Er is iets veranderd in Antwerpen (1) Interview met Peter Mertens
Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober jongstleden scoorde PVDA+ verrassend goed. Met bijna 8% van de stemmen en 4 zetels van 55 werd ze in één klap de vierde partij in Antwerpen. Groen deed het ook goed (7,95%, + 3,24% tgo 2006, 4 zetels). Dat succes van de PVDA+ en Groen in Antwerpen vormde voor de beweging Christenen voor het Socialisme (CvS) de aanleiding voor een interview met de twee lijsttrekkers, Peter Mertens en Meyrem Almaci. Oorspronkelijk mikten ze op een dubbelinterview. Dat bleek echter niet haalbaar en ze namen het interview dan maar afzonderlijk af. Ze werkten wel met identieke vragen: Hoe verklaar je de puike resultaten? Wie zijn de mensen die voor jouw partij gestemd hebben? Met welke prioriteiten gaat jouw partij nu verder aan de slag? Komt er een links front tegen de verrechtsing? Hoe kijkt jouw partij aan tegen de situatie in Antwerpen? Hoe ziet jouw partij de rol van de (christelijke) arbeidersbeweging? Is er volgens jouw partij een rol weggelegd voor een beweging zoals Christenen voor het Socialisme? Is de verkiezingsoverwinning een kans om de harde besparingen te counteren? De gesprekken vonden plaats op 12 november en 30 november, dus voor er een bestuursakkoord in Antwerpen was. Beide politici namen rustig de tijd en zo komt het dat het twee fors uit de kluiten gewassen interviews zijn geworden. Hier volgt het interview met Peter Mertens, lijstrekker van PVDA+
Goede verkiezingsresultaten Ja, we hebben een geweldig goed resultaat behaald. Maar eerlijk, onze resultaten lagen voordien ver onder de mogelijkheden. Op basis van het ledenaantal scoorden we bij vorige verkiezingen eerder laag. Zo behaalde Groen vroeger meer stemmen dan wij alhoewel de partij minder leden telde. Eigenlijk rekenden we dus nu op meer. En het grote succes bij de Gemeenteraadsverkiezingen is ook te verklaren door een intense voorbereidingscampagne die ruim een vol jaar in beslag heeft genomen. In die periode hebben we enquêtes gehouden bij 4704 Antwerpenaren rond 12 thema’s. Daaruit distilleerden we een top drie. Eén: betaalbaar wonen. Twee: betaalbare gezondheid. Drie: toegankelijk onderwijs. Dat waren de thema’s die de mensen ons aanreikten. Die punten hebben we dan in de campagne naar voor geschoven. Op vraag van de bevolking. En terwijl in de media twee kopstukken tegen elkaar uitgespeeld werden en wij daar buitenspel bleven hadden wij ‘de onderstroom’, dat wat er echt leeft bij de mensen, weten vast te pakken. We hebben dat verder uitgewerkt en samen met nog andere thema’s opgenomen in een brochure met een alternatieve stadsvisie. In ‘Red de Stad! Voor een stad-op-mensenmaat’ (1) wordt die visie omstandig beschreven. Een stad op mensenmaat gaat over mobiliteit, ruimte, ontmoeting, sociale en publieke voorzieningen en het herstel van het sociale weefsel. En dat allemaal gecombineerd met sociale acties leverde ons die 8% van de stemmen op in Antwerpen.
Wie zijn de mensen die voor uw partij hebben gestemd? Met die verkiezingsuitslag hebben wij van 22.000 Antwerpenaren een mandaat gekregen. Afgaande op de diverse groepen die voor de partij gestemd hebben, denken wij te mogen zeggen dat een stem voor de PVDA+ een stem is die verbindt. De behaalde stemmen komen uit alle lagen van de bevolking. Ten eerste kwam er een groot aantal stemmen uit de brede groep van de werkende
1
bevolking. Niet alleen uit de haven- en petrochemische sector maar ook uit kleinere bedrijven. Zo bleek tijdens een debat in een bedrijf van 72 personeelsleden dat 42 van hen hun voorkeur voor de PVDA+ uitspraken. Een tweede groep kiezers waren de jongeren. In scholen voerden we een tiental debatten met jongeren die voor de eerste keer gingen stemmen. Voor het debat sprak 10 à 15% zich uit voor de partij. Na het debat liep dat cijfer op tot 18 à 25%. Ten derde stemden vele migranten voor ons. In Antwerpen leven er 180 nationaliteiten. Veel van die gemeenschapen hebben we op een georganiseerde manier bereikt. Spontaan denk je dan aan de Turkse en de Marokkaanse gemeenschap, maar we waren evengoed aanwezig bij Afghanen, Tunesiërs, Nepalezen en Congolezen. Samen vormen ze een spiegel van de stad zoals die is. Uit een onderzoek van de samenstelling van de verkiezingslijsten bleek dat wij, wat diversiteit betreft, op de eerste plaats staan en Groen daar mee vooraf gaan. Een andere groep kiezers kwam uit de artistieke, intellectuele en academische wereld. Ongetwijfeld heeft bij deze groep ook ‘de stemoproep’ (gelanceerd door Jan Blommaert) en het boek ‘Hoe durven ze’ (2) een belangrijke rol gespeeld. Ten vierde is er een groep die bestaat uit senioren, gezondheidswerkers (denk ook aan het Kiwi-café in Deurne en Café Santé in Hoboken) en actievoerders voor betaalbaar wonen onder meer tegen de dure serviceflats in Deurne. En tenslotte, en dat is redelijk nieuw, hebben organisaties die met armen en kwetsbare mensen werken (ook bij jongeren) de weg naar de partij gevonden. Alles bij mekaar is dit toch een staalkaart van de heel brede werkende bevolking. In plaats van die tegeneen op te zetten of te verdelen zorgen wij juist voor verbinding.
Met welke prioriteiten gaat de partij nu verder aan de slag? Wij gaan nu de komende jaren voluit voor een gemeentepolitiek die in de ware zin van het woord opnieuw ‘commune’ wil bewerkstelligen. Gemeenschappelijkheid staat voorop. Samen werken, samen wonen en samen-leven dus. We zullen dus inzetten op wijkwerking, wijkgezondheidscentra, de nodige openbare groene ruimte, speeltuinen voor kleuters en kinderen, een zwembad, een bereikbaar postkantoor,toegankelijk openbaar vervoer, wijkbibliotheken, enz. Dat is allemaal veel zinniger dan bijvoorbeeld met GAS-boetes uit te pakken. Dit zal botsen met de visie van De Wever over de stad. Wij zetten ons af tegen de commercialisering of de vermarkting van de stad ten koste van publieke voorzieningen. Wij willen bijvoorbeeld van Antwerpen geen Wijnegem Shopping Center maken of een Machels UPlace. Een stad als Antwerpen besturen is meer dan wat projectontwikkelaars hun ding laten doen, prestigeprojecten lanceren, het toerisme bevorderen, de diamantsector in de watten leggen en op Linkeroever een casino neerpoten.
Rechts grijpt de macht, komt er een links front tegen de verrechtsing? Is er nu een ruime rechtse meerderheid in Antwerpen? Ik denk het niet. De drie traditionele partijen zijn goed voor één derde van de stemmen. Tweederde van de kiezers hebben die partijen de rug toegekeerd, niet tevreden dus met het afgelopen beleid. En degenen die voor De Wever hebben gestemd zullen snel inzien dat zijn partij niet in staat zal zijn de vele sociale problemen op te lossen. En met de gezamenlijke 16% score van de PVDA+ en Groen is er in Antwerpen wel degelijk iets veranderd. Die uitslag vormt een sterke uitvalsbasis voor een links front. En de thema’s voor zo’n front moeten niet ver gezocht worden. Dat zijn: betaalbare woningen, betaalbare gezondheidszorg en toegankelijk onderwijs. En daarnaast is er natuurlijk het noodzakelijke front tegen het Bam-tracé. Wij zijn, zoals vroeger, bereid om rond die thema’s in een links front samen te werken. Meer algemeen moet in een links front de bescherming van de werkende kant, van de producerende kant van de bevolking voorop staan. Onder druk van de niet aflatende besparingswoede, afkomstig van de Europese Commissie en van onze eigen regering en geconfronteerd met de desastreuse ontwikkelingen in de banksector, voelen velen zich een nummer, onmachtig, nietig en klein. Ze hebben niet het gevoel dat ze wegen op de samenleving, er toe doen, meetellen. Die mensen moet links terug een stem geven, zelfvertrouwen en zelfbewustzijn om van onderuit aan verandering te
2
werken en dingen in beweging te krijgen. Wij zijn bereid om in allerlei fronten te stappen maar wel vanuit een duidelijk anti-establishment standpunt. In nogal wat centrumsteden zien we nu dat zowel Groen als de SP.a coalities vormen met de N-VA, een partij die voor een hard en asociaal beleid staat.
Antwerpen Wij hebben niet lang deelgenomen aan de coalitiegesprekken in Antwerpen. We legde de vraag voor of De Wever van plan was om te werken binnen het kader van de besparingen die de Vlaamse regering oplegt of dat er daarentegen ruimte zou zijn voor een autonomie van de stad inzake die dossiers die de stad erg aanbelangen. Neem bijvoorbeeld het openvaar vervoer. Vanaf 1 september schrapte De Lijn, in opdracht van de Vlaamse regering, 1000 busritten. Dat treft meteen de mensen die op die bus zijn aangewezen. Op bus 123 waarmee je vroeger van de Luchtbal, zeg maar de nieuwe parochie van miserie van Antwerpen, rechtstreeks naar het Jan Palfijn ziekenhuis kon rijden, moet je niet meer rekenen. Wie geen auto heeft kan daar niet meer geraken. Wie is daar het slachtoffer van? De mensen die van hun werk en van een uitkering moeten leven! Snel werd ons duidelijk dat De Wever aanstuurt op een afspiegelingskabinet van de Vlaamse regering. Het nieuwe Antwerps stadsbestuur wil niet afwijken van de Vlaamse besparingsregering die, mede onder druk van de put die door de bankencrisis is geslagen, wil besparen op sociale voorzieningen. Daar konden wij ons helemaal niet in vinden. Wij voelen ons niet gebonden door die Vlaamse regering. Wij willen niet besparen op de broodnodige investeringen die Antwerpen nodig heeft inzake openbaar vervoer maar evenzeer voor onderwijs, wonen en gezondheidszorg. De kiezers hebben ons een mandaat gegeven om te beletten dat daar nog verder aan geknabbeld wordt Dus kozen wij voor de oppositie. Op dit moment (nvdr. tijdens dit gesprek was nog niet uitgemaakt of de Stadslijst (SP.a/CD&V) tot de coalitie zou toetreden) kan het in Antwerpen nog alle kanten uit. Of wij zoals in Wallonië druk lijken te zetten op de PS, lees er maar enkele Franstalige kranten op na, ook in Vlaanderen kunnen wegen op de standpunten van de SP.a, moet nog blijken. In ieder geval betekent voor ons links en sociaal zijn in de ste 21 eeuw dat je vertrekt vanuit een fundamenteel basisidee. En dat is dat je de gewone man vertegenwoordigt. Die mannen en vrouwen moeten we opnieuw leren kennen. Velen zijn daar van weg gegroeid. Dat leidt tot bizarre situaties, zoals verklaringen dat er in Antwerpen helemaal geen woningcrisis bestaat. Nu mag je van mij veel zeggen maar dat getuigt toch van een gigantische vervreemding met wat er leeft bij heel veel mensen in heel wat wijken. We zijn dus aan herbronning toe. We moeten opnieuw de straat op, de wijken in. Met 8% van de kiezers klinkt onze stem alvast luider. We willen er dan ook een megafoon van maken om nog meer te wegen op het maatschappelijk debat. Tot nu toe deden we dat al, en met succes, rond het thema van de belastingen (van grote vermogens en multinationals), van de gezondheidszorg (Kiwi-model) en van energie. Nu komt het erop aan nog andere en vaak verborgen thema’s opnieuw zichtbaar te maken en op de agenda te zetten. We willen verder inzetten op het probleem van toegankelijke en betaalbare huisvesting. Hadden wij dat probleem niet aangekaart tijdens de verkiezingscampagne dan was het zelfs geen thema geweest in de debatten en in de media. Ook het probleem van de gezondheidscrisis willen we verder uitspitten. Wat zegt dat, dat één op de zeven een doktersbezoek uitstelt? Dat 15% een tandartsbezoek uitstelt? Gaan we aan het gebit van iemand kunnen zien hoe dik zijn portefeuille is? Gaan we aan het gebit van iemand zijn sociale status kunnen aflezen? Deze en andere thema’s willen we op de agenda zetten, zichtbaar maken en daarmee wegen op het maatschappelijk debat. Daarmee zijn de problemen niet opgelost maar zijn ze niet langer onzichtbaar. Dat is één ding, maar om goed te zijn moeten er dan ook maatregelen getroffen worden. En dan zou het niet slecht zijn dat de sociaaldemocratie zich consequent links opstelt maar of dat effectief gebeurt is nog af te wachten. Op dit moment is de SP.a of ze nu in Antwerpen mee bestuurt of in de oppositie belandt, nog steeds een beleidspartij die zich zowel Vlaams als federaal inschrijft in een logica van besparen en bezuinigen.
De (christelijke) arbeidersbeweging
3
We hebben veel stemmen behaald uit brede lagen van de werkende bevolking, naast havenarbeiders bijvoorbeeld ook veel stadspersoneel. Omwille van de afbouw van de openbare dienstverlening in zwembaden en de sluiting van zeven wijkbibliotheken. Vele gewone werknemers dus maar ook veel syndicalisten uit beide grote vakbonden. En niet alleen van de socialistische vakbond. Dat is erg belangrijk voor ons. Ik ben zo’n honderd twintig keer gaan spreken over mijn boek ‘Hoe durven ze’. En veel meer voor ACV-leden en KWB–afdelingen, op alle mogelijke plaatsen van het land en in kleine parochiezaaltjes. De christelijke arbeidersbeweging heeft duidelijk een meer organisatorische poot dan de socialistische arbeidersbeweging. Maar voor ons is het vitaal dat we kunnen rekenen op syndicalisten van de twee arbeidersbewegingen. De vakbonden zijn namelijk de belangrijkste kracht die werkende mensen hebben in hun bescherming als sociale groep. Er is een veelheid aan organisaties die zich organiseren rond één thema, een hobby, ontspanning of cultuur en we vinden dat die bewegingen erg belangrijk zijn en vaak onderschat worden. Maar er is slechts één beweging die mensen organiseert in hun hoedanigheid van werkende mensen en dat is de vakbond en de arbeidersbeweging. En de arbeidersbeweging is enorm belangrijk. Zie maar naar Griekenland, Portugal en Spanje bijvoorbeeld. Gelukkig zijn er daar nog vakbonden die de werknemersbelangen verdedigen. We zullen ze hier ook nodig hebben. Maar ze liggen wel onder vuur. Vorige week nog legde De Wever een ontwerpnota voor waarin gesteld werd dat er ‘een minimumdienst in de haven ten allen tijde’ moet opgelegd worden. In t’ Nederlands wil dat zeggen: het stakingsrecht van dokwerkers, sluiswachters en loodsen aan banden leggen. Dan heb je een politieke stem nodig die dat programma afkeurt. Die nota is ondertussen van tafel geveegd maar vergis je niet, dat voorstel komt zo weer boven de tafel. Toen vorig jaar de vakbonden de Scheldelaan blokkeerden en de BBTK demonstreerde op de Meir, schreeuwde De Wever moord en brand. Verbieden die handel en de politie erop afsturen, luidde zijn boodschap. Voor de PVDA zijn de vakbonden onze bevoorrechte partners en we gaan ervan uit dat alles een ontwikkelingsfase heeft. We hebben nu een brief gestuurd aan de leiding van ACW/ACV en ABVV om een gesprek te hebben over de toekomstige sociaaleconomische ontwikkelingen in Antwerpen. Welke verwachtingen hebben de arbeidersbewegingen ten overstaan van de PVDA-fractie in de Antwerpse gemeenteraad? Welke bezorgdheden, standpunten en voorstellen moeten daar op tafel gelegd worden? We hebben nog geen antwoord, maar de signalen die we opvangen laten het beste verhopen. Die aanpak is niet nieuw voor ons. Ook vroeger gingen we te raden bij organisaties van het middenveld, zoals samenlevingsopbouw, jeugdwerkers en syndicaten. We gaan nu die toer opnieuw doen. We hebben 23 verkozenen (gemeenteraad, district, provincie) en jullie zijn voor ons belangrijke partners om te wegen op het beleid. Wat zijn jullie verzuchtingen? Maar het spreekt voor zich dat van al die organisaties de vakbeweging voor ons een absolute prioriteit is. De verhouding met de arbeidersbeweging zit in een ontwikkelingsfase. Wat we nu stedelijk doen moet kunnen doorgroeien naar het nationaal niveau. En nu kan dit wellicht met een breder mandaat ook met meer gewicht dan vroeger. Ook vroeger al hadden we contacten met Cortebeeck en De Leeuw, dat is geen geheim, al moeten we vaststellen dat we niet op alle punten dezelfde visie deelden. Op de ontwikkelingen in de christelijke arbeidersbeweging hebben wij geen vat. Maar het is wel duidelijk dat voor vele ACV-militanten en KWB-leden de band met de CD&V absoluut geen punt meer is. Ik merk daar veel open en eerlijk zoekende progressieve krachten voor wie zowel Groen als de PVDA een alternatief kan zijn.
Christenen voor het Socialisme De PVDA is geen partij die gebaseerd is op religieuze beginselen maar we beseffen heel goed dat er plaats moet zijn voor religie. Religies maken deel uit van de samenleving. Dat willen we zeker erkennen. En het is ook zo, historisch en vandaag, dat mensen kracht en houvast in religie vinden. Daar willen we niets van af doen. Maar we zien ook dat in religieuze stromingen er een hevige strijd woedt tussen progressieve strekkingen die emanciperend werken, stemlozen een stem geven, onderdrukking bestrijden, voor bevrijding oproepen en meer reactionaire stromingen waar vaak ergerlijke conservatieve opvattingen worden gehuldigd die de sociale strijd afremmen. Wij hebben dus
4
veel respect voor een beweging zoals Christenen voor het Socialisme die in een Europese context oproeit tegen conservatieve tendensen, aan de progressieve kant van de samenleving staat en het debat op levensbeschouwelijk vlak aanwakkert. Naast een rol op levensbeschouwelijk vlak claimen jullie ook een beweging te zijn die opkomt voor het socialisme. Dat is het maatschappelijk debat. En we hebben meer dan ooit nood aan zo’n debat. Dat was de afgelopen twintig jaar niet zo evident. Het postmodernisme predikte het einde van de grote verhalen. We belandden zo in het moeras van het pragmatische alledaagse, het neoliberale korte termijn denken. Er mocht niets structureel in vraag worden gesteld en er mocht niet naar de oorzaken gezocht worden. Het maatschappelijk debat werd zo ondergesneeuwd. Probeer dan maar eens visionair te zijn, dat maatschappelijk debat op gang te trekken. Met de crisis waar we nu al enkele jaren mee geconfronteerd worden groeit ook ‘de waaromvraag’. Waarom gebeurt wat nu gebeurt? Waarom zijn wij te duur? Waarom worden de Grieken naar de slachtbank geleid? Ik denk dat er de komende vijf à tien jaar meer en meer ruimte komt om dat maatschappelijk debat nieuw leven in te blazen. Dat debat is natuurlijk nooit helemaal weg geweest maar het stond wel op een klein waakvlammetje. Nu wordt het tijd dat vlammetje aan te wakkeren. Daarbij is een beweging zoals Christenen voor het Socialisme van strategisch belang. Ik zeg dat niet omdat jullie een sympathiek clubje zijn, maar omwille van het feit dat de dynamiek die ik bij jullie aantref hartverwarmend is en getuigt van een volgehouden en doortastend engagement.
Verkiezingsoverwinning kans om de harde besparingen te counteren? La Libre Belgique heeft onmiddellijk na de verkiezingen geschreven dat de PS absoluut het been stijf zal houden in verband met een indexsprong om dat de partij goed beseft dat de PTB, Parti du Travail de Belgique, de naam waaronder de PVDA aantreedt in Franstalig België aan een sterke opmars bezig is. In de regering is er dus nu een druk die er tevoren niet was. Dat is meegenomen. Wij zullen druk blijven zetten op de standpunten van de PS. Ik denk dat onze standpunten nu inderdaad wegen op een partij zoals de PS. Strategisch vertalen ze dat dan als volgt: we zullen onze linkerflank moeten afschermen. Maar nog belangrijker is dat we in het land een strijdorganisatie op de been krijgen. Het is mijn vaste overtuiging, en dat heb ik ook in ‘Hoe durven ze’ al aangebracht, dat deze maatschappij alleen gaat veranderen door een grote beweging van onderuit. Ik pleit er dus voor dat de geest van de Geuzen terug komt, de geest van verzet, van de Tijl Uylenspiegels. We hebben echt nood aan een beweging tegen het fatalisme. We moeten massaal ingaan tegen de idee dat er niets aan te doen is, dat de grote machten alles bepalen, dat je daar niks kunt aan veranderen. Dat fatalisme is een grotere vijand dan een of ander regeringsplan. Ik ben dus echt van mening dat een electorale overwinning maar van tel is als we dat kunnen omzetten in een sterke strijdbeweging van onderuit. Dat is ongetwijfeld een werk van lange adem maar ook weer niet onmogelijk. De arbeidersbeweging kan hierbij een cruciale rol spelen. Als ze resoluut zou zeggen “hier trekken wij de meet, hier komt ge niet aan of ge krijgt de hele werkende klasse op uw dak, tot ge die maatregelen intrekt”. Dat is de opdracht voor vandaag. We moeten ons dus beraden rond welke thema’s we het hard willen spelen en hoe we ons daarop voorbereiden. En laat het duidelijk zijn, er moet een einde komen aan het seizoen van de symbolische acties. Laten we die achter ons laten, ze kunnen zin gehad hebben en noodzakelijk zijn geweest in een tussenperiode, maar ze beantwoorden echt niet meer aan de uitdagingen waar we vandaag mee geconfronteerd worden. Een verzetsbeweging hebben we nodig. En de vakbonden zouden zich meer bewust moeten zijn van de macht waarover ze beschikken en er ook niet mogen voor terug schrikken die macht ook effectief te ontplooien. Je kan er zeker van zijn dat de index en de pensioenen bijvoorbeeld onder vuur zullen blijven liggen. Als ze er vandaag niet aan morrelen, zullen ze het morgen of overmorgen terug proberen. Er is dus een algemene mobilisatie nodig want er zal hard moeten gestreden worden om een aantal doelstellingen ook effectief te bereiken. We kennen trouwens de maatschappijvisie ‘van de andere kant’. Ze zijn akelig druk in de weer om de de krachtsverhoudingen uit de 19 eeuw terug in te voeren. De tweespalt tussen de bevolking zal fors toenemen als ze met de grove borstel doorheen de sociale bescherming blijven gaan. Wat er nu in Griekenland en Spanje gebeurt kan je als een test zien. Nog maar drie maanden geleden kregen de Grieken te horen dat wie één jaar werkloos is dan meteen zijn ziekteverzekering verliest. Griekenland is zo het proefterrein dat laat zien hoe krachtsverhoudingen worden afgebouwd en er een
5
maatschappelijke tweespalt komt die de werknemers ontwapent. In snel tempo glijden we nu in alle Europese landen verder af naar deze toestanden. Daar moeten we nu en in de komende periode een tegen aanvalsplan tegenover zetten. We kunnen voorzien wat de EC van plan is. We weten dat thema’s zoals de index, het stakingsrecht, de pensioenen, de vakbonden, de sociale zekerheid, het arbeidsrecht en de openbare dienstverlening onder vuur zullen komen te liggen. Een tegen-aanval betekent dat we niet van de ene symbolische actie naar de andere overgaan maar dat we ruim de tijd nemen, ons degelijk voorbereiden, om bijvoorbeeld een jaar lang te mobiliseren rond enkele thema’s. Dat we daar in bedrijven en wijken mee rondtrekken en dat er dan uitgemaakt wordt welke thema’s ‘untouchable’, onaantastbaar zijn. Dat wil zeggen; als de regering of Europa daar toch aan raakt, dan heb je het zelf gezocht, dan leggen we het land plat, dan wordt er geen rijkdom meer geproduceerd. Om succesvol te zijn moet de tegenaanval door een brede groep ondersteund worden, maar ook verankerd zijn in een maatschappijvisie. Het is mijn overtuiging dat hoe meer maatschappijvisie er is hoe meer ruggengraat een actie of een beweging heeft. Er is dus nood aan een visie over een maatschappij die anders functioneert dan vandaag. Er moet een proces op gang komen waarbij we ons met velen afvragen of we de dingen maar op hun beloop laten, op de rem gaan staan of iets nieuw willen uitproberen. Ons vragen stellen of wat we nu doen of dat zin heeft voor die nieuwe maatschappij. Dat is een werk van lange adem en daar kunnen vele organisaties uit het middenveld en de arbeidersbeweging een steentje toe bijdragen.
Interview: Jef Mariën
6