Examenopgaven VMBO-BB 2004

Examenopgaven VMBO-BB

2004 tijdvak 2 woensdag 23 juni 9.00 - 10.30 uur

VERZORGING CSE BB

Naam kandidaat

_________________________________

Kandidaatnummer ________________

Beantwoord alle vragen in dit opgavenboekje.

Dit examen bestaat uit 45 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 61 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden.

400034-2-732o

z

-

Meerkeuzevragen Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). Geef verbeteringen aan volgens de voorbeelden 2 of 3.

(1)

A B C D

{

(2)

A B C D

{ X {

(3)

B

A B C D

{ X { X

VERKEERSONGELUK Mevrouw Geerts is 71 jaar. Ze gaat op de fiets boodschappen doen. Onderweg schrikt ze van een auto. Ze rijdt daardoor tegen de stoeprand en valt van haar fiets. Mevrouw Geerts heeft haar heup gebroken. Ze wordt met de ambulance naar het ziekenhuis vervoerd en blijft voorlopig in het ziekenhuis. 1p

z 1

1p

{

1p

z 3

2

Welke zorg verleent het ziekenhuis? A nuldelijnszorg B eerstelijnszorg C tweedelijnszorg Mevrouw Geerts heeft broze botten. Æ Welke twee voedingsstoffen zijn vooral belangrijk voor de opbouw van de botten? Zet een kruisje in het vakje voor deze twee voedingsstoffen. calcium vitamine A vitamine D ijzer Mevrouw Geerts heeft een grote schaafwond boven haar elleboog. Welk verband is het meest geschikt voor het verzorgen van deze schaafwond? A dekverband B drukverband C rekverband D wonddrukverband

Na tien dagen wordt mevrouw Geerts ontslagen uit het ziekenhuis. Ze is nog niet helemaal hersteld. 2p

{

4

Ziekenhuizen laten patiënten tegenwoordig zo snel mogelijk naar huis gaan. Æ Waarom laten ziekenhuizen patiënten zo snel mogelijk naar huis gaan? Schrijf twee redenen op. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................

400034-2-732o

2

ga naar de volgende pagina

VOORZIENINGEN VOOR OUDEREN Hieronder staat een deel van een advertentie uit de gemeentegids van Sint Michielsgestel. Stichting De Beemden, het woon- en zorgcentrum in Sint Michielsgestel, is een zorgcentrum dat huisvesting biedt aan 92 bewoners. De Beemden beheert ook 80 aanleunwoningen. Daarnaast biedt De Beemden: − Restaurant: voor ouderen die in het zorgcentrum een warme maaltijd willen gebruiken. − Tafeltje-dek-je: oudere inwoners kunnen zeven dagen per week een warme maaltijd bezorgd krijgen. − Tijdelijke dagen nachtopnames: in probleemsituaties, na overleg met de eerstelijnszorg. 2p

{

5

Æ Schrijf twee voorbeelden op van intramurale zorg die stichting De Beemden biedt. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................

2p

{

6

Meneer Vos is 75 jaar en woont alleen in een ééngezinswoning. Hij kiest ervoor regelmatig in het restaurant van De Beemden te eten in plaats van gebruik te maken van tafeltje-dek-je. Æ Waarom kan dit een goede keuze zijn voor meneer Vos? Schrijf twee redenen op. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................

1p

z 7

In het zorgcentrum zijn tijdelijke dagen nachtopnames mogelijk na overleg met de eerstelijnszorg. Wie verleent eerstelijnszorg? A een geriater B een huisarts C een psychiater

CONTACT MET MENSEN Beantwoord de vragen 8 tot en met 12 met behulp van onderstaande informatie. Je loopt stage en helpt mevrouw Maas. Mevrouw Maas is 73 jaar en woont zelfstandig. Zij ziet heel slecht. Zij kan hierdoor niet meer lezen, fietsen en autorijden. Soms voelt mevrouw Maas zich eenzaam. 1p

z 8

400034-2-732o

In A B C D

welke woonvorm kan mevrouw Maas wonen? in een aanleunwoning in een gezinsvervangend huis in een verpleeghuis in een verzorgingshuis

3


1p

{

9

Æ Hoe komt het dat mevrouw Maas zich eenzaam voelt? Schrijf hiervoor één reden op, die je kunt vinden in bovenstaande situatieschets. ..........................................................................................................................................

1p

z 10

De zoon van mevrouw Maas stofzuigt één keer per week haar huiskamer. Hoe wordt deze zorg genoemd? A mantelzorg B professionele zorg C terminale zorg D zelfzorg

1p

z 11

Om nieuwe mensen te leren kennen wil mevrouw Maas lid worden van een vereniging. Haar zoon kijkt voor haar in de gemeentegids. Welke activiteit is het meest geschikt voor mevrouw Maas? A Gemengd koor Ons Genoegen B Kaartclub Duno C Tourfietsvereniging de Zuidzoomers

2p

{ 12

Mevrouw Maas ziet slecht. Dit kan een symptoom zijn van diabetes. Æ Schrijf twee andere symptomen op van diabetes. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................

THUISZORG Jij loopt stage in de thuiszorg. Je gaat mee naar de familie Kersten, waar kort geleden een baby geboren is. Het herstel van de moeder loopt niet naar wens. Daarom krijgt de familie Kersten thuiszorg. Jij helpt in dit gezin mee om het huis schoon te maken. Je loopt mee met verzorgende Janneke. 1p

z 13

Je helpt Janneke bij het schoonmaken van de keuken. Waarmee kun je het best beginnen? A met het afsoppen van de keukenkastjes B met het stofzuigen en dweilen van de vloer C met het verwijderen van spinnenwebben van het plafond en van de muren

2p

{ 14

Mevrouw Kersten heeft goed nagedacht over de voordelen en nadelen van borstvoeding en flesvoeding. Ze heeft gekozen voor borstvoeding. Æ Schrijf vier voordelen op van borstvoeding. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................ 3........................................................................................................................................ 4........................................................................................................................................

400034-2-732o

4


2p

{ 15

Janneke vraagt of je vandaag de ramen van de kamer aan de binnenkant wilt wassen. Om ramen te wassen heb je werkmaterialen nodig. Hieronder staat een schema met acht werkmaterialen. Æ Welk werkmateriaal heb je wel en welk heb je niet nodig voor het wassen van de ramen? Geef dit aan met een kruisje in de juiste kolom. werkmateriaal

wel nodig

niet nodig

emmer raamtrekker ragebol spons stoffer en blik stofzuiger werkdoekje zeem 1p

z 16

Je voegt brandspiritus toe aan het water om de ramen te wassen. Hieronder is een deel van het etiket van de fles brandspiritus afgebeeld.

Wat betekent het pictogram op het etiket? A bijtende stof B irriterende stof C gevaarlijke stof D licht ontvlambare stof

400034-2-732o

5


1p

z 17

Het gezin gebruikt vanavond een kant-en-klaar maaltijd. Een deel van de verpakking van de maaltijd is hieronder afgebeeld.

Bij A B C D 2p

{ 18

welke groep van producten hoort deze kant-en-klaar-maaltijd? convenience food exotisch voedsel junk food vegetarische maaltijd

Kant-en-klaar-maaltijden zijn vaak duur. Æ Schrijf nog twee andere nadelen op van kant-en-klaar maaltijden. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................

OVERGEWICHT Jan werkt als verkoper in een tuincentrum. Hij lijdt aan overgewicht. Hij krijgt er vaak opmerkingen over en wil afvallen. Debby, de vriendin van Jan, volgt een opleiding voor verzorgende.

2p

{ 19

Æ Waarom zijn er tegenwoordig meer mensen met overgewicht dan vroeger? Schrijf twee redenen op. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................

1p

z 20

400034-2-732o

Wat kan Jan het beste doen als hij op een gezonde manier wil afvallen? A de warme maaltijd overslaan B een eiwitdieet volgen dat in een tijdschrift staat C regelmatig gezonde maaltijden eten en meer aan lichaamsbeweging gaan doen D vermageringsproducten gebruiken

6


1p

{ 21

Debby zegt dat Jan vitaminetabletten moet gebruiken als hij gaat afvallen.

Æ Welke twee van bovenstaande vitaminen zijn in water oplosbaar? 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................ 1p

z 22

Waarvoor dienen vitaminen in ons lichaam? A als beschermende stoffen en regulerende stoffen B als bouwstoffen en regulerende stoffen C als brandstoffen en beschermende stoffen

2p

{ 23

Debby heeft de tien ‘spelregels gezonde voeding’ op school geleerd. Twee van deze spelregels zijn: − Houd je gewicht op peil. − Eet gevarieerd. Æ Schrijf nog drie ‘spelregels gezonde voeding’ op. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................ 3........................................................................................................................................

1p

z 24

400034-2-732o

In de klas van Debby zit een meisje dat aan ‘anorexia nervosa’ lijdt. Wat is anorexia nervosa? A magerzucht, waarbij soms gebraakt wordt B ondergewicht van meer dan tien procent C overgewicht van meer dan tien procent D vraatzucht, waarbij soms gebraakt wordt

7


BOEREN GROENTESOEP In het restaurant op school wordt een lunch geserveerd. Jij zorgt voor de soep.

1p

z 25

Het pakje soep op de afbeelding is voor 1 liter soep. Dat is voldoende voor vier borden. Je hebt tien borden soep nodig. Hoeveel pakjes soep moet je kopen als je tien borden soep wilt maken? A 2 B 3 C 4

1p

{ 26

Op de afbeelding van het pakje soep staan drie variatietips. Æ Bij welke variatietip heb je geen extra pan nodig? Leg je antwoord uit. .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................

400034-2-732o

8


1p

z 27

Tijdens het koken van de soep mag je niet proeven met de lepel waarmee je ook in de pan roert. Waarom mag dat niet? A omdat het in strijd is met de ADL-lijst B omdat het in strijd is met de Arbo-wet C omdat het in strijd is met de HACCP-code

ZORGCENTRUM RIJNZICHT Jeanet loopt stage in zorgcentrum Rijnzicht, waar ook een verpleegafdeling is. Vandaag gaat ze mee met Corrie, de verpleegkundige. 2p

{ 28

Eerst gaan ze naar mevrouw Seegers. Zij zit te wachten in een stoel. Jeanet stelt zich voor aan mevrouw Seegers. Æ Wat moet je doen bij een eerste kennismaking met een zorgvrager? Schrijf drie punten op. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................ 3........................................................................................................................................

1p

z 29

Mevrouw Seegers heeft artrose en daardoor nogal wat klachten. Welke symptomen zijn specifiek voor artrose? A gezwollen gewrichten en beven B pijn bij het bewegen en jeuk C stijve gewrichten en knobbels op de gewrichten D tintelende ledematen en infecties

2p

{ 30

Corrie helpt mevrouw Seegers van haar stoel in de rolstoel. Æ Wat moet Corrie doen voordat ze mevrouw Seegers gaat verplaatsen? Schrijf drie punten op. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................ 3........................................................................................................................................

2p

{ 31

Mevrouw Seegers is een beetje eenzaam en wil graag praten. Jeanet wil wel praten met mevrouw Seegers. Æ Schrijf drie geschikte onderwerpen op waarover Jeanet met mevrouw Seegers kan praten. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................ 3........................................................................................................................................

400034-2-732o

9


2p

{ 32

Ouderen hebben te maken met de lichamelijke gevolgen van het ouder worden. Æ Schrijf drie lichamelijke gevolgen op van het ouder worden. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................ 3........................................................................................................................................

1p

z 33

400034-2-732o

Op de afbeelding zie je zorgcentrum Rijnzicht, waar ouderen wonen. Hoe heet de zorg die aan bewoners van Rijnzicht verleend wordt? A extramurale zorg B intramurale zorg C semimurale zorg D transmurale zorg

10


1p

{ 34

Hieronder is een oudere meneer afgebeeld. Hij lijdt aan een ziekte, die vooral bij ouderen voorkomt.

Æ Welke ziekte van deze meneer is afgebeeld? .......................................................................................................................................... 1p

z 35

Een aantal ouderen in Rijnzicht lijdt aan diabetes mellitus. Welk van de onderstaande voedingsvoorschriften geldt in het algemeen voor diabetespatiënten? A U kunt suiker gebruiken, als de porties maar regelmatig over de dag verdeeld zijn. B U mag alleen suiker gebruiken bij extra gelegenheden, bijvoorbeeld een gebakje bij een verjaardag. C U mag geen suiker gebruiken.

1p

{ 36

De meeste ouderen blijven zo lang mogelijk zelfstandig wonen. Soms hebben zij professionele hulp nodig. Als ouderen professionele hulp vragen, komt er iemand van de indicatiecommissie voor een gesprek. Æ Wat is de taak van een indicatiecommissie? ..........................................................................................................................................

400034-2-732o

11


WERKEN IN DE FACILITAIRE DIENST Beantwoord vraag 37 met behulp van onderstaande informatie. Anne loopt stage bij de facilitaire dienst van een zorgcentrum. Ze helpt mee in de instellingskeuken en in het restaurant. Het menu bestaat vandaag uit: Groentesoep *** Kipfilets snijbonen gekookte aardappelen *** Aardbeiensorbet Er wordt een glaasje witte wijn geserveerd. De groentesoep wordt vanuit de keuken geserveerd op diepe borden, het hoofdgerecht in schalen en de aardbeiensorbet in sorbetglazen. 1p

z 37

Anne heeft in het restaurant de tafels gedekt. Eén tafel die Anne gedekt heeft, is hieronder afgebeeld. De tafel is slechts voor één persoon goed gedekt. Bij welk bordnummer is de tafel wel goed gedekt?

A B C D

400034-2-732o

bij bij bij bij

bordnummer bordnummer bordnummer bordnummer

1 2 3 4

12


1p

z 38

De gerechten voor het menu zijn bereid met behulp van de apparatuur in de instellingskeuken. Hoe heet het apparaat op de afbeelding?

A B C D

400034-2-732o

au-bain-marie-wagen convectomaat kantelbare braadslede kookketel

13


2p

{ 39

Æ Schrijf de namen op van de onderstaande vijf keukengereedschappen. 1

2

3

4

5

1 =..................................................................................................................................... 2 =..................................................................................................................................... 3 =..................................................................................................................................... 4 =..................................................................................................................................... 5 =..................................................................................................................................... 1p

z 40

400034-2-732o

Tijdens haar stage besteedt Anne bijna alle tijd aan het ophalen van de vaat en het in- en uitruimen van de vaatwasser. Ze vindt het vervelend dat ze geen ander werk mag doen. Wat kan Anne het beste doen? A doorgaan met het verwerken van de vaat B haar moeder laten opbellen C zich ziek melden D vragen om een gesprek

14


2p

{ 41

In de instellingskeuken wordt rekening gehouden met de eetgewoonten van de bewoners bij het bereiden van de maaltijden. Twee bewoners zijn veganist. Welke producten mag de instellingskeuken wel gebruiken bij het bereiden van maaltijden voor veganisten en welke niet? Æ Geef achter elk voedingsmiddel in onderstaande tabel aan of dat wel of niet gebruikt mag worden voor veganisten. Zet kruisjes in de juiste kolommen. wel gebruiken

niet gebruiken

eieren kaas lamsvlees melk soja tofu 1p

z 42

In het schoonmaakplan staat hoe vaak je ruimten en materialen moet schoonmaken. De vloer van de instellingskeuken wordt bijvoorbeeld één keer per dag gedweild. Hoe heet het aantal keren dat je schoonmaakt? A frequentie B preventie C reinheid

1p

z 43

Bij de facilitaire dienst wordt gebruik gemaakt van een stofwisser. Wat wordt bedoeld met stofwissen? A het bijeenbrengen van fijn vuil en stof B het in de was zetten van meubels C het schoonmaken van tegels in de sanitaire ruimte D het stofzuigen van de vloer

GEHANDICAPTENZORG Je loopt stage in de gehandicaptenzorg. Ina is je stagebegeleidster. Vandaag ga je voor de eerste keer met haar mee naar Gerard. Gerard kan niet lopen. Jullie helpen hem deze morgen met opstaan. 2p

{ 44

Ina wil dat Gerard alles wat hij zelf kan, ook zelf doet. Æ Waarom is het goed voor zorgvragers dat ze alles wat ze zelf kunnen, ook zelf doen? Schrijf twee redenen op. 1........................................................................................................................................ 2........................................................................................................................................

400034-2-732o

15


1p

{ 45

400034-2-732o

Vandaag gaat Gerard onder de douche. Daarna moet hij zijn kleren aan. Op de afbeelding zie je de ADL-lijst van Gerard. Ina wil weten of je kunt omgaan met een ADL-lijst. Ze vraagt daarom aan jou of je wilt opzoeken wat Gerard wel en niet zelf kan.

16


Æ Welke ADL-handelingen kan Gerard wel zelf uitvoeren en welke niet? Geef dit aan met een kruisje in de juiste kolom. ADL-handeling

wel zelf

niet zelf

douchen sokken aantrekken overhemd aantrekken

400034-2-732o* 400034-2-732o

17


einde

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Recommend Documents