureau van het Koninklijk NIVRA worden goedgekeurd. In deze situatie worden door het Stagebestuur twee deskundigen als examinator aangewezen. Het stagebeleid van het IODAD heeft als uitgangspunt dat begeleiding wenselijk is. Wil de examinadus daar van afwijken, dan stelt hij zijn directeur daarvan op de hoogte. Dit kan consequenties hebben voor de te krijgen studiefaciliteiten van de eigen auditdienst en voor de begeleiding door het IODADstagebureau. De deskundige is degene die als eerste examinator optreedt bij het mondelinge examen, waarin de examinandus zijn praktijkscriptie verdedigt. Ook de deskundige moet door het Koninklijk NIVRA zijn erkend. In geval van het begeleiden door een scriptiebegeleider moet deze door de examinandus worden aangezocht. Het IODAD-stagebureau beschikt over lijsten met namen. Door de (organisatie van de) scriptiebegeleider wordt een geschikte eerste examinator benaderd. Beschikt een beoogde begeleider of deskundige niet over de noodzakelijke erkenning, dan kan deze worden aangevraagd. Voor erkenning zijn recente onderwijservaring in een van de hoofdvakken van de accountantsopleiding en recente relevante praktijkervaring als controlerend accountant vereist. Het IODAD stimuleert examinandi om de begeleider zoveel mogelijk te zoeken in de kring van universiteiten waar het theoretisch deel van de accountantsopleiding wordt gegeven.
6
Omdat de scriptiebegeleider en de deskundige in die hoedanigheid uitsluitend bij de praktijkscriptie en –examen een rol
vervullen en niet bij de praktijkstage, wordt niet over “stagiair” gesproken, maar over “examinandus”.
26
12.5.
De stagiair / de examinandus
Het praktijkgedeelte van de RA-opleiding (de praktijkopleiding) bestaat uit twee onderdelen: • de praktijkstage van drie jaar, verdeeld over zes semesters; • de praktijkscriptie. In het kader van deze brochure wordt gesproken over de stagiair, wanneer het gaat over de praktijkstage en over de examinandus, wanneer het gaat over de praktijkscriptie. De stagiair: • zorgt voor een tijdige inzending van de aanmeldingsformulieren (vóór de start van het eerste semester en vóór de start van de laatste twee semesters) aan zowel het Koninklijk NIVRA als het IODAD-stagebureau; • ondertekent de stageovereenkomst; • stelt in overleg met de stagemeester de jaarplannen op; • levert binnen zes weken het eerste jaarplan, ondertekend door de stagemeester, en de stageovereenkomst, ondertekend door de werkgever, in bij het IODAD-stagebureau, opdat de goedkeuring binnen drie maanden na de beoogde ingangsdatum kan worden verleend; • houdt tijdens de praktijkstage het stagedossier bij; het stagedossier bevat tenminste: ⇒ aanmeldingsformulieren; ⇒ (eventuele) concepten van de stageproducten met commentaar daarop van de stagemeester; ⇒ definitieve stageproducten; ⇒ goedkeuringen door het IODAD-stagebureau; ⇒ relevante correspondentie met het IODAD-stagebureau; ⇒ relevante correspondentie met het Koninklijk NIVRA; ⇒ verklaring van het IODAD-stagebureau dat de praktijkstage met succes is afgerond. • levert binnen zes weken na afronding van een semester een door de stagemeester goedgekeurde verantwoording in bij het IODAD-stagebureau; • levert binnen zes weken na de start van het derde en vijfde semester een door de stagemeester goedgekeurd plan voor het desbetreffende jaar in; • regelt tijdig eventuele buitenstages; • informeert zijn directeur als hij bij de uitvoering van zijn praktijkstage in belangrijke mate afwijkt van de jaarplannen en/of het stagebeleid van het IODAD; • brengt het IODAD-stagebureau vooraf op de hoogte van ingrijpende voorgenomen wijzigingen (ten opzichte van het masterplan) in de praktijkstage; • brengt het IODAD-stagebureau zo spoedig mogelijk op de hoogte van feiten en omstandigheden die een goede voortgang van de stage in de weg kunnen staan.
27
De examinandus: • neemt kennis van de Brochure praktijkscriptie en –examen van het Koninklijk NIVRA; • zorgt voor een tijdige inzending van het aanmeldingsformulier; deze is in deze stagegids opgenomen als bijlage 5; • zoekt een scriptiebegeleider (niet verplicht, wel aanbevolen); informeert vooraf zijn directeur, indien er geen begeleiding plaatsvindt of indien de begeleider binnen het IODAD werkzaam is; • laat het onderwerp en de opzet voor de praktijkscriptie goedkeuren door de scriptiebegeleider (of door het stagebureau van het Koninklijk NIVRA); • laat uiterlijk een maand van tevoren aan het IODAD-stagebureau en aan het Stagebestuur van het Koninklijk NIVRA (dit kan eventueel via de website) weten op welke datum en hoe laat hij geëxamineerd wordt onder gelijktijdige vermelding van de titel van zijn praktijkscriptie en de namen van de twee examinatoren; • stuurt uiterlijk een maand voor de datum van het mondelinge praktijkexamen een exemplaar van zijn praktijkscriptie ter informatie aan het IODAD-stagebureau; • zorgt er voor dat deskundige en scriptiebegeleider7 (respectievelijk de eerste en tweede examinator) uiterlijk drie weken voor het mondelinge praktijkexamen het examendossier (zes goedgekeurde verantwoordingen plus de verklaring van het IODAD-stagebureau dat de praktijkstage met succes is afgerond plus het diploma van het theoretische gedeelte van de RAopleiding) en de praktijkscriptie krijgen. 12.6.
De stagiairs die niet bij een auditdienst werken
Onder bepaalde omstandigheden kan het IODAD-stagebureau ook faciliterend optreden ten behoeve van anderen dan medewerkers van een tot het IODAD behorende auditdienst. Daarbij kan gedacht worden aan medewerkers van a) de Algemene Rekenkamer; b) Nederlandse ministeries, die niet werken bij een auditdienst; c) interne auditdiensten van universiteiten of academische ziekenhuizen; d) de Stichting Overheidsaccountantsbureau van de Nederlandse Antillen; e) de Algemene Rekenkamer van de Nederlandse Antillen; f) de Centrale Accountantsdienst van het Land Aruba; g) de Algemene Rekenkamer van het Land Aruba. De organisaties c, d en f hebben jaarrekeningcontroles in hun dienstverleningspakket. Wanneer stagiairs daar in voldoende mate op kunnen worden ingezet en er voldoende spreiding in controleobjecten is, kunnen zij in principe de gehele praktijkstage binnen hun eigen organisatie volgen. Ten aanzien van de medewerkers bij a, b, e en g stelt het IODAD-stagebureau de volgende aanvullende eisen: • ongeacht het feit of werkzaamheden bij de eigen organisatie kunnen worden aangemerkt als vallend onder de ASR-onderdelen 1 t/m 5 (de controlecyclus), is het verplicht om minimaal 350 uren in het laatste jaar van de stage door te brengen bij een auditdienst of accountantskantoor en deze uren te besteden aan het doorlopen van een gehele controlecyclus, gericht op het afgeven van een accountantsverklaring.
7
Indien zonder scriptiebegeleider wordt gewerkt, worden zowel de eerste als de tweede examinator door het stagebureau van het Koninklijk NIVRA aangewezen.
28
• in het laatste jaar van de praktijkstage moet in totaal 500 uur worden besteed aan de ASRonderdelen 1 t/m 5. De stagiairs die niet bij een auditdienst werkzaam zijn, dienen de jaarplannen ook ter goedkeuring voor te leggen aan de directeur van de auditdienst of -kantoor, waar een deel van de praktijkstage wordt doorgebracht om te kunnen voldoen aan de twee genoemde aanvullende eisen. Acceptatie van medewerkers, die niet werkzaam zijn bij een auditdienst, geschiedt alleen na een daartoe strekkend verzoek van de aspirant stagiair. Het IODAD-stagebureau behoudt zich het recht voor om aanvullende voorwaarden te stellen alvorens tot acceptatie over te gaan. Deze gids beschrijft de stage en stage-eisen in de IODAD-omgeving. De in deze stagegids beschreven omgeving zal waar nodig voor stagiairs die niet bij een auditdienst werkzaam zijn, moeten worden vertaald naar hun eigen omgeving.
29
13.
De facturering van de kosten
Het IODAD-stagebureau brengt kosten voor de instandhouding van het bureau in rekening. De leden van het IODAD betalen via hun vaste IODAD-bijdragen een aandeel. Zij krijgen een separate factuur voor de kosten, die niet gedekt worden door deze IODAD-bijdragen. Andere organisaties dan de leden van het IODAD krijgen een factuur voor de integrale kosten. De bedragen worden jaarlijks vastgesteld. De facturering geschiedt aan de werkgever. Op de factuur worden de namen vermeld van de stagiairs die het betreft. Met de handtekening van de directeur op de stageovereenkomst gaat deze akkoord met de in dit hoofdstuk weergegeven procedure. De werkgever, die de in rekening gebrachte bedragen wil doorberekenen aan zijn stagiairs is daar zelf voor verantwoordelijk. De werkgever is verantwoordelijk voor een tijdige betaling van de factuur. De facturering vindt plaats in het laatste kwartaal van ieder jaar. Bij de facturering wordt als peildatum 1 september gehanteerd. Staat iemand op 1 september van een jaar als stagiair ingeschreven, dan wordt in principe het jaarbedrag aan de werkgever gefactureerd. Een uitzondering wordt gemaakt voor stagiairs die, wegens onvoldoende voortgang met het theoretische deel van de accountantsopleiding, niet met het vijfde semester kunnen beginnen. Indien hun praktijkstage gedurende een periode van 12 maanden of langer voorafgaand aan de peildatum stil ligt, krijgt de werkgever een korting van 100% op het te factureren bedrag.
30
14.
Overige onderwerpen
schriftelijke vaardigheden De praktijkstage heeft mede ten doel de kwaliteit van de schriftelijke vaardigheden van de stagiair te vergroten. Het is voor een registeraccountant immers onvoldoende indien hij wel in staat is om goed te controleren, maar niet in staat is om de uitkomsten van die controle op een juiste en begrijpelijke wijze aan gecontroleerden, opdrachtgevers en andere belanghebbenden over te brengen. Bij de beoordeling van de jaarplannen en de semesterverantwoordingen (tezamen: de stageproducten) wordt derhalve door de stagemeester indringend en door het IODAD-stagebureau marginaal ook aandacht geschonken aan: • correct gebruik van de Nederlandse taal; • vlotte, heldere schrijfstijl en woordkeus; • goed onderscheid tussen hoofd- en bijzaken; • een duidelijk uitleg van noodzakelijkerwijs te gebruiken departementsspecifieke termen, begrippen en afkortingen. De stageproducten moeten zijn gedateerd en van paginanummers zijn voorzien. Voorts kunnen een inhoudsopgave en een hoofdstuknummering de toegankelijkheid vergroten. De stageproducten moeten zelfstandig leesbaar en bruikbaar zijn. Dat betekent onder andere dat verwijzingen (naar eerdere producten) zo veel mogelijk vermeden moeten worden. overmacht door externe omstandigheden Mocht op enig moment een stagiair tot de conclusie komen dat hij er niet in zal slagen aan één of meerdere eisen van de stage te voldoen, dan dient hij het IODAD-stagebureau terstond schriftelijk te informeren. In overleg met de stagiair zal bekeken worden welke actie ondernomen wordt om de deficiëntie op te heffen. In uitzonderingsgevallen kan het IODAD-stagebureau besluiten om een deficiëntie te handhaven. Dit kan alleen indien aan alle drie de volgende voorwaarden wordt voldaan: • aantoonbaar is dat de stagiair al het mogelijke heeft gedaan om de deficiëntie te voorkomen; • het alsnog opheffen van de deficiëntie leidt tot een onevenredig zware benadeling van de stagiair; • er binnen het geheel van de door hem gelopen stage voldoende compenserende elementen aan te wijzen zijn met een relevante toegevoegde waarde, gegeven de doelstellingen van de praktijkstage. overige belemmeringen Doen zich op enig moment belemmeringen (bijvoorbeeld ziekte, privé-omstandigheden, ouderschapsof zorgverlof of in-deeltijd-gaan-werken) voor, die een goede voortgang van de praktijkstage in de weg kunnen staan, dan dient de stagiair terstond contact op te nemen met het IODAD-stagebureau. Alleen indien vooraf overlegd is met en daarvoor toestemming is verleend door het stagebureau kan het oorspronkelijke plan worden aangepast, rekening houdend enerzijds met de bijzondere omstandigheden waar de stagiair zich in bevindt en anderzijds met het doel en het beoogde eindniveau van de praktijkstage. externe cursussen Cursussen en opleidingen vallen naar hun aard buiten het bereik van de praktijkstage. De aan cursussen en opleidingen bestede uren tellen derhalve niet mee voor de bepaling of aan de eis van minimaal 3.000 stage-uren is voldaan. Dat geldt ook voor cursussen en opleiding die in opdracht van de dienstleiding moeten worden gevolgd.
31
Er bestaan twee uitzonderingen: 1. cursussen/instructies die op de werkplek zelf worden georganiseerd en niet langer dan een dagdeel (= vier uren) duren; 2. het Bestuur van het Koninklijk NIVRA heeft de mogelijkheid theoretische bijscholing gedurende de stage in voorkomende gevallen verplicht te stellen. Deze mogelijkheid kan eventueel worden benut, als er naar het oordeel van het Bestuur sprake is van een te lange tijdsduur tussen het afronden van de theoretische opleiding en het (ver)volgen van de stage, of als er sprake is van relevante nieuwe ontwikkelingen en hieruit voortvloeiende eisen die (nog) niet in de theoretische opleidingen wordt aangereikt. buitenstages Voor stagiairs die niet bij een auditdienst werken (zie hoofdstuk 12 .6) is een buitenstage verplicht. Ofschoon het voor de andere stagiairs niet verplicht is, wordt het door het IODAD-stagebureau als een belangrijke toegevoegde waarde voor de praktijkstage gezien wanneer de stagiair een deel van de praktijkstage bij een andere organisatie dan zijn eigen auditdienst doorbrengt. Daarbij kan worden gedacht aan: • een auditdienst van een ander departement; • een directie FEZ van het eigen of een ander departement; • de directie Audit- en Toezichtbeleid; • EDP AUDIT POOL; • de Algemene Rekenkamer; • een openbaar accountantskantoor. De stagiair dient zelf initiatieven te nemen om een buitenstage bij genoemde of andere organisaties te regelen. Op verzoek kan het IODAD-stagebureau hierbij ondersteuning bieden. Voor de modale stagiair is het ideale moment voor zo’n buitenstage het tweede jaar. Het kan in dit kader wenselijk zijn, teneinde capaciteitstekorten bij een auditdienst te voorkomen, om de buitenstage de vorm van een uitwisseling te geven. Mocht worden overwogen om bij een van de gemeentelijke auditdiensten of bij de Belastingdienst een buitenstage te lopen, dan dienen in overleg met het IODAD-stagebureau de desbetreffende stagebureaus (VDA en Belastingdienst) daarbij ingeschakeld te worden. Dat geldt ook indien bij organisaties een buitenstage wordt gepland waar een ander stagebureau actief is. eigendom, openbaarheid en vertrouwelijkheid Alle producten van de praktijkopleiding worden eigendom van het IODAD-stagebureau. Deze zijn in ieder geval beschikbaar voor degenen die in het kader van de stage recht hebben op inzage: • leden van de visitatiecommissie van het Stagebestuur van het Koninklijk NIVRA; • examinatoren bij het mondeling examen, waar de praktijkscriptie wordt verdedigd; • stagebureaus van nieuwe werkgevers. Het IODAD-stagebureau wil daarnaast ook stagiairs de gelegenheid bieden stagedossiers in te zien, die naar het oordeel van het stagebureau geheel of op specifieke onderdelen als representatief kunnen worden beschouwd. Het IODAD-stagebureau verstrekt geen afschriften van producten van stagiairs aan anderen en staat ook niet toe dat afschriften worden gemaakt. Het is de verantwoordelijkheid van de stagiair en zijn stagemeester om de mate van vertrouwelijkheid van de gegevens van cliënten te bepalen. Mocht het noodzakelijk zijn voor de beoordeling van een
32
product dat het IODAD-stagebureau vertrouwelijke gegevens onder ogen krijgt, dan moet dit expliciet door stagiair en stagemeester worden gemeld. Denkbaar is dat het stagebureau kennis neemt van de vertrouwelijke informatie en niet meer dan een aantekening van die kennisneming in het stagedossier opneemt. beëindiging dienstverband Een stagiair meldt aan het IODAD-stagebureau, wanneer hij zijn dienstverband beëindigt. Zet hij bij zijn nieuwe werkgever de stage voort en is die nieuwe werkgever aangesloten bij een ander stagebureau, dan wordt op initiatief van de stagiair de overdracht van de dossiers geregeld. klachtenregeling Is een stagiair het niet eens met een standpunt of besluit van het IODAD-stagebureau, dan kan hij gemotiveerd om een herziening vragen. Het IODAD-stagebureau heeft daarbij de plicht tot een zorgvuldige afweging van alle bekende feiten en omstandigheden. Mocht het stagebureau na die afweging zijn standpunt of besluit handhaven en blijft de stagiair het daarmee gemotiveerd oneens, dan heeft deze het recht om gemotiveerd bezwaar te maken bij het bestuur van het Koninklijk NIVRA. Bezwaren naar aanleiding van een beslissing van het IODAD-stagebureau die een goed verloop van de stage in de weg staan, dienen aan het Bestuur van het Koninklijk NIVRA te worden gericht. Bezwaren naar aanleiding van de uitkomst van de beoordeling van jaarplannen en semesterverslagen dienen aan het Bestuur van het Koninklijk NIVRA te worden gericht. Het Bestuur is gevestigd: Antonio Vivaldistraat 2 – 8, 1083 HP te Amsterdam. Het bezwaar moet schriftelijk, gemotiveerd en binnen zes weken na ontvangst van het betwiste standpunt of besluit van het IODAD-stagebureau worden ingediend. Desgewenst kan de stagiair bij de behandeling van zijn bezwaar mondeling worden gehoord. De bezwaarprocedure is kosteloos. Tegen een uitspraak in bezwaar door het Bestuur kan beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven te Den Haag.
de termijnen op een rijtje goedgekeurd semester: afgeronde eerste fase van de praktijkstage: inlevertermijn eerste jaarplan: inlevertermijn overige jaarplannen: inlevertermijn semesterverantwoording:
6 jaar geldig; 6 jaar geldig; binnen 6 weken na aanvang van de praktijkstage; binnen 6 weken na start van het derde en viijfde semester; binnen 6 weken na afloop van semester.
geeft deze gids geen antwoord In alle gevallen waarin deze gids niet voorziet, wordt verwezen naar de brochures over de praktijkstage en de praktijkscriptie van het Koninklijk NIVRA (www.nivra.nl/opleidingen). Wordt ook daar geen antwoord gevonden, dan kan de stagiair het IODAD-stagebureau om een standpunt of besluit verzoeken. Zo nodig stemt het IODAD-stagebureau een standpunt of besluit vooraf af met het Stagebestuur of het stagebureau van het Koninklijk NIVRA.
33
Bijlagen 1. Aanmeldingsformulier stage RA (deel A en deel B) 2. Stageovereenkomst RA 3. In het kader van de Gelijkstellingsregeling a. verklaring werkgever of verklaring meerdere werkgevers b. verslag van werkzaamheden 4. Aanmeldingsformulier stagemeester(s) 5. Aanmeldingsformulier praktijkscriptie (deel A en deel B) 6. Voorbeeld van urenoverzicht voor ASR-onderdelen (zes semesters) 7. Voorbeeld van urenoverizicht voor controleobjecten (zes semesters) 8. Voorbeeld van ASR-formulier in verantwoording 9. Inhoudsopgave voor plannen en verantwoordingen
35 37 39 41 44 47 51 52 53 54
34
Bijlage 1 aanmeldingsformulier stage-RA
DEEL A
Zenden aan: Koninklijk NIVRA Stagebestuur Postbus 7984 1008 AD Amsterdam
AANMELDINGSFORMULIER STAGE-RA
Achternaam: Voornaam: Adres: Tel. werk/privé: Geboortedatum/geboorteplaats: Werkgever: E-mail werk: E-mail privé: Naam stagemeester(s) (incl. voorletters en titulatuur):
Indien stagemeester geen RA is: Adres stagemeester: Postcode/woonplaats stagemeester: Naam stagebureau:
IODAD-stagebureau
Naam instelling waar het theoretische deel van de RA-opleiding wordt gevolgd, zal worden gevolgd of is gevolgd:
Aanvangsdatum eerste stagejaar: Aanvangsdatum tweede stagejaar: Aanvangsdatum derde stagejaar:
Datum:
Handtekening:
35
Bijlage 1 aanmeldingsformulier stage-RA
DEEL B
Zenden aan: IODAD-stagebureau t.a.v. J.J.M. van den Boom RA MGA Postbus 20201 2500 EE Den Haag
AANMELDINGSFORMULIER STAGE-RA
Achternaam: Voornaam: Adres: Tel. werk/privé: Geboortedatum/geboorteplaats: Werkgever: E-mail werk: E-mail privé: Naam stagemeester(s) (incl. voorletters en titulatuur):
Indien stagemeester geen RA is: Adres stagemeester: Postcode/woonplaats stagemeester: Naam stagebureau:
IODAD-stagebureau
Naam instelling waar het theoretische deel van de RA-opleiding wordt gevolgd, zal worden gevolgd of is gevolgd:
Aanvangsdatum eerste stagejaar: Aanvangsdatum tweede stagejaar: Aanvangsdatum derde stagejaar:
Datum:
Handtekening:
Bijlagen mee te zenden aan IODAD-stagebureau: a. b. c. e. d.
Verklaring van opleidingsinstituut; Stageovereenkomst RA Jaarplan Verslag van werkzaamheden (ihkv gelijkstellingsregeling) Verklaring werkgever (ihkv gelijkstellingsregeling)
36
Bijlage 2 Stageovereenkomst RA STAGEOVEREENKOMST RA
De ondergetekenden
1.
Werkgever
Kantoor of dienst
:
Naam
:
Functie
:
Handelend namens werkgever
Hier verder te noemen: werkgever
2.
Stagiair
Naam
:
Geboortedatum
:
Woonplaats
:
Hier verder te noemen: stagiair
Werkgever verklaart hierbij zijn volledige medewerking te zullen verlenen aan een goed verloop van de stage als onderdeel van de opleiding tot registeraccountant of het resterende deel hiervan. De stagiair wordt in staat gesteld om aan de gestelde eisen betreffende omgeving, groei, duur, kwaliteit, inhoud, spreiding en diepgang te kunnen voldoen. De stagiair wordt tijdens de stage begeleid door een stagemeester. Het stagebureau bewaakt de kwaliteit van de stage. Wanneer in de huidige functie niet volledig aan de stage-eisen kan worden voldaan, verleent de werkgever zijn medewerking aan het vinden van een passende oplossing binnen of buiten de werkkring. Zowel stagiair als werkgever zullen de eisen uit de verordening op de praktijkstage en de uitvoeringsregeling praktijkstage naleven. De overeenkomst wordt aangegaan voor de duur van de stage. In de bijlage is aangegeven op welke wijze de stagewerkzaamheden dienen te worden ingevuld. Voor het overige wordt verwezen naar de brochure Stage Info. Deze overeenkomst is inclusief de bijlage onderdeel van het stagedossier. Einde en beëindiging De overeenkomst eindigt bij: - Afronding van de stage - Uitdiensttreding van de stagiair - Onderling goedvinden van betrokken partijen De werkgever kan deze overeenkomst, na overleg met stagebureau, stagemeester en stagiair, beëindigen bij: - Stopzetting stage door stagebureau vanwege onvoldoende vordering - Stopzetting stage vanwege onvoldoende vordering blijkend vanuit interne beoordelingssystematiek - Aanhoudend verzuim stagiair - Een dusdanige wijziging van de aard van werkzaamheden binnen kantoor of dienst waardoor redelijkerwijs kan worden gesteld dat het volgen van de stage zo goed als onmogelijk is geworden Handtekening werkgever
Datum
Handtekening stagiair
Datum
37
Bijlage bij stageovereenkomst RA De werkgever stelt de stagiair in staat om halfjaarlijks (per semester) minimaal 500 uren te besteden aan werkzaamheden die zijn gerelateerd aan de in de theoretische opleiding gedoceerde vakken. Er moet worden gestreefd naar een voldoende spreiding over bedrijfstakken c.q. typologieën. Het mag niet voorkomen dat een lange tijd (meerdere semesters) bij dezelfde soort cliënten/ opdrachtgevers dezelfde werkzaamheden worden verricht. Per stagejaar moeten minimaal 333 uren worden besteed aan controlewerkzaamheden:
PER STAGEJAAR Tijdsbestedin g
Stagewerkzaamheden
Niveau
Controlewerkzaamheden
Jaar 1 Voldoende in het eerste jaar is dat de basisvaardigheden worden geoefend. De basisvaardigheden, zoals dossiervorming, basale aansluitingen van grootboek en saldibalans met jaarrekening, liquide middelen, materiële vaste activa, etc., komen ook bij het uitvoeren van samenstellingsopdrachten of werkzaamheden bij bijvoorbeeld dochterondernemingen van een financiële instelling voldoende aan bod.
1. Controleplanning, risicoanalyse en materialiteitsbepaling. 2. Vastlegging en beoordeling van administratieve organisatie en interne controlesystemen en daarmee samenhangende automatiseringssystemen.
4. Uitvoering jaarrekeningcontroles, waaronder: Dossiervorming; Gebruik verschillende controletechnieken; Waardering- en presentatieaspecten; Leiding geven aan controleteam. 5. Rapportage, waaronder: Opstellen accountantsverslag en accountantsverklaring; Opstellen management letter en de bespreking dienaangaande. Overige werkzaamheden
Geen afzonderlijke urenverplichting
Minimaal 1000 uren (2x minimaal 500 uren per semester)
Minimaal 333 uren
3. Opstellen van een gedetailleerd controleprogramma en werkplanning ten behoeve van controleopdrachten.
Handtekening werkgever
6. Uitvoering werkzaamheden ten behoeve van samenstellings- en beoordelingsverklaringen 7. Uitvoering bijzondere onderzoeken en controles. 8. Overige voor de stage relevante werkzaamheden op het gebied van: Bedrijfseconomie; (Belasting)recht; Consolidatie; Etc.
Datum
Handtekening stagiair
Let wel: dit betreft een minimum niveau. Iemand die deze basisvaardigheden reeds bezit, moet in staat zijn op zijn eigen niveau de werkzaamheden te verrichten Jaar 2 Naarmate de praktijkstage vordert, moeten complexere controletechnieken en accountantsissues, mede in relatie tot eventuele specifieke regelgeving, aan de orde komen. De stage moet aansluiten bij het tot dan toe behaalde theoretische niveau. Jaar 3 De werkzaamheden bevatten nog complexere issues en moeten aansluiten bij het eindniveau van de hoofdvakken van de theoretische opleiding. In het laatste jaar moet een stagiair een volledige controlecyclus doorlopen.
Datum
38
Bijlage 3a Verklaring werkgever VERKLARING WERKGEVER Accountantswerkzaamheden Verklaring in het kader van een gelijkstellingsverzoek eerste jaar praktijkopleiding registeraccountants Gegevens aanvrager: Naam Adres Woonplaats Hier verder te noemen: aanvrager Gegevens werkgever Kantoor of dienst Naam Functie Hier verder te noemen: werkgever Werkgever verklaart hierbij dat aanvrager gedurende minimaal vier jaren accountantswerkzaamheden heeft verricht op 80% tot fulltime basis. De werkzaamheden die zijn verricht, zijn voor een substantieel deel assurancewerkzaamheden of daaraan gerelateerd, gebaseerd op de vakken die in de theoretische accountantsopleiding worden gedoceerd. Een minimum van 333 uren is door aanvrager besteed aan voor de vaardigheid in controle relevante werkzaamheden en kunnen in de volgende opsomming worden geplaatst: • • •
opdrachten tot controle van historische financiële informatie (COS 100-999); opdrachten tot beoordeling van historische financiële informatie (COS 2000-2699); assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie (waaronder controle van internal control statements en rechtmatigheidscontroles) (COS 3000-3699); en voor maximaal 20%: • overeengekomen specifieke werkzaamheden m.b.t. financiële informatie (COS 4400); • samenstellingsopdrachten (COS 4410).
N.B. Operational Audits die zijn gericht op de AO/IC ten behoeve van financial statements, kunnen wat dit betreft ook kwalificeren, echter met een maximum van 30%. Handtekening werkgever Datum:
Handtekening aanvrager
Datum:
Akkoordverklaring Stagebureau Naam:
Functie: Voorzitter/ lid stagebureau
Handtekening
Datum:
39
Bijlage 3a Verklaring werkgever (bij meerdere werkgevers) VERKLARING WERKGEVER Accountantswerkzaamheden Verklaring in het kader van een gelijkstellingsverzoek eerste jaar praktijkopleiding registeraccountants Gegevens aanvrager: Naam Adres Woonplaats Hier verder te noemen: aanvrager Gegevens werkgever Kantoor of dienst Naam Functie Hier verder te noemen: werkgever Werkgever verklaart hierbij dat aanvrager gedurende ……* jaren accountantswerkzaamheden heeft verricht op 80% tot fulltime basis. De werkzaamheden die zijn verricht, zijn voor een substantieel deel assurancewerkzaamheden of daaraan gerelateerd, gebaseerd op de vakken die in de theoretische accountantsopleiding worden gedoceerd. Door aanvrager zijn ……*(1) uren besteed aan voor de vaardigheid in controle relevante werkzaamheden, die in de volgende opsomming kunnen worden geplaatst: • • •
opdrachten tot controle van historische financiële informatie (COS 100-999); opdrachten tot beoordeling van historische financiële informatie (COS 2000-2699); assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie (waaronder controle van internal control statements en rechtmatigheidscontroles) (COS 30003699); Hiervan zijn ………* uren besteed aan: • overeengekomen specifieke werkzaamheden m.b.t. financiële informatie (COS 4400); • samenstellingsopdrachten (COS 4410). Operational Audits die zijn gericht op de AO/IC ten behoeve van financial statements, kunnen wat dit betreft ook (beperkt) kwalificeren. Van het aantal bij (1) opgegeven uren, zijn hieraan ………* uren besteed. Datum:
Handtekening werkgever
Handtekening aanvrager
Datum:
Akkoordverklaring Stagebureau Naam:
Functie: Voorzitter/ lid stagebureau
Handtekening
Datum:
* In te vullen door werkgever. Werkgever distilleert genoemde urenaantallen uit geautoriseerde urenverantwoordingen.
40
Bijlage 3b Verslag van werkzaamheden
VERSLAG VAN WERKZAAMHEDEN Drie opdrachtbeschrijvingen Verslag in het kader van een gelijkstellingsverzoek eerste jaar praktijkopleiding registeraccountants Naam:
Datum:
Verklaring van authenticiteit De beschrijving van de drie opdrachten in dit verslag van werkzaamheden komt, voor wat betreft de feiten (m.u.v. in het kader van anonimisering gefingeerde bedrijfsgegevens) en verrichte werkzaamheden, geheel overeen met de werkelijkheid. De beschreven door mij uitgevoerde werkzaamheden zijn daadwerkelijk door mij verricht. Handtekening
N.B. Kies minimaal één controleopdracht die plaatsvond nadat aan de toelatingseisen werd voldaan. Opdrachtbeschrijving 1 Typering van het bedrijf (bedrijfstype, omvang, etc.) Omschrijving van de opdracht (hierbij ook jaartal vermelden en indicatie urenbesteding geven) Functieomschrijving (omschrijf het functieniveau, waarop de opdracht is uitgevoerd) Beschrijving werkzaamheden (welke werkzaamheden zijn door u verricht en waarom) Theoretische toepassing (de belangrijkste vakken van waaruit theoretische kennis kon worden ontleend) Naam opdrachtverantwoordelijke:
Handtekening
Functie:
Datum:
41
bijlage bij verslag van werkzaamheden Opdrachtbeschrijving 2 Typering van het bedrijf (bedrijfstype, omvang, etc.) Omschrijving van de opdracht (hierbij ook jaartal vermelden en indicatie urenbesteding geven) Functieomschrijving (omschrijf het functieniveau, waarop de opdracht is uitgevoerd) Beschrijving werkzaamheden (welke werkzaamheden zijn door u verricht en waarom) Theoretische toepassing (de belangrijkste vakken van waaruit theoretische kennis kon worden ontleend) Naam opdrachtverantwoordelijke:
Handtekening
Functie:
Datum:
42
bijlage bij verslag van werkzaamheden Opdrachtbeschrijving 3 Typering van het bedrijf (bedrijfstype, omvang, etc.) Omschrijving van de opdracht (hierbij ook jaartal vermelden en indicatie urenbesteding geven) Functieomschrijving (omschrijf het functieniveau, waarop de opdracht is uitgevoerd) Beschrijving werkzaamheden (welke werkzaamheden zijn door u verricht en waarom) Theoretische toepassing (de belangrijkste vakken van waaruit theoretische kennis kon worden ontleend) Naam opdrachtverantwoordelijke:
Functie:
Handtekening
Datum:
Akkoordverklaring Stagebureau Naam:
Functie: Voorzitter/ lid stagebureau
Handtekening
Datum:
Bijlagen: • Verklaring werkgever (standaard formulier) • Aanmeldingsformulier eerste jaar stage • Toelatingsverklaring eerste jaar stage
43
Bijlage 4 Aanmeldingsformulier stagemeesters Persoonlijke gegevens: Achternaam
Voorletters
Roepnaam
Titel(s)
Geboortedatum
Geboorteplaats
-
Privé adres Postcode
Woonplaats
Telefoon
Mobiel
E-mailadres Zakelijke gegevens: Werkzaam bij Dienst/afdeling Functie In deze functie sinds: Bij deze werkgever sinds: Bezoekadres Postbus
Postcode + plaats
Telefoon
Fax
Mobiel E-mailadres Overige vragen: 1)
Genoten relevante opleidingen en eventuele specialisaties (inclusief vermelding van het jaar waarin het
diploma behaald is): Universiteit, nl
jaar
NIVRA (Nyenrode)
jaar
Post-HBO, nl
jaar
Post-universiteit, nl Operational auditing
jaar
Forensische accountancy
jaar
EDP-/IT-auditing
jaar
Anders, nl
jaar
Anders, nl
44
bijlage bij aanmeldingsformuliers stagemeesters 2)
Vorige werkgever(s):
Vervulde functie(s):
3)
Vermeld hieronder de namen van NIVRA-stagiair(e)s die je begeleidt of begeleid hebt:
4)
Geef hieronder aan welke relevante ervaring je hebt als docent/begeleider/examinator: Docent (geef aan waar en voor welk vak)
Stage-/scriptiebegeleider voor universitaire en/of HBO studenten (geef aan welke universiteit of HBO instelling) Examinator t.b.v. theoretische examens (geef aan welke universiteit of HBO instelling)
5a) Ben je door het Koninklijk NIVRA erkend als praktijkscriptiebegeleider? Ja, ga door naar vraag 5c; Nee, beantwoord vraag 5b en ga daarna door naar vraag 7. 5b) Voldoe je wel aan de voorwaarden (recente onderwijservaring in één van de hoofdvakken en voldoende praktijkervaring met wettelijke controles) om als praktijkscriptiebegeleider erkend te worden? Ja en ik ben ook bereid om mij aan te melden; Ja, maar ik ben niet bereid om mij aan te melden; Nee; Ga door naar vraag 7. 5c) Geef hieronder aan voor welke onderwerpen je als praktijkscriptiebegeleider voor de praktijkstage hebt opgetreden:
5c) Heb je er bezwaar tegen wanneer je naam wordt doorgegeven aan een stagiair(e) die op zoek is naar een praktijkscriptiebegeleider die voldoet aan je profiel? Ja
Nee
45
bijlage bij aanmeldinsformulier stagemeesters 6a) Heb je als praktijkscriptiebegeleider ook wel eens voor het Koninklijk NIVRA opgetreden als (1e) examinator? Ja Nee: ga door naar vraar 7. 7)
Geef hieronder aan voor welke onderwerpen je een bijzondere interesse hebt of met welke onderwerpen je
ruime kennis en/of ervaring hebt. Met andere woorden: op welke onderwerpen ben je deskundig?
8)
Geef hieronder aan welke onderwerpen uit jouw eigen praktijk zich naar jouw mening heel goed lenen als
onderwerp voor een praktijscriptie:
Dank voor uw medewerking! Graag zo snel mogelijk retour zenden, faxen of e-mailen aan: Ministerie van Financiën IODAD-stagebureau t.a.v. Karin Straver Postbus 20201 2500 EE Den Haag T: (+31) 70 342 7250 F: (+31) )70-3427987 E:
[email protected]
46
Bijlage 5 Aanmeldingsformulier praktijkscriptie
DEEL A
Zenden aan: Koninklijk NIVRA Stagebestuur Postbus 7984 1008 AD Amsterdam
AANMELDINGSFORMULIER PRAKTIJKSCRIPTIE
Naam: ..………………………………………………………………………………………………………………… Voornaam: …………………………………………………………………………………………………………….. Adres: ………………………………………………………………………………………………………………….. Postcode/woonplaats: ………………………………………………………………………………………............. E-mail: …………………………………………………………………………………………………………………. Tel. privé: ………………………..………………………………………Tel. werk: ……………..…………………. Naam stagebureau: ….………………………………………………………………………………………………. Naam stagemeester: ………………………………………………………………………………………………… Theoretische opleiding: ……………………………………………………………………………………………… Onderwerp van de scriptie: …………………………………………………………………………………………. .……………………………………………………………………........................................................................ Wordt u praktijkscriptie gecombineerd met huw theoretische scriptie?
JA / NEE
Wordt u begeleid door een erkende praktijkscriptiebegeleider:
JA / NEE
Indien JA: van welke organisatie? Onderwijsinstelling of stagebureau: .……………………………………………………………………. Naam praktijkscriptiebegeleider: ………………………………………………………………………... verklaart akkoord te gaan met het door de stagiair gekozen onderwerp en de opzet van de criptie (als op bijlage). Handtekening erkende scriptiebegeleider: …………..………………………………………………… N.B. Stuur deel B van het aanmeldingsformulier naar de bovengenoemde organisatie van de erkende scriptiebegeleider: Indien NEE: U schrijft de praktijkscriptie zelfstandig. Onderwerp en opzet behoeven goedkeuring van het NIVRA stagebureau. N.B. Stuur deel B van het aanmeldingsformulier naar het NIVRA stagebureau.
Handtekening Stagiair: ……………………………………………… Datum: …………………………………..
47
Opzet scriptie volgens formulier bijlage bij deel A. Aanmeldingsformulier Praktijkscriptie BIJLAGE BIJ DEEL A (niet verplicht dit formulier te gebruiken) Toelichting uitgangssituatie * Korte schets praktijksituatie (hierbij ook aangeven: motitvatie keuze onderwerp/dilemma’s en eigen rol)
* Korte probleemstelling
Hoofdstukindeling van de scriptie (hierbij aangeven: verwachte aantal pagina’s per hoofdstuk)
48
Bijlage 5 Aanmeldingsformulier praktijkscriptie
DEEL B
Zenden aan organisatie van de erkende scriptiebegeleider. Anders zenden aan: Stagebureau Koninkijk NIVRA Postbus 79844 1008 AD Amsterdam
AANMELDINGSFORMULIER PRAKTIJKSCRIPTIE
Naam: ..………………………………………………………………………………………………………………… Voornaam: …………………………………………………………………………………………………………….. Adres: ………………………………………………………………………………………………………………….. Postcode/woonplaats: ………………………………………………………………………………………............. E-mail: …………………………………………………………………………………………………………………. Tel. privé: ………………………..………………………………………Tel. werk: ……………..…………………. Naam stagebureau: ….………………………………………………………………………………………………. Naam stagemeester: ………………………………………………………………………………………………… Theoretische opleiding: ……………………………………………………………………………………………… Onderwerp van de scriptie: …………………………………………………………………………………………. .……………………………………………………………………........................................................................ Wordt u praktijkscriptie gecombineerd met huw theoretische scriptie?
JA / NEE
Wordt u begeleid door een erkende praktijkscriptiebegeleider:
JA / NEE
Indien JA: van welke organisatie? Onderwijsinstelling of stagebureau: .……………………………………………………………………. Naam praktijkscriptiebegeleider: ………………………………………………………………………... verklaart akkoord te gaan met het door de stagiair gekozen onderwerp en de opzet van de criptie (als op bijlage). Handtekening erkende scriptiebegeleider: …………..………………………………………………… N.B. Stuur deel B van het aanmeldingsformulier naar de bovengenoemde organisatie van de erkende scriptiebegeleider: Indien NEE: U schrijft de praktijkscriptie zelfstandig. Onderwerp en opzet behoeven goedkeuring van het NIVRA stagebureau. N.B. Stuur deel B van het aanmeldingsformulier naar het NIVRA stagebureau.
Handtekening Stagiair: ……………………………………………… Datum: …………………………………..
49
Opzet scriptie volgens formulier bijlage bij deel B Aanmeldingsformulier Praktijkscriptie BIJLAGE BIJ DEEL B (niet verplicht dit formulier te gebruiken) Toelichting uitgangssituatie * Korte schets praktijksituatie (hierbij ook aangeven: motitvatie keuze onderwerp/dilemma’s en eigen rol)
* Korte probleemstelling
Hoofdstukindeling van de scriptie (hierbij aangeven: verwachte aantal pagina’s per hoofdstuk)
50
Bijlage 6 Voorbeeld Urenoverzicht voor de ASR-onderdelen (zes semesters)
Onderwerp werkzaamheden
1e
2e
3e
4e
5e
6e
semester
semester
semester
semester
semester
semester
TOTAAL
1. Controleplanning, risicoanalyse en materialiteitsbepaling 2. Vastlegging en beoordeling van administratieve organisatie en interne controlesystemen en daarmee samenhangende automatiseringssystemen. 3. Opstellen van een gedetailleerd controleprogramma en werkplanning ten behoeve van controleopdrachten. 4. Uitvoering jaarrekeningcontroles, waaronder: - dossiervorming; - gebruik verschillende controletechnieken; - waardering- en presentatieaspecten; - leiding geven aan controleteam; 5. Rapportage, waaronder: - opstellen accountantsverslag en accountantsverklaring; - opstellen managementletter en bespreking daarvan. 6. Uitvoering van werkzaamheden ten behoeve van samenstellings- en beoordelingsverklaringen. 7. Uitvoering bijzondere onderzoeken en controles. 8. Overige werkzaamheden op het gebied van: - bedrijfseconomie; - (belasting)recht; - consolidatie; - ………………………. TOTAAL
Invulinstructie: • bij de voltooide semesters worden de gerealiseerde uren in standaard schrift opgenomen; • bij de nog niet voltooide semesters worden de geplande uren cursief opgenomen.
51
Bijlage 7 Voorbeeld Urenoverzicht voor controleobjecten (zes semesters) naam controleobject
typologische aanduiding
sem. 1
sem. 2
sem. 3
sem. 4
sem. 5
sem. 6
totaal
1. …………………… 2. …………………… 3. …………………… 4. …………………… 5. …………………… 6 …………………… 7. …………………… laatste ……………… TOTAAL Invulinstructie: • bij de voltooide semesters worden de gerealiseerde uren in standaard schrift opgenomen; • bij de nog niet voltooide semesters worden de geplande uren cursief opgenomen.
52
Bijlage 8 Voorbeeld ASR-formulier in verantwoording Onderwerp
geplande uren dit semester
gerealiseerde uren dit semester
verschillen
1. Controleplanning, risicoanalyse en materialiteitsbepaling 2. Vastlegging en beoordeling van administratieve organisatie en interne contro lesystemen en daarmee samenhangende automatiseringssystemen. 3. Opstellen van een gedetailleerd controleprogramma en werkplanning ten behoeve van controleopdrachten. 4. Uitvoering jaarrekeningcontroles, waaronder: - dossiervorming; - gebruik verschillende controletechnieken; - waardering- en presentatieaspecten; - leiding geven aan controleteam; 5. Rapportage, waaronder: - opstellen accountantsverslag en –verklaring; - opstellen managementletter en bespreking daarvan. 6. Uitvoering van werkzaamheden ten behoeve van samenstellings en beoordelingsverklaringen. 7. Uitvoering bijzondere onderzoeken en controles. 8. Overige werkzaamheden op het gebied van: - bedrijfseconomie; - (belasting)recht; - consolidatie; - ………………………. TOTAAL
53
Bijlage 9 Voorbeelden van inhoudsopgaven voor plannen en verantwoordingen Jaarplan 1. personalia 2. relevante werkervaring (bij aanvang stage) 3. opleiding en studievoortgang 4. leerdoelen 4.1. kennis 4.2. vaardigheden 4.3. gedrag 4.4. houding 5. titel van en toelichting op het geplande essayonderwerp 6. controleobject … beschrijving van het object beschrijving van de geplande werkzaamheden 7 controleobject … beschrijving van het object beschrijving van de geplande werkzaamheden 8. controleobject … 8.1 beschrijving van het object 8.2 beschrijving van de geplande werkzaamheden bijlagen: a. b. c. d.
organisatieschema (bij aanvang stage) overzicht met urenverdeling per controleobject per semester (bijlage 7) ASR-onderwerpen met urenverdeling per semester (zie bijlage 6) indicatief overzicht van essayonderwerpen (inclusief corresponderende hoofdvakken)
Semesterverantwoording: 1. personalia 2. bereikte leerdoelen 3. overzicht van geplande uren versus gerealiseerde uren (zie bijlage 7) 4. toelichting op de belangrijkste afwijkingen tussen planning en realisatie 5. essay 6. verklaring van authenticiteit bijlagen: a. verklaring van de stagemeester b. overzicht met urenverdeling8 per controleobject (zie bijlage 7) c. ASR-onderwerpen met urenverdeling9 per semester (zie bijlage 6) d. geactualiseerd indicatief overzicht van essayonderwerpen (inclusief corresponderende hoofdvakken)
8+9
Gerealiseerde uren voor de voltooide semester, geplande uren voor de nog komende semesters
54
adressencolofon
IODAD-stagebureau p/a Ministerie van Financiën postbus 20 201 2500 EE Den Haag bezoekadres: tijdelijk: Prinses Beatrixlaan 512 vanaf: 1 december 2008 Korte Voorhout 7 telefoon: fax: e-mail:
070 - 342 72 50 Karin Straver 070 - 342 72 88 Sjef van den Boom 070 - 342 79 87
[email protected]
Koninklijk NIVRA: • Bestuur • Stagebestuur • Stagebureau postbus 7984 1008 AD Amsterdam bezoekadres: telefoon: fax: e-mail:
Antonio Vivaldistraat 2 – 8 020 - 30 10 440 020 - 30 10 302
[email protected]
55