Waterlandstichting Ethisch consumeren en winstgevend activisme Shivant Jhagroe en Josip Kesic Op verschillende manieren worden misstanden aangekaart die voorkomen uit onze productie- en consumptiepatronen (zoals uitbuiting en milieuvervuiling). Vanuit de politiek, het maatschappelijk middenveld, maar ook vanuit de markt zelf. Er lijkt een nieuw type consument te zijn geboren: de ‘ethische consument’. Deze consument gaat verder dan consumentenbonden en lijkt te ageren tegen het hyperconsumentisme. Steeds vaker spelen producenten daarop in met producten en diensten die pogen te voldoen aan de eisen van de ethische consument. Zo is er Max Havelaarkoffie, slaafvrije chocolade, duurzame banken, met kan zelfs door frisdrank te kopen ijsberen redden. Ook zijn er talloze televisieprogramma’s en campagnes die zich bekommeren om de (niet)ethische kanten van dagelijkse producten die we kunnen kopen. Hoe kunnen we ethisch consumeren beschouwen? Natuurlijk is de eerste reactie positief. Ook mensen voor wie ethisch consumeren niet behoort tot de kern van het persoonlijke leven of politieke ideologie, zullen er in principe voor zijn. Want wie kan er nou zijn tegen het stoppen van (moderne) slavernij, dierenleed of vervuilende verpakkingen? Bovendien lijkt het een mooie win-win situatie; terwijl bedrijven zich aanpassen en zich begeven op nieuwe (duurzame en ethische) markten, krijgen consumenten wat ze willen. De vraag is echter of dit een fundamentele verandering is of een voortzetting van het oude in een nieuw jasje? Met andere woorden, zijn boycotacties van consumenten en kritische campagnes (bijvoorbeeld de tot symbool verheven ‘plofkip’ campagne van Wakker Dier) een productieve weg naar een betere wereld, of is de hoopvolle boodschap die zij uitstralen minder optimistisch dan het lijkt? Wij zoeken antwoorden op vragen als waar verwijst ethisch consumeren naar in termen van doelen en concrete acties? En wat betekenen de effecten van ethisch consumeren eigenlijk voor bredere maatschappelijke verhoudingen? Gezien de complexiteit van de thematiek beperken we ons tot drie voorbeelden. Deze voorbeelden richten zich op uiteenlopende vraagstukken: ´dierenleed´ (Wakker Dier in NL), ´mensenleed´ (Slaafvrije chocolade van Tony’s Chocolonely in NL) en ´lokale
pagina 1 van 10 - www.waterlandstichting.nl
acties rond diverse soorten leed´ (CarrotMob in de VS en daarbuiten). Voordat we nader inzoomen op de voorbeelden, zijn enkele historisch opmerkingen op zijn plaats. De consument als ethisch wezen en de opkomst van cultureel kapitalisme Het idee van een ‘ethische consument’ is niet nieuw. In feite heeft het klassieke Marxisme reeds aandacht gevestigd op de perverse structuur die besloten ligt in de figuur van de consument die tegelijk arbeider is. Als je als consument een waar moet kopen (in termen van ruilwaarde) die je als arbeider zelf hebt gemaakt of zou moeten kunnen maken (in termen van gebruikswaarde), word je structureel uitgebuit. Een ethiek van de consument, in Marxistische zin, begint dus bij een zelfbewuste arbeider-consument die de voorwaarden en middelen der productie in eigen handen heeft. Met andere woorden, voor het Marxisme is het zijn van een consument in beginsel al onethisch. Daartegenover staat een reeks (vaak impliciete) ethische opvattingen over een vrije markt economie, waarvan de bekendste is beschreven in Adam Smith’s The Theory of Moral Sentiments. Veel van deze ethische benaderingen benadrukken de voordelen voor een consument in markteconomie, zoals lage prijzen en welvaart voor iedereen. Belangrijk is ook het argument dat er via marktprincipes een anoniem web ontstaat (vooral via principe van vraag en aanbod) waarbij we elkaar als gelijken moeten behandelen en elkaar zonder vooroordelen moeten bejegenen. Het egoïstisch eigenbelang van ieder individu leidt tot collectieve welvaart. Kortom, het zijn van een consument in een markeconomie is juist wel ethisch. Er bestaan dus totaal verschillende politiekeconomische visies op en rol van de consument en er kleven altijd ethische aspecten aan het bestaansrecht en handelingsrepertoire van een consument. Allerlei sociale organisaties hebben dan ook vanaf het begin van de 20ste eeuw op het raakvlak van politiek en economie getracht de consument centraal te stellen, zoals de LdU/AdI in Zwitserland (vanaf de jaren 1930), de consumenten in Nederland (1953) en meer recentelijk de Consumer Party in de VS. Vanaf de jaren 1960 kreeg consumentactivisme in de VS zelfs letterlijk een gezicht in de vorm van Ralph Nader die General Motors aanviel door de veiligheid van auto´s ter discussie te stellen. In algemene zin kunnen we stellen dat in de turbulente tijden van de jaren 1960 en 1970 een verandering heeft plaatsgevonden naar een situatie waarin consumenten zich in toenemende mate gingen verhouden tot kwesties die feitelijk niet direct waren betrokken op het consumeren. Externaliteiten (zoals milieueffecten) werden steeds meer en insisterend geproblematiseerd. Langzaam maar zeker kregen ecologische waarden en termen als ‘duurzaamheid’ betekenis in
pagina 2 van 10 - www.waterlandstichting.nl
het consumeren. Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw werd daarom ook rijkelijk taal gegeven aan deze mondiale verschuiving met termen als ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’, ‘Corporate Social Responsibility’, ‘PeopleProfit-Planet’ en ‘van shareholders naar stakeholders’. De filosoof Slavoj ?i?ek noemt deze vorm van kapitalisme ‘cultureel kapitalisme’ waarin de kritiek van de ’68-generatie op de uitwassen van onze tijd (milieuvervuiling, uitbuiting, massaconsumptie, materialisme) door grote bedrijven is toegeëigend en waarbij deze kritiek zelfs onderdeel werd van een concreet product (bijvoorbeeld ijsberen redden door cola te kopen). Echter, deze kritiek staat in dienst van de persoonlijke en innerlijke ervaring, ofwel van ‘het Goede’ doen binnen de sfeer van de markteconomie. Consumptie is niet alleen de oorzaak van de excessen (vervuiling, uitbuiting, etc.) maar in het culturele kapitalisme ook de oplossing. De fundamentele kritiek op deze cultuuromslag is dat het niet tot een substantiële verandering zal leiden. Het omzeilt immers onderliggend oorzaken, sterker nog, het verbloemt structurele problemen door deze te personaliseren, te spiritualiseren en te moraliseren (hetgeen lijkt te gebeuren bij de financiële crisis, waar wordt gesproken van ‘hebzucht’ in plaats van machtsrelaties tussen de politiek en de financiële sector). Zo zien we dat Shell zich de laatste jaren steeds meer presenteert als een organisatie met hart voor de natuur (aardgas wordt geframed als ‘duurzaam’). Een ander voorbeeld is Albert Heijn, waar steeds meer ‘normale’ producten (eieren, melk, chocola) meer keurmerken hebben (bijvoorbeeld ‘Beter Leven’, ‘UTZ’). Niet alleen vanuit de kant van de producent gebeurt er van alles, maar ook aan de zijde van de consument. In de context van cultureel kapitalisme leidt dit tot wat we kunnen noemen de ethische consument. Waar een Marxistische ethiek van de consument stelt dat de consument in beginsel onethisch is, meent de ethische consument dat consumeren wel degelijk ethisch kan zijn. En waar klassieke economische theorieën zweren bij de sociale ethiek van consumptie (egoïstische consumenten vergroten maatschappelijke welvaart), ageert de ethische consument in het cultureel kapitalisme tegen een barbaars egoïsme. Of, de ethische consument consumeert met een hart, micro én macro ( think global, act local). Maar wat behelst ethisch consumeren eigenlijk concreet? Drie korte illustraties. Consumentenethiek en dierenleed: Wakker Dier Wakker Dier geniet veel bekendheid, vooral door hun strijd tegen de zogenaamde ´plofkip´. Deze non-profit organisatie droomt van "een samenleving waarin de dieren
pagina 3 van 10 - www.waterlandstichting.nl
in de veehouderij met respect worden behandeld. Ook deze dieren hebben recht op een dierwaardig leven". Wakker Dier zet zich in voor de "vergeten dieren van de Nederlandse vee-industrie". Het gaat dan om het leed van bijvoorbeeld opgehokte en onvoldoende verdoofde kippen, om varkens in te kleine stallen en langdurig veetransport (geen ruimte, daglicht), en om koeien met pootproblemen en ruimtegebrek. Ook aan andere dieren wordt gedacht: eenden, ganzen, kalkoenen en vissen. Het doel van Wakker Dier is dus het leed van deze dieren te verzachten en liefst weg te nemen, immers "dieren zijn geen dingen". Hiertoe wordt vooral strategisch en tactisch gecommuniceerd (ook voor wetgevingsbeïnvloeding, hoewel maar 1% van het budget). Via de pers en met reclamecampagnes schudt Wakker Dier het "bedrijfsleven, overheid en burgers wakker en brengen we de publieke discussie op gang". Wakker Dier werkt aan ‘bewustwording’ en legt de nadruk op ‘de feiten’ via pakkenende en creatieve campagnes. Ook worden jongeren gezien als een doelgroep die direct en indirect invloed kan uitoefenen (bijvoorbeeld via spreekbeurten). Concrete acties van Wakker Dier zouden primair moeten leiden tot minder leed en meer respect voor dierenlevens in de vee-industrie. Hieraan gelieerde beoogde resultaten (die tevens als middel kunnen worden gezien) zijn situaties waarin supermarkten minder goedkoop en meer biologisch vlees verkopen; consumenten gezonder leven en bewuster vlees kopen; boeren minder dieren houden en meer geld krijgen; en milieudruk wordt beperkt (minder CO² uitstoot en uitputting natuurlijke hulpbronnen). Een aantal ‘succesverhalen’ van Wakker Dier illustreert welke impact zij zien als succes: "Kiloknallers die onder vuur worden genomen"; "Legbatterijeieren die zijn verdwenen uit de schappen en uit bijna alle cake, koekjes en mayonaise"; "Biggetjes worden niet meer onverdoofd gecastreerd"; "Veel restaurants en bedrijven stopten met de verkoop van foie gras"; "Er is weideganggarantie voor steeds meer melkkoeien"; "Supermarkten zijn gestopt met de verkoop van blank kalfsvlees (van kalfjes met bloedarmoede)". Kortom, Wakker Dier gebruikt mediastrategieën om bewustzijn en koop - en produceergedrag te beïnvloeden, met als ultiem doel om dieren in de Nederlandse vee-industrie een beter leven te bezorgen. Consumentenethiek en mensenleed: Tony’s Chocoloney In 2003 onderzocht de Nederlandse journalist en presentator Teun Van de Keuken een jaar lang de chocolade-industrie. De vondst van Van de Keuken was opzienbarend: 20% van alle chocolaproducenten in Ivoorkust maakten gebruik van ‘slavenarbeid’. Met veel publiciteit bracht Van de Keuken dit gegeven onder de
pagina 4 van 10 - www.waterlandstichting.nl
aandacht van het Nederlandse publiek, met als hoogtepunt een juridische procedure tegen zichzelf. Van de Keuken vond namelijk dat hij medeschuldig was aan de instandhouding van slavernij door het kopen van ‘normale’ repen chocolade. Uiteindelijk verwierp de rechter de zaak in 2007. Ondertussen probeerde Van de Keuken slaafvrije chocola op de Nederlandse markt te brengen. Hoewel dit succesvol leek, werd de ‘slaafvrije chocola’ van Van de Keuken juridisch bestreden door andere chocoladeproducent (Bellissimo). De claim: er kan geen 100% garantie worden gegeven dat de ‘slaafvrije chocola’ daadwerkelijk slaafvrij is. Opvallend genoeg besliste de rechter dat het label ‘100% slaafvrije chocola’ wel mocht, maar het team van Van de Keuken besloot - na verder eigen onderzoek - het label te veranderen in ‘op naar 100% slaafvrije chocola’. Het primaire doel van de chololadereep ‘Tony’s Chocolonely’ is "Ensure cocoa farmers a stronger (financial) position within the cocoa supply chain while enabling African cocoa farmers the ability to create and invest in their own organizations, put money back into their communities and ensure an end to child slavery". Het doel is dus meerledig, niet alleen moet kinderslavernij worden beëindigd, ook zouden boeren en de gehele lokale gemeenschap (sociaaleconomisch) voordeel moeten hebben van hun chocoladeproductie. ‘Tony’s in Africa’ programma tracht dit te bewerkstelligen ‘op locatie’. Tony’s presenteert Tony´s chocolade overigens expliciet als niet-Fair Trade product: "Tony’s goes steps beyond Fair Trade on our chocolate-making, industrychanging, slavery-free chocolate mission". Gezien de internationale relaties die in een reep chocolade zitten worden consumenten ook aangemoedigd: "By eating Tony’s chocolate you can help, too!". Consumenten worden zelfs uitgenodigd zich op te geven voor een ‘chocolade-event’ (bijvoorbeeld op een festival) zodat Tony’s erbij kan zijn. Chocoladerepen kunnen ook worden ´gepersonaliseerd´ en zelf worden ontworpen. De impact van Tony’s chocolade wordt vooral verwacht op lokaal productieniveau, daar waar de chocolade wordt geproduceerd (bij de boeren, werknemers en de lokale gemeenschap). Het effect zou lokaal echter ook zichtbaar zijn aan de consumptiekant. Tony’s wil "alle chocoladefans op smakelijke wijze duidelijk maken dat de inkomsten in de chocoladewereld ongelijk verdeeld zijn". Deze "smakelijke wijze" zijn letterlijk de chocoladeproducten. Consumentenethiek en diverse typen leed: Carrotmob Carrotmob is begonnen in de VS (de kuststreek van San Francisco) en heeft als uitgangspunt: ‘stemmen met je geld’ om bepaalde maatschappelijke waarden gestalte te geven. Het principe is simpel en kent drie stappen. 1) een groep
pagina 5 van 10 - www.waterlandstichting.nl
consumenten (minsterns 50) maken concrete afspraken met een groep producenten (bijvoorbeeld om ‘schone energie’ te gebruiken, of uitsluitend duurzame vis te verkopen). 2) de producent die zich het best aan de afspraak heeft gehouden wordt beloond doordat consumenten collectief bij hem/haar inkopen. 3) een bedrijf maakt een flinke verandering door, consumenten krijgen wat ze willen en er wordt een goed doel bereikt. Daarom stellen Carrotmob campagners dat bij een een Carrotmob "iedereen wint", terwijl bij een boycot "iedereen verliest". De nadruk ligt dan ook op het belonen (met de symbolische ‘peen’) en niet het bestraffen (met ‘de stok’). Enkele concrete voorbeelden: ‘Sushi California’ (een sushizaak in Californie, VS) zou voortaan eetstokjes hergebruiken en geen onduurzame vis meer serveren: ‘Lotus Garden’ (Hotel in Manila, de Filipijnen) moet minstens één lokale biersoort verkopen; ‘Tacolicious’ (tacorestaurants in Californië) moet geen plastic maar biologisch afbreekbaar bestek gebruiken. Carrotmob heeft meer dan 250 campagnes gevoerd in meer dan 20 landen. Meerdere thema’s stonden centraal bij zulke campagnes: klimaatverandering, ecologie, Fair Trade, voedsel, gezondheid, mensenrechten, werkgelegenheid, lokale economie. Hun website biedt normale consumenten maar ook bedrijven handelingsperspectieven om onderdeel te vormen van de win-win resultaten die Carrotmob campagnes opleveren. Interessant is dat het faciliterende platform "don’t think of ourselves as political. We don’t do campaigns related to politics or elections (...)". Carrotmobs proberen zich dus expliciet niet te mengen met partijpolitiek, omdat politici en bestuurders allemaal een andere kant op rennen en elkaar niet uitstaan. Carrotmobs zijn dus altijd lokaal, richten zich op concrete kwesties (met een mondiale uitstraling) en betrekken vaak maar tientallen personen. Spanningen rond ethisch consumeren De inzet van dit essay is het onder de loep nemen van de ‘ethische consument’ in het kader van onze kapitalistische cultuur. Enkele concrete voorbeelden uit binnen en buitenland hebben een inkijkje gegeven in wat ethisch consumeren behelst in de praktijk. Wat hebben deze voorbeelden ons laten zien? In hoeverre is de ethische consument een goede strategie om menselijk, dierlijk en ecologisch leed aan te pakken? Er is misschien wel bewezen dat ethisch consumeren wel degelijk succes kan hebben, maar we zien ook problemen. Ten eerste is er niet één soort ethische consument. De drie voorbeelden laten zien dat er sprake is van allerlei thematische aandachtsgebieden, doelen, zorgen en strategieën. Bovendien is onderscheid tussen een ethische en niet-ethische
pagina 6 van 10 - www.waterlandstichting.nl
consument al problematisch. Want in hoeverre is het aanschaffen van een elektrische auto ethischer dan het kopen van een biologische kip? Als armere gezinnen zich nog net plofkippen kunnen veroorloven in tijden van crisis, wat is dan ethisch consumeren? En is chocolade kopen überhaupt ethisch (ook al is het slaafvrij), gezien de relatief beperkte hoeveelheid voedingsstoffen? Het is dus moeilijk te spreken over ethisch consumeren omdat de grens van ethisch en nietethisch consumeren zeer diffuus is. Ten tweede is er is een belangrijke discrepantie tussen diagnose en oplossing bij de drie behandelde voorbeelden, die productief maar zeker ook problematisch is. De oorzaak van het probleem wordt (in ieder geval gedeeltelijk) gelegd in de mondiale productieverhoudingen terwijl de oplossingen zich op lokale (Tony’s Chocoloney en Carrotmob) dan wel nationale niveaus (Wakker Dier) richten. Het productieve hieraan is dat het de complexe problematiek waarin een enorme keten aan producten en ‘slachtoffers’ gekoppeld is, concreet te maken. Concreet doordat het product, de producent en het slachtoffer voorstelbaar worden (ze krijgen een gezicht), en concreet omdat de oplossingen denkbaar en uitvoerbaar worden. Het problematische aan de discrepantie is dat de productie- en distributierelaties van onethische producten internationaal/mondiaal van aard zijn. De grondstoffen komen van plek A en gaan naar plek B, om te worden omgezet in plek C en te worden verkocht op plek D, waarbij het officiële hoofdkantoor van het bedrijf op plek E staat (een recent voorbeeld is de ophef rond paardenvlees). Het derde probleem heeft te maken met (de)politisering. Hoewel consumeren een (impliciete) vorm van politiek bedrijven is, zien we een duidelijke depolitisering aan de kant van de hierboven behandelde organisaties. Naast het feit dat bijvoorbeeld Wakker Dier zich duidelijk bewust is van de rol die de overheid speelt bij de problemen die zij aankaart, zijn ze a-politiek: op haar website distantieert zij zich van de politiek door te stellen dat Wakker Dier "noch rechts, noch links" is, maar dat het probleemgericht is. Het non-politieke karakter komt ook tot uiting in hun concrete beleid: ze besteedt maar 1% aan wetgevingsbeïnvloeding. Ook Carrotmob probeert zich te distantiëren van politieke partijen en instituties. Ethisch consumeren is daarmee eigenlijk ook een erkenning dat bestaande politieke instituties niet adequaat zijn om bepaalde problemen te adresseren en aan te pakken. Stemmen met geld en internationale solidariteit vergroten via de supermarkt, is een vorm van politiek zonder politieke instituties. Hoewel wetgeving wel degelijk een rol speelt bij ethisch consumeren (bijvoorbeeld bij Wakker Dier en Tony’s chocolade) is het absoluut geen noodzakelijke voorwaarde om verzet te plegen en verandering tot stand te brengen (Carrotmob). Als er politieke en juridische voorstellen worden
pagina 7 van 10 - www.waterlandstichting.nl
gedaan, kunnen er democratisch verankerde regels worden gemaakt en nageleefd. Winstgevend activisme en optimistische beelden Ondanks het feit dat ethisch consumeren problemen kent, is enkel pessimisme ongepast. De spiegel die ?i?ek ons voorhoudt is dat de morele of ethische verantwoordelijkheid die we voelen (als wereldburgers, natuurliefhebbers, dierenliefhebbers, etc.) niet onverzoenbaar is met kapitalistische consumentencultuur, maar ook dienstbaar is aan diezelfde maatschappelijke orde. Het is juist de combinatie van consumentisme en morele verantwoordelijkheid die we voelen (voor ‘de natuur’, ‘dieren’ of ‘Afrikanen’) die de ethische consument creëert (een normale consument met specifieke ethische oriëntaties). Ruilwaarde van goederen en ethiek komen samen, echter op een totaal andere wijze als in ethische opvattingen van voor- en tegenstanders van een kapitalistische economie. Dit brengt nieuwe ethische horizonten naar voren die te maken hebben met de oude vraag naar de relatie tussen markt en overheid. Is het afrekenmechanisme van het wel of niet kopen van producten voldoende, of met andere woorden, kunnen de ethische doelen bereikt worden zonder een politisering van het probleem? Een utopische aanname dat aan alle besproken organisaties (ondanks hun onderlinge verschillen) ten grondslag ligt is de perfecte markt: kritische consumenten die volledige en betrouwbare informatie hebben over de producten, leidend tot bepaald koopgedrag waaraan producenten zich weer aanpassen. Maar zelfs in het geval van pure marktwerking (die ook in de VS niet bestaat) is een overheid nodig voor regelgeving en handhaving. Zelfs de geestelijke vader van de ‘vrije’ markt, Adam Smith, schreef in zijnWealth of Nations dat handel alleen mogelijk is in "a well governed society". De handhaving van de overheid is niet alleen cruciaal op het niveau van manier van produceren en distribueren (als de overheid het niet controleert, wie dan wel?), maar ook op het niveau van het kopen. Zonder controle op de juistheid van vaak misbruikte labels als ‘puur’, ‘eerlijk’, ‘duurzaam’ en ‘slaafvrij’, zijn acties van consumentenorganisaties zinloos. Ethisch consumeren tracht concrete politieke veranderingen teweeg te brengen via het economische systeem waarin van alles kan worden bevraagd (dierenleed, mensenleed, planeetleed, etc.). Dit maakt ethisch consumeren een interessant fenomeen in onze tijd. Een inherente spanning is dat deze praktijk plaatsvindt binnen en met de kaders van een vrije markt en winstgevendheid. Het lijkt er dus op dat de ethische consument, als symbolische figuur, consumeren op een specifieke wijze politiseert maar de notie van consumeren in een vrije markt zelf niet
pagina 8 van 10 - www.waterlandstichting.nl
problematiseert. De politiek filosoof Nancy Fraser noemt dit het verschil tussen affirmatief en transformatief (voor haar gaat het om het herbevestigen of transformeren van rechtvaardigheidskaders). Affirmatief handelen verandert bepaalde kwesties binnen een bepaald raamwerk en herbevestigt daarmee het raamwerk (in dit geval consumeren), terwijl transformatief handelen het raamwerk zelf ter discussie stelt. ‘Wakker Dier’, ‘Tony’s Chocolonely’ en ‘Carrotmob’ lijken deels affirmatief en deels transformatief. Want hoewel er wel degelijk vragen worden gesteld bij de dominante manier van economisch produceren, consumeren, distribueren en organiseren, lijkt de oplossing geïnspireerd door het motto:If you can’t beat them, join them!De oplossing voor het probleem van onbewust en onethisch consumeren is daarom bewust en ethisch consumeren. Het affirmatieve is gelegen in het herbevestigen van rationele consumenten (meer keurmerken voor volledige informatie) die hun behoefte (die in dit geval ook ‘ethisch’ zijn) laten bevredigen via het marktmechanisme van vraag en aanbod. De ethische consument, als symbolische figuur, is een winstgevende activist. Of beter, ethisch consumeren is activisme met een winstoogmerk. Pro-sumptie Echter, er zijn ook andere nieuwe vormen van consumeren met een ethische oriëntatie, zoals het pro-sumenten (consumenten die zelf ook produceren). Dit is een andere vorm van ´ethisch consumeren’ omdat de randvoorwaarden van het consumeren ook worden bevraagd en veranderd (transformatief). De kritiek van prosumenten raakt ´het systeem´ dieper en gaat verder dan het kopen van een ander product en daarmee bestaande ketens marginaal te veranderen. Het beeld van ethisch consumeren als winstgevend activisme is niet somber. Het is veeleer een herinnering aan het politieke en complexe karakter van ons dagelijks koopgedrag, de internationale politiek-economische relaties die verwerkt zijn in ons voedsel, de ethische verantwoordelijkheden die we dragen en de morele afkoophypocrisie die onze zelfgenoegzaamheid als ´consumenten´ kenschetst. Het is zaak om affirmatief én transformatief te denken en te handelen, want als consumenten zijn we ook burgers, kiezers en soms ook producenten (prosumenten). In een kapitalistische cultuur waarin ethiek te koop is en politiek een apolitieke activiteit dreigt te worden, is het noodzakelijk activisme en politiek bewustzijn opnieuw te blijven uitvinden. Consumentenacties zijn in onze ogen een interessante en belangrijke bijdrage aan de scala aan oplossingen voor de problemen waarmee we kampen. Echter, gezien de complexiteit van deze problemen zouden de lokale, zich niet op de politiek richtende
pagina 9 van 10 - www.waterlandstichting.nl
consumentenorganisaties, moeten samenwerken met andere organisaties, juist in naam van hun ethische preoccupaties en concrete doelen. Laten we voorlopig de ethische consument omarmen, zodat hij/zij ook andere ethische krachten omarmt, immers, we delen veelal dezelfde zorgen. Shivant Jhagroe en Josip Kesic zijn redactieleden van Waterstof. Referenties Carrotmob: https://carrotmob.org/. Fraser, N. (2008). Scales of Justice: Reimagining Political Space in a Globalizing World. New York: Columbia University Press. Tony’s Chocolonely: http://www.tonyschocolonely.com/. Wakker Dier: http://www.wakkerdier.nl/. ?i?ek, S. (2009). First As Tragedy, Then As Farce, London: Verso.
pagina 10 van 10 - www.waterlandstichting.nl