Energie Prestatie Advies voor utiliteitsgebouwen
EPA-U 108 / 1234 AB
1
Opdrachtgever
X Jan Jansen Directie Straatnaam111 1234 AB Rotterdam 0123-456789
[email protected]
Adviesbureau Adres
Duurzaamgebouw B.V. Wiekenweg 56B 3815KL Amersfoort 06 - 42774925
[email protected]
Telefoon Email
Adviseur Adviseursnummer Handtekening
G. Lokhorst 651
2
Samenvatting In dit rapport wordt een compleet energie-advies voor uw gebouw beschreven. Dit advies bestaat uit een beoordeling van de huidige staat van uw gebouw met een advies hoe u deze kunt verbeteren. Aan dit energie-advies ligt een uitgebreid onderzoek ten grondslag. Uw gebouw is door een vakman geïnspecteerd, eventuele bouwtekeningen en bestekken zijn bestudeerd en alle benodigde gegevens zijn in een geattesteerd computerprogramma ingebracht. Voorts is de energetische prestatie van de huidige situatie geanalyseerd en zijn mogelijke verbetermaatregelen doorgerekend en gerangschikt. Het gebouw met het adres Straatnaam 1 te Rotterdam heeft het energielabel G (EI = 2,25). Hierbij staat een A++ label voor een zeer energiezuinig gebouw en een G-label voor een zeer onzuinig gebouw. Om de huidige staat van het gebouw te verbeteren, kunt u één van onderstaande pakketten met maatregelen uitvoeren (zie Tabel 1). U kunt uw keuze afwegen op basis van investering, netto contante waarde, netto contante terugverdientijd, energielabel, energiebesparing en CO2-reductie. Tabel 1 Samenvatting energie-advies
Investering [€]
NCW [€]
TVT [jaar]
Label [A++ t/m G]
Dak
44.055
64,1
Wand
75.220
Raam
125.490
Maatregelpakket
Glas in dak met voorzetraam
9.790
26.978 34.070 83.350 -6.921
PV Cellen Spaarlampen en minder verlichting toepassen Uit te voeren werkzaamheden
4.450 11.500
-1.773 67.068
266.055
Glas in dak met HR++
9.790
83.903 -6.665
PV cellen
4.450
-1.773
G
Energiebespari ng [€/jaar] 560
CO2reducti e [%/jaar] 6,8
34,4
F
2.100
25,6
90,2
G
976
11,9
140, 0 31,0 2,1
G
36
0,4
G G
135 7.145
0,3 10,8
24,8
A
10.850
55,9
104, 2 31,0
G
61
0,7
G
135
0,3
3
1. INHOUSOPGAVE Samenvatting ............................................................................................................................ 3 1. INHOUSOPGAVE ............................................................................................................ 4 2. INLEIIDNG ....................................................................................................................... 5 2.1 Opdracht en doelstelling ........................................................................................... 5 2.2 Ambitieniveau ........................................................................................................... 5 2.3 Uitgangspunten en randvoorwaarden ...................................................................... 5 2.4 Werkwijze ................................................................................................................. 5 2.5 Leeswijzer ................................................................................................................. 5 3 BESCHRIJVING VAN HET GEBOUW ............................................................................ 6 3.1 Inleiding .................................................................................................................... 6 3.2 Algemene gegevens ................................................................................................. 6 3.3 De klimaatinstallatie(s).............................................................................................. 6 3.4 De bouwkundige constructies ................................................................................... 8 3.5 De energiesector(en) ................................................................................................ 9 4 ENERGIEGEBRUIK HUIDIGE SITUATIE ..................................................................... 13 4.1 Inleiding .................................................................................................................. 13 4.2 Het energielabel...................................................................................................... 13 4.3 Het berekende energiegebruik ............................................................................... 13 4.4 Controle met werkelijke meterstanden ................................................................... 16 4.5 Thermisch comfort .................................................................................................. 17 5 ENERGIEBESPARINGSADVIES .................................................................................. 18 5.1 Inleiding .................................................................................................................. 18 5.2 Reeds getroffen en onderzochte maatregelen ....................................................... 18 5.3 Overwogen maatregelen ........................................................................................ 18 5.4 Aanbevolen maatregelpakketten ............................................................................ 19 5.5 Praktische informatie over maatregelen ................................................................. 26 6 CONCLUSIES EN AANVEBELINGEN .......................................................................... 27
4
2. INLEIIDNG
2.1
Opdracht en doelstelling
De klant wil zijn aangekochte gebouw graag zo veel mogelijk verduurzamen. Hiervoor wil hij een maatwerkadvies uitgevoerd hebben zodat hij duidelijk kan zien welke investeringen leiden tot welke besparingen.
2.2
Ambitieniveau
De klant wil zijn aangekochte gebouw graag zo veel mogelijk verduurzamen. Alle zaken moeten hierin meegenomen worden ongeacht de kosten. Wel moet er realistisch naar de te implementeren mogelijkheden worden gekeken.
2.3
Uitgangspunten en randvoorwaarden
Volledige verduurzaming gebouw.
2.4
Werkwijze
Er is een opname van het gebouw gedaan waarin werd gekeken naar onder meer de levensduur van de componenten die als besparingsoptie zijn aangemerkt. Het is in dit gebouw zo dat het hele gebouw toch al gerenoveerd moest worden hierdoor is het nog interessanter in de terugverdientijd om bepaalde energiebesparende maatregelen te treffen. Voor de meeste besparingsopties is gekeken naar de totaalkosten. Voor wat betreft de verlichting (toepassen van LED verlichting) is de meerprijs t.o.v. conventionele verlichting doorgerekend.
2.5
Leeswijzer
In dit rapport vindt u een compleet energiebesparingsadvies voor uw gebouw. Eerst wordt in hoofdstuk 3 de huidige staat van het gebouw beschreven. In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de klimaatinstallaties, de bouwkundige constructies en de energiesectoren voor het energie-onderzoek. Voorts komt in hoofdstuk 4 de energieprestatie van het gebouw aanbod. Naast het energielabel dat verplicht is bij verhuur en verkoop van het gebouw, wordt ook het gas, elektrisch en warmtegebruik van het gebouw in kaart gebracht. Vervolgens wordt in hoofdstuk 5 het daadwerkelijke energie-advies behandeld. Met behulp van verschillende maatregelpakketten krijgt u inzicht in de mogelijke energiebesparingen, comfortverbeteringen, kosten, baten en terugverdientijden. Tenslotte worden in hoofdstuk 6 de conclusies en aanbevelingen voor energiebesparing gepresenteerd.
5
3
BESCHRIJVING VAN HET GEBOUW
3.1
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de technische gegevens beschreven van het gebouw. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de klimaatinstallaties, de bouwkundige constructies en energiesectoren. Deze drie onderdelen bepalen samen de energetische kwaliteit van uw gebouw. 3.2
Algemene gegevens
Het energie-advies heeft betrekking op het gebouw met onderstaande gegevens: Tabel 2 Algemene gegevens van het gebouw
Adres
Straatnaam 1 1234 BH Rotterdam
SBI-code Bouwjaar Renovatiejaar Inspectiedatum
3.3
1920 25 november 2009
De klimaatinstallatie(s)
3.3.1 Overzicht klimaatinstallaties Eén of meerdere klimaatinstallaties hebben als taak het gebouw behaaglijk te houden. Voor dit energie-onderzoek is het gebouw in één of meerdere energiesectoren onderverdeeld. Elke energiesector is aangesloten op een klimaatinstallatie. De kwaliteit van de klimaatinstallatie bepaalt voor een belangrijk deel uw energiegebruik. In Tabel 3 wordt een overzicht gepresenteerd van de klimaatinstallaties in het gebouw. In de volgende subparagrafen worden deze installaties nader omschreven. Tabel 3 Overzicht klimaatinstallaties in het gebouw
Klimaatinstallatie Installatie 1
2
Opp. [m ] 1.275,0
Vent Natuurlijke ventilatie
Verw X
Koel
Tap X
Bev
Zon
3.3.2 Ventilatievoorzieningen Ventilatie is noodzakelijk voor een gezond gebouw. Naast aanvoer van verse lucht, kan de ventilatielucht ook worden gebruikt om het gebouw te verwarmen, koelen of bevochtigen. Ventilatie kan op natuurlijke wijze bijvoorbeeld met te openen ramen of luchtroosters plaatsen. Daarnaast kunnen ook ventilatoren worden ingezet, men spreekt dan van een mechanisch ventilatiesysteem. Wanneer sprake is van zowel mechanische toevoer als afvoer, dan is er warmteterugwinning mogelijk: de warmte uit de afvoerlucht kan worden gebruikt om de toevoerlucht voor te verwarmen. In
6
Tabel 4 wordt het ventilatiesysteem van het gebouw samengevat.
7
Tabel 4 Ventilatievoorzieningen in het gebouw
Klimaatinstallatie Installatie 1
Systeem Natuurlijke ventilatie
Voorziening in gevel Draairamen
Warmteterugwinning Geen
3.3.3 Ruimteverwarming Om de ruimtes in het gebouw te verwarmen, is er een warmte-opwekker nodig. Voorts moet de warmte naar de ruimtes worden gedistribueerd, waar het doormiddel van bijvoorbeeld radiatoren, convectoren of luchtroosters wordt afgegeven. In Tabel 5 vindt u de belangrijkste gegevens van de verwarmingsinstallatie. Tabel 5 Ruimteverwarming in het gebouw
Klimaatinstallatie Installatie 1
Opwekking Warmtelevering door derden
Distributie Water
Pompregeling Geen pompen
3.3.4 Ruimtekoeling In veel utiliteitsgebouwen is koeling aanwezig om te voorkomen dat het gebouw in de zomer te warm wordt. Net als bij ruimteverwarming, moet voor ruimtekoeling de koude worden opgewekt en getransporteerd naar de gekoelde ruimtes (zie Tabel 6). Tabel 6 Ruimtekoeling in het gebouw
Klimaatinstallatie Installatie 1
Opwekking Geen koeling
Distributie
Pompregeling
3.3.5 Warm tapwater Voor het bereiden van warm tapwater kunnen allerlei opwekkers worden gebruikt. Hoe verder de tappunten van deze opwekker verwijderd zijn, hoe meer energie verloren gaat in de warmwaterleidingen. In Tabel 7 wordt de warm tapwaterinstallatie beschreven. Tabel 7 Warm tapwaterbereiding in het gebouw
Klimaatinstallatie Installatie 1
Opwekking Warmtelevering door derden
Distributie Een of meer punten verder dan 3 meter
3.3.6 Bevochtiging In sommige gebouwen vindt bevochtiging van de lucht plaats. Hiervoor zijn verschillende systemen beschikbaar. In Tabel 8 worden gegevens voor de eventuele bevochtiging van het gebouw weergegeven. Tabel 8 Bevochtiging in het gebouw
Klimaatinstallatie Installatie 1
Systeem Geen bevochtiging
Distributie
Vochtterugw.
3.3.7 Zonne-energie Het laatste onderdeel van de klimaatinstallatie is zonne-energie. Hieronder worden zonnecollectoren (thermisch) en zonnepanelen (elektrisch) beschouwd. In Tabel 9 worden de zonnesystemen van het gebouw opgesomd.
8
Tabel 9 Zonne-energie toegepast in het gebouw
Klimaatinstallatie -
3.4
2
Opp. [m ]
Systeem
Specificatie
De bouwkundige constructies
Gevels, ramen, vloeren, daken en deuren zijn allemaal bouwkundige constructies. De isolatiewaarde van een constructie bepaalt voor een aanzienlijk deel hoeveel warmte uit het gebouw naar buiten kan ontsnappen. Bij een hogere isolatiewaarde is minder verwarmingsenergie benodigd, maar kan wel de koelbehoefte vergroten. In de Tabel 10 vindt u de thermische eigenschappen van de bouwkundige constructies van het gebouw. De Rc-waarde wordt gebruikt voor dichte constructies: hoe hoger de waarde, hoe hoger de isolatiegraad. Voor ramen (en soms voor dichte constructies) wordt de Uwaarde gehanteerd: hoe lager de U-waarde, hoe hoger de isolatiegraad. Tenslotte staat de ZTA-waarde voor het percentage zonlicht dat door een raam naar binnen kan komen. Tabel 10 Bouwkundige constructies in het gebouw
Constructie Wand Wand Souterain Wand (achter te plaatsen lambrisering) Raam Raam Dak Deur Vloer Dak Plat Dak
Type Wand Wand Wand
Raam Raam Deur Vloer Dak Dak
Rc 2 [m K/W] 0,19 0,19 0,19
U 2 [m K/W]
ZTA [%]
5,10 4,10
80 70
0,59 0,15 0,39 0,39
Voor het bepalen van het energiecertificaat voor het gebouw, moet het ISSO beslisdiagram worden toegepast op de bouwkundige constructies. In Tabel 11 worden de beslissingen per constructie samengevat. Tabel 11 Verantwoording ISSO-beslisdiagram voor constructies
Constructie Wand Wand Souterain Wand (achter te plaatsen lambrisering) Raam Raam Dak
Beslissingen Geen isolatie Geen isolatie Geen isolatie
Deur
D02 Geisoleerde deur Geen isolatie Geen isolatie Geen isolatie
Vloer Dak Plat Dak
Hout of kunststof Metaal
Enkel glas Enkel glas met voorzetraam
Spouw aanwezig Spouw aanwezig
9
3.5
De energiesector(en)
Energiesectoren zijn groepen van ruimtes in het gebouw. Een gebouw kan worden onderverdeeld in één of meerdere sectoren. In een energiesector komt alles samen. Elke sector heeft zijn eigen gebruiksfuncties, is aangesloten op een klimaatinstallatie, heeft allerlei bouwkundige constructies, apparaten en verlichting.
3.5.1 Organisatie en gebruik De organisatie en het gebruik van het gebouw bepaald in belangrijke mate het energiegebruik van het gebouw. Bij een hoge personele bezetting, lange gebruikstijden, en hoge temperatuurinstellingen zal het energiegebruik hoog zijn. In Tabel 12 wordt de indeling in energiesectoren met de bijbehorende netto gebruiksoppervlaktes en gebruiksfuncties gepresenteerd. Tabel 12 Overzicht energiesectoren met bijbehorende oppervlaktes en gebruiksfuncties
Energiesector Gebouw
2
NVO [m ] 1.275,0
Gebruiksfunctie Kantoor
Voorts wordt in Tabel 13 de personele bezetting per energiesector opgesomd. De bezettingsgraad staat voor het gemiddelde percentage van de personen die tijdens de gebruikstijden (zie Tabel 14) daadwerkelijk aanwezig zijn. Tabel 13 Personele bezetting van het gebouw
Energiesector Gebouw
Personen [] 60
Bezettingsgraad [%] 100
Tabel 14 Gebruikstijden van de energiesectoren
Energiesector Gebouw
Weken/jaar 50
Dagen/wee k 5
Uren/dag
Onderbreking
9.00 tot 18.00 uur
geen
Tenslotte worden in Tabel 15 de gemiddelde binnentemperaturen getoond. De gemiddelde binnentemperatuur tijdens gebruikstijd liggen veelal rondom de ingestelde temperaturen (setpoints) van de klimaatinstallatie. Voor ruimteverwarming wordt ook rekening gehouden met de temperatuur buiten gebruikstijd. Deze temperatuur kan afwijken van de ingestelde temperatuur van de klimaatinstallatie. Wanneer de nachttemperatuur op 15 °C staat ingesteld, betekent dat niet dat het ’s nacht ook altijd gemiddeld deze temperatuur is. Tabel 15 Gemiddelde binnentemperaturen van de energiesectoren
Energiesector Gebouw
Tijdens gebruik verwarming [°C] 19,0
Buiten gebruik verwarming [°C] 15,0
Tijdens gebruik koeling [°C] 24,0
10
3.5.2 Afmetingen en constructies In Tabel 16 vindt u alle afmetingen van de bouwkundige constructies in het gebouw met de bijbehorende oriëntaties en begrenzingen. De isolerende eigenschappen van deze constructies kunt u vinden in paragraaf 3.4 (De bouwkundige constructies). Tabel 16 Afmetingen, oriëntaties en begrenzingen van de bouwkundige constructies
Energiesector Gebouw
2
Opp [m ] 36,8 83,8 7,0 45,2 120,3 36,8 90,2 45,2 125,4 2,8 256,0 93,0 65,0 56,0 76,0 42,0 22,0 65,0 76,7 69,3 71,0 47,2
67,6
50,8
72,1
Constructie Wand Souterain Wand Deur Wand Souterain Wand Wand Souterain Wand Wand Souterain Wand Deur Vloer Dak Dak Dak Dak Plat Dak Raam Dak Raam Raam Raam Raam Wand (achter te plaatsen lambrisering) Wand (achter te plaatsen lambrisering) Wand (achter te plaatsen lambrisering) Wand (achter te plaatsen lambrisering)
Orientatie West West West Zuid Zuid Oost Oost Noord Noord Noord Horizontaal Zuid West Oost Noord Horizontaal Horizontaal West Zuid Oost Noord West
Begrenzing Grond Buitenlucht Buitenlucht Grond Buitenlucht Grond Buitenlucht Grond Buitenlucht Buitenlucht Grond Buitenlucht Buitenlucht Buitenlucht Buitenlucht Buitenlucht Buitenlucht Buitenlucht Buitenlucht Buitenlucht Buitenlucht Buitenlucht
Zuid
Buitenlucht
Oost
Buitenlucht
Noord
Buitenlucht
11
3.5.3 Klimatisering Elke energiesector is aangesloten op een klimaatinstallatie. Tabel 17 biedt een overzicht van de energiesectoren en klimaatinstallaties. In dit overzicht wordt ook vermeld van welke installatie-onderdelen de energiesector gebruikmaakt. Voor meer informatie over de klimaatinstallaties, kunt u paragraaf 3.3 (De klimaatinstallatie(s)) raadplegen. Tabel 17 Klimatisering van de energiesectoren
Energiesector Gebouw
Klimaatinstallatie Installatie 1
Verw X
Koel
Tap X
Bev
Zon
Vervolgens geeft Tabel 18 het ventilatiesysteem en de bijbehorende ventilatievouden per energiesector weer. Een ventilatievoud van bijvoorbeeld 2,0 betekent dat in een uur evenveel verse lucht wordt ingeblazen als twee keer de inhoud van de energiesector. Het getal tussen haakjes geeft het ventilatievoud buiten gebruikstijden weer. Tabel 18 Ventilatiegegevens van de energiesectoren
Energiesector
Gebouw
Systeem
Natuurlijke ventilatie [-/h]
Natuurlijke ventilatie
0,75 (0,00)
Mechanisch e ventilatie [/h] 0,00 (0,00)
Warmteterug -winning Geen
3.5.4 Opgestelde apparatuur Naast de klimaatinstallatie bevindt zich ook andere apparatuur in het gebouw. Voorbeelden zijn computers, kopieermachines, telefooncentrales et cetera. Deze apparaten verbruiken veelal elektriciteit, maar soms ook gas of stoom. Voorts geven deze apparaten ook warmte af in het gebouw. In Tabel 19 wordt de opgestelde apparatuur per energiesector weergegeven. Tabel 19 Overige apparatuur in de energiesectoren
Energiesector Gebouw
Apparaat Apparatuur
Type Elektrisch apparaat
Jaarlijks verbruik 5,0 W/m2 (tijdens gebruik)
12
3.5.5 Verlichting Tenslotte is het gebouw voorzien van verlichting. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen drie typen verlichting: Basisverlichting (zie
Tabel 20), dit is de verlichting van de werkplekken, gangen, kantines en dergelijke. Deze verlichting staat aan tijdens gebruikstijden en geeft warmte af in het gebouw. Accentverlichting (zie Tabel 21), deze verlichting wordt bijvoorbeeld voor decoratieve doeleinden gebruikt, zoals spotjes in winkeletalages. Deze verlichting kan ook buiten de gebruikstijden aan staan. Overige verlichting (zie Tabel 21), deze verlichting kan net als accentverlichting afwijkende branduren hebben dan de gebruikstijden. Daarnaast bevindt overige verlichting zich niet in de verwarmde ruimtes van het gebouw. Voorbeelden zijn buitenverlichting en verlichting in parkeergarages.
Tabel 20 Basisverlichting in de energiesectoren
Energiesector Gebouw
Verlichtingsgroep Groep
Perc. sector 100,0 %
Vermogen
Regeling
15,0 W/m2
Vertrek
Tabel 21 Andere verlichting in de energiesectoren
Energiesector -
Verlichtingsgroep
Type
Vermogen
Branduren
13
4
4.1
ENERGIEGEBRUIK HUIDIGE SITUATIE
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het energiegebruik van het gebouw in de huidige situatie behandeld. Hiervoor is het geattesteerde EPA-U programma van Vabi Software BV gebruikt. Als eerste komt het energielabel in het kader van de Europese richtlijn (EPBD) aan bod. Vervolgens krijgt u een overzicht van de totale energiegebruiken per energiedrager en per deelpost. Voorts wordt het berekende energiegebruik afgezet tegen het werkelijk gemeten energiegebruik. Tenslotte krijgt u een indicatie van het thermische comfort van het gebouw.
4.2
Het energielabel
De Europese richtlijn ‘Energieprestatie voor gebouwen' (EPBD 2002/91/EC) stelt dat voor elk gebouw bij verandering van huurder of eigenaar transparantie over de energetische kwaliteiten gegeven moet worden. In Nederland is hiervoor het energiecertificaat opgesteld. Het energiecertificaat geeft de energetische kwaliteit van het gebouw weer met de energieindex en het bijbehorende energielabel. Het energielabel heeft een vergelijkbare vormgeving als de labels voor witgoed en auto's. Met behulp van de geattesteerde EPA-U software van Vabi Software BV is het energielabel voor het gebouw berekend (zie Tabel 22). Hierbij is ook een lijst met standaard maatregelen opgenomen, waarmee het energielabel verbeterd zou kunnen worden. Tabel 22 Het energielabel van het gebouw
Energielabel Energie-index Standaard maatregelen
4.3
G 2,25 - Toepassen isolatie of extra isolatie bij vloeren - Toepassen isolatie of extra isolatie bij gevels en/of panelen - Toepassen isolatie of extra isolatie bij daken - Toepassen HR-beglazing - Toepassen spaarlampen en/of HF-verlichting met spiegeloptiekarmaturen - Toepassen veegschakeling, daglichtschakeling en/of aanwezigheidsdetectie voor verlichting - Toepassen kierdichting
Het berekende energiegebruik
Naast het energielabel is met de EPA-U software ook het energiegebruik berekent. Hierbij is het referentieklimaat TRY De Bilt gebruikt, zodat de berekende verbruiken onafhankelijk zijn van de verschillen in het weer per jaar. In
14
Tabel 23 worden het totale gebruik per energiedrager (gas, elektriciteit en warmte) samengevat. Daaronder worden voor het gas-, elektrisch en warmteverbruik samen het totale primaire energiegebruik en de CO2-emissie getoond. Daarbij zijn de totalen ook per vierkante meter netto gebruiksoppervlak weergegeven. Zo kunt u het energiegebruik van verschillende gebouwen met elkaar vergelijken.
15
Tabel 23 Energiegebruik in de huidige situatie
Energiedrager Gasverbruik Elektriciteitsverbruik Warmteverbruik Primaire energie CO2-emissie
Totaal 0 53.072 831,5 1.321.405 102.962
2
Per m NVO 0,0 41,6 0,7 1.036,4 80,8
Eenheid 3 m /jaar kWh/jaar GJ/jaar MJ/jaar kg/jaar
Voorts wordt in het cirkeldiagram in Figuur 1 en in
16
Tabel 24 het primaire energiegebruik per deelpost gepresenteerd. Dit geeft een goed beeld welke post het meeste energiegebruik omvat. In de tabel vindt u ook de eventuele energiebijdrage van zonnepanelen (PV) en warmtekrachtinstallaties (WKK).
Verdeling deelposten
27%
verwarming koeling tapwater bevochtiging pompen
ventilatoren 10%
apparaten verlichting
0% 0% 0%
62%
0%
1%
Figuur 1 Energiegebruik per deelpost in de huidige situatie
17
Tabel 24 Energiegebruik per deelpost in de huidige situatie
Deelpost Verwarming Koeling Tapwater Bevochtiging Verlichting Apparatuur Ventilatoren Pompen PV-cellen Warmtekracht TOTAAL
4.4
Totaal 822.657 0 8.854 0 357.490 132.404 0 0 0 0 1.321.405
2
Per m NVO 645,2 0,0 6,9 0,0 280,4 103,8 0,0 0,0 0,0 0,0 1.036,4
Eenheid MJ/jaar MJ/jaar MJ/jaar MJ/jaar MJ/jaar MJ/jaar MJ/jaar MJ/jaar MJ/jaar MJ/jaar MJ/jaar
Controle met werkelijke meterstanden
Het gemeten energiegebruik voor de periode Januari 1990 t/m Mei 1990 is met behulp van de EPA-U software vergeleken met het berekende energiegebruik. Hierbij is in de berekening gerekend met de klimaatgegevens van het KNMI voor de genoemde periode met locatie DE KOOY. De resultaten zijn samengevat in het staafdiagram in Figuur 2 en in
18
Tabel 25.
Afwijking gemeten en berekend energiegebruik
warmtelevering
2,64
elektriciteit
gas
0,51
0,00
0,00
0,50
1,00
1,50 Afwijking [%]
2,00
2,50
3,00
Figuur 2 Afwijking berekend ten opzichte van gemeten energiegebruik
19
Tabel 25 Gemeten versus berekend energiegebruik
Energiedrager Gasverbruik Elektriciteitsverbruik Warmteverbruik
4.5
Gemeten 0,00 22.000,00 352,00
Berekend 0 22.113 361,3
Eenheid 3 m kWh GJ
Afwijking 0,0 % 0,5 % 2,6 %
Thermisch comfort
Naast energiegebruik speelt het thermisch comfort een belangrijke factor in een energiebesparingsonderzoek. Een goed geïsoleerd gebouw kan dan wel een laag energiegebruik voor verwarming hebben, maar levert wel risico’s op te hoge binnentemperaturen in de zomerperiode. In het staafdiagram in Figuur 3 wordt dit risico weergegeven. U vindt hier het aantal energiesectoren met een laag, een matig en een hoog risico op temperatuuroverschrijdingen.
Risico op temperatuuroverschrijding in sectoren
hoog
matig
laag
0,00
0,20
0,40 0,60 0,80 Risico [aantal sectoren]
1,00
1,20
Figuur 3 Risico op temperatuuroverschrijding in de energiesectoren
20
5
5.1
ENERGIEBESPARINGSADVIES
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt het energiebesparingsadvies voor het gebouw gepresenteerd. Allereerst wordt een inventarisatie gegeven van de reeds getroffen en onderzochte maatregelen voor het gebouw. Vervolgens komen de mogelijke maatregelen aan bod. Hierbij ziet u direct per maatregel de financiële en energetische consequenties. Wanneer meerdere maatregelen worden toegepast, hebben deze maatregelen veelal invloed op elkaar. Daarom wordt vooral aandacht besteed aan de aanbevolen pakketten van maatregelen. Hierbij worden de energetische, financiële en comfortgevolgen van de pakketten uitgebreid toegelicht. Tenslotte komen enkele praktische tips over het uitvoeren van maatregelen aan de orde.
5.2
Reeds getroffen en onderzochte maatregelen
Er zijn in dit pand momenteel nog geen energiebesparende maatregelen getroffen. Het goed om een oud leegstaand pand wat optimaal moet worden gerenoveerd om een zo hoog mogelijk energielabel te krijgen.
5.3
Overwogen maatregelen
In Tabel 26 vindt u een overzicht van de overwogen maatregelen en de energetische en financiële gevolgen in dit energiebesparingsonderzoek. Het gaat hier om de effecten van de losse maatregelen. De effecten van pakketten maatregelen worden in de volgende paragraaf uitgebreid behandeld. Tabel 26 Overzicht van overwogen maatregelen voor energiebesparingsadvies
Investering [€]
NCW [€]
Wand isoleren Rc 2
49.123
Wand met lambrisering isoleren Rc 2.56 Raam
26.097
9.790
22.719 11.241 83.350 -6.921
9.790
-6.665
44.055
26.978 -1.774 66.966
Maatregel
Vervangen enkel glas in dak met voorzetraam Vervangen enkel glas in dak met HR++ Dak isoleren Rc 2,5 PV Zonnecellen (Stroom) Spaarlampen en minder verlichting Toepassen
125.490
4.450 11.500
Label [A++ t/m G]
Energiebesparin g [€/jaar]
G
1.327
CO2reducti e [%/jaar] 16,1
32,4
G
784
9,5
90,2
G
976
11,9
140, 0 104, 2 64,1
G
36
0,4
G
61
0,7
G
560
6,8
31,1 2,1
G G
135 7.135
0,3 10,8
TVT [jaar ] 35,4
21
5.4
Aanbevolen maatregelpakketten
5.4.1 Overzicht van maatregelpakketten In deze paragraaf worden de aanbevolen pakketten met maatregelen voor het gebouw behandeld. In de verschillende subparagrafen vindt u gegevens over de samenstelling van de pakketen, de verwachte energiebesparing, de financiële gevolgen en de gevolgen voor het thermische comfort. In Tabel 27 wordt de samenstelling van de pakketten weergegeven met de bijbehorende kosten en subsidie per maatregel. Tabel 27 Overzicht van de aanbevolen pakketten met maatregelen
Maatregelpakket
Maatregelen
Dak Wand
Dak isoleren Rc 2,5 Wand isoleren Rc 2 Wand met lambrisering isoleren Rc 2.56 Raam Vervangen enkel glas in dak met voorzetraam PV Zonnecellen (Stroom) Spaarlampen en minder verlichting Toepassen Wand isoleren Rc 2 Wand met lambrisering isoleren Rc 2.56 Raam Vervangen enkel glas in dak met voorzetraam Dak isoleren Rc 2,5 Spaarlampen en minder verlichting Toepassen Vervangen enkel glas in dak met HR++ PV Zonnecellen (Stroom)
Raam Glas in dak met voorzetraam PV Cellen Spaarlampen en minder verlichting toepassen Uit te voeren werkzaamheden
Glas in dak met HR++ PV cellen
Kosten [€] 49.500 55.195 29.322
Subsidie [€] 5.445 6.071 3.225
141.000 11.000
15.510 1.210
5.000 12.000
550 500
55.195 29.322
6.071 3.225
141.000 11.000
15.510 1.210
49.500 12.000
5.445 500
11.000
1.210
5.000
550
22
5.4.2 Verwachte energiebesparing In Figuur 4 vindt u de primaire energiebesparing in procenten ten opzichte van de huidige situatie. Bij de energieberekeningen is uitgegaan van het referentieklimaat TRY De Bilt om de weersinvloed van verschillende jaren te voorkomen.
Energiebesparing per maatregelpakket PV cellen
0,36
Glas in dak met HR++
0,66
Uit te voeren werkzaamheden
55,11
Spaarlampen en minder verlichting toepassen
15,05
PV Cellen
0,36
Glas in dak met voorzetraam
0,39
Raam
10,55
Wand
22,71
Dak
6,06 0
10
20 30 40 besparing [%/jaar]
50
60
Figuur 4 Relatieve energiebesparing ten opzichte van de huidige situatie
Voorts wordt in Tabel 28 de energiebesparing in procenten voor gas, elektriciteit en warmte afzonderlijk gepresenteerd. Tabel 28 Relatieve energiebesparing ten opzichte van de huidige situatie
Maatregelpakket Huidige situatie Dak Wand Raam Glas in dak met voorzetraam PV Cellen Spaarlampen en minder verlichting toepassen Uit te voeren werkzaamheden Glas in dak met HR++ PV cellen
Gas besparin g 0,0 0,0 % 0,0 % 0,0 % 0,0 % 0,0 % 0,0 %
Elektr. besparin g 0,0 0,0 % 0,0 % 0,0 % 0,0 % 1,0 % 48,6 %
Warmte besparing
0,0 % 0,0 % 0,0 %
48,6 % 0,0 % 1,0 %
58,9 % 1,0 % 0,0 %
0,0 9,6 % 36,1 % 16,8 % 0,6 % 0,0 % -4,7 %
23
Om een indicatie te geven van de besparingen, worden de berekende energiegebruiken voor zowel de huidige situatie als de maatregelpakketten in Tabel 29 weergegeven. Tabel 29 Energiegebruik van de maatregelpakketten en de huidige situatie
Maatregelpakket Huidige situatie Dak Wand Raam Glas in dak met voorzetraam PV Cellen Spaarlampen en minder verlichting toepassen Uit te voeren werkzaamheden Glas in dak met HR++ PV cellen
Gas 3 [m /jaar] 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Elektr. [kWh/jaar] 53.072 53.072 53.072 53.072 53.072 52.555 27.253
Warmte [GJ/jaar] 831,5 751,5 531,4 692,1 826,3 831,5 871,0
27.253 53.072 52.555
341,6 822,8 831,5
De maatregelpakketten hebben ook invloed op het energielabel. In de staafdiagram in Figuur 5 en in
24
Tabel 30 wordt hiervan een samenvatting gegeven.
Energie-index per maatregelpakket PV cellen
2,24
Glas in dak met HR++
2,23
Uit te voeren werkzaamheden
0,92
Spaarlampen en minder verlichting toepassen
1,99
PV Cellen
2,24
Glas in dak met voorzetraam
2,24
Raam
1,95
Wand
1,65
Dak
2,09 0
0,5
1 1,5 energie-index [-]
2
2,5
Figuur 5 Energie-index van de maatregelpakketten
25
Tabel 30 Energielabel van de maatregelpakketten
Maatregelpakket Huidige situatie Dak Wand Raam Glas in dak met voorzetraam PV Cellen Spaarlampen en minder verlichting toepassen Uit te voeren werkzaamheden Glas in dak met HR++ PV cellen
EI [-] 2,25 2,09 1,65 1,95 2,24 2,24 1,99
E.label G G F G G G G
0,92 2,23 2,24
A G G
5.4.3 Verwachte kostenbesparing Met behulp van de EPA-U software zijn financiële berekeningen voor de maatregelpakketten uitgevoerd. In Figuur 6 worden de terugverdientijden per pakket weergegeven. Bij deze terugverdientijden is rekening gehouden met inflatie, stijging van energieprijzen en een rente op de investering.
Terugverdientijd per maatregelpakket PV cellen
31,04
Glas in dak met HR++
104,18
Uit te voeren werkzaamheden
24,75
Spaarlampen en minder verlichting toepassen
2,11
PV Cellen
31,04
Glas in dak met voorzetraam
140,03
Raam
90,22
Wand
34,44
Dak
64,12 0
20
40 60 80 100 120 terugverdientijd [jaar]
140
160
Figuur 6 Terugverdientijden van de maatregelpakketten
26
Voorts vindt u in Figuur 7 de netto contante waarde van de pakketten met maatregelen. Een waarde boven nul euro betekent een positieve investering.
Netto Contante Waarde per maatregelpakket PV cellen
-1.773,28
Glas in dak met HR++
-6.664,53
Uit te voeren werkzaamheden
-83.902,84
Spaarlampen en minder verlichting toepassen
67.068,16
PV Cellen
-1.773,28
Glas in dak met voorzetraam
-6.920,70
Raam
-83.349,82
Wand
-34.069,70
Dak
-26.977,53
-100.000,00 -60.000,00 -20.000,00 20.000,00 NCW [euro]
60.000,00
Figuur 7 Netto Contante Waarde van de maatregelpakketten
In Tabel 31 worden diverse financiële kengetallen voor de pakketten opgesomd. De eenvoudige terugverdientijd (ETVT), de terugverdientijd verdisconteerd met rente, inflatie en stijging van energieprijzen (TVT), de netto contante waarde (NCW), de interne rentabiliteit (IR) en de gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR). Tabel 31 Financiële kengetallen voor de maatregelpakketten
Maatregelpakket Dak Wand Raam Glas in dak met voorzetraam PV Cellen Spaarlampen en minder verlichting toepassen Uit te voeren werkzaamheden Glas in dak met HR++ PV cellen
ETVT [jaar] 78,6 35,8 128,6 270,3 33,0 1,6
TVT [jaar] 64,1 34,4 90,2 140,0 31,0 2,1
NCW [€] -26.977,5 -34.069,7 -83.349,8 -6.920,7 -1.773,3 67.068,2
IR [%] -8,0 % -4,0 % -9,0 % -11,0 % -4,0 % 99,0 %
GBR [%] 6,5 % 9,2 % 5,6 % 4,8 % 9,6 % 125,3 %
24,5 161,4 33,0
24,8 104,2 31,0
-83.902,8 -6.664,5 -1.773,3
-1,0 % -10,0 % -4,0 %
11,6 % 5,3 % 9,6 %
27
Voor de kostenbesparing per energiedrager biedt Tabel 32 een overzicht. De genoemde kostenbesparingen zijn berekend op basis van het referentieklimaat en kunnen in het werkelijke klimaat per jaar afwijken. Tabel 32 Besparing op de energiekosten van de maatregelpakketten
Maatregelpakket Dak Wand Raam Glas in dak met voorzetraam PV Cellen Spaarlampen en minder verlichting toepassen Uit te voeren werkzaamheden Glas in dak met HR++ PV cellen
Gas [€/jaar] 0 0 0 0 0 0
Elektr. [€/jaar] 0 0 0 0 135 7.421
Warmte [€/jaar] 560 2.100 976 36 0 -276
Totaal [€/jaar] 560 2.100 976 36 135 7.145
0 0 0
7.421 0 135
3.429 61 0
10.850 61 135
Voor de financiële kengetallen is met de energieprijzen volgens Tabel 33 gerekend. Voor de economische gegevens is gerekend met de waarden volgens
28
Tabel 34. Tabel 33 Gehanteerde energieprijzen voor de financiële berekeningen
Gas 3 [€/m ] 0,45
Elektr. [€/kWh] 0,25
Warmte [€/GJ] 7,00
Wand
0,45
0,25
7,00
Raam
0,45
0,25
7,00
Glas in dak met voorzetraam
0,45
0,25
7,00
PV Cellen
0,45
0,25
7,00
0,45
0,25
7,00
Uit te voeren werkzaamheden
0,45
0,25
7,00
Glas in dak met HR++
0,45
0,25
7,00
PV cellen
0,45
0,25
7,00
Maatregelpakket Dak
Spaarlampen en verlichting toepassen
minder
Stijging [%/jaar] 4,0% | 4,0% | 4,0% 4,0% | 4,0% | 4,0% 4,0% | 4,0% | 4,0% 4,0% | 4,0% | 4,0% 4,0% | 4,0% | 4,0% 4,0% | 4,0% | 4,0% 4,0% | 4,0% | 4,0% 4,0% | 4,0% | 4,0% 4,0% | 4,0% | 4,0%
29
Tabel 34 Economische gegevens voor de financiële berekeningen
Maatregelpakket Dak Wand Raam Glas in dak met voorzetraam PV Cellen Spaarlampen en minder verlichting toepassen Uit te voeren werkzaamheden Glas in dak met HR++ PV cellen
Investering [€]
EIA [€]
Looptijd [jaar]
Inflatie [%/jaar] 2,0 % 2,0 % 2,0 % 2,0 % 2,0 % 2,0 %
Discont o [%/jaar] 5,0 % 5,0 % 5,0 % 5,0 % 5,0 % 5,0 %
Belastin g [%] 35,0 % 35,0 % 35,0 % 35,0 % 35,0 % 35,0 %
44.055 75.220 125.490 9.790 4.450 11.500
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
15,00 15,00 15,00 15,00 15,00 15,00
266.055 9.790 4.450
0,00 0,00 0,00
15,00 15,00 15,00
2,0 % 2,0 % 2,0 %
5,0 % 5,0 % 5,0 %
35,0 % 35,0 % 35,0 %
5.4.4 Gevolgen voor het thermisch comfort Tenslotte wordt in Figuur 8 het aantal sector met een laag, matig en hoog risico op temperatuuroverschrijding getoond. Het risico op te hoge binnentemperaturen kan bij voorkeur door passieve maatregelen worden verlaagd. Voorbeelden zijn zonwering, glas met zonwerende coating, nachtventilatie en een efficiënter gebruik verlichting en apparatuur. Wanneer passieve maatregelen niet het gewenste effect hebben, kan een koelinstallatie worden ingezet.
Risico op temperatuuroverschrijding per maatregelpakket PV cellen
0 0
Glas in dak met HR++
0 0
Uit te voeren werkzaamheden
0 0
Spaarlampen en minder verlichting toepassen
0 0
PV Cellen
0 0
Glas in dak met voorzetraam
0 0
Raam
0 0
Wand
0 0
Dak
0 0
0,00
hoog [-]
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00 0,20
matig [-]
0,40 0,60 0,80 aantal sectoren [-]
1,00
1,20
laag [-]
Figuur 8 Risico op temperatuuroverschrijdingen van de maatregelpakketten
30
5.5
Praktische informatie over maatregelen
5.5.1 Isoleren van constructies Het isoleren van gevels, panelen, vloeren en daken bieden de volgende voordelen: Het comfort gaat omhoog omdat de constructie aan de binnenzijde minder koud wordt en omdat de warmteverliezen door kieren en naden afnemen. De geluidswering van de constructie zal toenemen. Houdt echter rekening met de volgende aandachtspunten: Doordat de geïsoleerde constructie minder lucht doorlaat, moet u zorgen voor voldoende ventilatiemogelijkheden (bijvoorbeeld luchtroosters of te openen ramen). Bij het foutief isoleren van constructies kunnen (vocht)problemen ontstaan. Raadpleeg hiervoor een isolatiespecialist.
5.5.2 Vervangen van glas Het aanbrengen van isolerend glas (HR, HR+ of HR++) biedt de volgende voordelen: Het comfort gaat omhoog omdat er geen koude lucht of straling van het raam afkomt en er nauwelijks nog condensatie plaatsvindt op het glas. Met name wanneer ook de kozijnen vervangen worden, zal het comfort verder omhoog gaan doordat de ventilatieverliezen door kieren en naden afnemen. Met name wanneer ook de kozijnen vervangen worden, zal de geluidswering verbeteren. Houdt echter rekening met de volgende aandachtspunten: Doordat de ramen minder lucht doorlaten, moet u zorgen voor voldoende ventilatiemogelijkheden (bijvoorbeeld luchtroosters of te openen ramen). Wanneer u alleen het glas wilt vervangen en niet de kozijnen, dient u de staat en de dikte van de kozijnen te controleren. Informeer hiernaar bij de glaszetter.
31
6
CONCLUSIES EN AANVEBELINGEN
Gezien de wensen van het verduurzamen van het gebouw zijn de besparingsmogelijkheden zoals in dit rapport aangegeven zeer relevant. Naast de authentieke uitstraling van het gebouw kan er ook gewoon nog een goed energielabel behaald worden door het toepassen van de mogelijkheden zoals in dit rapport benoemd zijn. Zoals al eerder aangegeven is de terugverdientijd van de investeringen wel lang, echter wanneer we kijken naar het feit dat het gebouw toch al gerenoveerd zal moeten worden valt de meerprijs voor het verduurzamen van het gebouw erg mee.
32
SUBSIDIEMOGELIJKHEDEN De energie-investeringsaftrek (EIA) is een fiscale regeling voor ondernemers, die investeren in energiebesparende bedrijfsmiddelen en de toepassing van duurzame energie. Met de EIA heeft u dubbel voordeel: lagere energiekosten èn u betaalt minder inkomsten- of vennootschapsbelasting. 7.1
E.I.A
Steeds meer ondernemers investeren in energiezuinige systemen en duurzame technieken. Zij gebruiken hierdoor minder aardgas en elektriciteit. Door gebruik te maken van de EIAregeling besparen deze bedrijven echter niet alleen direct op de energiekosten. Ze betalen ook een lager bedrag aan inkomsten of vennootschapsbelasting omdat de investeringskosten grotendeels aftrekbaar zijn. Bewust omgaan met energie loont dus, maar hoe werkt de EIAregeling precies? Iedere ondernemer die investeert in duurzame energie of een bedrijfsmiddel dat aan een bepaalde energiebesparingnorm voldoet kan in aanmerking komen voor de EIA. Deze regeling biedt ondernemers een direct financieel voordeel. Maar liefst 44 procent van de investeringskosten van deze bedrijfsmiddelen is, met een maximum van • 108 miljoen per jaar, aftrekbaar van de fiscale winst.
7.1.1
Wie kunnen gebruik maken van de EIA?
De regeling is bedoeld voor ondernemers die belastingplichtig zijn voor inkomsten- of vennootschapsbelasting.
7.1.2
Welke investeringen komen in aanmerking?
Bedrijfsmiddelen die een doelmatig gebruik van energie bevorderen en voldoen aan vastgestelde energieprestatie-eisen komen in aanmerking voor de EIA. Een energieprestatie-eis is bijvoorbeeld een besparingsnorm per geïnvesteerde euro, een rendementseis, een energiekeurmerk etc. Er zijn vijf toepassingsgebieden met elk een eigen energieprestatie-eis: bouwwerken; apparatuur en processen; het gelijktijdig opwekken van warmte en kracht; transportmiddelen; het aanwenden of toepassen van duurzame energie. In de uitgebreide brochure Energielijst 2007 staan voorbeelden van investeringen waarvan in de praktijk is bewezen dat ze voldoen aan de eisen van de EIA. De voorbeeldenlijst is echter niet limitatief; iedere investering die voldoet aan de energieprestatie-eisen komt in aanmerking voor energie-investeringsaftrek. Wel moet, als de investering niet op de voorbeeldenlijst voorkomt, aannemelijk worden gemaakt dat aan de EIA-eisen wordt voldaan.
33
7.1.3
Hoe werkt de EIA-regeling?
Als u een bedrijfsmiddel heeft aangeschaft dat aan een bepaalde energieprestatie-eis voldoet, mag altijd 44 procent van het investeringsbedrag ten laste worden gebracht van de winst over het kalenderjaar waarin het bedrijfsmiddel is aangeschaft. U betaalt uiteindelijk minder inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting.
7.1.4
De hoogte van de EIA
Om in aanmerking te komen voor de EIA moeten de kosten van een bedrijfsmiddel minimaal € 450 bedragen en het totale bedrag aan energie-investeringen per kalenderjaar dient ten minste € 2.100 te zijn. Het bedrag dat u mag aftrekken van de fiscale winst is 44 procent van de investeringskosten met een maximum van 108 miljoen per jaar.
7.2
Vamil
VAMIL staat voor Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen. Dankzij deze regeling bepaalt u zelf wanneer u de investeringskosten van een keukenapparaat van de Milieulijst afschrijft. Hoe snel of langzaam, dat bepaalt u zelf. Het is tevens mogelijk de totale investering al in het jaar van aanschaf volledig af te schrijven. Het voordeel is duidelijk: sneller afschrijven drukt de fiscale winst. Dus hoeft u over dat jaar minder inkomsten- of vennootschapsbelasting te betalen. Uiteraard valt er dan in latere jaren minder af te schrijven. Daarentegen boekt u een liquiditeits- en een rentevoordeel doordat het betalen van belastingen naar de toekomst wordt verschoven. Vang nog meer geld terug van de fiscus door de VAMIL-regeling cumulatief te gebruiken de EIA- of MIA-regeling. Het is echter alleen mogelijk om VAMIL te combineren met EIA of MIA; dus niet EIA én MIA naast VAMIL
7.3
Subsidie fotovoltaïsche zonnepanelen
Vanaf 6 april is het mogelijk subsidie aan te vragen voor de installatie van zonnepanelen. Als uw aanvraag wordt goedgekeurd wordt u daarmee 'groene stroomproducent'. Elke maand ontvangt u dan een vergoeding voor de stroom die u opwekt. U kunt aanvragen indienen voor de categorieën:
Zon PV > 0,6 kWp - ≤ 15 kWp, met een basisbedrag van € 0,526 per kWh geproduceerde elektriciteit Zon PV > 15 kWP – ≤ 100 kWP, met een basisbedrag van € 0,459 per kWh geproduceerde elektriciteit
De SDE 2009 sluit op 30 oktober 2009. Aanvragen voor alle categoriën kunnen nog tot die datum worden ingediend. Voor de categoriën Zon-PV klein én groot, en Biomassa elektriciteit en gas geldt dat deze categoriën inmiddels ruim overtekend zijn. Nieuwe aanvragen hiervoor zullen daarom ook worden afgewezen wegens budgetuitputting.
34
De SDE voor 2010 is vanaf begin januari weer geopend. Voor 2010 is nog geen exacte informatie beschikbaar vandaar nog de informatie van 2009 als voorbeeld. Over 2009 is de vergoeding voor levering van PV-stroom aan het elektriciteitsnet voorlopig vastgesteld op 27,3 cent per kWh voor kleinschalige installaties, en 7,6 cent voor grote installaties. Dit bedrag krijgt u terug van uw energiebedrijf en wordt daarom afgetrokken van het SDE-basisbedrag. De SDE-bijdrage komt daardoor voor kleinschalige installaties uit op 52,6 - 27,3 = 25,3 cent per kWh. Voor grootschalige installaties is dit 45,9 - 7,6 = 38,3 cent per kWh. Ook de elektriciteit die u zelf gebruikt wordt op deze manier van het basisbedrag afgetrokken en verrekend. Voor zonnepanelen is er in 2009 € 88 miljoen beschikbaar voor in totaal 20 MW. Het grootste deel (15 MW) is bestemd voor de kleinere zonnepanelen (de eerste categorie). De subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst. Als het budget is uitgeput, wordt er geloot onder alle aanvragen die op die datum vóór 17.00 uur zijn binnengekomen. Aanvragen die na dit tijdstip binnenkomen worden de volgende werkdag in behandeling genomen. https://www.senternovem.nl/sde/zonnepanelen/ Subsidie 2009 De subsidie wordt verstrekt over een periode van vijftien jaar. Het totale SDE-budget voor 2009 voor Zon-PV is 88 miljoen euro. Dit is voldoende voor honorering van maximaal 20 MW aan projecten. Het grootste deel (15 MW) is bestemd voor de kleinere zonnepaneelsystemen (de eerste categorie).
Rekenvoorbeeld categorie: Zon PV > 0,6 kWp - ≤ 15 kWp Een bedrijf plaatst een Zon-PV-installatie met 4 panelen van gezamenlijk 51,2 m², die een gezamenlijk piekvermogen hebben van 7000 Watt (7,0kWp).
De maximaal subsidieerbare opbrengst van een installatie is 850 uur volle zon per jaar. Deze 850 uur volle zon maal 7000 Watt piekvermogen geeft een jaaropbrengst van 5950 kWh. Het basisbedrag in de subsidieregeling (2009) is: € 0,526 per kWh Gedurende de subsidieperiode van 15 jaar is uw jaarlijkse opbrengst ongeveer ( 5950 kWh * € 0,526 ): € 3129,70
35