RENOVATIEBROCHURE
INHOUD 1. NA-ISOLEREN: MEER COMFORT, LAGERE KOSTEN
4
2. MINIMALISEREN ENERGIECONSUMPTIE IN GEBOUWEN
6
• Nederland: Energie Prestatie Advies (EPA) • Europa: Energie Prestatie Richtlijn voor Gebouwen
3. NA-ISOLATIE CONSTRUCTIES • Renovatie assortiment
4. GEVELS • Inblazen van spouwmuren • Isoleren buitenkant gevel • Isoleren binnenkant gevel
5. DAKEN • Hellend dak • Isoleren van daken met onderdak • Isoleren van gording- en sporendaken • Isoleren van daken zonder onderdak • Vlakdak
6. VLOEREN • Begane grond- en verdiepingsvloeren • Isoleren tegen onderkant betonnen begane grondvloer • Isoleren tussen houten vloerbalken • Zwevende vloeren
7. WANDEN • Houten scheidingswanden • Metalen scheidingswanden • Voorzetwanden
8. TAKING CARE OF COMFORT
2
6 7
10 11
12 14 15 20
26 26 27 28 34 38
40 40 41 44 50
54 55 58 60
62
DE ZORG VOOR COMFORT Alle Rockwool producten dragen in hoge mate bij aan een duurzaam woon-, leef-, werk-, en verblijfscomfort, dankzij een groot aantal unieke producteigenschappen. Daarnaast willen we als Rockwool organisatie onze afnemers allerlei andere vormen van comfort bieden, meteen breed scala ondersteunende services. Die combinatie biedt u de mogelijkheid enegiebesparing, brandveiligheid en milieu integraal te benaderen. Dat isoleert dus gemakkelijker én beter. En dat is een comfortabel gevoel. Wij zorgen er graag voor.
TAKING CARE OF COMFORT 3
1. NA-ISOLEREN: MEER COMFORT, LAGERE KOSTEN
Woningen van vóór de energiecrisis van begin jaren 70 hebben voor veel mensen iets bijzonders. Ze hebben meer sfeer, meer degelijkheid, vaak ook meer ruimte onder de overwegend schuine kappen. Kortom je voelt je gerieflijk in zo’n huis; het past lekker om je heen. Een bezwaar van deze huizen is echter dat de stookkosten vrij hoog zijn: huizen uit die periode zijn vaak niet of slecht geïsoleerd. Onder de houten of steenachtige vloeren is geen isolatie aangebracht, de spouwmuren zijn niet gevuld en de dakconstructies bestaan nog ouderwets uit een sporen- of gordingenkap met (of zonder) dakbeschot en dakpannen. Het enige dat wellicht aan (thermische) isolatie is gedaan, is de dubbele beglazing in de ramen en dan vaak alleen op de woonverdieping.
ISOLEREN IS BELANGRIJK Er waren in de tijd dat deze woningen gebouwd zijn ook nog geen dwingende minimumeisen voor thermische en akoestische isolatie of voor brandveiligheid. Milieu en energiebesparing speelden nog geen rol. We dachten dat energie altijd in overvloed aanwezig zou zijn. Ook de comfortwensen van bewoners lagen nog op een veel lager peil. Het was vanzelfsprekend om in een “ijskast” van een slaapkamer diep weg te kruipen onder de dekens. Dat is tegenwoordig wel even anders. Energie is schaars en wordt met het jaar duurder. We moeten bij nieuwbouw en vergunningsplichtige renovatie aan allerlei regels en voorschriften voldoen om een beperkt energieverbruik te realiseren. Ook de comfortwensen zijn door onszelf naar een hoger plan getild. THERMISCH COMFORT Comfortabel wonen tegen redelijke woonlasten dwingt tot isoleren om energie te besparen. Isoleren is een must; ook voor bestaande, ongeïsoleerde woningen. Een thermisch goed geïsoleerde woning levert een aantal voordelen op. De woonruimte wordt comfortabeler door de stabiele en behaaglijke binnentemperatuur. De “ijskasten” van vroeger worden meer en meer als leefruimte gebruikt en zijn nu ruimtes waar het aangenaam toeven is. Een goede binnentemperatuur in combinatie met voldoende ventilatie voorkomt vocht- en schimmelproblemen. Dat kost minder herstel, maar nog belangrijker - zo heeft onderzoek aangetoond - de bewoner van een comfortabel warme woning leeft gezonder. AKOESTISCH COMFORT In een huis geïsoleerd met steenwol heeft u ook minder geluidsoverlast. Niet alleen van buiten naar binnen (of andersom) via de gevels of het dak, maar ook intern van verdieping naar verdieping of van de ene woning naar een aangrenzende. Eenmaal goed geïsoleerd hebben we minder last van mensen die boven ons hoofd over een houten vloer lopen en is veel minder goed of misschien helemaal niet te volgen waar de mensen in de naastgelegen ruimte over praten. Om het over verkeerslawaai in bijvoorbeeld binnensteden en vliegtuiglawaai maar niet te hebben. MILIEU Na-isoleren loont. Het geeft de bewoner meer comfort en het scheelt in de kosten omdat de energieconsumptie afneemt. Minder energie
4
(verbranding van aardgas) leidt tot minder uitstoot van CO2 en NOX en daarmee weer tot een beter milieu. Uit recent onderzoek door het gerenommeerde onderzoeksbureau Ecofys, “Mitigation of CO2: Emissions from the Building Stock”, blijkt dat de bestaande gebouwenvoorraad ruim 40% van de totale CO2-uitstoot veroorzaakt. Meer dan veroorzaakt wordt door de sectoren industrie en transport. Door de bestaande gebouwenvoorraad goed te isoleren kan in Europa de hoeveelheid broeikasgassen verminderd worden met circa 400 miljoen ton. Dit is meer dan de totale Europese verplichting zoals vastgelegd in het Kyoto-verdrag. BRANDVEILIGHEID Na-isoleren met Rockwool steenwolisolatie heeft nog een extra voordeel. Steenwolisolatie is namelijk brandwerend en onbrandbaar. Een constructie ingepakt met Rockwool isolatie is beter beschermd tegen brand. Branduitbreiding wordt met Rockwool steenwol voorkomen. Het zorgt ongemerkt voor een stuk extra zekerheid waardoor men zich in zijn eigen woning veiliger gaat voelen. Rockwool steenwol is ingedeeld in de hoogste Europese brandveiligheidsklasse A1. VEELZIJDIG PAKKET Om tot een verbetering van het comfort en een verlaging van de (stook-) kosten te komen heeft Rockwool een veelzijdig pakket producten ontwikkeld waarmee iedere vorm van na-isolatie gerealiseerd kan worden. De productie van Rockwool steenwol gebeurt met grote zorg voor het milieu en uiteraard met een minimum aan energie. Steenwol wordt gemaakt van vulkanisch gesteente, waarbij reeds een belangrijk gedeelte van de grondstof bestaat uit gerecycled steenwolmateriaal. Dat is één. Ten tweede bespaart Rockwool isolatie door zijn uitstekende isolerende eigenschappen, gemiddeld tussen de 500 en 1.000 keer de energie en de CO2-uitstoot, die het kost om het te maken. Rockwool steenwol heeft een blijvend hoge isolatiewaarde, is waterafstotend, niet-capillair en niet-hygroscopisch, maar laat wel waterdamp door. Het materiaal zet niet uit, krimpt niet en veroudert niet en kan volledig gerecycled worden. Rockwool steenwol heeft naast uitstekende thermische eigenschappen ook prima akoestische eigenschappen en is onbrandbaar. Na-isoleren met Rockwool steenwol is een prima investering, geeft zekerheid en zorgt voor een aanzienlijke verbetering van het wooncomfort.
5
2. MINIMALISEREN ENERGIECONSUMPTIE IN GEBOUWEN
NEDERLAND: ENERGIE PRESTATIE ADVIES (EPA) Een goed geïsoleerde en tochtvrije bouwschil is voorwaarde en basis voor vermindering van energieverbruik en van de daardoor veroorzaakte luchtvervuiling. Goede thermische isolatie is niet alleen economisch maar ook ecologisch de meest aantrekkelijke oplossing ter verbetering van het wooncomfort. Daarom is het belangrijk om eerst maximaal te isoleren. De dan nog benodigde energie voor verwarming of koeling kan dan veel efficiënter opgewekt worden. In de regel geldt: hoe dikker isoleren hoe beter. Dit geldt zowel voor de thermische, de akoestische als de brandwerende prestatie van een bouwconstructie. Op nationaal en internationaal niveau worden maatregelen ter vermindering van het energieverbruik in gebouwen sterk bevorderd. Voor nieuwbouw, renovaties en uitbreidingen moet in Nederland voldaan worden aan minimum warmteweerstanden die zijn vastgelegd in het Bouwbesluit. Voor renovaties waarbij vergunningen verplicht zijn, gelden dezelfde eisen als bij nieuwbouw.
Sinds enkele jaren propageert en stimuleert de Nederlandse overheid het Energie Prestatie Advies (EPA). Een EPA is een deskundig advies van een onafhankelijk, gecertificeerd adviseur die de energetische kwaliteit van een woning vastlegt en adviseert over de mogelijkheden om energie te besparen. Zo’n advies geeft aan welke verbeteringen in het energiegebruik mogelijk zijn. Bijvoorbeeld het aanbrengen van (extra) isolatie of dubbele beglazing. Het advies geeft aan welke investeringen nodig zijn en wat de terugverdientijden zijn, zodat men verzekerd is van meer comfort en uiteindelijk ook van een meerwaarde van de woning. HOE WERKT HET? Een EPA bestaat uit een aantal onderdelen. Allereerst stelt de gecertificeerde EPA-adviseur een norm-energieverbruik vast en vergelijkt dit met het werkelijke verbruik. Vervolgens bepaalt men welke energiebesparende maatregelen mogelijk en haalbaar zijn. De EPA-adviseur geeft ook aan hoeveel energie en CO2-emissies op termijn worden bespaard.
EPA-STAPPENPLAN • Zoek een gecertificeerd EPA-adviseur; • Vraag één of meer offertes aan; • Inventariseer op het formulier van de EPA-adviseur (voor zover bekend): - de geometrie van de woning en de opbouw van gevels, vloeren en daken - de reeds in de woning toegepaste isolatiemaatregelen - de warmwater- en verwarmingsinstallaties in de woning - het energiegebruik van de laatste 2 jaar • De adviseur doet een opname volgens een vast opnameprotocol, en meet indien dit niet al gebeurd is, onder meer ruimtes en ramen op; • De adviseur bepaalt de Energie Index (EI) van de woning en geeft op basis hiervan een overzicht van de besparingsmogelijkheden; • De adviseur berekent de nieuwe EI van de woning voor een voorgesteld pakket van één of meerdere besparingsmogelijkheden, en berekent in hoeveel tijd de investeringen worden terugverdiend; • De EPA-adviseur geeft een schriftelijk advies (desgewenst aangevuld met mondelinge uitleg over het rapport). Kijk voor meer informatie op www.nuon.nl.
6
WAT LEVERT HET OP? Ter indicatie: in een slecht geïsoleerd huis is per jaar gemiddeld 2.150 m3 gas nodig voor verwarming. In een goed geïsoleerd huis is dat ongeveer één derde, namelijk 700 m3. Een aanzienlijke besparing, en gezien de te verwachten stijging van de energieprijzen, in de toekomst financieel nog aantrekkelijker. Daarnaast moeten we vooral ook de voordelen wat betreft comfort en gezondheid een waarde toekennen.
EUROPA: ENERGIE PRESTATIE RICHTLIJN VOOR GEBOUWEN Nieuwe Europese richtlijn betreffende de energieprestaties van gebouwen
Het Europees energieverbruik stijgt jaarlijks en we zijn in toenemende mate aangewezen op olie- en gasleveranties uit economisch, sociaal en politiek instabiele landen. Circa 40% van het Europese energieverbruik (én de daarmee gepaard gaande CO2-uitstoot) komt op het conto van gebouwen. Uit onderzoek blijkt dat tegen 2010 meer dan éénvijfde van de huidige energieconsumptie kan worden bespaard door de toepassing van stringentere prestatie-eisen voor nieuwbouw en ingrijpende renovaties. De Kyoto-doelstellingen zouden dan al grotendeels worden gehaald. Een nieuwe Europese richtlijn moet er voor zorgen dat de energieconsumptie daadwerkelijk vermindert.
Europa ziet in dat sterk de nadruk moet komen te liggen op minimalisering van de energieconsumptie. In dit kader moeten alle EU-lidstaten in januari 2006 de nieuwe EU-richtlijn 2002/91/EG betreffende de energieprestatie van gebouwen in hun nationale regelgeving verwerkt hebben. Doel is het energiegebruik in gebouwen, en daarmee de CO2uitstoot in heel Europa te verminderen. De energievoorziening op de langere termijn en de onafhankelijkheid van Europa kan alleen op die manier veilig gesteld worden. Duurzame energie helpt hierbij, maar als eerste moet de vraag naar energie sterk teruggedrongen worden. De richtlijn, gericht op alle energieconsumenten, is een cruciaal onderdeel van de strategie van de EU om haar verplichtingen in het kader van het Kyoto-protocol na te komen. Verplichtingen die in dit kader zijn aangegaan dwingen ons het gebruik van fossiele brandstoffen en daarmee de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen tot 8% beneden het niveau van 1990, tegen 2008-2012. Circa 40% van het Europese energieverbruik en CO2-uitstoot komt voor rekening van gebouwen! Onze eisen op het gebied van verwarming, koeling, verlichting en warmwatervoorziening in woningen, op het werk en in recreatiefaciliteiten vergen meer energie dan dat van de marktsectoren vervoer of industrie afzonderlijk.
7
DE NIEUWE EU-RICHTLIJN De nieuwe EU-richtlijn 2002/91/EG omvat o.a.: • Een EU-methode voor het berekenen van de energieprestatie van gebouwen waarbij rekening wordt gehouden met de plaatselijke klimaatomstandigheden; • Minimumeisen aan energieprestaties door de lidstaten vastgesteld en toegepast bij nieuwbouw en bij renovatie van grote gebouwen. Energieprestaties die berekend worden op basis van Europese normen; • Een verplicht systeem van energieprestatie-certificaten waardoor energieconsumptieniveaus beter zichtbaar gemaakt zullen worden voor eigenaars, huurders en gebruikers; • Regelmatige inspectie op energie-efficiëntie en uitstoot van broeikasgassen van verwarmingsketels en airconditioningsystemen boven een bepaald vermogen.
TOEPASSEN EU-lidstaten zullen voor de verschillende categorieën nieuwe en bestaande gebouwen minimumeisen aan de energieprestatie moeten vaststellen. De minimumeisen zullen gelden voor alle vanaf januari 2006 verstrekte bouwvergunningen voor nieuwe gebouwen. Voor grotere gebouwen (groter dan 1.000 m2) moet daarnaast vóór het begin van de werkzaamheden een volledig onderzoek naar de haalbaarheid van alternatieve systemen voor de verwarming en energievoorziening worden uitgevoerd. Bij ingrijpende renovatie van bestaande gebouwen van meer dan 1.000 m2 zal ook een verbetering van de energieprestatie gerealiseerd moeten worden, zoveel als technisch en economisch haalbaar is en overeenkomstig de nationale prestatienormen. Veel lidstaten, waaronder Nederland, kennen reeds prestatie-eisen voor gebouwen die gerenoveerd moeten worden en die ook gelden voor gebouwen met een vloeroppervlak kleiner dan 1.000 m2. Bepaalde gebouwen zoals historische monumenten, gebouwen voor erediensten, tijdelijke gebouwen, gebouwen van landbouwbedrijven en vakantiehuizen kunnen wat betreft de toepassing van deze prestatieeisen worden vrijgesteld.
8
CERTIFICEREN Het energieverbruik en de CO2 -emissie van gebouwen moet zichtbaar gemaakt worden. Verkopers en verhuurders moeten een energieprestatie-certificaat overleggen om zo nieuwe eigenaars of huurders beter te informeren over de te verwachten gebruikskosten van een gebouw of appartement. De energieprestatie-certificaten hebben een geldigheid van maximaal 10 jaar en moeten ook aanbevelingen geven voor de verbetering van de energetische prestatie.
Meer informatie over de voorbereiding van de nieuwe EU-richtlijn en de verwerking daarvan voor januari 2006 is te vinden op: http://europa.eu.int
Om de burgers te attenderen op het belang van energie-efficiëntie moeten energieprestatie-certificaten goed zichtbaar worden getoond in alle grote gebouwen (meer dan 1.000 m2) met een publieke functie.
9
3. NA-ISOLATIE CONSTRUCTIES
In de onderstaande visualisatie staan de constructies die voor na-isolatie in aanmerking komen. Op de volgende pagina treft u de Rockwool Productkeuzematrix aan waarin per constructie, de mogelijke Rockwool na-isolatie-oplossingen staan weergegeven.
Vloeren • hout • beton • zwevend
Hellend dak
Vlakdak
Spouwmuren
Binnenkant gevel
Wanden • hout • metaal • voorzet
Vloeren • hout • beton
10
Buitenkant gevel
RENOVATIE ASSORTIMENT GEVELS
DAKEN
VLOEREN
WANDEN
SPOUWMUUR
Blz. 14
Inblaaswol
BUITENKANT GEVEL
Blz. 15
Speedrock Rockpanel + 430 DUO
BINNENKANT GEVEL
Blz. 20
VoorzetWand 406
HELLEND DAK
Blz. 26
SpijkerflensDeken 123 Rockflex 214 DeltaPlaat 212
VLAKDAK
Blz. 38
Rhinox Afschotisolatie
BETONNEN VLOER
Blz. 41
HOUTEN VLOER
Blz. 44
ZWEVENDE VLOER
Blz. 50
HOUTEN SCHEIDINGSWAND
Blz. 55
METALEN SCHEIDINGSWAND
Blz. 58
VOORZETWAND
Blz. 60
BouwPlaat 211/221
BouwPlaat 201 VARIO en 211 VARIO Rockflex 214 DeltaPlaat 212 Zwevende VloerPlaat 501/504
BouwPlaat 201 VARIO
ScheidingswandPlaat 204
VoorzetWand 406
In de nu volgende hoofdstukken wordt per gebouwconstructie, de mogelijkheden van na-isolatie besproken. Vervolgens worden de Rockwool oplossingen en de verwerking beschreven.
11
4. GEVELS
Comfortabel wonen heeft te maken met een juiste balans tussen temperatuur, frisse lucht, vocht, geluid en brandveiligheid. Bij ingrijpende renovaties aan een woning worden de gevels vrijwel altijd aangepakt ter verbetering van het wooncomfort.
ENERGIEBESPARING EN THERMISCH COMFORT Thermische behaaglijkheid heeft altijd al veel aandacht gehad, want in een goed verwarmde woning woont men met meer plezier. De luxe van ruimteverwarming die de mens zich heeft toegeëigend (CV, kachels, airco) heeft echter een schaduwzijde. Circa 40% van de uitstoot van het broeikasgas CO2 wordt veroorzaakt door ruimteverwarming en warmwatervoorzieningen in woningen en gebouwen. Isoleren is de meest effectieve manier om de warmte- en dus energieverliezen te beperken. Vandaar dat thermisch comfort, een verantwoorde manier van isoleren én het milieu onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Door de gevels van een huis (na) te isoleren, kan aanzienlijk op de energierekening worden bespaard: afhankelijk van de situatie kan er op jaarbasis tussen de 225 en 325 m3 gas worden bespaard. Dat is een bezuiniging van circa 10 tot 15% op de aardgasrekening! (bron: www.milieucentraal.nl ). VOCHT De luchtvochtigheid in huis is van grote invloed op het wooncomfort. Een gemiddeld gezin produceert ongeveer 10 liter vocht per dag. Dit vocht kan alleen worden afgevoerd door goed te ventileren. Een hoge vochtigheid in (oudere) huizen openbaart zich vaak als condensatie op de enkelglas ramen. Logisch, want enkelglas ramen zijn grote koude oppervlakken. Wanneer men gaat renoveren, start men vaak met het vervangen van enkelglas door dubbelglas. Dubbelglas heeft een hogere oppervlaktetemperatuur dan enkelglas en zal dus minder snel beslaan. De condensatie van vocht is dan niet meer te zien op de ramen, maar dat wil niet zeggen dat er geen vocht meer in huis is! Het vocht zal condenseren op andere relatief koude plekken zoals kieren of aansluitingen van ramen en deuren in de muur. Hierdoor loopt men het risico van ongewenste vochtophoping met kans op schimmelvorming. Bij nieuwbouwwoningen kan en moet men vooraf rekening houden met goede ventilatie. Bij een renovatie is dit lastiger, maar niet onmogelijk. Kieren moeten worden gedicht maar tevens moet gezorgd worden voor een gecontroleerde ventilatie in de vorm van ventilatieroosters en mechanische en natuurlijke afzuiging.
12
AKOESTISCH COMFORT In een dichtbevolkte omgeving worden maatregelen om geluidshinder te beperken steeds belangrijker. Overlast van geluid is ongezond en geldt als milieuhinder. Geluidsisolatie en geluidabsorptie spelen een belangrijke rol bij de bestrijding van geluidshinder. Het isoleren van de gevel met Rockwool isolatie kan, op relatief eenvoudige wijze, een aanzienlijke bijdrage leveren aan de beperking van geluidshinder. BRANDVEILIGHEID De brandveiligheid van een gebouw is zeer belangrijk. Het is duidelijk dat alleen onbrandbare materialen zoals steenwol daar garant voor kunnen staan. Niet alleen wat betreft de afwerking aan het oppervlak, maar ook binnenin de gevelconstructie. Immers, perforaties, barsten of kleine uitvoeringsfouten stellen ook de inwendige materialen, zoals de isolatie, snel bloot aan brand. Met alle gevolgen van dien, als hiervoor verkeerde keuzes zijn gemaakt. Redenen genoeg om een gevel goed te isoleren. Maar ook naar de toekomst toe is het van belang om de juiste beslissingen te nemen. De waarde van een woning zal immers toenemen als het gebouw voldoet aan hoge eisen op gebied van comfort, veiligheid en energiezuinigheid.
AAN DE SLAG Er zijn 3 manieren om bestaande gevels na te isoleren, afhankelijk van de constructie van de woning: 1. Inblazen van de spouw met losse steenwol vlokken. Dit wordt toegepast bij oudere huizen, waarvan de gevel niet geïsoleerd is. 2. Aanbrengen van isolatie aan de buitenkant van de gevel. Dit kan op 2 manieren: • Isolatie die met een stuclaag wordt afgewerkt; • Isolatie die met gevelbekleding wordt afgewerkt. 3. Isoleren van de binnenkant van de gevel. Dit gebeurt met behulp van voorzetwanden.
13
INBLAZEN VAN SPOUWMUREN Het inblazen van ongeïsoleerde spouwmuren is één van de voordeligste isolatievoorzieningen en geeft weinig overlast tijdens het aanbrengen. Gemiddeld wordt de investering binnen vijf jaar terugverdiend.
VERWERKING Inblaaswerkzaamheden worden uitgevoerd door erkende Rockwool naisolatiespecialisten. Deze specialisten zijn in het bezit van een KOMOprocescertificaat, welke is verstrekt door BV Kwaliteitsverklaringen Bouw. Deze voert steekproefsgewijs controle uit op de werkzaamheden van de specialisten. Rockwool geeft 10 jaar schriftelijke garantie op isolatie met Rockwool Inblaaswol wat betreft de eigenschappen van de steenwol. Met speciale apparatuur wordt, na controle van de spouw en de kwaliteit van het buitenblad, een compact waterafstotend steenwolpakket ingeblazen via boorgaten in het buitenspouwblad. Na vulling worden de geboorde gaten met specie dichtgemaakt. Het isoleren is klaar. Bij veel oudere gebouwen wordt de kruipruimte belucht via de spouw en open stootvoegen. Door het inblazen gaan deze dichtzitten. Met speciale kokers wordt de beluchting van de kruipruimte weer hersteld. Voor een overzicht van erkende Rockwool na-isolatiespecialisten zie www.rockwool.nl.
Inblaaswol
14
Brand
Onbrandbaar conform NEN 6064.
Vocht
Blijvend waterafstotend. Conform NEN 2778 geen vochtdoorslag bij toetsingsdruk van 500 Pa.
Thermisch
λreken 0,045 W/mK.
Certificaten
KOMO attest ATT0517.
ISOLEREN BUITENKANT GEVEL Voor de na-isolatie aan de buitenkant van een gevel biedt Rockwool twee oplossingen: A: Rockwool GevelPlaat 430 DUO in combinatie met Rockpanel gevelbeplating; B: Speedrock buitengevelisolatie in combinatie met pleisterlaag afwerking. A. ROCKWOOL GEVELPLAAT 430 DUO IN COMBINATIE MET ROCKPANEL GEVELBEPLATING De combinatie van Rockpanel gevelbeplating en de Rockwool GevelPlaat 430 DUO is ideaal voor het na-isoleren van bestaande gevels. ROCKPANEL Rockpanel is een zeer duurzaam plaatmateriaal dat speciaal ontwikkeld is voor toepassing als gevelbekleding. De basisplaat bestaat uit hoogwaardige steenwolvezels die met een geringe hoeveelheid organisch bindmiddel zijn samengeperst. Hierdoor ontstaat een vrij lichte plaat die door de gekozen samenstelling zeer goed te bewerken en ook heel gemakkelijk te verwerken is. De werking van de plaat, ten gevolge van wisselingen in het vochtigheidsgehalte van de lucht of temperatuurverschillen, is vanwege de gekozen samenstelling zeer gering. De plaat is bovendien door en door waterafstotend uitgevoerd, kleurecht, UVbestendig en de meeste types zijn tevens dampopen. ISOLATIE Op de draagmuur wordt een horizontaal regelwerk aangebracht (later worden de verticale regels met de Rockpanel gevelbekleding hierop vastgeschroefd). Zijn er geen specifieke randvoorwaarden, dan wordt de regelafstand in functie van de breedte van de isolatieplaat gekozen. Bij uitvoering van de gevelsamenstelling in het werk, blijft de isolatie mogelijk enkele dagen onafgewerkt staan. De GevelPlaat 430 DUO is dankzij de hoge waterafstotendheid en harde toplaag, uitstekend geschikt voor een dergelijke toepassing. De GevelPlaat 430 DUO is 1.000 mm lang en 600 mm breed. Wordt de netto afstand tussen de regels enkele millimeters smaller dan de plaatbreedte gehouden, dan kan de GevelPlaat 430 DUO onversneden worden aangebracht. De isolatieplaat wordt enkele millimeters samengedrukt, waardoor deze zelfklemmend blijft zitten en mechanische bevestigingen overbodig zijn. Passtukken voor bijvoorbeeld smallere eindsecties worden ook met een overbreedte van enkele millimeters gesneden. Dit kan eenvoudig, met een (Rockwool) mes.
15
Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van de gevel, zijn de volgende isolatiediktes richtinggevend: • Tot circa 5% hout (bijvoorbeeld circa 600 mm tussenafstand en maximum 30 mm brede regels): 105 mm GevelPlaat 430 DUO; • Bij circa 6 tot 12% hout (bijvoorbeeld circa 600 mm tussenafstand en 31-80 mm brede regels): 120 mm GevelPlaat 430 DUO. DAMPOPEN FOLIE In verband met de luchtdichtheid (voor optimaal thermisch en akoestisch rendement) en bouwfysische bescherming van het houten regelwerk, brengt u na het isoleren een dampopen folie over de regels aan. Dampopen folies zijn in de vorm van micro-geperforeerd polyethyleen in de handel verkrijgbaar. U bevestigt de dampopen folie eenvoudig met een nietmachine. De foliebanen plaatst u circa 100 mm in overlap. Nadien worden de naden afgetaped, zodat het geheel luchtdicht blijft.
BEKNOPTE LEGENDA:
GevelPlaat 430 DUO
1. Rockpanel panelen. 2. UV en weerbestendige band t.p.v. de naden en vochtkerend materiaal
Brand
Onbrandbaar Euroklasse A1 conform NEN-EN 13501-1.
Vocht
Blijvend waterafstotend systeem. Maximale wateropname 0,25 kg/m2, gemiddelde wateropname 0,05 kg/m2 (EN 1609).
Thermisch
λD 0,035 W/mK.
Certificaten
KOMO attest K4108.
(bijv. DPC-folie) t.p.v. de tussenlatten. 3. Regelwerk. 4. Waterkerende dampdoorlatende diffusiefolie (membraan). 5. Framewerk. 6. GevelPlaat 430 DUO. 7. Binnenblad. 8. Aluminium profiel.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
Voor meer informatie over de verwerking van Rockpanel wordt verwezen naar www.rockpanel.nl of kunt u contact opnemen met de afdeling Customer Service, tel. +31 (0)475 35 3000.
➁ ➀ ➃
➅ ➂ ➇ ➆ ➄
16
17
B. SPEEDROCK BUITENGEVELISOLATIE IN COMBINATIE MET PLEISTERLAAG AFWERKING Rockwool Speedrock is een harde steenwol lamelplaat specifiek ontwikkeld voor afwerking met pleisterlagen. Speedrock is toepasbaar op vlakke en gebogen geveloppervlakken. Het systeem is volledig dampopen bij toepassing van minerale pleisters en heeft een hoog warmte-accumulerend vermogen. Rockwool Speedrock systemen zijn onbrandbaar en sterk geluidwerend.
VERWERKING Rockwool Speedrock wordt verwerkt volgens het proces van de systeemhouder. De systeemhouder werkt volgens een totaalconcept, inclusief verwerking. OPBOUW Bij buitengevelisolatie worden isolatieplaten op de buitenzijde van de draagmuur aangebracht. Daarop komt een gewapende cementering en tot slot een decoratieve afwerklaag. Draagmuur Deze bestaat doorgaans uit traditioneel metselwerk (baksteen, betonblokken, kalkzandsteen, etc.) of gewapend beton. Hechtmortel De Speedrock isolatieplaten kunnen met pluggen en/of met een hechtmortel op de draagmuur worden bevestigd. De hechtmortel waarborgt een betere luchtdichtheid en akoestische kwaliteit in vergelijking met louter mechanische bevestigingen. Doorgaans betreft het een minerale mortel, met organisch bindmiddel en hulpstoffen. Deze wordt aangebracht met een kamspaan. De ondergrond dient voldoende vlak te zijn. Isolatie De Speedrock isolatie heeft een zeer hoge weerstand tegen delaminatie (treksterkte > 80 kPa), wat toelaat om deze, tot 20 meter hoogte, zelfs zonder verdere mechanische bevestigingen te plaatsen. De coating op de Speedrock isolatieplaat waarborgt een veel hogere verwerkingssnelheid. Hechtmortel of grondpleisterlaag kunnen over het volledige gevelvlak worden aangebracht. Door de flexibiliteit van steenwol en de verticale vezelstructuur van de lamel, zijn ook ronde wanden met relatief kleine diameter isoleerbaar. Voor een RC-waarde van minimaal 2,5 m2K/W is de volgende dikte richtinggevend; op steense muren of op niet-geïsoleerde spouwmuren: 100 mm.
18
Pluggen Boven 20 meter gevelhoogte wordt de isolatie met pluggen bevestigd. Het betreft stalen spreidstiften die in verband met corrosiebestendigheid, zijn voorzien van een kunststof omhulsel en schotel. Ter hoogte van randen en hoeken worden extra pluggen voorzien. • Gevelhoogte tot 20 meter: geen pluggen; • Gevelhoogte 20 tot 50 meter: 2 stuks per lamel; • Gevelhoogte boven 50 meter: 3 stuks per lamel. Grondpleisterlaag met wapening Tussen isolatie en afwerklaag komt een grondpleister. Hiervoor wordt al dan niet hetzelfde product gebruikt als voor de hechtmortellaag. Een kunststof wapeningsnet wordt ingebed. Sierpleisterlaag De afwerklaag is niet alleen esthetisch, maar ook bedoeld voor de weersbestendigheid van het systeem. Zowel minerale als kunstharsgebonden sierpleisters, met diverse granulaatmaten zijn geschikt. De dikte varieert doorgaans van 3 tot 10 mm.
Speedrock Brand
Onbrandbaar Euroklasse A1 conform NEN-EN 13501-1.
Vocht
Blijvend waterafstotend systeem. De waterdichtheid is afhankelijk van aan te brengen stucla(a)g(en).
Thermisch
λD 0,041 W/mK.
Certificaten
KOMO attest PDC0581.
19
5. DAKEN
HELLEND DAK De constructie van een hellend dak is lichter dan bijvoorbeeld de gevel. Daardoor is een hellend dak gevoeliger voor veranderingen in temperatuur. Door een niet of slecht geïsoleerde hellend dakconstructie stroomt warmte relatief snel naar buiten en komt kou relatief snel naar binnen. Het is dan ook niet voor niets dat de (na)isolatie van hellende daken een van de meest voorkomende en meest renderende renovatieklussen is.
Het goed isoleren van een hellend dak bespaart aanzienlijk op de energiekosten en creëert op relatief eenvoudige wijze snel een extra woonruimte in huis. Deze extra ruimte kan vervolgens, indien goed geïsoleerd, als volwaardige woon- of werkruimte worden gebruikt. Goed isoleren van een dak heeft niet alleen te maken met energiebesparing en thermisch comfort; milieu, geluidsisolatie en brandveiligheid kunnen integraal worden aangepakt en zodoende een substantiële bijdrage leveren aan de verhoging van het woon- en leefcomfort. ENERGIEBESPARING EN THERMISCH COMFORT Het isoleren van een hellend dak leidt tot energiebesparing. Er hoeft minder te worden gestookt om een aangename temperatuur te bereiken en te handhaven. Dat scheelt per jaar circa 15 tot 30% op de aardgasrekening (bron: www.milieucentraal.nl). AKOESTISCH COMFORT De geluidsproductie is de laatste tientallen jaren sterk toegenomen. Auto-, trein- en vliegverkeer zijn veel intensiever geworden. In dat opzicht heeft het dempen van buitengeluid naar de binnenwoonomgeving zeer sterk aan belang gewonnen. Specifiek voor hellende daken geldt daarbij als fenomeen dat wat vroeger zolder was, nu zeer dikwijls als woon- en/of slaapruimte wordt gebruikt. Een goed geïsoleerd dak is een belangrijke voorwaarde voor het verminderen van geluidshinder van buiten. BRANDVEILIGHEID De brandveiligheid van een gebouw is zeer belangrijk en vormt daarom een belangrijk criterium bij de materiaalkeuze. Vaak breidt een brand zich uit via het dak naar aangrenzende gebouwen. Het is duidelijk dat alleen onbrandbare en brandwerende materialen, zoals Rockwool isolatie een zeer belangrijke bijdrage leveren aan de brandveiligheid van een dakconstructie.
AAN DE SLAG Bij het na-isoleren van een hellend dak wordt de isolatie vrijwel altijd tussen de regels of sporen van het dak aangebracht. Afhankelijk van het beoogd gebruik van de ruimte, kan men kiezen voor verschillende afwerkingen. De afwerking bepaalt naast het constructietype voor een belangrijk deel de keuze van het type isolatie (platen of dekens, of een combinatie). In dit hoofdstuk leest u hier meer over.
26
CONTROLE VAN DE BESTAANDE SITUATIE • Het onderdak dient vrij te zijn van vochtdoorslag. Eventuele lekkages dienen opgespoord en hersteld te worden. Is het onderdak waterdoorlatend, dan is het aanbrengen van waterdichte beplating langs de onderzijde noodzakelijk. De gordingen blijven dan echter nog steeds onderhevig aan vochtdoorslag. In het ergste geval dient het onderdak te worden vervangen, wat ook verwijdering en heruitvoering van de dakbedekking impliceert; • Het onderdak dient dampdoorlatend en capillair te zijn. Vezelcementplaten of houten beschot zijn hiervoor geschikt. Bitumineuze materialen zijn sterk dampremmend. In zo’n geval is vervanging aan te bevelen, tenzij men uiterst secuur de dampdichting (damp/ luchtscherm) aan de interieurzijde weet te verzorgen; • Is er geen onderdak, dan is het belangrijk om te weten of er geregeld vochtinsijpeling via de pannen of leien voorkomt. Is dat het geval dan is een onderdak noodzakelijk en dient het dak opnieuw te worden uitgevoerd. Is er geen of hooguit verwaarloosbare vochtdoorslag dan kan de renovatie zonder onderdak gebeuren. Echter uit oogpunt van betere luchtdichtheid en bouwfysische kwaliteit van het dak verdient een onderdak steeds de voorkeur.
ISOLEREN VAN DAKEN MET ONDERDAK We spreken van een onderdak wanneer er in het hellende dak een aaneengesloten beplating tussen de balklagen en de dakpannen aanwezig is. Voor het dak, als “uitwendige scheidingsconstructie”, vereist het Bouwbesluit in geval van nieuwbouw en vergunningsplichtige renovaties een RC -waarde (thermische weerstand) van minstens 2,5 m²K/W. Deze 2,5 m²K/W is een minimum uitgangspunt voor een up-to-date energiezuinige woning. Met Rockwool producten zijn diverse methoden mogelijk om het hellend dak efficiënt te isoleren. Richtlijnen m.b.t. de te kiezen isolatiedikte vindt u verder in de tekst.
27
ISOLEREN VAN GORDING- EN SPORENDAKEN Bij gordingdaken worden eerst sporen aangebracht, dwars tussen de gordingen en tegen het onderdak. De sporen hoeven niet breed te zijn, circa 30 mm is al voldoende. De sporenhoogte komt overeen met de isolatiedikte. U kunt de sporen bevestigen met metalen hoekstukjes en deze op de koppen vastschroeven tegen de gordingen. Op deze manier hoeft u het onderdak niet te doorboren. Betreft de dakconstructie een sporendak (waarbij de sporen bovenop de gording tegen het onderdak zijn verwerkt), dan vult u eerst de openingen aan de bovenzijde van de gordingen met isolatie. U kunt hiervoor stroken snijden uit de Rockwool isolatie. Dit kan eenvoudig met een (Rockwool) mes. Snijdt u enkele millimeters meer dan de sporendikte, dan kunt u de stroken goed aansluitend in de openingen aanbrengen. Zijn de sporen minder dik dan de gewenste isolatiedikte (wat doorgaans het geval is), dan kunt u een lat hierop bijschroeven. Door “verdikking” van de bestaande sporen worden deze tegelijkertijd versterkt zodat ze ook de extra belasting van de bijkomende binnenafwerking aankunnen. Ook een eventuele buiging van de sporen kan op deze manier uitgevlakt worden.
28
ISOLEREN MET DELTAPLAAT 212 Wat betreft de tussenafstand van de sporen is er in principe een grote vrijheid. De DeltaPlaat 212 laat alle mogelijke balkafstanden toe. De Rockwool DeltaPlaat 212 is in twee driehoekige helften gesneden, lengte 800 mm en breedte 500 mm. Door diagonaal te verschuiven wordt de sectiebreedte groter of kleiner. Om de isolatie qua breedte op de juiste maat te maken, legt u op de werkvloer de twee driehoekige plaathelften zodanig, dat u een overbreedte van enkele millimeters heeft t.o.v. de netto afstand tussen de sporen. Zo wordt de isolatie lichtjes gecomprimeerd en sluit deze goed aan. Er zijn geen verdere bevestigingen nodig. Het snijden kan eenvoudig met behulp van een (Rockwool) mes. De afgesneden punten zijn veelal nog bruikbaar voor het opvullen van holtes of kieren. Zijn er geen specifieke randvoorwaarden voor het bepalen van de sporenafstand bij een gordingdak, dan kunt u hart-op-hart 500 mm aanhouden, deze afstand valt het meest gunstig uit. Bij aansluiting aan zijmuur, dwarsmuur of nok, heeft u smallere of kortere passtukken nodig. • Voor smallere stukken schuift u de driehoekige helften verder naast elkaar door en maakt ze op analoge manier passend als voor de gewone sporenafstand; • Voor kortere passtukken, kort u de isolatie in de dwarsrichting in. Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van een traditioneel gebouwd hellend dak, heeft u volgende isolatiedikte nodig: • Tot circa 10% hout (bijvoorbeeld tot 50 mm sporenbreedte voor secties h.o.h. 500 mm): 120 mm DeltaPlaat 212; • Bij circa 11 tot 20% hout (bijvoorbeeld > 50 mm sporenbreedte voor secties h.o.h. 500 mm): 140 mm DeltaPlaat 212. Voor informatie over het aanbrengen van een lucht-/dampscherm en de verdere afwerking, zie pagina 36 en 37.
DeltaPlaat 212 Brand
Onbrandbaar: Euroklasse A1 conform NEN-EN 13501-1.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
λD 0,036 W/mK.
Certificaten
KOMO attest K10363.
De aangewezen dikte voor een gewenste RC-waarde kunt u handig berekenen met Rockwool RekenHulp. U vindt het programma op www.rockwool.nl.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
29
ISOLEREN MET ROCKFLEX 214 Rockflex 214 wordt geleverd in de vorm van een plaat-op-rol en is gecomprimeerd in dikte. Bij het opensnijden van de verpakking ontrolt de plaat zich en neemt haar nominale dikte aan. De rolbreedte van Rockflex 214 is 1.000 mm. Met behulp van een (Rockwool) mes kunt u op eenvoudige wijze stroken snijden in de dwarsrichting van de isolatieplaat. U snijdt ze met een overbreedte van enkele millimeters, zodat ze licht knellend en goed aansluitend tussen de sporen kunnen worden geplaatst. Er zijn geen verdere bevestigingen nodig. Voor de passtukken aan het uiteinde van een balksectie kunt u een strook inkorten en neemt u eveneens enkele millimeters overlengte in acht. Wat betreft de tussenafstand van de sporen zijn afstanden tot maximum 600 mm mogelijk voor isolatiediktes van 80 mm of meer. Voor isolatiediktes kleiner dan 80 mm is de maximum sporenafstand hart-op-hart 450 mm. Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van een traditioneel gebouwd hellend dak, heeft u volgende isolatiedikte nodig: • Tot circa 8% hout (bijvoorbeeld tot 50 mm sporenbreedte bij hart-op-hart afstand van 600 mm): 120 mm Rockflex 214; • Bij 9 tot 15% hout (bijvoorbeeld tot 60 mm sporenbreedte bij hart-op-hart afstand van 400 mm): 140 mm Rockflex 214; • Bij 16 tot 20% hout (bijvoorbeeld tot 60 mm sporenbreedte bij hart-op-hart afstand van 300 mm): 160 mm Rockflex 214. Voor informatie over het aanbrengen van een lucht-/dampscherm en de verdere afwerking, zie pagina 36 en 37.
30
Rockflex 214
Brand
Onbrandbaar: Euroklasse A1 conform NEN-EN 13501-1. Brandweerstand (binnen-buiten) van 61 minuten behaald met opbouw; 1 laag gips 12,5 mm op regels dampremmende laag - 120 mm houten sporen h.o.h. 450 mm met 120 mm Rockflex isolatie - onderdak van 3 mm vezelcementplaat - pannen dakafwerking op panlatten en tengels. Door toepassing van 2 lagen gips wordt deze brandwerendheid verhoogd naar 70 min.
Geluid
Dezelfde constructies als bij de brandweerstand zijn getest op geluidsisolatie. Met 1 laag gips is een RW (C;Ctr) van 48 (-3;-10) dB behaald. Met 2 lagen gips een RW (C;Ctr) van 51 (-3;-8) dB. Door toepassing van 180 mm Rockflex wordt een verbetering van 2 dB bereikt.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
λD 0,040 W/mK.
Certificaten
Geluidsrapporten (K.U. Leuven) PV4438 t/m PV 4441. Brandrapport PD/TE 2002.02-04.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
31
ISOLEREN MET SPIJKERFLENSDEKEN 123 Met SpijkerflensDekens plaatst u tegelijkertijd isolatie en een dampscherm. Echter, enkele richtlijnen ter verdere afwerking van het dampscherm blijven noodzakelijk (zie hiervoor verder in deze tekst). SpijkerflensDeken 123 is volledig omhuld met papier, wat het comfort bij de verwerking vergroot.
De isolatiedekens zijn gebonden aan vaste sporenafstanden. In geval van een gordingdak plaatst u eerst sporen met een netto tussenafstand van 450, 600 of 1.000 mm, al naargelang de gekozen breedte van de SpijkerflensDekens. Zijn er geen specifieke randvoorwaarden voor de sporenafstand, dan verdient 600 mm de voorkeur. Dit geeft het kleinste houtpercentage en dus ook de hoogste thermische prestatie. U snijdt de benodigde lengte eenvoudig af door middel van een (Rockwool) mes. U brengt de deken vervolgens aan tussen de sporen. Bevestigen doet u door de flenzen op de sporen vast te nieten, dit circa om de 150 mm. Is er een eindsectie met afwijkende breedte (aansluiting tegen scheidingsmuur), dan dient u uiteraard ook in de langsrichting pas te snijden. Hiervoor meet u de breedte van het wolpakket af met 5 tot 10 mm overbreedte. U verwijdert de wol met een (Rockwool) mes. De aluminiumlaminaat bekleding snijdt u evenwel circa 30 mm breder. Op deze manier creëert u zelf een flens voor deze kant. U plaatst en niet het passtuk dan tussen de sporen op analoge wijze als deze met een standaardbreedte. Bij plaatsing zullen de flenzen elkaar overlappen op de sporen. Deze overlapping plakt u nadien af met Rockwool Rockfol hechttape. Op deze manier creëert u een luchtdicht en dampremmend scherm. Voor verdere afwerking van het dampscherm: zie instructies verder in deze tekst.
32
Voor informatie over het aanbrengen van een lucht-/dampscherm en de verdere afwerking, zie pagina 36 en 37. Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van een traditioneel gebouwd hellend dak, heeft u volgende isolatiedikte nodig: • Sporendikte tot 50 mm: 120 mm; • Sporendikte > 50 mm: 150 mm. De aangewezen dikte voor een gewenste RC-waarde kunt u handig berekenen met Rockwool RekenHulp. U vindt het programma op onze site www.rockwool.nl. SpijkerflensDeken 123 Brand
Euroklasse D-s1, d0 conform NEN-EN 13501-1.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
λD 0,040 W/mK.
Certificaten
KOMO attest K10363.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
33
ISOLEREN VAN DAKEN ZONDER ONDERDAK Een onderdak verdient om bouwfysische redenen altijd de voorkeur. In bepaalde situaties kan een onderdak echter ontbreken en is het niet altijd mogelijk om alsnog een onderdak aan te brengen. Ook al is er af en toe sprake van lichte vochtdoorsijpeling, dan kan het dak met SpouwPlaat 433 DUO worden geïsoleerd. Deze isolatieplaten hebben een extra hoge waterafstotendheid.
Alvorens tussen de sporen te isoleren, vult u eerst de openingen tussen de sporen boven de gordingen met isolatie. Hiervoor kunt u stroken snijden uit SpouwPlaat 433 DUO. Snijd ze met enkele millimeters overbreedte, leg dan het passtuk op zijn kant en snij met circa 10 mm overdikte. Zo kunt u de stroken goed aansluitend in de openingen aanbrengen. Snijden kunt u eenvoudig door middel van een (Rockwool) mes. Vervolgens isoleert u het dakvlak tussen de sporen. U snijdt SpouwPlaat 433 DUO met een overbreedte van enkele millimeters ten opzichte van de netto afstand tussen de sporen. Zo kunnen deze zelfknellend en goed aansluitend worden aangebracht. Er zijn geen verdere mechanische bevestigingen nodig. Al naargelang de sporenafstand snijdt u in de lengte- of breedterichting van de plaat, voor het minste snijverlies. In geval van een gordingdak plaatst u eerst sporen hart-op-hart 800 mm dwars tussen de gordingen en volledig tegen het dak aan. De breedte van de regels mag beperkt zijn, circa 30 mm is al voldoende. De hoogte van de regels is gelijk aan die van de te plaatsen isolatie. U kunt de sporen bevestigen met metalen hoekstukjes, op de koppen vast te schroeven tegen de gordingen.
34
Als netto afstand tussen de regels houdt u enkele millimeters minder dan de plaatbreedte aan. Zo worden de isolatieplaten lichtjes knellend en goed aansluitend aangebracht. Er zijn geen verdere bevestigingen nodig. Smallere passtukken (bijvoorbeeld laatste rij in aansluiting tegen de scheidingsmuur) of kortere passtukken kunt u eenvoudig snijden met behulp van een (Rockwool) mes. Ook hier snijdt u de platen met enkele milimeters overbreedte voor een goede aansluiting. Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van een traditioneel gordingdak met pannen of leien, heeft u volgende isolatiedikte nodig: • Tot circa 5% hout (bijvoorbeeld tot 30 mm regelbreedte voor secties h.o.h. 600 mm): 105 mm SpouwPlaat 433 DUO; • Bij circa 6 tot 12% hout (bijvoorbeeld 35 tot 75 mm regelbreedte voor secties h.o.h. 600 mm): 120 mm SpouwPlaat 433 DUO; • Bij circa 13 tot 20% hout (bijvoorbeeld 40 tot 60 mm regelbreedte voor secties h.o.h. 300 mm): 120 mm SpouwPlaat 433 DUO.
35
LUCHT- EN DAMPSCHERM Separaat dampscherm (niet van toepassing bij SpijkerflensDekens) Na plaatsing van de isolatie tussen de sporen, brengt u een lucht-/ dampscherm aan. De luchtdichtheid verhoogt het thermisch rendement. Het dampdrukverdelend effect vermijdt eventuele aftekening (positie van de sporen) op termijn op bijvoorbeeld gipskarton afwerkplaten. U kunt hiervoor een polyethyleenfolie van 0,2 mm dikte nemen. Een zeer geschikt type is Rockwool Rockfol PE met een hoge dampremmende werking. De folie wordt eenvoudig vastgeniet op de sporen. De foliebanen plaatst u met een onderlinge overlapping van ± 100 mm en u plakt deze af met een tape. De Rockwool Rockfol hechttape is hiervoor zeer geschikt. Zo wordt doorgang van lucht- of waterdamp via de overlappingen verhinderd. Zijdelings ter hoogte van de muurrand laat u enkele centimeters overbreedte.
Continuïteit van dampscherm ter hoogte van de gordingen (ook van toepassing bij SpijkerflensDekens!) De continuïteit van het dampscherm is over de sporen heen verzekerd, maar is telkens onderbroken ter hoogte van de gordingen. Hiervoor snijdt u stroken Rockwool Rockfol PE, strookbreedte 300 tot 500 mm, al naargelang het dikteverschil tussen gording en geïsoleerd dakvlak. U niet de strook onderaan en zijdelings tegen de gordingen vast, verder plakt u de strook aan weerszijden tegen het dampscherm van het dakvlak vast door middel van de Rockfol hechttape.
36
AFWERKING Het dakvlak kan aan de binnenzijde met diverse materialen worden afgewerkt. Over het algemeen wordt de afwerking vastgeschroefd op het houten regelwerk. Elke schroef doorboort uiteraard het dampscherm, maar omdat de perforatie aansluit rond de spil van de schroef en hier goed vastgekneld zit, vormt dit geen probleem. Is het dikteverschil tussen gording en sporen, na plaatsing van verdikkende latten op de sporen, vrij klein, dan kan de afwerking continu onder de gordingen door worden geplaatst. De overbreedte van het dampscherm bij de zijdelingse aansluiting tegen de (scheidings-)muur, laat u achter de afwerking doorlopen. Afwerking met een randlatje maakt dat ook deze aansluiting goed luchtdicht zit. Is de overbreedte niet voldoende door bijvoorbeeld een leidingsleuf, dan kunt u uiteraard het randlatje in de spouw aanbrengen. Dienen er achter de wandafwerking kabels te worden doorgevoerd, dan worden na het plaatsen van het dampscherm eerst regels aangebracht. Deze kunnen op de sporen tussen de isolatie (door het dampscherm) worden geschroefd. Zo ontstaat een leidingsleuf en wordt het dampscherm niet doorboord. Wat eventuele contactdozen voor stekkers en stopcontacten betreft: • Ofwel wordt voor opbouwtypes gekozen; • Ofwel wordt de leidingsleuf voldoende breed gedimensioneerd om inbouw mogelijk te maken zonder perforatie van het dampscherm. Is de afwerking bedoeld voor extra geluidsisolatie t.o.v. buitengeluid, dan gelden nog de volgende raadgevingen: • Laat een kleine voeg tussen afwerking en aangrenzende vloer, muur of plafond. Deze wordt nadien opgevuld met een soepel voegmateriaal. Op deze manier wordt flankerende overdracht via “hard” contact sterk gereduceerd; • Akoestisch “buigslappe” afwerkingsmaterialen (zoals gipskarton) verdienen de voorkeur. Plaatst u deze in twee lagen, dan worden de lagen onderling geschroefd maar niet gelijmd, dit eveneens om geluidtechnische redenen.
37
VLAKDAK In de bestaande woningbouwvoorraad hebben we vooral te maken met houten en betonnen vlakdak constructies. Het na-isoleren van deze constructies kan een behoorlijke besparing van energie opleveren. Daarnaast wordt de brandveiligheid en geluidsisolatie van deze constructies belangrijk verbeterd door toepassing van steenwol isolatie. Met Rockwool Rhinox zijn diverse methoden mogelijk om het vlakdak efficiënt te isoleren. Rockwool Rhinox is de nieuwste generatie vlakdak isolatie, geproduceerd o.b.v. de gepatenteerde Triple Density Technology. Daarnaast biedt Rockwool oplossingen om met isolatie afschot in de vlakdak constructie te realiseren. Voor meer gedetailleerde informatie over het Rockwool afschot isolatiesysteem zie www.rockwool.nl.
38
ISOLATIE Voor het dak, als “uitwendige scheidingsconstructie” vereist het Bouwbesluit in geval van nieuwbouw en renovaties waarbij vergunningen verplicht zijn, een RC-waarde (thermische weerstand) van minstens 2,5 m²K/W. De benodigde dikte voor een gewenste RC-waarde kunt u handig berekenen met Rockwool RekenHulp. U vindt het programma op onze website www.rockwool.nl. HOUTEN DAKEN Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van een houten vlakdak constructie, heeft u volgende isolatiedikte nodig bij: • 20 mm multiplex en gekleefde of losliggende dakbedekking met ballast: 100 mm Rhinox; • 24 mm dikke planken en mechanisch bevestigde dakbedekking: 110 mm Rhinox.
4
3
1
2
Dakopbouw op houten dakvloer 1. Dakvloer in multiplex platen 2. Dampscherm 3. Rockwool Rhinox 4. Dakafdichting
BETONNEN DAKEN Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W voor een betonnen vlakdak constructie, heeft u volgende isolatiedikte nodig bij: • 20 cm gestort beton en gekleefde of losliggende dakbedekking: 100 mm Rhinox; • 18 cm dikke kanaalvloerplaat en gekleefde of losliggende dakbedekking: 100 mm Rhinox; • 20 cm dikke cellenbetonplaat en gekleefde of losliggende dakbedekking: 60 mm Rhinox. Verder dient er voor gezorgd te worden dat de bestaande dakbedekking voldoende hoog tegen alle opkanten is geplaatst of wordt verhoogd tot ruim boven de nieuwe isolatielaag, zodat de afdichting erop aangesloten kan worden. Let hierbij op dat spouwopeningen in opgaande gevels niet worden dichtgeplakt. Eventueel zal de isolatie in die muren op een hogere plaats ingewerkt moeten worden zodat spouwvocht boven de dakbedekking wordt afgevoerd.
Rhinox Brand
Euroklasse B-s1, d0 conform NEN-EN 13501-1
Geluid
De Rockwool Rhinox variant is getest op luchten contactgeluidsisolatie. Opbouw; houten balklaag 70x195 mm h.o.h. 650 mm - 19 mm OSB-platen - dampremmende laag - 60 mm Rockwool Rhinox, mechanisch bevestigd - 1-laags bitumineuze dakbedekking. De behaalde resultaten hierbij zijn; RW (C;Ctr) van 37 (-1;-5) dB, Ln, w(C1) van 69(1) dB, Ico, lab -11 dB.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
λD 0,040 W/mK.
Certificaten
Geluidsrapport Peutz A1376-1.
4
2
3 1
Dakopbouw op betonnen dakvloer 1. Dakvloer in beton 2. Dampscherm 3. Rockwool Rhinox 4. Dakafdichting
De geluidsisolatie in beide richtingen, als ook de contactgeluidsisolatie t.o.v. buitengeluid zal toenemen met de dikte van de extra isolatie. Ook zal het tussenvoegen van een plaat van vezelcement of gipskarton de geluidsisolatie nog verbeteren. Een ballastlaag, indien mogelijk, draagt hiertoe ook bij. Gedetailleerde verwerkingsrichtlijnen vindt u op www.rockwool.nl.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
39
6. VLOEREN
BEGANE GROND- EN VERDIEPINGSVLOEREN Het isoleren van begane grond- en verdiepingsvloeren is een klus die relatief eenvoudig is en die direct bijdraagt aan de verhoging van het comfort van een woning. Goede vloerisolatie bespaart energie (en dus het milieu), verbetert de geluidwerendheid en kan vochtproblemen voorkomen. Bovendien kan ook de brandveiligheid van een woning aanzienlijk worden verbeterd.
ENERGIEBESPARING EN THERMISCH COMFORT Indien de begane grondvloer aan de onderkant wordt geïsoleerd, zal de temperatuur van het vloeroppervlak stijgen. Dit heeft verschillende voordelen die het wooncomfort aanzienlijk verbeteren: u heeft minder snel koude voeten, de kou uit de grond kan minder snel optrekken en de ruimte boven de vloer is eerder op temperatuur wanneer u deze gaat verwarmen. Er hoeft dus minder te worden gestookt. Dat is wel zo prettig, ook voor uw portemonnee: door het na-isoleren van de vloer boven een kruipruimte bespaart u op jaarbasis circa 140 m3 gas, dat is circa 7% van de totale aardgasrekening (bron: www.milieucentraal.nl). En, vanzelfsprekend is minder stoken ook goed voor het milieu. VOCHT Met name bij vloeren boven een kruipruimte speelt doorkomend vocht en de bestrijding ervan, een grote rol. Door de vloeren boven een kruipruimte goed te isoleren slaat u twee vliegen in een klap: vocht wordt bestreden en er hoeft minder te worden gestookt om een comfortabele temperatuur te krijgen en te houden.
AKOESTISCH COMFORT Steeds vaker wordt de zolder gebruikt als extra woon- of werkkamer. Wanneer er geen aandacht wordt besteed aan de isolatie van de verdiepingsvloeren, kan dat leiden tot geluidshinder op de woninglaag eronder. Goed isoleren van de tussen- of verdiepingsvloer, verhoogt niet alleen het thermisch comfort van de woning, ook op het gebied van geluid draagt vloerisolatie zijn steentje bij om het wooncomfort verder te verbeteren. BRANDVEILIGHEID Brandveilige Rockwool isolatie voor begane grond- en verdiepingsvloeren levert een belangrijke bijdrage aan de brandveiligheid van woningen. De onbrandbaarheid van Rockwool steenwol zal de vloerconstructie bij brand beschermen en vertraagt of voorkomt instorting en uitbreiding van de brand naar andere verdiepingen. Rockwool vloerisolatie valt in de hoogste Europese brandveiligheidsklasse A1.
AAN DE SLAG Er zijn verschillende manieren om vloeren te isoleren: • Vloerisolatie tegen de onderkant van betonnen begane grondvloeren; • Vloerisolatie tussen houten vloerbalken; • Zwevende vloersystemen op steenachtige ondergrond en op houten balken. Afhankelijk van het type vloer wordt de isolatie bovenop of aan de onderkant van de vloer aangebracht. Ook de afwerking kan op verschillende manieren gebeuren. U leest er alles over in dit hoofdstuk.
40
ISOLEREN TEGEN ONDERKANT BETONNEN BEGANE GRONDVLOER In bestaande en al wat oudere woningen is aan de thermische isolatie van de begane grondvloer doorgaans geen enkele aandacht besteed. Voor de realisatie van een energie-efficiënte woning is een goede isolatie van deze vloeren echter belangrijk.
THERMISCH ISOLATIENIVEAU Betreft het een vloer boven een onverwarmde kelder of kruipruimte, dan maakt deze deel uit van de “uitwendige scheidingsconstructie”. In geval van nieuwbouw en renovaties waarbij vergunningen verplicht zijn, vereist het Bouwbesluit een RC-waarde (thermische weerstand) van minstens 2,5 m²K/W. Voor het isoleren van de onderkant van betonnen beganegrond vloeren is de Rockwool BouwPlaat 211 of 221 zeer geschikt. Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van de vloer, is volgende isolatiedikte indicatief (afhankelijk van aantal ankers, materiaal en diameter i.v.m. thermische geleiding): • 90 mm BouwPlaat 211 of 221 bij 3 ankers per isolatieplaat. PLAATSING VAN DE ISOLATIE De onderzijde van de betonvloer dient min of meer vlak te zijn. Relatief kleine onregelmatigheden kunnen probleemloos door de isolatie worden opgevangen. Verder moet de vloer droog zijn en in geval van bevestigingen met lijmankers, stofvrij. De BouwPlaat 211 of 221 is voldoende stevig om indrukking ter hoogte van de bevestigers te beperken. Bij het isoleren worden de platen gewoon tegen elkaar aan geplaatst. Kortere of smallere passtukken, bij aansluiting op muren of bij andere onderbrekingen, worden eenvoudig gesneden met behulp van een (Rockwool) mes. De passtukken snijdt u met een overbreedte van enkele millimeters, voor een goede aansluiting met dichte voegen tijdens de plaatsing.. De bevestiging kan gebeuren: • Door middel van boorankers met geïntegreerde klemplaat. U boort eerst gaten in de betonvloer. De boorankers worden door de isolatieplaat geprikt en vervolgens met een hamer in de vloer geslagen, tot de isolatie lichtjes onder de klemplaat knelt; • Met lijmankers. Met dit systeem is risico op schade aan de betonwapening bij boren uitgesloten. De ankers worden vooraf op het droge en stofvrije oppervlak geplaatst, met speciale door de fabrikant van de ankers meegeleverde lijm. De isolatieplaten worden nadien door de ankers heengeprikt. Vervolgens worden klemplaatjes over de ankers geschoven, tot de isolatie lichtjes knelt.
41
Wat betreft het aantal bevestigers geldt in het algemeen: • 5 stuks per isolatieplaat, bij isolatiedikte kleiner dan 75 mm (1 op elk van de 4 hoeken, de vijfde bevestiger in het midden van de plaat); • 3 stuks per isolatieplaat, bij isolatiedikte > 75 mm (meer eigen stijfheid van de isolatie, 2 op de uiteinden van een lange zijde, 1 in het midden van de tegenoverliggende zijde); • 1 of 2 stuks voor elk passtuk, naargelang de grootte. AFWERKING BouwPlaat 211 en 221 zijn optioneel verkrijgbaar met een mineraal vlies in naturel of zwarte kleur. Om bouwfysische redenen mag niet voor een dampremmende afwerking worden gekozen. BouwPlaat 211/221 Brand
Onbrandbaar: Euroklasse A1, conform NEN-EN 13501-1.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
λD 0,035 W/mK.
Certificaten
KOMO attest K10363.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
42
43
ISOLEREN TUSSEN HOUTEN VLOERBALKEN Het isoleren van houten begane grond- en verdiepingsvloeren is om diverse redenen interessant: • Verbetering van het wooncomfort op het gebied van geluid. De geluidsisolatie tussen boven- en onderliggende ruimte wordt verbeterd dankzij het geluidabsorberend karakter van de steenwol tussen de houten balken; • De steenwolvulling verhoogt de brandveiligheid. Bij brand wordt de hitte-overdracht via de vloer beperkt. Oordeelkundig aangebracht, kan de steenwol, dankzij de eigenschap van onbrandbaarheid, het doorbranden van de vloer belangrijk vertragen; • Thermische verbetering, die in het bijzonder voor woningscheidende vloeren interessant is. Bij het isoleren van vloeren kunnen zich 2 situaties voordoen: 1. De vloer met bestaande en blijvende afwerking aan de bovenzijde (loopzijde) wordt aan de onderkant geïsoleerd en luchtdicht afgewerkt met gipskarton, hout of ander materiaal. Aandachtspunt: Is de bestaande loopvloer niet luchtdicht (bijvoorbeeld oude plankenvloer met open voegen), dan is het raadzaam, voor een beter thermisch en/of geluidsisolerend rendement, deze luchtdicht af te werken (nieuwe vloer of nieuwe luchtdichte afwerking over bestaande vloer heen). 2. De vloer met bestaande en blijvende afwerking aan de onderzijde wordt via de bovenkant geïsoleerd en afgewerkt met een nieuwe loopvloer. Uit veiligheidsoverwegingen legt u bij het uitvoeren van de werkzaamheden een houten plaat als werkvloer op de balken. Aandachtspunt: ook hier geldt dat wanneer de bestaande plafondafwerking niet luchtdicht is, het voor een beter thermisch en/of geluidsisolerend rendement raadzaam is om deze luchtdicht af te werken. In beide situaties zijn dezelfde isolatieproducten en plaatsingstechnieken van toepassing. Is de hoogte van de houten balken groter dan de gekozen isolatiedikte, dan kunt u naar keuze de restspouw aan de bovenof aan de onderzijde laten. Betreft het een vloer boven een onverwarmde kelder of kruipruimte, een zoldervloer van een onbewoonde zolder (met ongeïsoleerd hellend dak) of een woningscheidende vloer, dan wordt de isolatiedikte bepaald door de gewenste RC-waarde (thermische weerstand).
44
In geval van nieuwbouw en vergunningsplichtige renovaties vereist het Bouwbesluit minstens 2,5 m²K/W. AANDACHTSPUNT VOORAF Uit veiligheidsoverwegingen legt u bij het uitvoeren van de werkzaamheden een houten plaat als werkvloer op de balken. LUCHT- EN DAMPSCHERM Als er een lucht- en dampscherm wordt aangebracht dan werkt dit positief voor de luchtdichtheid en wordt migratie van waterdamp verhinderd. De vloerbedekking blijft bovendien bouwfysisch beter beschermd. Een lucht- en dampscherm is voor begane grondvloeren slechts in beperkte gevallen noodzakelijk. Wat de luchtdichtheid betreft heeft dit alleen zin wanneer de bestaande vloerafwerking luchtdoorslag via de voegen vertoont, bijvoorbeeld een enkelvoudige houten plankenvloer zonder tand en groef. Ook de dampschermfunctie is vrijwel steeds overbodig. Migratie van waterdamp naar beneden toe is uiterst klein, bovendien bestaat nergens onevacueerbaar condensgevaar. Indien een lucht- of dampscherm wel noodzakelijk is, dan wordt dit aangebracht boven op de isolatie. Voor thermische isolatie van zoldervloeren in een onbewoonde zolderruimte wordt eerst een lucht-/dampscherm tussen de houten balken aangebracht (in geval van een bewoonde zolder is geen dampscherm nodig). De luchtdichtheid aan de onderzijde vergroot het thermisch rendement van de isolatielaag. De dampremmende werking van het scherm verhindert eventuele condensvorming op de zolder. Als lucht-/dampscherm wordt een polyethyleenfolie van 0,2 mm dikte aanbevolen. Een zeer geschikt type is Rockwool Rockfol PE, op rol verkrijgbaar, met een hoge dampremmende werking. U niet het scherm over de balken heen en tegen de vloerzijde vast, zodat een continu geheel ontstaat. Het makkelijkst werkt u met de foliebanen haaks op de balkrichting. U overlapt telkens ± 100 mm en plakt de naden nadien af met een tape. De Rockwool Rockfol hechttape is hiervoor zeer geschikt. Zo wordt doorgang van lucht- of waterdamp via de overlappingen verhinderd.
45
ISOLEREN MET ROCKWOOL DELTAPLAAT 212 Deze isolatietechniek laat alle mogelijke balkafstanden toe. De Rockwool DeltaPlaat is in twee driehoekige helften gesneden, lengte 800 mm en breedte 500 mm. Door diagonaal te verschuiven wordt de sectiebreedte groter of kleiner. Voor het isoleren tussen de balken snijdt u de platen met een overbreedte van enkele millimeters. Zo wordt de isolatie lichtjes gecomprimeerd en sluit deze goed aan. Mechanische bevestigingen zijn dan overbodig. Het snijden kan eenvoudig met behulp van een (Rockwool) mes. De afgesneden punten zijn veelal nog bruikbaar voor het opvullen van holtes of kieren. Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van de zolder- of begane grondvloer, zijn volgende isolatiediktes nodig: • Bij 10% hout (bijvoorbeeld 60 mm balkbreedte voor secties h.o.h. 600 mm): 120 mm DeltaPlaat 212; • Bij 15% hout (bijvoorbeeld 60 mm balkbreedte voor secties h.o.h. 400 mm): 140 mm DeltaPlaat 212. DeltaPlaat 212 Brand
Onbrandbaar: Euroklasse A1, conform NEN-EN 13501-1.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
λD 0,036 W/mK.
Certificaten
KOMO attest K10363.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
46
ISOLEREN MET ROCKWOOL ROCKFLEX 214 Isoleren met Rockflex 214 kan met diverse balkafstanden. Rockflex 214 wordt geleverd in de vorm van een plaat-op-rol en is gecomprimeerd in dikte. Bij het opensnijden van de verpakking ontrolt de plaat zich en neemt haar nominale dikte aan. Met behulp van een (Rockwool) mes kunt u op eenvoudige wijze stroken snijden in de dwarsrichting van de isolatieplaat. U snijdt ze met een overbreedte van enkele millimeters, zodat ze licht knellend en goed aansluitend tussen de balken kunnen worden geplaatst. De rolbreedte is 1.000 mm. Voor de passtukken aan het uiteinde van een balksectie kunt u een strook inkorten en neemt u 10 mm overlengte in acht. Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van de zolder- of begane grondvloer, zijn volgende isolatiediktes nodig: • Bij 10% hout (bijvoorbeeld 60 mm balkbreedte voor secties h.o.h. 600 mm): 140 mm Rockflex 214; • Bij 15% hout (bijvoorbeeld 60 mm balkbreedte voor secties h.o.h. 400 mm): 160 mm Rockflex 214. Rockflex 214 Brand
Onbrandbaar: Euroklasse A1, conform NEN-EN 13501-1.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
λD 0,040 W/mK.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
47
ISOLEREN MET ROCKWOOL BOUWPLAAT 201 VARIO EN 211 VARIO Dit type isolatieplaat is bijzonder geschikt als de netto-afstand tussen de balken 330 tot 370 mm bedraagt (isolatie 1.200 x 380 mm) of 530 tot 570 mm (isolatie 1.200 x 580 mm). De VARIO-techniek houdt in dat de isolatie in de breedte tot 50 mm comprimeerbaar is. Voor een goede aansluiting tussen de balken wordt 201 VARIO of 211 VARIO minstens 10 mm gecomprimeerd. Er zijn dan ook geen verdere mechanische bevestigingen nodig. Vrijwel het volledig vloervlak kan op deze manier dus zonder snijresten worden geplaatst. • Voor smallere secties (bijvoorbeeld een smallere balkafstand aan de muurzijde) kunt u met behulp van een (Rockwool) mes de plaat gemakkelijk in de lengterichting op maat snijden. Snijdt u aan de minst comprimeerbare zijde (u ziet en voelt het verschil goed), dan heeft u ook nu 50 mm speling; • Voor kortere secties (bijvoorbeeld waar balksectie stuit tegen een muur) kunt u eveneens met een (Rockwool) mes de plaat op maat snijden. Voor een goede aansluiting snijdt u met een overbreedte van circa 10 mm. Voor een RC-waarde van minstens 2,5 m²K/W van de zolder- of begane grondvloer, zijn volgende isolatiediktes nodig: • Bij 10% hout (bijvoorbeeld 60 mm balkbreedte voor secties h.o.h. 600 mm): 120 mm Rockwool 201 VARIO of 211 VARIO; • bij 15% hout (bijvoorbeeld 60 mm balkbreedte voor secties h.o.h. 400 mm): 140 mm Rockwool 201 VARIO of 211 VARIO. De aangewezen dikte voor een gewenste RC-waarde kunt u handig berekenen met Rockwool RekenHulp. U vindt het programma op www.rockwool.nl. AFWERKING VAN VLOER Ook voor een onbewoonde zolder is een zekere vloerafwerking aanbevelenswaardig. Dit vergroot de luchtdichtheid waardoor het thermisch rendement optimaal is. • Indien een beloopbare vloer wordt gewenst (bijvoorbeeld om de zolder als opslagruimte te gebruiken), dan kunt u houtachtige platen op de balken timmeren; • Hoeft de vloer niet beloopbaar te zijn, dan wordt een dampopen folie aangebracht. Dergelijke folies zijn ondermeer in de vorm van micro-geperforeerde polyethyleen in de handel verkrijgbaar. De folie wordt eenvoudig op de balken vastgeniet, de banen worden met 100 tot 150 mm overlapping geplaatst. Voor een goede luchtdichtheid worden de overlappingen met tape afgeplakt.
48
Optionele afwerking met zwevende vloer aan de loopvloerzijde De toepassing van isolatie tussen de houten balken kan worden gecombineerd met een zwevende vloer (zie volgende pagina). Dit heeft diverse voordelen: • Vergroten van de contactgeluidsisolatie. Loopgeluiden of verschuiven van stoelen in de bovenliggende ruimte, zullen duidelijk minder hoorbaar zijn in de ruimte eronder; • Extra verbetering van de luchtgeluidsisolatie zowel van boven naar onder als van onder naar boven; • Extra brandwerendheid: Rockwool vloerisolatie vormt een continue schil van onbrandbaar materiaal; • Hogere thermische prestatie: de continu zwevende isolatie komt thermisch volledig tot haar recht. BouwPlaat 201 VARIO/211 VARIO Brand
Onbrandbaar: Euroklasse A1, conform NEN-EN 13501-1. Brandweerstand (beneden – boven) van de op lucht- en contactgeluid geteste constructie, variant 1, bedraagt 41 minuten.
Verbeterde brandprestatie
Door het toepassen van 1 laag gipsplaten op regelwerk tegen de onderzijde van de houten balklaag, wordt de brandweerstand sterk verbeterd. De brandweerstand met variant 1 bedraagt dan 74 minuten.
Geluid
Constructies met Rockwool BouwPlaat 201 zijn getest op lucht- en contactgeluidsisolatie. Opbouw; houten balklaag 70x195 mm h.o.h. 650 mm – 19 mm OSB-platen – tussen de houten balken 90 mm 201 (variant 1) of 180 mm 201 (variant 2). De behaalde resultaten hierbij zijn; variant 1: RW (C;Ctr) van 36 (-2;-6) dB, Ln,w (C1) van 81(-1) dB, Ico,lab -22 dB, variant 2: RW (C;Ctr) van 40 (-2;-7) dB, Ln,w (C1) van 76(0) dB, Ico,lab -17 dB.
Verbeterde geluidsprestaties
• Door het toepassen van de Rockwool VoorzetWand 406, 30 mm isolatie + 10 mm gipsplaat, tegen de onderzijde van de houten balklaag, worden de geluidsprestaties sterk verbeterd. De behaalde resultaten hierbij zijn; variant 1: Rw (C;Ctr) van 47 (-2,-7) dB, Ln, w (C1) van 73(0) dB, Ico, lab van -14 dB, variant 2: Rw (C;Ctr) van 48 (-1;-7) dB, Ln, w (C1) van 72(0) dB, Ico, lab van -14 dB. • Door het toepassen van 1 laag gipsplaten op regelwerk tegen de onderzijde van de houten balklaag, worden de geluidsprestaties sterk verbeterd. De behaalde resultaten hierbij zijn; variant 1: Rw (C;Ctr) van 48 (-3;8) dB, Ln, w (C1) van 72(+1) dB, Ico, lab van -14 dB, variant 2: Rw (C;Ctr) van 49 (-3;-8) dB, Ln, w (C1) van 72(0) dB, Ico, lab van -13 dB.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
Rockwool BouwPlaat 201; λD 0,037 W/mK. Rockwool BouwPlaat 211; λD 0,035 W/mK.
Certificaten
KOMO attest K10363. Geluidsrapport Peutz A1376-1. Brandrapport Rockwool BD/TE - 2004 - 08/09.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
49
ZWEVENDE VLOEREN ZWEVENDE VLOER OP STEENACHTIGE DRAAGVLOER Het aanbrengen van een zwevende vloer met houtachtig loopvlak, op een steenachtige draagvloer, is een relatief eenvoudige klus die het akoestisch binnencomfort van een woning aanzienlijk kan verbeteren. De draagvloer dient droog en vlak te zijn. Kleine plaatselijke reliëfverschillen kunnen probleemloos door de isolatie worden opgevangen. Een uitvlaklaag is daarentegen nodig: • Wanneer de ondergrond relatief grote reliëfverschillen heeft; • Wanneer horizontale leidingen, bestaand of nieuw te leggen, in de vloer moeten worden verwerkt. Aanbevolen wordt deze niet in de isolatielaag zelf te voorzien, deze dient zo homogeen mogelijk te blijven voor een geluidtechnisch optimaal resultaat. De uitvlaklaag kan worden aangebracht met zelfnivellerende mortel. Vanzelfsprekend dient deze voldoende droog te zijn alvorens de verdere werkzaamheden worden uitgevoerd. ZWEVENDE VLOER OP HOUTEN BALKEN Het aanbrengen van een zwevende vloer op de bestaande houten balklaag verhoogt het akoestisch binnencomfort van een woning. Behalve een betere isolatie van het luchtgeluid (stemmen, muziek, etc.), wordt demping van contactgeluid bewerkstelligd. Voetstappen of verschuiven van stoelen in de bovenliggende ruimte worden veel minder hoorbaar. Voor een nog optimalere demping van lucht- en contactgeluid of voor extra thermische isolatie, is een combinatie mogelijk met isolatie tussen de houten balken (zie hiervoor “isoleren tussen houten vloerbalken”, pagina 44). VLOERSTEUNPLAAT Als ondersteuningsvlak voor de isolatielaag, wordt over de houten balken een vloersteunplaat aangebracht. Dit kan met houtachtig materiaal (multiplex, OSB) van minstens 12 mm dikte (voor balkafstanden h.o.h. groter dan 500 mm, minstens 18 mm) of met 18 mm vezelcementplaat. De vloersteunplaten worden op de houten balken geschroefd. Platen met
50
rechte randen worden zodanig gelegd dat de randen steeds samenvallen met een balk. Bij tand- en groefverbindingen is dit niet nodig, op voorwaarde dat de verbinding voldoende verticale stevigheid biedt. Moeten kabels of leidingen horizontaal in de vloer, dan worden deze tussen de houten balken aangebracht alvorens de vloersteunplaat te plaatsen. ISOLATIE De isolatie wordt “zwevend” geplaatst. Dit wil zeggen dat ze een permanent ondersteuningsvlak vormt voor de dekvloer, de vloerafwerking en de gebruiksbelasting. Er zijn geen mechanische verbindingen tussen dekvloer en vloersteunplaat of draagvloer. Komt er een droge dekvloer (houtachtig, gipsvezelplaten, vezelcementplaten), dan wordt geïsoleerd met Rockwool VloerPlaat 504. Aangewezen diktes zijn 30 tot 50 mm. VloerPlaat 504 dempt niet alleen contactgeluid, maar heeft tevens een hoge mechanische stevigheid om, behalve de vloer- en gebruikslast, ook de mogelijke randvervormingen van het houten dekvloervlak op te vangen. Steenachtige dekvloeren worden geïsoleerd met Rockwool Zwevende VloerPlaat 501. De aangewezen diktes zijn 20 tot 30 mm. Dit isolatieplaattype heeft een optimaal dynamisch gedrag, met een zeer grote verbetering van contactgeluidsisolatie tot gevolg. Is om thermische reden een grotere dikte gewenst, of worden zeer hoge vloerbelastingen voorzien dan wordt gekozen voor VloerPlaat 504.
51
Alvorens de isolatieplaten te leggen, moeten de vloersteunplaten of draagvloer vrij zijn van oneffenheden. Eventuele kabels of leidingen dienen tussen de balken te zitten of in de draagvloer te worden verwerkt. Zonodig moeten deze in een egalisatielaag worden weggewerkt. De isolatie wordt in halfsteens verband, zonder enige mechanische bevestiging op de vloersteunplaten gelegd. Inkorten of versmallen van passtukken kan eenvoudig gebeuren met een (Rockwool) mes. U hoeft geen overbreedte van de isolatie te nemen bij het snijden. Wel moet u alle platen en passtukken onderling goed aansluitend leggen. Aanbevolen wordt om achter in de ruimte te beginnen en vervolgens naar de deur toe te werken. Zo voorkomt u dat u herhaaldelijk over de reeds geplaatste isolatie heen moet lopen. Voor eventuele verticale leidingen, worden de isolatiepasstukken zodanig gesneden dat de doorvoer goed aansluit in de isolatielaag.
VloerPlaat 501 en 504 Brand
Geluid
Onbrandbaar: Euroklasse A1, conform NEN-EN 13501-1. De op geluid geteste constructies uit het onderdeel houten vloeren, zijn verder getest inclusief zwevende vloerisolatie. Met 30 mm Rockwool VloerPlaat 504 en een afwerking van 2 lagen gipsvezelbeplating (verspringend aangebracht) zijn de behaalde resultaten hierbij; variant 1: RW (C;Ctr) van 46 (-3;-8) dB, Ln, w (C1) van 71(+1) dB, Ico, lab van -13 dB, variant 2: RW (C;Ctr) van 49 (-3;-8) dB, Ln, w (C1) van 67(+2) dB, Ico, lab van -9 dB. Met 20 mm Rockwool Zwevende Vloerplaat 501 en 40 mm anhydriet-dekvloer verbeterde de Ico, aanvangsniveau - 3 dB van de betonnen draagvloer, naar een Ico, lab van + 20 dB en naar een praktijkresultaat Ico, in situ van + 14 dB.
52
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
VloerPlaat 501; λD 0,035 W/mK. VloerPlaat 504; λD 0,040 W/mK.
Certificaten
KOMO attest K10363. Geluidsrapport Peutz A1376-1. Geluidsrapport: Bouwcentrum Technologie 598.037.
DEKVLOER Een droge dekvloer kan worden uitgevoerd met houtachtige platen (multiplex, OSB, etc.) of met platen van vezelcement of gipsvezelplaten. De droge dekvloer wordt bij voorkeur gelegd in twee lagen (dikte afhankelijk van toegepast materiaal), met naadoverlappend legpatroon teneinde lijnbelastingen op de isolatie te vermijden. Om werkelijk overal overlapping van de naden te realiseren, wordt de tweede laag gezaagd op halve breedte en wordt de eerste plaat hiervan ook op halve lengte gezaagd. De tweede dekvloerlaag wordt vastgeschroefd aan de eerste laag. De schroeven zijn niet langer dan nodig om beide lagen te verbinden. Perforatie van de isolatielaag moet worden vermeden. Het is ook mogelijk om de dekvloer in één laag te leggen (bijvoorbeeld met 18 millimeter hout) met een stevige tand- en groefverbinding die de verticale krachten kan opvangen en geen lijnlast veroorzaakt. Een toepassing van twee lagen is te allen tijde de beste oplossing. Komt er een steenachtige dekvloer (anhydriet of zandcement), dan moet eerst worden nagegaan of de bestaande draagvloer voldoende sterk is. Elke centimeter dekvloerdikte betekent circa 20 kg/m² extra gewicht. De dekvloer wordt NIET tegen de aangrenzende muren gelegd om “hard” contact te vermijden. Hard contact zou het contactgeluiddempend effect van de vloer grotendeels teniet doen. Alvorens de dekvloerplaten te leggen, worden daarom eerst flexibele (polyethyleen) kantstroken tegen de muren aangebracht. Een andere mogelijkheid is dunne kantstroken te snijden uit de Rockwool isolatieplaten. De kantstrook is minstens zo hoog als de dikte van de dekvloer plus de afwerking. De kantstroken worden ook rond eventuele verticale leidingdoorvoeren aangebracht. VLOERAFWERKING EN PLINTEN Wordt op de dekvloer een relatief harde afwerking aangebracht (hout, steenachtig, etc.) dan geldt, net als voor de dekvloer zelf, dat hard contact met de muren moet worden vermeden. Hiervoor wordt voor het leggen van de dekvloer een voldoende hoge kantstrook aangebracht. Voor een vloerbedekking van tapijt is deze voorzorg niet noodzakelijk. Plinten worden tegen het muurvlak bevestigd, enkele millimeters boven de vloerafwerking, de voeg wordt opgespoten met een soepel en waterdicht materiaal. Ook deze plaatsingswijze is noodzakelijk om overdracht van contactgeluid vloer - muur via de plinten te beperken.
53
7. WANDEN
Het isoleren van binnenwanden leidt tot een hoger comfort, minder stookkosten en een betere geluidsisolatie van een woning. Bovendien kan de brandveiligheid in een woning belangrijk verbeteren door toepassing van brandveilige Rockwool steenwol.
ENERGIEBESPARING EN THERMISCH COMFORT Door het isoleren van binnenwanden wordt het wegstromen van wamte van de ene naar de andere ruimte voorkomen. Door te isoleren bespaart men niet alleen op de stookkosten, de energierekening zal al snel enkele tientallen euro’s lager zijn. Ook het milieu profiteert van een lager energieverbruik in de woning. AKOESTISCH COMFORT In met name de wat oudere huizen is een van de meest voorkomende klachten het feit dat de buren zo goed te horen zijn. Dit geldt natuurlijk ook wat betreft geluidsoverdracht tussen de ruimtes binnen de eigen woning. Het na-isoleren van de wanden tussen woningen en kamers met Rockwool isolatie verhoogt het akoestisch comfort aanzienlijk. BRANDVEILIGHEID Wanneer de binnenwanden worden geïsoleerd met steenwol, wordt de brandveiligheid van de gehele woning verbeterd. Uitbreiding van brand naar aangrenzende ruimtes wordt hierdoor sterk vertraagd of voorkomen. Alleen al om deze reden zou het na-isoleren van een ongeïsoleerde binnenwand de moeite waard zijn. Immers, wonen met een veilig gevoel, dat is toch ook comfortabel?
AAN DE SLAG Er zijn 3 manieren om binnen- of tussenwanden te isoleren: • Isoleren van tussenwand met een houten stijl- of regelwerk; • Isoleren van tussenwand met een metalen stijl- of regelwerk; • Isolatie d.m.v. voorzetwanden. In dit hoofdstuk vindt u alle informatie over deze isolatietoepassingen.
54
HOUTEN SCHEIDINGSWANDEN Houten scheidingswanden zijn handig toe te passen bij renovaties. Zowel de opbouw van de houten structuur, het isoleren als het afwerken zijn eenvoudig uit te voeren. Houten tussenwanden zijn relatief licht en belasten de bestaande structuur slechts minimaal. De vulling met Rockwool isolatie verbetert voor dit wandtype zowel de geluidsisolatie als de duur van brandwerendheid aanzienlijk. HOUTEN REGELWERK De te kiezen stijldikte wordt bepaald in verhouding tot de lengte en hoogte van de te bouwen wand. Een vuistregel is 1/25 van de hoogte van de ruimte als minimum dikte (bijvoorbeeld minstens 120 mm voor een ruimte van 3 meter hoog). Eerst wordt een horizontale regel op de grond bevestigd. Zodoende is er een harde stootrand aanwezig, mochten er achteraf geen plinten bij de afwerking worden geplaatst.
55
ISOLEREN MET ROCKWOOL 201 VARIO OF 211 VARIO Rockwool 201 VARIO of 211 VARIO is bijzonder geschikt voor constructies met stijlafstanden hart-op-hart 400 of 600 mm. VARIO betekent dat de isolatie in de breedte tot 50 mm comprimeerbaar is (tot 330 mm voor plaatbreedte 380 mm; tot 530 mm voor plaatbreedte 580 mm). In te korten of af te schuinen isolatieplaten kunnen op eenvoudige wijze op maat gesneden worden met behulp van een (Rockwool) mes. Voor een goede aansluiting snijdt u circa 10 mm overbreedte. Isolatieplaten die smaller gemaakt moeten worden (bijvoorbeeld kleinere stijlafstand aan het einde van de muur) kunt u op dezelfde wijze met behulp van een (Rockwool) mes snijden. Snijdt u aan de minst comprimeerbare zijde (u ziet en voelt goed het verschil), dan heeft u ook nu 50 mm speling. Let erop dat, voor een goede aansluiting, het passtuk steeds minstens 10 mm wordt gecomprimeerd. Bouwplaat 201 VARIO / 211 VARIO Brand
Onbrandbaar: Euroklasse A1, conform NEN-EN 13501-1.
Geluid
De Rockwool BouwPlaat 201/211 VARIO is in diverse scheidingswandconstructies getest. Hiervoor verwijzen wij graag verder naar ons geluidsrapport.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
201 VARIO λD 0,037 W/mK. 211 VARIO λD 0,035 W/mK.
Certificaten
KOMO attest K10363. Geluidsrapport Peutz 810-2.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
56
57
METALEN SCHEIDINGSWANDEN Scheidingswanden met lichte metalen structuur zijn bijzonder interessant voor toepassing in renovaties omdat ze relatief licht zijn en de bestaande structuur slechts minimaal belasten. Zeker wanneer het nieuwe wanden in een bestaand gebouw betreft, waarvoor de vloer destijds niet werd berekend. Door de specifieke wisselwerking tussen het flexibele dunwandig metalen regelwerk, de gipskartonplaten en de Rockwool isolatie, wordt ondanks het lichte wandgewicht een hoge geluidsisolatie gerealiseerd. De vulling met Rockwool isolatie draagt tevens bij aan een aanzienlijke verbetering van de duur van de brandwerendheid. De wanden hebben een brandwerendheid van 30 minuten tot meer dan 2 uur (afhankelijk van de samenstelling).
METALEN REGELWERK De structuur van regels en stijlen monteert u conform de richtlijnen van de producent. De dikte van de profielen is in verhouding tot de afmetingen van de wand. Een ander criterium is de isolatiedikte. Om de isolatie goed tussen de C-vormige stijlen te kunnen schuiven dienen deze 10 tot 15 mm breder te zijn dan de dikte van de isolatie. Zo past bijvoorbeeld 60 mm isolatie goed in een regelwerk van 75 mm. De hart-op-hart afstand van de stijlen is variabel, maar gebruikelijk is deze op 600 mm te kiezen. Dat is ook de aangewezen maat in combinatie met de Rockwool isolatie.
58
ISOLEREN MET ROCKWOOL SCHEIDINGSWANDPLAAT 204 De ScheidingswandPlaat 204 is zeer geschikt voor de isolatie van scheidingswanden met lichte metaalstructuur. Deze is goed inzetbaar tussen de C-profielen. De in het stijl- en regelwerk doorstekende schroeven vormen geen hindernis. Voor een echt optimale plaatsing kunt u de doorstekende schroefdelen afknijpen met een tang. Passtukken in lengte- of breedterichting kunt u gemakkelijk snijden met behulp van een (Rockwool) mes.
ScheidingswandPlaat 204 Brand
Onbrandbaar: Euroklasse A1, conform NEN-EN 13501-1.
Geluid
De Rockwool ScheidingswandPlaat 204 is in diverse scheidingswandconstructies getest. Hiervoor verwijzen wij graag verder naar ons geluidsrapport.
Vocht
Blijvend waterafstotend.
Thermisch
λD 0,037 W/mK.
Certificaten
KOMO attest K10363. Geluidsrapport Peutz A869-1.
Technisch Productblad beschikbaar op www.rockwool.nl.
59
WANDAFWERKING HOUTEN EN METALEN BINNENWANDEN Een houten binnenwand kan met diverse materialen worden afgewerkt. Over het algemeen wordt de afwerking vastgeschroefd in het houten regelwerk. Bij metalen wanden wordt meestal gipskarton toegepast. Het heeft zeer gunstige akoestische eigenschappen in combinatie met het regelwerk en de steenwol. De afwerking wordt vastgeschroefd in het regelwerk. Doorvoeren van leidingen in deze wanden is niet aan te raden. Door de perforaties worden akoestisch en brandtechnisch zwakke punten gecreëerd. Eventuele voorzieningen worden dan ook bij voorkeur in opbouw geplaatst. Is de wand bedoeld voor extra geluidsisolatie, dan gelden nog de volgende raadgevingen: • Laat een kleine voeg tussen afwerking en aangrenzende vloer, muur of plafond. Deze wordt nadien opgevuld met een soepel voegmateriaal. Op deze manier wordt flankerende overdracht via “hard” contact sterk gereduceerd; • Akoestisch “buigslappe” afwerkingsmaterialen (zoals gipskarton) op veerregels geplaatst, verdienen de voorkeur. Plaatst u twee lagen over elkaar, dan worden deze onderling geschroefd maar niet gelijmd, dit eveneens om geluidstechnische redenen; • Eventuele plinten bevestigt u tegen de wand, zonder de vloer te raken. Laat een kleine voeg, die achteraf opgevuld wordt met een soepel en vochtbestendig (m.b.t. schoonmaak) voegmateriaal.
VOORZETWANDEN VoorzetWanden worden toegepast aan de binnenkant van buitenmuren om thermische en/of akoestische redenen. Het is een interessante mogelijkheid voor bestaande gebouwen die niet aan de buitenzijde kunnen worden geïsoleerd (ander gevelaanzicht, of geen vergunning mogelijk) en ook niet kunnen worden nageïsoleerd in de spouw (steense muren). Een andere toepassing vormen woningscheidende wanden of zelfs gewone binnenmuren. In deze situaties is verbetering van de akoestische isolatie meestal het hoofddoel. Voor al deze toepassingen is de Rockwool VoorzetWand 406 zeer geschikt. Voor een nadere omschrijving van de verwerking van de Rockwool VoorzetWand 406: zie hoofdstuk Gevelisolatie pagina 20.
60
61
8. TAKING CARE OF COMFORT
De activiteiten van Rockwool zijn gericht op totaaloplossingen. Steenwolproducten zijn daarbij een onderdeel van het totaalpakket. Als constructieve partner komt Rockwool met op maat gesneden oplossingen, waarbij service, advies en ondersteuning zeer belangrijk zijn. Voor de verschillende schakels in de bouwketen ontwikkelt Rockwool diensten en producten om werkprocessen te vergemakkelijken. Calculatiesoftware bijvoorbeeld voor architecten en ingenieurs om energieberekeningen uit te voeren. Maar ook technieken waardoor isolatieproducten makkelijker te verladen en sneller te verwerken zijn. “Taking care of comfort” noemen we dat. Rockwool staat niet alleen voor hoogwaardige steenwolproducten maar ook voor comfort en gemak voor voorschrijvers, verwerkers en eindgebruikers.
BRANDVEILIG Rockwool steenwol is perfect bestand tegen vuur en verdraagt temperaturen tot boven de 1.000 °C. Onder brandbelasting blijft de steenwolstructuur intact. Rockwool steenwol blijft isoleren en blijft de draagconstructie beschermen. De brandveilige Rockwool producten geven nooit aanleiding tot het ontstaan van een brand en leveren ook geen bijdrage aan branduitbreiding. In de nieuwe Europese classificatie voor de brandreactie van producten komt Rockwool steenwol in de veiligste klasse A1 volgens EN 13501. CE-MARKERING EN KEYMARK Alle Rockwool bouw isolatiematerialen zijn CE en Keymark gecertificeerd en bieden de beste kwaliteitsgarantie volgens de nieuwe Europese Norm voor bouwmaterialen. WWW.ROCKWOOL.NL...EEN GROOT GEMAK VOOR IEDEREEN! De website van Rockwool is inmiddels een begrip in de bouwwereld: gewaardeerd door bezoekers om de helderheid, de compleetheid en het serviceniveau. Door de slimme navigatie vindt u er snel en eenvoudig, niet alleen informatie over onze producten en services, maar ook informatie over brandveiligheid, wet- en regelgeving, toepassingen, constructies, bestekken en verwerking. Wilt u op de hoogte blijven van de meest actuele ontwikkelingen bij Rockwool? Abonneert u zich dan op www.rockwool.nl op onze gratis e-Newsletter. Bij Rockwool blijven we ons best doen om het u, ook digitaal, zo comfortabel mogelijk te maken. Daar kunt u op rekenen.
62
DOCUMENTATIE Onze documentatie bevat informatie over de vele aspecten rond het ontwerp en de uitvoering van bouwconstructies. Ook heeft Rockwool specifieke themabrochures. Deze informeren u beknopt en helder. BESTEKSERVICE Iedere constructie moet correct omschreven worden, in een goed bestek, aansluitend op de gebruikelijke besteksystematieken in de bouw. Rockwool heeft dit uitgewerkt tot een (elektronische) bestekservice met een keuzestructuur, die u snel en foutloos naar de volledige bestekomschrijving leidt. De Rockwool Bestekservice is ook in een offline versie beschikbaar. Deze kunt u eenvoudig installeren op de harde schijf van uw PC. De offline versie kunt u downloaden via www.rockwool.nl. ROCKWOOL REKENHULP De Rockwool RekenHulp is geheel aangepast aan het nieuwe Bouwbesluit 2003 en helpt u snel en eenvoudig isolatieberekeningen uit te voeren. De Rockwool RekenHulp staat voor u klaar op www.rockwool.nl en werkt conform de nieuwe rekenregels NEN 1068/NPR 2068. ECOLINK-SERVICE Met het programma EcoLink op www.rockwool.nl stelt Rockwool nu reeds milieudata voor haar isolatieproducten beschikbaar. Die data zijn bepaald op basis van de toekomstige norm NEN 7185 en geschikt als input voor de berekening van de toekomstige milieuprestatie-eisen volgens het Bouwbesluit. Het programma genereert voor elk Rockwool artikel een volledig milieuprofiel, uitgedrukt in milieueffecten en milieumaten. Deze worden gepresenteerd in tabelvorm en in grafieken. Al deze services zijn via www.rockwool.nl te vinden, te krijgen of aan te vragen. HELPDESK Voor technische vragen over isoleren kunt u tijdens kantooruren terecht op telefoonnummer 0475 - 35 33 33.
Productwijzigingen zijn voorbehouden zonder voorafgaande berichtgeving. Rockwool kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de eventuele aanwezigheid van (zet)fouten en onvolledigheden.
63
RENOVATIE EN NA-ISOLATIE VOOR EXTRA COMFORT EN EEN BETER MILIEU Isoleren is belangrijk. Het verhoogt niet alleen het woon- en leefcomfort, het is tevens geldbesparend en draagt bij aan een beter milieu. Deze brochure van Rockwool beschrijft de diverse na-isolatie mogelijkheden van gebouwen, van kelder tot dak.
ROCKWOOL BENELUX B.V. Postbus 1160, 6040 KD Roermond Industrieweg 15, 6045 JG Roermond Telefoon: 0475 - 35 33 33 - Fax: 0475 - 35 36 66
[email protected] - www.rockwool.nl
ROCKWOOL - Segment brochure - RV SB N Renovatie - november 2004
Voor alle gebouwconstructies heeft Rockwool een veelzijdig pakket producten ontwikkeld, die het logische resultaat zijn van meer dan een halve eeuw isolatie ervaring.