Oosterhesselen: het dagelijks leven tussen 1740-1860
Erwin H. Karel Richard F.J. Paping (foto’s van Jannie Voors en Anton Jansen)
Waarom gestart met dit project? • Verzoek van de HOVO (Seniorenacademie) in 2003 • Eerdere projecten: Vries (bewoningsreconstructie) en Groninger Marne (bewonings- en gezinsreconstructie) • Doel: reconstructie van het dagelijks leven in een Drents zanddorp tussen 1740 en 1860 • Werkgroep met vrijwilligers is data gaan verzamelen in archieven
Waarom Oosterhesselen?
• Oosterhesselen is een tamelijk representatief Drents boerenzanddorp in de 18e en 19e eeuw • Middelgroot kerspel (500-1000 inwoners) • Aanwezigheid van archiefmateriaal
Welke bronnen? Bevolkingstellingen en –registers DTB boeken Burgerlijke Stand Nominatieve lijsten Belastingbronnen Haardstedenregister Kohieren van hoofdelijke omslag Hondenbelasting Kerkelijke bronnen Diaconieboeken Lidmatenregister Kerkelijke belasting Franse bronnen Gesteldheid van de bevolking Burgermachtlijst Militaire bronnen Militielijsten Keuringslijsten lotelingen
Gemeentelijke bronnen Raadsnotulen In- en uitgaande stukken Economische bronnen Patenten Veetellingen Accijns op ‘t gemaal Varia Schoolgeldlijsten 40e penning Lijsten met knechten
Kadaster OAT´s Minuutplannen Rechterlijke bronnen Vredesgerecht Momberindexen Schultegerecht Etstoel
Notarissen e.d. Allerlei aktes Successiebelasting
Welke vragen? Twee hoofdvragen als eerste uitgangspunt: • Wat voor mensen en gezinnen leefden er eigenlijk in zo’n dorp tussen 1740 en 1860?
• Hoe was de opvolging in bewoning van de diverse boerderijen tussen 1740 en 1860?
Momberrekening 18e eeuw
Wat laten wij u zien? • Bevolkingsontwikkeling in Oosterhesselen, met een inkijkje in 1807 • Geografische mobiliteit: migratie rond 1839
• Lokale elite in Oosterhesselen in de 18e eeuw • De bedrijfsopvolging 1740-1860
Enige publicaties tot nu toe • ‘Hofstee in Oosterhesselen. Huwelijkspatronen 1740-1830’, Waardeel. Drents Historisch Tijdschrift, 24, nr. 1 (2004) 22-24. • ‘Migratie en migratiemotieven. Oosterhesselen in de eerste helft van de negentiende eeuw’, Drents Historisch tijdschrift Waardeel, 31 (2011) nr 1, pp. 6-13.
• ‘The rural succession myth. Occupational careers and household formation of peasants’ and farmers’ offspring around 1800’, Tijdschrift voor Sociale en Economische Geschiedenis, 8 (2011) no. 4, 44-75. • ‘In the shadow of nobility. Local farmer elites in the Northern Netherlands from the 17th to the 19th century’, in: D. Freist und F. Schmekel (eds.), Hinter dem Horizont. Band 2: Projektion und Distinktion ländlicher Oberschichten in europäischen Vergleich, 17.-19. Jahrhundert (Aschendorff Verlag: Műnster 2013) 43-54.
BEVOLKINGSONTWIKKELING IN OOSTERHESSELEN Met een doorkijkje in de bevolking van 1807
Aantal inwoners Oosterhesselen 1742-1859 (samenvatting) 1200
1000
800
Gemiddelde jaarlijkse groei
600
1742-1795: 0,4 % 400
1795-1829: 1,0 %
1829-1859: 1,0 %
200
0
1742
Eind 1795
Eind 1829
Eind 1859
Inwonertal Oosterhesselen 1797-1869 per buurschap 700 600 500 400 300 200 100 0
Ca. 1797
1807
29-4-1811
Oosterhesselen
Okt. 1818
Midden 1821
Gees
29-1-1828
Eind 1839
Zwinderen
Nov 1849
Eind 1859
Klencke
1-12-1869
Samenvattend • De bevolking van Oosterhesselen groeide langzaam in de 2e helft van de 18e eeuw • Snelle bevolkingsgroei begint rond 1795, en vooral na 1809 (groei 1795-1809: 0,7%, 1809-1829: 1,2%) • • • •
Keuterdorp Gees groeit het snelst Kerkdorp Oosterhesselen groeit iets langzamer de Klencke stagneert Zwinderen blijft eerst iets achter, maar na 1850 juist snelst groeiend
Geboorten en overlijdens Oosterhesselen, 17401860 70 60 geboorten
50
overlijdens
40 30
20 10 0 1740 1750 1760 1770 1780 1790 1800 1810 1820 1830 1840 1850 1860
Buurschap Oosterhesselen (1807) Kerspel Oosterhesselen (1807)
70%
70 %
60%
60 %
50%
50 %
40%
40 %
30%
30 %
20%
20 %
10%
10 % 0%
0% B o e re n
K e u te r
A rb e id e r
Bo eren
A m ba ch t
Buurschap Gees (1807)
K e u ter
A r be i d er
A m bacht
Buurschap Zwinderen (1807)
70%
7 0%
60%
6 0%
50%
5 0%
40%
4 0%
30%
3 0%
20%
2 0%
10%
1 0%
0%
0% Boeren
Keuter
Arbeider
Ambacht
B oe r en
K e u t er
A r be id er
A m b a ch t
Kerspel Oosterhesselen. Grootte bedrijven van de landgebruikers (1807)
Buurschap Oosterhesselen. Grootte bedrijven van landgebruikers (1807)
70 %
70%
60 %
60%
50 %
50%
40 %
40%
30 %
30%
20 %
20%
10 %
10%
0% 0 ,1 to t 5 5 to t 1 0 ha ha
1 0 to t 15 ha
1 5 to t 20 ha
> 20 ha
Buurschap Gees. Grootte bedrijven van de landgebruikers (1807)
0% 0,1 tot 5 5 to t 10 10 to t 15 15 to t 20 > 20 ha ha ha ha ha
Buurschap Zwinderen. Grootte bedrijven van de landgebruikers (1807)
70%
70%
60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
30%
20%
20%
10%
10%
0%
0% 0,1 tot 5 5 to t 10 10 to t 15 15 to t 20 > 20 ha ha ha ha ha
0,1 tot 5 5 to t 10 10 to t 15 15 to t 20 > 20 ha ha ha ha ha
Samenvattend • Oosterhesselen • Boeren overheersen • Relatief groot aantal ambachtslieden • Veel middelgrote boerderijen
• Gees • Grote groep arbeiders en keuters • De kleine bedrijven overheersen hier duidelijk • Andere sociale structuur dan Oosterhesselen en Zwinderen
• Zwinderen • Echt boeren zanddorp wat betreft sociale structuur • Bedrijfsgrootte varieert van klein naar groot, maar hele grote (> 20 hectare) ontbreken • Het aantal ambachtslieden is erg klein
GEOGRAFISCHE MOBILITEIT 1839 “Drentenaren verhuizen nooit. Ze wonen hun leven lang op dezelfde plek” Waar of niet waar?
Vragen over geografische mobiliteit • Hoe groot was de geografische mobiliteit van Drenten en hoe ver trok men weg?
• Wat waren de verhuismotieven? (sociaaleconomische, huwelijk, sociaal-culturele, religieuze, politieke)
Welke bronnen? • Volkstellingsregisters van november/december 1839 uitgangspunt • Uitgezocht met behulp van eigen databestanden waar mensen naar toegetrokken zijn. • Belastingbestanden (personele belasting) om te bepalen of ze arm of rijk waren.
Drie groepen onderzocht • Gezinnen • Dienstmeiden en –knechten • Thuisblijvende jongeren 14+
Verhuismotieven 1. Economische (werk, eigen boerderij etc.) 2. Demografische (vooral huwelijk) 3. Sociaal-Culturele (ontsnappen aan eigen locale gemeenschap)
4. Religieuze (wonen bij gelijkgezinden, b.v. de Afscheiding) 5. Politieke (vervolging, oorlog en/of politiek klimaat) Vooral eerste twee redenen spelen een rol
Verdeling van de bevolking (1839) 35% 30% 25%
20% 15% 10% 5% 0% Gehuwden
Weduwen en weduwnaars
Werkbodes
Thuiswonend Thuiswonenden Thuiswonenden ongehuwd 14+ 5-14 jaar < 5 jaar (niet werkb.)
Actieradius inwoners Oosterhesselen (geboorteplaats gehuwden)
Verhuizende gezinnen • 18% verhuist – Commiezen – Arbeiders/keuters en lage middenklasse • Actieradius – Meestal naar dorpen met gelijke sociaaleconomische structuur • Verhuismotieven – Ouder wordende kinderen – Faillissement e.d. – Persoonlijke omstandigheden
Werkbodes (Inwonend personeel) • In Gees relatief minder inwonend personeel • Werkboden: 6o% afkomstig uit keuter/arbeidersmilieu, 10% middenklasse, 30% onduidelijk. Daarentegen: Thuiswonende kinderen juist vaak bij rijkere boeren • Verhuismotief hoofdzakelijk huwelijk en/of verandering van werkgever • Actieradius: vooral vestiging in naburige dorpen
Waar komen de gehuwden die in 1839 in Oosterhesselen wonen vandaan? Middengroep
Armste deel
Rijkste deel
Samenvattend 1. Hoe armer de mensen, hoe meer er verhuisd werd 2. Veel verhuizingen op korte afstand, maar ook verder weg en net buiten provincie 3. Het rijkere gedeelte van de bevolking (gezeten boeren) verhuisde nauwelijks als gezin. Kinderen bleven veelal tot huwelijk thuis wonen 4. Verhuizingen over grotere afstand (buiten provincie): vooral elite en intellectuele toplaag (predikant, edelman en ambtenaren)
ELITE IN OOSTERHESSELEN
Sociale groepen in Oosterhesselen 1. 2. 3. 4.
Adel (één gezin!!) Grote eigenerfde boeren Middelgrote eigenerfden en grote pachters Middelgrote pachters en ambachtslieden met personeel 5. Keuter-ambachtslieden (zonder personeel) 6. Keuters 7. Landarbeiders en armen
2 9
De positie van de boerenelite • De lokale edelman (Van Dongen, later Van In en Kniphuizen en Van der Wijck) was altijd degene die de meeste belasting betaalde, gevolgd door de grootste eigenerfde boeren • Enkele zeer rijke eigenerfde boeren in Oosterhesselen (Kymmel, Oldenhuis, Nijenhuis) vervulden ook belangrijke bestuurlijke functies en vormden zo een sub-elite onder de adel • Groep grotere eigenerfde families zoals Oldenbanning, Kiers, Lanting, Swindermans etc.
Politieke macht in Oosterhesselen
3 1
• Kleine afzonderlijke groep families binnen lokale boerenelite vormde de bestuurlijke elite (bijv.: Tymen Kymmel, gedeputeerde van Drenthe, en zijn uit de stad Zwolle afkomstige vrouw).
• Na 1800 bepalen de andere rijke boeren en middenstanders steeds meer de lokale politiek. Toch al voor 1800 vele boerenfamilies actief in provinciale Drentse politiek als landdagcomparant (Oldenbanning, Schoemakers, Truin, Draaijers, Koops etc.). • De lokale edelman was nadrukkelijk aanwezig in lokale politiek tot in de jaren 1830, toen eindelijk een rijke boer burgemeester werd (Jan Schoemaker).
Aantal jaren dat een familie in mannelijk lijn behoorde tot de rijkste huishoudens van Oosterhesselen 1654-1849 3 2
categorie
Families
0-50 jaar
32
50-100 jaar
3
100-150 jaar
7
150+ jaar
4
totaal
46
Een groep van 11 families was echter langer dan honderd jaar aanwezig, en vormde doorlopend samen ongeveer de helft van de leden van de Oosterhesseler boerenelite
-> Oftewel naast doorlopende vernieuwing was er ook een grote continuiteit in de locale boerenelite in mannelijke lijn
BEDRIJFSOPVOLGING
Verdeling van overdracht van boerderijen in Oosterhesselen (1740-1860)
Op eerste gezicht: vrij weinig familiecontinuïteit op boerderijen in Oosterhesselen • Oorzaak: pachtboerderijen vrijwel geen continuïteit • Echter: continuïteit op de grote eigenerfde boerderijen was wel hoog (daarbij soms slechts tijdelijk verhuur)
• In Drente was de positie van dochters (kans 1 op 5) en van weduwen (verlaten vaak boerderij) in de bedrijfsopvolging erg zwak. Grote voorkeur voor opvolging in mannelijke lijn. 35
Wie volgde op op de boerderijen in 1807 in de oostelijke Marne (Groningen) en in Oosterhesselen (Drente) Niet-familie
Andere familieleden
Dochter
Jongere zoon
Oudste zoon 0%
10%
20%
Oosterhesselen (N=103)
30%
40%
50%
Oostelijke Marne (N=95)
60%
70%
Beroep van overlevende kinderen van boeren in Oosterhesselen rond 1807 Opvolging van ouders of schoonouders (gehuwd)
17%
Verwerving van een boerderij op een andere manier: koop of pacht (gehuwd) ‘Middenstander’ (gehuwd)
25%
Arbeider (gehuwd)
18%
onbekend (gehuwd)
8%
Permanent ongehuwd (30 jaar en ouder) N=totaal aantal
17%
15% 363
Conclusie 3 8
• Grote verschillen tussen 3 dorpen • Grote verschillen ook in rijkdom tussen huishoudens (niet alleen adel, maar ook bestaanvan locale boerenelite) • Vanaf 1800 forse versnelling bevolkingsgroei, onstaan van de dorpen zoals we die nu kennen • Continuïteit in een Drents zanddorp moet niet overschat worden, zelfs in boerenelite (migratie, bedrijfsopvolging, sociale mobiliteit)